De kracht van de keten Uit alles blijkt dat we nu definitief het tijdperk van duurzaamheid zijn ingegaan. Want als zelfs de competitieve Nederlandse papier- en kartonbranche op haar jaarlijkse VNP ledenvergadering een bijeenkomst met grote en kleine spelers uit de keten organiseert, om te praten over het beter benutten van de kracht in de gehele keten, dan is het menens. Papierproducenten, recycle- en afvalbedrijven, milieudeskundigen, drukkers, uitgevers, ambtenaren en vertegenwoordigers van groothandels, bioindustrie en verpakkingsindustrie kwamen bijeen in Kasteel Wittenburg in het bosrijke Wassenaar. Dit om met alle ketenschakels samen te discussiëren over de verduurzaming van de keten. Waar gaat het om? Tijdens de goedbezochte bijeenkomst werden de volgende doelstellingen genoteerd: •
‘We moeten in de keten onze eigenbelangen overstijgen, en een kentering teweegbrengen’
•
‘Zorgen voor jezelf maar ook voor elkaar. Met een overheid die het bedrijfsleven stimuleert om zelf vernieuwingen door te voeren. Daar ligt de kracht en daar moet de ambitie dus ook liggen’
•
‘Cradle to cradle, het principe dat van alle grondstoffen die je gebruikt niets ongebruikt mag overblijven, staat nu centraal.’
•
‘We moeten de burger dus overtuigen dat hij gelijk heeft. Door hem te overtuigen met producten die mooi, duurzaam en voordelig zijn’
•
‘Je moet eisen stellen aan jezelf en aan de ander, zodat je samen weer een nieuwe norm stelt voor de rest. Zo verander je de keten.’
•
‘De enige manier is het opstellen van een mission statement. Iedere werknemer en stakeholder betrekken in de doelstellingen, en zo een eenheid creëren.’
•
‘Combineer de targets van sales en van maatschappelijk verantwoord ondernemen, en lever het beste product. Daar zal iedereen van profiteren.’
Eigenbelangen Mees Hartvelt opende als voorzitter van de Koninklijke VNP de middag met de stelling dat het tijd wordt om samen te werken, bij elkaar in de keuken te kijken en van elkaar te leren. `We moeten in de keten onze eigenbelangen overstijgen, en een kentering teweegbrengen`, stelde hij. Dat zou naar zijn mening een ongekende prestatie zijn in Nederland en een fantastisch voorbeeld zijn voor andere branches. ‘We moeten veel beter samenwerken binnen de BV Nederland. Laat deze middag de kick off van die ambitie zijn. Wat ik van een ander leer hoef ik niet zelf uit te vinden`. Moderator Fred Bakker van FD Intelligence introduceerde hierop de eerste spreker: Bram van de Klundert. Gepokt en gemazeld op het snijvlak van politiek, wetenschap en ambtenarij, maar vandaag in de hoedanigheid van filosoof. ‘Hoe is duurzaamheid een succes geworden?’, vroeg hij. Dat heeft volgens Van de Klundert alles te maken met het niet langer geloven in een maakbare wereld. De sociale utopie, de ideologisch betere wereld, lijkt ten grave gedragen. Wat resteert is het besef dat we de wereld wel beter kunnen laten werken. Zonder overheid die hoeft vorm te geven.. Maar met techniek als vooruitgangsideaal en de mensheid als roerganger. Samen kunnen wij werken aan de technische utopie. Empathie Daar is empathie voor nodig, het diep in onze genen nestelende verlangen om voor elkaar te zorgen. Volgens Van de Klundert zijn mensen altruïsten, en kunnen we dus als vanzelfsprekend maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het sociaal Darwinisme dat Reagan en Thatcher introduceerden via de harde marktwerking van de jaren 80 was een misvatting is tegen onze natuur. Weliswaar voortkomend uit dezelfde gedachte – de overheid mag niet sturen – maar met egoïsme als kernwaarde. Het is volgens Van de Klundert tijd om samenwerking centraal te stellen. Zorgen voor jezelf maar ook voor elkaar. Het ideaal van een meer efficiënte wereld waarin alles elkaar precies kan onderhouden – sustainable – kan door de samenleving gedragen worden. Met een overheid die het bedrijfsleven stimuleert om zelf vernieuwingen door te voeren. Daar ligt de kracht en daar moet de ambitie dus ook liggen. Een bijeenkomst als deze is daar het beste bewijs van. En om dat te onderstrepen diende het verhaal van Henk van Houtum, directeur van het gelijknamige familiebedrijf. Kleinschalig, maar groot in innovatieve oplossingen voor betere toilethygiëne met uitzonderlijke milieuprestaties. Tissues en toiletpapier sinds 1935, met een inmiddels zeer duurzame bedrijfsvoering. Dare to be black is het credo van hun laatste vernieuwing: 100% Cradle to Cradle toiletpapier. Het enige hygiënepapier ter wereld dat CO2-neutraal geproduceerd wordt en de keurmerken FSC recycled, Europees Ecolabel en Cradle to Cradle (C2C) mag voeren.
Stroomversnelling Maatschappelijk verantwoord ondernemen zit het bedrijf in het bloed. Maar nu People, Planet en Profit opgeld doen als het motto van de nieuwe tijd is Van Houtum in een stroomversnelling terecht gekomen. Personeel wordt gestimuleerd om zich te ontwikkelen en mee te denken. Er wordt reeds 45 jaar gebruikgemaakt van recycled papier, maar pas nu durft het bedrijf daarover te vertellen. Weinig water- en stroomverbruik, weinig CO2-emissie en afval dat opnieuw wordt ingezet. Zo wordt het ontinktingsresidu dat Van Houtum vroeger noodgedwongen moest stortten of verbrandden, nu hergebruikt in karton van Smurfit Kappa Roermond Papier. C2C, het principe dat van alle grondstoffen die je gebruikt niets ongebruikt mag overblijven (of alle afval grondstof is), staat nu centraal. En daar is het bedrijf trots op. Alle productieprocessen zijn aangepast. En samenwerking met voorheen concurrenten loopt steeds beter. Door de productieprocessen op elkaar aan te laten sluiten kan veel meer winst – op alle vlakken – worden behaald. Een pilotproject met Van Gansenwinkel, dat oud papier ophaalt waarmee Van Houtum aan de slag kan, is daarvan een van de voorbeelden. En nu ook de provincie Limburg meedoet begint daar een duurzame keten te ontstaan. Een voorbeeld van hoe het ook kan. En moet zijn, besloot hij. Cradle to Cradle Na deze optimistische verhalen ging Fred Bakker met beide heren in gesprek. Van de Klundert stelde dat er de afgelopen vijf jaar enorme sprongen zijn gemaakt in de beperking van energieverbruik. En ook Van Houtum zei verrast te zijn door wat er allemaal mogelijk blijkt. Als je maar wilt. Cradle to cradle bleek voor zijn bedrijf simpelweg de beste oplossing. Tot 2004 lag de nadruk altijd op groei en dat resulteerde juist in veel verliezen. Als kleine speler moesten ze zich gaan onderscheiden, en die bleek met duurzaamheid reeds in het bedrijf besloten te liggen. Door goed naar de klanten te luisteren kwam de focus op loyaliteit en service op het vlak van Business to Business te liggen, met een geld- terug- garantie. Dat levert vertrouwen op en ook dat is duurzaam. Daarom is een level playing field ook van belang, vulde Van de Klundert aan. Daar ligt een rol voor de overheid, om `punten aan de horizon te zetten`. Wanneer de overheid zich opstelt als partner, kaders en regels stelt en daarna het bedrijfsleven de ruimte geeft om tot de beste oplossingen te komen, dan zal van daaruit vanzelf investering en dus vernieuwing komen. `Een woud van regels werkt niet`, zei Van Houtum. De overheid moet het goede voorbeeld geven door zelf duurzaam in te kopen in plaats van subsidies te verstrekken. In Limburg werkt dat.
Schapen Sterke schakels zijn momenteel de eindgebruiker en de leveranciers van grondstoffen. Daartoe nam Van Houtum zelf het initiatief. Iedereen binnen het bedrijf wilde iets doen met oud papier. En dus werd Van Gansewinkel gevraagd. Die waren bovendien sterk in C2C. Zo werd de ketengedachte versterkten groeide het besef onder de eigen mensen dat het kan. Zo vroeg een van de operators of hij zijn schapen kon laten grazen in het naastgelegen weiland, in plaats van de maandelijkse maaibeurt. `Die heeft het dus begrepen`, zei Van Houtum. `De overheid moet koplopers belonen en achterblijvers een schopje geven`, vond Van de Klundert. Waar de burger het mooiste en duurzaamste papier wil, daar let de consument op de prijs. En gaat vervolgens voor de kiloknaller. We moeten de burger dus overtuigen dat hij gelijk heeft. Door hem te overtuigen met producten die mooi, duurzaam en voordelig zijn, vulde Van Houtum aan. Maar dat blijft voorlopig wel kleinschalig. Supermarkten denken nu eenmaal niet duurzaam. En daar werkt Van Houtum dan ook niet mee samen. C2C moet geen marketingtruc zijn, maar diep verankerd zijn in de filosofie van je bedrijf. Alleen dan heeft het een kans. En de overheid zal dat moeten ondersteunen, zodat investeringen in die richting gemaakt kunnen worden, besluit Van de Klundert. Sustainability directors Na een korte pauze volgde een kringgesprek met enkele partijen uit de gehele keten. Jo Cox, plantmanager bij Smurfit Kappa Roermond Papier, meldde dat steeds meer eindgebruikers eisen aan hun leveranciers stellen. Sustainability directors van bijvoorbeeld Unilever en Campina komen maandelijks langs om daarover te praten. Omdat het bedrijf veel water en energie verbruikt, en veel afval produceert, moest daar dus naar gekeken worden. En met resultaat: tarwezetmeel wordt ingezet om papier te verbeteren, reststroom wordt gehaald uit de aardappelindustrie en technologie wordt ontwikkeld om het meer duurzame bomen te gebruiken. Maar ook slimmere verpakkingen, om meer dozen per pallet te verwerken en dus minder transportkilometers te maken. Die worden in eigen beheer ontwikkeld. En inmiddels produceert Smurfit Kappa Roermond Papier hoogwaardige brandstoffen en groen gas naast de core business, en worden grondstoffen optimaal benut en uitgeput. Maar ook de band met de klant groeit verder en vraagt om openheid. `Je moet jezelf blootgeven, en dat vraagt moed` stelde Cox. Je hebt elkaars technieken nodig. Dat beaamde de heer Lingbeek vanuit de zaal. Als concurrent van Smurfit Kappa Roermond Papier denkt ook zijn bedrijf SCA De Hoop nu in oplossingen, en dus in samenwerking. Je moet eisen stellen aan jezelf en aan de ander, zodat je samen weer een nieuwe norm stelt voor de rest. Zo verander je de keten.
Mission statement Volgens Hartvelt, algemeen directeur van Crown Van Gelder, is dit de enige manier: het opstellen van een mission statement. Iedere werknemer en stakeholder moet worden betrokken bij de doelstellingen, om zo een eenheid te creëren. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de business. Want die heeft sinds 2000 flink onder vuur gelegen door digitalisering en dematerialisatie. Door te komen met nieuwe producten vinden we dus ook weer nieuwe klanten, stelde hij. En dat gaat goed, tot nu toe. De branche is zich aan het vernieuwen. Gert Rieder is milieuconsultant bij papiergroothandel Antalis, en zag in de afgelopen vijftien jaar veel vooruitgang. Steeds meer partijen gaan meedenken en transparant samenwerken. Dat schept vertrouwen. En je hebt het voordeel van 20 R&D afdelingen, die allemaal hun bijdrage leveren. Zo kunnen de steeds scherper wordende eisen van klanten tegemoet worden getreden. De financiële sector bijvoorbeeld, die daarin voorop loopt zoals de Rabobank. Rabobank De Rabobank eist volledige transparantie en alle cijfers over emissies, uitstoot en energie. Vervolgens wordt de papiersoort gekozen. `Er wordt aan onwillige fabrieken duidelijk gemaakt dat hun partij niet afgenomen zal worden` En dat helpt steeds vaker. Hartvelt relativeerde dit enigszins omdat ook de Rabobank nog een afweging maakt tussen FSC-label en prijs. Of je nu een technoloog meeneemt die volledig doorgezaagd kan worden over cijfers maakt dan niets uit. Je moet een totaalpropositie leveren, met de beste combinatie. En daarom is transparantie van belang, zei Rieder. Combineer de targets van sales en van maatschappelijk verantwoord ondernemen, en lever het beste product. Daar zal iedereen van profiteren. Izo Hoijtink , directeur bij drukkerij Roos en Roos, kon vertellen dat drukkerijen al lang niet meer vervuilend zijn. `Wij zijn een hele schone industrie`. Deels door technologische ontwikkeling, deels door convenanten met de overheid. Maar het eindproduct mag eigenlijk nooit geld kosten, en dat is jammer. Multinationals hebben wel beleid in deze, maar veel kleinere partijen niet. En ook de overheid doet er veel te weinig aan, vond Pieter Kers, eigenaar van duurzaamuitgeven.nl en uitgeverij Het Vlakke Land. `De moed zakt je in de schoenen als je de richtlijnen bekijkt`. Als kleine ondernemer moet je alles zelf verzinnen, meende hij. En er is heel weinig stimulans voor medewerkers en leveranciers van de overheid om mee te denken.
Bedrijfsleven Maar het bedrijfsleven laat zich niet tegenhouden, merkte Hoijtink strijdbaar op. Zijn bedrijf heeft samen met AKZO het thema duurzaamheid in het gehele stationary traject belangrijk gemaakt. CO2 neutraal en met een minimalisatie aan transportbewegingen, terwijl er toch een wereldwijde uitrol heeft plaatsgevonden. Dat kan dus wel. En mevrouw Van der Burg vertelde vanuit de zaal namens TNT Post dat haar bedrijf met de gehele branche praat over een keurmerk, om fysieke post te verduurzamen in de hele keten. De verzender mag, mits hij aan een aantal duurzaamheideisen voldoet, een logo te plaatsen. De conceptcriteria zijn FSC of PEFC papier, 50 procent gerecyclede papiervezels, schone inktsoorten en motoren, minder transportkilometers en bewuster, milieuverantwoordelijk chauffeurgedrag. Volgens uitgever Pieter Kers kennen uitgevers een lastige relatie met de keten. Volgens hem staan uitgevers met hun rug naar de keten gericht. Uitgevers hebben evengoed te kampen met moeizame tijden. Hun product mag nu eenmaal niet te duur zijn. Ook zij willen FSC papier en volledig plantaardige inkt. Er moet wat te kiezen zijn. Dan kunnen zij eisen gaan stellen en zo hun verantwoordelijkheid nemen. Als voorbeeld gaf hij het maken van een publicaties in het buitenland terwijl dat ook hier kan. Uitgevers zouden ontwerpers moeten wijzen op hun keuzes. Ook ontwerpers hebben een morele verplichting. Zij moeten Cradle to Cradle omarmen, vanuit het ontwerp al denken aan de situatie waarin hun product afval wordt en als grondstof voor een nieuw product kan worden ingezet. Daarin kunnen zij mede hun creativiteit tonen. Leerproces Van Houtum stelde nogmaals dat je als producent jouw klant moet helpen om zijn business te verbeteren. Door een beter product te bieden. `Dan is de prijs ook niet meer van belang`. Hartvelt voegde hieraan toe dat je begrip moet durven vragen voor de gedeelde belangen en de vraag moet stellen of jouw klant niet dezelfde problemen heeft. Dan kun je gaan samenwerken en kennis delen. De keten zit in een leerproces, besloot Hartvelt de middag. En dat was in de zaal voelbaar. `We spreken elkaar normaliter niet zo aan`. Maar de eerlijkheid is opbouwend, we hebben elkaar nodig om verder te komen. Door ons kwetsbaar op te stellen kunnen we van elkaar leren. `We willen allemaal een winstgevende industrie, waar mensen met plezier in werken en waar we trots op kunnen zijn. Daar is hier het begin van te zien. En dat heeft tijd nodig`. Er is veel te winnen voor de sector en daarmee voor de gehele economie en samenleving. partners in de papier en kartonketen moeten meer over elkaars schutting durven kijken. Deze bijeenkomst was daar een eerste blijk van. De komende jaren moeten uitwijzen in hoeverre de industrie vervolg geeft aan deze eerste stap. Daar is de hele keten voor nodig. En iedereen uit die keten is dan ook uitgenodigd.