De IXELF-factor in Helmond-Oost Samenwerken aan een zorgzame wijk vanuit geluk dichtbij
1
Colofon April 2015 Gedrukte exemplaren: 40 Een digitale versie van dit rapport is te vinden op www.ixelf.nl Opdrachtgever Stichting Geluk Dichtbij Eindredactie Drs. S.J. Franken Foto’s Sandra van de Waarsenburg Onderzoekers en mede-auteurs Drs. R. van Hooren Drs. B. Adenekan Dr. M. Meppelder Drs. R. Engelfriet Dank voor alle input, aanvullingen en verhalen aan alle deelnemers aan de proeftuin Helmond-Oost. Wij zijn de bewoners van Helmond-Oost zeer dankbaar dat zij hun persoonlijke verhaal wilde delen om zo een bijdrage te leveren aan onze proeftuin en zo tot nieuwe inzichten te komen voor onze zoektocht. Vormgeving Studiodet, Tilburg Disclaimer: Deze rapportage is zorgvuldig en met medewerking van diverse partijen samengesteld; dit sluit eventuele onvolkomenheden niet uit. Voor de persoonlijke verhalen hebben wij gekozen voor fictieve namen. Om de inhoud zoveel mogelijk recht te doen hebben wij de uitgebreide interviews samengevat, maar wellicht dat u alsnog personen herkend. Wij vertrouwen er op dat u hier respectvol en prudent mee omgaat. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Dit betreft een publicatie ten bate van beleidsvorming en debat binnen de gemeente Helmond. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door financiering vanuit het Ministerie van VWS.
2
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Sturen op geluk dichtbij “Gelukkige burgers, dat scheelt in de kosten”, kopte dagblad Trouw een paar jaar geleden. Dat zou politici toch moeten prikkelen in deze tijden van transformatie. Toch is er in Nederland, in tegenstelling tot de ons omringende landen, weinig aandacht voor het thema ‘geluk’ in beleid. Wat als we echt mensen en hun dagelijks geluk centraal stellen in de verdere ontwikkeling van een zorgzame wijk? Begin 2014 startte wethouder de Leeuw deze dialoog met onze bestuursleden Jan van der Kruis en Hans Martin Don. Al snel was daar de vervolgafspraak met Paul Berkers (gemeente Helmond) en Judith Bach (LEV groep). Hoe zouden we ook binnen Helmond kunnen oefenen en meten hoe geluk dichtbij inhoud en vorm kan krijgen? Hoe kunnen we met onderzoek en een opleiding het gemeentelijk beleid en vooral het leven van mensen versterken? Gekozen werd om samen aan de slag te gaan in de wijk Helmond-Oost. Op 18 september 2014 was de startconferentie. Dankzij de inzet van de gemeente en de LEV Groep werden ruim 30 organisaties uitgenodigd om mee te doen. Naast de LEV Groep, sloten er gedurende deze dag deelnemers aan vanuit Actief Zorg, ORO, Mee Zuid-Oost Brabant, Leger des Heils, Buurtbemiddeling en Woonpartners. Een diverse samenstelling van deelnemers qua werkzaamheden, organisatie en achtergrond gingen samen aan de slag naar de zoektocht van de IXELF-factor in Helmond-Oost. En ook andere organisaties waren enthousiast, niet direct om mee te doen aan de opleiding, wel om betrokken te zijn via verschillende externe bijeenkomsten. Nu in april 2015 sluiten wij de proeftuin af. Het is een prachtige reis geworden. Wij zijn onder de indruk van de openheid, het enthousiasme en vooral de inzet en betrokkenheid die wij vonden. Werken aan de IXELF-factor bracht reflectie, vragen en uitdaging om te kijken naar het dagelijks werk en het samenwerken in de wijk. We hebben het ei van Columbus (nog) niet gevonden, wel is duidelijk dat het sturen op geluk veel concrete kansen biedt. Dit vraagt om continue aandacht voor gedrag van alle betrokkenen, van wethouder tot burger. We zullen het samen moeten doen. In dit rapport lees u onze indrukken en bevindingen van de proeftuin Helmond-Oost. Het is een weergave van de route die we samen hebben afgelegd. Het dient als inspiratie voor de dialoog in Helmond. Wij hopen dat zoeken naar verbondenheid, geluk dichtbij en vooral vorm en inhoud te vinden die past bij de zorgzame wijk Helmond-Oost! Namens het bestuur en het projectteam Stichting Geluk Dichtbij,
Sandra Franken Programmamanager, IXELF, jouw geluk dichtbij
3
Inhoudsopgave 1.
De theorie achter IXELF, jouw geluk dichtbij ................................................................................................................. 5
2.
De mensen van Helmond-Oost ................................................................................................................................................ 10
3.
Coachen vanuit perspectief ........................................................................................................................................................ 1 8
4.
Organiseren vanuit vraag en kracht ..................................................................................................................................... 24
5.
Sturen op geluk dichtbij met de omgeving ..................................................................................................................... 2 8
1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
De zoektocht naar de nieuwe professional in het sociaal domein............................................................................................. De praktijk van Stichting Verzorgd......................................................................................................................................................... Aansluiting bij menslievende zorg.......................................................................................................................................................... Het meten van maatschappelijke waarde........................................................................................................................................... De IXELF-factor..............................................................................................................................................................................................
5 6 7 8 9
Het verhaal van Lotte.................................................................................................................................................................................. 11 Het verhaal van Suzanne........................................................................................................................................................................... 13 Het verhaal van mevrouw Boot.............................................................................................................................................................. 14 Het verhaal van familie van Elst.............................................................................................................................................................. 15 Het verhaal van Wilma............................................................................................................................................................................... 16 Het verhaal van familie Yeniz................................................................................................................................................................... 17
De deelnemers aan de opleiding in Helmond-Oost........................................................................................................................ 18 De opleiding................................................................................................................................................................................................... 18 Onderzoek naar houding en gedrag...................................................................................................................................................... 19 De deelnemers van de IXELF-opleiding aan het woord.................................................................................................................. 19
4.1. Samenwerken aan de organisaties in Helmond-Oost..................................................................................................................... 25 4.2. Visie vanuit de deelnemers IXELF-opleiding....................................................................................................................................... 25
5.1. Goed doen is niet goed genoeg.............................................................................................................................................................. 28 5.2. De visie van de deelnemers...................................................................................................................................................................... 31
Stichting Geluk Dichtbij............................................................................................................................................................................... 35
4
De IXELF-factor in Helmond-Oost
1. De theorie achter IXELF, jouw geluk dichtbij Meedoen voor wie kwetsbaar is lijkt vooral om indicatoren, budgetten en dikke beleidsnotities met ronkende woorden als ‘transitie’, ‘kanteling’ en ‘integraal denken’ te gaan. We vergeten in alle drukte van organiseren, managen, regels en financiën wel eens de vraag te stellen: Wat kan ik daadwerkelijk betekenen voor de ander? Wat betekent goed leven of geluk dichtbij voor mezelf en voor wie kwetsbaar is? Het sociaal domein is continu in beweging. Onder sociaal domein verstaan wij de zorg, onderwijs, sociale huisvesting, welzijn gericht op de participatie van mensen. De voortdurende veranderingen in wetten, regels en financiering binnen het sociale domein vragen van professionals een basishouding en gedrag om mee te bewegen met o.a. politieke besluitvorming, aanpassingen van financiering en toepassingen van technologie. We leven in een tijd van transitie, zoals er eerder in de evolutie periodes van transitie zijn geweest. De filosoof Ken Wilber stelt dat elke nieuwe fase de vorige overstijgt maar deze tegelijkertijd includeert. Boven op het bestaande definiëren we nieuwe principes zoals: • in plaats van tegenover het systeem staan: het besef dat we integraal onderdeel uitmaken van datzelfde systeem; • in plaats van specialisatie en verkokering: integratie; • in plaats van werken voor de kost: werken als zingeving; • in plaats van uniformiteit: meer aandacht voor diversiteit - organisaties zijn te vergelijken met biotopen met een verscheidenheid aan talenten; • in plaats van organiseren van bovenaf: organiseren van onderop; • in plaats van nadruk op ratio: meer ruimte voor gevoel; • in plaats van winst als doel: winst zien als middel en maat voor maatschappelijk toegevoegde waarde; • in plaats van mensen verzorgen: mensen in hun kracht helpen te komen - wat een geheel ander stelsel van voorzieningen vraagt. Niet alleen de professional moet leren af stemmen op iedere individuele mens, het vraagt verandering van de organisatie van het zorg- en welzijnsaanbod en de wijze waarop we ook vanuit de politiek en het gemeentelijk bestuur kwetsbare mensen begeleiden en ondersteuning bieden.
1.1. De zoektocht naar de nieuwe professional in het sociaal domein In de periode mei 2013 tot en met december 2015 zoekt de Stichting Geluk Dichtbij naar het gedrag van de professional dat van belang is om de opdracht van de veranderingen in de AWBZ, Jeugdzorg en WMO waar te maken. Dit gedrag noemen wij de IXELF-factor. De zoektocht naar de IXELF-factor is een samenspel tussen praktijk bij Stichting Verzorgd, de opgezette proeftuinen met daarin een opleiding, onderzoek en dialoog en de doorontwikkeling van alle veranderingen in financiering en regels in het sociaal domein. Het nemen van gedrag als startpunt om gezamenlijk de zoektocht te doen maakt verschil in de hectiek van veranderende regel- en wetgeving en bijbehorende onzekerheden. Het is een echte zoektocht, continue leidend tot nieuwe inzichten, samenwerking, uitdagingen en partners. De ambitie is om eind 2015 te komen tot inzichten, aanbevelingen en concrete producten op de volgende gebieden:
5
Op het gebied van de dagelijkse praktijk • Drie betekenisvolle proeftuinen met leren, intervisie en onderzoek voor minimaal 36 deelnemers (en daaruit afgeleid minimaal 36 gezinnen). • Een helder beeld bij deze deelnemers hoe gedrag en samenwerking vanuit de IXELF-factor een positief effect heeft op het werken in het sociaal domein. • Olievlekwerking richting de eigen organisatie en het sociaal domein op basis van de ervaringen binnen de proeftuin. • Digitaal platform ter ondersteuning van de dagelijkse praktijk. Op het gebied van de wetenschap • Op basis van wetenschappelijke inzichten een beschrijving en (competentie) profiel geven van de IXELF-factor. • Bijdragen vanuit wetenschappelijke opbrengsten op het terrein van menslievende professionalisering om te komen tot aanbevelingen voor een curriculum en/of opleiding om de IXELF-factor over te dragen. • Wetenschappelijke kennis en inzicht over de IXELF-factor. Op het gebied van het onderwijs • Curriculum en profiel voor het opleiden en overdraagbaar maken van de IXELF-factor. • Samenwerking in kaart gebracht met initieel onderwijs. • Digitaal platform ter ondersteuning van kennisontwikkeling. Op het gebied van de overheid, gemeenten en zorgverzekeraars • Maatschappelijke businesscase van Verzorgd en de drie proeftuinen. • Aanbevelingen op het terrein van impact en/of outcome financiering op basis van de maatschappelijke businesscase. • Handreiking aan overheid, gemeenten en zorgverzekeraars op welke wijze en onder welke condities de IXELFfactor kan bijdragen aan de invulling van het sociaal domein. • Digitaal platform ter ondersteuning van beleidsontwikkeling. Kortom onze zoektocht is geslaagd als we onze hoofddoelstelling realiseren: Op basis van wetenschappelijke en praktijkgerichte onderbouwing van de IXELF-factor, deze als professionele standaard beschikbaar en betaalbaar maken voor het sociale domein in Nederland. In de zoektocht naar de nieuwe professional in het sociaal domein komen drie dimensies samen: 1. De praktijk van Stichting Verzorgd. 2. De wetenschappelijke kennis en inzichten over menslievende professionalisering. 3. Het meten van maatschappelijke waarde van ondersteuning.
1.2. De praktijk van Stichting Verzorgd Sinds 2003 ondersteunt Stichting Verzorgd (www.verzorgd.org) uit Enschede gezinnen en mensen die het moeilijk hebben in de huidige omstandigheden waarin ze leven. Vaak gaat het om gezinnen waarbij een of meerdere gezinsleden moeten leven met een beperking. Uitgangspunt is dat gezinnen zelf hun eigen situatie verbeteren, en hun ondersteuning en hulp zelf coördineren. Daarbij wordt naar de lange termijn gekeken1. De aanpak van Stichting Verzorgd onderscheidt zich onder meer door de gerichtheid op het dagelijks geluk van hun cliënten; de ondersteuning die Stichting Verzorgd biedt gaat uit van datgene wat deze mensen nodig hebben om gelukkig te zijn in plaats van het centraal stellen van hun problemen. Uit een analyse van negen cases blijkt dat deze manier van ondersteuning een vermindering in zorgvraag realiseert en een toename in tevredenheid en geluk (Meerkamp, 2008).
1
6
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Sommer. M. Integrale klantondersteuning Stichting Verzorgd, Arcon, november 2012
Stichting Verzorgd richt zich op een brede doelgroep. Het traject richt zich op mensen of gezinnen met één of meer van de volgende kenmerken:
• personen met een beperking/handicap. Culturele achtergrond speelt geen rol. Gezinnen waarvan één of meerdere kinderen een beperking of handicap hebben, bijvoorbeeld het syndroom van Down, ADHD of een ontwikkelingsachterstand. Gezinnen waarvan één of beide ouders een beperking of handicap hebben, bijvoorbeeld een spierziekte of (lichte) verstandelijke beperking; • gezinnen met een langdurig problematiek, zoals stressproblemen, psychosomatische klachten, opvoedingsproblemen of verlies van werk. Vaak zijn zij al eerder in aanraking geweest met hulpverlening of andere officiële instanties. Personen of gezinnen die aanspraak kunnen maken op Wmo-voorzieningen en/of AWBZ- zorg; • personen of gezinnen die niet meer open staan voor reguliere hulpverlening of waarbij de aanwezige hulpverlening te weinig effect heeft gesorteerd.
Stichting Verzorgd hanteert ook een aantal contra-indicaties, criteria op basis waarvan klanten worden uitgesloten van gezinsondersteuning. Het gaat hierbij om de volgende criteria: • wanneer de klantondersteuner denkt dat hij/zij niets voor een klant kan betekenen; • wanneer de klant denkt dat de klantondersteuner alles voor hem oplost; • wanneer klanten grote financiële problemen hebben en niet bereid zijn eerst met hun financiën aan de slag te gaan. Redenen voor een klantondersteuner om het traject te stoppen kunnen worden gevonden op persoonlijk vlak, taalproblemen en in de ondersteuning (uitzichtloze situatie die niet verbeterd). De volgende tien basisprincipes zijn geformuleerd als de kern van de aanpak van Stichting Verzorgd. 1. 2. 3. 4. 5.
Gezinsgericht Geluksgericht Vraaggericht Integrale benadering Zelfregie
6. 7. 8. 9. 10.
Objectiviteit Ontbreken pen en papier Realisme Nabijheid Beschikbaarheid
Deze principes lijken een belangrijke bijdrage te leveren aan het succes van trajecten Stichting Verzorgd. Succesfactoren lijken met name de nadruk op geluk, de focus op het gehele gezin, de continue beschikbaarheid van de klantondersteuner, het werken vanuit de thuissituatie van de klant en de blik op alle leefdomeinen. Maar ook de competenties, en dan met name de houding van een klantondersteuner, spelen een belangrijke rol bij Stichting Verzorgd. De klantondersteuner moet een vertrouwensband kunnen opbouwen, het aanspreekpunt voor de klant zijn, een ondersteunende en coachende rol vervullen, niet bevooroordeeld zijn en de durf hebben om lastige vragen te stellen.
1.3. Aansluiting bij menslievende zorg Prof. dr. Annelies van Heyst doet als hoogleraar Zorg en Caritas onderzoek naar de ethische vraag hoe menselijke waardigheid in het sociale domein van professioneel zorg verlenen (en ontvangen) normatief kan fungeren als een bindende waarde voor mensen met pluriforme achtergronden en in uiteenlopende situaties. Zij benoemde dit als eerste ‘menslievende zorg’. Gestart vanuit de traditie van de christelijke caritas, blijkt haar visie nauw aan te sluiten bij de werkwijze en het ethisch kader van Stichting Verzorgd. In het verder professionaliseren van de aanpak van Stichting Verzorgd is er voor gekozen om de theorie van menslievende zorg als wetenschappelijk uitgangspunt (Embregts, 2009) te nemen. Hierbij sluiten we aan bij de volgende definitie van menslievendheid:2 “Menslievendheid is vakkundigheid ingebed in medemenselijke betrokkenheid. Het is een kern-, of grondwaarde die op een aantal niveaus (individuele hulpverleners, teams, organisatiecultuur) kan worden nagestreefd. Er zijn bijna geen mensen die niets van ‘menslievendheid’ hebben maar de mate waarin het zich laat ontwikkelen en onderhouden is afhankelijk van de context waarin mensen leven.”
2 Hermsen, M. & Embregts, P.J.C.M. (2011). Je hebt ’t of je hebt ’t niet? Menslievende professionalisering van toekomstige beroepskrachten van ROC en HBO. Arnhem: HAN University Press.
7
Bij de Academische Werkplaats voor Leven met een Beperking van de Universiteit van Tilburg onderzoek en ze naar menslievende professionalisering. De competenties van een professional zijn opgebouwd uit een combinatie van (vak)kennis, vaardigheden (zoals contact leggen), persoonlijkheid en attitude (inleven in en respectvol bejegenen). Hoewel attitude en persoonskenmerken lastig te meten en beïnvloeden zijn, zijn ze in belangrijke mate bepalend voor de kwaliteit van ondersteuning en nog (te) weinig onderwerp van reflectie. Want juist persoonskenmerken (betrouwbaar, empathisch) en houdingsaspecten (kunnen luisteren, open en eerlijk zijn) zijn van invloed op het aangaan en onderhouden van een betrekking of relatie. Het resultaat van een menslievende beroepshouding helpt inzicht te krijgen in de overdraagbaarheid van de werkwijze van Stichting Verzorgd.
1.4. Het meten van maatschappelijke waarde Gemeenten hebben vanuit de WMO, Jeugdwet en Participatiewet verantwoordelijkheden en middelen om zorg en sociale zekerheid dichtbij mensen te organiseren. Een vernieuwende aanpak binnen het sociaal domein heeft alleen kans van slagen indien de maatschappelijke waarde van deze aanpak een positief effect laat zien. Dit wordt vormgegeven in een maatschappelijke businesscase (MBC). Vier perspectieven zijn hierbij van doorslaggevend belang.Vanuit ieder perspectief moet meerwaarde worden ervaren op een vernieuwende aanpak. Per perspectief zal een positieve uitkomst nodig zijn om de maatschappelijke waarde van de aanpak vast te stellen. • • • •
Het gezin: De professional: De organisatie: De maatschappij:
ervaart meer geluk of minder problemen na de interventie. ervaart meer ruimte voor menslievende houding en effect bij gezinnen. ervaart minder kosten en meer resultaten op verleende zorg/diensten. ervaart positieve baten tegen minder kosten.
Kortom een vernieuwende aanpak moet effectiever en efficiënter zijn. Effectiever is meer geluk voor het gezin en efficiënter is tegen lagere maatschappelijke kosten. Op basis van de WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet kan het gezinsperspectief worden gemeten op tien resultaatgebieden: 1. Iedere burger kan wonen in een schoon en leefbaar huis. 2. Iedere burger kan wonen in een voor hem/haar geschikt huis. 3. Iedere burger kan beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften. 4. Iedere burger kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding. 5. Iedere burger kan thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren. 6. Iedere burger kan zich verplaatsen in, om en nabij het huis. 7. Iedere burger kan zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. 8. Iedere burger heeft de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. 9. Iedere burger kan door middel van werk naar vermogen participeren. 10. Iedere jeugdige burger kan veilig opgroeien en zich ontplooien. Het gaat om huisvesting, primaire levensbehoeften, gezondheid, opvoeden, sociale activiteiten, werk, en veiligheid. Geluk dichtbij is daarmee niet alleen een gevoel, maar meetbaar in geld en maatschappelijk effect. Dit kan worden weergegeven in een effectenkaart vanuit ieder perspectief. Zo wordt duidelijk wie (stakeholder) profiteert van dat effect.
8
Stakeholder
Effect
Indicator
Soort waarde
Gezin
Meer geluk
Verhoging geluksindex
Beleefde waarde
Voorkomen schooluitval
Minder spijbelen
Beleefde waarde
Verbetering gezondheid
Minder doktersbezoek
Direct incasseerbare waarde
Verhoging arbeidsparticipatie
Toename inkomen
Direct incasseerbare waarde
Minder schulden
Toename inkomen
Direct incasseerbare waarde
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Stakeholder
Effect
Indicator
Soort waarde
Gemeente
Verminderd beroep WMO
Afname zorgkosten
Direct incasseerbare waarde
Verminderd beroep Jeugdzorg
Afname zorgkosten
Direct incasseerbare waarde
Verhoging arbeidsparticipatie
Afname uitkeringen
Direct incasseerbare waarde
Zorgverlener
Verhoging werkplezier
Afname kort verzuim
Beleefde waarde
Zorgorganisatie
Afname zorgconsumptie
Afname omzet
Direct incasseerbare waarde
Verhoging werkplezier
Afname kort verzuim
Direct incasseerbare waarde
Op deze wijze kan de maatschappelijke waarde van een vernieuwende aanpak kwantitatief en in geld worden gemeten. Dit leidt tot een maatschappelijke businesscase voor het beleid en bestuur van een gemeente.
1.5. De IXELF-factor In de IXELF-factor komen bovenstaande inzichten samen: 1. de praktijk van Stichting Verzorgd; 2. de wetenschappelijke kennis en inzichten van menslievende professionalisering; 3. het meten van maatschappelijke waarde. De IXELF-factor richt zich op het totale sociale systeem waarin een persoon zich bevindt en veronderstelt ondersteuning vanuit een gelijkwaardige relatie. Het doel van de IXELF-factor is mensen zoveel mogelijk onafhankelijk te maken van hulpinstanties en zelf regie te laten houden over het leven. De hulpverlener stelt als coach op de achtergrond zijn eigen kennis en netwerk beschikbaar voor het gezin om tot een nieuwe manier van zorg te komen. Geluk is hierbij het uitgangspunt, en niet de zorg of de hulpvraag. Geluk dichtbij definiëren we hierbij als het meenavigeren op het eigen kompas van mensen zelf. Het leven, en daarmee ook het werken met kwetsbaarheid, is een voortdurende dialoog tussen de levensstroom die zich aandient, en jezelf; het is een voortdurende zoektocht. Een ontvangende houding is belangrijk, zowel naar buiten als naar binnen. Je moet oppassen dat je je te veel laat bepalen door verwachtingen van anderen. Veel mensen laten hun authentieke zelf thuis als ze aan het werk gaan, spelen rollen die door anderen worden gedefinieerd. Maar leven en werken zijn niet twee verschillende dingen. Je moet methodes ontwikkelen die je bij jezelf brengen. Geluk dichtbij geldt niet alleen voor wie kwetsbaar is, het gaat er ook om dat je als professional met plezier naar je werk gaat. Geluk dichtbij is het aanjagen en bewaren van die levenskracht. De IXELF-factor is de houding en het gedrag om dienstbaar te zijn aan een kwetsbaar mens om haar/zijn dagelijks geluk dichterbij te brengen door de inzet van jouw persoonlijkheid, ervaring en kwaliteiten in alle rollen als beroepskracht of vrijwilliger in het sociaal domein. Dit gedrag moet leiden tot een positieve maatschappelijke businesscase, zodat ook voor beleid en bestuur binnen maatschappelijke organisaties en gemeenten de IXELF-factor een voorwaarde is voor ondersteuning in het sociaal domein. Voorlopige conclusies IXELF-factor • Dé nieuwe professional in het sociaal domein bestaat niet, context, omgeving en opdracht bepalen mede het gedrag. • IXELF-gedrag is leerbaar en overdraagbaar. • IXELF-gedrag vereist continue reflectie en dialoog per situatie. • IXELF-factor is noodzakelijk op vier niveaus binnen het sociaal domein: 1. burgers; 2. professionals en vrijwilligers; 3. management en organisatie; 4. beleid en bestuur. • IXELF-gedrag komt niet in plaats van, maar voegt een gedragsdimensie toe aan alle bestaande methodieken, competentieprofielen en organisatiemodellen. • Implementatie van de IXELF-factor op alle niveaus draagt fundamenteel bij aan de echte transformatie van het sociaal domein en biedt een lonkend perspectief (minder kosten, meer geluk).
9
2. De mensen van Helmond-Oost Per 1 januari 2015 wonen er 7827 mensen in de wijk Helmond-Oost. Ruim 41% hiervan betreft een alleenstaande en 66% is van Nederlandse afkomst. Iets meer dan een kwart (28%) woont in een koopwoning en het gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen is € 25.700,- bruto per jaar. Het rapportcijfer voor veiligheid in de buurt is een 6,5. En er zijn 907 WMO-gebruikers3. Mooie cijfers, maar geeft dat antwoord op de vraag: wie wonen er in Helmond-Oost? Om daadwerkelijk geluk dichtbij te brengen voor mensen, is de eerste stap ook daadwerkelijk in gesprek te komen met mensen. Wat is hun verhaal, wat verstaan zij onder geluk dichtbij en wat verwachten zij van de gemeenschap? Zes gezinnen hebben hun deur opengezet voor een interview. We zijn aan de keukentafel in gesprek gegaan over hun leven. Als leidraad hanteerden we de volgende vragen: • Met wie hebben deze gezinnen te maken (ondersteuners, zorgorganisaties, instanties)? • Welke uitdagingen ervaren zij, verdeeld naar de tien resultaatgebieden van de WMO, Jeugdwet en Participatiewet? • Hoe gaan zij zelf met deze uitdagingen om? • Hoe gaan ondersteuners met deze uitdagingen om? Wat is hun aanpak? • Hoe ervaren en waarderen ze zelf deze ondersteuning? • Wat maakt ze gelukkig, waar ligt een echte behoefte? • Worden ze gelukkiger door hulp van professionals of vrijwilligers? Het is een divers gezelschap waar we mee gesproken hebben. De situatie waarin mensen verkeren is heel verschillend. Opvallend is dat het, op één na (zoon met Wajong uitkering die bij het interview met zijn moeder aanwezig was), allemaal vrouwen zijn waar we mee hebben gesproken. In één geval betreft het een getrouwde vrouw met een autistische zoon, maar alle andere vrouwen zijn gescheiden. Een paar vrouwen hebben een geschiedenis van huiselijk geweld achter de rug, bijna allemaal zitten ze met schulden die ze nog meetorsen uit het huwelijk. Inmiddels is wel schuldsanering en een bewindvoerder opgestart. In vijf van de zes verhalen kunnen we spreken van multiproblematiek. Er zijn schulden, bijna altijd is sprake van een slechte gezondheid, een enkel geval heeft een verslavingsachtergrond, soms is er ook contact met politie en justitie (geweest). En in vijf van de zes verhalen leven mensen van een inkomen op bijstandsniveau of net daarboven.
“Heeft de ondersteuning effect op mijn leven?” Als de mening van burgers wordt gevraagd over de ondersteuning die ze krijgen, gaat het meestal over het effect dat ondersteuning heeft op de kwaliteit van hun eigen leven, op het geluk van de burger. Als mensen gelukkiger worden door de ondersteuning die ze krijgen, is de ondersteuning geslaagd. Maar wat is geluk? Er zijn verschillende theoretische invalshoeken over het begrip geluk, maar bij IXELF sluit de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan goed aan. Deze theorie beschrijft dat de mate waarin mensen geluk ervaren, afhangt van de mate waarin ze zich competent, autonoom en verbonden voelen. Competent betekent in dit geval dat wat iemand doet, resulteert in gewenste uitkomsten. Autonoom betekent dat iemand zo zelfstandig mogelijk functioneert. Ten slotte betekent verbonden hier dat je goede relaties met andere mensen ervaart. Door te werken aan een gevoel van competentie, autonomie en verbondenheid, kan ondersteuning het geluksgevoel van burgers vergroten.
3
10
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Zie www.helmond.nl: voor de proeftuin is een breder gebied gebruikt dan alleen het gebied dat in deze statistieken is opgenomen. De definitie Helmond-Oost binnen de proeftuin is gedefinieerd als het werkgebied waarbinnen de deelnemers aan de opleiding actief waren.
Lotte We worden hartelijk ontvangen door Lotte. Het is spitsuur in de tussenwoning in Helmond-Oost. De twee kinderen van Lotte zijn twee jaar oud en hebben net gegeten. Ze zijn vrolijk en laten zich horen. De ouders van Lotte hebben de voogdij over de kinderen, zo heeft de rechter bepaald, maar hun moeder is bijna altijd op dit adres om haar zoons op te voeden. En terwijl opa en oma met de jongens gaan voetballen op het pleintje praten we over haar leven onder het genot van een kopje koffie. Het leven was tot nu toe niet gemakkelijk voor haar, maar de weg naar boven is gevonden. Ze zou zichzelf 1,5 jaar geleden nog een 2 of 3 op een schaal van 10 geven voor wat betreft geluk. Nu is dat wel anders. Ze is nu tien maanden vrij van drugs en geeft zichzelf een 8 als gelukscijfer. Ook volgens de rechter gaat het steeds beter met haar, en dat doet haar goed. Ze verlangt naar het moment dat haar kinderen weer bij haar thuis, zo’n twee minuten bij haar ouders vandaan, kunnen komen wonen. Ze wordt gelukkig als ze voor haar kinderen kan zorgen. Verder heeft ze weinig nodig. Jeugdzorg drong bij haar aan om aan allerlei activiteiten buitenshuis mee te doen maar dat ziet ze niet zitten. Ze hoeft niet zonodig haar vriendenkring te verbreden. Daar is de rechter het gelukkig ook mee eens. Sinds mei 2014 krijgt zij ondersteuning van een maatschappelijke werker. Dat doet haar zichtbaar goed. ‘Alle andere instanties komen voor mijn kinderen en mijn problemen, maar zij komt voor mij. Ze helpt mij, steunt mij en denkt met mij mee in plaats van mij te vertellen wat ik moet doen en ze neemt mij serieus.’ Ze krijgt nog steeds hulp van een aantal instanties maar dat is al minder dan voorheen. ‘Er waren weken dat er iedere dag wel iemand langs kwam, soms twee keer per dag. Ik werd er helemaal gek van.’
Lotte is gescheiden, haar ex-echtgenoot heeft een gevangenisstraf gekregen. Ze heeft ervaring met huiselijk geweld en bedreigingen. Dat heeft voor veel emotionele problemen gezorgd en dat was ook de aanleiding voor Kinderbescherming om zich over de kinderen te ontfermen. Mede dankzij drie weken detox is zij afgekickt en sindsdien gebruikt ze geen drugs meer. De grootste motivatie om dit te doen zijn haar kinderen, en haar ouders. Haar vader en moeder waarschuwden haar: ‘Als je dankzij je drugsgebruik je kinderen kwijt raakt hoef je nooit meer bij ons te komen’. Met haar oude vrienden, uit de tijd van haar verslaving, heeft ze bewust geen contact meer. Na de detox heeft ze nog een jaar lang, tweemaal per week, urine ter controle moeten inleveren, maar dat is nu, na bijna één jaar, ook voorbij. Haar gezondheid is redelijk, ze heeft nog wel rugpijn, overgehouden aan de zwangerschap en af en toe heeft Lotte last van migraine. Hoe dat komt is niet helemaal duidelijk, maar volgens haar komt het misschien vanwege de spanning. In het verleden heeft Lotte wel te maken gehad met schulden, maar die zijn afbetaald. Ze kan nu rondkomen van haar WIA uitkering, en daar helpt de vrijwillige bewindvoering goed bij. De bewindvoerder regelt alle betalingen en de rest krijgt Lotte voor boodschappen en andere dagelijkse uitgaven. Haar wens is om naar een andere buurt te verhuizen waar ze niet meer geconfronteerd kan worden met oude ‘vrienden’. Na één uur praten dienen haar ouders met de tweeling zich weer aan. We herkennen de woordjes ‘bal’ en ‘schoppen’. Lotte lacht en knuffelt haar kinderen.
11
De gesprekken waren open en eerlijk en geen onderwerp is onbesproken gebleven. De deelnemer aan de IXELFopleiding was veelal bij het gesprek aanwezig. De gesprekken leverden een enorme rijkdom aan informatie en ervaringen op. Uiteraard zijn de verslagen en de audio-opnames strikt vertrouwelijk. Als er een ding duidelijk is geworden dan is het wel dat mensen uiteindelijk zelf de uitdagingen moeten en willen aangaan. Hulpverleners helpen wel, maar vooral als klankbord, ondersteuner, adviseur. In alle gevallen blijkt dat luisteren en aandacht geven vanuit een professional of vrijwilliger echt verschil maakt. Mensen weten heel goed onderscheid te maken tussen ondersteuners die de protocollen volgen en ‘instrumenteel’ handelen en ondersteuners die goed luisteren en meedenken. Mensen waarderen een ondersteuner die niet uit het eigen sociale netwerk komt, zoals een maatschappelijk werker of psycholoog, om diens onafhankelijkheid en vakkennis. Allicht steunt steunt familie je, maar advies en ondersteuning van iemand buiten de eigen kring is ‘onverdacht’ en levert soms andere invalshoeken op. Niet altijd ontstaat er ‘verbinding’ tussen ondersteuner en burger. Maar pas als die ‘klik’ er wel is voelen mensen zich daadwerkelijk geholpen. Hulp hoef niet altijd ingewikkeld en duur te zijn. Soms hebben mensen ook geen behoefte aan ondersteuning die hen wordt aangeboden, zij zijn zelf goed in staat aan te geven waar ze behoefte aan hebben. Meer hulp maakt dus niet per definitie gelukkiger. Sterker nog, in sommige gevallen hebben mensen juist behoefte aan minder (dure) hulp. Dat levert in die gevallen meer geluk op tegen lagere kosten.
12
De IXELF-factor in Helmond-Oost
“Wat vind ik van de ondersteuning die ik krijg?” Naast het meten van het geluk van burgers, kan het ook waardevol zijn om te meten wat burgers vinden van de kwaliteit van de ondersteuning die ze krijgen. Door aan burgers te vragen wat ze van de ondersteuning vinden, kan de kwaliteit van de ondersteuning verbeterd worden (Sullivan, 2003). IXELF hecht er belang aan dat de burger zijn stem kan laten horen over de ondersteuning die hij krijgt. Ook in wetenschappelijk onderzoek klinkt een roep om aandacht voor het perspectief van burgers op de kwaliteit van de ondersteuning die ze krijgen. Binnen de literatuur over mensen met verstandelijke beperkingen onderstreept Hastings (2010) het belang om de kwaliteit van ondersteuning te onderzoeken vanuit zowel het perspectief van begeleiders als het perspectief van cliënten. En ook in onderzoek binnen de forensische psychiatrie wordt aandacht gevraagd voor het betrekken van het perspectief van burgers in onderzoek (Coffey, 2006). Maar in beide werkvelden wordt het perspectief van cliënten op de ondersteuning die ze krijgen nog niet tot nauwelijks daadwerkelijk onderzocht (Van Oorsouw et al., 2013; Coffey, 2006). Het includeren van het burgerperspectief op ondersteuning lijkt dus nog in de kinderschoenen te staan.
Suzanne Ze heeft een eigen praktijk aan huis, en daar is ze ongeveer 20 tot 25 uur per week mee bezig. Voor ons maakt ze haar agenda vrij, zo tussen de afspraken door. De echtgenoot van Suzanne is aan het werk. Hij werkt bij de gemeente. Haar twee kinderen van 6 en 7 jaar zitten op school. Het is rustig in huis. Bij haar jongste zoon is de diagnose ADHD en autisme vastgesteld. Zij heeft al een lange route langs professionals en hulpverleners afgelegd.
De zorgen om haar zoon staan het geluk van Suzanne niet in de weg. Ze geeft zichzelf het cijfer 8 op een schaal van 0 tot 10. Aan een weekendje weg zonder kinderen heeft zij geen behoefte. ‘Hij kan ook heel lief zijn maar hij is gewoon anders en soms is hij inderdaad moeilijk. Natuurlijk zal het makkelijker zijn als hij ander gedrag zou vertonen maar het is nu gewoon zo en ik wil mijn kinderen niet missen.’ Gelukkig kan Suzanne haar werk zo plannen dat ze er altijd voor de kinderen is.
Vanaf het begin gedroeg haar zoontje zich op school al anders dan andere kinderen. Hij had moeite zich te concentreren, had weinig geduld en sommige dingen wilde hij gewoon niet doen. De hoop was dat het, eenmaal in groep 3, beter zou gaan, maar dat was niet het geval. In de vierde groep verergerde het gedrag. Daar kwam ook nog eens angst voor het overlijden van zijn moeder bij. Hij raakte regelmatig in paniek en moest veel huilen. Afscheid nemen was een drama.
Suzanne wordt ook gesteund door Sandra. Ze kennen elkaar al jaren. Suzanne: ‘Sandra heeft altijd een luisterend oor. Met haar kan ik praten en ze geeft mij praktische adviezen ook al is ze geen professionele hulpverlener. Zij is iemand die mij aandacht geeft, met mij meedenkt en echt naar mij luistert. Sandra is geen psycholoog en dat is maar goed ook. De psycholoog heeft een bepaald systeem om kinderen op te voeden. Via belonen en negeren werkt het niet bij mijn zoon. Het lukt gewoon niet, dat begrijpt de psycholoog niet maar Sandra wel.’
Suzanne heeft contact opgenomen met de school om hulp te vragen. Daarna begon de tocht langs verschillende professionele hulpverleners. Via de schoolarts kwam ze terecht bij de GGD. Daarna volgde een aantal gesprekken met de psycholoog. Daar klikte het niet mee. Ze had het gevoel dat ze niet serieus werd genomen en vast hield aan haar eigen standpunt. ‘Haar adviezen werkten niet. Ze kan wel zeggen dat je negatief gedrag moet negeren maar dat werkt niet bij zo’n kind. Dan wordt het alleen maar erger. Wat moet je dan doen?’ Met de opvolgster van deze psycholoog klikte het al een stuk beter. Vervolgens werd de kinderarts (neuroloog) in het ziekenhuis bezocht. Die schreef medicijnen, Ritalin en Melatonine, voor. De medicijnen maken de omgang met haar zoon wel wat gemakkelijker. De kinderarts denkt goed mee en volgens Suzanne neemt hij haar serieus. Haar zoon krijgt nu ook speltherapie. Hij leert zo zijn denken te veranderen en rust in zijn hoofd te krijgen.
We ronden het gesprek aan de keukentafel af. Straks komen de kinderen weer thuis en die vragen dan weer alle aandacht.
13
Mevrouw Boot We zitten bij Mevrouw Boot niet met een maatschappelijk werker of andere hulpverlener aan tafel, maar met de wijkregisseur van woningcorporatie Woonpartner. Af ten toe gaat hij bij Mevrouw Boot langs. Ze drinken dan koffie en hij luistert hoe het gaat en probeert haar een hart onder de riem te steken. Mevrouw Boot heeft geen gemakkelijke jeugd gehad. Haar ouders zijn gescheiden toen zij nog jong was en haar vader was een alcoholist. Momenteel heeft zij een LAT-relatie. In 2006 kreeg zij te maken met borstkanker, en daar ondervindt zij nog altijd de gevolgen van: ze wordt snel moe, zowel fysiek als emotioneel. Daar komt nog bij dat ze last heeft van slaap apneu. Dat is een ziekte waarbij de ademhaling soms stopt tijdens de slaap. Aan werken komt ze niet meer toe, ze leeft van een bijstandsuitkering maar hoeft van de gemeente niet te solliciteren. Dat wil niet zeggen dat ze niets om handen heeft. Integendeel. Ze heeft twee zonen en haar jongste zoon heeft een erfelijke ziekte en sinds kort ook kanker. Hij woont onder begeleiding, niet ver van haar vandaan. Ze gaat regelmatig met hem naar het ziekenhuis in Maastricht. Haar oudste zoon woont vlakbij en daar gaat het goed mee. Mevrouw Boot heeft geen afgeronde opleiding maar wel werkervaring. Ze heeft in een winkel maar ook in een bejaardenhuis gewerkt. Haar dagen vult ze met de zorg voor haar zoon, watergym, en ze helpt mensen in de buurt en ze mag graag samen met anderen eten. Haar huwelijk is al lange tijd geleden gestrand. Ze heeft daar nog een schuld aan over gehouden. Iemand van de gemeente helpt haar bij het budgetbeheer en het afbetalen van de schulden. Ze wordt door een sportarts, medisch psycholoog, fysio en een vrijwilliger van Gevangeniszorg ondersteund. Ook is huishoudelijke hulp voor twee uur per week geregeld.
14
De IXELF-factor in Helmond-Oost
In het verleden heeft ze psychotherapie en ondersteuning van maatschappelijk werk gekregen. Mevrouw Boot probeert af te vallen en zo fit mogelijk te worden. Overmand door haar emoties eet ze soms veel te veel, ‘troosteten’ heet dat en daarbij helpt de medisch psycholoog. Dagelijks neemt ze twee soorten medicijnen: tegen botontkalking en een lichte dosering antidepressiva. Met de vrijwilliger van Gevangenenzorg praat Mevrouw Boot over haar broer, die na noodlottige gebeurtenissen in de gevangenis in Thailand is beland. En de belangstelling en steun van de wijkregisseur stelt ze ook zeer op prijs. Over de ondersteuning door de maatschappelijk werker (voorheen) en de vrijwilliger van Gevangenenzorg is ze wel tevreden. ‘Van deze mensen krijg je medeleven en dat is wat anders dan medelijden. Ze kunnen dingen anders uitleggen en een ander perspectief bieden. Zo vertelde de vrijwilliger van Gevangenenzorg dat ondanks alle gebeurtenissen het leven doorgaat, ook als dat moeilijk is. Ik hoef me bijvoorbeeld niet schuldig te voelen als ik lekker zit te eten terwijl mijn broer in de gevangenis zit.’ Hoe houdt zij het eigenlijk vol en is ze nog wel eens gelukkig? ‘Het ligt eraan waar ik aan denk. In het algemeen kan ik niet zeggen dat ik me ongelukkig voel. Ik zou mezelf tussen de 6 en 7 geven, want ik probeer er toch iets van te maken. Ik kan van de kleine dingen genieten en van niets iets maken. Ik heb net vetbollen in de tuin gehangen en ik zag twee koolmeesjes daarvan eten. Daar geniet ik gewoon van. Ik denk dat dat mijn grootste geluk is, dat ik dat kan.’
Familie van Elst De rillingen lopen ons over de rug als we luisteren naar het verhaal dat de familie van Elst die al meer dan tien jaar met elkaar zijn getrouwd, vertellen. Dat vertellen doen ze niet zelf, overmand als ze nog steeds zijn door emoties. De maatschappelijke werker van de LEV groep staat hen sinds een half jaar bij en legt uit wat er is gebeurd. Een dochter (uit een vorige relatie) is samen met een kleinzoon van Mevrouw Elst omgekomen bij een ramp. Dat heeft een enorme impact op hun leven gehad.
Zij vertelt: ‘Normaal gesproken gaan we met twee maatschappelijk werkers aan de slag maar dat heb ik niet gedaan, een beetje eigenwijs misschien. Als maatschappelijk werker heb je kennis van verschillende onderwerpen maar ben je niet gespecialiseerd. Maar deze vrijwilligers hebben ervaring op specifieke onderwerpen en konden goed helpen. Het is niet van belang of iemand professional of vrijwilliger is, maar of zij kunnen helpen.’
Sindsdien is van alle kanten hulp aangeboden maar dat hebben ze grotendeels afgehouden. ‘Met slachtofferhulp was gewoon geen klik. Wat wij nodig hebben is emotionele, financiële en administratieve steun. Dat kun je niet van slachtofferhulp verwachten, die werken alleen maar via protocollen en dat helpt ons niet.’ Ook werd psychiatrische hulp aangeboden maar daar hebben ze geen gebruik van gemaakt. Waarom? Mevrouw Elst: ‘ Een psychiater gaat ook naar andere dingen kijken. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om wat er is gebeurd en dat is nog steeds niet klaar.’
Mevrouw Elst: ‘Er zijn emotionele kwesties en moeilijkheden die we met elkaar hebben vanwege wat er is gebeurd. Het drukt heel zwaar op onze relatie en dat vind ik moeilijk om met iemand te bespreken die ik niet ken. Daarom is de maatschappelijk werker zo belangrijk, die kennen we immers vanaf het begin. Familie is wel belangrijk voor emotionele steun maar de maatschappelijk werker heeft bepaalde professionele kennis en afstand die familieleden niet hebben. Dat betekent dat zij soms steun kan geven die nodig is en familie niet kan bieden.’
Naast de familierechercheur, waar ze zeer tevreden over zijn, krijgen ze ondersteuning van de maatschappelijk werker. In het begin hebben vrijwilligers geholpen bij het regelen van allerlei praktische zaken. ‘Je hoeft dan niet telkens opnieuw alles uit te leggen aan instanties, dat is een te zware belasting. De vrijwilligers hebben dat uit handen genomen.’ De maatschappelijk werker heeft de vrijwilligers erbij betrokken, en week daarmee af van het protocol.
Het voelt gênant om te vragen naar het geluk in hun leven maar we brengen het toch ter sprake. Vóór de rampzalige gebeurtenis zouden ze zichzelf een 8 geven. Mevrouw Elst: ‘Geluk is een groot en moeilijk woord voor ons. Je kunt gelukkig worden van veel dingen maar geluk moet je zelf creëren en je moet leren hoe je gelukkiger kan zijn. Belangrijk is om eerst hier overheen te komen. Maar het is nog niet over, het blijft constant in je hoofd.’
15
Wilma We hebben nu niet eens bij iemand thuis afgesproken maar bij het wijkcentrum in HelmondOost. Daar ontmoeten we Wilma samen met de maatschappelijk werker van de LEV-groep. Wilma heeft, enkele maanden uitgezonderd, al vier jaar lang ondersteuning van maatschappelijk werk. Ze worstelt nog steeds met de gevolgen van een echtscheiding die alles behalve soepel is verlopen. Wilma heeft wisselende ervaringen met maatschappelijk werk. Met de eerste maatschappelijk werker die haar vier jaar geleden ondersteunde had ze geen klik. ‘Ik vond hem bureaucratisch en ik had het idee dat hij het opnam voor mijn ex.’ Daarna is het beter gegaan. Ze kreeg hulp bij allerlei praktische zaken zoals het contact met de advocaat, en het aanpakken van de financiële problemen. De ondersteuning van het maatschappelijk werk is nu verschoven van praktische naar emotionele ondersteuning. ‘De huidige maatschappelijk werker spreek ik ongeveer eens per week. Ik kan mijn verhaal kwijt en hij benoemt mijn kracht. Hij leert me ook om mij niet druk te maken over onbenullige dingen. Ik heb een groot minderwaardigheidscomplex maar ik leer nu dat ik er ook mag zijn. Die ondersteuning is 100 procent belangrijk.’ Het maakt voor Wilma uit wie haar ondersteunt. Haar moeder steunt haar ook maar daar is ze ook moeder voor. Je verwacht niet anders. De maatschappelijk werker geeft goede adviezen en is daarin oprecht volgens haar. Ze neemt hem dan ook serieus. ‘Bij een maatschappelijk werker of psycholoog is er een bepaalde afstand. Zij kunnen mij beter helpen dan mijn eigen moeder.’ Net na de scheiding heeft Wilma wekelijks de psycholoog bezocht, later eens per twee weken, anderhalf jaar lang. Haar broer steunt haar nog steeds, bijvoorbeeld door haar een auto in bruikleen te geven.
16
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Wilma heeft een eigen zaak gehad, maar dat bleek vanwege schulden en na haar scheiding niet meer rendabel te zijn. Ze is gestopt en kreeg van UWV zes maanden de tijd om bij te komen. Ze hoefde niet te werken of te solliciteren. Nu nog helpt de gemeente haar bij het afbetalen van de schulden, en daar is ze heel lovend over. Ze leeft momenteel van een bijstandsuitkering en is nu bezig om werk te vinden. De eerste stap was om 240 uur productiewerk te doen in opdracht van de gemeente, 20 uur per week. De eerste weken vond ze het verschrikkelijk, maar ze heeft geleerd om ‘nee’ te zeggen en initiatieven te nemen. Wilma heeft geleerd te solliciteren en ze heeft nu een coach. Door de stress van de afgelopen jaren heeft Wilma de ziekte van Crohn gekregen. Daarvoor slikt ze nu medicijnen, maar ze is vast van plan om gezonder te worden. De omgang met haar twee jonge kinderen verliep een tijdje niet zo goed, maar dat is sinds de cursus ‘TripleP’ die ze hebben gevolgd wel verbeterd. Vergeleken met vier jaar geleden is er veel ten goede verbeterd. Momenteel geeft ze zichzelf een 9 voor geluk, terwijl ze toen een 4 scoorde. ‘Een baan is mijn grootste wens. En dan een ander huis. Ik moet niet alles willen oplossen en dingen uit het verleden die negativiteit geven los proberen te laten. Dat is het mooiste. Ik wil kijken naar de toekomst.’
Familie Yeniz Als we aan komen lopen worden we door het bordje aan het hek gewaarschuwd voor de hond. Gelukkig worden we niet direct geconfronteerd met het grote dier want Mevrouw Yeniz dirigeert het eerst naar de keuken, en even later naar de plaats achter het huis. Haar zoon woont ook op dit adres en is ook bij het gesprek aanwezig. Ze wonen nu sinds vier jaar in Helmond-Oost. Zij is sinds 15 jaar gescheiden. Haar man was alcoholist en heeft veel schulden gemaakt. Daar plukt zij nu nog de wrange vruchten van: een bewindvoerder beheert haar inkomen en zorgt dat de schulden zover mogelijk worden afbetaald. Zij heeft e 70,- per week te besteden aan boodschappen. Mevrouw Yeniz en haar zoon ervaren de buitenwereld als vijandig. Volgens hen wil de Woningcorporatie waar zij het huis van huren dat hij per 1 mei uit huis vertrekt. Reden daarvan is de overlast die hij zou veroorzaken in de wijk. Zijn grote passie is het installeren van muziekinstallaties in zijn auto en dat gaat soms gepaard met harde muziek. De wijkagent staat wel eens voor de deur. Moeder en zoon willen bij elkaar blijven, want ze steunen elkaar. Hij doet bijna al het huishoudelijk werk. Ze doen samen de boodschappen en hij rijdt met zijn moeder naar de dokter of de gemeente als dat nodig is. Met mensen in de buurt hebben ze geen contact, noch met familie, en vrienden hebben ze niet. Mevrouw Yeniz heeft nog een oudere zoon, maar het contact daarmee is verbroken.
Mevrouw Yeniz en haar zoon moeten eigenlijk niet veel hebben van ‘de instanties’. Ze krijgen iedere keer weer met andere begeleiders te maken. Ze zeggen weinig respect te krijgen, mensen geloven niet dat zij ziek is en weinig kan doen in het huishouden. Voor de maatschappelijke werker maken ze een uitzondering. Ongeveer eenmaal per maand hebben ze contact met hem. Hij helpt ze dan met allerlei praktische zaken, en hij komt zijn afspraken wel na en lost problemen op of ‘zoekt het op op internet’. Op een schaal van 0 tot 10 geeft de zoon zichzelf een 4. ‘Ik voel me niet gelukkig want ik heb voortdurend last van stress. Vanwege de woonsituatie, de ziekte van mijn moeder, de eenzaamheid en het geldtekort.’ Zijn moeder geeft zichzelf ook een 4 wat geluk betreft. ‘Ik voel me beperkt door mijn ziekte en het is moeilijk om de juiste steun te krijgen.’ Haar grootste wens is om vooral bij het huishouden hulp te krijgen en het liefst zou ze naar een ander huis willen in een andere wijk. Mevrouw Yeniz en haar zoon maken nog wel gelukkige dagen mee, ondanks de zorgen en de eenzaamheid. Dat is als ze samen in de auto naar een meeting gaan van hobbyisten die ook met auto’s en audio-installaties bezig zijn. Dat zijn gezellige dagen en daar genieten ze van.
De gezondheid van Mevrouw Yeniz laat te wensen over. Ze lijdt aan een soort reumatische spieraandoening, en aan multiple sclerose. Verder is ze chronisch moe en heeft ze suikerziekte. Elke dag slikt ze meer dan 10 tabletten. Toch krijgt ze geen steun voor het huishouden. De reden daarvoor is niet helemaal duidelijk. Haar zoon heeft een whiplash overgehouden aan een autoongeluk toen hij nog maar zes jaar was. Hij is dyslectisch en kan niet goed lezen en schrijven. Zijn inkomen bestaat uit een Wajonguitkering. Ooit heeft hij wel in de bouw gewerkt, maar dat gaat niet meer vanwege rugpijn. Desondanks heeft hij werk gezocht maar de jobcoaches slagen er tot nu toe niet in om hem te helpen. Ze steken allebei graag een sigaret op, maar alcohol en drugs zijn uit den boze.
17
3. Coachen vanuit perspectief Het uiteindelijke IXELF-competentieprofiel en de IXELF opleiding worden ontwikkeld in drie opeenvolgende proeftuinen. Deelnemers aan de proeftuinen zijn professionals en vrijwilligers uit het sociale domein, zoals ambulante hulpverleners, thuiszorgmedewerkers, maatschappelijk werkers, buurtbeheerders van woningcorporaties en gezinsbegeleiders. De opbrengsten uit iedere proeftuin dienen als input voor de volgende proeftuin. Zo zijn de ervaringen uit de eerste IXELF-proeftuin in Sint-Oedenrode meegenomen in het vormgeven van de tweede IXELFproeftuin in Helmond-Oost.
3.1. De deelnemers aan de opleiding in Helmond-Oost Op 18 september 2014 zijn 13 deelnemers gestart met de opleiding tot IXELF-coach. In de periode september 2014- april 2015 is er met negen scholingsdagen, met bijhorende praktijkopdrachten, video-opnamen en werkgroepen, gewerkt aan de eigen IXELF-factor. Vanwege verandering van werkzaamheden redenen heeft één deelnemer voortijdig de opleiding verlaten. De vier mannelijke en acht vrouwelijke deelnemers hebben een gemiddelde leeftijd van 46 jaar (range 24 - 62 jaar). Voor één deelnemer is mavo de hoogstgenoten opleiding, voor drie deelnemers is dit MBO, voor zes deelnemers HBO en twee deelnemers hebben een opleiding op WO-niveau. De deelnemers hebben gemiddeld 13 jaar werkervaring in de zorg en/of ondersteuning van kwetsbare burgers (range 3-30 jaar) en gemiddeld 11 jaar ervaring in hun huidige functie (range 2-15 jaar). De deelnemers hebben de volgende functies; maatschappelijk werk, sociaal raadswerk, generalist (2 deelnemers), consulent, hoofd ambulante zorg, coördinator buurtbemiddeling, helpende zorg en welzijn plus, buurtbeheerder, senior ambulant hulpverlener, gezinsbegeleider en adviseur klant en wijk bij een woningcorporatie.
3.2. De opleiding Deelnemers aan de opleiding leren om, vanuit een menslievende beroepshouding, gedrag te ontwikkelen dat zij kunnen inzetten om dienstbaar te zijn aan kwetsbare mensen om dagelijks geluk dichterbij te brengen door de inzet van de eigen persoonlijkheid, vaardigheden en kennis in alle rollen als beroepskracht of vrijwilliger. Uitgangspunten hierbij zijn: • • • •
leven en geluk centraal (en niet de zorg of hulp); ik en de ander (gezin, zorg, samenleving); gezin/ ik aan zet (niet de hulpverlener); activerend, krachtig, trots, menslievend.
De ontwikkeling van het IXELF-gedrag richt zich daarbij op vier verschillende niveaus namelijk de burger, de professional, de organisatie en het beleid. Ieder niveau wordt besproken binnen een kernthema.
18
De IXELF-factor in Helmond-Oost
De kernthema’s hierbij zijn: Perspectief Het fundament en ethisch kader van de IXELF-factor wordt gevormd door een menslievende (beroeps)houding. Wat betekent het om een gelijkwaardige relatie aan te gaan en daarbij echt op zoek te gaan naar het dagelijks geluk van mensen zelf? Met welke bril kijk je als professional, vrijwilliger of gewoon als mens in de ontmoeting? Wat betekent echt contact maken en aansluiten bij wat is? Vraag IXELF wil dagelijks geluk dichterbij brengen. Wat dagelijks geluk is verschilt per mens (en diens omgeving). De vraag naar dagelijks geluk kan helder worden door gebruik te maken van (inzicht in) de eigen emotionele intelligentie. Gebruik maken van de eigen emotionele ontwikkeling biedt kansen voor echt contact. Kracht De IXELF-factor helpt om mensen meer aan te spreken op diens kracht, kwaliteiten en levenservaring. Gesprekken zijn gericht op autonomie, nemen van verantwoordelijkheid en het ontwikkelen van leiderschap. Het gaat om denken in mogelijkheden in plaats van op beperkingen. Niet direct handelen, maar iemand stimuleren om het zelf te doen. Omgeving Het benutten van het (in)formele sociale netwerk van de burger, maar ook het eigen netwerk in de rollen van de beroepskracht of vrijwilliger is van belang bij het voorkomen van sociaal isolement en het verminderen van afhankelijkheid van het professionele circuit. Geluk ervaren hangt vaak samen met de vraag: Wie?
3.3. Onderzoek naar houding en gedrag De Academische Werkplaats voor Leven met een Verstandelijke Beperking (Tilburg University) heeft tijdens de opleiding onderzoek gedaan naar de vragen: • maken deelnemers aan de IXELF opleiding een ontwikkeling door in kennis, attitude en vaardigheden op het gebied van professionele omgang met kwetsbare burgers? Zo ja, welke ontwikkeling(en)? • op welke manier draagt de IXELF opleiding bij aan bovengenoemde ontwikkeling(en) in kennis, attitude en vaardigheden van deelnemers op het gebied van professionele omgang met kwetsbare burgers? Het onderzoek bestaat uit vragenlijsten, interviews en video-opnamen. Het onderzoek richt zich op de volgende gedragsindicatoren: • • • •
relatie aangaan op basis van gelijkwaardigheid en medemenselijke betrokkenheid (perspectief); activerend gericht op stimuleren van autonomie en leiderschap (kracht); reflectief handelen vanuit inzicht in eigen persoonlijkheid (vraag); dagelijks geluk versterken in sociale context van de kwetsbare mens (omgeving).
De eindresultaten van dit wetenschappelijk onderzoek worden in december 2015 gepubliceerd in een apart rapport.
3.4. De deelnemers van de IXELF-opleiding aan het woord
Bij nood ben je eerst zelf brandweerman Mensen in hun kracht zetten door liefdewerk, iets voor een ander doen is geweldig, samen sterk, betrokkenheid, zie niet op tegen nieuwe regels en nieuwe zorg, de participatiemaatschappij dat zijn wij, hoe gekker hoe wilder hoe mooier de uitdaging, op zoek naar geluk, direct en met 100% zekerheid, jong en oud spelen samen. Ellen van Gils, sociaal team oost LEV Groep
19
Zie mij als mens IXELF factor! Breng geluk dichterbij de mens, en laat mensen vanuit hun eigen kracht proberen weer orde op zaken te stellen. We moeten weer nieuw gedrag aanleren. Allemaal kreten waar ik in het begin nogal sceptisch tegenover stond. Hoe kan ik in ’s hemelsnaam bij mensen - die tot hun nek in de problemen zitten – geluk dichter bij brengen? Hoe kan ik in ’s hemelsnaam mensen die alleen nog maar in problemen kunnen denken - laten werken vanuit hun eigen kracht? Hoe kan ik hen nieuw gedrag aanleren? Tijdens onze gezamenlijke zoektocht naar de IXELFfactor werd mij het wat, het hoe en het waarom steeds duidelijker. Hoewel ik er inmiddels van overtuigd ben dat ik de ixelf-factor in me heb, worstel ik nog steeds met veel vragen. Ik zie IXELF op dit moment als een stuk gereedschap waar ik mee aan de slag kan. Hoe vaker ik hiermee werk en over nadenk, wordt dit stukje gereedschap natuurlijk steeds handiger in het gebruik. U mag van mij aannemen dat ik de IXELF gedachte tijdens mijn werk al met succes toepas. Gedurende de opleiding werd ik - in mezelf steeds vaker geconfronteerd met mijn verleden. Je zou kunnen zeggen dat ik de groei naar een verzorgingsstaat persoonlijk heb meegemaakt. In mijn jeugd werd zorg voor elkaar als vanzelfsprekend ervaren. Nu heb ik vaak het gevoel dat we langzaam maar zeker terug gaan naar dat gevoel van vroeger. Alleen nu min of meer “gedwongen”. Ik ben het derde kind uit een gezin van 11 kinderen. Een arbeidersgezin waar gedurende mijn jonge jaren nogal eens wat zorg nodig was. Mijn moeder was vaak overspannen en was fysiek ook niet optimaal te noemen. Zij was altijd ziek, of onderweg. Eén zusje van mij was zwaar lichamelijk en geestelijk gehandicapt.
Vaak kwam er een maatschappelijk werkster over de vloer, en we hadden zowat mijn hele jeugd een gezinsverzorgster in huis. Dat was destijds een dame die vrijwel alle taken van de huisvrouw overnam. Van strijken tot koken tot bedden opmaken tot sokken stoppen. Wat ik me van die periode kan herinneren is, dat de zorg natuurlijk geen 24 uur per dag over de vloer kwam. Vader moest evengoed van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat gaan werken. Anders was er geen brood op de plank. Vaak waren wij dus op onszelf aangewezen. Wij werden al op zeer jonge leeftijd geacht, om eventuele probleempjes zelf het hoofd te bieden. Het was dus niet vanzelfsprekend dat er voor alles en iedereen hulp werd geboden. Moeder was ziek, en zij kreeg hulp. De rest van het gezin moest er maar het beste van zien te maken. En ik mag zeggen dat ons dit samen met de buren, en door elkaar te steunen en te helpen, aardig is gelukt. Waarom schrijf ik dit allemaal. Ik denk omdat de manier waarop IXELF zich aan mij presenteerde niet zo heel veel verschilde van de voor mij herkenbare momenten in mijn leven. Herinneringen die ik allang vergeten was. En misschien juist omdat het zo herkenbaar is, zie ik hier kansen. Maar er is nog een hele weg te gaan. Het klopt dat we met zijn allen steeds verder weggezakt zijn in die verzorgings- maatschappij. We zijn allang niet meer zelfredzaam. En ja, volgens mij zijn we met zijn allen bang geworden voor het simpele woordje “geluk”. Een belangrijk uitgangspunt voor deze hernieuwde denkwijze is “ZIE MIJ ALS MENS”. IXELF helpt ons om dit gevoel weer terug te krijgen. Joop van Wetten, buurtbeheerder Woonpartners
IXELF leert je over jezelf en leert je ook veel af. Wat overblijft is een kernachtige aanpak van eenvoud en efficientie. Bauke Lamers, Sociaal Raadslid LEV Groep
20
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Ik hoop met mijn opgedane ervaring een steentje bij te kunnen dragen aan het geluk in de wijk. Erna Goossens, senior hulpverlener ORO
Blijf jezelf en luister naar de ander! Janneke Hendriks, gezinsbegeleider ’10 voor toekomst’
Netwerken en open vragen Ik heb mezelf in het beginsel opgegeven voor de opleiding IXELF om vooral te netwerken. Maar gedurende de opleiding heb ik toch heel veel meer geleerd. Vooral om niet voor de bewoners/ mensen te denken maar te vragen wat zij willen. Waarmee zij geholpen zijn en hoe zij het zelf het liefst zien. Dit is voor mij wel een echte eyeopener geweest. Zo kun je als er een probleem is bij een bewoner beter inschatten of ze een professional nodig hebben of niet. Door de opleiding IXELF weet ik ook beter met welk probleem ik bij welke professional kan aan kloppen. Dus mijn netwerk is flink verbreed en ik heb de juiste contactpersonen in mijn netwerk. Kortere lijntjes dus. Ik ken de mensen nu persoonlijk en kan dingen beter bespreekbaar maken en uitzetten. Natasja Schepens, adviseur Klant & Wijk Woonpartners
IXELF; dat ben jij; werk met jezelf. Ga met de ander om zoals jij wilt dat een ander met jou omgaat. Heb respect voor de ander en jezelf. Luister naar de ander en naar jezelf. Geluk bestaat uit allemaal kleine momenten. Wat is een moment van geluk voor die ander? Hoe kom je er achter wat geluk is voor die ander? Ga op zoek hoe je de ander kunt helpen gelukkig(er) te worden. Kijk naar jezelf, ben jezelf gelukkig? Wat doe je daarmee? Wat zou je daarmee kunnen doen voor een ander? Ixelf; is leven in het hier en nu. Op zoek naar GELUK bij de ander en jezelf. Jezelf inzetten om te kijken hoe je ander verder kunt helpen naar mooie, gelukkige momenten op wat voor manier dan ook. Marjo van Rooij, consulent MEE Zuid-Oostbrabant
Ubuntu! De mens is slechts mens in relatie tot anderen (Afrikaanse filosofie) Jet van der Meiden, manager Leger des Heils
Ga niet op zoek naar geluk maar ontdek in jezelf waarom je het geluk tegenhoudt Jonel Snijders, medewerker Actief Zorg
21
TOP dat ik als vrijwilliger aan deze opleiding deel mocht nemen. IXELF heeft mij heel veel gebracht, niet denken voor een ander maar laat de ander zijn eigen kracht inzetten, laat ze zelf met een idee of oplossing komen. Voor ik aan deze opleiding begon regelde ik het wel voor de ander, ik had de oplossing, nu laat ik de ander zelf denken. Ik heb ook veel over mezelf geleerd tijdens deze opleiding. De kwetsbare burger die ik heb gefilmd was net zo enthousiast als ik, hij keek elke keer weer uit als ik kwam filmen. Hij zit in een situatie dat hij altijd moet zorgen, dan is het wel eens fijn als er voor je wordt gezorgd. Niet weg kunnen en dan hem hulp bieden door te zeggen ga jij maar naar de Nieuwjaarsborrel ik blijf wel even hier, mij kunnen ze wel even missen. Dit is echt een voorbeeld van breng geluk dichtbij. Iemand die maar 15 minuten weg was en met een stralend gezicht terugkomt. Hier wordt je zelf ook blij van.
22
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Als ik nadenk over de zorgzame wijk van de toekomst, kom ik tot de volgende ideeën: • Verdeel de wijk in kleine gebieden, zorg dat elk gebied een paar vrijwillige coördinatoren heeft met een hulptelefoon. • Iemand die hulp nodig heeft kan bellen, er is een lijst met namen van mensen die hulp willen bieden en de coördinator kan deze mensen aan elkaar koppelen. • De rest kunnen ze zelf. • Zorg ook dat je jongeren betrekt in dit plan. Breng jong en oud bij elkaar. • Dit moet groeien want hulp vragen is heel moeilijk, hulp bieden is veel makkelijker. Sandra van de Waarsenburg-Stokbroeks, vrijwilliger in de buurt
Een succesverhaal van Ellen van Gils, geïnspireerd door de IXELF-opleiding
Fijn wonen in Helmond-Oost Een mevrouw komt met de vraag om een maatje. Ze is eenzaam en heeft daarnaast PTSS en een dissociatieve stoornis. Ze is hiervoor al 8 jaar in behandeling bij de GGZ en wil nu graag een maatje die eens per week met haar over koetjes en kalfjes kan praten. In plaats van op de vraag in te gaan en te zoeken naar een maatje heb ik samen met een betrokken wijkagent de vraag terug gesteld aan deze mevrouw: wat kun jij zelf doen als vrijwilliger? Ze is intelligent en kan zelf vanalles maar werd daar in onze ogen niet naar bevraagd. In eerste instantie moest ze hier eens goed over nadenken, ze werd steeds enthousiaster en wilde graag iets doen. Uiteindelijk is ze zelf als maatje ingezet om een andere bewoner te helpen bij de Nederlandse taal. Het eerste succes was bereikt, haar eigen trajecct bij de GGZ verliep echter nog niet optimaal, zodat ze weer meer ging dissociëren. Wat kunnen we doen om het dissociëren te voorkomen? Ze vertelde dat als ze iedere ochtend contact had via skype of live dat het dissociëren zou zijn. Met behulp van haar vroegere begeleiders heeft ze een netwerk opgezet zodat ze iedere dag contact heeft via skype. Daarna kwam de vraag op wat kan de buurt doen, kent ze veel buurtgenoten, is er veel contact? Het antwoord was nee ze heeft weinig contact in de buurt. Ze heeft in de gaten dat mensen over haar roddelen omdat er vaak politie aan de deur staat. Dit gebeurt als ze gedissocieerd is en de politie haar weer thuis brengt. In het gesprek met haar ontstond het idee om een buurtbijeenkomst te houden zodat ze aan haar buurtgenoten kon uitleggen waarom er steeds politie bij haar voor de deur staat. Direct een unieke kans om te kijken of mensen mogelijk koffie met haar kunnen komen drinken. Om het dissociëren te verminderen zijn namelijk twee dingen nodig:
Met een flyer hebben we 90 buurtbewoners uitgenodigd met onderstaande tekst: Er staat een politieauto, wat zal er aan de hand zijn? Word er iemand opgepakt, is er ingebroken? Ik heb daar al vaker politie gezien wie zal daar toch wonen? Ik heb haar ook wel eens zien lopen met een knuffel in haar hand. Ik snap er niets van! Iedereen kent wel iemand in de straat waarvan je soms denkt ´bijzonder´. Regelmatig horen we op het nieuws dat er met iemand iets gebeurd is. Nog vaker komt daarop de reactie van de buurt, hadden we het maar geweten, dan hadden we misschien iets kunnen doen. Maar meteen komt dan de vraag op, wat kan ik doen? Je bemoeit je toch niet zomaar met dat wat er achter iemand zijn voordeur afspeelt. De schroom kan ontstaan om zomaar iemand aan te spreken, letterlijk te vragen wat je voor de ander zou kunnen doen. Juist ook op de momenten dat die ander met een knuffelbeer over straat loopt. Vandaar deze avond. Op deze avond willen we u en Mevrouw A. aan het woord laten om verder met elkaar kennis te maken. Het doel is om de te komen tot meer inzicht, vragen te beantwoorden en onduidelijkheden uit de weg te ruimen. We willen graag een basis leggen voor een goede onderlinge verstandhouding waarbij fijn samenwonen en leven in de straat en buurt het uitgangspunt is. Op de avond waren we met 30 personen allemaal zeer geïnteresseerd. Mevrouw A. was zelf erg tevreden dat ze als normaal mens in de wijk haar verhaal mocht vertellen. We hopen dat het betrekken van buurtbewoners bij elkaar als een olievlek verspreid gaat worden om zo te komen tot meer samenhang en meer begrip voor elkaar in de wijk. Want wie wordt er niet blij als je s’morgens begroet wordt!
1 professionele hulp zodat ze dissociëren kan herkennen en kan voorkomen; 2 voor zolang de dissociatie er is, is het belangrijk dat ze iedere dag een afspraak heeft in de ochtend.
23
4. Organiseren vanuit vraag en kracht De IXELF-factor stelt het geluk van gezinnen voorop. Organisaties met de IXELF-factor werken fundamenteel anders. Niet langer staat het eigen aanbod of de omzetdoelstelling centraal, maar het geluk van het gezin. Dat vraagt om een organisatiestructuur gebaseerd op vertrouwen en ruimte. Organiseren vanuit vraag en kracht van dagelijks geluk lijkt zo simpel, maar is in de praktijk vaak lastig. Op de website www.ixelf.nl kunt u lezen hoe we organisaties langs de IXELF-meetlat leggen. Met deze meetlat kunt u vaststellen hoe het staat met uw eigen IXELF-factor of die van uw organisatie. Brengt u het geluk dichtbij? De criteria van een IXELF-organisatie Criterium 1. Werkt u of uw organisatie vanuit output of outcome? Een organisatie die werkt vanuit output meet het aantal gewerkte uren of het aantal verrichte handelingen. U zegt dan bijvoorbeeld ‘wij hebben het afgelopen jaar bij 80.000 mensen steunkousen vervangen’. Als u de IXELF-factor hebt, werkt u vanuit outcome. U meet dan het resultaat: ‘dankzij onze hulp is het huisartsenbezoek afgenomen met 25% en daalde het beroep op zorgvoorzieningen met 35%’. Criterium 2. Zorg: leuk of leerzaam? Veel ondersteuners (professionals én vrijwilligers) helpen mensen vanuit de gedachte: ‘u vraagt, wij draaien’. Ze willen dat burgers het ‘leuk’ hebben. Iemand met de IXELF-factor wil dat zorg leerzaam is en durft iemand ook te prikkelen om zélf aan de slag te gaan met ander gedrag. En nee, dat vindt een burger niet altijd leuk, maar dat is in de ogen van IXELF het doel van ondersteuning ook helemaal niet. Criterium 3. Bevat uw aanpak een worstenbroodje? Visie, missie en een stip aan de horizon: we lopen meestal over van de verhalen als het gaat om zorg en welzijn. We horen dan kreten als ‘breng zorg dichter bij de mensen’, ‘stop bureaucratie’ of ‘er moeten meer handen aan het bed’. Iemand met de IXELF-factor zul je niet betrappen op dit soort taal. Wie de IXELF-factor heeft, doet er concreet iets aan. Bijvoorbeeld met zoiets simpels als een worstenbroodje. Criterium 4. Is uw manier van werken eenvoudig overdraagbaar? Er zijn veel ondersteuners met de IXELF-factor. Schitterende initiatieven die goed scoren in de pers. Maar hoe zit het dan vervolgens met de overdraagbaarheid? Nemen andere organisaties dit succes over, of is het teveel gekoppeld aan één persoon? Wie de IXELF-factor heeft, zorgt ervoor dat het niet gaat om de persoon, maar om de aanpak die overdraagbaar moet zijn. Criterium 5. Barst u van de protocollen of geeft u Carte Blanche? Organisaties met de IXELF-factor geven ruimte aan ondersteuners. Daar is dus geen plek meer voor protocollen die voorschrijven hoe lang een keukentafelgesprek mag duren, of hoeveel uur ‘opvoedbegeleiding’ iemand krijgt. De IXELF-factor vraagt niet om de inzet van 19 professionals in een multiprobleemgezin, maar om één ondersteuner met een Carte Blanche.
24
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Criterium 6. Maakt u een Maatschappelijke Businesscase van uw activiteiten? Uit de praktijk: een gezin heeft schulden gemaakt van e 15.000 en belandt in de problemen. Vervolgens kwamen er hulpverleners over de vloer om hiermee aan de slag te gaan. Na een jaar was er voor ruim e 150.000 aan kosten gemaakt door meer dan tien instanties. Het gezin werd er allesbehalve gelukkig van; hun wantrouwen naar instanties groeide en groeide. En u zult begrijpen dat deze kosten om e 15.000 schuld weg te werken verre van efficiënt is. Toch ‘klopte’ de inzet van alle zorgverleners. Iedereen had keurig zijn ‘taak’ verricht. IXELF vindt dit stuitend en vraagt om een berekening van de maatschappelijke kosten en baten.
4.1 Samenwerken aan de organisaties in Helmond-Oost Tijdens de opleiding zijn drie externe bijeenkomsten georganiseerd om in zowel de samenwerking als het nadenken over een IXELF-organisatie te stimuleren. Bij deze bijeenkomsten sloten zeer uiteenlopende mensen en organisaties aan zoals wijkagenten, ambtenaren, de wethouder, de Zorgboog, de Wijkraad, clienten, de managers van deelnemers aan de opleiding, Jeugd in Beweging en andere initiatieven en betrokkenen vanuit Helmond-Oost. De bijeenkomsten vonden plaats op 18 september 2014, 13 november 2014 en 26 februari 2015 van 15.00 uur - 17.00 uur. De deelnemers aan de IXELF-opleiding speelde een centrale rol bij het uitnodigen van de organisaties en in het programma. Een IXELF-wandeling op 13 november 2014 De deelnemers van de opleiding hebben op die dag een wandeling georganiseerd voor managers, wijkagenten, wijkraad, ambtenaren en andere geinteresseerden in een wandeling om hun beleving van IXELF en hun visie op de ideale woonwijk te laten ervaren. Al wandelend komen de volgende elementen aan bod: • sta even stil bij een woonhuis; wat zou dit gezin kunnen winnen bij een zorgzame wijk? Wat zou er gebeuren als er geen hulpverleners meer zijn? Wat brengt dit gezin dichter bij geluk? • wat heb jij als ondersteuner nodig van de gemeente, eigen organisatie of andere organisaties om de zorgzame wijk waar te maken? • iedere wandeling liep aansluitend langs specifieke gebouwen met een eigen opdracht. • de wandeling bleek een goed moment om met elkaar even los van papier en de hectiek van alle dag in gesprek te gaan over het leven en werken in Helmond-Oost. Bij de LEV Groep is een teambijeenkomst georganiseerd om te werken vanuit de IXELF-factor, bij Woonpartners is een presentatie gehouden. Op basis van de IXELF-meetlat is de kennismaking met het Goede Gierenfonds en Sociaal Hospitaal (zie hiervoor de website www.ixelf.nl) met wethouder van der Zanden geinitieerd.
4.2. Visie vanuit de deelnemers IXELF-opleiding Binnen de opleiding is een werkgroep aan de slag gegaan met de volgende opdracht: Breng een advies uit voor het inrichten van een IXELF organisatie. Droom eens over de ideale IXELF-organisatie en ideale IXELF-manager? De ideale IXELF-organisatie • Doelstelling van iedere maatschappelijke instelling is het vergroten geluk van de bewoner. • Zorg is leerzaam; ontwikkeling van bewoner Helmond Oost stimuleren/in zijn kracht zetten. • Overdraagbaarheid aanpak moet groot zijn. • De ondersteuner heeft Carte Blanche om het geluk van de cliënt te vergroten; geen kader of restricties. • Maatschappelijke kosten-baten analyse. • Hoe meet ik de toename van geluk en wat bespaart het aan overheidsgelden? • Deelnemende instellingen IXELF gaan intern met ondersteuners in dialoog over het vormgeven van de IXELFfactor binnen hun organisatie.
25
En binnen die ideale IXELF-organisati es werken echte IXELF-managers • • • • • •
IXELF aanpak van toepassing op relatie manager-ondersteuner; wat maakt de ondersteuner gelukkiger in zijn werk? Start vanuit vertrouwen op het vakmanschap van de ondersteuner. Zet de ondersteuner in zijn/haar kracht. De ondersteuner is regisseur en leidend, hij/zij stuurt de werkwijze en aanpak aan. Geen vormgegeven dienstenaanbod. De input vanuit de ondersteuners wordt vertaald naar beleid (en niet van boven naar beneden).
Ideale IXELF-werkdag voor ondersteuners ziet er dan als volgt uit • • • • • • • • • •
Tijd en ruimte voor een integrale aanpak waarbij geluk centraal staat. Zo snel mogelijk contact opnemen met bewoner en/of gezin. De ondersteuner steunt op een sterk netwerk met korte lijnen. Kennismaking en probleemverduidelijking tijdens huisbezoek. Hulpvragen korte termijn /prioritering om aan eerste behoeften te voldoen zodat de rust terugkeert en hoogste nood geledigd is. In het geval een gezin betreft, is de werkwijze van de ondersteuner gericht op het hele gezin; de hulpvraag kan veranderen en kan er gewerkt worden aan een lange termijn plan. De te stellen vraag: waar de bewoner zichzelf over pakweg tien jaar ziet. Door de gezinsleden zelf een doel te laten opstellen en hier aan te werken, wordt ook bijgedragen aan het vergroten van geluk. Bewoner in zijn kracht zetten. Verantwoording werkzaamheden gericht op outcome (wat draagt het bij aan geluk?). Verantwoording niet gebaseerd op uren en proces (-termijnen); wel op kostenbesparing overheid.
Verslag van een teamworkshop Wat is IXELF en wat betekent geluk dichtbij? Na een eerste kennismaking zijn we in gesprek geraakt over IXELF en wat geluk dichtbij als uitgangspunt nu eigenlijk betekent. Daarna gingen we zelf aan de slag door op post-its te schrijven waar we zelf vandaag blij van worden en hebben we een complimentenmuur gemaakt voor onze collega’s. Daar word ik vandaag blij van Vanavond thuis mijn schilderclubje
Mijn tuin vandaag weer verder is afgemaakt
Warme voeten
Humor
Blije gezichten
Sporten
Terug van een weekendje Amsterdam met mijn vriendin
Een client die ondanks alles dankbaar is
Dat de zon vandaag schijnt
Fietstochtje
Kennis opdoen
Als cellospelen is gelukt
Blij van de andere aanpak, Saamhorigheid waarbij IXELF het startpunt is
Een cliënt lles die ondanks a dankbaar is
26
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Blij van de ak, andere aanp F waarbij IXEL t is het startpun
Terug van een weekend je Amsterdam met mijn vriend in
Aan de slag met een casus en nadenken over het werkplan 2015 In vier groepen zijn we uiteen gegaan. Iedere groep had een eigen casus uit de praktijk met de volgende vragen: • Wat betekent geluk dichtbij als je in de schoenen staat van dit gezin? • Als je dat geluk als uitgangspunt neemt, wat betekent dat dan voor jou als professional, voor ons als team? Hoe zouden we dat kunnen vertalen naar het werkplan 2015? Iedereen ging actief in gesprek en aan de slag en hadden anderhalf uur ruimte om echt contact met elkaar te maken over het werk. Plenaire terugkoppeling en afspraken voor het vervolg Samen hebben we globaal besproken wat de middag heeft opgeleverd. Zo met elkaar aan de slag gaan geeft energie. Het helpt om te denken vanuit het gezin. Het roept ook vragen op hoeveel vrijheid het team heeft om echt zelf het werkplan te maken. De manager geeft aan dat het team die vrijheid heeft. Een werkplan is een hulpmiddel, geen doel op zich. De hele groep geeft aan verder te willen met deze aanpak. Vier teamleden gaan de ideeën van alle groepen bundelen als start voor het vervolg. Voor iedereen een compliment om mee te nemen naar huis Op de complimentenmuur hangen inmiddels heel veel post-its. Iedereen mag haar/zijn complimenten mee naar huis nemen. Dat is in ieder geval al binnen!
Er zit geen probleem tegenover je, maar een mens! Werken met de IXELF-factor, hoe doe je dat? IXELF sprak met Judith Bach, regiomanager bij LEVgroep en betrokken bij de proeftuin in Helmond-Oost: ‘eigenlijk is het heel simpel’. Jullie zijn aan de slag gegaan met de IXELF-factor. Hoe werkt dat in de praktijk? ‘We nemen in de proeftuin geluk als perspectief. We zetten niet langer het probleem centraal, maar de mens. Zo kwamen we een meneer tegen met allerlei problemen, die ook nog eens slecht voor zichzelf zorgde. Hij lust het eten van onze maaltijdenservices niet en kan niet koken. Wij hebben hem in contact gebracht met iemand die graag meer onder de mensen wilde komen en heerlijk kan koken. Een eenvoudige maaltijd maakte zo het verschil. En dankzij die maaltijd ging die meneer ook beter voor zichzelf zorgen.’ ‘Een ander voorbeeld is een maatschappelijk werker van ons. Die vertelde dat hij nu ook veel gemakkelijker het vertrouwen wint van mensen. Hij begint nu altijd met een goed gesprek van mens tot mens. Gewoon, met een bak koffie. Het eerste gesprek gaat ook helemaal niet meer over problemen’. Hoe ben je hiermee begonnen in jullie organisatie? ‘Wij hebben in onze organisatie een training gehad van Sandra Franken. Daarin zijn we samen op zoek gegaan naar ons beeld van de ideale wijk. Dat gaf
ons direct een nieuw perspectief: we zagen ineens mensen met talenten die we aan elkaar kunnen verbinden. Van daaruit hebben we een werkplan gemaakt waar we nu concreet mee aan de slag zijn gegaan. En deze manier van werken sijpelt overal verder: ook jongerenwerk past het nu toe, en ik zie ook dat de gemeente Helmond ermee bezig is. We durven nu echt los te laten en aan de slag te gaan’. Wat is je advies aan mensen die hier ook mee aan de slag willen gaan? ‘We zijn snel geneigd allerlei oplossingen aan te dragen vanuit ons eigen aanbod: iemand ‘moet’ een cursus volgen of krijgt een budgetcoach. Met die reflex moet je stoppen. Begin met de vraag wat iemand gelukkig maakt en handel daarnaar. Je moet dus vooral loslaten. En verder is het dan eigenlijk helemaal niet zo moeilijk.’ Wil je nog een oproep plaatsen? ‘Werken met de IXELF-factor is echt anders dan wat we vroeger in onze opleiding hebben geleerd. Ik merk ook dat veel collega’s zo niet zijn opgevoed. Bij veel opleidingen leer je immers om er heel ‘strak’ in te zitten. Ik ben heel benieuwd of er al opleidingen zijn in Nederland die dat strakke loslaten en de IXELF-factor aan hun studenten meegeven.’
27
5. Sturen op geluk dichtbij met de omgeving Het is niet gemakkelijk om als wethouder, ambtenaar of als lid van de gemeenteraad de focus meer te leggen op bijvoorbeeld geluk van burgers als mogelijke outcome. Het vraagt ander gedrag en een visie hoe dat te realiseren. Misschien vraagt het ook wel minder aandacht voor regelgeving en protocollen en meer aandacht voor het bereiken van maatschappelijke effecten. Outputs zijn gemakkelijker te meten dan outcomes. Maar ook daar kunnen stappen gezet worden, en er zijn reeds voorbeelden te geven van outcomefinanciering. Beleidsmakers, gemeenteraadsleden en bestuurders hebben vaak moeite met het woord geluk. Ze vinden het veel te soft klinken. Het past niet in het gangbare beleidsjargon. Termen als welbevinden, talentontwikkeling, participatie en eigen krachten worden gemakkelijker geaccepteerd. De term lijkt ongrijpbaar. Hoe kun je elkaar afrekenen, sturen op budget en resultaat? Valkuil is dat de totaalaanpak verloren gaat in een lege beleidsterm. Het vereist zoeken naar oplossingen, soms dwars door alle protocollen, beleidsregels en procedures heen. Er zijn geen kant en klare beleidsinstrumenten, het vereist een continue open debat en leiderschap om individuele oplossingen mogelijk te maken in specifieke situaties. Uitdaging: niet langer afrekenen en sturen op productie maar op outcome. Geef daar waar dat kan organisaties en ondersteuners de ruimte en het vertrouwen.
5.1. Goed doen is niet goed genoeg De gemeente Helmond heeft de behoefte om bij de financiering van organisaties die werkzaam zijn in het sociaal domein meer rekening te houden met wat is bereikt in plaats van wat is gedaan. Men wil, met andere woorden, meer op basis van outcomes financieren dan in plaats van op basis van output. Centraal staan de vragen: • is het mogelijk de financiering nog meer dan nu afhankelijk te maken van de bijdrage aan maatschappelijke effecten (outcomes) en minder van outputs? • hoe kunnen we de bijdrage van afzonderlijke organisaties aan het realiseren van maatschappelijke outcomes bepalen? Outcome financiering als ideaalmodel Tot nu toe is financiering in het sociaal domein nog vooral gericht op afrekenen op basis van output (wat is gedaan) in plaats van outcome (wat is bereikt). In een ideale wereld rekenen we organisaties die werkzaam zijn in het sociale domein af op hun effectieve bijdrage aan outcomes zoals toename van veiligheid en participatie. Dit lijkt simpel, maar is niet eenvoudig. Wie heeft bijvoorbeeld gezorgd voor het toegenomen veiligheidsgevoel van burgers in een bepaalde wijk? Is dat de wijkagent, zijn dat de camera’s in het publieke domein, is dat het buurthuis dat activiteiten voor jongeren organiseert, of de officier die snelrecht toepast? Welke interventie draagt in welke mate bij? Soms zijn sociale problemen eenduidig, ligt de oplossing voor de hand en is er één of een beperkt aantal organisaties die de oplossing kunnen bieden. Bijvoorbeeld als het gaat om het bouwen van een school, of het bieden van verslavingszorg of maatschappelijke opvang. Maar al gauw blijken problemen in het sociale domein complexer te zijn (dan gedacht). Een voorbeeld is het overgewicht in bepaalde wijken. Alléén de aanleg van een sportveld is niet voldoende. Het aanbod in schoolkantines, de voorlichting aan ouders, en ook sportstimulatieprogramma’s is relevant.
28
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Dit soort complexe problemen vraagt om een collectieve inzet van organisaties die hetzelfde doel nastreven. Het is nog de vraag naar wat iedereen kan bijdragen en hoe dat is te meten. Daarbij helpt het opstellen van een veranderstrategie waarbij de te bereiken outcomes, (operationele) doelen of outputs, activiteiten en organisaties, afbreukrisico’s en prestatie-indicatoren in samenhang en zo goed mogelijk onderbouwd worden beschreven. Dat kan gebeuren door uitvoerende organisaties zelf of beleidsafdeling van de gemeente, en/of door een onafhankelijke ‘impactcontroller’. Het is ook denkbaar om een instrument als de effectenarena in te zetten waarbij organisaties of stakeholders zelf de effecten van interventies (en de waardering daarvan) in kaart brengen en hoe deze met elkaar samenhangen. Indien helder is via welke veranderstrategie de beoogde outcomes kunnen worden bereikt en wie daarbij een rol kan spelen, is vervolgens de vraag aan de orde hoe dit te financieren. De financiering kan traditioneel gebaseerd zijn op de kosten die organisaties moeten maken om de interventie (of: hun bijdrage aan het bereiken van de outcomes) uit te voeren. Maar de financiering kan ook (deels) afhankelijk worden gemaakt van het bereiken van de outcomes. Daarvoor is wel een voorwaarde dat er helderheid en overeenstemming tussen uitvoerders en financiers moet zijn over hoe de outcomes moeten worden gemeten en wat de invloed is op de financiering, bijvoorbeeld via een bonus/malus regeling. Een stap verder is om de financiering mede afhankelijk te maken van de maatschappelijke baten of besparing op maatschappelijke kosten die een interventie oplevert. Bijvoorbeeld: werken met de IXELF-factor kan zorgkosten reduceren en mensen gelukkiger maken. Dat kunnen we in beeld brengen door een Maatschappelijke Business Case (MBC) of een (indicatieve) Maatschappelijke Kosten Baten Analyse. Indien de MBC positief is, dat wil zeggen de interventie reduceert zorgkosten én maakt mensen gelukkiger, kan dat meegenomen worden in de beslissing om wel of niet te financieren, en in welke mate. Meer focus op geluk in beleid en bestuur Focus op de doeltreffendheid van beleid (outcomes) stelt eisen aan het beleid en bestuur van een gemeente. Het betekent dat het College van Burgemeester en Wethouders, de ambtenaren en de gemeenteraad een visie moeten hebben over welke maatschappelijke effecten nagestreefd moeten worden, op welke wijze dat gerealiseerd kan worden (veranderstrategie), met welke partijen, en hoe dat gemeten kan worden. Afstemming en samenwerking met maatschappelijke partners is noodzakelijk. Terwijl in het maatschappelijk verkeer afgelopen decennia de nadruk sterk heeft gelegen op de doelmatigheid legt deze benadering veel meer de nadruk op doeltreffendheid. In subsidieland is deze ontwikkeling al onmiskenbaar gaande. Subsidiefondsen waren tot enkele jaren geleden vooral bezig met transparantie. Dat wil zeggen de correcte besteding en verantwoording van subsidiegelden. Belangrijke exponent hiervan is de transparantprijs die bedoeld is voor het subsidiefonds met het meest transparante jaarverslag. De laatste twee jaar verschuift de aandacht langzaam maar zeker naar impact. Dat wil niet zeggen dat geen aandacht meer is voor fatsoenlijke besteding van subsidiegelden, maar daarnaast wordt steeds meer de vraag gesteld naar wat wordt bereikt (outcomes). Géén eenvoudige antwoorden Er zijn geen eenvoudige antwoorden op de vraag hoe de gemeentelijke financiering meer gebaseerd kan worden op outcomes en hoe de bijdrage daaraan per organisatie valt te bepalen. Het sociale domein is complex, vele initiatieven en organisaties zijn actief en leveren in meer of mindere mate een bijdrage aan het bereiken van maatschappelijke effecten of outcomes. Niet altijd is duidelijk of interventies effectief zijn en in welke mate, en wat ieders bijdrage eigenlijk is. Meten van outcomes is wat lastiger dan meten van outputs maar er kan meer dan men denkt. Desondanks zijn er wel degelijk stappen mogelijk om outcomes meer te betrekken bij de financiering van interventies en organisaties in het sociale domein. Stap 1: Start met een veranderstrategie Maak van de belangrijkste interventies (de meest kostbare of meest maatschappelijk urgente interventies) een planevaluatie samengevat in een veranderstrategie. Van groot belang is dat hierover consensus bestaat tussen betrokken uitvoerende partijen en de financier (ic. gemeente Helmond) en met name over te bereiken outcomes, ieders rol daarin, de prestatie-indicatoren en meetmethoden. Het is voorstelbaar om deze werkwijze als kleinschalige pilot te starten, daarvan te leren en verder uit te rollen.
29
Stap 2: Doe ervaring op met nieuwe financieringsmodellen Maak, om te beginnen, de financiering voor een klein deel (bijvoorbeeld 5 of 10%) afhankelijk van de behaalde outcomes. Ervaring opdoen en wennen aan deze werkwijze is nu nog het belangrijkste doel. Een pilotproject met het afsluiten van een sociale obligatie kan ook een goede manier zijn om ervaring op te doen met financiering op basis van outcomes. Bij een sociale obligatie (of ‘Social Impact Bond’) financieren een private investeerders (bijvoorbeeld Start Foundation of ABN-AMRO) in een interventie waarbij stakeholders zoals de gemeente op basis van bereikte outcomes (ic. besparing op maatschappelijke kosten of maatschappelijke baten) de investering (met rente) vergoeden. Daarbij neemt nemen niet alleen de investeerders maar ook de uitvoerende partij een deel van het risico op zich. Stap 3: Blijf in dialoog en stem af Stem het onderzoek naar het sociale domein in de gemeente Helmond en de registratie door bijvoorbeeld de GGD, politie, uitvoerende organisaties, de gemeentelijke Rekenkamer, etc. af op wat nodig is om meer zicht te krijgen op gerealiseerde outcomes.
Eerst vertellen, dan pas tellen Paul Berkers is beleidsadviseur zorg & welzijn bij de gemeente Helmond. Vroeger werkte zijn gemeente vooral output-georiënteerd: welzijnsorganisaties moesten enorme hoeveelheden managementinformatie opleveren. Sinds enkele jaren staat outcome centraal: wat levert de dienstverlening nu echt op voor kwetsbare mensen? ‘Je moet niet bang zijn om ook eens op elkaars stoel te gaan zitten’. Hoe gingen jullie vroeger om met welzijnsorganisaties? ‘Wij werkten vroeger vooral output georiënteerd. Dat betekent dat we bijvoorbeeld bij activiteiten rondom huiselijk geweld aan het tellen waren hoeveel mensen er deelnamen, hoeveel uur er was ingezet en of deelnemers tevreden waren. We waren erg druk aan het tellen, en welzijnsorganisaties moesten erg veel managementinformatie aanleveren. Alle inspanningen waren heel nauwgezet en gedetailleerd omschreven. Verder hadden we een strikte taakverdeling: de gemeente ging over het ‘wat’ en de uitvoerder over het ‘hoe’.’ En daar zijn jullie mee gestopt? ‘Ja. Het is natuurlijk prachtig als een bepaalde activiteit veel deelnemers heeft, maar hebben we dan ook echt iets gedaan aan huiselijk geweld? Zijn we bijvoorbeeld recidive tegengegaan? Is de echt kwetsbare doelgroep bereikt? Om antwoord te bieden op deze vragen gaan we tegen-
30
De IXELF-factor in Helmond-Oost
woordig veel meer het gesprek aan met welzijnsorganisaties: hoe denken ze het aan te pakken? We gaan dus veel meer voor het verhaal, voor het vertellen. We durven hierbij ook best op elkaars stoel te gaan zitten: we dagen hulpverleners uit om met ons mee te denken over het ‘wat’, en omgekeerd bemoeien wij ons ook met het ‘hoe’. Dat is pas écht samenwerken - en daarbij staat het eindresultaat voorop: wat is uiteindelijk goed voor de inwoners van onze gemeente? Wat merken die inwoners daarvan? ‘Er ontstaat veel meer gelijkwaardigheid. Wij gaan niet meer vertellen wat goed is voor mensen, maar zijn volgend en geven mensen zelf de verantwoordelijkheid. Maar dat betekent niet dat we alles doen wat de inwoner vraagt: we houden mensen ook een spiegel voor en durven ‘nee’ te verkopen. Tot slot werken we veel minder op basis van allerlei gedetailleerde protocollen en richtlijnen. Als er een groep bewoners langskomt die bomen op gemeentegrond willen snoeien, gaan we dat in eerste instantie dus niet meer toetsen aan regeltjes, maar geven we ruimte en faciliteren daar waar nodig. Daarnaast zien wij nu ook initiatieven waar wij vrijwel niets meer in hoeven te doen. Zo hebben burgers zelf een initiatief gestart voor beginnende dementie: de Reikende Hand. Dat speelt zich nu helemaal af in hun eigen privé-sfeer. Zo’n initiatief kan daardoor volledig zonder protocollen doen wat nodig is.’
5.2. De visie van de deelnemers
31
32
De IXELF-factor in Helmond-Oost
33
34
De IXELF-factor in Helmond-Oost
Stichting Geluk Dichtbij Stichting Geluk Dichtbij stelt zich ten doel het beschikbaar maken, verspreiden, onderhouden en doorontwikkelen van wetenschappelijke kennis en inzichten op het terrein van gedrag, attitude en innovaties in het sociaal domein. Zij richt zich daarbij op de overheid, onderwijs en organisaties met een maatschappelijke opdracht. Met het programma IXELF, jouw geluk dichtbij investeert het Ministerie van VWS in een wetenschappelijke traject van vier proeftuinen in Noord-Brabant (Sint-Oedenrode, Helmond en Tilburg (Amarant en Actief Zorg). Het project IXELF, jouw geluk dichtbij eindigt op 31 december 2015. Het project IXELF levert bouwstenen aan voor de opleiding en het perspectief van de nieuwe professional in het sociaal domein. Concrete instrumenten hiervoor zijn de volgende eindproducten: 1. 2. 3. 4.
Zie mij als mens, publicatie van verhalen van (kwetsbare) mensen. Opleiding nieuw gedrag voor MBO en HBO professionals (docentenhandleiding en werkboek). Gedrag en verandering vanuit de organisatie en het management. Gedrag en verandering vanuit beleid en bestuur.
De eindproducten worden onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek en de maatschappelijke businesscase. Overdraagbaarheid wordt gerealiseerd via het digitaal platform (in samenwerking met Part-up). Centraal staat dat IXELF gebaseerd is op rendementsdenken en waardecreatie. Ander gedrag biedt perspectief op meer geluk en minder kosten. Blijf op de hoogte via onze website www.ixelf.nl of neem voor meer informatie contact op met onze programmamanager Sandra Franken (mobiel: 06-33987900, e-mail:
[email protected]).
Dank jullie wel! Dankzij de korte lijnen en inzet van wethouder de Leeuw, Paul Berkers en zijn collega’s op het gemeentehuis, Judith Bach en haar collega’s bij de LEV Groep, de organisaties die ons accomodaties boden was de organisatie een feest. Dankzij het enthousiasme, de vragen, kritische houding en de enorme inzet van Joop van Wetten (Woonpartners), Bauke Lamers (LEV Groep), Maria Boereboom (LEV Groep), Natasja Schepens (Woonpartners), Jonel Snijders (Actief Zorg), Janneke Hendriks (Leger des Heils), Erna Goossens (ORO), Mohamed Bouyanzari (LEV Groep), Sandra van de Waarsenburg (Buurtbemiddeling), Jet van der Meiden (Leger des Heils), Erna van Happen (LEV Groep), Marjo van Rooij (MEE Zuid-Oost Brabant) werd de opleiding een gezamenlijke reis. En dankzij de openheid en vertrouwen van inwoners van Helmond-Oost kregen wij meer zicht op hoe de IXELFfactor geluk dichterbij kan brengen. Ongelooflijk veel dank, wij hebben veel geleerd, gelachen en samen op een nieuwe manier naar dagelijks geluk leren kijken.
35