De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
De klant centraal Jaarplan 2004
© Kennisnet
1 / 53
2 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
1
Inleiding
3
2
Omgevingsanalyse 4
2.1
Onderwijs 4
2.2
Internet
2.3
Politiek – Bestuurlijk
2.4
Ervaringen met Kennisnet in 2003
2.5
Conclusies 8
3
5
Visie
10
3.2
Missie
11
3.3
Strategie
12
Sectoren
10
13
4.1
Primair onderwijs
4.2
Voortgezet onderwijs
4.3
Beroeps en volwasseneducatie
4.4
Algemeen 22
5
7
Visie, missie en strategie Kennisnet
3.1
4
7
15
Producten en diensten
16 18
25
5.1
Portal- en portalcomponenten
5.2
Zoeken en Vinden
5.3
Entree
5.4
ThinkQuest 31
5.5
Diensten op het Platform voor Content en Diensten
5.6
Adviesproducten
32
5.7
Marktonderzoek
33
6
25
25
26
Innovatie en Ontwikkeling 35
6.1
Innovatie en ontwikkeling
35
6.2
Het ontwikkelproces (1)
35
6.3
Het doen van onderzoek (2,3)
6.4
Ontwikkeling bestaande en nieuwe diensten (4)
6.5
Innovatie buiten Kennisnet
7
36
40
Techniek en Infrastructuur 42
7.1
Techniek en Infrastructuur
7.2
Platform Content en Diensten (PCD) 42
7.3
Portal Techniek en Beheer
43
7.4
Interne Automatisering
44
8
Bedrijfsvoering en Control
8.2
Bestuur en Beleid
45
8.3
Communicatie
46
10
42
Staf 45
8.1
9
32
45
Organisatie 48 Financiën 50
Bijlage A:
Doelstellingen Kennisnet 2004
52
38
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
1
Inleiding
Kennisnet staat op de drempel van een nieuwe fase. In de eerste fase (2001-2004) heeft Kennisnet een goede basis gelegd bij de primaire doelgroepen in het onderwijs. Het gebruik van de portal is toegenomen, de dienst voor authenticatie en autorisatie (Entree) is ontwikkeld en de het contract met nl.tree maakt plaats voor marktwerking waardoor scholen hun eigen ISP kunnen kiezen. In het meerjarenplan (2002 – 2005) heeft Kennisnet haar meerjarenstrategie tot en met 2005 neergelegd. Deze strategie stond aan de basis van de eerste fase. Deze strategie is weergegeven in onderstaande figuur.
•
Figuur 1 geeft inzicht in de bouwstenen van Kennisnet: dit zijn de gebieden waarop Kennisnet zich een rol toedicht. Dat blijft zo in de toekomst.
•
In figuur 2 is de strategie van krijgen, kiezen, kopen afgebeeld. Deze strategie heeft zijn oorsprong in de portal, maar geldt inmiddels ook voor de infrastructuur. De Kennisnetdiensten zoals Entree maken het mogelijk om van krijgen naar kiezen en uiteindelijk kopen te gaan.
•
In figuur 3 is de context weergegeven. Nu de basisvoorziening ict in onderwijs steeds meer als gerealiseerd beschouwd kan worden, vragen onderwijsinstellingen veel verschillende soorten ondersteuning. De context klapt om van een collectieve gelijkvormige vraag waar met een gelijk aanbod in infrastructuur, diensten en content kan worden volstaan, naar een steeds meer gedifferentieerde vraag.
Na de eerste 2 jaar is het tijd om de balans op te maken en de gevolgde strategie opnieuw tegen het licht te houden. De tweede fase van Kennisnet is cruciaal. Kennisnet zal zich blijvend moeten verankeren in het onderwijs en op tal van punten versterkt moeten worden, met name op daadwerkelijk gebruik in het primaire proces. De evaluatie van Kennisnet in 2004 door het ministerie van OCW zal in belangrijke mate de opmaat zijn naar de positie van Kennisnet na 2005. Dan loopt immers de eerste periode van financiering door OCW af. Kortom 2004 is voor Kennisnet een doorslaggevend jaar. Dit jaarplan geeft een overzicht van visie, strategie en activiteiten in dit belangrijke jaar. In hoofdstuk twee wordt allereerst een beschrijving gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen in de omgeving en de ervaringen van het jaar 2003. De conclusies uit dit hoofdstuk vormen de basis voor de visie, missie en strategie (hoofdstuk 3), die op haar beurt de activiteiten in de verschillende sectoren (hoofdstuk 4), voor de verschillende producten (hoofdstuk 5, 6 en 7) en de communicatie daarover bepalen. Natuurlijk komen in de laatste hoofdstukken ook de organisatorische en financiële kaders aan bod.
3 / 53
4 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
2 2.1
Omgevingsanalyse
Onderwijs In de omgeving van Kennisnet zien we in het onderwijs op hoofdlijnen de volgende ontwikkelingen. Deze zijn onder vier noemers te vangen. Mismatch tussen vraag en aanbod De belangrijkste taak van het onderwijs is het voorbereiden van leerlingen op hun toekomstige plaats in de maatschappij. Leerlingen worden daartoe uitgerust met kennis en vaardigheden om in de toekomstige maatschappij een eigen rol te vervullen. De maatschappij is constant in beweging met steeds veranderende problemen. Of het nu gaat om technologische vernieuwingen of de steeds veranderende uitdagingen van de multiculturele samenleving, van het onderwijs wordt verwacht dat zij daar een antwoord op heeft en leerlingen daarop voorbereidt. Het onderwijs blijkt daar echter niet in voldoende mate toe in staat. Veranderingen in het onderwijs verlopen traag en een daadwerkelijk antwoord op de veranderende maatschappij biedt het onderwijs nog niet. De leerling centraal Mede in antwoord op deze mismatch tussen vraag en aanbod tracht het onderwijs in toenemende mate de leerling een centrale plaats in het leerproces geven. •
Gevolg van het centraal stellen van de leerling is een grotere nadruk op het leerproces. Dat is in de BVE-sector al ver gevorderd. In het VO is met de invoering van de Tweede Fase en de herziening van de basisvorming ook een duidelijke trend ingezet. De eindtermen en kerndoelen worden hierop aangepast. In het primair onderwijs worden de kerndoelen ook meer en meer geformuleerd in termen van leergebieden en procesvaardigheden. In de BVEsector speelt de herziening van de kwalificatiestructuur in het kader van competentiegericht onderwijs.
De docent als coach
•
Het kind in de traditionele schoolomgeving
De grotere nadruk op het leerproces en de leerling die daarin centraal staat vraagt om een duidelijke toets van inhoud en vaardigheden. In het PO neemt de nadruk die op de eindtoets gelegd wordt toe, evenals de discussie daarover. Ook in het VO wordt steeds meer op verschillende manieren geëxamineerd, zowel tussentijds als aan het eind, zowel traditioneel als met de inzet van ict.
•
Nadruk op het leerproces vraagt ook om andere werkvormen en andere vaardigheden. Met de invoering van verschillende onderwijsvernieuwingen in het primair en voortgezet onderwijs wordt van docenten en scholen gevraagd om onderwijs op maat met soms andere inhouden in de klas vorm te geven. Dat blijkt een lastig proces dat menig manager hoofdbrekens kost. o
In het PO speelt dat vooral rond de vraag naar Onderwijs op Maat. Vanuit het beleid van Weer Samen Naar School volgen zoveel mogelijk kinderen met leer- en gedragsproblemen onderwijs in reguliere basisscholen, er is een grote diversiteit in
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
niveau en leerstijlen van leerlingen die vaak in één groep zijn samengevoegd en de culturele verscheidenheid in de verschillende groepen is groot. Onderwijs op maat is noodzakelijke voorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs. o
In het VO moeten de onderwijsvernieuwingen, die met de Tweede Fase, invoering VMBO en nu de herziening van de basisvorming zijn ingezet, nog concreet in het primaire proces worden vertaald.
o
In de BVE-sector is de leerling, met name in de beroepsbegeleide leerweg al in hoge mate verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Maar het daadwerkelijk in alle soorten onderwijs binnen de BVE-sector een beroep doen op procesvaardigheden bij studenten blijkt lastig. Daarnaast is hier de trend naar kleinschalig willen zijn binnen de vaak kolossen van instellingen duidelijk te zien. Ook dit heeft zijn weerslag op het primaire proces.
Speciale aandacht in de BVE-sector is er uiteraard voor de herziening van de kwalificatiestructuur ten behoeve van competentiegericht leren en de versterking van de beroepskolom. Dat vraagt van deze sector veel aandacht en betreft een fundamenteel herontwerp van het beroepsonderwijs. Verandering in de schoolorganisatie In aansluiting op het centraal stellen, kiezen veel onderwijsinstellingen ervoor de schoolorganisatie op een andere wijze in te richten om de genoemde mismatch op te lossen. •
Sommige scholen kiezen voor een radicale stap waarin ze hun onderwijsconcept en de inrichting van hun school in één keer omgooien en de leerling in één keer centraal stellen. Voorbeelden hiervan zijn slash 21, Iederwijs en de Nieuwe Basisschool. Andere scholen maken hun veranderingen meer stapsgewijs door.
•
Bestuurlijke professionalisering is het meest duidelijk aanwezig in het PO, waar met de vorming van bovenschools management, fusies en de invoering van de lump sum financiering veel van managers gevraagd wordt. In het VO en de BVE-sector is versterking van de beroepskolom een belangrijk issue, waarbij afspraken tussen verschillende onderwijssectoren, instellingen en bedrijfsleven veel aandacht vragen. In het VO zijn daarnaast de ontwikkeling in de zorgstructuur bestuurlijk uitdagend.
De school als klant •
Het onderwijs heeft te maken met een grote hoeveelheid partijen die aan hen diensten leveren. Van meubilair tot pennen tot ict-diensten. Al deze partijen benaderen het onderwijs op een zakelijke en klantgerichte manier. Dat is dus wat het onderwijsveld gewend is en zij zullen van stichting Kennisnet hetzelfde verwachten;
•
Het onderwijs heeft zich op ict-gebied in rap tempo geprofessionaliseerd. Zij zijn in staat de eigen keuzes en afwegingen in hun ict-dienstverlening te maken en zijn daar volop mee bezig.
2.2
Internet Het speelveld waarin Kennisnet opereert bestaat uit een aantal bouwstenen: content, diensten en infrastructuur (de verbinding met het internet). In onderstaand figuur is dit grafisch weergegeven.
5 / 53
6 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Internet is allang geen hype meer. Het is volop aanwezig in huishoudens, bedrijven en op scholen en de tijden dat er alleen met het woord internet deuren open gingen, zijn definitief voorbij. Internet is een middel dat net als elk middel zijn toegevoegde waarde moet bewijzen. Op de markt voor internettoegang is er voldoende aanbod waaruit scholen een eigen keuze voor de internetverbinding en bijbehorende diensten kunnen maken. De internetinfrastructuur is wijd verbreid. Opvallend is dat als mensen of instellingen gebruik maken van een breedbandige verbinding er ook meer gebruik wordt gemaakt van content en internet, en dat de toepassingen die gebruikt worden steeds zwaarder worden. De content maakt een ontwikkeling door van statische content naar dynamische content, van hiërarchisch geordende content naar een content die op een geaggregeerd niveau wordt aangeboden, en van content die als één versie `uitgezonden wordt’ naar de gebruikers naar content die
statisch statisch hiërarchisch hiërarchisch broadcast broadcast informatie informatie
dynamisch geaggregeerd/portal gepersonaliseerd transactie
gepersonaliseerd aan de eindgebruiker wordt aangeboden. Tot slot is de content steeds minder gericht op het
1999
2005
zuiver verstrekken van informatie. Met gepersonaliseerde content die aan de gebruiker wordt aangeboden zal het steeds vaker om interactie en het aangaan van een transactie gaan. De ontwikkelingen op het gebied van content vragen veel van de diensten die ervoor moeten zorgen dat de content uiteindelijk op gebruikersvriendelijke manier bij de eindgebruiker komt en die diensten die de eindgebruiker mogelijkheden bieden om eigen ontwikkelde content weer op gebruikersvriendelijke wijze aan te bieden aan andere gebruikers.
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
2.3
Politiek – Bestuurlijk In de politiek bestuurlijke omgeving is het een turbulente periode geweest. In het huidige regeerakkoord neemt de kenniseconomie een belangrijke plaats in en heeft het onderwijs extra middelen gekregen ten behoeve van de internetvoorzieningen op scholen. Kijkend naar de wijze waarop de overheid omgaat met verzelfstandigde instellingen is al geruime tijd een trend naar vraagfinanciering waar te nemen. Deze trend zet zich onverminderd voort, evenals de trend om de verantwoordelijkheden voor ict in onderwijs bij het onderwijs zelf te leggen. Tegelijkertijd wordt erkend dat er publieke taken in internetland zijn. Naast de subsidies die worden verstrekt aan initiatieven om breedbandtoegang tot internet te realiseren, zijn er ook diverse initiatieven om marktontwikkeling op het gebied van content op gang te brengen en is de overheid zelf ook actief om, met de inzet van internet, burgers op een betere manier van hun dienstverlening te voorzien. Ook voor het onderwijs ligt er een publieke opdracht. Naast het beschikbaar stellen van voldoende middelen voor inkoop van ict-voorzieningen, zijn dat ook de publieke kanalen om het onderwijs te ondersteunen bij de inzet van ict en internet in hun primaire en secundaire processen. Naast Kennisnet begeeft ook Ict op School zich op dit terrein, zij het met een andere opdracht dan Kennisnet. In de relatie met de belangrijkste financier (ministerie van OCW) zit zowel Kennisnet als OCW in een spanningsveld. De echte opdrachtgever van Kennisnet is het onderwijs. Daar moet Kennisnet uiteindelijk de waardering krijgen die haar voortbestaan rechtvaardigt, maar de middelen om dit te bereiken worden niet door het onderwijsveld verstrekt, maar door OCW.
Ervaringen met Kennisnet in 2003 Totale Portal 600,000
500,000
Aantal bezoeken per week
2.4
400,000
300,000
200,000
2003 2002
100,000
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
Over de breedte genomen is een belangrijke stijging in bekendheid, gebruik en waardering van de Kennisnetportal en bijbehorende tools waar te nemen. In bijlage A zijn de resultaten van 2003 en de kwantitatieve doelstellingen voor 2004 opgenomen. •
Buiten deze resultaten komen uit de NIPO-gegevens en de ervaringen in 2003 een aantal duidelijke trends naar voren.
•
Docenten hebben het gevoel dat hun computervaardigheden relatief gezien afnemen. Zij zijn weliswaar gemotiveerd om Internet in de les te gebruiken, maar geven aan dat zij nog onvoldoende met een computer overweg kunnen. Het aantal docenten dat aangeeft weinig
7 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
vertrouwen te hebben in hun eigen computervaardigheden ligt in alle sectoren rond de 50%. In het PO neemt het vertrouwen in de computervaardigheid zelfs af. •
Docenten geven aan dat zij behoefte hebben aan ondersteuning bij de inzet van ict in de klas. De meeste docenten beschouwen dit als een taak van de ict-coördinator, maar de ictcoördinator deelt deze opvatting vaak niet. Zij lijken het als hun primaire taak te zien om de ict-voorziening op de onderwijsinstelling te onderhouden. In aansluiting daarop is gebleken dat er grote verschillen kunnen bestaan tussen de wijze waarop en de mate waarin de verantwoordelijkheden voor ict-gerelateerde zaken binnen verschillende instellingen en tussen de verschillende sectoren zijn belegd. Met name in de BVE-sector en het VO is dit vaak op zeer verschillende manieren georganiseerd.
•
Het aantal opdrachten dat leerlingen met behulp van de computer moeten oplossen wordt groter, maar de daadwerkelijke inzet van de computer en internet in de klas blijft een probleem. Kennisnet wordt mondjesmaat gebruikt bij de formulering en oplossing van deze opdrachten.
•
De leerling kent Kennisnet beter dan vorig jaar, maar op het punt van gebruik valt nog steeds veel winst te behalen. Een groot deel van de leerlingen geeft ook dit jaar aan Kennisnet via de docent te kennen. De docent blijft dus een goede ingang naar de leerling.
•
Hoewel Kennisnet bij bijna alle doelgroepen in de verschillende sectoren inmiddels bekend is, ontbreekt het vaak aan voldoende kennis van de verschillende functionaliteiten van Kennisnet. De vertaalslag van naamsbekendheid naar ‘inhoudelijke’ bekendheid met Kennisnet is noodzakelijk voor het feitelijk gebruik en het imago van Kennisnet. Overigens worden de mogelijkheden van Kennisnet wel als belangrijk ervaren.
2.5
Conclusies Deze ontwikkelingen in de omgeving van Kennisnet en de ervaringen van 2003 hebben zowel belangrijke consequenties voor Kennisnet als organisatie, als voor de te volgen strategie naar het onderwijs. Conclusies voor strategie naar de klant •
Aanwezigheid in en ondersteuning van het leerproces is nog onvoldoende, terwijl daar wel de nadruk op ligt.
•
De docent heeft het gevoel de computervaardigheden onvoldoende te bezitten.
•
Daadwerkelijke toepassing van ict en internet in de klas blijft een bottleneck voor docenten.
•
Er is onvoldoende bekendheid met het Kennisnetproductportfolio en wat je daarmee kunt in de klas.
•
Er is behoefte aan ondersteuning bij het daadwerkelijk vormgeven van onderwijsvernieuwing in het primaire proces.
•
Er is een aantal zeer innovatieve scholen die een volledig nieuw onderwijsconcept in één keer proberen te realiseren.
Conclusies met gevolgen voor de Kennisnetorganisatie •
Publieke taken: er zijn publieke taken op het gebied van internet en onderwijs te onderscheiden: er is behoefte aan een publieke dienstverlener voor internet en onderwijs. Kennisnet moet inzichtelijk maken wat de publieke taken zijn die zij vervult en voor welke van die taken zij centrale financiering nodig zal hebben.
•
Klant centraal: Ook al gaat het om publieke taken: Kennisnet zal meer dan ooit de klant centraal moeten stellen. Het onderwijs heeft zich ontwikkeld tot een mondige consument op ict gebied en verwacht van Kennisnet een zakelijke en efficiënte aanpak en de consumenten in het onderwijs zullen elke dienst op de directe toegevoegde waarde voor de eigen situatie beoordelen.
•
Betaalde diensten: De ultieme keuze van de klant wordt bevestigd als die klant ook bereid is de eigen portemonnee te trekken voor de aangeboden diensten. De toegang tot internet en dus de Kennisnetdiensten is gewaarborgd door de middelen die voor het onderwijs beschikbaar zijn gesteld, onderwijs zal internet meer gaan gebruiken als zij een nog betere
8 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
breedbandige toegang tot internet hebben. Voor de taken waarvoor dit mogelijk is moet Kennisnet zich voorbereiden op vraagfinanciering. •
Personalisering: de trend naar personalisering zet onverminderd voort en de diensten van Kennisnet zullen deze ontwikkeling moeten ondersteunen;
Bovenstaande conclusies bepalen de strategie die Kennisnet voor de eigen organisatie uitstippelt (hoofdstuk 3) en de vertaling daarvan naar de inrichting van de organisatie (hoofdstuk 9).
9 / 53
10 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
3 3.1
Visie, missie en strategie Kennisnet
Visie Als Kennisnet vanuit een goede basis aan een tweede fase wil beginnen is een duidelijke beschreven visie, missie en strategie noodzakelijk. Deze visie, missie en strategie worden gevoed vanuit de omgevingsanalyse. Centraal daarin staat de leerling van de toekomst en de wijze waarop die leerling zijn of haar leerproces organiseert. In de toekomst zal, veel meer dan nu het geval is, het kind aan het stuur zitten van zijn eigen leerproces; “[de leerling] beïnvloedt het leerpad, het leertempo, de kenmerken van de leeromgeving en de leermethode en doet dat in wisselwerking met het ter beschikking gestelde materiaal.”
1
In deze figuur zijn kenmerken en behoeftes van de leerling in het leerproces weergegeven. De kenmerken van dat toekomstige leerproces zijn: -
De leerling is zelf verantwoordelijk voor de
Informatiesamenleving • Overvloed aan informatie • Ict om informatie behapbaar te maken • Groeiende behoefte aan handzame selectie- en beoordelingsinstrumenten
Individualisering Leven lang leren Lerende centraal
• Lerende staat steeds meer centraal • Aanbod op maat niet alleen voor content
organisatie van het leerproces -
Er wordt het gehele leven lang geleerd. Kennis moet constant up to date gehouden worden om in de steeds veranderende maatschappij te kunnen functioneren
Innovatie
-
• Voortdurende vernieuwing in het onderwijs • Veranderende rol van de docent • Snelle technologische ontwikkelingen
Er is een onmiskenbare aanwezigheid van ict in het leerproces
-
Er zal content, diensten en infrastructuur op maar zijn
-
Er is een overload aan informatie
Het leerproces van de toekomst zal dus steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk plaatsvinden. Iedereen wil altijd en overal `bij de les zijn en kunnen’. Dat kan alleen met de inzet van ict. Door de overload aan informatie zullen er tools nodig zijn om zinvol en effectief uit die informatie te kunnen selecteren èn om die informatie op zijn waarde te kunnen beoordelen. De docent is de mentor en coach in het leerproces van de leerling en moet diezelfde overload aan informatie en met behulp van tools de leerling kunnen ondersteunen in zijn of haar leerproces. Tegelijkertijd zien we een grote toename aan informatie die op haar beurt alleen behapbaar kan worden gemaakt met behulp van bepaalde (nieuwe) technologieën. De mate waarin een individu om kan gaan met deze overload aan informatie en de wijze waarop hij aan de snelle technologische ontwikkelingen invulling weet te geven, bepalen in belangrijke mate zijn of haar plaats in de toekomstige samenleving. Dit stelt, met andere woorden eisen aan zowel de vaardigheden van docent en leerling als de gebruiksvriendelijkheid van technologie. Enerzijds moeten de leerling en de docent van de toekomst groeien in ict-vaardigheden, anderzijds zal de technologie beter moeten worden als het gaat om gebruikersvriendelijkheid en stabiliteit. Naar een vraaggestuurde leeromgeving De daadwerkelijke implementatie van deze vraaggestuurde leeromgeving stokt. De leerling lijkt wel degelijk om een andere aanpak te vragen, maar de huidige onderwijsinstellingen voldoen nog
1
Onderwijsraad, www.web-leren.nl, 18 februari 2003, p. 8.
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
niet aan die vraag. In de BVE-sector zet men de leerling al meer en meer aan het stuur van zijn of haar eigen leerproces, maar ook daar blijft op veel plaatsen de daadwerkelijke omslag van denken en handelen in het primaire proces achter. Het is daarbij niet het gebrek aan visie van het management van onderwijsinstellingen om naar dat vraaggestuurde leerproces toe te werken. In het onderwijs zit de bottleneck van het veranderproces vooral op het uitvoerend niveau; bij
Top organisatie
Visie, missie, strategie
docenten die vele onderwijsvernieuwingen, vaak kort op elkaar, in het primaire proces moeten toepassen. In de visie van Kennisnet is ict onontbeerlijk in dit noodzakelijke veranderproces. Ict kan de eerste stap
Middenmanagement organisatie
Uitwerken van veranderproces
zijn in het veranderproces, omdat met behulp van ict de docent middelen in handen krijgt om andere onderwijsvormen praktisch toepasbaar te maken. Op
Uitvoerend niveau
3.2
Verandering in mentaliteit en werkmethode
die manier kan de inzet van ict het veranderproces in het onderwijs versnellen.
Missie In dit proces van drastische wijzigingen in het leerproces en flexibiliteit van de leeromgeving kan en zal ict haar enabling rol moeten spelen. In dat krachtenveld moet Kennisnet opereren met een centrale missie: Kennisnet is dè publieke dienstverlener voor internet en onderwijs. Kennisnet: •
Organiseert en creëert virtuele ruimte om te leren.
•
Organiseert en structureert content.
•
Verleent diensten die leren, plaats- en tijdonafhankelijk en gebruikersvriendelijk mogelijk maakt.
•
Verzorgt een technisch platform waardoor kwalitatief hoogwaardige toegang tot content gewaarborgd wordt.
•
Is de vraagbaak voor het onderwijs waar het gaat om internet en onderwijs.
Om dat op een zakelijke, efficiënte en klantgerichte manier te doen wil Kennisnet de omslag naar vraagfinanciering maken waar dat mogelijk is. Niet voor elke publieke taak is het mogelijk om de omslag van centrale financiering naar gebruikersbijdragen te maken. Voor een algemene onderwijsportal zal dat bijvoorbeeld geen optie zijn, maar voor een dienst als Entree wel. Kennisnet kiest ervoor naar een hybride organisatievorm toe te gaan waarbinnen zij duidelijk onderscheid maakt naar publieke taken die centrale financiering behoeven en publieke taken die (deels) door gebruikersbijdragen gefinancierd kunnen worden. Met die organisatievorm wil Kennisnet zichzelf als publieke internetdienstverlener in de markt zetten. Als publieke taken onderscheidt Kennisnet op dit moment: •
Algemene en onafhankelijke onderwijsportal
•
Entree
•
Platform voor Content en Diensten
•
Basisvraagbaak ict in onderwijs
•
Innovatie en Ontwikkeling ten behoeve van ict in onderwijs
•
Faciliteren standaardisatie
•
Zoeken en Vinden.
Uitwerking van deze taken in een samenhangend productportfolio is beschreven in hoofdstuk 5. De uitwerking van de bijbehorende organisatievorm in hoofdstuk 9.
11 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
3.3
Strategie Uit de omgevingsanalyse en de ervaringen in 2003 blijkt dat Kennisnet zich nu meer dan ooit op de klant moet richten. De klant moet centraal staan en dat heeft ook gevolgen voor de organisatie. Zowel in de zin van de organisatiestructuur als in de positionering die Kennisnet kiest van de eigen organisatie en de strategie naar de klant toe. Op basis van de omgevingsanalyse springen vier centrale programmalijnen in het oog. 1.
Inzetten op ondersteuning van het leerproces. Dit leerproces wint aan belang. De leerling staat daarin steeds meer centraal en de rol van de docent verandert.
2.
Professionalisering van docenten. Meer aandacht voor de professionalisering van het gebruik van Kennisnet en Internet in het primaire proces is gewenst. Dit heeft zowel betrekking op het gebruik van ict voorzieningen zelf als de daadwerkelijke toepassing van ict in het primaire proces.
3.
Ondersteuning bij de implementatie van onderwijsvernieuwingen. De gewenste onderwijsvernieuwingen blijven steken doordat de noodzakelijke mentaliteitsverandering niet plaatsvindt.
4.
Ondersteunen van zowel zeer innovatieve scholen als scholen die voor een stapsgewijze aanpak voor onderwijsvernieuwing kiezen. Het merendeel van de scholen kiest voor een stapsgewijze aanpak om onderwijsvernieuwingen door te voeren en de leerling centraal te stellen. Een kleine groep scholen heeft een zeer innovatieve benadering en kiest voor een radicale herinrichting van zowel gebouw als onderwijsconcept.
Op basis van deze constateringen stelt Kennisnet zichzelf vier hoofddoelen in 2004 1.
Kennisnet faciliteert de docent en leerling in alle fasen van het leerproces. Dit is het belangrijkste doel voor Kennisnet. Er is in de afgelopen periode veel werk verricht om de juiste tools, diensten en inhoud te verwerven en ontwikkelen om zo leerling en docent in alle fasen van het leerproces te ondersteunen. In 2004 zal het aanbod dat Kennisnet biedt en van anderen ontsluit verder vervolmaakt worden. Inzet is vooral op het stimuleren van het gebruik en dan met name een extra inzet op de doelgroep leerlingen.
2.
Kennisnet biedt instrumenten om ict kennis en vaardigheden te toetsen en te onderhouden. Uit onderzoeksresultaten blijkt dat docenten nog twijfels hebben over de eigen computervaardigheid en de toepassing van ict en internet in het leerproces. Dat stagneert de integratie van ict in het primaire proces. De ontwikkeling naar leren met ict ondervindt daarvan dus hinder. Om dit probleem op te pakken wil Kennisnet, samen met reguliere (na)scholingsinstellingen sterk inzetten op de inzet van ict en internet in de klas.
3.
Kennisnet maakt onderwijsvernieuwing praktisch toepasbaar in de klas. Eén van de grote problemen waarmee managers in scholen zich geconfronteerd zien is de vertaling van hun visie op onderwijsvernieuwing naar de daadwerkelijke implementatie daarvan door docenten. Met deze doelstelling richt Kennisnet zich in eerste instantie op managers om hun vraag helder te krijgen en daarnaast, mogelijk in samenwerking met nascholingsinstellingen, op docenten.
4.
Kennisnet ondersteunt ook de scholen die hun onderwijs radicaal anders inrichten. Kennisnet heeft zich tot nu toe bijna alleen gericht op de grote groep scholen die stapsgewijs hun onderwijs anders inrichten met behulp van ict (zie ook doel 3). Uiteraard blijft Kennisnet dat doen, maar zij wil nadrukkelijker dan eerst ook zeer innovatieve scholen ondersteunen. Deze scholen hebben vaak een andere vraag dan een ’gemiddelde’ school en pakken hun onderwijsvernieuwing radicaal aan.
Om bovenstaande doelstellingen te realiseren is een flinke inzet op communicatiegebied noodzakelijk. Met name voor het realiseren van de eerste doelstelling zal een onverminderde inzet met allerlei communicatie-activiteiten plaatsvinden. Uitwerking hiervan is te vinden in zowel hoofdstuk 3 als in hoofdstuk 8. Deze hoofddoelen krijgen vooral gestalte in de aanpak die in de verschillende sectoren wordt gekozen (hoofdstuk 4).
12 / 53
13 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
4
Sectoren
In dit hoofdstuk worden de doelstellingen uitgewerkt naar specifieke activiteiten. Na een korte sectoroverstijgende inleiding per doelstelling is per sector aangegeven welke activiteiten Kennisnet voor die sector verricht in 2004. 1.
Kennisnet faciliteert docent èn leerling in elk van de fasen van het leerproces
Om docenten en leerlingen te ondersteunen in hun leerproces wil Kennisnet op elk van de fasen in het leerproces (zie onderstaand figuur) aanwezig zijn. Kennisnet wil er zijn bij de het verkennen van een opdracht of de keuze van een onderwerp voor een opdracht. Kennisnet wil er gedurende het proces bij zijn om het leerproces vast te leggen zodat leerling en docent inzicht hebben in dit proces. Daarna wil Kennisnet tools bieden om het werkstuk daadwerkelijk te maken en te publiceren. Zo maakt Kennisnet zelfstandig werken van leerlingen gemakkelijk en voor docenten is er praktisch toepasbaar materiaal beschikbaar.
Zoeken Zoekenen en vinden vinden
ProcesProcesbegeleiding begeleiding
Maken Maken
Toetsen Toetsenen en evalueren evalueren
Docent Onderwerp Onderwerp kiezen kiezen
Proces Proces vastleggen vastleggenen en doorlopen doorlopen
Opdracht Opdrachtof of werkstuk werkstuk maken maken
Afsluiten Afsluiten opdracht/ opdracht/les lesof of leergebied leergebied
Leerling Zoeken Zoekenen en vinden vinden
ProcesProcesbegeleiding begeleiding
Maken Maken
Publiceren/ Publiceren/ evalueren evalueren
Om aanwezig te zijn in al deze fasen van het leerproces is het noodzakelijk een aantal generieke activiteiten te ontplooien. Deze zijn in onderstaande tabel gegeven. Voor deze doelstelling gaat het vooral om het maken van een ‘ontwikkelstraat’ voor het leerproces van de scholier. Het ‘werkproces’ zoals dat voor de scholieren en docenten moet worden gebouwd zit als volgt in elkaar: zoek-vind-plan-bouw-presenteer-evalueer. Dit proces bestaat nu uit componenten die los staan van elkaar en op verschillende platforms gehost worden en op verschillende technische concepten zijn gebaseerd. Deze elementen worden opgenomen in de op open source gebaseerde ‘ontwikkelstraat’, met ruimte voor intensief gebruik en beheer. Daarnaast moet deze omgeving visueel eenduidig en helder zijn. Hieronder zijn de generieke activiteiten voor deze doelstelling beschreven. Bij de sectoren komen de sectorspecifieke activiteiten naar voren. Generieke activiteiten Zoeken en Vinden •
Uitbreiding van de Aquabrowser en zoekmachine met beeldmateriaal, woordenboek en encyclopedie
•
ABC´s integreren
•
Ontwikkeling van een persoonlijke zoekfunctionaliteit
Portals en portalcomponenten •
Onderhoud portals met actueel nieuws, thema´s
•
Onderhoud vakkenpagina´s
Entree •
Verdere ontwikkeling van Entree ten behoeve van autorisatie op individueel niveau
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
2.
Kennisnet biedt instrumenten om ict kennis en vaardigheden te toetsen en te onderhouden
Zoals eerder geschetst blijft de directe toepassing van ict met name voor de docent een probleem. Om aan de oplossing van dit probleem bij te dragen wordt een scala aan hulpmiddelen geboden. Per sector is verschillend hoe deze hulpmiddelen worden ingezet en in welke balans. Twee van de onderstaande activiteiten verdienen nadere toelichting: webdidactiek en train the trainer. Webdidactiek heeft tot doel om docenten te ondersteunen bij het begeleiden van leerlingen bij hun leren met de inzet van ict. Kennisnet pakt dit op in samenwerking met vele partners die praktische voorbeelden leveren voor verschillende problemen in de lessitiuatie èn hoe deze met ict beter aangepakt kunnen worden. In 2003 is hiermee een eerste start gemaakt, in 2004 wil Kennisnet dit steeds meer gaan inrichten op basis van vragen van docenten. Dit zal Kennisnet doen met dezelfde partners (m.n. in de onderwijsverzorgingsstructuur). Train the trainer is een geheel nieuw concept voor Kennisnet. Kennisnet wil met dit concept enerzijds docenten en ict-coördinatoren in de school trainen in het gebruik van internet en Kennisnet in de les. Anderzijds wordt er met behulp van concrete projecten een directe toepassingsmogelijkheid van ict in de klas geboden. Dit kunnen grassroots-achtige projecten zijn, ThinkQuest, maar ook projecten die op een onderwijsvernieuwing gericht zijn in het leerproces. Zo realiseert Kennisnet blijvende kennis op het gebied van inzet van internet in de klas in de school zelf èn is zij in staat signalen die echt vanuit de school zelf komen, beter op te pakken en in activiteiten om te zetten. Indien dit breed opgepakt wordt, zullen aanvullende middelen nodig zijn. Generieke activiteiten •
Ontwikkeling diagnostische toets voor docenten op gebied van ict vaardigheden
•
Webdidactiek
•
Voorlichters
•
Workshops
•
Ict coördinatoren channel
•
Train the trainer
3.
Kennisnet maakt onderwijsvernieuwing praktisch toepasbaar in de klas
Zowel voor docenten als managers blijkt het lastig de slag van onderwijsvernieuwing naar de praktische toepasbaarheid in de klas te maken. Conceptueel staat de onderwijsvernieuwing vaak wel, maar het ontbreekt docenten en managers aan instrumenten dit daadwerkelijk in de klas toe te passen. Tegen dit probleem lopen zowel managers en docenten als de reguliere nascholingsinstellingen op. Partnerships met dergelijke instellingen kunnen, gebruikmakend van bestaande Kennisnet tools en diensten, dit proces van onderwijsvernieuwing ondersteunen. Generieke activiteiten •
Partnerships met nascholingsinstellingen verkennen en indien gewenst aangaan
•
Partnerships met lerarenopleidingen verkennen
•
Basis voor al deze activiteiten zijn de Kennisnet tools en diensten, zoals beschreven bij doelstelling 1
•
Train the trainer vernieuwingsprojecten
4.
Kennisnet ondersteunt de vernieuwende school
Meer en meer scholen profileren zich met hun eigen invulling van de schoolstructuur of een eigen onderwijsconcept. Dit is voor Kennisnet een nieuw speerpunt. Daarom zal Kennisnet eerst bekijken of en hoe het bestaande aanbod toegepast kan worden in dit soort scholen en welke diensten en ondersteuning deze scholen van de internetorganisatie voor het onderwijs verwachten. Voor deze doelstelling wordt een tweesporenbeleid ingezet: vanuit onderzoek naar innovatieve toepassingen voor scholen op de middellange termijn wordt gekeken wat de scholen van nu daarmee willen en kunnen èn bij de scholen die hun onderwijsconcept radicaal omgooien
14 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
wordt gekeken waar zij behoefte aan hebben voor wat betreft de ondersteuning op ict-gebied. Het eerste spoor is een duidelijke innovatie-activiteit, die binnen de unit Innovatie en Ontwikkeling wordt opgepakt (zie hoofdstuk 5). Het andere spoor wordt opgepakt binnen de sectoren middels o.a. platforms en verkenning bij de verschillende scholen die het betreft. Als deze programmalijn goed invulling krijgt, zullen partnerships met andere instellingen nodig zijn, zoals APS, CPS en KPCgroep. Generieke activiteiten
4.1
•
Platform(s) voor vernieuwende school
•
Verkenning wensen en behoeften vernieuwende scholen
Primair onderwijs In het primair onderwijs (PO) zijn zo’n 8500 basisscholen, waarin zo’n 1,5 miljoen leerlingen onderwijs volgen. Hiervan volgen circa 51.000 leerlingen speciaal onderwijs. In het PO zijn ongeveer 94.000 docenten en 12.000 schoolleiders werkzaam. In het PO richt Kennisnet zich met name op de docent en de schoolleider. De docent omdat deze erg bepalend is in het leerproces van de leerling en de inzet van Kennisnet daarin kan opnemen. De schoolleider is in de formulering van de visie degene die het gebruik van ict en Kennisnet kan stimuleren. Daarnaast vormt de ouder een belangrijke schakel in het gebruik van Kennisnet vanwege de grote betrokkenheid van de ouder bij het primair onderwijs. Via deze actoren kan gebruik onder leerlingen in het PO gestimuleerd worden. Doel
Activiteiten
Kennisnet faciliteert
Zoeken en Vinden
docent èn leerling in
•
elk van de fasen van
Portals en portalcomponenten
Integratie Wroet in nieuwe onderwijszoekmachine
het leerproces
•
Integratie tool voor procesbeschrijving in portal
•
Onderhoud en uitbreiding vakkenpagina’s
•
Ontwikkeling communitytool ten behoeve van publicatie in het werkproces
•
Opsplitsing portals in onderbouw, middenbouw, bovenbouw in het PO
•
Externe redacties inrichten en onderhoud aansturen
•
Communities voor docenten onderhouden, onderzoek naar verbreding van kerndoelen naar leergebieden doen
•
Per-dag-wijzer
•
Toetsplein PO
Entree •
Pilot Entree gericht op introductie Entree voor het PO in schooljaar 2004/2005
ThinkQuest •
Organisatie ThinkQuest voor leerlingen en docenten;
•
Introductie van ThinkQuest Try out
•
Internationale ThinkQuest voor PO teams
Doel
Activiteiten
Kennisnet biedt
•
instrumenten om ict kennis en
met inzet van Kennisnet in de opleiding •
vaardigheden te toetsen en te
PABO taskforce inrichten en met minstens één PABO een pilot Ondersteunen schoolleider bij stellen kwaliteitsstandaarden en beroepsontwikkeling docenten
•
onderhouden
Voorlichters bezoeken scholen en helpen met didactische inzet van Kennisnet in de klas
•
Workshops op het gebied van ict vaardigheden en inzet Kennisnet
15 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
•
Diagnostisch instrument voor beoordeling ict/vaardigheden
•
Webdidactiek inhoud en portal
Doel
Activiteiten
Kennisnet maakt
•
Pilot met Kennisnet met een Brede School
onderwijsvernieuwing
•
Mogelijk sluiten partnership ten behoeve van ondersteuning
praktisch toepasbaar
implementatie onderwijsvernieuwingen in de school
in de klas Doel
Activiteiten
Kennisnet ondersteunt
•
de vernieuwende school
Pilot met een school die het onderwijsconcept radicaal heeft omgegooid;
•
Onderzoek mogelijkheden toepassing Kennisnet in vernieuwende PO-scholen
•
Platform voor vernieuwende scholen PO;
•
Uitwerking activiteiten naar aanleiding van pilot
Communicatie PO In 2003 was de communicatie PO primair gericht op docenten, managers en ict coördinatoren. Hoewel Kennisnet erin is geslaagd om de naamsbekendheid tot vrijwel 100% te laten groeien onder deze doelgroepen, blijft de inhoudelijke bekendheid van Kennisnet (wat heb ik eraan, hoe kan ik ermee aan de slag) nog achter bij de naamsbekendheid. De inzet van communicatie onder deze doelgroepen zal dan ook gericht moeten zijn op het onderhouden van naamsbekendheid en investeren in inhoud en imago. Om te bereiken worden onderstaande activiteiten ontplooid. De kwantitatieve doelstellingen zijn gegeven in bijlage A. Activiteiten Communicatie PO •
4 maal per Kennisnet Indruk PO
•
Ontwikkelen campagne format voor PO leerlingen
•
Campagne PO leerlingen zowel in voor als najaar
•
Continueren campagne docenten, ict coördinatoren en managers ‘met kennisnet.nl sta je er nooit alleen voor’, zowel in voor als najaar
•
Maximaal benutten van Kennisnet media, media van partners, besturenorganisaties om kosteneffectief VO boodschap uit te dragen
4.2
•
Nader uitwerken communicatie sectorplan PO n.a.v. Nipo 2
•
Verbreding campagnes naar leerlingen, ouders en schoolleiding
•
Ontwikkelen portfolio brochure PO
•
Kennisnet op relevante startpagina’s in Q1
Voortgezet onderwijs In het voortgezet onderwijs (VO) volgen zo’n 900.000 scholieren een opleiding, verdeeld over 795 instellingen. 60% van deze leerlingen volgt een vmbo-opleiding. Er zijn in totaal zo’n 54.000 docenten werkzaam in het VO. Het is een sector die na een golf van onderwijsvernieuwingen de rust probeert te vinden om deze vernieuwingen in het onderwijsproces in te bedden en op elkaar af te stemmen. Binnen dit speelveld zal Kennisnet zijn plaats moeten uitbouwen en verstevigen. Doel
Activiteiten
Kennisnet faciliteert
Zoeken en Vinden
docent èn leerling in
•
het leerproces
Introductie onderwijszoekmachine met Aquabrowser naar alle scholierensites
elk van de fasen van
Portals •
Integratie werkstuknetwerk in portal
•
Leerlingwebplekken voor de uitwisseling van ervaringen en het samenwerken in het leerproces, fora, poll en bestandsdeling
•
Onderhoud en uitbreiding vakkenpagina’s
16 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
•
Examensite
•
Ombouw websitemaker naar technisch solide instrument gebaseerd op eigen platform met meer functionaliteiten
•
Integratie van werkstuknetwerk, websitemaker en Etalage voor werkstukken
•
Ontwikkeling communitytool ten behoeve van publicatie in het werkproces
•
Opsplitsing portals in scholier bavo en tweede fase
•
Externe redacties inrichten en onderhoud aansturen
•
Communities voor docenten onderhouden, onderzoek naar
•
Hot Potatoes, gratis versie van toets- en oefeningengenerator
verbreding van vak naar vakgebied doen Entree •
Voor leerlingen beschikbaar maken van methodesites
•
Materiaal voor de leerling in het praktijkonderwijs achter Entree
•
Materiaal ten behoeve van NT2 achter Entree
•
Beschikbaar maken materiaal Stepnet via Entree
ThinkQuest •
Organisatie ThinkQuest voor leerlingen en docenten
•
Introductie van ThinkQuest Try out
•
Internationale ThinkQuest
Doel
Activiteiten
Kennisnet biedt
•
Webdidactiek
instrumenten om ict
•
Diagnostisch instrument voor toetsing ict-vaardigheden
kennis en
•
Modules voor verwerving ict-vaardigheden middels Instruct
vaardigheden te
•
Voorlichting
toetsen en te
•
Workshops op specifieke thema’s
onderhouden Doel
Activiteiten
Kennisnet maakt
•
Train the trainer voor het VO
onderwijsvernieuwing
•
Verkennen mogelijkheden toepassing Kennisnet in
praktisch toepasbaar in de klas
onderwijsvernieuwing als gevolg van vmbo en Tweede Fase •
Twee pilots in het VO met onderwijsvernieuwing en Kennisnet in samenwerking met nascholingsinstellingen
•
Partnerships met relevante instellingen ten behoeve van toepassing Kennisnet bij onderwijsvernieuwingen
Doel
Activiteiten
Kennisnet ondersteunt
•
Kennisnet-netwerkdiners voor de VO-sector
de vernieuwende
•
Onderzoek naar wensen en mogelijkheden
school
•
Train-the-trainer
•
Syndication via ict-coördinatoren en aanbieders van elo’s
•
Webdidactiek portal en inhoud
•
Uitvoering partnership OMO met De Nieuwste School (zoeken op eindterm invoeren in Z&V) en ondersteuning door docenten bij vulling
Communicatie VO Nipo 2 laat zien dat de inzet van communicatie een significant verschil laat zien t.o.v. VO als het gaat om naamsbekendheid van Kennisnet onder leerlingen (groei met 8% naar 72% bekendheid). Maar ook hier zal de slag geslagen moeten worden van bekendheid om te buigen naar inhoudelijke bekendheid. Activiteiten Communicatie VO •
Aanpassen en ontwikkelen van leerlingencampagne voor onderbouw VO
17 / 53
18 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Activiteiten Communicatie VO •
Campagne VO leerlingen onderbouw en bovenbouw in voor- en najaar
•
Ontwikkelen portfolio brochure VO
•
Uitbouw inhoudelijk karakter van campagnes om proces van naamsbekendheid naar gebruik om inhoud te bewerkstelligen
•
Continueren campagne docenten, ict coördinatoren en managers ‘met kennisnet.nl sta je er nooit alleen voor’ in voor en najaar
•
Maximaal benutten van Kennisnet media, media van partners, besturenorganisaties om kosteneffectief VO boodschap uit te dragen
4.3
•
Nader uitwerken communicatie sectorplan VO n.a.v. Nipo 2
•
Kennisnet op relevante startpagina’s in Q1
Beroeps en volwasseneducatie De BVE-sector neemt binnen Kennisnet en de Kennisnet-activiteiten een aparte plaats in. Na de integratie van BVEnet met Kennisnet in 2002 is er in 2003 veel tijd besteed om Kennisnet bestuurlijk te verankeren in de sector. Dit heeft Kennisnet middels een ronde langs alle Colleges van Bestuur gedaan. Hierdoor zijn de mogelijkheden van Kennisnet voor de BVE-sector duidelijker geworden voor de instelling en heeft Kennisnet een nog beter beeld gekregen van de problemen en behoeftes van verschillende instellingen. Eens temeer is gebleken dat elke instelling eigen wensen en behoeftes heeft en een eigen problematiek en oplossing kiest. Meer dan in welke sector dan ook, is in de BVE-sector een aanpak op maat noodzakelijk. Op basis van de intensieve contacten met de sector in 2003 is voor elke doelgroep een overzicht van behoeften gemaakt. Doelgroepen en hun behoeften Om de BVE-sector te ondersteunen met Kennisnet-producten en diensten onderscheiden we verschillende rollen in de sector als het om Kennisnet gaat.
CvB Unitdirecteur
Beslissers
Unitdirecteur
Unitdirecteur
Ict manager
Beïnvloeders
Centrale Ict afdeling Ict coordinator
Gebruikers
Ict coordinator
Middenmgr
Middenmgr
Docenten
Docenten
Studenten
Studenten
De doelgroepen hebben in hun rol verschillende behoeften die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Doelgroep Studenten
Behoeften •
Informatie om werkstukken en opdrachten te kunnen maken
•
Informatie over studie en beroep
•
Snel, handig en toegesneden op de opleiding kunnen zoeken
•
Middelen om met de gevonden informatie werkstukken en verslagen te maken
•
Toegang tot materiaal op de stageplek, thuis en iedere plek in de school
•
Beter contact met de docent
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Doelgroep Docenten
Behoeften •
Eigen plek om materiaal te bewaren
•
Les- en toetsmateriaal voor nu en straks competentie gericht
•
Ervaring delen met andere docenten
•
Good practises
•
Snel een eenvoudig toegang tot informatie op het eigen vakgebied
•
Op afstand inzicht in de begeleiding van leerlingen op de werk/stageplek digitale opdrachten kunnen maken
Ict-managers
•
Ontwikkelen van standaarden en een middlewarelaag voor het uitwisselen
•
Kennisuitwisseling over nieuwe ontwikkelingen bijvoorbeeld open source
van gegevens ontwikkeling
Middenmanagers
•
Kennisuitwisseling door middel van best practises
•
Advisering bij het opstellen van een strategisch ict-beleidsplan
•
Advisering en voorbeelden van SLA’s
•
Good practises
•
Direct in te zetten digitaal materiaal voor de eigen opleidingsrichting
•
Voorlichting aan docenten over ict-gebruik
•
Scholing van docenten
•
Advies en begeleiding aan middenmanagers over aansturing veranderingsproces
Unitdirecteuren
•
Informatie om overwogen beslissingen te kunnen nemen
•
Faciliteren van docenten
•
Onderwijsproces inrichten naar de wens van studenten
•
Voorbeelden van anderen
•
Informatie over het vertalen van competentiegricht leren naar de praktijk
•
Educatieve content die past bij technische infrastructuur
•
Advies over het keuzeproces en de toepassingsmogelijkheden van Elo’s
•
Voldoende content tegen een acceptabele prijs
•
Integratie van Internettoepassingen/applicaties in de lesmethodiek
•
Eenduidige, door alle partijen gedragen, visie over Ict en in het onderwijs
BVE raad / ROC-
•
Ondersteuning in menskracht en middelen
I-partners
•
Informatie over beleidsmatige ontwikkelingen
Kenniscentra
•
Inzicht in de ELO-markt
•
Inzicht in nieuwe uitgeefvormen
•
Voorbeelden van uitgeefmodellen met e-learning
•
Informatie over beleidsmatige ontwikkelingen
•
Kanaal om vmbo leerling te werven voor de bedrijfstak
BTG
•
Vertegenwoordigen van het belang van de opleiding
Consortia
•
Informatiekanaal naar andere ROC’s
•
Communicatiekanaal leden consortium
•
Hosting eindproduct
CVBs
Op basis van de analyse van de rol en behoeften kiest Kennisnet twee speerpunten voor 2004. Na de inzet op bestuurlijk niveau is het nu tijd om deze energie om te zetten in de vorm van concrete contracten die Kennisnet met de verschillende instellingen gaat sluiten. Het is dan niet meer het CvB dat benaderd moet worden, maar eerder de unitdirecteur of de ict-manager binnen de instelling. Zij bereiden de besluitvorming over een dergelijk contract voor en zien toe op de uitvoering van de afspraken. Daarnaast is overduidelijk uit de NIPO-enquêtes gebleken dat de BVE-deelnemer Kennisnet slecht kent en nauwelijks gebruikt voor hun leerproces. Inzet in 2004 zal dan ook gericht zijn op unitdirecteuren/ictmanagers en de studenten in de bve-sector. Vanwege de specifieke positie en vragen in de BVE-sector ten opzichte van de PO en VO sector zijn de vier hoofddoelstellingen voor de BVE nader gespecificeerd. Kennisnet komt dan tot de volgende doelstellingen:
19 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
1.
Kennisnet faciliteert de docent en leerling in alle fasen van het werkproces bij het maken van alle vormen van digitale opdrachten
2.
Kennisnet biedt instrumenten om Ict kennis en vaardigheden op te doen en te onderhouden
3.
Kennisnet koppelt het nieuwe leren aan internetgebruik in de opleiding
4.
Kennisnet ondersteunt bij het invoeren van de competentiegerichte kwalificatiestructuur
Binnen deze doelstellingen zal Kennisnet op hoofdlijnen de volgende activiteiten voor de BVEsector ontplooien. 1. Kennisnet faciliteert de docent en leerling in alle fasen van het werkproces bij het maken van alle vormen van digitale opdrachten In de BVE-sector is de deelnemer in hoge mate verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leerproces. Daarbij is de betrokkenheid van de beroepspraktijk bij het onderwijs essentieel, zeker in de beroepsbegeleide leerweg. De docent wordt niet meer gezien als de intermediair die er voor zorgt dat de student beschikt over het juiste studiemateriaal. De student gaat zelf op zoek naar relevante informatie voor school en werk. Deze directe benadering sluit aan bij de veranderende visie op het onderwijsleerproces binnen de bve-sector. In 2005 wordt de nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur geïntroduceerd waarin een grotere mate van zelfstandig leren en werken verondersteld wordt en een veel flexibeler leerproces kent. In 2004 sluit het Kennisnet aanbod daarop aan door de studenten de nodige tools te bieden waarmee zij informatie kunnen verzamelen en zelfstandig werkstukken kunnen maken. Kennisnet zal zich in 2004 dan ook vooral richten op de BVE-deelnemer, ook in de volwasseneneducatie. In onderstaande tabel worden de activiteiten die samenhangen met dit doel beschreven. Doel
Activiteiten
Kennisnet faciliteert de
•
docent en leerling in alle
Aanbieden tools ter ondersteuning van het leerproces, mede op basis van bestaande tools en een analyse van de
fasen van het werkproces
benodigde aanpassingen
bij het maken van alle
•
Portals op maat voor iedere branche
vormen van digitale
•
Studie en beroep voor studenten
opdrachten
•
Lifestyle en belangenbehartiging voor studenten
•
Zoeken en vinden
•
Entree geschikt voor gebruik op de BPV-plaats
•
Werkstukkenmaker
•
Beeldbank met clips
•
Webmaker
•
Werkstukkenbank
•
Community-tool voor docenten
•
Opdrachtgenerator voor webquests
•
Leerling web-plekken
•
ThinkQuest
2. Kennisnet biedt instrumenten om ict kennis en vaardigheden te toetsen en te onderhouden Waar in het PO en VO algemene diagnostische instrumenten volstaan, zijn de vragen van docenten in de BVE-sector specifieker. De algemene instrumenten moeten wel voor de BVEsector ingezet worden waar gewenst, maar het accent zal hier liggen op workshops rond specifieke vragen en thema’s van docenten, voorafgegaan door bezoeken van Kennisnetvoorlichters. Doel
Activiteiten
Kennisnet biedt
•
Workshops op specifieke thema’s
instrumenten om ict
•
Thema ‘ nieuw leren’ in de communities
kennis en
•
Communities per branche
vaardigheden te
•
Themabijeenkomsten voor docenten
toetsen en te
•
Voorlichting
onderhouden
20 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
3. Kennisnet koppelt het nieuwe leren aan internetgebruik in de opleiding ROC’s zijn grote instellingen met heel verschillende profielen. Zij zijn van de onderwijssectoren over het algemeen het verst als het gaat om de visie op ict en de invoering daarvan binnen de eigen instelling. Gevolg hiervan is dat elke ROC eigen specifieke wensen heeft die zij graag in de eigen instelling op de eigen manier vorm willen geven. Kennisnet zal als de publieke internetdienstverlener de eigen producten op maat aan de instelling aanbieden en als partner van het CvB bijdragen aan een succesvolle implementatie van ict in de eigen leeromgeving. Doel
Activiteiten
Kennisnet koppelt het
•
nieuwe leren aan internetgebruik in de
Overeenkomsten met 10 ROC’s ten behoeve van de integratie van ict in hun eigen onderwijsomgeving
•
opleiding
Faciliteiten voor gebruik Kennisnet-tools en diensten in de eigen virtuele leeromgeving van ROC’s (skinning en Content Syndication)
•
Themabijeenkomst voor managers
•
Ontwikkelen metadatastandaard waardoor content-ontwikkeling en uitwisseling op gang gebracht wordt
•
Scan voor middenmanagers en unit-directeuren op basis waarvan zij hun interne ict-behoefte kunnen vertalen naar de ictmanager
4. Kennisnet ondersteunt bij het invoeren van de competentiegerichte kwalificatiestructuur Er is (zie ook doelstelling 3) in de BVE-sector niet echt sprake van instellingen die hun onderwijsconcept en inrichting radicaal omgooien. Elk ROC kiest zijn eigen weg en binnen ROC’s kiezen verschillende sectoren en afdelingen ook weer voor een eigen strategie. Belangrijk thema is de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Het probleem zoals dit in hoofdstuk 3 is geschetst is ook duidelijk waarneembaar in de BVEsector. De vertaling van visie en strategie, die door CvB’s is uitgezet, stokt op het niveau van middenmanagers en docenten. Dat heeft vele oorzaken. Kennisnet is niet in elk opzicht de aangewezen partij om een oplossing aan te reiken. Dat neemt niet weg dat Kennisnet wel moet trachten met de inzet van ict èn met behulp van de juiste partners de inzet van internet en ict ten behoeve van onderwijsvernieuwing te stimuleren. Doel
Activiteiten
Kennisnet ondersteunt
•
bij het invoeren van de competentie-
verder ontwikkelen •
gerichte kwalificatiestructuur
Themaplein competentiegericht leren en toetsen voor docenten Themaplein competentiegericht leren en toetsen voor studenten ontwikkelen
•
Pilot met enkele units binnen verschillende ROC’s om ict en onderwijsvernieuwing een duidelijke plek in het onderwijsproces te geven. Een partnership met CINOP ligt daar voor de hand.
•
Inventarisatie verdere activiteiten in overleg met de sector en COLO.
Uiteraard ondersteunt Kennisnet daarnaast de overige doelgroepen op basis van de behoeftenanalyse, maar deze zijn in prioriteit minder van belang. Communicatie BVE In het afgelopen jaar is de communicatie BVE primair gericht geweest op docenten, managers en ict coördinatoren. De naamsbekendheid en inhoudelijke bekendheid van Kennisnet onder deze groepen heeft in 2003 een behoorlijke inhaalslag gemaakt t.o.v. de sectoren PO en VO. Ook onder studenten is de naamsbekendheid ‘fiks’ te noemen, aldus Nipo 2.
21 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
De inzet van communicatie onder alle doelgroepen binnen BVE zal ook in 2004 gericht moeten zijn op het onderhouden van naamsbekendheid en investeren in inhoud en imago. De huidige campagne ‘met kennisnet.nl sta je er nooit alleen voor’ biedt voldoende aanknopingspunten voor het continueren van de marktbewerking van de doelgroepen docenten, managers en ict coördinator. Daarnaast zullen InDruk, voorlichting op school, beurzen en evenementen alsmede een op het BVE toegesneden ICT Nieuws en ict coördinatorensite bijdragen leveren aan bekendheid, imago en gebruiksmogelijkheden van Kennisnet op school en thuis. De eind 2003 ontwikkelde campagne onder studenten fungeert als vertrekpunt van alle communicatie richting studenten in 2004. Activiteiten Communicatie BVE •
Doorontwikkelen van studentencampagne
•
Campagne studenten in voor en najaar
•
Regelmatig portfoliobrochure BVE actualiseren
•
Uitbouw inhoudelijk karakter van campagnes om proces van naamsbekendheid naar gebruik om inhoud te bewerkstelligen
•
Continueren campagne docenten, ict coördinatoren en managers ‘met kennisnet.nl sta je er nooit alleen voor’ in voor en najaar
•
Maximaal benutten van Kennisnet media, media van partners, bve-raad om kosteneffectief BVE boodschap uit te dragen
•
Nader uitwerken communicatie sectorplan BVE n.a.v. Nipo 2
•
Kennisnet op relevante startpagina’s in Q1
Voor deze activiteiten zal Kennisnet vanuit de basissubsidie de personele inzet van het kernteam financieren en het onderhoud van de bestaande portal en diensten. Voor de overige activiteiten zal Kennisnet een aparte subsidie aanvragen bij het ministerie van OCW, directie BVE. Dit in verband met afspraken die met de overname van de activiteiten van BVEnet in 2002 zijn gemaakt. 4.4
Algemeen Kennisnet positioneert zich als de publieke internetdienstverlener voor het Nederlandse onderwijs. Om aan het begrip publiek goed invulling te geven rekent Kennisnet de volgende onderdelen tot haar taakgebied: 1.
Projecten/opdrachten voor andere publieke instellingen vormgeven binnen de missie van Kennisnet of daar mede in participeren.
2.
Partnerships met relevante organisaties met een soortgelijk publiek doel te sluiten om de
3.
Verworvenheden van Kennisnet in (andere) sectoren die met dezelfde problematiek als
primaire Kennisnetdoelgroepen beter te bedienen. Kennisnet worstelen, te laten renderen. 4.
De positie van Kennisnet te versterken door internationale contacten en samenwerkingsverbanden aan te gaan.
5.
Daarnaast worden er vanuit de sectorteams belangrijke ontwikkelingen en leveranciers geïdentificeerd. Deze leveranciers moeten door de juiste personen binnen de Kennisnetorganisatie worden benaderd en aan Kennisnet worden verbonden. Hiervoor is het wenselijk één aanspreekpunt voor dit soort contacten te hebben.
Kennisnet heeft daarom besloten een apart sectorteam te belasten met deze taken. De sector start onder de werktitel: ‘sector Algemeen’, tot een betere benaming is gevonden. In onderstaand figuur is een overzicht gegeven van de huidige en gewenste partners van Kennisnet.
22 / 53
23 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Doel/ambitie:betere inzet ICT in onderwijs Innovatie:
Content:
Techniek:
Internationaal
• SURFnet
• Teleac/NOT
• SURFnet
• Universiteiten
• NBLC
•{…}
• UNI-C Denemarken
•{…}
• Kennislink
• {…}
•{…}
Fundament voor ICT in onderwijs Leggen fundament integratie ict in onderwijs: • ICT op school, EPN, Kennisland
•Ict op School
• European Schoolnet
• Onderwijsorganisaties
•Bestuurlijke/onderwijs relaties • Politiek/ ministeries
•onderwijsorganisaties De doelen en activiteiten van deze sector zijn in onderstaande tabel weergegeven. Doel
Activiteiten
Kennisnet heeft 5 additioneel
•
Inventariseren belangrijke projecten en
•
Advies over inzetten op projecten middels subsidie-
gefinancierde projecten/opdrachten van
subsidiemogelijkheden daarvoor.
ministeries, gemeenten en
aanvragen.
andere publieke instellingen
•
Presentaties van het Kennisnet-productportfolio.
verkregen die passen binnen de
•
Vertegenwoordiging Kennisnet in relevante expert-groups.
missie Doel
Activiteiten
Handhaven huidige
•
partnerships
De in de figuur genoemde partnerships goed beleggen in de organisatie.
•
Periodiek bezien of er verdieping nodig en mogelijk is.
Doel
Activiteiten
Drie partnerships met voor
•
Inventarisatie relevante partners.
Kennisnet relevante instellingen
•
Advies over te sluiten partnerships.
sluiten
•
Gekozen partnerships uitwerken en aangaan.
•
Vervolgactiviteiten en partnership goed beleggen binnen de Kennisnetorganisatie.
Doel
Activiteiten
Kennisnet is internationaal (bij
•
Lidmaatschap steering committee EUN.
vergelijkbare organisaties, in
•
Lidmaatschap ICT-league.
ieder geval in Europa) bekend
•
Partnership met European Schoolnet op relevante
en goed gepositioneerd
onderdelen. •
Partnership UNI-C invulling geven.
•
Internationale benchmark uitvoeren en op basis daarvan relevante partners onderscheiden.
Doel
Activiteiten
De verworvenheden van
•
Overdracht ervaringen en oplossingen middels
partijen in (andere) sectoren
•
Advies aan andere organisaties (NICTIZ, ICTU etc.).
bekend en betrokken in de
•
Vertegenwoordiging Kennisnet in relevante expert-groups.
Kennisnet zijn bij ten minste 5
afweging om voor een bepaalde oplossing te kiezen
presentaties, publicaties en de portal site.
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Doel
Activiteiten
Identificeren en binnenhalen
•
Inventariseren belangrijke leveranciers voor Kennisnet.
van belangrijke partijen voor
•
Voeren van gesprekken met deze leveranciers,
Kennisnet
interesseren voor het Kennisnet productportfolio en uitwerken van offertes voor de leveranciers. •
Beleggen contacten in Kennisnetorganisatie
•
Onderhouden relaties met belangrijke partijen voor Kennisnet producten en diensten
De bijzondere aandacht voor deze doelgroep vraagt ook extra communicatie inspanning. Organisaties die met Kennisnet in zee willen, moeten een duidelijk beeld krijgen waarvoor zij naar Kennisnet kunnen komen en onder welke voorwaarden. Activiteiten Communicatie Algemeen •
Opstellen van modules voor algemene presentaties Kennisnet (ook voor presentaties voor andere sectoren bruikbaar)
•
Ontwikkeling zakelijk.kennisnet.nl met ontsluiting portfolio elementen algemeen, zowel Nederlands- als Engelstalig.
24 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
5
Producten en diensten
De ontwikkeling van een samenhangend productportfolio met elementen die een directe toegevoegde waarde hebben voor de klant, geschiedt in nauw overleg met de verschillende sectoren. In dit hoofdstuk komen deze producten en de belangrijkste doelstellingen voor deze producten aan bod. 5.1
Portal- en portalcomponenten De portal van de stichting Kennisnet vormt één van de belangrijkste onderdelen van de stichting Kenniset. De dienst portal- en portal componenten bestaat uit een tweetal onderdelen: 1.
Het Content Beheer Platform (CBP) is de tool waar de portal en alle functionaliteiten in beheerd gaan worden. Ook is het mogelijk voor Kennisnet om externe partijen toegang te geven om op basis van ons CBP (tegen betaling) uit te zenden.
2.
De activiteiten van het realisatieteam concentreren zich op het gebruik van het CBP. Zij assisteren externe redacties in het gebruik van het CBP en de andere tools, organiseren trainingen, ontwerpen nieuwe sites (vormgeving) etc
De dagredactie is daarbij verantwoordelijk voor het leveren van inhoud voor de portals en de beantwoording van de e-mails over redactionele vragen. Kennisnet werkt in toenemende mate met externe redactie, maar zal voor een groot gedeelte van de portal zelf de inhoudelijke verantwoordelijkheid blijven dragen. Vanwege de directe betrokkenheid van de dagredactie bij de sectoren zal de dagredactie sterker aan de sectoren worden gekoppeld. Voor de portals en portal componenten bestaat de klantvraag enerzijds uit een interne/Kennisnet vraag. Het betreft hier de ‘reguliere’ Kennisnetportals gericht op de sectoren BVE, VO en PO. Anderzijds bestaat er een duidelijke vraag bij derde partijen (bv onderwijsorganisaties of ministeries) om delen van de kennisnet portals aanbieden (al dan niet in eigen vormgeving), te ondersteunen bij de realisatie van de eigen portals of graag gebruik te maken van een content management systeem of andere portal componenten om hun eigen informatie makkelijk in portal vorm aan te bieden. Aangezien de gelimiteerde beschikbare capaciteit voor externe klanten moeten er duidelijk keuzes gemaakt worden. Doelstellingen Portal en portalcomponenten 2004 •
•
(Verkopen)van gesyndiceerde content o
Het identificeren van target klanten(scholen/instellingen/educatieve portals)
o
Propositie vaststellen (welke content)
o
Targets stellen
Skinning: het geschikt maken van portalcomponenten voor gebruik door derden in de eigen elektronische omgeving.
•
Verkoopbaar maken portals: uitwerken van de complete formule om een portal met de
•
Faciliteren ‘partners’: het bijspringen bij partijen die hun aanbod richting het onderwijs gaan
verschillende componenten van redactie, realisatie en techniek aan te bieden. digitaliseren. Hulp kan van zowel inhoudelijke als technische aard zijn. •
Kennisnet exposure: Onder de aandacht brengen van delen van de Kennisnet content via verschillende grote kanalen (omroep.nl, de nieuwswebsites etc.)
5.2
Zoeken en Vinden Binnen het onderwijs is er een duidelijke behoefte aan een zoekmachine die resultaten geeft die beter aansluiten op de onderwijsbehoefte van de eindgebruiker waar het liefst ook nog een waardering aan is gegeven (redenering: als een docent hier al naar gekeken heeft en dit nuttig heeft bevonden, dan kan ik er ook wat mee).
25 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
`Zoeken en Vinden’ is de onderwijszoekmachine die aan de deze behoefte voldoet. De zoekmachine combineert gecategoriseerde bronnen en trefwoorden waardoor het mogelijk wordt om betere zoekresultaten te geven. De dienst bestaat uit de volgende onderdelen: 1.
Een collectie gecategoriseerde (en gewaardeerde) bronnen (content). In eerste instantie is dit de bestaande vakwijzer met ongeveer 23,000 geïndexeerde bronnen. In 2004 zullen daar andere externe collecties aan gekoppeld moeten worden (bijvoorbeeld de bibliotheken).
2.
Een uitvoer applicatie (zoekinterface en zoeklogica).
3.
Een invoer en beoordeelapplicatie. Deze applicatie wordt gebruikt door de vakcommunities en andere verantwoordelijke medewerkers om bronnen toe te voegen, te categoriseren, beoordelen en te beheren.
4.
Koppeling met externe collecties/bronnen.
In eerste instantie is de applicatie geschikt voor alle doelgroepen behalve kinderen. De huidige interface leent zich niet voor het gebruik door kinderen omdat deze puur tekstueel wordt aangeboden. Na de introductie van de eerste versie van de zoekfunctionaliteit zal bekeken worden of er op basis van de wensen van specifieke gebruikers/doelgroepen aanpassingen in de dienst noodzakelijk zijn. Doelstellingen Zoeken en Vinden 2004 Ontwikkeling en beheer •
Voor april 2004 is een formeel gebruikerspanel opgezet die op regelmatige wijze feedback en adviezen gaan geven over de kwaliteit en de toekomst van zoeken en vinden.
•
Juli 2004: in kaart hebben welke doelgroep/segment aan verbeteringen en uitbreidingen
•
September 2004: introductie persoonlijke zoekfunctionaliteit ‘Mijn Zoeken & Vinden’.
behoefte hebben en hierbij in overleg met Sector Managers prioriteiten te geven Koppeling •
Uiterlijk december 2003: per sector manager vijf potentiële content leveranciers te laten bepalen door de sector managers (wish list) minimaal negen nieuwe leveranciers (catalogi) te koppelen aan Zoeken en Vinden voor december 2004.
•
Juni 2004: een plan van aanpak opgeleverd voor een vergaande integratie met de bibliotheken.
•
Voor maart 2004 een haalbaar business model voor het aanbieden van zoekdiensten en technologie voor derde partijen. Op basis hiervan wordt voor eind december 2004 minimaal drie partijen binnengehaald die tegen betaling de producten en zoekdiensten gaan inzetten.
Gebruik •
Juni 2004: 30% groei in aantal zoekopdrachten per dag ten opzichtte van december 2003.
•
Na introductie “Mijn zoeken en Vinden”: activeren 1000 profielen per maand. (doelstelling is sterk afhankelijk van markt penetratie van het Entree produkt dat als sleutel dient voor deze applicatie).
•
Met betrekking tot naamsbekendheid wordt voorlopig geen doelstelling gesteld, deze is afhankelijk van de eventuele keuze voor een nieuwe merknaam voor het product.
5.3
Entree Het onderwijsveld wil het gemak van één log-in procedure en één heldere toegangs- en afrekeningsystematiek als het gaat om online diensten en content die gebruikt en gedeeld worden door meerdere onderwijsinstellingen. De aanbieders willen meewerken aan het oplossen van deze klantvraag en realiseren zich dat een centrale oplossing onontbeerlijk is omdat een school relaties heeft met x aanbieders. De vraag is voelbaar in het VO en BVE veld, hoewel het gebruik van online lesmateriaal en diensten nog in de kinderschoenen staat. Entree is een autorisatie- en authenticatiedienst voor het onderwijsveld die aan deze behoefte voldoet. Met één gebruiksnaam en wachtwoord kan een gebruiker bij online lesmateriaal en
26 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
applicaties. De aanbieder van content of diensten kan op basis van de gegevens die hij vanuit Entree van de docent of student ontvangt zijn aanbod personaliseren. Hierdoor wordt het mogelijk om de eindgebruiker direct die informatie te geven die voor hem van belang is. Ook is het mogelijk om trends te zien en het aanbod verder te optimaliseren. Overige kenmerken van Entree zijn in onderstaande tabel gegeven. Kenmerk
Beschrijving
Toegankelijk vanaf elke Leerlingen en docenten kunnen inloggen vanaf elke locatie met een plek
internettoegang, of het nu vanaf school, thuis of de stageplek is.
Inzicht in beschikbaar
Via Entree zijn rapportages te zien van beschikbaar materiaal,
materiaal en gebruik
toegekende licenties en van het gebruik.
Integratie van
Brongegevens (bijvoorbeeld LDAP) worden gekoppeld met systemen die
gebruikersgegevens
verbonden zijn aan Entree.
Eenvoudig in gebruik
°
en beheer
De dienst is ‘web-based’ voor Onderwijsinstellingen, dus zij hebben geen extra hardware en software nodig. Aanbieders hoeven alleen de software agent te installeren en de autorisatieregels vast te leggen.
°
Eenvoudige invoer en onderhoud van gebruikersgegevens, via koppelingen met administratiesystemen.
°
Licentiemanagement (aanvragen en beheren) is geïntegreerd in de beheerapplicatie.
Toepasbaar voor
Met Entree is het niet alleen mogelijk om lesmateriaal te ontsluiten,
applicaties
maar ook applicaties voor het onderwijsveld, van bijvoorbeeld CfI of andere aanbieders voor het onderwijsveld
Privacy gegarandeerd
De benodigde leerlinggegevens worden via Entree gekoppeld aan licenties. Via Kennisnet wordt misbruik van deze gegevens door derden uitgesloten.
5.3.1
Primair Onderwijs Op dit moment ligt de focus op het VO en het BVE, maar in 2004 wil Kennisnet ook de PO sector wel warm maken voor introductie van Entree. Voor het PO zal de focus in 2003/2004 liggen op het voorbereiden van de marktintroductie van Entree in het schooljaar 2004/2005. De PO-sector is al wel geïnteresseerd in Entree, dit bleek na de voorjaarsmailing in 2003. Bijna 25 PO-instellingen hebben zich toen spontaan aangemeld voor Entree. De nadruk zal tot en met de eerste helft van 2004 (jan-juni) liggen op het werven van dienstenaanbieders. Pas als er voldoende materiaal achter Entree zit, kan de dienst interessant worden voor de scholen. De belangrijkste contentleveranciers in het PO zijn Malmberg en Zwijssen. Maar binnen de PO-sector zijn ook kleinere dienstenaanbieders actief. Op dit vlak zullen de komende maanden (tot juni 2004) voor de PO-sector de meeste inspanningen moeten worden verricht. Met belangenorganisaties (zoals VOO), regionale ICT-initiatieven, adviesorganen (bv. NSA) etc. moet daarnaast één-op-één worden gesproken over de specifieke wensen en eisen voor de POsector. Met een aantal PO-instellingen kunnen pilots worden uitgevoerd zodra er dienstenaanbieders met PO-materiaal zich hebben aangemeld. De communicatie richting de PO-sector zal in de eerste helft van 2004 voornamelijk informerend van aard zijn. In de tweede helft van 2004 (start schooljaar 2004/2005) lift de nadruk – nog steeds náást het werven van aanbieders - op het binnenhalen van PO-instellingen. De doelstelling voor het jaar 2004 is het binnenhalen van 75 instellingen voor pilots met Entree. Daarnaast is de doelstelling om bij voldoende aanbod, vanaf de start van het schooljaar 20042005, 4% van de PO scholen aan te sluiten.
27 / 53
28 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
5.3.2
Voortgezet onderwijs Belangrijkste behoeften voortgezet onderwijs •
Eenvoudige toegang tot afgeschermd lesmateriaal en applicaties.
•
Single sign on voor toegang tot lesmateriaal en diensten.
•
Faciliteren van individuele werkzaamheden van leerlingen en het vastleggen van individuele
•
Bescherming van privacy, met name van leerlingen.
•
Verlaging beheerlast door meer aanbod van online materiaal in plaats van cd-roms.
•
Geïntegreerd beheer van gebruikers: het niet hoeven bijhouden van gegevens van
resultaten.
studenten en docenten in meerdere systemen. •
In mindere mate: Mogelijkheden om eigen ontwikkelde applicaties en materiaal af te schermen en te delen met andere instellingen.
In de eerste helft van 2003 is gebleken dat VO-schoolleiders en ICT-coördinatoren positief staan tegenover het concept van de dienst Entree. Ze hadden echter wel een aantal bezwaren. Een belangrijk bezwaar heeft te maken hadden met de verhouding prijs – prestatie, of beter gezegd de omvang van het aanbod dat op dit moment voor € 2,- beschikbaar is. Daarnaast blijkt dat veel scholen een testperiode zouden prefereren om te kunnen ‘ruiken’ aan het aanbod. De doelstelling voor het jaar 2004 is het binnenhalen van 21% van de VO instellingen. Dit zijn er 167. Zij vertegenwoordigen bijna 210.000 gebruikers. Om dit te kunnen bereiken worden de volgende activiteiten ontplooid. Activiteiten Promotie
o
Communicatie één-op-één richten op DMU’s: schoolleiders en ICTcoördinatoren: o
Nieuw aanbod toelichten en DMU’s over streep trekken om dit jaar Entree aan te schaffen tegen introductieprijs. Dmv persoonlijke benadering: presentaties aan koepels, persoonlijke bezoeken en telefoongesprekken.
o
Communicatie breed richten op docenten VO via verschillende
o
Gebruikersgroep opzetten om verdere ontwikkeling van Entree voor het VO mee
communicatiemiddelen . af te stemmen en commitment te krijgen voor afname en gebruik. Product
o
Promotie via intermediairs.
o
Ontsluiten applicaties die individuele werkzaamheden van studenten faciliteren en vastleggen. Eerste functionaliteit beschikbaar april 2004.
o
Realiseren van koppeling met A-select zodat andere authenticatievormen zoals
o
Afhankelijk van werkelijke behoefte koppelen met Elo’s (Blackboard),
via sms of smart card mogelijk zijn. Wens beschikbaarheid april 2004. QuestionMarkPerception, LiveLink etc. Eerste koppeling beschikbaar mei 2004, overige begin schooljaar 2004/2005. o
Stappen zetten om “mijn kennisnet” te realiseren voor gebruikers. Eerste
o
Voor het schooljaar 2003/2004 worden alleen kosten in rekening gebracht voor
functionaliteit beschikbaar in september 2004. Prijs
docenten. In het schooljaar 2004/2005 zal de prijs €2 per gebruiker bedragen in één contract voor de hele instelling. Aan het einde van het schooljaar 2003/2004 haalbaarheid hiervan toetsen, op basis van beschikbare aanbod van content en de toezeggingen/contracten voor het schooljaar 2004/2005.
29 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
5.3.3
Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie Belangrijkste behoeften Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie •
Geïntegreerd beheer van gebruikers: het niet hoeven bijhouden van gegevens van studenten en docenten in meerdere systemen.
•
Eenvoudige toegang tot afgeschermd lesmateriaal en applicaties.
•
Single sign on voor toegang tot alle diensten, maar wel een splitsing in toegang tot ‘interne’ diensten (roosterapplicaties, schooladministratiesystemen, intranet) en externe diensten (materiaal en diensten van uitgevers, OC&W en andere aanbieders).
•
Mogelijkheden om eigen ontwikkelde applicaties en materiaal af te schermen en te delen met andere instellingen (ROC’s).
•
Faciliteren van individuele werkzaamheden van studenten en het vastleggen van individuele resultaten.
De doelstelling voor het jaar 2004 is het binnenhalen van 21% van de BVE sectoren. Dit zijn er 42. Hierbij is aangenomen dat een ROC uit gemiddeld vier sectoren bestaat. Zij vertegenwoordigen ruim 126.000 gebruikers. Gerelateerd aan de criteria die nog bepaald moeten worden voor de aanbieders die Kennisnet binnen willen halen voor Entree, is de keus voor focus op één of meerdere sectoren binnen de BVE. Gezien het ontbreken van functionaliteit in Entree op dit moment, de grote zelfstandigheid van ROC’s en de algemeen kritische houding van de BVE sector ten opzichte van Kennisnet, zijn een aantal activiteiten nodig om de doelstellingen voor Entree te halen: Activiteiten Promotie
o
Communicatie richten op DMU en beïnvloeders: CVB, unitmanagers, docenten;
o
Eén op één gesprekken met ROC’s om bekendheid en draagvlak te vergroten en gewenste toekomstige functionaliteiten te bepalen. Aantal: 45 gesprekken.
o
Gebruiken van ROC’s als launching customer: Gilde, Da Vinci, ROC Friesland. Samen communiceren naar de ROC’s over de pilots, de samenwerking en toegevoegde waarde van Entree (BPV applicatie, koppeling met middleware oplossing en uitwisseling van eigen content).
Product
o
Afhankelijk van behoefte: koppelen met Elo’s (Blackboard), QuestionMarkPerception, LiveLink etc. Eerste koppeling beschikbaar 31 maart 2004, overigens begin schooljaar 2004/2005.
o
Realiseren koppeling met middleware oplossingen, in eerste instantie met Da Vinci/Novell (31 maart 2004), later wellicht met andere.
o
Ontsluiten van applicaties die individuele werkzaamheden van studenten faciliteren en vastleggen (stagebegeleidingsapplicatie van Gilde opleidingen voor BPV (BeroepsPraktijkVorming)). Zodra de pilot afgelopen is, afhankelijk van eventuele benodigde aanpassingen aan Entree (begin 2004).
o
Realiseren van koppeling met A-select zodat andere authenticatievormen zoals
o
Stappen zetten om ‘mijn kennisnet’ mede mbv Entree te realiseren voor
via sms of smart card mogelijk zijn (31 maart 2004). gebruikers; een persoonlijke startpagina, waarin gebruikers informatie op maat krijgen. Een docent krijgt alle beschikbare afgeschermde content meteen te zien evenals het materiaal waarvoor licenties zijn verkregen. Een student krijgt alleen materiaal te zien waar hij/zij voor is geautoriseerd. Dit houdt ook verband met de standaardisatie van metadata en met de dienst Zoeken en Vinden. Eerste functionaliteit beschikbaar in september 2004. Prijs
o
Gezien huidige toegevoegde waarde van Entree voor de BVE sector is besloten om voor het schooljaar 2003/2004 geen kosten in rekening te brengen. In het
30 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Activiteiten schooljaar 2004/2005 zal de prijs € 2 per gebruiker bedragen, per sector of per 3000 gebruikers kan een contract worden gesloten. Toetsing haalbaarheid aan het einde van het schooljaar 2003/2004 obv het dan beschikbare aanbod van content en applicaties en toezeggingen/contracten voor schooljaar 2004/2005. 5.3.4
Aanbieders Belangrijkste behoeften aanbieders •
Beschermen van auteursrechten van online materiaal.
•
Reguleren toegang tot online diensten voor specifieke doelgroepen.
•
Goedkoop en eenvoudig (alternatief) distributiekanaal.
•
Eenvoudig beheer van gebruikers en licentiemanagement.
•
Marketinginformatie: status van licenties, gebruik van het materiaal (met zoveel mogelijk detailinformatie), benchmarking met andere marktpartijen.
•
Klantvriendelijke toegang realiseren tot afgeschermd materiaal en diensten.
•
Bereiken van alle (relevante) onderwijsinstellingen.
•
Promotie van bedrijf en diensten.
•
Faciliteiten voor betaling(smodellen).
Op dit moment heeft Kennisnet een passieve benadering van aanbieders. Om te bereiken dat Entree een platform wordt dat een breed en interessant aanbod aan diensten en applicaties voor het onderwijsveld ontsluit, is een pro-actieve benadering nodig. De volgende activiteiten worden onderscheiden. De doelstelling voor het jaar 2004 is dat naast de Escon uitgevers diensten van nog 15 andere aanbieders worden ontsloten. Activiteiten Promotie
o
Speciale brochure voor aanbieders ontwikkelen.
o
Indirect via promotie naar onderwijsveld.
o
Opstellen hitlist van 60 meest gewilde aanbieders.
o
Eén op een bezoeken van aanbieders, hierbij ook intermediair rol vervullen
o
Klankbordgroep aanbieders opzetten.
o
Gebruikersvriendelijkheid vergroten middels verbeteringen GUI.
o
Rapportagemogelijkheden uitbreiden/aanpassen op basis van wensen
vanuit scholen (wensen overbrengen). Product
aanbieders (met name al aangesloten aanbieders). Prijs
o
Voor uitgevers is het model in de maak. Voorstel is een jaarlijkse set up en beheer fee en een maandelijkse usage fee per uitgegeven licentie. De hoogte van de prijsniveaus per eenheid is afhankelijk van het gebruik, aangezien de exploitatie van Entree uiteindelijk voor 50% door aanbieders gedragen moet worden en de uitgevers naar verwachting 80% van de aanbiedersmarkt vormen.
o
Voor partijen die gebruik maken van Entree op dezelfde wijze als de uitgevers
o
Voor ministeries en andere grote partijen prijs op project basis.
o
Voor partijen die alleen gebruikersbeheer met Entree willen afnemen (bv ISPs)
zal hetzelfde model gehanteerd worden.
moet een prijs bepaalt worden. o
Voor overige (kleinere) aanbieders is het prijsmodel: tot 5000 licenties per dienst: 1500 € per jaar.
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
5.4
ThinkQuest Ieder schooljaar daagt ThinkQuest elke scholier, leerling, student en docent in Nederland uit om in teamverband een educatieve, originele en interactieve website te maken. ThinkQuest is een educatieve ‘webstrijd’ van Kennisnet waarmee zij het gebruik van internet in het onderwijs stimuleert. Het productportfolio van ThinkQuest bestaat uit een aantal sectorgerichte wedstrijdcategorieën met een webstrijdaanbod afgestemd op het basis- en voortgezet onderwijs en beroeps- en volwasseneducatie (BVE). ThinkQuest heeft het volgende aanbod: •
ThinkQuest Junior – voor kinderen in het basisonderwijs, kinderen maken websites voor
•
ThinkQuest voor Leerlingen – voor leerlingen en studenten in het voortgezet- en
leeftijdsgenoten, frequentie: 1 keer per schooljaar. beroepsonderwijs (BVE), frequentie: 1 keer per schooljaar. •
ThinkQuest voor de Klas – voor docenten en studenten in het hoger onderwijs. Studenten (HBO/WO) en docenten (PO, VO, BVE) maken educatieve websites voor het onderwijs. Frequentie 1 keer per schooljaar.
•
ThinkQuest Internationaal – ThinkQuest stimuleert internationale deelname onder Nederlandse teams. Frequentie: 2 keer per jaar.
In 2004 zal meer worden gewerkt aan het ‘merk’ ThinkQuest: de webstrijd voor het onderwijs! Iedereen kan meedoen. Om het productaanbod meer onder de aandacht te krijgen wil Kennisnet een campagne voeren en communicatie geïntegreerd inzetten. Medio oktober brengt een jongerencommunicatiebureau een advies uit aan ThinkQuest met betrekking tot de naamvoering van de wedstrijden en een voorstel voor een campagne VO/BVE. Speerpunt hierin is marktbenadering van VMBO en MBO studenten/docenten en het positioneren van ThinkQuest. Wat betreft de ondersteuning naar de gebruikers wil Kennisnet met niet alleen de technische ondersteuning verbeteren, maar ook de begeleiding van coaches en teams door middel van het organiseren van ThinkQuest gebruikersdagen en intensiveren van communicatie en interactie met gebruikers. In 2004 zal ook ThinkQuest Try out worden geïntroduceerd voor de startende websitebouwer. Deze webstrijd zal frequenter plaatsvinden (maandelijks) en zal als pilot begin 2004 starten (PO).Deze nieuwe wedstrijd zal maandelijks worden georganiseerd en hier verwachten we een grote deelname. Doelstellingen ThinkQuest 2004 •
•
•
Vergroten aantal inschrijvingen t.o.v. 2003: o
TQ Junior: 318 (+50% t.o.v. 2003)
o
TQ Leerlingen: 420 (+60% t.o.v. 2003)
o
TQ voor de Klas: 77 (+75% t.o.v. 2003)
Vergroten aantal ingeleverde websites t.o.v. 2003: o
TQ Junior: 239
o
TQ Leerlingen: 210 (60 teams uit BVE)
o
TQ voor de Klas: 77
Educatieve doelstelling voor ThinkQuest voor Leerlingen: •
25 % van alle teams wordt gecoached door tenminste één persoon uit het onderwijs (docent of ICT-coördinator) Dit betekent ruim 10 % groei.
•
•
Ontwikkeling producten: o
Wedstrijdaanbod in VO en BVE verfijnen
o
Introduceren beroepsgerichte wedstrijd
o
Introduceren ThinkQuest Try out
Doorontwikkelen ThinkQuest diensten.
31 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
5.5
Diensten op het Platform voor Content en Diensten In eerste instantie is het Platform voor Content en Diensten (PCenD) één van de bouwstenen die nodig is om de content en diensten van Kennisnet op kwalitatief hoogwaardige wijze bereikbaar te maken voor Kennisnetgebruikers. Daarnaast biedt het platform mogelijkheden om als proeftuin te dienen voor innovatieve projecten van, met en door scholen. In de eerste helft van 2004 zullen de mogelijke diensten die verband houden met het platform nader uitgewerkt worden. Deze diensten moeten passen binnen de publieke opdracht die Kennisnet met het platform vervult. Op basis van die verkenning worden vervolgstappen voor mogelijke diensten gezet.
5.6
Adviesproducten Kennisnet wil de vraagbaak zijn voor ict en onderwijs. Daarbij gaat het natuurlijk om vragen die betrekking hebben op de inzet van Kennisnet in de school en in de klas en vragen die betrekking hebben op Kennisnetdiensten. Uit de NIPO-enquête komt duidelijk naar voren dat docenten en ict-coördinatoren behoefte hebben aan ondersteuning bij het gebruik van internet en ict in de klas. Om scholen en docenten te ondersteunen bij het gebruik van Kennisnet(diensten) in de klas en in de school heeft Kennisnet een lijn van adviesproducten. •
Servicedesk voor de ondersteuning van gebruikers bij het gebruik van Kennisnet(diensten).
•
Voorlichters om voorbeelden van Kennisnettoepassingen in de les te laten zien.
•
Workshops op het gebeid van specifieke thema’s die voor een bepaalde doelgroep of sector van belang zijn.
Servicedesk De Servicedesk fungeert als helpdesk ten behoeve van bestaande of nieuw te ontwikkelen producten/diensten. Hiermee beoogt de Servicedesk klantondersteuning te bieden voor alle product managers als onderdeel van hun producten. De Servicedesk bundelt de vraag van alle product managers tot één geïntegreerd en geoptimaliseerd instrument voor klantondersteuning voor vragen, klachten, incidenten en dergelijke. Voorlichting Doel van de inzet van de voorlichters van Kennisnet is het laagdrempelig informeren van primair docenten (en secundair ict coördinatoren en anderen) over de gebruiksmogelijkheden van Kennisnet content en diensten in de klas. De voorlichters hebben elk hun primaire aandachtsgebied (een van de sectoren). Het grootste aantal voorlichtingsverzoeken komt evenwel vanuit het PO, hetgeen tot gevolg heeft dat alle voorlichters in hoge mate worden ingezet in het PO-veld. Naast voorlichting op scholen leveren voorlichters een bijdrage aan het maken van lesbrieven en worden zij ingezet als inleider en standbemanning op beurzen en evenementen. Uit de bezoeken van voorlichters komen vragen van scholen en docenten naar voren die Kennisnet kan oppakken door een sector- of accountmanager contact op te laten nemen met de school. Zij helpen de school dan verder met de toepassing van producten en diensten van Kennisnet. Workshops Uit signalen van voorlichters of uit de sectoren kunnen ook bepaalde thema’s naar voren komen, waar grotere groepen docenten, schoolleiders of ict-coördinatoren in geïnteresseerd zijn. Voor zo’n thema organiseert Kennisnet dan specifieke workshops waarbij dieper op de vragen van de betrokkenen ingegaan en kan ook de eigen situatie aan bod komen. Voorbeelden van zulke workshops die in 2003 gegeven zijn: e-learning en migratieproblematiek.
32 / 53
33 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
5.7
Marktonderzoek In de strategie van Kennisnet is marktonderzoek van groot belang. Om te weten wat de klant wil en of de klant tevreden is met de producten van Kennisnet is marktonderzoek noodzakelijk. Marktonderzoek ondersteunt de sector- en productmanagers bij het verkrijgen van deze informatie, zorgt zo in elk stadium van het managementproces voor de nodige beleidsondersteunende informatie en helpt zodoende bij het maken van de juiste beslissingen. Om dergelijke marktinformatie te generen beschikt Kennisnet over een aantal instrumenten. Naast de wekelijkse informatie over het gebruik van de portal, kunnen met behulp van de nettracker-software aanvullende trendanalyses gemaakt worden. Aan de hand van (aanvullend) marktonderzoek kan inzicht worden verkregen in specifieke vragen van sector- of productmanagers. De activiteiten die in dit kader zullen worden verricht zijn in onderstaande tabel gegeven. Doelstellingen Portal- / gebruiksstatistieken PO
o Algemeen Kennisnet gebruik
Marktonderzoek o
overzicht
trends in concrete content en
o Trendanalyse belangrijkste
producten aan de hand van
gebruikers en onderdelen van PO portal
groepsdiscussie o
o Top 10 van populaire directories (in views)
VO
o Algemeen Kennisnet gebruik
Gebruikers-/klankbordgroepen o
PO kinderen/ouders (2 x)
o
PO leerkrachten (2 x)
o
PO Ict-coördinatoren (2 x)
o
NIPO onderzoek 2x
o
Gebruikers-/klankbordgroepen
overzicht o Trendanalyse belangrijkste gebruikers en onderdelen van VO
Educatiehuis (10 x): vertaling van
o
VO studenten (2 x)
o
VO docenten (3 x)
o
NIPO onderzoek 1x
o
Gebruikers-/klankbordgroepen
portal BVE
o Algemeen Kennisnet gebruik overzicht o Trendanalyse belangrijkste gebruikers en onderdelen van BVE portal met focus op communities
o
BVE studenten (2 x)
o
BVE docenten (2 x)
o
Ict-managers (2 x)
o
NIPO onderzoek 2x
o
Klankbordgroep met deelnemers,
o Meten gebruik InDruk, E-zine en overige producten Thinkquest
o
Algemeen Kennisnet gebruik overzicht
o
coaches en onbekenden met de
Gebruikersoverzicht TQ
webstrijd (4 x) o
Enquête: naar waardering webstrijden en nieuwe intitatieven (4 x)
o
Poll onder bezoekers TQ site (12 x)
o
Omnibusonderzoek voor meten effectiviteit communicatie inspanningen (2 x) (0 meting en 1 meting)
Zoeken en
o
Vinden
Algemeen Kennisnet gebruik
o
NIPO onderzoek 2x
o
Onderzoek naar gewenste (extra)
overzicht o
Trendrapportages van het aantal bezoeken, gebruik zoekwoorden
functionaliteiten dienst (1 x) o
Onderzoek naar commerciële mogelijkheden met dienst (1 x)
34 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Entree
o
en duur zoeken
o
NIPO onderzoek 2x
Algemeen Kennisnet gebruik
o
Monitoren ontwikkelingen adhv
overzicht
groepsdiscussie (2 x) o
Evaluatie Entree adhv groepsdiscussies ( 2 x VO 2 x BVE)
o
Deskresearch naar relevante ontwikkelingen om tijdig in te spelen op veranderingen (continu, 4 x per jaar in analyse)
o
Onderzoek naar klanttevredenheid adhv enquête (2 x)
Overig
o
Inspelen op actuele onderzoeksbehoeften
o
NIPO onderzoek 2x
o
Inspelen op actuele onderzoeksbehoeften
35 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
6 6.1
Innovatie en Ontwikkeling
Innovatie en ontwikkeling Binnen de twee peilers Innovatie en Ontwikkeling richt Kennisnet zich specifiek op: •
De projectmatige ontwikkeling van nieuwe diensten en vooronderzoeken voor ontwikkelprojecten (ofwel het uitbouwen van het dienstenaanbod van Kennisnet) op het gebied van ict voor het onderwijs.
•
Het stimuleren van innovatie binnen Kennisnet, het onderwijsveld en de hieraan gerelateerde organisaties.
De missie daarbij is: I&O is de katalysator van de vernieuwende toepassing van Internet technologie in het onderwijsveld en vormt een essentieel onderdeel van de toegevoegde waarde van Kennisnet als partner op dit gebied. Onderstaand figuur geeft een schematische weergave van de activiteiten op het gebied van Innovatie en Ontwikkeling
X
\
Y
Z
Onderz. toepasbaarheid nwe technologieën
Projecten geïnitieerd door I&O
Publicaties
Ontwikkelproces
Innovatie binnen Kennisnet
•Mobiel Internet •Authenticatie •Metadatering
6.2
Onderz. toepasbaarheid trends
[ Doorontw. beOntw nwe. staande diensten diensten
Projecten door I&O of in opdracht •Open Source •IEEE-LOM
Innovatie buiten Kennisnet
Projecten in opdracht •Z&V •Entree
•Webmaker •CBP
Richting instellingen
Richting Dienstenleveranciers
•Metadatering BVE •Educatieve contentketen
Het ontwikkelproces (1) Middels ontwikkelprojecten realiseert Kennisnet nieuwe diensten, die een bijdrage leveren aan de algemene strategie van Kennisnet. Deze projecten worden uitgevoerd in opdracht van de interne opdrachtgevers (de units P&D en T&I,). De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de introductie van de nieuwe dienst binnen de onderwijsdoelgroep. De opdrachten worden uitgevoerd aan de hand van het vorig jaar geïntroduceerde ontwikkelproces. Kennisnet heeft in 2003 een duidelijke keuze gemaakt voor (eigen ontwikkeling van) open source software. Mede hierom heeft Kennisnet besloten het in 2003 geïnitieerde en geïmplementeerde ontwikkelproces zodanig uit te breiden dat het te gebruiken is bij de (eigen) ontwikkeling van software. Hiertoe is het proces uitgebreid met aspecten uit het Rational Unified Process (verder te noemen RUP). Dit uitgebreide ontwikkelproces dient overigens als basis voor de communicatietool van de unit I&O, welke inzicht geeft in de voortgang van projecten voor alle kennisnetmedewerkers. Bovendien heeft Kennisnet twee eigen ontwikkelaars in dienst genomen om zo
36 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
interne kennis op te bouwen en te behouden. Tot slot is in samenwerking met de overige units binnen Kennisnet het Changeboard opgezet en bemand. Voor 2004 wordt beoogd het (software) ontwikkelproces verder wil optimaliseren en inbedden in de organisatie. Bovendien zal Kennisnet met de gehanteerde werkwijze meer naar buiten treden. Er is gebleken dat overige (veelal gelijksoortige) organisaties interesse hebben in de door Kennisnet gehanteerde aanpak. Voor de communicatietool geldt dat het van belang is zo spoedig mogelijk de koppeling te realiseren met Athena, het Kennisnet-intranet.
Doelstellingen ontwikkelproces 2004 •
Optimaliseren van het (software) ontwikkelproces
•
Communiceren (zowel intern als extern) over de door I&O gehanteerde aanpak.
•
Voortgang projecten inzichtelijk op het intranet (dmv directe koppeling communicatietool en het intranet).
•
6.3
Het Changeboard uitbreiden voor elke (grote) dienst van de portfolio van Kennisnet.
Het doen van onderzoek (2,3) Een belangrijk aspect van I&O is het stimuleren van innovatie binnen Kennisnet, voor het onderwijsveld en voor aanverwante organisaties. Het doen van onderzoek en het uiteindelijk publiceren van onderzoeksresultaten (zowel intern als extern) is één van de middelen hiervoor. Op basis van de gesignaleerde behoeften, overleg met trendspotters en een gehouden workshop met als thema ‘Kennisnet als katalysator van innovatie in het onderwijsveld’zijn in 2003 een aantal potentiële onderzoeksthema’s vastgesteld. Hiervan zijn in 2003 de volgende onderzoeken gestart: •
Authenticatie en autorisatie.
•
Metadatering/NEN-commissie.
•
Mobiel Internet.
•
Open source en open standaarden.
In de onderstaande tabel staan de thema’s, die potentieel hebben voor nader onderzoek, weergegeven. De thema’s zijn onderverdeeld in twee categorieën, te weten techniek en toepassingen/trends.
Thema
Categorie
1. Privacy en personalisatie
Toepassingen/trends
2. Business support systemen
Toepassingen/trends
2. Security
Techniek
4. Virtuele werkgroepen
Techniek
5. Faciliteren van ordening en distributie van
Toepassingen/trends
content 6. Thuis / op afstand
Toepassingen/trends
7. Mobiel Internet
Techniek
8. Toegankelijkheid
Toepassingen/trends
9. Kennisdeling en –management
Toepassingen/trends
10. Video en multimedia
Techniek
11. Fun
Toepassingen/trends
12. Overig: Voip, Ipv6
Techniek
In 2004 wordt vervolgonderzoek gedaan op het gebied van open source en open standaarden. Fase 2 van het programma www.OSSinhetonderwijs.nl is eind 2003 reeds gestart. Eveneens is krijgt het onderzoek metadatering een vervolg in 2004.
37 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Om innovatie verder blijvend te stimuleren en om snel te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen in het onderwijsveld en/of (internet)technologie zal in 2004 het Innovation Board ingericht worden. Hierin participeren de CTO, de manager P&D en de manager I&O. De hoofddoelstelling van dit orgaan is om innovaties binnen en buiten Kennisnet sneller te identificeren en deze te stroomlijnen met de activiteiten van Kennisnet. Kennisnet ontwikkelt zelf geen nieuwe technologie, maar in samenwerking met partner organisaties. Met SURFnet zijn in 2003 afspraken gemaakt om verregaand samen te werken op het gebied van innovatie. In Q4 2003 zijn op basis van de concept-jaarplannen van beide organisaties de samenwerkingstrajecten verkend. Dit heeft geresulteerd in het voornemen om in 2004 samen te werken op het gebied van: •
Portal en tools.
•
Zoeken en Vinden/Metadatering.
•
Authenticatie/Autorisatie (Entree en A-select).
De samenwerking vindt zowel op het gebied van productontwikkeling als onderzoek plaats. Voor het eind van 2003 worden de samenwerkingsprojecten geconcretiseerd, zodat begin 2004 met de realisatie gestart kan worden door de gezamenlijke projectteams. Vanuit het eigen onderzoek dat Kennisnet verricht, is een rol gegroeid als verbindende factor tussen de onderzoekswereld en de onderwijswereld als het gaat om onderzoek naar ict en onderwijs waarvan de resultaten van belang zijn voor de Kennisnetdoelgroepen. De 2 werelden hebben hun eigen autonomie en tempo en lijken onvoldoende te profiteren van elkaars kennis en ervaring. Kennisnet kan een faciliterende rol spelen in het totstandkomen en onderhouden van het proces dat beide werelden met elkaar verbindt. Kennisnet heeft nauwe banden met de onderzoekswereld, welke recentelijk alleen maar zijn verstrekt door de samenwerking met Surfnet en partijen als TNO, en nog veel sterkere banden met de onderwijswereld. Kennisnet betrekt al experts uit de academische wereld bij haar onderzoeken. Dit zal in 2004 nog meer gebeuren. Kennisnet biedt ruimte om studenten van universiteiten onderzoek te laten doen binnen de onderwijscontext van Kennisnet. Nevenstaande figuur geeft de kenniscirculatieprocessen uit beide werelden weer inclusief het verbindende proces.
vrij naar: A. tenBrummelhuis, P. van den Dool en J. van Schie
De stadia, die het proces doorloopt staan in onderstaande figuur weergegeven door de kennisspiraal.
38 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Coaching, het uitwisselen van ervaringen via observatie, imiteren en praktisch oefenen
Ervaringen analyseren, overdraagbaar maken kennis(cook books), vastleggen en protocolleren
Testbeds, concepten, uitproberen, leren door toepassen in andere contexten
Onderzoek reviews, verdiepen van kennis ordenen van concepten
Rolverdeling binnen Kennisnet Kennisnet is momenteel al actief in alle kwadranten, maar zal in 2004 extra activiteiten ontwikkelen op het gebied van socialisatie en de andere activiteiten expliciteren. Aan de hand van de kwadranten kan ook een duidelijke rolverdeling gemaakt worden binnen de Kennisnet organisatie. Socialisatie is met name een taak voor de sectorverantwoordelijken (o.a. via platform(s) voor vernieuwende school. De unit I&O neemt Internalisatie en combinatie voor zijn rekening om vervolgens de externalisatie voor het merendeel uit te laten voeren door de verantwoordelijken voor advies & ondersteuning binnen de unit producten en diensten. Doelstellingen onderzoek 2004 •
Onderzoek Open source en open standaarden (fase 2) ossinhetonderwijs.nl
•
Onderzoek Metadatering in de BVE (fase 2)
•
Richting gevende rol vervullen in de Nen-commissie voor leertechnologie m.b.t. metatdatering
•
Het uitvoeren van minimaal 6 onderzoeken.
•
Publicaties over de uitgevoerde onderzoeken; artikel, uitgave en/of Kennisnet zakenlijk afhankelijk van thema en grootte
•
Uitvoeren van gezamenlijke onderzoeks- en ontwikkelprojecten met Surfnet op het gebied van: o
Portal en tools
o
Zoeken en Vinden/Metadatering en
o
Authenticatie/Autorisatie (Entree en A-select)
o
Streaming media
•
Het opzetten en inrichten van de Innovation Board.
•
Banden met de onderzoekswereld uitbouwen; o.a. meer wetenschappers betrekken als experts in Kennisnet I&O-onderzoeken
6.4
Ontwikkeling bestaande en nieuwe diensten (4) De verbetering van de dienstverlening van Kennisnet is een continu proces. Kennisnet vraagt zich dagelijks af of zij de behoeften van de doelgroep nog wel in voldoende mate bevredigt met haar productportfolio. Indien dit (op vlakken) niet het geval is, past Kennisnet de productportfolio aan.
39 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Deze aanpassing kan zowel het toevoegen van een nieuwe dienst zijn als het verbeteren van een bestaande dienst. De unit I&O realiseert dergelijke ontwikkeltrajecten. Na deze realisatie draagt de unit de betreffende dienst (weer) over aan de units P&D of T&I voor het uiteindelijk vermarkten en het beheer van het product. Kennisnet voert ontwikkelprojecten (het merendeel in opdracht van de units P&D en T&I) uit aan de hand van het (software) ontwikkelproces. In onderstaande tabellen is een overzicht gegeven van de projecten die de unit I&O in 2004 in opdracht van de units Portal en Diensten en Techniek & Infrastructuur zal uitvoeren. De unit Portal & Diensten In overleg met de unit P&D zijn de volgende projecten voor 2004 vastgesteld:
Beschrijving opdracht
Toelichting
1. Webmaker
Het herzien van de huidige websitemaker op basis van
2. Communitytool
Het ontwikkelen van een communitytool op basis van een
een nieuwe structuur en architectuur. nieuw platform. 3. Entree v3.0
Het doorontwikkelen van Entree op de gebieden van individualisering en personalisatie.
4. Zoeken en Vinden 2.0
Het doorontwikkelen van Zoeken & Vinden, met name op het gebied van personalisatie.
5. CPB 2.0
Het doorontwikkelen van het in 2003 ontwikkelde CPB platform, voornamelijk op de gebieden van sharework, content syndicatie en skinning.
De Unit Techniek en Infrastructuur In overleg met de unit T&I zijn de volgende potentiële projecten voor 2004 vastgesteld. Deze projecten bevinden zich nog in de zogenaamde ideeën ontwikkelingsfase.
Beschrijving opdracht 1. Educatief applicatie Platform
Toelichting Een applicatie platform op het PCD, waarbij gegarandeerde en snelle toegankelijkheid wordt geboden voor onderwijsinstellingen naar hun educatieve applicaties.
2. Streaming Media Service
Een laagdrempelige voorziening voor onderwijsinstellingen om streaming media op te nemen in hun websites en lesmateriaal.
Overige activiteiten Met de nieuwe infrastructuursituatie op scholen wordt de centrale beveiliging losgelaten. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de beveiliging van eigen ict-voorzieningen. Om scholen te ondersteunen bij het meten van hun beveiligingsniveau zijn vele producten op de markt. Kennisnet zal in een analysefase kijken welke van deze producten geschikt zijn voor het onderwijs en of daaraan nog specifieke eisen gesteld moeten worden. Indien noodzakelijk zal Kennisnet een schil aanbieden rondom bestaande producten en/of tot een beveiligingsplein komen voor scholen. Doelstellingen ontwikkeling 2004 •
Nieuwe Kennisnet producten/diensten: Webmaker, Community tool
•
Nieuwe releases producten/diensten: Entree v3.0, Z&V v2.0, CPB v 2.0
•
Analyse securitytools
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
6.5
Innovatie buiten Kennisnet Binnen deze activiteit vallen zowel projecten en/of onderzoeken gericht op instellingen als op dienstenleveranciers. Momenteel worden projecten uitgevoerd, die door de benodigde integrale aanpak betrekking hebben op beide doelgroepen. Voorheen viel de ‘Regeling Innovatieve Projecten, BVE-sector 2003’ binnen deze activiteit. Overleg met de directie BVE van het ministerie van OCW Q4 2003 heeft geleerd dat het ministerie kleinschalige subsidieregelingen niet wil continueren. De ‘Regeling Innovatieve Projecten, BVEsector 2003’ valt onder deze noemer. Tendens is de kleine regelingen onder te brengen in het grootschalige “Innovatie arrangement”, dat uitgevoerd wordt door Senter. De directie BVE heeft tevens aangegeven wel geïnteresseerd te zijn in innovatieve plannen van Kennisnet voor de BVE-sector. Hiervoor kan een additionele subsidieaanvraag gedaan worden. Later in deze paragraaf wordt een voorstel gedaan voor deze nieuwe trajecten. Een geheel andere aanpak kent het onderzoek getiteld ‘Metadatastandaarden in de BVE-sector’, waarbij samen met het veld gewerkt wordt aan de totstandkoming van standaardisatie. Doelstellingen Regeling Innovatieve projecten BVE 2004 •
Afronden activiteiten regeling; administratief, financieel.
•
Updaten projectenbank met gegevens laatste ronde (oktober 2003).
Metadatastandaarden in de BVE-sector Tijdens het KennisnetWerkdiner op 24 juni 2003 is de behoefte vanuit de ROC’s en AOC’s geuit om in de BVE sector te komen tot afspraken die leiden tot een flexibilisering van de ontwikkeling, het beheer en het (her)gebruik van content binnen en tussen ROC’s en AOC’s. Om deze reden heeft Kennisnet het onderzoek ‘Metadata in de BVE-sector gestart’. De unit heeft met dit project van juli tot en met september 2003 de mogelijkheden onderzocht om te komen tot afspraken over een metadatastandaard en bijbehorende organisatorische en technische randvoorwaarden, die recht doen aan de aanwezige behoefte bij ROC’s en AOC’s. Het doel van dit onderzoek is te komen tot een (concept) plan en het creëren van voldoende draagvlak bij belanghebbenden voor de uitvoering van dit plan. Het uitgangspunt bij dit onderzoek is dat ROC’s en AOC’s met elkaar bepalen hoe de gezamenlijke metadatstandaard eruit ziet. De focus van het onderzoek ligt op het komen tot afspraken (het gebruik van) een metadatastandaard die het ontwikkelen en beheren en gebruiken van onderwijsmateriaal (content) ondersteunen. In dit onderzoek is gekeken naar de huidige ontwikkelingen en meningen van stakeholders op het gebied van: •
Metadatastandaarden en de toepasbaarheid daarvan binnen instellingen in de BVE sector.
•
Softwaresystemen die het ontwikkelproces en het vastleggen van metadata ondersteunen.
•
De raakvlakken met het proces van het elektronisch ondersteunen van het feitelijke onderwijsleerproces.
De resultaten van het onderzoek ‘Metadata in de BVE sector’ zijn gepresenteerd aan de Kennisnet gebruikersgroep op 17 september 2003. De gepresenteerde vervolgstappen zijn positief ontvangen, wat aanleiding was om in 2003 aan deze vervolgstappen verdere invulling te geven (http://metadata.kennisnet.nl.) Doelstellingen “Metadata in de BVE-sector” voor 2004 •
Het succesvol uitvoeren van de volgende fasen van het project ‘Metadata in de BVE- sector’ (afronding Q2 2004).
•
Het publiceren in samenwerking publiceren over het onderwerp ‘Metadata in de BVE-sector’
•
Het onderzoeken van mogelijke andere financieringsmogelijkheden (in overleg met het ministerie van OCW) in het kader van de totstandkoming van standaarden.
40 / 53
41 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Doelstellingen “Metadata in de BVE-sector” voor 2004 •
Het bespreken van de mogelijke rol voor Kennisnet op het gebied van metadata in de andere sectoren (PO en VO).
•
Het zorgen voor een heldere verdeling van activiteiten in 2004 tussen de units I&O en P&D na uitvoering van de volgende fasen .
Nieuwe innovatieve initiatieven Kennisnet zal in Q4 2003 een aantal projectideeën nader uitwerken en additionele financiering trachten te realiseren. De volgende ideeën worden uitgewerkt: Educatieve content keten Hoewel de mogelijkheden van webbased educatieve content door veel partijen wordt onderschreven, komt deze markt nog onvoldoende op gang. De moeilijkheid schuilt echter niet alleen in de ‘productie’ van educatief materiaal, maar ook in de wijze waarop, en de voorwaarden waaronder dit materiaal beschikbaar wordt gesteld, en gebruikt wordt in onderwijssituaties. Het stimuleren van de markt voor webbased educatief materiaal is met andere woorden geen geïsoleerd probleem, maar vraagt een integrale aanpak. Een vijftal stappen is te onderscheiden te weten: (1) de ontwikkeling, (2) het beschikbaar stellen (3) het vindbaar maken (4) het arrangeren en (5) het gebruik van webbased educatief materiaal. Op basis van onderstaande keten is een aantal problemen te onderscheiden die de stroom van content-aanbod naar content gebruik hinderen.
Aanbod
Contentketen
Behoefte onderwijsveld
Ontwikkelen
• Voldoende educatieve content • Gevarieerd aanbod • Praktische ontwikkeltools
Gebruik
Beschikbaar stellen • Transparant • Centraal • Afgeschermde content
Vindbaar Maken
Arrangeren
• Bruikbaar maken materiaal • Afstemming op individu • Flexibiliteit • Bruikbare tools (LCMS / LMS)
Gebruiken
• Gemak • Authenticatie en Autorisatie • Personalisatie
Uit dit kader is een aantal projecten te definiëren die nader zullen worden uitgewerkt en waarvoor aanvullende financiering zal worden aangevraagd. Dat gaat om de volgende projecten: Contentfonds, Content-uitwisselplatform, Doorontwikkeling Zoeken en Vinden ten behoeve van metadata en uitwisselplatform. Daarnaast zullen specifiek voor de BVE-sector in ieder geval twee projecten worden ingediend. 1. Een open source programma gericht op de BVE-sector Hierbij gaat het om het ontwikkelen en uitvoeren van een activiteitenplan onder het programma Open Source en Open Standaarden in het onderwijs dat specifiek gericht is op de BVE-sector. In deze sector zal men Open Source dieper in de organisatie willen toepassen dan in de andere sectoren. In deze sector is de professionaliteit van ict-afdelingen daartoe beter in staat. 2.De Onderwijs kennisbank Om alle resultaten, onderwerpen en kennis die in de verschillende regelingen voor de BVE-sector zijn verzameld goed te ontsluiten voor de sector wil Kennisnet komen tot een integraal, goed doorzoekbare onderwijskennisbank. De onderwijskennisbank heeft ten doel: het bevorderen van het uitwisselen van bestaande kennis en ervaring met betrekking tot onderwijsinnovaties in de BVE-sector. De bank bevat subsites, waar actuele onderwijsinnovaties worden weergegeven inclusief demo’s. De bronnen mogen door iedereen aangeleverd worden. De bank wordt bij voorkeur in samenspraak met Senter ontwikkeld. Doelstellingen ontwikkeling en innovatie bij instellingen en dienstenleveranciers 2004 •
Als deelproject van ‘De educatieve contentketen’ uitwerken
•
Na toekenning subsidie komen tot een succesvol ingerichte en gefaciliteerde contentketen
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
7 7.1
Techniek en Infrastructuur
Techniek en Infrastructuur In 2003 lag het accent bij T&I op het opbouwen en uitbouwen van de techniek onder de portal en portal applicaties op basis van Open Source en Open Standaarden. Daarnaast is het Platform voor Educatieve Content en Diensten in het kader van de Internet Basisvoorziening voor het onderwijs na 2003 gerealiseerd. De migratie van alle Kennisnet diensten naar dit platform is eind 2003 voltooid. T&I draagt ook in 2004 de verantwoordelijkheid voor de motor van de dienstverlening van Stichting Kennisnet. Missie hierbij is: Zorgen voor een professionele technische ondersteuning van de Kennisnet producten en diensten en draagt met inzet van vernieuwende technologie bij aan de ontwikkeling van bestaande en nieuwe Educatieve Internet toepassingen. De speerpunten van Kennisnet in 2004 zijn: •
Het verder inrichten en inzetten van het Platform Content en Diensten om daarmee een verdere verbreding van het aanbod van educatieve content en diensten te bewerkstelligen.
•
Het verder uitbouwen van portal functionaliteit en applicaties op basis van het open portal platform zal in 2004 krachtig worden doorgezet. De samenwerking die nu al plaatsheeft met andere gebruikers van het open platform (b.v. publieke omroepen) zal een versnelling in de ontwikkeling van functionaliteit mogelijk maken.
•
Het continueren en verder professionaliseren van de operaties achter de Kennisnet diensten, zowel interne diensten als externe diensten.
De overall verantwoordelijkheid van T&I voor de techniek onder alle Kennisnet Producten en Diensten vertaald zich in een CTO-rol voor de unitmanager T&I. Op deze wijze is geborgd dat T&I betrokken is bij alle belangrijke technische afwegingen binnen Stichting Kennisnet en kan een consistente, effectieve en bovenal flexibele technische architectuur worden bereikt waarmee snel kan worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen met bescheiden investeringen.
7.2
Platform Content en Diensten (PCD) De voorziening ‘Platform voor Content en Diensten’ faciliteert in het aanbieden en ontsluiten van content en diensten en bestaat uit een geheel van infrastructuur (servers, firewalls, loadbalancers, internetconnectie, etc.). Het algemene doel van de voorziening is het laagdrempelig, met een goede verbinding en veilig bereikbaar maken van educatieve content en –diensten. In onderstaand figuur is het PCD grafisch weergegeven.
42 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Het platform is zodanig ingericht dat zowel content van kennisnet (o.a. de portal www.kennisnet.nl) als content en diensten van derden goed ontsloten kunnen worden. Het PCD heeft daarbij een aantal unieke eigenschappen die niet gerealiseerd kunnen worden door de markt. •
Focus: concentratie van op onderwijs gerichte content en diensten. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld externe aanbieders gebruik maken van authenticatie door Entree. Educatieve content zal goed en laagdrempelig toegankelijk gemaakt worden.
•
Kwaliteit: Door de access providers uit te nodigen directe verbindingen (direct of indirect peering ) met het Platform te maken, wordt optimale bereikbaarheid van content en diensten voor de instellingen gegarandeerd.
•
Trusted party: het is ongewenst om het strategisch en tactisch beheer van een privacygevoelige gegevensverzamelingen als de LDAP-directory aan een marktpartij over te dragen.
•
Open platform: het content en diensten platform biedt generieke faciliteiten om sterk uiteenlopende soorten diensten te realiseren. Deze faciliteiten kunnen gebruikt worden door diverse partijen, waarbij het belang van het onderwijs steeds voorop staat.
Doelstellingen Platform Content en Diensten 2004 •
Ontsluiten van Kennisnet dienstverlening (Entree, Portals, etc.)
•
Realiseren van minimaal vijf projecten voor ontsluiting van educatieve content en/of diensten van partners middels het PCD.
•
Realiseren van minimaal vijf pilots met experimentele diensten op het PCD.
•
Het bieden van gastvrijheid (o.a. spijkerbak) aan kleinere interessante educatieve content of applicatie initiatieven in een ‘hotelvoorziening’.
•
Het, zo mogelijk kostendekkend, inzetten van het PCD bij partijen die educatieve content/diensten willen leveren die in een commerciële markt niet levensvatbaar zijn maar inhoudelijk zeer veelbelovend zijn.
•
Het optimaliseren van de exploitatie van het platform. Met de ontwikkeling van het PCD zullen eisen aan o.a. het beheer aangescherpt worden.
•
Het verder ontwikkelen van de mogelijkheden van het PCD, zoals het toevoegen van accounting en billing functionaliteiten.
7.3
Portal Techniek en Beheer Portal Techniek en Beheer zorgt voor het tweedelijns beheer van de techniek onder de dienstverlening van Stichting Kennisnet. Dit omvat zowel het in stand houden van de beschikbaarheid van de applicaties als het coördineren van wijzigingen. Grote wijzigingen worden door T&I uitbesteed aan de unit Innovatie en Ontwikkeling. T&I is hierbij de opdrachtgever en heeft als zodanig de regie van die projecten. De ambitie op het gebied van Techniek en Beheer is om haar taken (beheer, wijzigingsbeheer, opdrachtgever/participeren in projecten en advisering) op professionele en kosteffectieve wijze uit te voeren. Dit dient zo goed mogelijk bij te dragen aan de algehele doelstellingen van Kennisnet, zoals de doelstelling tot vraagfinanciering. De ambitie van Portal Techniek en Beheer is vervat in een aantal doelstellingen die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Doelstellingen Portal Techniek en Beheer 2004 •
Continuering van instandhouding en wijziging van bestaande producten en diensten.
•
End-to-end monitoring om de end-to-end de beschikbaarheid van Kennisnet producten en diensten nog beter te kunnen garanderen. De end-to-end monitoring maakt het mogelijk om onvermoede effecten van wijzigingen direct te detecteren, waardoor het wijzigingsbeheer zal verbeteren.
43 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Doelstellingen Portal Techniek en Beheer 2004 •
Configuratiebeheer: onderdeel van Klantgerichtheid is flexibel om kunnen gaan met wijzigingen. Hiertoe is het noodzakelijk dat het configuratiebeheer adequaat ingericht is.
•
Procesinrichting: Om de samenwerking met andere units te professionaliseren heeft Portal Techniek en Beheer de volgende doelstellingen voor 2004: o
Inrichting van de processen voor een (virtueel) loket, zodat storingen en
o
Versterken van de regie van projecten waar T&I opdrachtgever is;
o
Afstemmen van de werkwijze met de andere units;
o
Toerekenen van bestede tijd aan producten.
wijzigingsaanvragen gestroomlijnd afgehandeld kunnen worden;
7.4
Interne Automatisering T&I is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de interne automatisering van de Stichting Kennisnet. Onder de verantwoordelijkheid vallen ontwerp, planning, inkoop, inrichting, configuratie en beheer. Het werkpakket is opgedeeld in de volgende gebieden: •
Werkplekbeheer: Dit omvat alle pc’s, telefoons en andere ICT-middelen op de werkplekken,
•
Netwerkbeheer: Dit omvat het fysieke in-house netwerk, de telefooncentrale, de data servers
zowel hardwarematig als softwarematig. en de netwerkdiensten zoals o.a. file & print serving, e-mail, agendabeheer en het intranet; •
Applicatiebeheer: Hieronder vallen alle applicaties die op de pc’s zijn en worden geïnstalleerd
•
Verbindingen: Hieronder vallen alle verbindingen met de buitenwereld zowel ten behoeve van
en de applicaties die in de server-omgeving zijn en worden gebruikt. telefonie als data. Doelstellingen Interne Automatisering 2004 •
Continuïteit van de bestaande interne dienstverlening.
•
Verdere professionalisering van het applicatie beheer door opstellen van SLA’s en opzetten
•
Uitbreiden van kennis i.v.m nieuwe ontwikkelingen.
•
Vernieuwing van de interne netwerkinfrastructuur (wireless en wired).
•
Uitbreiding van services voor de medewerkers binnen Stichting Kennisnet door inzetten
van duidelijke afspraken m.b.t applicaties en gebruikersbeheer .
nieuwe infrastructuur.
44 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
8 8.1
Staf
Bedrijfsvoering en Control Bedrijfsvoering en Control is de stafeenheid die zich richt op alles wat met het dagelijks reilen en zeilen van de organisatie Kennisnet te maken heeft. In dit cluster worden de disciplines op het gebied van financiën, personeel & organisatie en juridische zaken geclusterd. Ook inkoop, facility& officemanagement en de receptie vallen onder deze unit. Het algemene doel van de afdeling is zorgen dat de werkzaamheden van de units (het primaire proces) goed kunnen verlopen. Om hieraan te kunnen voldoen moet de stafafdeling verschillende gezichten tonen: faciliteren, informeren, signaleren en controleren. Veel activiteiten hebben betrekking op faciliteren: huisvesting, facilitair, financieel, juridisch en personeel. Maar faciliteren, informeren, signaleren en controleren kan alleen als er kaders en richtlijnen zijn. Een andere rol van de afdeling is het opstellen van kaders en richtlijnen opstellen in de vorm van mandatering, administratieve processen, openingstijden, informatie eisen en dergelijke. Die kaders en richtlijnen zijn nodig voor een goede interne samenwerking, goede input informatiesystemen t.b.v. goede sturingsinformatie, voldoen aan extern gestelde eisen (wettelijke regels en eisen ministerie). Als laatste is er de controlerende taak om toe te zien op de naleving van de kaders en richtlijnen. Meer nog dan in 2003 vormt een belangrijk speerpunt in de activiteiten van deze afdeling het vormgeven van de organisatie (financieel, juridisch, administratief, werkprocessen, verantwoordingsrapportages) ten behoeve van de strategie de ‘de klant centraal’ en de aanvullende geldstromen die daaruit voortvloeien.
8.2
Bestuur en Beleid Deze eenheid houdt zich bezig met bestuursondersteuning (inclusief rapportages), relatiebeheer en strategie&beleid. Bestuursondersteuning De Stichting Kennisnet kent een aantal commissies en raden waar de unit Bestuur en Beleid de support voor doet. Een goede support draagt bij aan het versterken van de positie van Kennisnet in het bestuurlijke netwerk en het optimaal uitnutten van deze contacten. Het gaat om de volgende commissies en raden: Raad van Toezicht, Klankbordgroep en Commissie Handvest. Om de Raad van Toezicht, de Commissie Handvest en de subsidiegever goed te informeren over verrichte activiteiten worden verschillende rapportages opgeleverd: •
Jaarverslag en jaarrekening.
•
Driemaal kwartaalrapportage Raad van Toezicht.
•
Eénmaal halfjaarrapportage OCW.
•
Tweemaal per jaar Commissie Handvest.
•
Rapportages voor aanvullende projecten.
Daarnaast verzorgt B&B de interne bestuursondersteuning door voorbereiding en agendering van directieoverleg en MT en de secretariële ondersteuning van de algemeen directeur. Relatiebeheer In de complexe bestuurlijke omgeving van Kennisnet is relatiebeheer naar organisaties en groepen in de directe omgeving van Kennisnet van groot belang. Er zijn vier groepen waarvoor het relatiebeheer bij B&B ligt:
45 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
•
Ministerie van OCW (en andere ministeries)
•
Stichting Ict op School
•
Dragende organisaties van Kennisnet
•
Politieke contacten
Strategie en beleid De beleidscyclus van Kennisnet die leidt tot een jaarplan, eventuele aanpassingen van de strategie en de partnerstrategie behoren tot het werkveld van beleid en bestuur. Concreet gaat het om de planning, inhoud en follow-up van gesprekken met mogelijke partners, alvorens concretere projecten over te dragen aan een bepaalde unit. In onderstaand overzicht is een kort beeld gegeven van een aantal belangrijk Doelen: •
Opbouwen en versterken positie in het bestuurlijke en politiek-strategische netwerk;
•
Bijdragen aan transparantie in het handelen van de Stichting Kennisnet door rapportages en berichtgeving naar mensen binnen en buiten de organisatie (i.s.m. Communicatie)
8.3
Communicatie De afdeling Communicatie faciliteert de organisatie bij het realiseren van doelstellingen op het gebied van naamsbekendheid en gebruik van portal, portalcomponenten, producten en diensten. De verschillende sectoren en producten bepalen in overleg met communicatie de meest effectieve communicatiestrategie voor de sector en het product. De afdeling Communicatie faciliteert de sectoren en producten met advies over strategie en activiteiten en verzorgt de uitvoering van de communicatieactiviteiten van sectoren en producten. Daarnaast kent de afdeling een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het neerzetten van de organisatie in brede zin, namelijk het corporate communicatiebeleid, pers en pr- beleid en interne communicatie. Corporate Communicatie Deze communicatie betreft alle samenhangende strategieën en middelen van communicatie die bouwen aan het imago van Kennisnet èn die niet direct zijn terug te voeren zijn tot een product of sector. Met corporate communicatie zet Kennisnet haar gewenste identiteit en imago samenhangend neer mede op basis van de communicatie-activiteiten van de sectoren en producten. De uitgangspunten voor corporate communicatie, bieden een rode draad voor zowel interne als externe communicatie. Strategie en doelgroepen corporate communicatie Uitgangspunten bij het bepalen van de strategie voor corporate communicatie zijn: •
De ‘klant centraal’ en de sectoren als primaire outlet van producten en diensten betekent een
•
De corporate boodschap van Kennisnet is tot nu toe steeds gekoppeld aan die van
nog meer gedifferentieerde benadering van de doelgroepen van Kennisnet. www.kennisnet.nl. Kennisnet is echter meer dan een alleen de portal www.kennisnet.nl. •
De naamsbekendheid van Kennisnet is gestegen, maar de inhoudelijke bekendheid met Kennisnet laat te wensen over. Dit is vooral het geval onder één van de belangrijke primaire doelgroepen: de leerling.
Hoofdpunten voor 2004 zijn dan ook: 1. Het inhoudelijk laden van het imago van Kennisnet 2. Leerlingen, leerlingen en nog eens leerlingen Hieronder worden deze hoofdpunten vertaald naar activiteiten. 1. Inhoudelijke laden van het imago van Kennisnet Uit de uitgangspunten blijkt allereerst dat er in de Corporate communicatie niet langer kan worden volstaan met generieke imago-campagnes met thematische inslag, maar gezocht moet worden naar inhoudelijke boodschappen die aansluiten bij klantvragen.
46 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Naast intensivering van massamediale kanalen zal Kennisnet dan ook in toenemende mate de inhoudelijke boodschappen moeten differentiëren naar de productmarktcombinaties in de sectoren. Daarvoor zijn in de sectoren afspraken gemaakt over de inzet van communicatie. 2. Leerlingen, leerlingen en nog eens leerlingen In de strategie naar meer vraagfinanciering is het van belang om onderscheid te maken naar de primaire onderwijsdoelgroepen en de zakelijke doelgroepen. Als corporate doelgroepen beschouwt Kennisnet: leveranciers van educatieve content, ministeries in het bijzonder OCW, beleidsmakers en politici binnen overheden, (publieke) omroepen, pers, arbeidsmarkt, medewerkers Kennisnet en algemeen publiek. Hoewel het ook wat deze partijen betreft van belang is de communicatie omtrent het aanbod van Kennisnet te differentiëren moet vooral extra inspanning worden verricht om de bekendheid onder leerlingen te vergroten. Daar liggen de kansen om het doelgroepbereik in 2004 fors uit te breiden. Activiteiten Corporate Communicatie •
Inzet van intensieve massamediale instrumenten om doelgroep bereik in 2004 te bereiken
•
Ontwikkelen corporate communicatiestrategie voor zakelijke klanten
•
Bewaken en toepassen van campagneformats in alle communicatie-inspanningen
•
ontwikkelen van tenminste drie nieuwe radiospots voor breed publiek: zoeken en vinden en Twee thema’s nader te overleggen met sectoren
•
Effectief inkopen in massamedia
•
Maandelijks periode van twee weken (bursts) van Kennisnet radiospots op landelijke publieke radio
•
Maandelijks periode van twee weken Ster & Cultuur spots en regionale TV
•
Wekelijks adverteren in selectie van landelijke dagbladen met kleine advertentie (IM)
•
Tenminste vier artikelen voor huis-aan-huis-bladen opleveren en plaatsen
•
Elk kwartaal tenminste één interview opleveren voor DirectLokaal (regionale radio)
•
Aanwezigheid op relevante beurzen en evenementen
Pers en PR De wijze waarop Kennisnet in het nieuws (en daarmee de publieke beeldvorming) komt is het afgelopen jaar sterk verbonden geweest aan enerzijds de financiering van ICT in het onderwijs en anderzijds de aanstaande keuzevrijheid voor scholen als het gaat om ISP-keuze. In beide gevallen wordt in veel gevallen steeds weer de relatie gelegd met ofwel Kennisnet = nl.tree = netwerk = houdt op te bestaan, of onvoldoende financiering ICT in onderwijs = einde toegang internet op school = einde Kennisnet. In deze setting is het beperkt mogelijk gebleken om Kennisnet op een positieve manier in het nieuws te krijgen. In 2004 zal aan de hand van een actief persbeleid dit beeld worden omgevormd, met name door te focussen op een aantal belangrijke (te verwachten) thema’s en activiteiten. Te denken valt aan de introductie van zoeken en vinden, het bezoek van de portal, werkstukken in VO, examens, specials en thema’s en de ThinkQuest wedstrijden. Interne communicatie Er bestaat een duidelijk verband tussen een goede interne communicatie en de motivatie en het plezier dat medewerkers in hun werk beleven. Medewerkers die met plezier naar hun werk gaan zijn gemotiveerd en dragen met plezier Kennisnet uit en vormen een belangrijke schare van ambassadeurs van onze organisatie. Belangrijke instrumenten die ook in 2004 weer gehanteerd zullen worden om onderstaande doelen te bereiken zijn: de inzet van intranet Athena als centraal communicatiemiddel, de organisatie van verschillende bijeenkomsten (familiedag, personeelsuitje etc) en het personeelsblad Knetters.
47 / 53
48 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
9
Organisatie
Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven heeft de strategie die Kennisnet kiest ook zijn gevolgen voor de inrichting van de organisatie. Dit hoofdstuk besteed aandacht aan de organisatiestructuur die Kennisnet per 1 januari 2004 wil hanteren om zo efficiënt en effectief mogelijk vorm te geven aan strategie en activiteiten in 2004. Om de organisatie zo efficiënt en effectief mogelijk te laten opereren naar de klant, moeten de wensen van klant leading zijn. Om aan die wensen te voldoen moet er een op onze klanten afgestemd samenhangend productportfolio zijn. De producten moeten uiteraard technisch onderhouden en aangepast worden. Om de klanten in de verschillende sectoren warm te krijgen voor het Kennisnetaanbod vindt er communicatie plaats over het aanbod voor die sector. Dat leidt tot het volgende functionele plaatje waarbij de sectoren leidend zijn: •
De sectoren maken gebruik van producten en diensten die onderhouden en aangepast worden door Techniek en Beheer of, als het grote aanpassingen en innovaties betreft, door Innovatie en Ontwikkeling.
•
Communicatiediensten voor de sectoren wordt besteld bij de centrale communicatie-unit zodat efficiencyvoordelen behaald kunnen worden.
•
Directie, Bestuur en Beleid, Corporate Communicatie en Bedrijfsvoering en Control ondersteunen de bedrijfsprocessen. Daarbinnen is een belangrijke rol weggelegd voor de Chief Technology Officer die de
technische integriteit van de Kennisnetsystemen bewaakt. Hij vormt het technische geweten van Kennisnet. Dat betekent ten opzichte van de huidige organisatie-inrichting de volgende wijzigingen. Er worden vier sectorteams ingericht voor elke klantgroep één: •
Primair Onderwijs.
•
Voortgezet Onderwijs.
•
Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie.
•
Algemeen.
De klantcontacten worden zo gebundeld in de sectorteams. Dat betekent dat ook de accountmanagers die in de oude structuur nog bij Techniek en Infrastructuur zijn ondergebracht, onderdeel gaan uitmaken van de betreffende sectorteams. Deze sectorteams vormen het gezicht naar buiten. Zij maken gebruik van een binnendienst om hun acties uit te zetten en te volgen en van een dagredactie om hun eigen portal actueel te houden. De sectorteams ‘verkopen’ producten aan hun klanten. Deze producten vormen samen het productportfolio van Kennisnet. Om te zorgen dat er een samenhangend productportfolio ontstaat wordt de verantwoordelijkheid voor alle producten en diensten onder één manager gebracht, waar ze nu nog verspreid in de organisatie zitten.
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
De verschillende producten worden technisch beheerd door Techniek en Beheer (voorheen Techniek en Infrastructuur). Ook worden door deze unit technische aanpassingen in de producten doorgevoerd. Als het grotere aanpassingen dan wel innovaties betreft worden deze uitgevoerd door de unit Innovatie en Ontwikkeling. De taken van de Chief Technology Officer worden verricht door de manager van de unit Techniek en Beheer. Dit leidt tot onderstaand organogram. Raad Raadvan vanToezicht Toezicht
Directie Directie
Communicatie Communicatie
Bestuur Bestuuren enBeleid Beleid Bedrijfsvoering Bedrijfsvoeringen enControl Control
Producten Productenen enDiensten Diensten
Sectoren Sectoren PO, PO,VO, VO,BVE BVE
Innovatie Innovatieen enOntwikkeling Ontwikkeling
Techniek Technieken enBeheer Beheer
49 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
10
Financiën
Met dit jaarplan vraagt Stichting Kennisnet de basissubsidie van 18,6 miljoen euro aan. Daarnaast vraagt Kennisnet een aantal aanvullende subsidies aan: •
Exploitatiekosten van Entree, nu OCW heeft aangegeven dat dit een publieke taak is die binnen de stichting verricht moet worden.
•
Internationaal, voor de activiteiten die Kennisnet van OCW zal overnemen op internationaal gebied.
•
Platform Content en Diensten. U heeft verzocht de exploitatie van de centrale voorzieningen als onderdeel van het jaarplan aan te vragen. De kosten zijn nu gebaseerd op de meerjarenbegroting die met het plan van aanpak bij OCW is ingediend. Op basis van de exacte doorrekening in december kunnen daar nog wijzigingen in aangebracht worden. Dan zijn de exacte structurele meerjarige kosten bekend. Het is nu nog niet mogelijk om hier een goede inschatting van te maken. Enerzijds is er sprake van een besparing door de grote inzet van Open Source Software. Anderzijds wordt op dit moment onderzocht in hoeverre het noodzakelijk is om de functionaliteiten van het Content en Dienstenplatform uit te breiden. Indien de middelen niet volledig worden uitgeput gaat Kennisnet ervan uit dat deze middelen beschikbaar blijven voor ict in het onderwijs, conform de toezegging van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer. Kennisnet zal hiertoe een aantal voorstellen doen die de integratie van ict in het onderwijs verder kunnen versnellen.
Voor de reguliere BVE-activiteiten in het kader van de integratie van BVEnet zal Kennisnet een aparte aanvraag bij het ministerie van OCW doen. Daarnaast zal er voor innovatieve projecten middels separate projectplannen subsidie aangevraagd worden bij de directie BVE. In onderstaande begroting is een overzicht van de kosten gegeven. De aanvullende aanvragen worden middels aparte projectplannen aangevraagd.
50 / 53
51 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Subsidie 2004
Aanvullende aanvragen
Sectoren
€ 2,1
PO
€ 0,6
VO
€ 0,9
BVE
€ 0,2
BVE portal
€ 0,7
Algemeen
€ 0,3
Internationaal
€ 0,1
Entree
€ 2,1
P&D
€ 3,6 Zoeken en Vinden
€ 0,2
portal
€ 0,4
TQ
€ 0,4
PCD producten
€ 0,1
A&O/servicedesk
€ 0,3
IBO: helpdesk
PM
Marktonderzoek
€ 0,1
KN ontwikkelingen
€ 2,0
Onderzoek
€ 0,5
Samenwerking Surfnet
€ 0,3
I&O
€ 2,8
BVE innovaties
€ 0,8
T&I
€ 4,4 IBO: PCD
€ 2,4
PT&B
€ 1,7
I&A
€ 0,3
Communicatie
€ 2,5
Staf
€ 1,2 Bedrijfsvoering & control
€ 1,0
Bestuur en beleid
€ 0,2
Aanvullend beleid Totaal programmakosten Personeelskosten totaal benodigd
€ 1,7 € 18,3
€ 1,5
€ 4,9 € 23,2
Waarvan: basissubsidie
€ 18,6
BVE portal
€ 0,7
BVE innovaties
€ 0,8
Internationaal
€ 0,1
Entree
€ 2,1
IBO: helpdesk IBO: PCD
PM € 2,4
52 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Bijlage A: Doelstellingen Kennisnet 2004 Doelen voor sectoren
Startsituatie
Realisatie
Realisatie
Doelen
2001
2002
2003
2004
Maandelijks gebruik
PO:
37%
PO:
42%
PO:
69%
PO:
75%
van Kennisnet door
VO:
52%
VO:
56%
VO:
66%
VO:
70%
docenten
BVE:
30%
BVE:
36%
BVE:
Maandelijks gebruik
PO:
20%
PO:
69%
PO:
77%
PO:
85%
van Kennisnet door
VO:
40%
VO:
64%
VO:
77%*
VO:
75%
managers
BVE:
40%
BVE:
61%
BVE:
33%*
BVE: 43%
Maandelijks gebruik
PO:
5%
PO:
13%
PO:
19%
PO:
30%
van Kennisnet door
VO:
15%
VO:
11%
VO:
9%
VO:
15%
leerlingen
BVE:
15%
BVE:
BVE:
6%
BVE: 10 %
Totaal Gebruik
PO:
16%
PO:
19%
PO:
31%
PO:
40%
Kennisnet door
VO:
15%
VO:
26%
VO:
21%
VO:
30%
Leerlingen
BVE:
15%
BVE:
10%
BVE:
15%
BVE:
20%
Totaal Gebruik
Ouders:
gg
3%
57%
BVE: 65%
PO:
19%
PO:
18%
PO:
25%
Kennisnet door Ouders
VO:
13%
VO:
23%
VO:
25%
Oordeel managers en
6.7
6.4
6.8
6.8
6.8
7
ICT-coördinatoren over Kennisnet Oordeel docenten over
gg
Kennisnet •
voor deze beide cellen zijn te weinig respondenten (rond de 50) om concrete uitspraken over te mogen doen. Het gebruik van de resultaten kan vreemde beelden laten zien (zoals bij bve-managers).
Doelen voor Producten
Doelen
en Diensten
2004 PO:
Entree
75 pilots voor Entree 4% van de PO scholen vanaf de start van 2004-2005
VO:
169 onderwijsinstellingen (=21%)
BVE: 42 BVE-instellingen (=21%) Aanbieders: Escon uitgeverijen en 15 andere aanbieders Aantal inschrijvingen ThinkQuest
•
TQ Junior: 318 (+50% t.o.v. 2003)
•
TQ Leerlingen: 420 (+60% t.o.v. 2003)
•
TQ voor de Klas: 77 (+75% t.o.v. 2003)
Aantal ingeleverde websites
Zoeken en Vinden
•
TQ Junior: 239
•
TQ Leerlingen: 210 (60 teams uit BVE)
•
TQ voor de Klas: 77
•
30% groei in aantal zoekopdrachten per dag ten opzichtte van december 2003.
53 / 53
De klant centraal ● Jaarplan 2004● 18 november 2003
Doelen voor de
Startsituatie 2001
Realisatie
communicatie
Realisatie
2002
2003
Doelen 2004
Geholpen
Leerlingen:
Leerlingen:
Leerlingen:
naamsbekendheid
PO:
20%
PO:
39%
PO:
53%
PO: 60%
van Kennisnet bij
VO:
38%
VO:
64%
VO:
72%
VO: 80%
doelgroepen
BVE:
33%
BVE:
58%
BVE:
63%
BVE: 70%
Docenten: 89%
ICT-coörd.: 98%
Docenten:
Docenten:
Leerlingen:
Docenten:
-PO:
100%
-PO:
95%
PO: 95%-100%
-VO:
99%
-VO:
97%
VO: 95%-100%
-BVE:
83%
-BVE:
89%
BVE: 90%
ICT-coörd.: 98%
ICT-coörd
ICT-coörd.: 99%
PO: 95%-100% VO: 95%-100% BVE:95%-100% Managers: 100%
Managers: 99%
Managers: 99%
Managers: PO: 95%-100% VO: 95%-100% BVE: 95%-100%
Ouders:
44%
Ouders:
59%
Ouders:
68%
Ouders: PO: 70% VO: 50%