DE LIEFDE IS STERKER DAN DE DOOD Onder de appelboom kuste ik je wakker. Daar kreeg je moeder weeën, daar werd jij geboren. Vergeet mij niet, Draag mijn liefde als een ketting op je borst, Als een armband om je arm. De liefde is zo sterk als de dood, Niemand houdt de liefde tegen. De liefde lijkt op een vuur, Een vuur dat hevig brandt. Geen zee of rivier kan dat vuur ooit blussen, Want de liefde houdt nooit op. Zelfs de rijkste man kan de liefde niet kopen. Al geeft hij al zijn geld, Hij wordt alleen maar uitgelachen. (Hooglied 8:5b t/m 7 uit de BGT)
‘Ik ben helemaal niet zo bijzonder’. ‘Dat bent u wel. U bent mijn moeder – en niet alleen mijn moeder – u heeft acht kinderen op de wereld gezet. Dat is echt bijzonder.’ ‘Dat heb ik niet gedaan, dat heeft God gedaan.’ Goedemorgen lieve mensen… Dat was een stukje uit het laatste gesprek dat ik met mijn moeder, Coby Abspoel-Hildering, mocht hebben – de avond voor haar overlijden. Het is niet te geloven. Een vrouw van 85, haar geest bedekt door een sluier van mist, mocht op het laatst weer helder denken. We hadden haar even terug zoals we haar gekend hebben, wijs en lief. Het bijbelgedeelte waar we samen bij stilstaan komt uit de Bijbel in Gewone Taal en is afkomstig uit het boek Hooglied. Al maandenlang ben ik bezig met dit boek, ik ben er door gegrepen en ik geloof dat het niet toevallig is dat dit lied door mijn hoofd zingt. Het is een beurtzang – een liefdeslied van twee jonge mensen die stapelgek op elkaar zijn – elkaar bezingen en de hemel in prijzen. Gaan wij onze moeder vandaag de hemel in prijzen? Nee, dat hoeven we gelukkig niet te doen. Ze had gelijk – ze was niet bijzonder. Ze was een gewone vrouw met goede en minder goede eigenschappen. Ze ging door het leven met vallen en opstaan en op haar laatste bed had ze niets meer te verbergen. We mochten in haar ziel kijken en een eenvoudig lied met haar meezingen. Regel voor regel: Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God Want in zijn hand, ligt heel mijn levenslot Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij Ik zie naar hem op en ik weet, hij is mij steeds nabij Kijk, en dat is wel bijzonder. Dat je op de drempel van leven en dood die Vaderhand weet aan te grijpen, je vastklemt aan dat vertrouwen – dat God er is, dat hij er zal zijn, dat zijn liefde blijft – wat er ook gebeurt. Dat was een geheim dat onze moeder, onze oma, onze overgrootmoeder, in haar
hart had gesloten. Ze had dat geheim geleerd in een moeilijk leven – en dat maakte haar bijzonder. Maar er is meer… Willen jullie een verhaal horen waar we allemaal van gaan huilen… of willen jullie een liefdesgeschiedenis horen – een verhaal waar je wel een traantje bij moet wegpinken, maar waarbij een blije lach door je tranen heen breekt? Ik hoop dat jullie voor het laatste kiezen, want dat is de toespraak die ik heb voorbereid. Een liefdesverhaal, een romantische geschiedenis, een Hooglied… Diezelfde nacht zat ik met mijn oudste zus, mijn jongste dochter en een van mijn nichtjes naast haar bed. En het is raar, ik geef het toe, maar ik dacht aan het kraambed waar ik drie keer bij mocht zitten. Wat zijn die vrouwen toch onvoorstelbaar sterk – wat komen er een oerkrachten vrij aan het begin van een mensenleven. Als je het hebt mogen meemaken, dan weet je wat ik bedoel. Het is een onbeschrijfelijke gebeurtenis. Een vrouw heeft het gevoel dat ze lichamelijk uitelkaar getrokken wordt om plaats te maken voor een klein, huilend hoopje mens. Ja, dat leven moet beginnen met een huilbui, anders zuigen de longen zich niet vol kracht. En ja, die navelstreng moet worden doorgeknipt, anders kan een mens niet zelfstandig bestaan. Het leven begint en eindigt met pijn – het is niet anders. Zijn we het gewoon gaan vinden? Acht keer. Acht keer lag Coby Abspoel-Hildering op een kraambed om een levend kind ter wereld te brengen. En als je een foto bekijkt van die kleine moeder, die lieve oma en overgrootmoeder, met haar talrijke kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen… dan valt je mond open van verbazing. Hoe kan dat allemaal voortgekomen zijn uit zo’n kleine vrouw? Wie bedenkt dat? We houden ons staand in het leven, maar als het er wekelijk om gaat… liggen we plat. Dat is waar voor dat kraambed – maar daar kom je ook niet zomaar. Acht keer is er een leven verwekt dat in de baarmoeder mocht uitgroeien tot een kind dat het leven aankon. Er werd niet over gesproken, maar wij weten dat het niet slechts acht keer was – dat het ook een keer is misgegaan. Maar dat past bij die generatie: er zijn dingen die je voor jezelf houdt, zaken waar je niet te openlijk over spreekt. Tot je op dat laatste bed ligt, dan is de tijd gekomen om je hart te openen en je ziel bloot te leggen. Kwetsbaarder kan een mens niet worden, mooier evenmin. Heb je het mogen meemaken? Ik zat drie keer naast een kraambed – nooit voelde ik me machtelozer. Ja, mannen, wat is ons aandeel in het leven? Het is lachwekkend onbeduidend. Een vrouw wordt bevrucht met ons zaad en daarna hebben wij het nakijken. Je kunt zorgen en werken, je kunt liefhebben en vechten – maar niets of niemand komt tussen een moeder en haar kind – ook nadat die navelstreng is doorgeknipt. Maar de vader is niet onbelangrijk – Coby zou dat als eerste hebben beaamd. Wat een verdriet dat haar eigen vader uit het leven werd weggerukt omdat hij de moed had in de oorlog zijn rug recht te houden. Zijn kleine meisje zat toen in een boerderij om aan te sterken – in leven te blijven, kan ik beter zeggen. Ze was geboren met een maagafwijking, een maag die meer zuur produceerde dan goed voor haar was, een maag die zichzelf verteerde. Er moest voedsel in die maag komen, er moest zorg geboden worden aan dit kwetsbare kind. En er zijn liefdevolle mensen geweest die hun boerderij en hart voor haar hebben geopend en het is gepast om deze mensen hier te gedenken in dankbaarheid. Zonder hun hulp en offers hadden wij hier niet gezeten. In die donkere tijd schreef Coby brieven aan haar vader, de eenvoudige man die op transport was gezet en in een Duits kamp belandde. En hij schreef brieven terug – liefdesbrieven van een vader voor zijn dochter. Toen mijn moeder in een heel zware periode zat heb ik die brieven mogen lezen. Ze kon het zelf niet meer – ze kon de confrontatie niet aan. Waarom niet? Omdat ze geschreven had dat ze eten had, dat ze het goed had, dat er voor haar werd gezorgd. ‘En dat… vertelde ze me met gebroken stem… dat terwijl hij honger had en gevangen zat…’
Ze kon het zichzelf niet vergeven. ‘Mam’, zei ik – en iedereen zou het haar gezegd hebben – ‘We draaien het om. U zit in de gevangenis in Duitsland en ik stuur u een brief om te vertellen dat het goed met me gaat en dat ik eten heb. Hoe zou u reageren? ‘ Die stap had ze nooit kunnen maken – daar was haar verdriet te groot voor. ‘Ik zou blij voor je zijn’, antwoordde ze met een zucht. ‘En uw vader was blij voor u’, kon ik met zekerheid zeggen. Een beschadigde vrouw. Ze verloor haar vader, maar kon nooit echt afscheid van hem nemen. In de nadagen van de oorlog verloor ze ook haar oudere broer - ook zonder hem los te kunnen laten. Ze bleef met een moeder en oudere zus achter. Ze onderging jaren later een zware operatie om te genezen van haar ziekte en pakte het leven moedig weer op. Pas toen ze op latere leeftijd met haar eigen man naar Israël ging en in Yad Vashem, de Holocaust-gedenkplaats was, brak haar diepste verdriet naar buiten. Gelukkig was er een wijze man die haar opving, die haar verteld heeft dat ze haar vader alsnog moest begraven – op een symbolische manier. Dat heeft zij gedaan, om het verleden te kunnen laten rusten en haar hart te laten genezen. Ik moet jullie nog een geheim vertellen. We worden allemaal geboren met een gebroken hart. Je weet het misschien niet, maar als je er diep over nadenkt ga je inzien dat dit waar is. We missen onze Vader met een pijn die met geen pen te beschrijven is. We worden vanaf onze geboorte geplaagd door schuld en verdriet en dat gevoel kunnen we niet wegnemen omdat we niet sterk genoeg zijn voor de confrontatie. Ja, het is echt waar, sommige mensen worden geboren met een maagafwijking, maar alle mensen worden geboren met een gebroken hart en we hebben een Heelmeester, een Geneesheer nodig. Dit is wat iedereen diep van binnen beseft: ooit was het goed. Dit is wat alle mensen vol verlangen hopen: ooit komt het goed. En tussen dat romantische besef en dat gepassioneerde verlangen ligt onze levensweg. En het is niet gemakkelijk om alleen te gaan en dat hoeft gelukkig ook niet. Er staat een Vader aan het begin, Hij heeft je bestaan gewenst en je op deze gebroken wereld gezet. Die zelfde Vader staat aan het eind om je in zijn armen te sluiten. Het is maar een korte weg, het zijn maar een paar stappen die daar tussen liggen, en onze moeder, onze oma en overgrootmoeder heeft die stappen gezet. Wankelend. Struikelend. Maar steeds weer overeind geholpen door die hand die ze heeft leren vertrouwen, die hand die haar in haar laatste uren door de mist van Alzheimer heen leidde, de hand die de tranen van haar ogen heeft gewist en die de deur van zijn huis voor haar heeft opengezwaaid. Ze is in het huis met veel kamers – het huis waar geen deur op slot zit. Ja, Coby is bij haar aardse vader, bij haar hemelse Vader en bij onze vader, opa en overgrootvader: Simon Jacobus Abspoel – bij iedereen beter bekend als Bob. Ook hij werd geboren met een gebroken hart. De navelstreng was nauwelijks doorgeknipt of zijn moeder verliet het leven. Hij groeide op in een gebroken gezin met een vader die het goed bedoelde maar zijn zoon niet de liefde en aandacht kon geven die hij zo hard nodig had. Zijn stiefmoeder was een harde vrouw. Bob had geen gelukkige start en het leven is geen sprookje. Soms is het gewoon een naar verhaal. En dan ook nog die rotoorlog. Hij heeft het overleefd, maar als volwassen man heb ik pas de verhalen gehoord over hongertochten, dood en ellende. Hoe is het in ’s hemelsnaam mogelijk dat deze twee gebroken mensen elkaar gevonden hebben? Dat is een goede vraag. Het is een hemelse liefdesgeschiedenis die geboren is uit pijn. Zoals alles wat mooi en kwetsbaar is – kennelijk – geboren moet worden uit moeite en verdriet. Ik heb een roos meegenomen. Het is een paar jaar geleden dat ik in aanwezigheid van mijn moeder een boekpresentatie verzorgde in boekwinkel ‘het kruispunt’ te Hoofddorp. Toen waren er veel rozen en er was ook een vaas. Ik vertelde dat die vaas uit de aarde is voortgekomen. De aarde draait
en draait en kijk: plots was daar een bloemenvaas. Wat? Geloof je me niet? Hoe zou die vaas anders tevoorschijn zijn gekomen? Er was een maker, een pottenbakker. Geen zinnig mens gelooft dat een bloemenvaas zomaar uit de grond komt. De sporen van productie zijn zichtbaar en misschien zie je zelfs de vingerafdrukken van de maker nog in het aardewerk. De pottenbakker is buiten beeld, maar zonder hem geen vaas. En als dit waar is voor een vaas, hoe zit het dan met die roos? En als het waar is voor die roos, hoe zit het dan met jou? Jij, mensenkind, je bent losgesneden van de grond. Je leeft in stof, als in een aarden pot, een vaas – je geest als een onzichtbare schat in een aarden vat. Dat vat, die vaas, is een jas die je verliest, stof blijft stof en rozen die zijn losgesneden van de aarde verwelken en vergaan. Maar er moet meer zijn, en ja… er is meer. Onder de appelboom kuste ik je wakker. Het leven is begonnen onder een appelboom. En hoe begon het? Met een toverspreuk? Een chemische reactie? Een oerknal? Ja, als het een oerknal was, dan wat het een KUS. Een klapzoen! God heeft ons met een kus tot leven gewekt en hij verzoent zich met ons door de liefde van zijn perfecte Zoon. Het is een wonderlijke liefdesgeschiedenis, een verhaal vol spanning en dramatiek. De kus was nog maar het begin, de appel valt niet ver van de boom, het zaad valt in de aarde… en ontkiemt. Wonderen zijn alledaags geworden maar het leven is nog steeds niet ‘gewoon’. Daar kreeg je moeder weeën, daar werd jij geboren. Dit is de verliefde jonge vrouw die haar mooie man bezingt, het zijn woorden voor een minnaar, een geliefde. En het liefdeslied gaat verder: Vergeet mij niet, Draag mijn liefde als een ketting op je borst, Als een armband om je arm. Vergeet mij niet! Daarom hebben we een ketting – schakeltjes waar je elkaar mee vastlegt – daarom dragen we een armband, een ring om onze vinger. Het zijn tekens van trouw. Maar het is ook een signaal voor de buitenwereld: ik ben van mijn liefste en mijn liefste is van mij. Is dat romantisch of niet? Dat is het liefdesverhaal dat ik jullie heb beloofd, maar echte liefdesverhalen kunnen niet zonder drama. Daarom lezen we verder en struikelen we over de tekst die Bob en Coby uitkozen voor – geloof het of niet – hun TROUWKAART: De liefde is zo sterk als de dood Wacht even. Laat die woorden eens op elkaar botsen. Liefde. Dood. Er gaat iets mis in deze tekst. Ik weet dat er liefde is, maar daartegenover staat haat. Ik weet dat er dood is, maar het tegendeel is leven. Waarom worden hier twee zaken tegenover elkaar gezet die niet met elkaar te vergelijken zijn? Hebben we hier misschien een sleutel tot het geheim ontdekt? Hebben Bob en Coby die sleutel op hun trouwkaart gezet en snappen we nu pas welke mysterieuze deuren er voor ons opengaan?
Denk na. De dood is niet te ontwijken. Vroeg of laat ben je aan de beurt. Ja, ik weet het, je wilt dat liever niet horen – maar niet willen luisteren is onwijs. De dood gaat niet opzij, niet voor jou, niet voor mij. Een liefdespaar dat uit eigen levenservaring weet hoe hard en genadeloos de dood is. En dan kies je zo’n trouwtekst! Wat is er met deze mensen aan de hand? Konden ze geen mooiere tekst vinden in dat dikke boek? Nee, het moest deze tekst zijn en jullie moeten deze tekst vandaag horen. Want het liefdeslied houdt hier niet op. Luister hoe het verder klinkt: Niemand houdt de liefde tegen. De liefde lijkt op een vuur, Een vuur dat hevig brandt. Geen zee of rivier kan dat vuur ooit blussen, Want de liefde houdt nooit op. Zelfs de rijkste man kan de liefde niet kopen. Al geeft hij al zijn geld, Hij wordt alleen maar uitgelachen. NIEMAND HOUDT DE LIEFDE TEGEN! Alsjeblieft, dood! Had je daar nog iets op te zeggen? Je bent sterk, vernietigend sterk, maar je hebt niet het laatste woord. Het laatste woord wordt gesproken door de mond die ons tot leven gekust heeft. Het zaad moet in de aarde vallen en sterven, pas daarna kan het vrucht dragen. Twee keer. Drie keer. Acht keer. Honderd keer. Duizend keer. Honderdduizend keer - en ga maar door. De liefde. Het leven begon met een kus en we blijven sindsdien op zoek naar die mond om te zoenen. Ja, je hoort niet vaak een preek uit Hooglied. Het is een vlammend boek, de zinnen staan in brand, de woorden zijn vurig. Kom maar op met je zee, laat maar stromen dat water – deze liefde krijg je niet geblust, deze vlam dooft nooit meer. Wie is de rijkste man en hoeveel geld heeft hij? De liefde lacht hem in zijn gezicht uit met zijn waardeloze geld! En daar botsen we opnieuw op een bijzonder geheim: De liefde is onbetaalbaar. Zo, het hoge woord is eruit. Je hebt niet genoeg geld in je zak om Gods liefde te kopen. Al heb je een eigen huis, een tweede huis, een auto of een wagenpark, een rekening hier of in Zwitserland… je bent kansloos als het om de liefde gaat. Je staat voor gek met je geld. Je neemt het niet mee in je eerste bed, je hebt er niets aan in het liefdesbed en je koopt er helemaal niets voor op je sterfbed. Je moet eerst begrijpen hoe arm en gebroken je bent voor je de rijkdom en de genezing van de liefde kunt ontvangen. En zo heeft de liefde gewonnen. Door te verliezen. Hoe en wanneer? Ik zou op de dag van het overlijden van mijn moeder volgens afspraak uit Hooglied voorlezen in het Kruispunt te Hoofddorp. Dat feest ging niet door. Maar het is wel een punt om hier bij stil te staan, dat kruispunt. Mijn moeder was bij me toen ik destijds over die roos en die vaas sprak. Er is een roos geknakt, er is iemand in schoonheid gestorven op dat kruispunt. Zijn naam is Jezus en Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Je kunt niet bij de Vader komen buiten Hem om. Je kunt zijn liefde niet kopen met geld. Je kunt geen genezing vinden voor je gebroken hart door te zwoegen en te zweten. Je kunt het leven en de liefde alleen maar winnen als je de moed hebt je hart aan God te verliezen.
Want dat is het geheim van de liefde, dat is de sleutel tot waar geluk: sterf in de armen van de liefde, verlies je gevecht om de macht op het kruispunt, zak door je benen en val op je knieën bij die Roos die voor jou geknakt is, die vaas die voor jou werd gebroken. Hij is Gods aanzoek, zijn liefdesverklaring. Bij Jezus botsen een rouwstoet en een trouwstoet op elkaar. Het is een rare kettingbotsing. De liefde en de dood komen van twee kanten aangesneld en niemand had deze confrontatie zien aankomen. Er was een nieuwe oerknal. Dat was een vreemde kus. Er was een pijnlijk ongeluk op een kruispunt – en dat was de verzoening. Toen de stofwolken waren opgetrokken, bleek er nog maar één Winnaar. De LIEFDE. Ik pas geen bijbelteksten aan. Ook niet in gewone taal. Maar dit durf ik nu wel te zeggen –alleen danzkij Jezus- STERKER DAN DE DOOD IS DE LIEFDE. Deze woorden wil ik nu aan jullie meegeven. Vergeet ze niet. Draag ze als een ketting op je borst, als een armband om je arm. Bedenk daarbij dat mama, oma, overgrootmoeder Coby Abspoel-Hildering, een stapeltje liefdesbrieven in haar handen meeneemt als haar lichaam teruggaat in de aarde waar alle materie vandaan komt. Het zijn de brieven van haar minnaar, het zijn de brieven voor haar geliefde, het zijn de brieven die wij ongelezen laten – niet omdat ze te pijnlijk zijn, maar omdat ze te lief en te mooi zijn voor vreemde ogen. Maar ik heb hier de beloofde woorden voor je uit een andere, veel oudere, liefdesbrief. Inclusief gelukkig einde. Echt waar. Ook voor jou – neem het maar aan: Als we in liefde met elkaar leven, laten we zien dat we bij de Waarheid horen. We kunnen dan vol vertrouwen voor God staan. En stel dat we ons toch nog schuldig voelen. Dan mogen we weten dat God ons beter kent dan dat wij onszelf kennen. Hij weet dat we ons best doen om goed te leven. Vrienden, als we ons niet langer schuldig voelen, kunnen we vol vertrouwen bij God komen. Dan krijgen we van hem alles wat we vragen, omdat we ons houden aan zijn regels en doen wat hij graag wil. ( 1 Johannes 3:19 t/m 21 uit de BGT) AMEN