deCember - februari 2011-2012 Nummer 13 Trimestrieel tijdschrift - Toelating gesloten P801153
B e c a u s e
n u t r i t i o n
i s
a
f a s t - m o v i n g
Dossier
Cholesterol
de kracht van voeding
Nutri
sciences D Zwangerschap en voedingsplanning D alzheimer afremmen met kruidenierswaren
Nutri
trends D Nu met meer x en minder y… zijn er straks nog wel gewone producten? D Voeding, een modedrug?
Nutri
actions D Hoge bloeddruk: fataliteit of niet? D Cardiovasculaire preventie en lichaamsbeweging: een kwestie van intensiteit
s c i e n c e
V.U.: B. Remiche, Zwitserlandstraat 29, 1060 Brussel
expo
aan tafel !
Van de akker tot het bord
I BRUSSEL I 11-11-2011 > 03-06-2012 www.expo-aan-tafel.be Voorgesteld door
DemeteR ASBL / VZW
Minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
edito
frankrijk stelt voor: Fat Attack!
N
ee, het gaat niet om een twijfelachtig ‘vetverbrandend’ product, integendeel: vetten krijgen een belangrijker plaats in het eetpatroon. De nieuwste Franse voedings aanbevelingen voor vetten slaan in als een bom, want ze verschillen enorm van wat men in vele andere landen aanbeveelt (lees meer op pagina 7). Het maximale aandeel van vetten in de dagelijkse energieinname werd namelijk verhoogd van 30% naar maar liefst 40% (dat zou dus betekenen dat wij Belgen toch niet te vet eten!). Bovendien wor den tal van verzadigde vetzuren (met uitzondering van C:12, C:14 en C:16) niet langer als boosdoeners beschouwd. Deze bijzondere wending is allesbehalve willekeurig of onwetenschappelijk. In een verslag van meer dan 300 bladzijden doet het Franse agentschap voor voedselveiligheid ANSES er alles aan om de wetenschappelijke bevindingen van de voorbije tien jaar nu in dit domein ingang te doen vinden. Wie zou tegenwoordig nog ontkennen dat stearinezuur (C18:0) het atherogene karakter van zijn drie kleinere broertjes niet deelt? Of dat één van de bewezen modellen voor een evenwichtige voeding, namelijk het traditionele mediterrane eetpatroon, bijna 40% van zijn energie uit vetten haalt? De voorbije eeuw werden koolhydraten in de eerste diëten voor diabetici blindelings afgekeurd en bijna volledig geweerd – wat meer slecht dan goed heeft gedaan. Het aandeel koolhydraten is inmiddels weer grotendeels hersteld (misschien zelfs iets te veel …) en men heeft nu vooral aandacht voor de kwaliteit van de koolhydraten in plaats van de kwantiteit. Is het nu ook de beurt aan de vetten, die ooit amper 15% van de energieinname mochten uitmaken, om een triomfantelijke terugkeer te maken, met ook hier meer aandacht voor de kwaliteit dan voor de kwantiteit? Gaan deze nieuwe aanbevelingen de kloof nog dieper maken tussen enerzijds het oude continent, waar het concept evenwichtige voeding diep verankerd is in de eetcultuur, en anderzijds de Verenigde Staten, met hun ongezien innoverende onderzoek naar voeding, maar tegelijk ook met een ongezien zwaarlijvige bevolking? De wetenschap kent geen grenzen, de voedingswetenschap daarentegen … Nicolas Guggenbühl - Hoofdredacteur
food in action - december 2011 > 1
inhoud
4
Nutri actions
32
Nutri sciences § Dossier
Cholesterol: de kracht van voeding
4
§ echo/congres Fytosterolen kunnen bijdragen tot een gezondere levensstijl
8
§ Zwangerschap en voedingsplanning: 10
een steeds nauwer verband § Alzheimer afremmen met
12
kruidenierswaren PDS: welke therapeutische aanpak heeft de voorkeur?
14
§ Nieuwe ontwikkelingen bij internationale instanties voor voedselveiligheid
18
Nutri trends trends
§ echo/congres Volkorengranen in de kijker
32 36
§ echo/congres Microbiota en probiotica: een relatie voor het leven § Keep
37
on moving
Cardiovasculaire preventie en lichaams beweging: een kwestie van intensiteit 38
20 § Dossier
Nu met meer x en minder y… zijn er straks nog wel gewone producten? 20
§ info/Intox
Prostaatkanker: gedaan met vitamine E? 26
2 > food in action - december 2011
aan het woord
Hoge bloeddruk: fataliteit of niet?
§ Pharmaco
§ Voeding, een modedrug?
§ expert
28
§ Zap
nieuws
§ Gehoord § Op
42
op consultatie
43
het menu
Suprême van gebraden duif, gekonfijte boutjes met jus, ratteaardappelen gekookt met uitjes en crapaudinebieten 44 § Kookpannen
en proefglaasjes
Lekker én evenwichtig: het nuttige aan het aangename koppelen § Zap
agenda
46 48
Copyright Food In Action 2011 www.foodinaction.com
Vette en/of zoete producten Gesuikerde en/of alcoholische dranken
Smeer-en bereidingsvet en olierijke vruchten Melkproducten en calciumverrijkte plantaardige producten
De voedingspiramide
In medewerking met het Institut Paul Lambin www.ipl.be
Kleine porties
Trakteer jezelf op de nieuwe voedingspiramide op www.foodinaction.com
Met mate en wissel af
VVGEVP (of vlees, vis, gevoglte, eieren, vervangproducten, peulvruchten)
2 tot 3 keer per dag
1 tot 2 keer per dag Wissel af
Zetmeelhoudende producten
Bij elke maaltijd Geef de voorkeur aan volkoren
Leesbaarder, actueler en didactischer!
5 porties per dag: 3 porties groenten 2 porties fruit
Groenten en fruit
Water en niet gesuikerde dranken
Water naar believen
Lichaamsbeweging
30 min. lopen op een stevig tempo (of gelijkwaardig) per dag
Pyramide Nl 12x15 New.indd 1
Gratis te downloaden in A4 of A3
4/10/11 09:52
Ook beschikbaar in 3D voor uw consultatieruimte
gezond verstand smaakt beter LoSalt smaakt naar klassiek zout maar is het niet. Voor iedereen die minder klassiek zout in de keuken of op tafel wil gebruiken, maar toch de echte smaak niet wil missen, is LoSalt de ideale oplossing. LoSalt ziet er uit als klassiek zout, smaakt als zout en laat zich gebruiken als zout, maar is gewoon gezonder door tweederde minder natrium. Verander je gewoonte en smaak niet, alleen het product! LoSalt, evenwichtig leven met een evenwichtige smaak. Smakelijk!
Nutri
sciences
dossier
Cholesterol: de kracht van voeding
de strijd tegen cholesterol via de voeding evolueert voortdurend. Vroeger lag de focus vooral op het cholesterolgehalte in voedingsmiddelen, vandaag wordt eerder aandacht besteed aan minder inname van verzadigde vetzuren. bovendien duiken nieuwe spelers op, zoals plantaardige eiwitten en plantensterolen… Nieuw onderzoek wijst erop dat een eetpatroon met verschillende cholesterolbestrijdende voedingsmiddelen zelfs doeltreffender is dan een eetpatroon met weinig verzadigde vetzuren.
4 > food in action - december 2011
iN diT arTiKeL Het is al bewezen dat verschillende voedingsmiddelen een belangrijke rol spelen in de strijd tegen cholesterol. We nemen het onderzoek en de regelgeving op dit gebied onder de loep.
S
inds de statines zo’n dertig jaar geleden hun intrede deden in het assortiment van de cholesterol verlagende producten, is er maar weinig aandacht geweest voor de rol van het eetpatroon zelf bij de verlaging van het cholesterolgehalte. Men ziet een aangepast eet patroon als een te grote inspanning voor een pover resul taat, vooral omdat dat vaak neerkomt op het beperken of zelfs helemaal schrappen van bepaalde voedingsmiddelen, zoals bij de gehate vermageringsdiëten. Toch hebben vele voedingsmiddelen of bestanddelen een cholesterolverlagend effect. Minder verzadigde vetzuren innemen blijft weliswaar de eerste maatregel, maar ook de consumptie van specifieke voedingsmiddelen rijk aan vezels of plantaardige eiwitten, oliehoudende noten en plantensterolen kan uiterst interessante resultaten opleveren. Dat blijkt uit recent onderzoek van David Jenkins (Universiteit van Toronto) en zijn team in het kader van een multicentrische studie met 351 deelnemers1.
Het Portfoliodieet In 2006 toonde Jenkins al aan dat een dieet met ver schillende cholesterolverlagende voedingsmiddelen, het ‘Portfoliodieet’ genoemd, kan concurreren met statines2. Bij personen die dit dieet een jaar lang volgden, werd een verlaging van de LDLcholesterol opgetekend van meer dan 20%. Wanneer diezelfde groep vier weken lang met statines van de eerste generatie werd behandeld, verschilde de metabole respons niet significant van dat resultaat. Het Portfoliodieet omvat een combinatie van plantensterolen (1 g/1000 kcal), sojaeiwitten (22,5 g/1000 kcal), viskeuze vezels (10 g/1000 kcal) en amandelen (23 g/1000 kcal).
Het Portfoliodieet verlaagt het LdLcholesterolgehalte, meer dan een klassiek dieet met een lage inname van verzadigde vetzuren. In het nieuwe onderzoek vergeleken Jenkins en zijn col lega’s de effecten van het ‘Portfoliodieet’ met die van een conventioneel dieet met beperkte inname van verzadigde vetzuren en meer inname van voedingsvezels en volkoren graanproducten, maar zonder de typische ‘ingrediën ten’ van het Portfoliodieet. De deelnemers, die allemaal
met hyperlipidemie kampten, werden onderverdeeld in drie groepen: een controlegroep, een “routinegroep” op het Portfoliodieet en een “intensieve groep” op het Portfoliodieet. De routinegroep ging twee keer op consul tatie bij de diëtist in zes maanden tijd; de intensieve groep zeven keer. In deze drie groepen haakte respectievelijk 18, 23 en 26% af.
Geen claim voor cholesterolverlaging door policosanolen Policosanolen zijn stoffen die geëxtraheerd worden uit de stoperige massa van suikerriet en in verschillende landen gebruikt worden als voedingssupplementen om het cholesterolgehalte te verlagen. Er zijn voor deze stoffen al verschillende aanvragen voor gezondheidsclaims over LDL- en HDL-cholesterol ingediend bij de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), om in de EU te mogen verklaren dat policosanolen het cholesterolgehalte verlagen. In zijn advies van 30 juni 2011 heeft het NDA-panel voor dieetproducten, voeding en allergieën echter alle aanvragen voor gezondheidsclaims verworpen, omdat het van mening is dat er geen oorzakelijk verband is aangetoond tussen de consumptie van policosanolen en de handhaving van een normaal gehalte aan LDL- of HDL-cholesterol3. Hoewel policosanolen in 25 landen worden gebruikt in de strijd tegen een hoog cholesterolgehalte, onder andere in de Caraïben en in Zuid-Amerika, lijkt het erop dat Europa niet klaar is om deze stoffen een plaats te geven in de lijst van cholesterolverlagende bestanddelen4. Het moet echter wel gezegd dat de meeste studies die wijzen op een cholesterolverlagend effect uitgevoerd zijn door eenzelfde onderzoeksgroep in Cuba, en dat er geen onafhankelijke studies zijn buiten Cuba die dit effect bevestigen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de EFSA een negatief advies heeft uitgevaardigd.
food in action - december 2011 > 5
Nutri
sciences
Twee consultaties volstaan
Geografische verschillen
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het LDL cholesterolgehalte tussen het begin van de studie en de 24e week slechts met 3% was gedaald in de controlegroep, tegenover 13,1% in de routinegroep en 13,8% in de inten sieve groep. In de twee ‘Portfoliogroepen’ was het LDL cholesterolgehalte dus aanzienlijk sterker gedaald dan bij een klassiek dieet dat de inname van verzadigde vetten beperkt. In tegenstelling tot de hypothese die was gesteld bij het begin van de studie, bleek dat het aantal consultaties niet leidde tot een significant verschil in de resultaten: twee consultaties in zes maanden tijd, van respectievelijk 60 en 40 minuten, lijken te volstaan.
Wat de resultaten voor LDLcholesterol betreft, benadruk ken de auteurs dat het gehalte, in vergelijking met het dieet met beperkte inname van verzadigde vetzuren, een nog sterkere daling zou vertonen indien het vergeleken werd met een gewoon eetpatroon. De bescheiden verlaging met 3% die werd geobserveerd in de controlegroep is waar schijnlijk te wijten aan het feit dat de deelnemers al vóór het begin van de studie hun voeding hadden bijgestuurd op verschillende vlakken –ook wat de hoeveelheid verzadigde vetzuren betreft– omdat zij bewustgemaakt waren over het onderwerp. De auteurs geven ook aan dat de verlaging van het LDLcholesterolgehalte samenhangt met het vol gen van het Portfoliodieet, en dat die verlaging sterker is aan de kust (18,7%) dan in het binnenland (9,6%). Dit geografische verschil kan worden verklaard aan de hand van het voedingsaanbod: aan de kust zijn er immers drie tot vijf keer meer winkels die ‘gezonde’ eetwaren verkopen, en er zijn ook meer vegetarische restaurants …
Geassocieerd aan het Portfoliodieet, is de verlaging van het LdLcholesterolgehalte sterker aan de kust dan in het binnenland.
6 > food in action - december 2011
Wat is de rol van natuurlijke fytosterolen in de voeding? Het cholesterolverlagende effect van plantensterolen is al goed gedocumenteerd bij een voldoende grote inname, en deze stoffen spelen dan ook een belangrijke rol in het Portfoliodieet. Plantensterolen worden in het eetpatroon geïntegreerd in de vorm van verrijkte voedingsmiddelen, in een dosis van ongeveer 2 g fytosterolen per dag, maar aangezien een dergelijk eetpatroon al veel plantaardige ingrediënten bevat, is de dosis eigenlijk hoger. We kunnen ons dan afvragen in welke mate deze fyto sterolen, die van nature aanwezig zijn in de voeding, een impact hebben op het cholesterolgehalte. Amerikaanse onderzoekers namen de proef op de som: in een gerando miseerd crossoveronderzoek bij 20 personen vergeleken ze de effecten van een eetpatroon arm aan fytosterolen (126 mg/2000 kcal) met die van een voeding die van nature rijk is aan fytosterolen (449 mg/2000 kcal)6.
Nieuwe aanbevelingen voor de vetten Het Franse agentschap voor voedselveiligheid ANSES5 heeft zijn aanbevelingen voor vetten volledig herzien en sommige wijzigingen zijn niet onopgemerkt voorbijgegaan. De totale aanbevolen hoeveelheid vetten werd verhoogd en bedraagt nu 40% van de totale energieinname. Die waarde verschilt sterk van de Amerikaanse aanbevelingen, die aanraden om steeds onder de 30% te blijven. Nog een wijziging betreft de verzadigde vetzuren die niet meer allemaal onder eenzelfde noemer vallen. Voortaan worden enkel laurinezuur (C12:0), myristinezuur (C14:0) en palmitinezuur (C16:0) erkend als atherogeen. Het zijn dan ook vooral deze stoffen die van het menu moeten verdwijnen bij de beperking van de verzadigde vetzuren (de maximale hoeveelheid ligt op 8% van de dagelijkse energie-inname). Stearinezuur (C18:0) en vetzuren met korte en middellange keten, daarentegen, kunnen zelfs voordelig zijn en worden niet langer beschouwd als stoffen die gemeden moeten worden. Ze passen nu in het kader van een globale aanpak waarbij rekening wordt gehouden met alle vetzuren. Ook nieuw is het feit dat DHA (C22:6 n-3) is opgenomen in de lijst met vetzuren die als fundamenteel worden beschouwd, naast linolzuur en alfa-linoleenzuur. Dat is een extra uitdaging voor wie evenwichtig wil eten, want de bronnen van DHA zijn nogal beperkt. Het wordt dus niet gemakkelijk om de voedingsdoelstellingen voor de fundamentele vetzuren te halen.
Deze twee eetpatronen hadden hetzelfde voedings stoffen profiel. De onderzoekers constateerden dat het eetpatroon dat van nature rijk was aan fytosterolen leidde tot een aanzienlijk lagere absorptie van cholesterol in de darmen en een hogere uitscheiding ervan in de ontlasting. Toch was het LDLcholesterolgehalte na vier weken ongewij zigd. Dit onderzoek toont dus aan dat fytosterolen die van nature aanwezig zijn in de voeding de stofwisseling van cholesterol kunnen beïnvloeden, maar dat de hoeveelheid fytosterolen in een dergelijk eetpatroon geen invloed heeft op het gehalte aan LDLcholesterol. Nicolas Guggenbühl, diëtist - voedingsdeskundige
referenties: Lees ook: Dufour A., Delaleu I., Le régime portfolio, Editions Leduc, 2008, ISBN: 9782848992020. 1. Jenkins D.J. et al., JAMA, 2011; 306(8):831839. 2. Jenkins D.J. et al., Am J Clin Nutr., maart 2006; 83(3):5829. 3. EFSA Journal 2011; 9(6): 2255 [19 pp.]. 4. Marinangeli C.P., Crit Rev Food Sci Nutr., maart 2010; 50(3):25967. 5. ANSES, Actualisation des apports nutritionnels conseillés pour les acides gras Rapport d’expertise collective, mei 2011. 6. Lin X. et al., Eur J Clin Nutr., december 2010; 64(12):14817.
food in action - december 2011 > 7
echo
congres
fytosterolen
kunnen bijdragen tot een gezondere levensstijl uit een nieuw onderzoek voorgesteld op het 79e congres van de eaS (european atherosclerosis Society) in het Zweedse Göteborg blijkt dat dagelijkse suppletie met yoghurt rijk aan fytosterolen niet alleen een gunstig effect heeft op het cholesterolgehalte, maar ook op de levensstijl van patiënten die lijden aan dyslipidemie.
D
e nieuwe richtlijnen voorgesteld door de Joint British Societies in het Verenigd Koninkrijk (JBS3) breken met de traditionele aanpak waarbij het risico op hart en vaatzieken berekend wordt op tien jaar, en verkiezen in plaats daarvan het ‘risico gedurende het hele leven’, oftewel de ‘hartleeftijd’. Prof. J. Deanfield (University College, Londen, voorzitter van de JBS3) is van mening dat het zo vroeg mogelijk invoeren van kleine veranderingen voordelen kan hebben op lange termijn. Hij is er ook van overtuigd dat zowel de visie van de patiënt als die van de medische wereld en van de maatschappij gewijzigd moeten worden, zodat een gezonde voeding en een gezonde levens stijl gezien worden als even belangrijk.
advies van huisartsen De levensstijl veranderen, en dan vooral de eetgewoonten, vormt een grote uitdaging. De gegevens van de heel recente RECIPEstudie, voorgesteld tijdens EAS 2011, zijn erg veel belovend1. In het kader van dit internationale prospectieve observatieonderzoek hebben huisartsen aan hun patiënten met een gematigde hypercholesterolemie (met en zonder medicamenteuze behandeling) adviezen gegeven voor de wijziging van de levensstijl, met inbegrip van de dagelijkse consumptie van yoghurt verrijkt met fytosterolen. Hun eetgewoonten werden geëvalueerd aan de hand van een nieuwe vragenlijst voor zelfevaluatie (Nutritional Lifestyle Questionnaire), toegespitst op patiënten met dislipidemie.
Verbeterd gedrag De eerste resultaten zijn gebaseerd op 1.048 patiënten uit Spanje. Deze groep kreeg voornamelijk primaire preventie (90%), met een gemiddeld LDLcholesterolgehalte van 160 mg/dl, een triglyceridegehalte van 150 mg/dl en een HDL cholesterolgehalte van 50 mg/dl. Als motivatie voor de keuze van de patiënten gaven de huisartsen aan dat ze liever
8 > food in action - december 2011
geen cholesterolverlagende middelen voorschreven of eer der een behandeling zonder medicatie verkozen bij patiën ten met limietwaarden voor het LDLcholesterolgehalte. De consumptie van yoghurt verrijkt met fytosterolen heeft de patiënten geholpen om de adviezen voor een gezonde levensstijl te volgen. Hun LDLcholesterolgehalte daalde met ongeveer 7% na vier maanden, en het aantal patiënten met een gezond en evenwichtig eetpatroon steeg van 28% naar 75%. Ook hun BMI was aanzienlijk lager en het aantal patiënten dat regelmatig aan lichaamsbeweging deed, steeg van 25% naar 80%.
Verband met het gewicht Prof. L. Masana, (Academisch ziekenhuis Sant Joan de Reus, Spanje), de hoofdauteur van het onderzoek, stelt dat een gebrek aan motivatie een grote hindernis lijkt voor patiën ten met hypercholesterolemie om een gezond eetpatroon aan te nemen: “De conclusies van het RECIPE-onderzoek, gevoerd in reële klinische omstandigheden, wijzen erop dat dagelijkse suppletie met fytosterolen uit voeding, in het kader van een algemene aanpassing van de levensstijl, de patiënten kan helpen om betere leefgewoonten aan te nemen, wat dan weer een gunstig effect heeft op het lipidegehalte.” Bovendien, stelt hij, blijkt uit een onderzoek dat recent in het New England Journal of Medicine werd gepubliceerd dat yoghurt tot de voedingsmiddelen lijkt te behoren die in verband gebracht worden met gewichtsverlies in een cohort van 120.877 Amerikanen zonder enige chronische aandoe ning en niet zwaarlijvig bij aanvang van het onderzoek2. de redactie
referenties: 1. Masana L. et al., EAS 2011, Abstract 1380. 2. Mozaffarian D. et al., N Engl J Med 2011; 364: 2392240.
Danone, als partner van de cardiologische liga, is begaan met de strijd tegen cholesterol voor het welzijn en de gezondheid van iedereen. Danacol biedt aan uw patiënten talrijke voordelen aan : De cholesterolverlagende werking van plantensterolen wetenschappelijk aangetoond * Adequate hoeveelheid plantensterolen in één flesje Danacol (1,6g per flesje) ** Nutritionele voordelen van een zuivelproduct Laag gehalte aan vetten en laag gehalte aan verzadigde vetten Zonder toegevoegde suikers *** 41 kcal per portie Heerlijke smaak en een waaier van smaken (natuur, aardbei, exotisch fruit, rode vruchten) Recycleerbaar flesje dat in de blauwe PMD-zak mag
Om uw patiënten te helpen bij het nemen van gezo nde en lekkere eetgewoontes, heeft Danone en de Card iologische Liga, in samenwerking met voedingsdeskundigen, een boekje met talrijke gezondheidsrecepten ontwikke ld. Minestrone van fruit met olijfolie en basilicum Een zachte minestrone met fruit die je kunt aanpassen aan je inspiratie en aan de seizoenen. Voor 4 personen I Voorbereiding: 20 min I Kooktijd: 5 min I Eenvoudig I Matig • 4 dl sinaasappelsap • 100 g rietsuiker • sap van 2 limoenen • 6 aardbeien, steeltjes eraf, in 4 gesneden • 1 banaan, gepeld, in blokjes gesneden • 1 mango, geschild, ontpit, in blokjes gesneden • 6 abrikozen ontpit, in blokjes gesneden • 2 kiwi’s, geschild, in blokjes gesneden • 100 g witte druiven zonder pit, in 2 gesneden • 1 bakje (125 g) bosbessen • 1 bakje (125 g) frambozen
l mijn cholestero
10 tipsTEomVERLAGEN
Kortingsbonnen
GarnItuur: • enkele blaadjes basilicum, versneden • een scheutje olijfolie
t
aan de binnenkan
1. Laat in een steelpannetje het sinaasappelsap met de rietsuiker inkoken tot 2/3 van het volume, gedurende ongeveer 5 minuten. Het resultaat is een ‘reductie’. 2. Voeg dan het limoensap toe aan deze sinaasappelsi roop. 3. Meng in een slakom de aardbeien met banaan, mango, abrikozen, kiwi’s, druiven, bosbessen en frambozen. 4. Giet de siroop bij de vruchten. 5. Schep dit in kommetjes of diepe borden. Giet er een scheutje olijfolie over en bestrooi met het versneden basilicum. Smaakt verrukkelijk met geroosterd briochebrood. Hoe een reductie schatten? Let voor het inkoken op de afstand tussen de rand van de pan en het niveau van de vloeistof. Gebruik deze lijn als uitgangspunt om in te schatten hoeveel vloeistof al verdampt is. WIjnSuGGEStIE: wit, zacht Château Perrou, Saussignac aC, Zuidwesten, Frankrijk Château Massac, Loupiac aC, Bordeaux, Frankrijk
E 298 kcal/1246 kj I E.W. 3 g I V.t. 2,7 g I V.V. 0,4 g I K 65,5 g I V 6,6 g I Ch
0 mg Lekker gezond: dit dessert, uitsluitend uit fruit samengesteld , geeft je 2 van de 5 porties die je dagelijks zou moeten verbruiken. Het is rijk aan voedingsveze ls, vitamine C en antioxidanten en arm aan vetten.
26 Boek "Smaak en Evenwicht" - Belgische Cardiologische
Voor uw patiënten met hypercholesterolemie, kunt u gratis dit receptenboekje bestellen, mét meer dan 60 paginas advies, lekkere, makkelijke en mooi geïllustreerde recepten, met kortingsbonnen, ... via de site:
www.danonehealth.be (of downloaden in pdf formaat)
* Het is aangetoond dat plantensterolen de bloedcholesterol verlagen. Een hoog cholesterolgehalte is een risicofactor bij de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Te consumeren in het kader van een gevarieerde voeding en een gezonde levensstijl, waarbij regelmatig groenten en fruit worden gegeten om het carotenoïdengehalte op peil te houden. ** Een dagelijkse hoeveelheid van 1,5 - 2,4 g plantensterolen vermindert het cholesterolgehalte met 7 à 10% in 2 à 3 weken tijd. Het is aanbevolen om niet meer dan 3g plantensterolen te consumeren per dag. *** Bevat van nature aanwezige suikers
Belgische Cardiologische Liga
27 Liga
Nutri
sciences
Zwangerschap
en voedingsplanning:
een steeds nauwer verband de voorbije jaren zijn wetenschappers steeds meer aandacht gaan besteden aan de voeding van zwangere vrouwen omdat die een aanzienlijke invloed heeft op de ontwikkeling van de foetus, en ook op de latere ontwikkeling van het kind. dit onderwerp stond centraal tijdens de vele debatten op de 11e europese voedingsconferentie in madrid.
T
ijdens de zwangerschap stijgt de voedingsbehoefte uiteraard, maar niet alleen voor de groei van de foetus: ook om de gezondheid van de toekomstige moeder te beschermen. Bovendien wijzen recente weten schappelijke bevindingen erop dat het eetgedrag van de moeder een niet te verwaarlozen invloed heeft op korte en middellange termijn, zowel op de gezondheid als op de ontwikkeling van het kind. Experts hebben het over ‘voedingsplanning’, een concept dat tal van deuren opent op het gebied van preventie.
helft van het risico op vroeggeboorte vóór 37 weken en vóór 34 weken, in vergelijking met de controlegroep (met een lage inname van omega3). In de groep met suppletie bevielen de vrouwen gemiddeld 4,5 dagen later dan in de controlegroep. Het geboortegewicht was ook significant hoger: gemiddeld 71 g.
Niet alle transvetzuren zijn per se schadelijk.
Placenta en vetzuren Uit recent onderzoek blijkt dat de overdracht van vetzuren via de placenta een fundamentele rol speelt in de neuro nale groei en ontwikkeling van de foetus. Een uitgebreide literatuurstudie heeft bijvoorbeeld aangetoond dat omega 3vetzuren met lange keten het risico op vroeggeboorte beïnvloeden, en ook het geboortegewicht1. In het kader van dit onderzoek werden meer dan 2200 zwangere vrouwen onderworpen aan gerandomiseerde klinische testen met controlegroep. Uit de analyse blijkt een verband tussen enerzijds een hoge consumptie van omega3 uit vis en zeevruchten en anderzijds een verlaging met bijna de
1 0 > food in action - december 2011
Een andere studie onderzocht de negatieve invloed van andere vetzuren, de transvetzuren, op de groei van de foe tus2. Bij 1369 vrouwen werd in het eerste en tweede trimes ter van de zwangerschap de hoeveelheid geconsumeerde transvetzuren geëvalueerd. De auteurs van het onderzoek stelden bij de geboorte een positief verband vast tussen de totale consumptie van transvetzuren in het tweede trimester van de zwangerschap en het geboortegewicht van de baby. Elke stijging van deze hoeveelheid met 1% resulteerde in een lichte verhoging van het gewicht van
iN diT arTiKeL Welke invloed heeft het eetgedrag tijdens de zwangerschap op de ontwikkeling van de foetus en het kind? de voedingsplanning in de kijker.
Kinderen van moeders met ernstige obesitas vóór de zwangerschap lopen 61% meer risico om astma te ontwikkelen rond de leeftijd van 8 à 10 jaar. de baby, wat uiteraard vragen oproept over een te grote inname in het eetpatroon van de moeder. Dit verband geldt weliswaar slechts voor 16:1t en 18:2tc, wat er dus op wijst dat niet alle transvetzuren per se schadelijk zijn.
Zwangerschap en obesitas Professor Lucilla Poston van het St. Thomasziekenhuis in Londen benadrukt dat zwaarlijvige vrouwen te maken krijgen met meer complicaties tijdens hun zwangerschap en hun bevalling: preeclampsie, insulineresistentie en diabetes, verplichte keizersnede, behoud van de zwanger schapskilo’s enz. Baby’s van zwaarlijvige vrouwen lopen ook een groter risico op sterfte tijdens de bevalling en op aangeboren misvormingen. Waarschijnlijk is hun risico op obesitas op latere leeftijd ook groter. Volgens Poston moeten in dergelijke extreme gevallen ook extreme maat regelen worden genomen: een vermageringsdieet met behulp van geneesmiddelen vóór de zwangerschap en lichaamsbeweging tijdens de hele zwangerschap. Zwaarlijvige moeders kunnen ook te maken krijgen met meer onverwachte problemen. Een Zweedse studie toont de negatieve invloed van een obese moeder aan op de ontwik keling van astma bij het kind, in vergelijking met moeders met een normaal gewicht3. Dit onderzoek werd gevoerd bij 129.000 vrouwen die in Stockholm woonden en hun 189.000 kinderen. Kinderen van moeders met een ernstige vorm van obesitas vóór de zwangerschap (BMI >35) bleken 61% meer risico te lopen op de ontwikkeling van astma rond de leeftijd van 8 à 10 jaar. Voor vrouwen met ernstig overgewicht bedroeg dit percentage 41% en voor vrouwen met licht overgewicht 18%. Volgens de wetenschappers is de oorzaak te wijten aan een wijziging van het immuun systeem van het kind die allergieën in de hand werkt.
foliumzuur en gedrag Het gunstige effect van foliumzuur op de ontwikkeling van de neurale buis en bij de preventie van spina bifida is al langer gekend. Toch is het minder duidelijk wat de langetermijneffecten zijn van de inname van folium zuursupplementen tijdens de zwangerschap. Het project NUTRIMENTHE, dat gelanceerd werd binnen het Zevende Kaderprogramma van de Europese Commissie, evalueert sinds 2008 in acht Europese landen en in de Verenigde Staten de invloed van omega3vetzuren met lange keten,
ijzer, zink en vitaminen van de Bgroep op de prestaties en de cognitieve ontwikkeling van kinderen in verschillende leeftijdsgroepen. Het project loopt gedurende vijf jaar en begint al enkele eerste resultaten op te leveren: zo is bijvoorbeeld een duidelijk verband aan het licht gekomen tussen het niet innemen van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap en gedragsstoornissen bij het kind op latere leeftijd. Deze eerste gegevens worden deels bevestigd door een Noorse cohortstudie die tussen 1999 en 2008 werd gevoerd bij zwangere vrouwen4. Hun 38.954 kinderen werden gedurende drie jaar regelmatig onderzocht om hun evolutie te meten op het gebied van taalverwerving. De resultaten werden vergeleken met de inname van foliumzuur door hun moeder tijdens de kritieke fase van de zwangerschap (tussen de vier en de acht weken na de bevruchting). Ongeveer 0,5% van de kinderen (n=204) kampte op driejarige leeftijd met ernstige spraakstoornissen. Van iets minder dan de helft van die kinderen (n=81) had de moeder geen foliumzuursupplementen ingenomen tijdens de zwangerschap. Deze kinderen werden als refe rentiegroep beschouwd om de impact van supplementen te evalueren. De inname van een voedingssupplement zonder foliumzuur werd geassocieerd met een iets hoger significant risico van 4%, terwijl suppletie met uitsluitend foliumzuur en suppletie met een combinatie van folium zuur en andere voedingsstoffen beide samengingen met een verlaging van het risico met 45% in vergelijking met de controlegroep. Volgens de auteurs van deze studie zijn foliumzuursupplementen dus een goed voorbeeld van vroege voedingsplanning bij kinderen. Ze raden vrouwen dan ook aan om nog meer aandacht te besteden aan hun voeding tijdens de zwangerschap. Nicolas rousseau, diëtist en voedingsdeskundige
referenties : 1. Salvig J.D., Lamont R.F., Acta Obstet Gynecol Scand, augustus 2011; 90(8): 82538. 2. Cohen J.F.W. et al., Am J Clin Nutr, november 2011, ajcn.014530. 3. Lowe A. et al., J Allergy Clin Immunol, november 2011; 128(5): 11071109.e2. 4. McKeague I.W. et al., JAMA, 2011; 306(104): 15661573.
food in action - december 2011 > 1 1
Nutri
sciences
Alzheimer
afremmen met kruidenierswaren? als meest voorkomende vorm van dementie treft de ziekte van alzheimer alsmaar meer mensen in onze vergrijzende bevolking, maar de ontwikkeling ervan zou wel eens aanzienlijk kunnen worden afgeremd dankzij producten van bij de kruidenier, zoals koffie en kaneel.
D
e ziekte van Alzheimer is een progressieve en onomkeerbare aandoening die ingrijpende gevol gen heeft voor de levenskwaliteit van de patiënt en zijn familie. Over de oorzaak van de ziekte heerst nog veel onduidelijkheid en er bestaat geen echte behandeling voor. Een extra motivatie dus om onderzoek te verrichten naar de factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling ervan – waaronder ook voeding. Het heilzame effect van regelmatige lichaamsbeweging en cognitieve activiteit is intussen wel bekend, maar onderzoekers zijn nu ook al enkele jaren hoopvol over de invloed van voeding. Het gaat dan om voeding die rijk is aan antioxidanten en de ontstekingsverschijnselen kan beperken, zoals het geval is in het traditionele mediterrane eetpatroon. Sommige voedingswaren lijken een gunstig effect te hebben door enkele specifieke bestanddelen, maar die zijn wel nog niet helemaal geïdentificeerd.
1 2 > food in action - december 2011
Het koffiemysterie Neem nu koffie. Uit verschillende epidemiologische studies is gebleken dat de consumptie van koffie en/of cafeïne samengaat met een lager risico om Alzheimer te ontwik kelen. De resultaten van onderzoek bij de mens zijn tot op heden weliswaar nog niet eenduidig, maar diverse studies bij dieren ondersteunen de hypothese dat koffie bescher mend werkt. En aangezien die beschermende werking niet geldt voor cafeïnevrije koffie, heeft men ze nogal snel toegeschreven aan de cafeïne. Bij onderzoek op dieren is cafeïne inderdaad in staat gebleken om de hoeveelheid bètaamyloïde, een peptide kenmerkend voor de ziekte van Alzheimer, of de afzetting ervan in de hersenen, te doen dalen. Toch liggen de zaken nog een stuk ingewikkelder, want kof fie heeft nog lang niet al zijn geheimen prijsgegeven, zoals blijkt uit recent onderzoek van een team aan de University
iN diT arTiKeL Van koffie en kaneel is onlangs gebleken dat ze een positief effect hebben bij de behandeling van alzheimer. een verslag van dit recente onderzoek.
of South Florida1. De vorsers vergeleken de effecten van het toedienen van koffie, cafeïnevrije koffie en alleen cafeïne aan muizen die speciaal waren gekweekt om symptomen te ontwikkelen die de ziekte van Alzheimer nabootsen, en ook aan normale muizen. Wat blijkt? Alleen de dieren die koffie kregen, vertoonden een aanzienlijke stijging van de granulocytaire groeifactor GCSF (granulocyte colonystimulating factor). Die stof, beduidend minder aanwezig bij alzheimerpatiënten, is volgens onderzoekers in staat om het geheugen van muizen met Alzheimer te verbeteren.
Synergetische werking Deze nieuwe gegevens betekenen nog niet dat cafeïne op zich geen effect heeft. Integendeel, de onderzoekers menen dat cafeïne samenwerkt met een ander bestanddeel in kof fie, dat tot op vandaag nog niet nader is bepaald. Precies die synergie zou van invloed kunnen zijn op de GCSF waarden, die positief worden geassocieerd met het geheugen van de alzheimermuizen. De onderzoekers ontdekten drie manieren waarop GCSF de geheugenprestaties lijkt te verbeteren. GCSF maakt gebruik van stamcellen uit het beenmerg om in de hersenen binnen te dringen en er bèta amyloïde weg te halen. Het brengt nieuwe verbindingen tussen hersencellen tot stand en bevordert de aanmaak van nieuwe neuronen in de hersenen.
Koffie lijkt de beste cafeïnebron om de cognitieve achteruitgang waarmee de ziekte van alzheimer gepaard gaat, af te remmen. Hoewel de resultaten met muizen zijn behaald, lijkt kof fie volgens dr. Cao, de hoofdauteur van het onderzoek, de beste cafeïnebron om de cognitieve achteruitgang bij de ziekte van Alzheimer af te remmen – als men tenminste 4 à 5 kopjes per dag drinkt. Hetzelfde effect wordt niet waar genomen bij andere bronnen van cafeïne, zoals frisdrank, energiedrankjes of thee. Dr. Cao wijst erop dat koffie naast cafeïne nog vele andere ingrediënten bevat die mogelijk inwerken op de cognitieve functies, vooral door een ont stekingsremmend effect, en dat koffie een belangrijke bron van antioxidanten is.
de geheime troeven van kaneel Kaneel staat al bekend om zijn bacteriostatische en antivi rale eigenschappen, en duikt tegenwoordig ook op in het onderzoek naar de ziekte van Alzheimer. In een onderzoek aan de Tel Aviv University hebben Israëlische vorsers muizen blootgesteld aan CEppt, een kaneelextract dat door waterextractie wordt verkregen uit gemalen kaneel2. Dieren die genetisch werden gemanipuleerd om een agres sieve vorm van Alzheimer te krijgen, kregen het extract in hun drinkwater toegediend, andere dieren kregen gewoon water. Hetzelfde experiment werd uitgevoerd bij vliegen die waren gemuteerd met een menselijk gen dat de ziekte van Alzheimer bevordert en hun levensduur verkort. Na vier maanden stelden de onderzoekers een opmerkelijke vertraging van de ziekte vast. Het niveau van activiteit en de levensduur van de dieren die het kaneelextract had den gekregen, waren vergelijkbaar geworden met die van gezonde dieren. Volgens prof. Ovadia, een van de onderzoe kers, zijn die resultaten toe te schrijven aan het effect van het extract op de vorming van bètaamyloïde. Bij een in vitromodel heeft het team bovendien aangetoond dat CEppt in staat is om amyloïdevezels af te breken die vergelijkbaar zijn met die uit de hersenen en die neuronen vernietigen. Volgens de onderzoekers biedt deze ontdekking niet alleen mogelijkheden in de strijd tegen de ontwikkeling van de ziekte, maar ook in de behandeling ervan.
een wondermiddel? We moeten ons nu echter ook niet meteen op kaneel storten... Ten eerste moeten alle onderzoeken nog worden bevestigd bij de mens en ten tweede komen de gebruikte hoeveelheden van het extract overeen met ruim 10 gram rauwe kaneel per dag, wat niet iedereen zal weten te sma ken. Hetzelfde geldt trouwens ook voor andere specerijen die, zoals curcumine, bètaamyloïdewerende eigenschappen hebben. In het kader van een risicoverlagend voedings patroon kunnen deze natuurlijke producten helpen, maar we mogen ze daarom nog niet als een wondermiddel tegen Alzheimer afschilderen. Nicolas Guggenbühl, diëtist en voedingsdeskundige referenties: 1. Cao C. et al., J Alzeimers Dis, 2011; 25(2): 32335. 2. FrydmanMarom A et al., PLoS ONE, 2011; 6(1): e16564.
food in action - december 2011 > 1 3
Pharma
co
Prikkelbaredarmsyndroom:
welke therapeutische aanpak heeft de voorkeur? Het prikkelbaredarmsyndroom (PdS) is een functionele stoornis van het spijsverteringskanaal die 10 à 15% van de europese bevolking treft*. Het komt voornamelijk voor bij vrouwen, hoewel de reden daarvoor nog steeds niet gekend is. PdS blijft een mysterie, want het wordt niet alleen gekenmerkt door buikpijn of terugkerende verteringsongemakken in combinatie met transitproblemen, maar ook door heel wat aspecifieke symptomen. Onze drie experts, prof. Hubert Piessevaux (maag- en darmarts), dr. Thierry Hesbois (huisarts-homeopaat) en prof. Gert Laekeman (apotheker) lichten toe waarom een individuele globale aanpak vandaag de beste behandelingsperspectieven biedt. *World Gastroenterology Organization, 2009.
1 4 > food in action - december 2011
iN diT arTiKeL Zoals voor veel voorkomende functionele stoornissen is het belangrijk, bij een prikkelbaredarmsyndroom, dat de arts voor een multidirectionele aanpak kiest.
meerdere benaderingen
zijn essentieel in de eerste lijn
E
r zijn verschillende namen voor deze functionele darmstoornis, zoals ‘prikkelbaarcolonsyndroom’, ‘spastisch colon’ of ‘geïrriteerde darm’. In concep tueel en wetenschappelijk opzicht lijkt het begrip ‘prikkel baredarmsyndroom’ het meest aangewezen: het verwijst naar een geheel van symptomen (dus een syndroom) die niet alleen betrekking hebben op het colon, maar op het hele darmkanaal, en bij gebrek aan een objectiveerbaar lichamelijk letsel ligt de nadruk op de prikkelbaarheid van het verschijnsel. Toch zijn de symptomen er niet eigen aan, omdat ze in andere omstandigheden bij iedereen kunnen worden waargenomen. Daarom vonden wetenschappers het nood zakelijk om diagnostische criteria (de Rome IIIcriteria) op te stellen om PDS te onderscheiden van darmstoornis sen van voorbijgaande aard. Deze criteria, die rekening houden met het chronische en terugkerende karakter van het verschijnsel, gaan uit van de frequentie waarmee de symptomen verschijnen om een diagnose te stellen.
Van de wetenschap naar de praktijk Wetenschappers omschrijven PDS als een chronische (meer dan twee jaar durende) “pathologie” die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van actieve of intermitterende symptomen (sinds minstens zes maanden) en pijn die gepaard gaat met transitproblemen (diarree, constipatie of afwisseling van de twee) die wijzigen na de toiletgang. Deze kwantitatieve criteria zijn in de klinische praktijk evenwel niet altijd eenvoudig toe te passen. Daarom maken dokters meer gebruik van een eenvoudiger, maar even juiste versie die zich voornamelijk richt op de soorten buik pijn die duiden op PDS (zoals voorbijgaande, regelmatige, voortdurende, sluimerende, spastische of brandende pijn) en die gepaard gaan met transitproblemen.
PdS en subgroepen Volgens de Rome III-criteria en op basis van de kenmerken in de ontlasting van de patiënt spreken we van: PdS met diarree • waterige ontlasting >25% van de tijd en harde ontlasting <25% van de tijd •maakt tot een derde uit van de gevallen •frequenter bij mannen
interview met dr. Thierry Hesbois Huisarts-homeopaat in Philippeville
Het probleem identificeren, een prioriteit? De patiënt ondervragen is van essentieel belang om alle signalen (met betrekking tot de darmen en andere) te onderzoeken en met elkaar in verband te brengen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het profiel en de medische achtergrond van de patiënt. En wie kan dat beter doen dan de huisarts? Bovendien komt deze problematiek met 1 à 2 consultaties per dag veel voor in de algemene geneeskunde, waardoor de huisarts er veel praktische ken nis over opdoet.
is een multidirectionele benadering noodzakelijk? Om PDS (en andere veel voorkomende functionele stoor nissen zoals fibromyalgie en spasmofilie) optimaal te kunnen behandelen, is het inderdaad belangrijk dat de arts voor een multidirectionele aanpak kiest waarmee hij op verschillende niveaus tegelijk kan handelen en de patiënt een meer persoonlijke hulp kan bieden. Daarom wordt er bij deze behandeling vaker een beroep gedaan op fytotherapie, homeopathie, nutritherapie of psychologie als aanvulling op geneesmiddelen en op maatregelen voor hygiëne en dieet. De complexiteit en het aspecifieke karakter van functionele stoornissen vraagt om een andere therapeutische aanpak dan organische pathologieën. Om de vaak nutteloze, zware en dure medische onderzoeken te vermijden is het dan ook hoog tijd dat de artsen zich meer openstellen voor therapieën, zodat de patiënten worden geholpen en zodat hun levenskwaliteit verbetert. Slechts heel af en toe is bij PDS de interventie van een specialist nodig. PdS met constipatie • harde ontlasting >25% van de tijd en zachte ontlasting <25% van de tijd • maakt tot een derde uit van de gevallen • frequenter bij vrouwen PdS met afwisselend diarree en constipatie • harde en zachte ontlasting >25% van de tijd • komt voor bij een derde tot de helft van de gevallen
food in action - december 2011 > 1 5
Pharma
co
Grondige medische onderzoeken leveren vaak niets op! PdS, een diagnose door uitsluiting? PDS maakt 30% uit van de consultaties bij de maag en darmarts. En toch zouden de meeste gevallen door de algemene geneeskunde kunnen worden behandeld. Er zijn evenwel te weinig artsen (zowel huisartsen als specialisten) die vandaag een adequate opleiding over functionele patho logieën zoals PDS, fibromyalgie, spasmofilie en chronische vermoeidheid hebben gekregen. Die gebrekkige kennis ligt vaak aan de basis van ontoereikende behandelingen en de toevlucht tot aanvullende medische onderzoeken! Veel art sen stellen de diagnose van het prikkelbaredarmsyndroom tegenwoordig nog door uitsluiting en doen daarom een beroep op medische onderzoeken zoals een coloscopie of een morfologisch onderzoek. De wetenschappelijke litera tuur is er echter duidelijk over en bewijst dat dit helemaal niet nodig is! Daarom moeten artsen goed geïnformeerd en opgeleid worden, zodat ze zich voornamelijk op de symptomen gaan baseren bij het stellen van hun diagnose. Daarbij hoort ook een goede kennis van het profiel en de levensomstandig heden van hun patiënt.
behandeling: stap voor stap te werk gaan? De medische literatuur toont aan hoe belangrijk de houding van de arts (huisarts of specialist) vanaf het begin is bij PDS. 1. Luisteren, begrijpen en geruststellen Om de patiënt eerst en vooral van zijn schuldgevoel te bevrijden en zijn klachten en de ernst ervan na te gaan. Vele studies tonen immers aan dat de levenskwaliteit van patiënten met PDS even slecht is als bij de ziekte van Crohn of bij hartinsufficiëntie. Toch hebben te veel patiënten het gevoel dat er geen rekening gehouden wordt met hun ziekte. 2. De functionele pathologie verduidelijken Om ervoor te zorgen dat de patiënt begrijpt dat het om een probleem van de darmfunctie gaat en dat het geen zin heeft om medische onderzoeken te doen. En hem leren welke mechanismen de symptomen doen verschijnen:
interview met Prof. Hubert Piessevaux maag- en darmarts in Saint-Luc, brussel
• overgevoeligheid van het spijsverteringskanaal • motorische stoornissen van het spijsverteringskanaal • een invloed van vele psychologische factoren 3. Een behandeling overwegen Het verband tussen deze fenomenen bewijst hoe complex de pathologie en de symptomen zijn en dat het geen zin heeft om zich enkel te focussen op de motoriek of de gevoelig heid van het spijsverteringskanaal. Een therapie biedt enkel doeltreffende verlichting als er voor een globale aanpak wordt gekozen die een verbetering van de levenskwaliteit verschaft. Bovenal moet die aanpak het onderscheid maken tussen de hoofdsymptomen (voor de ene is dat pijn, voor de andere constipatie of diarree) en de bijkomende symptomen, zodat er kan worden gekozen voor een behandeling met klassieke therapeutische middelen (pijnstillers, antispasmodica, antidepressiva, antidiarreïca, laxeermiddelen, pepermunt olie enz.) en voor maatregelen op het vlak van hygiëne en dieet. Ook moet aan de patiënt worden uitgelegd dat er geen standaardprocedure bestaat en dat het waarschijnlijk beter is om hem te helpen zoeken naar voedingsfactoren zoals lactoseintolerantie die de symptomen verergeren, om die bij te sturen. Ook van probiotica wordt gezegd dat ze op dit gebied kun nen helpen. Hoewel sommige stammen, met name bifido bacteriën en bepaalde gisten, duidelijk op de darmflora en op sommige symptomen inwerken, zijn ze momenteel nog niet allemaal onderzocht. Bovendien zijn er absoluut nog meer nauwkeurige klinische studies nodig om het thera peutische nut van deze stammen bij PDS beter in kaart te brengen. Bewijzen op het gebied van PDS zijn voorlopig nog schaars. Tot slot wijzen bepaalde klinische studies op het vlak van fytotherapie pepermuntolie aan als bijzonder interessant voor de behandeling van PDS, want de antinociceptieve werking ervan (visceraal analgeticum) doet de pijn afnemen en vermindert het opgeblazen gevoel.
Overgevoelige darmen Wat men er ook van kon denken, het probleem van de prikkelbare darm lijkt niet alleen verband te houden met afwijkingen van het enterische zenuwstelsel, maar ook met een disfunctie van het centrale zenuwstelsel, dat de neiging vertoont om signalen van het spijsverteringskanaal te “benadrukken”. Alsof de informatie die van de darmen naar de hersenen gaat door een volledig opengedraaide versterker wordt gestuurd, die een te sterk en dus pijnlijk signaal uitzendt. We weten dat de zenuwen die uit het spijsverteringskanaal komen en de pijn overbrengen, langs de achterhoorn van het ruggenmerg passeren vooraleer ze naar de hersenen gaan. En we kennen ook de zenuwbundels die vanuit de hersenen
1 6 > food in action - december 2011
langs de hoorn van het ruggenmerg lopen en die als een soort filter deze signalen moeten remmen om te vermijden dat er pijnlijke informatie van het spijsverteringskanaal en omstreken naar de hersenen wordt overgebracht. Dat wordt de afdalende inhibitie van de nociceptieve banen genoemd (descending inhibition). Welnu, een van de geïdentificeerde afwijkingen bij PDS lijkt een disfunctie van dit systeem te zijn. Dit mechanisme zou de impact van centrale stoornissen op het overgevoelige maag- en darmstelsel kunnen verklaren. Daarbij komen waarschijnlijk nog vele andere factoren, zoals stress en hormonen.
de bewezen inbreng van de natuur interview met Prof. dr. Gert Laekeman faculteit farmaceutische wetenschappen en farmacologie - Ku Leuven
Pepermuntolie : een geloofwaardige therapeutische optie ? Overtuigd door het aanzienlijk aantal bewijzen dat klinische studies hebben opgeleverd, heeft het ‘Herbal Medicinal Products Committee’ (HMPC) van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMEA) de therapeutische indicatie bevestigd van essentiële pepermuntolie in de behandeling van Irritable Bowel Syndrome, beter bekend als spastisch colon of prikkelbare darm. In een monografie preciseert het Geneesmiddelenagent schap zelfs dat pepermuntolie « een geneesmiddel is op basis van een plant die uitermate aangewezen is voor de symptomatische aanpak van lichte maagdarmkrampen, winderigheid en buikpijn bij mensen met IBS of prikkelbare darm.» Pepermuntolie bestaat uit meer dan 100 verschillende vluchtige stoffen, waaronder menthol (3055 %), menthone (1432 %) en talrijke monoterpenen. De olie gedraagt zich als een antagonist tegen de agonisten die intestinale con tracties veroorzaken. Meer bepaald blokkeert de olie de mechanismen die voor een samenstrekking zorgen van de gladde spieren (antagonistisch effect van de calcium kanalen). Tevens zou pepermuntolie een nietcompetitieve inhibitor zijn van serotonine (5hydroxytryptami of 5HT) en van de substantie P die een rol speelt in de samentrekking van de gladde spieren.
Wat zeggen wetenschappelijke studies ? Het rapport van het EMEA, dat op verscheidene klinische studies is gebaseerd, toont aan dat de actieve werking van de essentiële olie niet altijd significatief sterker is dan die van een placebo. Maar ze lijkt wel een evenwaardig the rapeutisch alternatief te bieden voor de courant gebruikte antispasmodica (mebeverine, hyoscyamine, alverine) in de behandeling van IBS. • Een metaanalyse (8 studies) gepubliceerd in 1998, toont aan dat een behandeling van IBS met pepermuntolie doeltreffender is dan een placebobehandeling. In 5 stu dies werden de proefpersonen gedurende 2 tot 4 weken behandeld met dosissen van 0.2 tot 0.4 ml, die 3 keer per dag werden toegediend. Bij 3 van de 5 studies werden resultaten opgetekend die significatief waren tegenover het placebo (p<0.001). Deze descriptieve analyse maakt ook melding van een kleine studie over 6 maanden die suggereert dat stress
beheersing betere resultaten geeft dan pepermuntolie. In de 2 overige placebogecontroleerde studies kon geen enkel verschil worden aangetoond, noch een verbetering van de klachten. In 4 van de 6 dubbelblinde placebogecontroleerde studies wordt een significatief beter resultaat geboekt met peper muntolie bij een behandeling van 2 tot 6 weken (Pittler MH, Ernst 1998). • Een meer recente review van 16 studies over het gebruik van pepermuntolie (180200 mg in gastroresistente vorm) bij IBS en weerkerende buikpijnklachten bij kin deren, waarbij 651 patiënten waren betrokken met een meerderheid vrouwen, stelt dat er voldoende studies zijn die aantonen dat pepermuntolie, in gastroresistente vorm toegediend (enterische coating*) veilig en doeltref fend is en als een symptomatische remedie mag worden beschouwd in het kader van een kortdurende behandeling. (Grigoleit, 2005). *Om praktische redenen werden de meeste studies uitgevoerd met gastroresistente capsules die Mentha piperita bevatten. Dit om de vrijzetting van de essentiële olie in het maagdarmstelsel zeker te stellen.
aanbevolen doseringen Van 0,2 ml tot 0,4 ml voor volwassenen, senioren en kinderen ouder dan 12 jaar (3 innames per dag)
besluit De monografie van het EMEA bevestigt momenteel de « goed gefundeerde » indicatie van pepermuntolie in de aanpak van IBS. Over de kwaliteit van dit geneesmiddel en van eventuele neveneffecten bestaat geen enkele discussie. Toch is het belangrijk erop te wijzen dat de studies die deze opinie ondersteunen uit 1997 dateren. Het zou dus zeker interessant zijn om over meer recente, gerandomiseerde, comparatieve en gecontroleerde studies te beschikken die toelaten pepermuntolie beter te positioneren binnen de behandeling van IBS.
referenties : • Monographie http://www.ema.europa.eu/docs/en GB/document library/ Herbal Community herbal monograph/2010/01/WC500059313.pdf • Rapport d’évaluation http://www.ema.europa.eu/docs/en GB/document library/Herbal HMPC assessment report/2010/01/WC500059311.pdf
food in action - december 2011 > 1 7
Nutri
sciences
Nieuwe ontwikkelingen bij internationale instanties voor voedselveiligheid in europa vergemakkelijkt de efSa de toegang tot nieuwe evaluatieaanvragen, en bovendien begint ze met de modernisering van het europese inspectiesysteem voor vlees. in de Verenigde Staten wil het uSda dan weer de natriumconsumptie van de amerikaanse bevolking terugdringen, en in het Verenigd Koninkrijk richt het fSa zich op de regelgeving rond nieuwe voedseladditieven. Hallo, met de efSa-helpdesk Het is zover, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft een dienst opgericht die bijstand verleent aan al wie een evaluatie aanvraagt: de Applications Helpdesk1. Het doel is om lidstaten, partners en aanvragers van een evaluatie een betere dienstverlening te geven. Dit vormde ook de gelegenheid bij uitstek om de evaluaties transpa ranter te maken en te verduidelijken hoe aanvraagdossiers ingediend moeten worden. Aangezien de lijst met gezond heidsclaims onvolledig is, heeft de EFSA deze ondersteu nende dienst in het leven geroepen om evaluatieprocedures voor gezondheidsclaims, maar ook voor bestanddelen van producten, te verduidelijken. Informatie verstrekken en bijstand verlenen vergt tijd. Momenteel gaat zo’n 40% van de middelen van de EFSA naar goedkeuringsaanvragen – dubbel zoveel als in 2008. En naar verwachting zal haar werklast in de komende jaren nog toenemen, bijvoorbeeld door het onderzoek naar addi tieven voor dierenvoeding, voedingsenzymen en aroma’s …
Nieuwe additieven onder druk Het Food Standards Agency (FSA), het Britse voedselagent schap, heeft onlangs een verslag gepubliceerd over de Europese regelgeving rond nieuwe voedseladditieven 2. De kans dat additieven met een te hoge dosis worden goedgekeurd, is daardoor kleiner geworden. Bovendien staan de goedgekeurde additieven voor elk voedingsmiddel
1 8 > food in action - december 2011
nu in een nieuwe bijlage bij Verordening nr. 1333/2008. Verwacht wordt dat deze lijst op 1 juni 2013 in werking zal treden en de consumenten een betere bescherming zal bieden. Ook dient opgemerkt dat een amendement van deze bijlage is doorgevoerd waardoor steviolglycosiden vanaf 2 december 2011 officieel als zoetstoffen gebruikt mogen worden in de Europese Unie.
Nieuwe regels voor de inspectie van vlees Ook dat is een taak die de EFSA op zich heeft genomen. De eerste fase van het wetenschappelijk onderzoek dat aan de basis ligt van deze modernisering in de hele EU is al achter de rug3. Het onderzoek ging van start in mei 2010, toen de Europese Commissie om wetenschappelijk advies vroeg over de biologische, chemische en voedingsgebon den gevaren voor de volksgezondheid van het Europese inspectiesysteem voor vlees. De analyse had als doel: • de sterkten en zwakten van de huidige inspectiemethodes in kaart te brengen, • methoden aan te bevelen die rekening houden met alle gevaren, en • voorstellen te doen voor aangepaste methoden en/of frequenties van de inspecties. De eerste reeks adviezen betreft de inspectie van varkens vlees: hier worden bepaalde voedingsgebonden gevaren als prioritair beschouwd vanwege hun prevalentie en impact
op de volksgezondheid. De huidige inspectiemethodes laten immers niet toe om Salmonella, Yersinia enterocolitica en Toxoplasma gondii vroegtijdig op te sporen. Op het gebied van contaminanten kunnen bepaalde chemi sche stoffen zoals dioxines of het antibioticum chlooram fenicol zorgwekkend zijn, maar de hoeveelheden gemeten in varkensvlees houden op korte termijn geen risico’s in voor de gezondheid van de consumenten. De EFSA is van plan om geharmoniseerde indicatoren te ontwikkelen voor de lidstaten. Wordt vervolgd…
10 tips voor een lagere inname van natrium In het kader van het initiatief ChooseMyPlate voert het Center for Nutrition Policy and Promotion van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) campagne om de consumptie van zout en natrium te verlagen tot maximaal 2,3 g per dag (dat komt overeen met 5,75 g of 1 koffielepel zout)4. Daartoe werden tien eenvoudige tips voor de consument geformuleerd: 1) Eet zo veel mogelijk verse producten en vermijd al te veel verwerkte producten. 2) Verkies huisbereide gerechten. 3) Eet zo veel mogelijk fruit en groenten, die van nature weinig natrium bevatten.
4) Verkies zuivelproducten en eiwitbronnen met een lager natriumgehalte. 5) Beperk de hoeveelheid toegevoegd zout geleidelijk, zodat je smaakpapillen eraan wennen. 6) Vermijd het gebruik van zout bij het koken en aan tafel; gebruik liever kruiden om gerechten op smaak te brengen. 7) Lees aandachtig de etiketten om te achterhalen welke voedingswaren het minste zout bevatten. 8) Vraag op restaurant naar zoutarme gerechten. 9) Pas op met sauzen, vinaigrettes enz. 10) Zet heel wat kaliumbronnen op het menu om de bloeddruk te verlagen. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig… annabelle boffa
referenties : 1. Nieuws, EFSA, 3 november 2011. 2. Persbericht, FSA, 15 november 2011. 3. EFSA Journal 2011; 9(10): 2351 [198 pp.]. EFSA Journal 2011; 9(10): 2371 [125 pp.]. 4. DG TipSheet No. 14, USDA, juni 2011. Meer informatie? Ga naar www.choosemyplate.gov
Gevaren die het water bedreigen Bekijk de video op
www.foodinaction.com Water is een voedingsstof en een drank die we niet kunnen missen. Toch bedreigen sommige gevaren het water. Food in Action had een ontmoeting met hydrogeoloog Patrick Jobé. • Welke activiteiten kunnen een bedreiging vormen voor de kwaliteit van het water? • Welke maatregelen moeten we overwegen om de natuurlijke mineraalwateren te beschermen en zuiver te houden? • Zijn er wateren die van nature beschermd zijn? Welke wateren zijn het best beschermd? Alle antwoorden zijn terug te vinden op www.foodinaction.com
Nutri
trends
dossier
Nu met meer x en minder y… zijn er straks nog wel gewone producten?
margarine, chocolade, zuivelproducten, brood,… Voedingsmiddelen waarvan nog geen ‘verbeterde’ versie bestaat, zijn tegenwoordig ver te zoeken. en het gaat om veel meer dan de voedingssamenstelling alleen. We lichten dit verschijnsel even door.
2 0 > food in action - december 2011
iN diT arTiKeL Steeds meer ‘natuurlijke’ en ‘heilzame’ producten doen hun intrede in de rekken van onze supermarkten. Voedingsvoordeel, smaakervaring of europese regelgeving? We halen deze nieuwe etikettering voor u door de scanner.
H
et klassieke product uit de middenmoot van het assortiment verkoopt niet meer. De voorbije decen nia was een goede prijskwaliteitverhouding nog belangrijk, vandaag de dag is dat model voorbijgestreefd. Het is vervangen door de ‘prijsvoordeelverhouding’ die geldt voor alle productcategorieën, met of zonder sterke toegevoegde voedingswaarde.
ultraproducten Dit is ongetwijfeld de grootste trend, die van de extremen. De steeds veeleisender wordende consument stemt zijn budget tegenwoordig af op het verwachte of geperci pieerde voordeel. De ene dag koopt hij ultraontvetter in ‘superpromotie’, de volgende dag grijpt hij naar ultra uitgebalanceerde ‘superproducten’ om zijn cholesterol gehalte te verlagen, meer vezels te eten, langer jong te blijven, om zijn kinderen het beste te geven of omdat hij bio wil eten. Alles hangt af van de omstandigheden waarin de consumptie plaatsvindt. Een boodschap die de meeste distributeurs goed in hun oren hebben geknoopt, want in hun productbeschrijvingen springen ze van het ene uiterste in het andere.
een allegaartje Een exotischer trend is fusion food, een combinatie van ingrediënten uit diverse keukens die voortdurend veran dert. Nadat de mediterrane keuken jarenlang in de kijker heeft gestaan, is het nu de beurt aan de oosterse keuken om een extra toets te geven aan een brede waaier van producten. Zo zijn er nu chips met wasabi, frisdranken met gember en smoothies met “superfruit” rijk aan anti oxidanten. Hier is het vooral de bedoeling om nieuwe smaakervaringen aan te bieden, met soms ook nog een extra voedingsvoordeel.
allergieën in het vizier Het voedingsaanbod wordt steeds vernieuwd en aangepast aan alsmaar meer doelgroepen of nieuwe consumptie omstandigheden. De etikettering mag ook niets meer over het hoofd zien, zoals de Europese regelgeving het vereist. Maar waar de consument vroeger speciaalzaken met een
beperkt aanbod en hoge prijzen moest bezoeken om pro ducten zonder bijvoorbeeld gluten of lactose te vinden, komen er nu specifieke assortimenten op de markt onder huismerken van grootdistributeurs, en zijn vroegere niche producten (plantaardige melk, bv.) nu overal te vinden. Kortom, het is nu via het aanbod en de etikettering veel gemakkelijker geworden om tijdens het winkelen produc ten te vinden die ‘veilig’ zijn voor mensen met een allergie.
duidelijke gezondheidsvoordelen Meer vezels, meer vitaminen, meer antioxidanten, meer omega3, minder zout, minder vet, minder suiker, … in de winkelrekken wemelt het van de voedingsclaims. En die claims winnen aan geloofwaardigheid, want volgens de Europese wetgeving gelden ze tegenwoordig uitsluitend als er bepaalde minimumhoeveelheden zijn nageleefd, waarnaast er voor elke claim ook een samenhangend wetenschappelijk dossier moet worden ingediend.
de consument draagt sterk zorg voor het behoud van zijn gezondheidskapitaal. Afgelopen dus met technische praatjes en gegoochel met farmaceutische taal: alles moet voortaan duidelijk zijn, het begrip ‘natuurlijk’ inbegrepen. En de wetgeving verandert voortdurend, zoals wel blijkt uit de volgende twee nieuwe voedingsclaims: de eerste, “zonder toegevoegd zout” is alleen toegestaan wanneer het natuurlijke natriumgehalte niet hoger ligt dan 0,12 g/100 g; de tweede, “nu met X% energie/vetstoffen/verzadigde vetstoffen/natrium of zout en/of suiker”, staat zulke herformuleringen toe als de ver mindering minstens 15% bedraagt en is slechts één jaar geldig. De sector is nog volop aan het evolueren, vandaar dat deze producten wellicht nog een groot potentieel heb ben, want de consument draagt tegenwoordig sterk zorg voor het behoud van zijn gezondheidskapitaal.
food in action - december 2011 > 2 1
Nutri
trends
Nu met meer… natuur ‘Natuurlijk’ is voor de con sument een synoniem van onschadelijk, wat verklaart waarom de marktvraag naar ‘natuurlijke’ produc ten zo groot is. Dat wordt nog maar eens aangetoond door de glycosiden van ste viol, de eerste natuurlijke zoetstof die in Europa wordt toegelaten. De natuurlijke oorsprong wordt daarbij als grootste troef ingezet. We kunnen het hebben over de snelle opkomst van biologische producten, met name bij de grote merken, want voordien hadden alleen de distributeurs beslag gelegd op deze categorie. Natuurlijke bereidings en bewaar methoden met respect voor de ingrediënten en hun voedingswaarde, of met respect voor de pla neet (milieuvriendelijke verpakking, aandacht voor de CO2uitstoot, certificaten van duurzame landbouw of visvangst,…) en seizoensgebondenheid zijn andere argu menten die worden aangehaald om nieuwe marketing voordelen te verkrijgen.
de jacht op verdachte ingrediënten Aan de andere kant laat de consument duidelijk blijken dat hij de producten, hun bestanddelen en hun oorsprong wil kennen en begrijpen. Ook hier helpt de wetgeving een handje om de industrie tot meer transparantie aan te zet ten. Dat geldt bijvoorbeeld voor transvetzuren, maar nog niet voor palmolie, die op het vlak van voedingswaarde ernstige vragen opwerpt. Maar dat zal niet lang meer duren, want er komen nieuwe regels aan die producenten zullen verplichten om de aard van de gebruikte oliën concreet te vermelden; “plantaardige vetten” zal dus niet langer volstaan.
2 2 > food in action - december 2011
minder tijd Of beter: leukere tijdsbesteding, want de consument wil minder tijd verspillen met eentonige klusjes. Dat verklaart bijvoorbeeld het succes van voorverpakte slamix, voor gesneden wokingrediënten, kantenklare barbecuekits, enzovoort. We willen met plezier in de keuken staan én creatief aan de slag gaan. Veel nieuwigheden spelen dan ook in op deze behoefte. Maar minder tijd verliezen betekent ook snelle informatie op de verpakkingen, met streepjescodes of nieuwe digitale instrumenten die de keuze, de bereiding en het gebruik van producten verge makkelijken.
de consument laat blijken dat hij de producten, hun bestanddelen en hun oorsprong wil kennen en begrijpen.
meer chef-koks… in eigen keuken De recentste en zeker niet minst belangrijke trend: de producten met een extraatje waarmee je kunt koken als een echte chef. Het tijdperk van de grote chefkoks die hun keukengeheimen angstvallig bewaarden is voorbij. Ook zijn de recepten lang niet meer zo ingewikkeld. De consu ment is op zoek naar ingrediënten en materiaal waarmee hij zelf echt bijzondere gerechten kan bereiden. Een nieuwe generatie producten die hun succes mede te danken hebben aan de talloze kookprogramma’s op televisie… Nicolas rousseau, diëtist en voedingsdeskundige
Volkorengranen: het antwoord van Nestlé
®
Meer volkorengranen eten en genieten van een lekker ontbijt, dat is heel gemakkelijk met de Nestlé®-ontbijtgranen. Ze bevatten allemaal volkorengranen: dat is de garantie van Nestlé®. We weten allemaal dat volkorengranen een plaats moeten krijgen binnen een evenwichtig eetpatroon, maar in de praktijk is dat niet zo eenvoudig. Om deze doelstelling gemakkelijker te bereiken, heeft Nestlé® in al zijn ontbijtgranen volkorengranen opgenomen. Minstens 20% volkorengranen, dat is de garantie van Nestlé®, maar vaak is het beduidend meer. Zo maken volkorengranen bij Fitness Natuur zelfs meer dan de helft van alle granen uit. Met de ontbijtgranen van Nestlé®, die waardevolle vitaminen en mineralen bevatten, begint de dag in evenwicht.
Wist u dit? Het gebruik van volkoren granen in al haar ontbijtgranen maakt deel uit van een vrijwillige verbintenis die Nestlé® aangaat om de voedingskwaliteit van haar producten voortdurend te verbeteren. Ook een verlaging van het suikergehalte valt binnen deze verbintenis.
Voedingsinformatie Per 100 g Fitness Natuur
% granen die volkoren zijn
Vetten (g)
Suikers (g)
Natrium (g)
Vezels (g)
53.6
1.4
17.2
0.48
5.9
Fitness & Vruchten
39.8
2.3
29.4
0.36
5.5
Fitness Rode Vruchten
48.4
1.8
19
0.45
6
Fitness Chocolade
44.3
6.3
23.7
0.41
5.4
Fitness Pure Chocolade
44.3
6.9
20.9
0.39
7.1
Fitness Honing & Amandelen
44.5
4.3
25
0.40
5.3
Nesquik
44.6
4
30.4
0.23
6.7
Nesquik Duo
44.7
5.5
30.9
0.20
5.7
PUBLIREPORTAGE
Nog meer keuze
dankzij de zoetstof uit stevia Overal ter wereld vertellen consumenten ons dat ze hun gezondheid belangrijk vinden, en dat vinden wij ook. Een breed assortiment aan dranken en verpakkingsgroottes, daar gaan we voor. Zo kunnen we beantwoorden aan de individuele behoeften van onze consumenten wanneer het om verfrissing, genieten en hydratatie gaat. Wij zijn dan ook verheugd dat de Europese Commissie onlangs heeft beslist om het gebruik van de zoetstof uit stevia in de Europese Unie goed te keuren. Dat opent nieuwe perspectieven voor de ontwikkeling van dranken met een zoete smaak en minder calorieën.
Een steeds groter aanbod van dranken met weinig of geen calorieën In België en Luxemburg beschikken wij over een uitgebreid assortiment dat bestaat uit gesuikerde en lightdranken, al dan niet bruisend, met onder meer frisdranken, natuurlijk mineraalwater, 100% puur fruitsap, fruitdranken, ijsthee, dorstlessers, lifestyle- en energiedranken. Innovatie vormt de kern van ons engagement naar de consument. Bijna dertig jaar geleden lanceerde Coca-Cola in Europa zijn eerste calorievrije drank, Coca-Cola light. Momenteel bieden wij voor tweederde van onze merken een caloriearme of -vrije variant aan. In de afgelopen tien jaar hebben we het gemiddelde aantal calorieën in onze bruisende dranken in Europa al met 10% kunnen verlagen. Vandaag zijn suikervrije dranken goed voor meer dan 41% van ons verkoopsvolume in België.
Nieuwe dranken met minder calorieën komen eraan De Europese Commissie heeft onlangs het gebruik van een nieuwe zoetstof uit stevia goedgekeurd in voedingsmiddelen en dranken. En dat is goed nieuws voor de consument! The Coca-Cola Company telt wereldwijd reeds 30 producten met de zoetstof uit stevia (waaronder Fanta Still in Frankrijk) en is verheugd met deze beslissing. De weg wordt nu geëffend voor de ontwikkeling van nieuwe dranken met een heerlijke smaak, maar minder calorieën, op basis van deze zoetstof van natuurlijke oorsprong. Onze consumenten zullen voortaan kunnen genieten van een nog ruimer aanbod van dranken, aangepast aan elke gelegenheid en levensstijl.
Een nieuwe zoetstof van natuurlijke oorsprong uit stevia Stevia is een struikplant van de composietenfamilie die al lang gebruikt wordt voor zijn zoete smaak. De plant wordt al twee eeuwen geteeld, geoogst en gebruikt in Zuid-Amerika om dranken en voedingsmiddelen te zoeten. De zoetstof uit stevia die wij gebruiken, en die onlangs officieel werd goedgekeurd in de Europese Unie, is het resultaat van zes jaar baanbrekend onderzoek van The Coca-Cola Company samen met Cargill, met het oog op de ontwikkeling van een caloriearme zoetstof op basis van de bladeren van de steviaplant (Stevia rebaudiana). De veiligheid ervan werd vastgesteld op basis van meer dan 25 jaar wetenschappelijk onderzoek en via veiligheidsstudies gepubliceerd in het kader van een grootschalig en uitvoerig wetenschappelijk programma.
Is de zoetstof uit stevia veiliger dan aspartaam? Dat is een vraag die wel vaker wordt gesteld. Sommige consumenten gaan ervan uit dat de zoetstof uit stevia gezonder is, omdat het een product van natuurlijke oorsprong is. Toch zegt de natuurlijke oorsprong van een ingrediënt niets over de veiligheid ervan. Voor de zoetstof uit stevia is dezelfde goedkeuringsprocedure gevolgd als voor aspartaam en alle andere zoetstoffen vooraleer het op de markt is gebracht. Het besluit is gebaseerd op alle beschikbare resultaten van wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd bij dieren en bij de mens. Op basis hiervan is de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) vastgesteld. De ADI is de hoeveelheid van een stof die iemand gedurende zijn hele leven dagelijks mag innemen zonder gezondheidsrisico. In het geval van de zoetstoffen uit stevia bedraagt de ADI 0-4 mg steviolequivalenten per kilogram lichaamsgewicht.
De zoetstof uit stevia wordt al jaren gebruikt in verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en Japan. In 2010 evalueerde de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) de veiligheid van steviolglycosiden uit stevia. Ze legde ook de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) vast voor een veilig gebruik. Nu is dit wetenschappelijk advies van de EFSA over zoetstoffen op basis van stevia bevestigd met de definitieve regelgevende goedkeuring van de Europese Unie. Dankzij dit nieuwe ingrediënt als aanvulling op ons bestaande assortiment van zoetstoffen hebben we nu nog meer mogelijkheden om dranken te ontwikkelen die minder calorieën bevatten en evenveel smaak hebben. Surf voor meer informatie naar www.internationalsteviacouncil.org
www.cocacolabelgium.be www.cocacolabelgium.be “Coca-Cola, “Coca-Cola Zero”, “Coca-Cola light”, “Minute Maid” and “Aquarius” are registered trademarks of The Coca-Cola Company. “Chaudfontaine” is a registered trademark of MMJ.
info
intox
Prostaatkanker:
gedaan met vitamine e? Vitamine e-supplementen worden vaak ingenomen om het risico op prostaatkanker te verlagen. deze methode lijkt vandaag echter achterhaald: niet alleen biedt ze niet de nodige bescherming, maar bovendien blijkt het risico zelfs toe te nemen.
A
angezien de erfelijke of leeftijdsgebonden risico factoren voor prostaatkanker niet beïnvloed kunnen worden, kijkt men steeds vaker naar omgevingsfactoren, zoals de voeding, die een bepalende rol kunnen spelen. Voedingsgerelateerde factoren met een potentiële invloed op dit type kanker waarnaar grondig onderzoek is verricht zijn de totale energieinname (zoals weerspiegeld in de BMI) en de consumptie van vetten, vitaminen, mineralen, spoorelementen, groenten en fruit, gegaard vlees en bioactieve bestanddelen (carotenoïden, fytooestrogenen,...). Vitamine E en selenium zijn twee voedingsstoffen die vaak worden verkocht als supple ment om het risico op prostaatkanker te beperken, en dat ondanks een duidelijk gebrek aan bewijzen.
Voortekens De meeste gegevens over de invloed van voeding op prostaatkanker zijn afkomstig van patientcontroleonder zoek. Vandaar het belang van het prospectieve SELECT onderzoek (SELenium and vitamin E Cancer prevention Trial), waarin de voordelen werden nagegaan van suppletie met vitamine E (400 IE/dag) en selenium (200 µg/dag), en dat zowel apart als samen. Het onderzoek liep vanaf 2001 bij meer dan 35.000 vijftigplussers in de Verenigde Staten, Canada en Puerto Rico. Het werd gefinancierd door het National Cancer Institute en leverde al in 2009 teleurstellende resultaten op: de wetenschappers besloten dat vitamine E en/of selenium geen beschermende wer king hadden1. Maar in zulke studies kunnen ondanks een
2 6 > food in action - december 2011
gebrek aan resultaten tijdens een bepaalde periode toch interessante effecten mogelijk zijn op langere termijn, dus werd het onderzoek voortgezet. De sindsdien verzamelde gegevens waren echter dermate teleurstellend dat het onderzoek vroegtijdig werd stopgezet. De eindresultaten geven namelijk aan dat bij de groep die vitamine E innam het risico op kanker toenam met 17%2.
déjà vu Vitamine E komt in supplementen vooral voor als alfa tocoferol, terwijl de vitamine in de natuur in acht ver schillende chemische vormen voorkomt. Het verhaal doet denken aan een situatie uit de jaren tachtig. Bètacaroteen, dat eveneens verschillende natuurlijke isomeren telt, werd toen in hoge dosissen toegediend in één enkele vorm (bèta), in de hoop het risico op longkanker te reduceren. Ook dat bleek ijdele hoop toen aangetoond werd dat bètacaroteen het kankerrisico deed toenemen. Met andere woorden, de geschiedenis herhaalt zich. Moraal van het verhaal: de ‘nutritherapie’ staat eigenlijk nog in haar kinder schoenen en is lang niet zo geavanceerd als men graag laat uitschijnen. Nicolas Guggenbühl, diëtist en voedingsdeskundige
referenties: 1. Lippman S.M., JAMA, 2009; 301(1): 3951. 2. Klein E.A. et al., JAMA, 2011; 306(14): 154956.
De cholesteroldriehoek:
een evenwichtige aanpak van verhoogde cholesterol. 3Gezonde voedinG en een evenwichtige levensstijl zijn belangrijk bij een succesvolle cholesterolverlagende behandeling.
3Benecol® is het enige gamma voedingsproducten met plantenstanolester, een ingrediënt waarvan duidelijk
werd aangetoond dat het de LDL-cholesterol met ongeveer 10% kan verlagen*. Dat is nu officieel erkend door europa. Meer info op www.benecol.be Natuurlijk, in sommige gevallen is het nodig om statines voor te schrijven. Vermits Benecol® werkt in de darmen en statines in de lever, is Benecol® complementair bij statines. Studies (1, 2) tonen een bijkomende verlaging van ongeveer 10% aan wanneer voeding met 2,5-3g plantenstanolen gecombineerd wordt met een statine therapie. * Een verhoogd cholesterolgehalte is een risico voor hartziekten. Hartziekten hebben diverse oorzaken. Het beïnvloeden van één ervan vermindert niet noodzakelijk het risico. Een dagelijkse dosis van 2g plantenstanolen is aangeraden bij de consumptie van Benecol® voeding.
LDL verandering (%)
Additionale LDL verlaging bij uitgangswaarde bij patiënten die reeds een statine therapie volgden.
10%
Weken
1 Blair SN, Capuzzi DM, Gottlieb SO, Nguyen T, Morgan JM, Cater NB. Incremental Reduction of Serum Total Cholesterol and Low-Density Lipoprotein Cholesterol With the Addition of Plant Stanol Ester-Containing Spread to Statin Therapy American Journal of Cardiology 2000; 86: 46-52 2 De Jong A, Plat J, Lutjohann D, Mensink RP. Effects of long-term plant sterol or stanol ester consumption on lipid and lipoprotein metabolism in subjects on statin treatment. Br J Nutr 2008;100:937-41.
Specialist in cholesterolverlagende voeding.
Nutri
trends
Voeding,
een modedrug?
Voedingswaren die rijk zijn aan smaak en energie zouden voor mensen met een gevoelige genetische aanleg best wel eens kunnen functioneren als toegankelijke en wettelijk toegestane drugs.
2 8 > food in action - december 2011
iN diT arTiKeL «Verslaafd zijn» aan een voedingsmiddel? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de gezondheid?
S
ommige mensen beweren dat ze ‘verslaafd’ zijn aan een bepaald levensmiddel of een bepaalde drank. Alcoholverslaving is een verschijnsel dat al uit gebreid bestudeerd is. Is het dan niet de hoogste tijd om de term ‘verslaving’ ook te gebruiken voor mensen die zich te buiten gaan aan chocolade, koffie, frisdrank of andere voedingsmiddelen waar ze duidelijk dol op zijn en die ze in grote hoeveelheden naar binnen werken?
Wat is verslaving? De term verslaving verwijst meestal naar het feit dat iemand een bepaalde stof heel vaak verbruikt in grotere hoeveelheden dan het gemiddelde en dat die persoon alle controle over die consumptie kwijtraakt. Het probleem ligt eerder bij de verbruiker dan bij de stof, want wie een bepaalde stof gebruikt, wordt daar niet noodzakelijk aan verslaafd. Zo kan alcohol bijvoorbeeld tot verslaving leiden, maar niet iedereen die eens af en toe overvloedig alcohol drinkt, wordt ook een alcoholist. Ook mensen die van alcoholhoudende drank houden en daar elke dag een matige hoeveelheid van drinken, zijn niet noodzakelijk verslaafd. De ingenomen hoeveelheid en de frequentie van inname zijn weliswaar belangrijke criteria, maar er is meer aan de hand.
Lichamelijke verslaving of gewoonteverslaving Bepaalde vormen van lichamelijke verslaving omvatten ook gewennings en onthoudingsverschijnselen. Na een herhaaldelijke consumptie van de stof moet de verbruiker zijn dosissen stap voor stap verhogen om hetzelfde effect te kunnen bereiken. Als hij de stof niet meer inneemt, voelt hij zich fysiek absoluut niet lekker. Hij zal zich pas beter gaan voelen als hij de stof terug gaat innemen. De zaken worden pas ingewikkeld wanneer blijkt dat niet alle vormen van verslaving zulke fysiologische complica ties met zich meebrengen; we spreken dan van gewoonte verslaving. Gokverslaving is daar een voorbeeld van. Waarom noemen we dit dan een verslaving? De reden daarvoor ligt bij de gevolgen van dit gedrag. Die kunnen zeer ernstig zijn (hoge schulden, problemen binnen het gezin, sociaal isolement,...) en brengen de verslaafde er ondanks alles niet toe om zijn probleemgedrag te verande ren. Verslaving kan dus verschillende vormen aannemen, lichamelijke verslaving of gewoonteverslaving, maar het komt er altijd op neer dat iemands persoonlijke en profes sionele evenwicht verstoord raakt.
Kan voeding verslavend zijn? Koffie, frisdrank en cho colade worden er sterk van verdacht versla vende eigenschappen te hebben. Dat komt door de actieve bestanddelen van die voedingsmiddelen: cafeïne in koffie en frisdrank, en cafeïne in combinatie met theobromine in chocolade. Deze stoffen houden mensen beter wakker en vermoedelijk is dat precies het effect dat de consumenten ervan actief nastreven. Maar het zou te ver gaan om in dit geval over verslaving te spreken. Fysieke gewenning is nauwelijks bewezen1 en het gebruik van deze stoffen heeft geen schadelijke gevolgen voor het persoonlijke en sociale leven van de consumenten. Hoewel... Veel koffie drinken mag dan wel geen grote negatieve gevolgen hebben voor de koffiedrinker, geldt dit mutatis mutandis ook voor de chocoladesnoeper, als die er zoveel van naar binnen propt dat zijn energietoevoer er door verhoogt? Dan ligt immers overgewicht op de loer, en dat kan gevolgen hebben voor zijn gezondheid, zelfbeeld en sociale leven...
Suikerjunkie Niet alleen de actieve bestanddelen van voedingsmiddelen, ook hun zoete smaak wordt vaak verslavend genoemd. De aantrekkingskracht van zoetigheid is universeel. Alle pasgeboren baby’s tonen zich tevreden wanneer hun tong een zoete prikkel krijgt. Deze aantrekkingskracht duurt voort tijdens de kindertijd en zal op volwassen leeftijd evolueren. Die evolutie hangt af van persoon tot persoon. Wanneer we echter spreken van de problematische aantrekkingskracht van zoetigheid die tot obesitas kan leiden, moeten we opmerken dat de voedingsmiddelen die als boosdoener worden opgevoerd niet alleen suiker bevatten. Het gaat dan gewoonlijk om voedingsmiddelen die ook rijk zijn aan vetstoffen, zoals koekjes, taart of chocolade. Volgens France Bellisle2 moeten we de schuld niet schuiven op de zoetheid zelf, maar wel op het feit dat zoetigheden zeer energierijk en bijzonder lekker zijn. We zijn dus eigenlijk niet verslaafd aan zoetigheid, maar wel aan lekkere smaak!
food in action - december 2011 > 2 9
Nutri
trends
‘dope-amine’ Er zijn een heleboel verschillen tussen een drugsverslaving en het overmatige eten van bepaalde voedingsmiddelen, meer bepaald qua sociale gevolgen, gevaren voor de gezondheid en het behaalde effect. Nochtans suggereren verbazingwekkende onderzoeken3 dat de grens tussen beide veel dunner is dan we denken. Bij drugsverslaving en de respons op het innemen van voedingsmiddelen zijn immers dezelfde hersenstructuren betrokken. Beide zorgen voor de productie van endorfines, hormonen die een prettig gevoel oproepen, en beide activeren de vrijgave van dopamine, een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt in motivatie. Het zogenoemde ‘bekrachtigingssysteem’ zorgt ervoor dat we plezier ervaren na een bepaald gedrag (voedsel innemen, bijvoorbeeld) zodat we als persoon gemotiveerd worden om dit gedrag te herhalen. Aangezien het innemen van voedsel onmisbaar is voor onze overleving, is het dus belangrijk dat de mens uitgerust is met een systeem dat hem er sterk toe aanspoort om zich te voeden. Drugsgebruik zou van ditzelfde motivatiesysteem gebruikmaken.
Maar het komt voor dat dit systeem hapert, wat dan leidt tot buitensporig eten of problematisch middelengebruik. Zo is aangetoond dat mensen met obesitas en drugsgebruikers genetische gelijkenissen vertonen, zoals een zwakkere expressie van dopaminereceptoren in de hersenen. Daarom kunnen we de hypothese opperen dat het zenuwstelsel van die mensen een hogere consumptie vereist om hetzelfde genotsniveau te bereiken. Behalve alcoholhoudende drank is nog geen enkel voedingsmiddel tot op de dag van vandaag in staat gebleken om een lichamelijke verslaving op te wekken. Een eventueel verslavend effect kan echter worden toege schreven, niet aan een welbepaalde voedingsstof, maar wel aan het streven naar genot dat wordt teweeggebracht door lekkere voedingsmiddelen die rijk zijn aan smaak en energie, bij mensen die hiervoor genetische aanleg hebben. Ongetwijfeld zullen over dit onderwerp nog veel onderzoeken worden uitgevoerd... magali Jacobs, diëtiste en psychologe
We zijn niet verslaafd aan zoetigheid, maar wel aan het feit dat zoetigheden energierijk en bijzonder lekker zijn!
3 0 > food in action - december 2011
referenties: 1. Nehling A., Le Courrier des Addictions, 2001, 4, 1458. 2. Bellisle F., Cah. Nutr. Diét., 2008, 43, Horssérie 2, 2S525. 3. Heber D., Carpenter C.L., Mol. Neurobiol. 2011, 44: 1605.
Kent u het verantwoordelijk engagement van de Kellogg’s belofte? Al meer dan 100 jaar lang zet Kellogg’s zich in om, samen met voedingsexperten, de nutritionele waarde van haar ontbijtgranen blijvend te verbeteren. Hierbij wordt in het bijzonder gelet op suiker, zout, vezels en bepaalde vitaminen en mineralen. Als pionier op het vlak van voedingsinformatie blijft Kellogg’s vernieuwen met het doel gezonde en lekkere producten op de markt te brengen.
Een vezelrijk ontbijt
De ontbijtgranen van Kellogg’s worden gemaakt van granen zoals rijst, tarwe en maïs, natuurlijke bronnen van voedingsvezels. Sommige producten, zoals Loops® en Coco Pops Croc’n Roll®, bestaan uit volkoren granen van haver, tarwe, gerst en rogge en leveren, net als volkoren brood, 7% vezels. De Kellogg’s All-Bran® producten zijn erg rijk aan vezels en leveren 14-44% van de Dagelijkse Voedings Richtlijn voor vezels. Vezelrijke tussendoortjes zijn de Special K Mini breaks®, minder dan 100 kcal voor een zakje.
Ontbijtgranen bieden meer
Uit voedingsonderzoek blijkt dat de inname van bepaalde B-vitamines, ijzer, calcium en vitamine D nog steeds te laag is bij sommige groepen in de bevolking. Kellogg’s ontbijtgranen bieden 25% van de dagelijkse behoefte aan 6 B-vitaminen en 17% van de dagelijkse behoefte voor ijzer. De kinderproducten* voorzien in 10% van de dagelijkse behoefte voor calcium en vitamine D per portie. Dit laatste geldt ook voor Corn Flakes®. Meer info op www.kelloggs.be/be/de-belofte/
Wist je dat…
• Kellogg’s 40 % minder zout gebruikt in haar producten sinds 2000 ? • Een aantal Kellogg’s kinderproducten sinds 2011 15 % minder suiker bevatten ? Zo bevat een portie van 30 g Coco Pops Croc‘n Roll® niet meer suiker dan een boterham met jam (9 g). • Kellogg’s in 2011 de eerste vetarme crunchy muesli ‘Special K Sensations’® lanceerde ? Special K Sensations® bevat slechts 3 % vet en 0,6 % verzadigd vet.
Graag afspraak in 2012 voor nog meer gezond en lekker nieuws! *Kellogg’s Honey Pops®, Loops®, Chocos®, Coco Pops Croc’n Roll®.
Nutri
actions
Hoge bloeddruk: fataliteit of niet?
is essentiële hoge bloeddruk een ouderdomsverschijnsel en blijft levenslange medicatie een fataliteit om deze risicofactor voor de gezondheid te beïnvloeden? We kunnen meer doen dan we denken, zo pleit prof. Guy de backer.
3 2 > food in action - december 2011
expert aan het woord
iN diT arTiKeL Professor Guy de backer belicht onze kennis over risicofactoren van hoge bloeddruk en hoe we er op kunnen inspelen door voeding en leefstijlwijzigingen. Of waarom het belang van primaire preventie nooit voldoende benadrukt kan worden.
Prof. Guy de backer in een notendop • Cardioloog aan het hartcentrum van het uZGent, researcher en ere-gewoon hoogleraar van de universiteit Gent. • Lid van de ‘Task forces’ van de european Society of Cardiology die aanbevelingen m.b.t. de preventie van coronaire hartziekten in de klinische praktijk formuleerde. • Lid van de Hoge Gezondheidsraad en van de Koninklijke academie voor Geneeskunde van belgië. Preventieve cardiologie en epidemiologie zijn zijn stokpaardjes.
Hoe wordt de diagnose van hoge bloeddruk gesteld? Hypertensie is een arbitraire definitie. In de geneeskunde werkt men graag met grenswaarden en spreekt men van hoog of laag, maar wanneer men kijkt naar het verband tussen hoge bloeddruk en het risico op hart en vaatziekten (HVZ), kunnen we enkel vaststellen dat dit risico continu is en dat er geen enkele kink in de lijn zit; m.a.w.: hoe hoger de bloeddruk, hoe meer risico op het ontwikkelen van HVZ.
Hoe gaat u daarmee om in de praktijk? Hier moeten we een duidelijk onderscheid maken tussen bevolking en individu, waar we met heel wat andere fac toren rekening moeten houden dan bloeddruk alleen. Op bevolkingsvlak kunnen we stellen dat hoe hoger de bloed druk is, hoe gevaarlijker en dat 120 mmHg beter is dan 130. Op individueel vlak is 130 misschien niet te hoog, maar op bevolkingsvlak wel. Veel artsen zien hoge bloeddruk nog steeds als een verouderingsverschijnsel en zijn bij een patiënt van 6070 jaar niet onder de indruk van een bloed druk van 150160 mm hg systolisch. In bepaalde exotische bevolkingsgroepen waar vrijwel geen zout beschikbaar is, lopen mensen van 70 jaar nog rond met een systolische bloeddruk 100110. Dat heeft dus te maken met het voedingspatroon. Er is consensus over het feit dat zoutverbruik in onze voeding rechtstreeks te maken heeft met de stijgende bloeddruk bij het ouder worden. Op bevolkingsvlak moeten we trachten zout te verminderen om dit fenomeen van stijgende bloed druk met de leeftijd tegen te gaan. Dit is veeleer een lange termijn strategie en meer gericht naar de volgende generatie dan wel de huidige.
Welke bevolkingsklasse kampt het meest met hypertensie? We vinden veel meer hypertensie in de lager geschoolde groep dan in de hoger geschoolde bevolkingsgroepen. Ook is de proportie die niet weet dat ze rondlopen met hoge bloeddruk hoger in de lagere geschoolde groepen. Er is een vuistregel die stelt dat, van alle mensen met verhoogde bloeddruk iets meer dan de helft op de hoogte is. Van dege
nen die op de hoogte zijn wordt ongeveer de helft behan deld en van de behandelden wordt ongeveer de helft goed behandeld. Die proporties waren zo in de jaren 80 en deze cijfers zijn nu wat verbeterd. Toch blijkt uit een onderzoek in 2006 dat niet meer dan de helft van de patiënten, met hartproblemen die behandeld werden voor hoge bloeddruk in het Gentse, goed behandeld werd. Het is dus nog altijd een majeur probleem dat bloeddruk in een te hoge proportie van de bevolking niet voldoende aandacht krijgt en ook niet voldoende behandeld wordt.
is er een correlatie tussen bmi en bloeddruk? Zonder enige twijfel. Verhoogde bloeddruk heeft in eerste instantie te maken met omgevingsfactoren en dan zijn voeding en beweging de twee grote determinanten. Bij overgewicht en obesitas zie je de bloeddruk stijgen. Binnen de voeding spelen naast zout ook andere factoren zoals vetverbruik en alcohol een rol. De DASHtrial1 in Amerika heeft aangetoond dat je bloeddruk kunt verlagen door verscheidene factoren in de voeding.
Het daSH dieet De DASH-trial toonde aan dat dit dieet, in vergelijking met een standaard Amerikaans dieet, de bloeddruk gevoelig verlaagt bij mensen met of zonder hoge bloeddruk. Voedingsmiddel
aantal porties bij 2000 kcal/dag
Granen en graanproducten (minstens 3 volkoren porties/dag)
7-8
Fruit
4-5
Groenten
4-5
Vetarme melkproducten
2-3
Mager vlees, vis en kip Noten, zaden en peulvruchten Vet en zoetigheden
2 of minder 4–5/week Beperkt
food in action - december 2011 > 3 3
Nutri
actions in belgië is het huidig zoutgebruik op volwassen leeftijd 10 g/dag: 2 keer meer dan de aanbeveling van de WGO.
Ook lichaamsbeweging kan de bloeddruk naar beneden krijgen, weliswaar niet spectaculair, maar dit kan zeker helpen op bevolkingsniveau. Uiteraard hebben we ook allerlei medicamenten, maar het is toch erg dat je op vol wassen leeftijd, 2030% van de mensen medicatie moet voorschrijven en dit hoogstwaarschijnlijk levenslang. Hypertensie is bij de meeste mensen asymptomatisch en pil len voorschrijven op lange termijn als primaire preventie is een moeilijke zaak. Cijfers tonen aan dat een grote proportie na 23 jaar hun medicatie niet meer neemt.
Zout in onze voeding • 20% wordt toegevoegd in de keuken en aan tafel • 80% wordt industrieel toegevoegd en 5 groepen nemen het leeuwenaandeel voor zich: brood (25%), vlees en vleesproducten (25%), sauzen (10%), kaas (10%) en soep (7-8%)
Wat kan er gebeuren om de situatie te verbeteren? Hier moeten we een onderscheid maken tussen de volks gezondheid en de individuele patiënt. De volksgezondheid moet op lange termijn bekeken worden en aangepakt. Het drinkwater verrijken met bloeddrukverlagende medicatie is geen optie en we moeten in de eerste plaats kijken naar omgevingsfactoren zoals beweging en voeding. Dan heb ben we te maken met dezelfde strategieën als die voor het bekampen van zwaarlijvigheid. Bij verhoogde bloeddruk moet zout bijzondere aandacht krijgen. In België is het huidig zoutgebruik op volwassen leeftijd 10 g per dag, 9 voor vrouwen, 11 voor mannen. De aanbeveling van de WGO en van de Hoge Gezondheidsraad is minder dan 5g per dag; we zitten daar dus veraf. Maar zelfs 1g daling op een aantal jaar zou de hartziektes in de bevolking toch al kunnen terugbrengen.
moeten we zoutreductie verplichten, bv. door taxeren, zoals in denemarken op verzadigd vet? Er zijn studies die goed aantonen wat zoutbeperking kan meebrengen en wat de impact is van dit op vrijwillige en verplichte basis te doen. Uiteraard is de kosten/effectiviteit het beste als we verplichtingen opleggen, maar als we de industrie al kunnen bewegen tot een geleidelijke verlaging van het zoutgehalte, dan zou dit al heel mooi zijn. Het is beter om dit op vrijwillige basis te doen, maar in de praktijk is het niet eenvoudig en moet men regels opleggen. Deze regels moeten op Europees niveau beslist en ingevoerd wor den. Taxeren niet, maar promoten van goede alternatieven door die lager te prijzen zodat ook de lagere sociale klasse gestimuleerd wordt juiste keuzes te maken. En dus eerder “detaxeren op minder zoute en gezondere producten.
Wat is uw boodschap aan collega’s We hebben al heel wat vooruitgang geboekt m.b.t. tot de epidemie van HVZ, maar er is nog altijd een enorm poten tieel voor primaire preventie. Als problemen zich voordoen voor de leeftijd van 65 jaar, dan is dit onaanvaardbaar, omdat we de mogelijkheid hebben er iets aan te doen. En dat heeft alles te maken met leefgewoonten. We moeten niet denken dat de overheid ons zal beschermen tegen kwalen door allerlei wetten en regels uit te vaardigen. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. Door de beperkte middelen zou alles zo gecoördineerd mogelijk moeten gebeuren. In ons land zitten we in een moeilijke situatie. Preventie zal in de toekomst naar de gemeen schappen gaan en in België worden de initiatieven dus versnipperd. De weinige middelen die we hebben voor preventie zouden we meer efficiënt kunnen aanwenden, daar ben ik van overtuigd. Interview gerealiseerd door Lut Van Lierde
referentie: 1. Frank M. Sacks et al., N Engl J Med 2001; 344:310.
3 4 > food in action - december 2011
Nutri
research
Onderzoek naar thermogenese en de Garaulet-methode bekroond Het bedrijf Nutrition & Santé (Céréal bio, Gerlinéa, modifast, Weightcare, isostar, SOYJOY, …) zet voor het tweede jaar op rij wetenschappers en deskundigen op het gebied van obesitas en gewichtscontrole in de bloemetjes met de uitreiking van de Slimming awards: de Science award for Obesity research en de medical award for Weight management.
D
eze twee prijzen werden op 22 oktober uitgereikt in Sicilië, tijdens het internationale congres ‘The Obese Species’. De jury bestond uit Europese experts, namelijk prof. Michele Carruba (Universiteit van Milaan), prof. Dominique Langin (CHU Rangueil, Toulouse) en prof. Alfredo Martinez (Universiteit van Navarra, Pamplona), en werd voorgezeten door prof. Wim Saris van de Universiteit van Maastricht. Dr. Arieke Janse (Dienst Pediatrie, ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, Nederland) en haar team kregen van de jury van de Slimming Awards een speciale vermelding voor de ontwikkeling van hun nieuwe multidisciplinaire aanpak voor de behandeling van zwaarlijvige kinderen via het multimediaprogramma “Aan Tafel”.
Verlaging van het risico op obesitas De tweede Science Award for Obesity Research werd uit gereikt aan prof. Jan Nedergaard (Wenner-Greninstituut, Universiteit van Stockholm). Zijn team toonde voor het eerst aan dat thermogenese geactiveerd door gewichts verlies enkel plaatsvindt in het bruine vetweefsel. En dit fenomeen draagt bij tot een lager risico op obesitas.
De thermogenese van het bruine vetweefsel, geactiveerd bij gewichtsverlies, kan dus een regulerende werking heb ben op obesitas.
een methode om het gewicht en obesitas geassocieerde stoornissen te verminderen De Medical Award for Weight Management ging naar prof. Marta Garaulet Aza (Departement Fysiologie, Universiteit van Murcia, Spanje). Enerzijds stelde haar team vast dat, volgens de gedragstherapie, het eetpatroon vaak wordt geconditioneerd door externe gebeurtenissen die nauw verbonden zijn met de inname van voedingsmiddelen. Anderzijds is de doeltreffendheid van de verschillende mediterrane diëten bij de behandeling van obesitas al bewezen. Dit onderzoek inspireerde haar tot de ontwikke ling van de Garauletmethode. Er is namelijk aangetoond dat gedragstherapie, gecombineerd met voedingseducatie, een beperkte calorieinname en een evenwichtige sprei ding van voedingsstoffen op basis van het mediterrane dieet, nuttig is om het gewicht te verlagen en bepaalde stoornissen geassocieerd met obesitas te verlichten.
food in action - december 2011 > 3 5
echo
congres
Volkorengranen in de kijker de gezondheidsvoordelen van volkorengranen kwamen ruim aan bod tijdens het ‘Whole Grain’-symposium dat georganiseerd werd in het kader van de 11e europese Voedingsconferentie. Nu moeten we de theorie omzetten in de praktijk om dichter naar de doelstellingen toe te werken, of beter nog, om ze te halen!
V
olgens de definitie ontwikkeld door het Europese consortium HEALTHGRAIN moeten volkoren granen de drie delen van de graankorrel bevatten: de kiem, het endosperm en de zemel, aldus Jan Willem van der Kamp (Senior Officer International Projects, TNO, Nederland). Volkorengranen mogen ook verkregen worden via het scheiden en opnieuw vermengen van deze bestand delen, zolang daarbij niet meer dan 2% van de kiem en 10% van de zemel verloren gaan. Dankzij dit procedé kan het risico op mycotoxinen beter worden beheerd, en kunnen nieuwe producten op basis van volkorengranen worden ontwikkeld.
de doelstelling: 48 gram Steeds meer landen benadrukken het belang van volko rengranen in hun aanbevelingen; sinds kort ook China. De voedingsdoelstelling in Europa is gebaseerd op epi demiologische studies waaruit een verband blijkt tussen een dagelijkse dosis van 48 g volkorengranen (bijv. drie sneetjes volkorenbrood van 30 g elk) en een verlaging van het risico op coronaire aandoeningen en diabetes met 20 à 40%. Maar volgens van der Kamp hebben we nog een lange weg te gaan: in de Verenigde Staten wordt deze doelstelling amper voor 15% gehaald en in Europa is de situatie niet fundamenteel anders.
Goed voor de gewichtscontrole Nicola McKeown (USDA en Tufts University) heeft alle wetenschappelijke publicaties over het verband tussen volkorengranen en het lichaamsgewicht bestudeerd. Van de 16 transversale studies tonen er 13 een omgekeerd verband aan tussen de BMI en de consumptie van volkorengranen. Hoewel de resultaten van interventieonderzoeken vandaag nog verdeeld zijn, benadrukt McKeown dat gezondheids professionals mensen moeten aansporen om geraffineerde granen te vervangen door volkorengranen, om de ontwik keling van overgewicht/adipositas en ook gewichtstoename na een vermageringsdieet tegen te gaan.
3 6 > food in action - december 2011
in het hart van de fermentatie Om de mechanismen achter de weldadige werking van volkorengranen beter te begrijpen, moeten we de fer mentatie ervan in de darmen analyseren. Inger Björk (Universiteit van Lund, Zweden) legt uit dat de consumptie van volkorengranen in verband wordt gebracht met min der ontstekingsreacties. Tegenwoordig wordt ontsteking beschouwd als een factor die abdominale obesitas en het metabole syndroom in de hand kan werken. Vetzuren met korte keten die ontstaan bij de fermentatie van volko rengranen kunnen een rol spelen in het mechanisme dat ontstekingsreacties remt en kunnen bovendien bijdragen tot een betere insulinegevoeligheid. Het lijkt er steeds meer op dat volkorengranen ook een prebiotisch effect hebben, dat echter sterk kan verschillen naargelang de graansoort.
alle beetjes helpen Volgens Chris Seal (Universiteit van Newcastle, Verenigd Koninkrijk) zorgen volkorengranen voor kleine verbete ringen op tal van markers voor het metabole syndroom, en hierbij is eerder het aantal modificaties van belang dan hun omvang. We focussen immers te vaak op een welbepaalde parameter in interventieonderzoeken, wat het moeilijker maakt om de effecten te illustreren. Er is al een hele reeks voordelen van volkorengranen bekend en bewezen, maar Chris Seal meent dat we nog een lange weg te gaan hebben om al hun effecten op de gezondheid in kaart te brengen. Nicolas Guggenbühl, diëtist en voedingsdeskundige
referentie : 11e Europese Voedingsconferentie, FENS Madrid 2011, Satellietsymposium ‘Whole Grain Matters; Mechanisms and New Insights’, 27/10/2011. Voor meer informatie, ga naar www.healthgrain.org
echo
congres
microbiota en probiotica: een relatie voor het leven de 11e editie van de europese voedingsconferentie vormde voor de afdeling danone Health affairs de gelegenheid om een stand van zaken op te maken van de wetenschappelijke doorbraken op het vlak van probiotica.
O
nze microbiota telt meer bacteriën dan er cellen zijn in ons hele lichaam. Volgens professor Francisco GuarnerAguilar van het Universitair Ziekenhuis Vall d’Hebron in Barcelona zullen we binnenkort een beter inzicht krijgen in de microbiota dankzij de inzet van het Europese consortium MetaHit (Metagenomics of the Human Intestinal Tract). Sinds 2008 zijn via dit project al meer dan 3,3 miljoen genen beschreven en twintigduizend functies bepaald. En volgens GuarnerAguilar levert dit nu al heel wat waardevolle inzichten op. Zo kan de darmflora worden onderverdeeld in drie grote groepen bacteriën, ook wel ‘enterotypen’ genoemd, die los staan van de nationaliteit, de leeftijd, de BMI en het geslacht van de persoon in kwestie. Het gaat om drie afzonderlijke ‘constellaties’ bacteriën die tegelijk aan wezig zijn. De ontdekking van deze verschillende groepen darmbacteriën vormt een belangrijke doorbraak. Zo is nu een beter inzicht mogelijk in de verstoorde darmwerking bij aandoeningen zoals obesitas of darmontsteking. De enterotypen reageren bovendien niet op dezelfde manier op voeding en geneesmiddelen (zo gaat de ontwikkeling van enterotype 2 vooral gepaard met koolhydraatrijke voeding), wat preventie op maat mogelijk maakt.
Probiotica en spijsverteringsproblemen Van de vele voordelen van probiotica zijn de effecten op acute diarree wellicht het best gedocumenteerd, weet prof. dr. Yvan Vandenplas (UZ Brussel). Bepaalde bacteriestam men kunnen de duur van de diarree verminderen met 24 uur. Het effect op de duur en het type diarree is echter strikt afhankelijk van het product en de gebruikte bacte riestam. Hoewel Saccharomyces boulardii en Lactobacillus casei GG op dit moment de beste resultaten opleveren in de praktijk, zeker bij kinderen jonger dan twee, krijgen ook andere stammen (Lactobacillus casei DN114001, Lactobacillus casei Shirota,…) steeds meer aandacht op het vlak van pri maire preventie. Er is echter een grote behoefte aan meer onderzoek naar de optimale dosissen en de kostprijs, om zo de best presterende stammen te selecteren.
Bij andere aspecten van de spijsvertering zijn de resultaten met probiotica eerder matig. In het geval van necrotise rende enterocolitis, infecties met Helicobacter pylori en het prikkelbaredarmsyndroom (PBS) zijn er wel bewijzen, maar die blijven eerder beperkt. Toch benadrukt prof. Philippe Marteau (Hôpital Lariboisière, Parijs) dat die wel veelbelovend zijn voor PBS.
immunostimulatie Een ander actueel thema op het gebied van probiotica is immunostimulatie, met als interessant voorbeeld de respons op inenting tegen seizoensgriep en vaak voor komende winterinfecties bij senioren. Zo heeft prof. Eric Guillemard (Danone Research) de resultaten toegelicht van drie multicentrische onderzoeken naar de probioti castam Lactobacillus casei DN114001. Enerzijds zorgt de consumptie van probiotica voor een significante verbete ring van de seroconversiegraad en de vaccinatierespons. Anderzijds daalt ook de duur van infecties van de bovenste luchtwegen en rinofaryngitis, wat het potentiële belang aangeeft van bepaalde probiotica bij doelgroepen met een verzwakte natuurlijke weerstand. Nicolas rousseau, diëtist en voedingsdeskundige
referentie: 11e Europese Voedingsconferentie, FENS Madrid, oktober 2011.
food in action - december 2011 > 3 7
Keep
on moving
Cardiovasculaire preventie en lichaamsbeweging: een kwestie van intensiteit
Zwemmen, fietsen, wandelen: er is keuze te over aan bewegingsvormen voor cardiovasculaire preventie, maar hoe krijg je iemand met een zittend leven (weer) in beweging? een actieprogramma onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’.
H
et positieve effect van lichaamsbeweging op de risicofactoren voor cardiovasculaire aandoe ningen staat al geruime tijd vast. Hoewel er niet echt een kortetermijneffect is op de vermindering van LDLcholesterol, stellen we wel een stijging vast van de HDLcholesterol en is er een invloed op de vetbalans in het bloed. Recent onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat heftige en intense lichamelijke inspanningen een duidelijk effect hebben op HDLC1. Ook bij personen met een hoge bloed druk levert lichaamsbeweging snel positieve resultaten op. Wat cardiovasculaire preventie betreft, lijken isotone activiteiten het meest aangewezen: ze zetten de grote spiergroepen in beweging en combineren aerobe (op 70% van de maximumcapaciteit) en anaerobe activiteit. Onze aandacht gaat dus eerder uit naar uithouding dan naar weerstand. Er kan gespeeld worden met de intensiteit, maar voorzichtigheid is geboden. Zwemmen, fietsen of wandelen geniet de voorkeur, maar alles hangt af van
3 8 > food in action - december 2011
het profiel van de persoon in kwestie: de conditie, het gewicht en de hartfrequentie spelen een rol, net als de per soonlijke voorkeur en het plezier dat de activiteit oplevert.
Tip om de intensiteit van de lichaamsbeweging te meten: praten moet tijdens het sporten steeds mogelijk blijven, maar zingen niet. Voor een resultaat op lange termijn is het belangrijk om regelmatig aan lichaamsbeweging te doen. Meestal spreekt men van een half uur per dag, maar sommigen menen dat een kwartier intens bewegen volstaat2, wat afhankelijk van de persoon toch met enige terughoudendheid aan te raden is...
iN diT arTiKeL de kunst om de conditie van personen met een sedentaire levensstijl te verbeteren, of hoe aan lichaamsbeweging te doen zonder de maximale hartslag te overschrijden.
de combinatie van lichaamsbeweging en aangepaste voeding levert op lange termijn de beste resultaten op4. een stappenplan Om sedentaire personen (opnieuw) in beweging te krijgen is eerst een inspanningstest bij een specialist aangewezen om de maximale hartslag en intensiteit tijdens het sporten te bepalen. De specialist bepaalt de sportieve aanleg en de boven en ondergrens voor de hartslag tijdens de lichaams beweging. Het is ook mogelijk om zelf je maximale hartslag te bepalen (zie kader). Voor resultaten op lange termijn gaan we dus uit van de individuele hartfrequentie. De hartslagmeter is het instrument bij uitstek voor wie aan lichaamsbeweging doet en is onontbeerlijk om resultaten te boeken op het vlak van cardiovasculaire preventie. Hartslagmeters zorgen voor de nodige biofeedback, zodat de maximale intensiteit niet wordt overschreden. Ze worden om de borst gedragen en tonen de hartslag op een horloge. Bovendien zijn dergelijke meters vandaag helemaal niet duur meer.
Je maximale hartslag meten • Klassieke theoretische formule: (220 – leeftijd) x 60-70% • De formule van Karvonen houdt rekening met de conditie en de vorderingen op basis van de hartslag ‘in rust’, gemeten bij het ontwaken: ( [(220 – leeftijd) – rusthartslag] x 60-85%) + rusthartslag
begin nauwelijks veranderingen merkbaar zijn, want dit fysiologische mechanisme vergt wat tijd. Het systeem van energie en substraten gebruiken moet geleidelijk aan opge bouwd worden naarmate de training vordert. Het vetverbrandingsmechanisme wordt overigens niet noodzakelijk tijdens het sporten geactiveerd. Er wordt vaak gezegd dat er pas een afslankend effect is na twintig minuten activiteit, het moment waarop de vetreserve wordt aangesproken, maar dat is tot op heden nog niet echt bewe zen. De vetzuren in ons hormonale systeem komen ook na de eigenlijke lichaamsbeweging nog vrij. Bij intensief sporten blijft het effect zelfs tot 38 uur lang waarneembaar, vooral onder de vorm van een versneld metabolisme. Jezelf feliciteren voor de geleverde inspanningen met een flinke portie frietjes is dan ook niet aan te raden!
de intensiteit afwisselen Heel wat mensen zijn teleurgesteld als hun vetmassa niet smelt als sneeuw voor de zon, ook al sporten ze regelmatig. Vaak is het een kwestie van intensiteit: het lichaam past zich aan, waardoor de hartslagdrempel verlaagt naarmate men meer sport. Het gebeurt vaak dat mensen er de brui aan geven omdat ze geen effect en geen resultaten meer zien. Lichaamsbeweging moet echter in de eerste plaats leuk en gevarieerd blijven. En als je eenmaal een bepaald conditie niveau hebt bereikt, waarom dan niet (opnieuw) regelmatig gaan sporten en lichamelijk actief worden? annabelle boffa en Jean Sadouni, Mastertrainer
De lichamelijke activiteit moet geleidelijk aan opgevoerd worden, met een voorbereidingsperiode van 45 weken. Daarna kan gekozen worden voor intervaloefeningen: na tien minuten opwarmen volgen drie minuten intense inspanning, daarna drie minuten minder intense beweging. Een dergelijke intervaltraining, gekenmerkt door pieken en dalen qua intensiteit, heeft al uitstekende resultaten opgeleverd voor gewichtsverlies, voor het verminderen van de bloedvetten en, zoals recent aangetoond, voor car diovasculaire preventie3.
Genieten na de inspanning? Cardiovasculaire preventie steunt ook deels op de verlaging van het vetgehalte in het lichaam. Eerst spreekt ons lichaam de triglyceriden in de spieren aan en daarna, afhankelijk van de duur en de intensiteit van de lichaamsbeweging, de vetzuren in het bloed5. Het is dus mogelijk dat er in het
referenties: 1. Tjonna A.E. et al., 2006 International Symposium on Atherosclerosis, 21 juni 2006, Rome, Poster 369. 2. Wu Xifeng et al., The Lancet, Early Online Publication, 16 augustus 2011. 3. Trenblay A. et al., Metabolism, juli 1994; 43(7): 814818. 4. Miller W.C. et al., Int J Obesity, 1997, 21: 941947. 5. Poortmans J., Boisseau N., Biochimie des activités physiques, De Boeck Supérieur, 2003.
food in action - december 2011 > 3 9
APAQ-W informeert u
melk voor een mooiere lijn? Amerikaanse onderzoekers hebben in een interventieonderzoek een verband aangetoond tussen een hoge inname van zuivelproducten enerzijds en een toename van de spiermassa en een afname van het intra-abdominale vet anderzijds. Aan dit onderzoek namen 90 premenopauzale vrouwen deel in goede gezondheid, maar met overgewicht. Deze vrijwilligsters werden gedurende vier maanden willekeurig onderverdeeld in drie groepen: een groep met hoge inname van eiwitten en zuivelproducten, een groep met toereikende inname van eiwitten en middelmatige inname van zuivelproducten, en een laatste groep met toereikende inname van eiwitten en lage inname van zuivelproducten (controlegroep).
Deze verschillende eetpatronen werden allemaal gekoppeld aan een intensief dagelijks bewegingsprogramma. Uit de resultaten blijkt dat de groep met de laagste inname van zuivelproducten zo’n 700 g magere massa had verloren. De vrouwen met de hoogste consumptie van zuivelproducten en eiwitten hadden dan weer meer magere massa ontwikkeld (+ 700 g) en dubbel zoveel visceraal en intra-abdominaal vet verloren als de controlegroep. De auteurs geven aan dat deze verandering in de lichaamssamenstelling significant gecorreleerd is met de inname van calcium, vitamine D en eiwitten. Bron : Josse A.R. et al., J Nutr., 2011 Sep; 141(9): 1626-34.
CalCium uit zuivelproduCten zou de tanden beschermen Onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen hebben het effect geëvalueerd van de inname van calcium uit zuivelproducten op tandverlies bij volwassenen. Hiervoor volgden ze twaalf jaar lang 432 volwassenen van 30 tot 60 jaar oud. Bij de mannen was elke verhoging van de calciuminname uit zuivelproducten met één eenheid geassocieerd met een significante verlaging van het risico op tandverlies (IRR = 0,61), na compensatie voor verschillende verstorende factoren. Bij vrouwen werd dit beschermende effect niet waarge-
nomen, tenzij enkel de consumptie van gefermenteerde zuivelproducten in beschouwing werd genomen. Volgens de auteurs kan dit verschil tussen de geslachten verklaard worden door een hoger risico op cariës bij vrouwen. De inname van calcium uit andere bronnen houdt geen verband met het risico op tandverlies.
Bron : Adegboye A. et al., Ann Nutr Metab, 2011; 58 (suppl 3): 378 (27/941).
nieuwe bioaCtieve bestanddelen in varkensvlees Wetenschappers van de Universiteit van granada in Spanje hebben onlangs een nieuwe methode ontwikkeld om de samenstelling van varkensvlees te analyseren. Deze methode is gebaseerd op een enzymatische proteolyse (die de vertering bij de mens simuleert) en wijst op het bestaan van verschillende bioactieve hydrolysaten. Zo zouden verschillende hydrolysaten in varkenslende (zowel rauw als gekookt) en ham (zowel gekookt als gedroogd) een sterke antioxiderende werking hebben. Bovendien zouden bepaalde
hydrolysaten in gekookte varkenslende en gedroogde ham de absorptie van fluoresterol kunnen verlagen met 18 tot 27% in Ht29-cellen. Hierdoor zou de synthese van cholesterol in de lever dalen. Diezelfde producten zouden ook een sterk bloeddrukverlagend effect hebben, wat tot uiting komt in de grote Ace-remmende werking (50 – 75%).
Bron : Avellaneda A. et al., Ann Nutr Metab, 2011; 58 (suppl 3): 25-26 (27/366).
Het ontbijt overslaan leidt tot overgewicht bij jongeren Het is al vaak bewezen dat ontbijten positieve effecten heeft op het lichaamsgewicht. een recent onderzoek dat onlangs werd voorgesteld tijdens de europese voedingsconferentie in madrid bevestigt deze hypothese in zeven europese landen, waaronder België (Ugent). In het kader van dit onderzoek, ‘The ENERGY project’ genaamd (acroniem van european energy balance Research to prevent excessive weight gain among Youth), werden 7234 jongeren van 10 tot 12 jaar oud opgevolgd. Hun lichaamsgewicht werd gemeten volgens de criteria van de International Obesity Task Force en hun ontbijtgedrag werd nagegaan aan de hand van twee gestandaardiseerde vragenlijsten: een frequentietest en een
overzicht van de voedselinname in de afgelopen 24 uur. Uit de voorlopige resultaten blijkt in alle landen een duidelijk verband tussen het lichaamsgewicht en het al dan niet nuttigen van een ontbijt. Adolescenten die het vaakst het ontbijt overslaan, lijden vaker aan overgewicht dan wie regelmatig ontbijt. Deze resultaten moeten nog verder bevestigd worden, maar benadrukken wel al dat het ontbijt een belangrijke rol speelt in een evenwichtig eetpatroon bij kinderen.
Bron : Vik F. et al., Ann Nutr Metab, 2011; 58(suppl3): 259 (27/932).
Agence WAllOnne POUR lA PROmOtIOn D’Une AgRIcUltURe De QUAlIté
Zap
nieuws
Pure Via: een natuurlijk alternatief voor suiker, zonder calorieën Het is zover! Het gebruik van steviolglycosiden (van de plant Stevia rebaudiana) als zoetstof en voedingsadditief is nu officieel goedgekeurd in de Europese Unie. Zoetstoffen op basis van stevia bestonden al in de Verenigde Staten, Japan, China, en Australië, maar ook in Frankrijk. Merisant lanceert nu Pure Via, de eerste calorievrije zoetstof in klontjes op basis van plantenextracten uit stevia. Deze
Klontjes Pure Via Ingrediënten: vulstof: erytritol, zoetstof: rebaudioside A (extract van Stevia rebaudiana), stabilisator: cellulose in poedervorm, natuurlijke aroma’s.
nieuwe zoetstof kan de traditionele suikerklontjes vervan gen en bestaat ook in poedervorm voor zoete bereidingen. 100 g poeder van Pure Via heeft dezelfde zoetkracht als 1 kg suiker, maar bevat 10 keer minder kilocalorieën! De rekening is snel gemaakt… Klontjes Pure Via, 65 klontjes, 130 g, 5,45€. Poeder Pure Via, 80 g, 3,85€.
per 100 g
per stuk van 2 g
energie
2,4 kcal
0,05 kcal
eiwitten
0g
0g
98,9 g
1,98 g
<1g
0g
vetten
0,2 g
0g
vezels
0,4 g
0g
per 100 g
per koffielepel van 0,5 g
energie
376 kcal
1,88 kcal
eiwitten
0,15 g
0g
Voedingswaarden
Koolhydraten waarvan suikers
Poeder Pure Via Ingrediënten: vulstof: maltodextrine, zoetstof: rebaudioside A (extract van Stevia rebaudiana), natuurlijke aroma’s.
Voedingswaarden
Koolhydraten
94 g
0,47 g
2,93 g
0,01 g
vetten
0g
0g
vezels
0g
0g
waarvan suikers
Verse groenten, klaar om op te eten Czon (naar het Franse saison) komt naar België met vijf assortimenten natuurlijke groenten die klaar zijn voor gebruik. Ze bevatten geen additieven, pesticiden, bewaar middelen of smaakstoffen en zijn al geschild, in stukjes of in plakjes gesneden … kortom, klaar om bereid en opgege ten te worden. Deze groenten zijn geschikt voor elke soort bereiding: ze kunnen in de stoomoven, de microgolfoven, de stoomkoker, in de wok of in kokend water worden klaargemaakt, of rauw gegeten. Makkelijk, gezond, snel en praktisch.
4 2 > food in action - december 2011
Ontdek de groentemix van Czon en lees de receptideeën op www.czon.com
Gehoord
op consultatie
Groenten in een fles Gazpacho en koude groentesoep kennen we al – nu is het de beurt aan groentesmoothies! Pierre Martinet, het merk van de salades, tabouleh en andere kanten klaargerechten, lanceert verse groenten in een fles, zonder kleurstoffen, kunstmatige smaakstoffen of bewaarmiddelen. Fruit, gewoonlijk het hoofdingrediënt van smoothies, ondersteunt hier de smaak van de groenten. Het assortiment groentesmoothies van Pierre Martinet bestaat uit 5 originele smaakcombinaties: • Tomaat, sinaasappel en framboos • Rode biet en witte druif • Komkommer, munt en citroen • Wortel, appel en groene thee • Multigroenten en fruit De groentesmoothies bevatten gemiddeld 70 kcal per fles. Een nieuwe manier om groenten te eten, op elk moment van de dag. Groentesmoothies, Pierre Martinet, 250 ml, 1,99e.
Smoothie rode biet en witte druif per 100 g
per fles van 250 ml
Energie
31 kcal
77,5 kcal
eiwitten
0,5 g
1,25 g
Koolhydraten
6,5 g
16,25 g
5,5 g
13,75 g
0,5 g
1,25 g
Voedingswaarden
waarvan suikers Vetten waarvan verzadigde vetten
0g
0g
Vezels
1g
2,5 g
Sodium
0,3 g
0,75 g
Ne friet, mé mayonaise
en ne curryworst
“Daar kan ik van genieten tot het laatste frietje!” glundert B. En tevreden mag ze zijn, want op drie maanden tijd is er 7 kg af. “Hoe dikwijls ga je dan zo een frietje halen?” vraag ik enigszins uit mijn lood geslagen. “Nu nog maar één keer in de drie weken” is het parate antwoord. Evenwichtig kunnen we dit feestmenu van B niet noemen en wat de juiste ingrediëntenlijst van de curryworst is, weet je waarschijnlijk liever niet! En toch hoeft B dit ‘zondige’ pleziertje niet volledig uit haar menu te schrappen om de prioritaire doelstelling van gewichtsverlies te bereiken. Wel heeft B grondig haar koop en kookgewoonten aan gepast en geniet ze daardoor, naast heel af en toe friet, weer van zelfgemaakte soep, van groenten die al bijna vergeten waren en een “natuur patatje”. Ook de brooddoos werd weer afgestoft om het “broodje kip curry” te vervangen door een paar stevige meergranenboterhammen, belegd met een plak varkensgebraad, mosterd en radijsjes. Zo worden we er nog maar eens op gewezen dat uitsluiten of stigmatiseren van bepaalde voedingsmiddelen niet het antwoord zijn op onze zoektocht naar een gezond gewicht en dat voedingsadvies moet starten bij de eet en leef gewoonten van de patiënt. En, durft u nu opnieuw van een portie frietjes te genieten? L .V .
www.foodinaction.com Geef uw mening en deel ervaring mee op
www.foodinaction.com
food in action - december 2011 > 4 3
Op à het la
menu
Suprême van gebraden duif, gekonfijte boutjes met jus,
ratteaardappelen gekookt met uitjes en crapaudinebieten e e n r e c e p t va n r e s ta u r a n t r o u g e to m at e Lo u i z a L a a n 1 9 0 , 1 0 5 0 B r u s s e L – w w w. r o u g e to m at e . c o m
S.P.E.® Gezondheid-Lust-Evenwicht Zowel de Brusselse als de New Yorkse vestiging van restaurantketen ’Rouge Tomate’ zijn trouw aan de principes van het S.P.E.-charter voor gezonde voeding. S.P.E. staat voor Sanitas Per Escam (gezondheid door voeding) en is het resultaat van een jarenlange samenwerking met vermaarde wetenschappers. Het concept is gebaseerd op de nieuwste onweerlegbare ontwikkelingen in de wetenschap, waardoor chef-koks hun culinaire kunsten tentoon kunnen spreiden in een optimale nutritionele context en met respect voor onze planeet.
ingrediënten voor 2 personen 2 uitgebeende duifjes (450 à 500 g per stuk) 100 g ratteaardappelen n 100 g crapaudinebieten gemarineerd in oude zwarte balsamicoazijn n 4 stukjes gekonfijte tomaat n 100 g uien n 100 g sjalotten n 2 teentjes knoflook n 2 takjes tijm n 20 g tuinkers
enkele truffelschilfers 20 g havermoutvlokken n 1 liter gevogeltefond n 1 liter duivenfond (1 wortel, 1 ui, 2 selderijtakjes, 1 teentje knoflook, 1 kruidentuiltje en het duivenkarkas) n 50 g duivenjus n 1 soeplepel olijf en koolzaadolie n peper en zout
n
n
n
n
4 4 > food in action - december 2011
www.foodinaction.com Meer info over het charter in het dossier “S.P.E. GezondheidLust-Evenwicht” op
www.foodinaction.com
bereiding Laat de karkassen voor de duivenjus 20 minuten op 200 °C kleuren in de oven. Blus ze in water en leg het geheel samen met de grof gesneden garnituur in een kookpot. Laat 2 uur op een zacht vuur koken. Zeef de jus, zet hem opzij en verwijder wat vet indien nodig. Laat de havermoutvlokken 10 minuten in de oven roosteren op 160 °C. n Schil de aardappelen en laat ze 25 minuten in de gevogeltefond koken met de uien en de tijm. Controleer de gaarheid zodat ze vast blijven. n Snij de bieten in reepjes en mix de restjes ervan met oude zwarte balsamicoazijn. n
Konfijt de boutjes 2 uur lang samen met de duivenfond, de sjalot en de look op een zacht vuurtje in een stoofpan. Braad de suprêmes met de olie in de pan. Laat de resterende duivenfond indikken voor de saus. n Plaats het duifje op het bord. Leg aan elke kant de ratteaardappelen en de groenten. Versier met de tuinkers, de stukjes tomaat, de havermoutvlokken, de truffelschilfers en de saus. n
Voedingssamenstelling per portie energie
eiwitten
Totale vetten
Verzadigde vetten
Koolhydraten
Vezels
Cholesterol
511/2140 kcal/kJ
39 g
21 g
4,4 g
43 g
5,3 g
162 mg
Over gastronomie met Chefs alex Joseph en michel borsy Dit herfstrecept doet denken aan de rijke, stevige winterkost uit onze kinderjaren. Omdat de wildsmaak van de duif een echt contrast nodig heeft, hebben we gekozen voor de zoetheid en de gerookte smaak van de crapaudinebiet. De verfijnde truffel en de stukjes gekonfijte tomaat met de natuurlijke zoete smaak van bieten en de frisheid van tuinkers past bij de neutralere ratteaardappel. Voor extra textuur gebruiken we geroosterde havermoutvlokken, die zachtjes knisperen in de mond. Genoeg om de smaakpapillen te prikkelen dus. Smakelijk!
Over nutritionele aspecten met diëtiste Voedingskunde Chloé de Smet allègre Als de herfst, de kou en het grijze weer in het land zijn, doen we ons al vaker eens te goed aan weldadige winterkost, maar die is niet altijd zo goed voor de lijn… Dit seizoensgerecht sterkt echter zowel het moreel als onze gezondheid en vitaliteit. Duif heeft namelijk net als ander gevogelte een goed vetprofiel, met vooral enkelvoudig onverzadigde vetzuren en een matig vetgehalte (ongeveer 5 g per 100 g). Het vlees is ook een goede bron van ijzer, met 4,5 mg per 100 g. De biet levert betalaïne, een antioxiderende verbinding die voor de mooie kleur zorgt en waarvan de biobeschikbaarheid het hele spijsverteringsproces lang hoog blijft. Zoals uit onderzoek blijkt, werkt deze stof ontstekings en tumorremmend in op de huid, de lever en de longen. De crapaudinebiet wordt niet in kokend water, maar in de as gegaard zodat de oplosbare voedingsstoffen deels behouden blijven. Een voorbeeld daarvan zijn folaten (80100 µg/100 g), die dus niet alleen maar in donkergroene bladgroenten zitten! De geroosterde havermoutvlokken geven het recept ten slotte een knapperige toets en zorgen voor oplosbare vezels (bètaglucanen). Met dit smakelijke, complete en evenwichtige gerecht bied je de winterkou het hoofd!
food in action - december 2011 > 4 5
Kookpannen
en proefglaasjes
Lekker én evenwichtig: het nuttige aan het aangename koppelen
in de zoektocht naar de ultieme smaakervaring wordt vandaag steeds vaker een beroep gedaan op de neurobiologie. men bestudeert hoe onze hersenen omgaan met smaakprikkels, om zo producten te verbeteren of nieuwe smaken te creëren. maar dat blijkt niet zo eenvoudig!
H
et wetenschappelijk onderzoek naar smaken beperkt zich al lang niet meer tot het observeren van de gelaatsuitdrukkingen van een testpanel. Technieken als MRIscans (magnetic resonance imaging) leveren heel wat meer informatie op, want die tonen welke delen van de hersenen geactiveerd worden wanneer onze smaakpapillen in aanraking komen met smaakmoleculen. Vandaag weten we dat er niet zoiets bestaat als een specifiek ‘smaakcentrum’ in onze hersenen, noch specifieke hersenzones voor de ver schillende smaken. De ervaring tijdens het proeven van een gerecht is globaal en moeilijk te analyseren, want de gewaar wording gebeurt door een groot aantal receptoren en verschilt enorm van persoon tot persoon. Bovendien spelen ook heel wat andere factoren een rol: wie traag kauwt zal de smaken intenser ervaren, de temperatuur van de tong beïnvloedt de smaakperceptie, enzovoort.
de invloed van zout op de smaak Smaak is dus uitermate verfijnd en complex, wat het niet gemakkelijk maakt om collectieve beslissingen te nemen voor een uiterst persoonlijke ervaring. Neem nu het terugdringen van het zoutgehalte in levensmiddelen. Als we enkel het aspect
4 6 > food in action - december 2011
smaak beschouwen, moet zoutarme voeding het onderspit delven. Zout verzacht namelijk de bittere smaak en versterkt de zoete smaak. Het natriumion in zout zou verantwoordelijk zijn voor dit effect: het verwijdert selectief bitterheid, en wellicht ook andere onaangename smaken, en versterkt de intensiteit van aangename smaken. Het is dus geen smaak versterker, maar een smaakmodificeerder. De precieze rol van de smaakreceptoren is op dit moment nog niet duidelijk, maar wel staat vast dat zout vermijden of het zoutgehalte verlagen niet evident is (er bestaan bijvoorbeeld minstens vijf soorten bitterheid waarop zout een invloed heeft ...), ook al bestaan er tal van gezondere alternatieven om een gerecht op smaak te brengen.
foodpairing Foodpairing is een trend die de voorbije jaren opgang heeft gemaakt in de smaakwetenschap en waarbij producten worden gecombineerd op basis van hun smaakprofiel. De bedoeling is om op die manier nieuwe smaken te creëren. De techniek wordt toegepast door heel wat chefkoks in de moleculaire keuken, in de voedingsindustrie of bij de creatie van nieuwe alcoholische cocktails.
beCauSe NuTriTiON iS a faST-mOViNG SCieNCe
food in action is een publicatie van Karott’ NV, Health media Partners Franklin Rooseveltlaan, 136 1050 Brussel Tel. 02/374.44.24 Fax 02/374.07.24 www.karott.be
[email protected]
Hoofdredacteur Nicolas Guggenbühl, voedingsdeskundigediëtist [
[email protected]]
Verantwoordelijke uitgever Nathalie Dumont, apotheker
redactie Nathalie Dumont [
[email protected]] Nicolas Guggenbühl [
[email protected]] Nicolas Rousseau [
[email protected]] Lut Van Lierde [
[email protected]] Annabelle Boffa [
[email protected]]
Coordinatie en redactiesecretaresse Annabelle Boffa [
[email protected]]
Hebben aan dit nummer meegewerkt Jean Sadouni, Master Trainer Magali Jacobs, diëtiste
Concreet worden de aromatische moleculen van een product geana lyseerd om na te gaan welke eigenschappen het deelt met een ander product, wat leidt tot innovatieve gerechten. Zo past chocolade op aromatisch vlak optimaal bij abrikoos, aardbei en guave… maar ver rassend genoeg ook bij eendenlever, gegrild rundvlees en gebakken kip. Sterker nog, het aromatische profiel van chocolade vertoont zelfs heel wat overeenkomsten met boter, cheddar en blauwe kazen! Interessant is ook dat deze biochemische methode mogelijkheden biedt om vervangproducten te zoeken voor bepaalde bereidingen. Wie plots geen basilicum meer in huis heeft, kan met de juiste com binatie van rozemarijn, salie en pepermunt hetzelfde aromatische basisprofiel creëren. Althans, dat wil de theorie, want deze benade ring wordt door sommige smaakdeskundigen dan weer betwist en te simplistisch bevonden. Nicolas rousseau
Office manager Pascale Denis [
[email protected]]
Publiciteit Charlotte Decorte [
[email protected]] Lut Van Lierde [
[email protected]]
foto’s Shutterstock
druk Structure Production
design en lay-out Grafisme Witold de Campo [
[email protected]]
Oplage 10.700 exemplaren
Verschijning Food in Action verschijnt 4 maal per jaar (november, maart, juni, september). Food in Action paraît également en français. Voor meer informatie betreffende de verdeling:
[email protected] ou 02/374.44.24
Voor meer informatie kunt u terecht op www.foodpairing.com
food in action - december 2011 > 4 7
Zap
agenda
aan tafel! Van de akker tot het bord Tot 3 juni 2012 Tour & Taxis Havenlaan 86C, 1000 Brussel Wat gebeurt er op ons bord? Hongersnood aan de ene kant en obesitas, slechte eetgewoonten en prijzen die de pan uit rijzen aan de andere kant. Bovendien hebben kookprogramma’s nog nooit zo veel kijkers aan de buis gekluisterd. Hoe zal het in 2050 zijn, met 9 miljard mensen op aarde? “Aan tafel!” is een interactieve tentoonstelling van 2000 m2, tot stand gekomen dankzij de medewerking van grote chefs en de Beurs voor landbouw en bosbouw van Libramont. Meer informatie vind je op www.expo-a-table.be
brusselicious 2012 2012 – Overal in Brussel Het jaar 2012 zal volkomen in het teken staan van de Brusselse gastronomie! Alle elementen van de bourgondische Brusselse eetcultuur zullen in 2012 worden belicht, met op de voorgrond traditionele recepten, caracolekraampjes, chocolade, vergeten groenten, frietkoten, ontelbare biersoorten en nog veel meer. Afspraak in de Brusselse restaurants en bistro’s, of op iedere straathoek. Een voorsmaakje vind je op www.brusselicious.be
belgian Society of Cardiology Congress 2 en 3 februari 2012 Square Brussels Meeting Center Kunstberg, 1000 Brussel De Belgian Society of Cardiology organiseert dit jaar haar 31e jaarlijkse bijeenkomst. Het programma neemt twee dagen in beslag en bevat thematische vergaderingen, interactieve cursussen, zes symposia en een gezamenlijke ESC/BSCvergadering waarop de nieuwe richtlijnen van de medische praktijk
4 8 > food in action - december 2011
worden besproken. Bovendien zal de Dumont Prize 2012 ter waarde van maar liefst 40.000 e worden uitgereikt aan een Europese onderzoeker op het gebied van cardiovasculaire geneeskunde die tevens lid is van de European Society of Cardiology. Bekijk het programma op www.bscardio.be
belgian Week of Gastroenterology Van 9 tot 11 februari 2012 Thermae Palace Koningin Astridlaan 7, 8400 Oostende De 24e editie van de Belgische week voor gastro enterologie vindt deze keer in Oostende plaats. Voor het eerst wordt dan ook een plenaire vergadering gehouden, met een overzicht van de beste abstracts uit de Belgische gastroenterologie. Er staat eveneens een onderzoekssessie op het programma, om de interactie tussen onderzoekers en clinici te stimuleren. In de loop van de week worden er bovendien verschillende prijzen uitgereikt. Meer informatie vind je op www.belgianweek.be
european Nutrition and Lifestyle Conference 27 en 28 maart 2012 – Brussel Voor het zesde jaar op rij buigt men zich tijdens deze Europese conferentie twee dagen lang over het Europese beleid ter bevordering van een gezond dieet en een gezonde levensstijl en over het beleid rond obesitas. Tal van internationale sprekers uit de industrie, uit EUlidstaten, uit ngo’s en uit het onderwijs zullen deelnemen aan het interactieve debat. Bekijk het programma op www.voedingscongres.be
Zap
voeding
de juiste vis kiezen Vis is goed voor 15% van onze inname van dierlijke eiwitten. Het Franse gezondheidsagentschap Anses raadt zelfs aan om twee keer per week vis te eten, waar van één keer vette vis. De mens heeft echter al een groot deel van het wereldwijde visbestand uitgeput. Hoe eet je dan vis op een gezonde én ecologische manier? Vis bevat heilzame voedingsstoffen zoals omega 3 en mineralen, maar ook ongewenste en zelfs schadelijke elementen zoals kwik en andere verontreinigende stoffen. Welke soorten vis moeten we kiezen, en welke moeten we mijden? Er bestaan garantielabels zoals het MSCkeurmerk, dat staat voor Marine Stewardship Council. Dat geeft aan dat de vis legaal werd gevangen en dat de vissoort niet bedreigd is. Zowel de toestand van de soort als de voorraad, het beheer van de vis gronden en de vangstmethodes moeten gecontroleerd worden. De volgende nietexhaustieve tabel bevat soorten die duurzaam en onbeperkt geconsumeerd kunnen worden en soorten die in dit verband minder aangeraden zijn. Viel D., “Les poissons – Consommons durable”, Collection Attitude, Editions Amyris, € 8,50, 64 pagina’s, ISBN: 978-2-9303-5398-2.
Onbeperkt, onder bepaalde voorwaarden
Te mijden
Forel: biologisch, regenboogforel
Paling
Atlantische kabeljauw: MSCkeurmerk, Noordelijke IJszee, IJsland
Alaskapollak: noordelijke Stille Oceaan
Pacifische kabeljauw: Alaska, MSC-keurmerk
Roodbaars
Zwaardvis: visserij met harpoenen of met lijnen, noordoostelijke Stille Oceaan, Zuid-Atlantische Oceaan
Steur (kaviaar)
Pacifische heilbot
Blauwvintonijn
Haring: MSC-keurmerk, noordoostelijke Atlantische Oceaan
Schar: visserij met de boomkor
Makreel
Nijlbaars: Oeganda, Kenia, Tanzania
Wijting: visserij met lijnen en met netten, noordoostelijke Atlantische Oceaan
Rog
Pangasius: biologisch
Zeebarbeel: Noordzee, Golf van Biskaje
Atlantische zalm: biologisch
Wilde Atlantische zalm
Tong: visserij met de boomkor, Pacifische zalm: Canada, Verenigde Staten, Alaska, MSC- Ierland, het Kanaal keurmerk Tilapia: biologisch
Geelvintonijn: visserij met de sleeplijn, Indische Oceaan
Zeebaars: visserij met lijnen
Witte tonijn: visserij met de sleeplijn of met de pelagische trawl, Noord-Atlantische Oceaan, Middellandse Zee
“Tijdens deze leuke ontdekking werden onze zintuigen geprikkeld in een mooi, hedendaags decor. En dat van bij het voorgerecht tot aan het dessert, een verfijnde mi-cuit van chocolade! Het plezier en de doordachte keuken voerden ons mee op een zalige culinaire reis.”
Speel net als dominique mee en win een gastronomisch etentje voor twee bij rouge Tomate Elke maand tot juni 2012 kunnen de leden van onze internetcommunity, foodinaction.com, een gastronomische maaltijd voor twee personen winnen in restaurant Rouge Tomate. Beantwoord daarvoor de vraag over het SPE®voedingscharter (Sanitas Per Escam ofte ‘gezondheid door voeding’) dat bij Rouge Tomate wordt toegepast, en beantwoord ook de schiftingsvraag. Zo maakt u kans op een voorgerecht, hoofdgerecht en dessert naar keuze (zonder dranken), en dat voor twee personen.
Surf snel naar www.foodinaction.com ! Rouge Tomate - Louizalaan 190, 1050 Brussel – www.rougetomate.com