AAA LLL A A V I T L ES
! L s A F w L e i v r e t n i e D Eisbär De Kift De Volxkeuken Cakehouse De Boomhut FC Bergmann
p. 1 p. 2 p. 3 p. 6 p. 10 p. 11
Mensen in hun blote die dan toch hun best gaan doen. In het Toneelhuis beschikte Eisbär nog over een beperkt budget. Tijdens het werkproces in Scheld’apen waren er amper financiële middelen. “Dat geeft een ander gevoel. Je bent niet langer een onderdeel van een groot instituut. Ons tweede stuk kwam daarom op een meer open manier tot stand. Bij Scheld’apen maak je gewoon iets in plaats van je af te zetten tegen het systeem”, zegt Benny Claessens. Zonder geld werken legt de menselijke gebreken bloot. Het uitgangspunt van Eisbär is de mislukking. De tragikomische held staat dan ook centraal in het werk van het collectief. Benny en Femke beschikken over een dosis zelfrelativering. “Ik denk dat we heel positieve voorstellingen maken. Soms wat donker, maar positief”. Het werk van het collectief wordt gekenmerkt door een veelheid. Dat komt ook tot uiting in het materiaal waardoor Eisbär zich laat inspireren. “Populaire beeldcultuur maakt deel uit van onze samenleving. We vinden het dan ook vanzelfsprekend om naast klassieke auteurs gebruik te maken van The Simple Life”, zegt Benny. De acteurs vinden Paris Hilton minstens even interessant als Dostojevski, omdat ze actueel is. Wij zijn de Paris Hilton en de Nicole Ritchie van het Vlaamse theater. Dat zou de titel van jullie artikel moeten worden.
Eisbär: mislukking als vertrekpunt Door Natalie Gielen en Jens Pieters Een smeltende iglo van afval en een modderige hangar. Het punktrash gezelschap Eisbär verenigt cultuur en natuur, kunst en kitsch, horror en poëzie. Tijdens Festivaaalllaallal in Scheld’apen kan je kijken naar de voorstelling Always Cry at Endings en de installatie Iglo / Me love my Global Warming Eigenlijk zijn we eerder kunstenaars dan theatermakers Voor Benny Claessens en Femke Heijens is theater niet iets dat gemaakt moet worden, maar iets dat gebeurt. Femke zette haar boezemvriend Benny ertoe aan om “eens iets te schrijven”, en op die manier kwam hun eerste voorstelling, Gollygosh No! tot stand. Omdat de twee acteurs nog een hoop ideeën hadden waarrond ze wilden samenwerken, besloten ze Eisbär op te richten. Het duo vormt de vaste kern van het collectief en nodigt telkens een aantal ‘gasten’ uit. In hun tweede voorstelling, Always Cry at Endings, zijn dat Els van Peborgh en Louis Van der Waal. Ieder draagt op zijn eigen manier bij tot het stuk. Het is een kwestie van elkaar aanvoelen en aanvullen. “De persoonlijke conflicten worden uitgevochten. Maar dat leidt niet tot een compromis. De verschillende standpunten blijven naast elkaar staan. Dat maakt het spannend”, zegt Femke Heijens.
De gelijkenissen tussen Eisbär en The Simple Life: decadentie, stijl, een groot bakkes, een overdosis glamour, nepheid,... Het collectief beschouwt de diva’s als een metafoor voor het failliet van hun generatie, die gekenmerkt wordt door een cultuur van onverschilligheid. Eisbär is niet heilig. “Iedereen durft wel eens egoïstisch of onverschillig te zijn.” Films zoals An Inconvenient Truth proberen mensen aan te zetten tot actie. Dat is niet het opzet van de voorstellingen van Eisbär. “We willen een aantal dingen vaststellen en openleggen”, verduidelijkt Femke. Er wordt een duidelijke vraag gesteld. De toeschouwers kunnen die mee naar huis nemen of laten voor wat ze is. De westerse mens interpreteert alles voortdurend. De acteurs van Eisbär houden echter een pleidooi voor het kijken. Tijdens hun voorstellingen hoeft elk detail niet meteen geanalyseerd te worden. Uit de hoeveelheid van standpunten en materiaal kan iedereen filteren wat hij belangrijk vindt. Eisbär heeft een gevarieerd publiek. “Zelfs mensen die onze taal niet spreken kunnen onze voorstellingen geweldig vinden.” Je hoeft geen Nederlands te begrijpen om een stuk van Eisbär goed te vinden.” Weet wél dat je niet naar een traditioneel “toneelstuk” gaat kijken. Leeg je blaas, want de deuren worden gesloten. Neem een dekentje en een paraplu mee, want het kan koud en vochtig zijn. “We doen een poging, en het kan mislukken. Maar als het zal lukken, dan zal het schoon zijn.”
Always Cry at Endings: 13 en 14 september Iglo / Me love my Global Warming: 22 en 29 september 1
gie van de punk en de koperblazers van de fanfare, maar we bestaan nu bijna twintig jaar en zijn ondertussen door zoveel beïnvloed dat De Kift wel net dat tikkie meer is dan een veredelde punkfanfare.
Foto:Lodewijk Schutte
Jullie wagen je ook wel eens aan artistieke uitstapjes. Ja, de kern blijft natuurlijk de popmuziek zoals we ze kennen van De Kift, maar om de zoveel tijd proberen we iets bijzonders te doen. We tekenden voor enkele filmscores, we werkten samen met theatermakers en onze CD “Vier voor Vier” was een opera.
Ferry Heijne van De Kift: “Eén Amerikaanse fan!” Door Pieter Willems Festivaaalllaallal wordt dit jaar feestelijk afgesloten door de Nederlandse punkfanfare De Kift. De què? De Kift! Een bonte verzameling die sinds eind jaren tachtig een cultstatus heeft opgebouwd door het brengen van literaire teksten op een punky sound. Deze Hollandse bende is voor mij nog een onbekend fenomeen, maar daar zal op 29 september ongetwijfeld verandering in komen. Om al een beetje in de stemming te komen, vroeg ik om verduidelijking bij frontman annex praatvaar Ferry Heijne. Dag Ferry, hoe gaat ie? Het gaat best lekker. Ik heb net een fijne vakantie achter de rug. En met jou? Strak Ferry, retestrak. Maar goed, ik had nog nooit van De Kift gehoord, terwijl jullie klaarblijkelijk al een stevige fanbase hebben uitgebouwd. Scheelt er iets met mij? Nee joh, we hebben wel onze fans en een zekere bekendheid in België, maar dat moet niet overroepen worden. En tja, uiteindelijk ken jij ons nu toch. Zo zie je maar. Twee woorden die steeds terugkomen in interviews en recensies zijn punk en fanfare. Mag ik deze de kern van jullie muziek noemen? Niet echt. In mijn wilde jaren was ik een punkfan en als jonge snuiter speelde ik in de fanfare, dus in die zin kan je wel stellen dat punk en fanfare de twee benen zijn waarop ik mijn muzikale levensweg bewandel. Natuurlijk hebben we ingrediënten bewaard van beide genres, zoals de ener2
Iets anders wat steevast vernoemd wordt bij De Kift is “een Nederlandstalige band die het accent legt op de verstaanbaarheid van hun teksten”. We waren het er vanaf de oprichting over eens dat we een Nederlandstalige band wilden worden, aangezien we toch vooral in een Nederlandstalig gebied zouden optreden. In die tijd, eind jaren tachtig, werden we namelijk overspoeld door Engelstalige groepen die niets dan teringherrie maakten waardoor je niets van de tekst kon verstaan. In je moedertaal kan je nu eenmaal het best je teksten doorvoelen en omdat over te brengen naar het publiek is het wenselijk dat ze de teksten verstaan. Daarom hechten we zo veel belang aan die verstaanbaarheid, zowel op plaat als live. Als je punk en fanfare twee peilers noemt van onze muziek, kan je die Nederlandse, verstaanbare teksten gerust de derde peiler van De Kift noemen. De teksten van jullie laatste CD zijn gebaseerd op gedichten van onder andere Boris Ryzji en Alexander Poesjkin. Vanwaar die interesse voor wereldliteratuur? Dat is eigenlijk meer uit noodzaak gekomen. We zijn begonnen als een vierkoppige punkgroep met een zanger die de teksten schreef. Op een gegeven moment heeft die besloten de groep te verlaten. De rest van de bandleden, mezelf incluis, voelden zich niet geroepen om teksten te gaan schrijven en er diende zich niet meteen een waardige vervanger aan. We zaten dus een beetje in de rats tot een vriend ons in ‘93 voorstelde om Wolfgang Borchert eens te lezen en dat was eigenlijk het begin. We zijn meer en meer gaan lezen en die wereldliteratuur is eigenlijk een schier onuitputtelijke bron van inspiratie. Doorheen de jaren wordt je meer bedreven in het zoeken en vinden van de juiste teksten. Ondanks het feit dat jullie een Nederlandse band zijn die in hun moedertaal zingt, hebben jullie ook voet aan de grond in Frankrijk en zelfs in de Verenigde Staten van Amerika. Nou, dat Amerikaanse succes is in feite niet meer dan de volharding van een Amerikaan die onze muziek ergens heeft opgepikt en per sé een CD van ons wou uitbrengen in de States. We zagen het echter niet zitten om ginds te gaan touren en hebben hem dat ook gezegd, maar hij bleef volhouden. Uiteindelijk hebben we hem onze zegen gegeven op voorwaarde dat hij het allemaal ging financieren en gek genoeg ging hij daar mee akkoord. Er is ginds dus een verzamelaar van ons uitgekomen en we hebben al enkele lovende recensies ontvangen. Hoe het met de verkoop zit, weet ik niet. In Frankrijk zijn we beginnen op te treden met een mengeling van Nederlandstalige nummers en Franse vertalingen. Onze laatse CD, “7”, hebben we integraal in
het Frans ingezongen en wordt in oktober officieel voorgesteld in Frankrijk. Het is onze bedoeling wat meer op te treden in Frankrijk en ook in België, want nu kunnen we beide taalgebieden bespelen natuurlijk. Over CD’s gesproken, jullie besteden altijd ontzettend veel aandacht aan het artwork van jullie albums. Na het vertrek van onze eerste zanger zijn we lang bezig geweest met het zoeken naar de smoel, zowel muzikaal als tekstueel, van De Kift. We zaten toen net op de overgang van de vinyl-plaat naar de CD en er is binnen de groep een discussie geweest of we onze muziek op vinyl, dan wel op CD zouden uitbrengen. Eigenlijk zijn we allemaal fan van de ambachtelijke langspeelplaat, maar men moet natuurlijk met z’n tijd mee. De plastieken doosjes waarin CD’s doorgaans worden verkocht weerspiegelen echter niet de tijd en energie die in je album steekt. We zijn toen beginnen nadenken en uiteindelijk is het een sigarenkistje geworden. Sindsdien trachten we altijd een verpakking te vinden die bij het album past. Vrijdag 29 september spelen in jullie in Scheld’apen alwaar jullie aangekondigd worden als een onvergetelijk feest. Wat mogen we verwachten? De Kift is natuurlijk meer dan louter een feestband, maar we geven de mensen wel waar voor hun geld. Het is in ieder geval zo dat elk groepslid zich live altijd volledig geeft en dat zoiets wel de nodige energie genereert bij het publiek. Verder zullen we vooral nummers uit onze meest recente CD “7” spelen, maar we zullen vanzelfsprekend ook uit de rest van ons oeuvre putten. Komt jouw moeder ook? Inderdaad, zij houdt zich bezig met de merchandising. Mijn vader speelt trompet en Pim, de bassist, is mijn neef. Ten slotte speelt Marco, mijn broer, nu ook in de band. We staan dus met vier telgen van de Heijne-stamboom op het podium. Dat moeten ontzettend gezellige familiefeestjes zijn, daar bij de Heijnes! Ferry, bedankt voor het gesprek. De Kift + Naft: zaterdag 29 september
t. u stip 9.00 0u! 1 m ro .0 ken:, 28 septembverijdag om 19 u e k Volx, 20, 21, 27 et jaar elke 13, 14 orheen h do Ook
Volxkeuken: geen patatten met eenheidsworst Door Thierry Crahay & Jo Goyvaerts Lekker vegetarisch eten voor weinig geld. Waar kan je dat in Antwerpen? Eén van de leukere adressen is de Volxkeuken van Scheld’apen! Waar elke vrijdag geen volkskeuken maar vegetarische “hoot kwizien” aan de wel zeer democratische prijs van drie euro per bord wordt geserveerd. Tijdens Festivaaalllaallal is er zowel donderdag als vrijdag Volxkeuken Deluxe! Hun Volxkeukengeheimen. Door de continuïteit en de kwaliteit van het eten is de Volxkeuken van Scheld’apen een begrip geworden in de alternatieve Antwerpse jongeren scene. Verwacht hier echter geen klassiek menu: aardappelen en groenten met vleesvervangende hamburger. Maar wel een gevarieerde waaier wereldgerechten. Negen jaar geleden werd het pand aan de d’Herbouville kaai op ludieke wijze gekraakt en niet veel later werd de Volxkeuken opgericht. Ook krakers moeten af en toe eten. De filosofie was even éénvoudig als krachtig; een vegetarische maaltijd aan democratische prijs. Vegetarisch om ethische (dierenleed) en milieu (vervuiling) redenen. “Dat is een principe waar we achter kunnen staan. Door met grotere hoeveelheden te werken en vis en vlees te schrappen kom je al een stuk verder en kan je de menu’s goedkoper houden”, zegt Enid, één van de Volxkeukenkoks. De organisatie is onafhankelijk, er zijn geen banden met andere Volxkeukens in België of Nederland. Het Volxkeuken concept heeft zijn oorsprong in de klassieke ‘volkskeuken’: voedselbedeling aan minderbegoeden zoals tijdens de economische crisis van de jaren ‘30. De structuur is spontaan organisch gegroeid, er is dus geen hiërarchie. Alles gebeurt hier op vrijwillige maar gepassioneerde basis. Enid: “Wie kookt organiseert alles zelf. ‘s Ochtends inkopen doen. Afhankelijk van het gerecht en de hoeveelheid personen die we verwachten, beginnen we rond de middag met de voorbereidingen.” Er is geen specifieke doelgroep. Iedereen is hier welkom. “Het is een misvatting dat hier enkel studenten met weinig geld over de vloer komen. Het publiek dat hier elke vrijdag zijn bord volschept is zeer divers. Sommige mensen komen voor de Volxkeuken, anderen zowel voor de Volxkeuken als voor de optredens”, zegt Enid. 3
De Volxkeukenkoks van Scheld’apen Door Thierry Crahay & Jo Goyvaerts
Naam: Enid Nationaliteit: Belg Leeftijd: 28 Job: botviert haar passie voor het koken nu al zo’n drie jaar in de keuken van het cateringbedrijfje ‘Loes & Krikke’ aan de Draakplaats Favoriet restaurant: Fiskebar aan de Marnixplaats, een pas ontdekte favoriet, heerlijk vers gegrilde vis, lekker, eenvoudig en niet duur Haalt inspiratie uit: zichzelf, de kookkunsten van haar moeder en door te grasduinen in haar verzameling kookboeken Haar kookstijl: een gevarieerde keuken met toet sen uit het Midden Oosten Hoe ben je bij Scheld’apen terecht gekomen? Het pand van Scheld’apen werd gekraakt door vrienden van me. Ik ben er dus reeds vanaf het begin bij. Kort daarop ben ik in de keuken bijgesprongen. Ondertussen kook ik hier dus al een hele tijd. Vanwaar je passie voor het koken? Ik kwam eerder per toeval in de keuken terecht. Eerst in restaurants, later in de catering. Zo raakte ik gefascineerd door alles wat met eten en koken te maken heeft. En die passie is gebleven. Koken is gewoon helemaal mijn ding. Zo kook ik ook heel graag voor vrienden, al kom ik vaak tijd te kort, maar als ik een weekje vrij heb, begint het altijd weer te kriebelen. Ben je zelf vegetariër? Vroeger wel ja, uit principe. Je bent jong hé, wil het anders en beter doen. Het milieu en dierenrechten zijn dingen die nog steeds ergens in mijn achterhoofd spelen. Hoewel ik tegenwoordig wel af en toe een stukje vlees of vis durf te eten. Maar dan wel van biologische kwaliteit. Dat vind ik belangrijk.
4
Wat is je motivatie om hier te komen koken? De uitdaging om met een klein budget zo lekker mogelijk te koken en originele dingen te brengen. Ook de vrijheid om culinair te kunnen doen wat je wil is plezant. En al die verschillende mensen samen aan tafel, daar haal je voldoening uit. Ik kook gewoon heel graag (glimlacht). Soms is de motivatie een beetje minder, een mindere dag weet je, maar dan zijn er de complimenten, die maken veel goed.
Naam: Igor Nationaliteit: Kazach Leeftijd: 35 Opleiding: kleermaker / kok Job: geeft vegetarische kookworkshops in het Oude Badhuis en staat achter het fornuis van A La Campine. Lievelingsgerecht: lasagne Zijn leuze: “Healthy is good for you!” Je komt niet uit België, hoe ben je hier terecht gekomen? Toen ik uit Kazachstan vertrok heb ik eerst 8 jaar in Amsterdam gewoond. Maar dat is een lang verhaal. Just trying to survive. Het is ook daar dat ik in contact kwam met de Hara Krishna beweging. De Hara Krishna’s? Ja, bij hen volgde ik kooklessen. De link in hun leer tussen spiritualiteit en voeding spreekt me enorm aan. Volgens de Krishna filosofie beïnvloedt het voedsel dat we tot ons nemen onze bewustzijnstoestand. Maar hun keuken is vooral gericht op een streng monnikendieet. Zo wordt er bijvoorbeeld geen ui, look, eieren of koffie gebruikt. Daarom vermengen veel leden, net als ik, de strenge voedingsleer met hun eigen westerse invloeden. Een vegetarisch Indische fusion keuken. Ben je zelf aanhanger van de Hara Krishna leer? Hm, gedeeltelijk, fifty fifty zoiets. Sommige zaken zijn moeilijk in de praktijk te brengen ...
Zoals vroeg opstaan? Onder andere, ja ... (lacht). Wel ben ik nog steeds overtuigd vegetariër, maar dat was ik al voor ik de Krishna’s leerde kennen. What’s good for the animals is good for you! Hoe ben je met Scheld’apen in contact gekomen? Kennissen uit café ‘t Hemeltje waar ik werkte brachten me hier. Toen dat café zijn deuren sloot ben ik bij Scheld’apen terecht gekomen. Ondertussen kook ik al een jaar twee à drie keer per maand voor de Volxkeuken. Blijkbaar ben je daar wel populair? Mijn gerechten zijn redelijk populair, ja (lacht). Hoe heb je eigenlijk leren koken? Ik ben begonnen met op eigen houtje standaard recepten uit te proberen. Daarna kwam ik bij de Krishna’s terecht, evolueerde naar fusion en begon te improviseren. Bij Hara Krishna in Antwerpen gaf ik ook kookles. Ik heb ook bij ‘Moeder Aarde’ en ‘Lekker Gek’ gekookt, beiden vegetarische restaurants in Gent. Zo doe je inspiratie op, ja. Toen mijn moeder hier onlangs op bezoek was schrok ze zich te pletter dat haar zoon kon koken. Je staat nu ook achter het fornuis van de pas geopende kraakbistro “A La Campine” in de Cadixstraat. Ja, nieuw café, nieuwe kans hé! Elke middag soep met gezonde broodjes en vanaf 19u vegetarische volkskeuken. Alleen vrijdagavond, dan is het visdag en op zondag zijn we gesloten. Allen daarheen. Succes!
Naam: Hanna Nationaliteit: Belgische Leeftijd: 30 Studies / opleiding: Beeldende kunst, kalligrafie, architecturale vormgeving Job: vioolbouwer & vioolrestaurateur Favoriet gerecht & restaurant: Lasagna, geïmproviseerde veldkeuken
Hoe ben je met de Scheld’apen in contact gekomen? Via mijn zus Maya die woonde toen op de Olieweg, het voormalige kampeerterrein naast de Scheld’apen. Toen ik uit Amsterdam terug naar Antwerpen kwam ben ik eerst bij haar terecht gekomen. Ik begon op de Scheld’apen rond te hangen. Zij kookte al in de Volxkeuken en zo ben ik mee beginnen koken. Hoe heb je leren koken? Via mijn moeder, ik stond vanaf ik vijf was in de keuken bij moeder. Later ben ik beginnen koken in het Lintfabriek (muziekclub / jeugdhuis in Kontich) voor de muziekgroepen die daar optraden. In het Lintbabriek kookte ik voor jonge groepen die later erg bekend geworden zijn zoals Greenday, The offspring, Death moon, NOFX en De Kift. Verder heb ik 10 jaar in restaurants gewerkt zoals de Diamond Princess, De Rooden Hoed, Greens, De Reddende Engel, Den Overvloed. Zo ben ik opgeklommen van afwasser tot kok. Ik heb de stiel al doende geleerd. De beste chefs waar ik veel van geleerd heb, hebben zelf geen opleiding tot chef genoten: o.a. Kurt Witkovski (Diamond princess) en Bruneau (De Reddende Engel). Die mannen kennen hun vak uit ervaring en passie, niet uit het boekje. Maar na tien jaar had ik er genoeg van, het wordt een sleur op de duur. In doorsnee restaurants is het vaak bandwerk: diepvries open, microgolf open “PING” klaar. dat is niet meer koken, hé! Tenzij in de chique en dure restaurants, daar kan je al eens echt creatief artisanaal aan de slag. De Volxkeuken is vegetarisch, eet je zelf ook vegetarisch? Vroeger wel, toen zat ik in de “straight edge” beweging. (Subcultuur met hardcore gitaarrock en veganistische principes, waar men ook geen alcohol, drugs of koffie consumeert). Maar als je in de restaurantkeuken werkt is het erg moeilijk om veggie te blijven. Nu eet ik wel af en toe eens een stuk vlees, maar dan koop ik wel het duurdere, bio kwaliteitsvlees. Voor de Volxkeuken let ik er op dat ik een volwaardige maaltijd serveer. Ik steek er altijd wel iets duurder in, bijvoorbeeld pijnboompitten, mozarella, geitenkaas. Je zal me niet zo snel met tofu zien toveren. Ik maak mijn gerechten zo klaar dat ook vleeseters aan hun trekken komen. En ze niet denken: “Hé, ik mis hier iets”. Wat is je motivatie om je vrijdags te engageren in de Volxkeuken? Als alleenstaande moeder is er vrijdag avond niet veel waar ik met mijn zoon naartoe kan. Mijn zoon, Isaak is gek op de Scheld’apen, wij hebben zelf geen tuin, hij kan daar fijn ravotten en kind zijn. Zelf amuseer ik me ermee omdat ik de totale vrijheid heb om te koken wat ik wil. Hoewel ik er soms twee dagen mee bezig ben, vind ik het best plezant. Anderzijds weet ik dat het voor sommige mensen hun enige warme maaltijd per week is. De waardering van de mensen is eveneens een leuke motivatie. Gebruik je bio-producten in de keuken? Ja, zowel voor mezelf als in de Volxkeuken. Zeker populaire groenten zoals: aardappelen, wortels, ui, knoflook, kruiden. Maar ook boter, melk, room en eieren. Ik koop vaak groenten bij Wannes “de plantman” die heeft een enorm grote tuin en verbouwt zelf bio-groenten: aardappelen, bloem5
kool, boontjes, noem maar op. Het is zijn hobby, hij heeft een echte boerderij met beestjes en groenten. En hij heeft steeds groenten teveel, heel handig dus. Verder heb ik bij andere groentenboeren ook korting, door de ervaring met de restaurants ken ik de interessante adressen. Hoe zou je je kookstijl omschrijven? Hmm, de gezonde “Vlaamsche” boerenkeuken. Ik hou van simpele maar eerlijke gerechten zoals stoemp. Af en toe maak ik eens een Thaise curry, maar eerder zeldzaam. Ik neem ook altijd de seizoensgroenten, die zijn dan op hun beste, bevatten het meeste vitamientjes en zijn ook het goedkoopste. Je hebt gewoon wat fantasie en creativiteit nodig om er iets leuks van te maken. Ik let er op dat het steeds visueel mooi oogt. Beetje kleur en stijl mag wel. Kijk: een gerecht mag superlekker zijn, als het er niet uitziet eet niemand ervan. Ook de combinatie van groenten vind ik belangrijk. Ik tracht vaak zowel de wortel als het blad en de vrucht van planten te combineren om een gezond evenwicht te verkrijgen. Volxkeuken: 13, 14, 20, 21, 27, 28 september om 19.00u stipt. Ook doorheen het jaar elke vrijdag om 19.00u!
Cakehouse: Uw delicatessenzaak voor beeldende kunst Door Gitte Lebruyn Cakehouse, dit smeuig, geglazuurd baksel is in Januari 2007 opgestart door Lieven Segers en Michèle Matyn. Lieven was vroeger actief binnen Frigo, Michèle in Rotkop. Deze collectieven zijn ter ziele gegaan. Het duo besloot Cakehouse op te richten. Met deze vzw willen ze samenwerkingen met en een podium bieden aan kunstenaars. Hun “merknaam” lenen ze graag uit om gelijkgestemde projecten te ondersteunen. Cakehouse werkt onafhankelijk, los van menig trappelend curatorschap en aandravende galeristen. Ze geven het initiatief en de realisatie ervan niet uithanden. Het beetje winst van vorige projecten wordt gebruikt om nieuwe dingen te realiseren. Cakehouse vroeg Mattias Cré, een Antwerps instrumentenbouwer, om 12 sokkels te vervaardigen. Deze zaagde ze met veel liefde en vakmanschap in verstek en plakte ze aan elkaar. Ze werden spekglad gelakt, oerdegelijk en onverwoestbaar. Deze sokkels katapulteerde Cakehouse trots en fier naar een dozijn kunstenaars wiens werk licht verslavend werkt. Gevestigd of niet, iedereen kreeg hetzelfde piece of cake met de vraag: botvier hiermee uw kookkunsten en maak er iets van voor ons publiek. Als men mij van tevoren zegt dat ik een cadeau zal krijgen, 6
heb ik de vervelende gewoonte het op te sporen en er op ongepaste tijden mee te rammelen. Ik start bij het inpakpapier van deze gelegenheidsexpo: de brute verroeste loods. Het vunzige zand op de vlakte verraadt zijn geschiedenis: in vervlogen tijden werd hier gevaarlijk brandbaar materiaal opgeslagen. Straks stranden hier de terug verenigde sokkels. Deze plek staat in schril contrast met het lelijkste object uit de beeldhouwkunst: de sokkel. www.flickr.com/cakehouse Het opsnorren van de sokkels De betrokken kunstenaars blinken uit in verschillende disciplines én een jonge lichting vermengt zich met gevestigde veteranen. De werken van deze lichting zijn niet eenduidig en hebben verschillende betekenislagen. Veel kunstenaars gebruiken humor als toegangspoort tot hun werk en vertellen eerst een klein verhaal om dan aan het serieuze te beginnen. Affiniteiten met banaliteit, kitch, prularia, echt en fake. Referenties naar de huidige beeld en popcultuur, exotische oorden, sjamanisme, het dierenrijk, gekapteerde en gemuteerde natuur, lokale helden, mythische figuren en nostalgische terugblikken op de kindertijd zorgen voor een herkenbaar gevoel. Vergis je niet: veilig kan je dit oord niet noemen, deze jungle is niet ontdaan van haar scherpe kantjes.`
LISA JEANNIN EN ROLF SCHUURMANS Lisa: “vroeger hielpen we elkaar, maar sinds een jaar maken we onze werken echt samen. Dejan Dosljak ontwerpt de costuums voor de acteurs in onze films.” (bv in The Crossing en GGG&G) Lisa en Rolf bedachten voor Cakehouse een manier om in de sokkel te kijken in plaats van er iets op te plaatsen. Deze magiërs van de 3D animatiefilm bezorgen u “een beeldenstorm in een spiegelzaal”. Een gorilla met filmend cameraoog bevindt zich in een caleidoscopisch spiegelpaleis. We zien meerdere verhalen door elkaar lopen en in de sokkel versmelten. Fricties, fracties, een versplinterd wereldbeeld en een schizofreen zelfbeeld zie ik hierin weerspiegeld. De video is deel van een grotere videoinstallatie: Gorilla Goddes Gangster and The Goblins. Drie videoprojecties in de ruimte waarvan er voor de gelegenheid één is losgerukt. Hun gebricoleerde, gesamplede soundscapes brengen een lofzang aan de fantasie. Orde en rede verdwijnen voor even, we komen in een audiovisuele roes. “De slaap van de rede, verwekt monsters” Goya. Dit keer zijn het monsters met goede bedoelingen. Ze nemen het roer van ons over, het wordt anders en beter. Het duo droomt van de terugkeer naar de natuur, dit verhaalt zich ondermeer in trollen die een door de mens verlaten stad inpalmen, ze halen het beton van de volgegoten stad weg en geven hierdoor de natuur weer plek om te ademen en te woekeren.
Een gifgroene krishnagodin met gouden jurk schept voor ons een dans, om die iets later met haar samoeraizwaarden weer te vernietigen. Om het grote verhaal uit deze vriendelijke fabels te ontwaren, kunnen we het kleine als een spiegel op onszelf projecteren. Lisa studeerde in 2001 af op de academie van Malmö Rolf studeerde in 1998 af in beeldhouwen op de academie van Tilburg. Ze maken ook muziek. www.myspace.com/doctorolf www.lisajeannin.nu www.myspace.com/vilhelmtortoise www.myspace.com/lisajeannin GGG&G is nog te zien tot 7 november in Museum Felix De Boeck, kuikenstraat 6 in Drogenbos.
Ook humor versus tragiek vindt Lieven schoon. Dat zie je bijvoorbeeld in het werk van Bervoets. Lieven monteert nu nachten door aan de documentaire “Fred in zijn eeuwige storm. “Hiervoor volgde hij Fred gedurende vijf maanden. “Ik ken Fred al lang, van op de academie. In mijn tekeningen, performances, fotografie krijg ik er niet in wat hij overbrengt op mij. Zijn verhalen en oneliners blijven dagen nazinderen. Het enige dat ik daarmee kon doen was een documentaire maken.” Het opstarten van vzw Frigo is ook heel belangrijk geweest voor Lieven. Vzw Frigo bracht creatieve individuen van verschillend pluimage bijeen met oog op een samenwerking. Leden van Frigo (Geert Saman, Anton Cotteleer, Vaast Colson, Leen De Wael, Lieven Segers, Ben Meewis, Emma Thyssen) werkten twee jaar lang vooral binnenskamers: performanceachtige acties dienden als aanzet voor een gesprek. Wat eruit die gesprekken voortvloeide nam verschillende vormen aan: beeldende kunst, literatuur, muziek, performance, film, theater,... Hiermee kwam Frigo frequent naar buiten. Frigo is opgedoekt, maar de opzet is zeer zinvol geweest en bepaalde samenwerkingen zijn blijven bestaan, ze gaan gewoon niet meer door onder de naam Frigo. Zo werken Lieven en Vaast vaak samen.
LIEVEN SEGERS Lievens werk is niet onder één noemer te vatten. Tekeningen, films, foto’s en performances wisselen elkaar af. “Hij plukt dingen uit de realiteit en vertaalt die op een relativerende, humoristische manier in tekeningen en ander werk. Op zo’n manier dat het iets zegt over iets groters” vertelt Michèle Matyn. Humor is een belangrijke toegangspoort tot zijn werk, daarna kan je in diepere lagen gaan graven en ontdek je een kritische kijk op de wereld. Lieven heeft veel respect voor het werk van Franck Scurti die objecten uit het dagelijkse leven uit hun context haalt en in een museumruimte plaatst. (Iets dat je ook in het werk van Guillaume Bijl terugvindt, die haalt een hele plek uit zijn context, van atoomschuilkelder en autorijschool tot schoenenwinkel. Een installatie die zo levensecht is dat ze bevreemdend werkt. Guillaume Bijls antwoord op mijn sokkelvraag: “Ik maak de sokkel in situ op de plaats zelf, in consideratie met het zien van de andere sokkels.” )
Lieven Studeerde in 2000 af in fotografie op de Academie van Antwerpen en deed nog een bijkomend jaar in Breda (Post Sint Joost). Hij exposeert ook in small stuff three in het Herman Teirlinckhuis te Beersel van 9 september tot 30 oktober 2007 www.lievensegers.be voor enkele stills www.youtube.com/segerslie voor enkele fragmenten / deleted scenes www.muhka.be voor meer info over de Welcome Home expo
Foto: Wendy Kegels
Foto: Wendy Kegels
Wat zijn sokkel betreft is hij er nog niet helemaal uit: “Manzoni heeft met zijn sokkel du monde al het beste gedaan.”
7
KATI HECK De snelle halen van Polke en Bervoets, hun energie en symbolen, sijpelden ook door in Hecks werk. David Hockney bewondert ze ook: “zijn werk straalt vreugde uit.” Ze heeft nood aan afwisseling: tekeningen, performances, schilderijen,... “dan maak ik een schilderij, dan doe ik eens een pudding.” Wat ze met de sokkel gaat doen is nog niet helemaal duidelijk: “Ik vind die modder in de loods zo leuk, Ik denk dat ik een kookplaat ga maken.” Kati studeerde in 2001 af aan de academie voor Schone kunsten in Antwerpen. Exposeert ook in small stuff three in het Herman Teirlinckhuis in Beersel van 9 september tot 30 oktober 2007 publicatie: Heisse Bräute und Geile Würste, 2007 design: J-J Stiefenhofer A Cakehouse Present: 12 Piédestals 22 september
Cakehouse: staren naar pilaren
Onlangs heeft Van Dijck samen met Lieven Segers een tekententoonstelling gedaan en binnenkort staat de expo Six Cultures samen met Tom Liekens en Caroline Coolen op het programma. Culturele identiteit, populaire cultuur, subculturen, globalisering, rituelen en sjamanisme zijn de thema’s die hij aankaart in zijn documentaires en sculpturen. “Al mijn werken zijn een onderdeel van één groot verhaal. Door middel van een grote wisselwerking voeden ze elkaar.” De ervaring die hem heeft geleid van een extreem lokaal (zijn geboortedorp) naar een globaal gebeuren (werk als cameraman), speelt een grote rol in zijn kunst. “Ooit belde de buurvrouw uit mijn dorp de politie op om te melden dat er een zwarte man in de straat rondliep! (lacht) Om maar even de mentaliteit te schetsen vanwaar ik afkomstig ben. Dit staat in schril contrast met de ervaring die ik opgedaan heb door naar verschillende Aziatische en Afrikaanse landen te reizen als cameraman.” Zijn Pilaar De mooie, witte sokkel die Cakehouse hem cadeau heeft gedaan, heeft hij in tweeën gezaagd. “Zo’n pilaar is voor mij de perfecte plantenbak. En die schattige planten die je erin ziet staan, zijn één van de sterkst hallucinerende die er bestaan. Deze Herba del Diablo, duivelskruid, werd vroeger gebruikt door genezers in Mexico en in België was dit kruid populair in de hekserij.” Bart Van Dijck is al heel zijn leven geïnspireerd geweest door planten. “Ik ben in een klein dorp tussen de maïsvelden en weilanden opgegroeid waar ik regelmatig ging wandelen. Toen al vervormde ik wilgentakken tot levende sculpturen, wat in mijn werk nog dikwijls opduikt. Planten kunnen je naar een ander bewustzijn brengen, ze kunnen een mens genezen of doden.” Voor dit
Foto: Wendy Kegels
Door Wendy Kegels
exposeren, vraag ik me af in hoeverre ons werk nog verband houdt met elkaar. Werken met steeds dezelfde mensen is voor mij niet interessant meer. Het déjà-vu gevoel zegt me dat het tijd is voor nieuwe symbioses. En die zullen er zeker komen.”
Kleine biografie Afgestudeerd als Beeldhouwer aan de Academie, maakt Bart Van Dijck momenteel video’s, documentaires en beelden. Na zijn opleiding richtte hij samen met Tom Liekens, Caroline Coolen en Stefan Serneels het collectief Placenta op. Placenta is een tentoonstelling in leegstaande ruimtes in en rond Antwerpen, waarvan volgend jaar de zevende editie zou moeten plaatsvinden in het kunstencentrum Z33 te Hasselt. “Dat zou voor mij ineens de laatste Placenta moeten zijn want ik heb het collectief eigenlijk voor dood verklaard. Hoewel het in de kunstwereld uniek is en het op zich een heel mooi gegeven is om samen met vrienden te 8
Foto: Wendy Kegels
BART VAN DIJCK
Foto: Wendy Kegels
project heeft Van Dijck voor een hallucinerende plant gekozen als verwijzing naar de link die hij ziet tussen sjamanen (genezers in een stam) en kunstenaars. Beiden hebben als levensdoel boodschappen van geesten te ontvangen en die door te geven aan de mensen. “Die geestenwereld vind ik ongelooflijk interessant. Ze zit in alle culturen ingebakken. Van de Eskimo’s tot de Amazone-Indianen en van Siberië tot Spanje. En weet je wat het hier is? God is dood, al heel lang. Ik merk dat veel mensen, hoewel ze niet achter een religie als instituut staan, er toch een probleem mee hebben dat God dood is. Ze hebben nood aan een soort van godsdienst, religie of goddelijkheid. Iedereen vraagt zich af waar God is en gaat schichtig op zoek. Zit dat in andere culturen, onder de mat, in joints of in cocaïne?”
MICHELE MATYN Kleine biografie Ongeveer zeven jaar geleden heeft Michèle Matyn haar studie Illustratieve Vormgeving afgerond met een fotografieproject. Met België als onderwerp werkte ze rond identiteiten door mensen in voortuinen en huizen te portretteren. Na haar studies, financierde ze zelf haar reizen om persoonlijke foto-opdrachten uit te werken. De rode draad doorheen haar werk is liefde. Wanneer je haar tentoonstelling in de galerie van het FotoMuseum gaat bekijken, wordt het meteen duidelijk. Love is the Answer, and you know that for sure. Liefde voor een idool, een passionele roeping. In 2002 richtte ze met Janus Prutpuss ‘Rotkop’ op. “Het oorspronkelijke idee was een briefwisseling per mail. Naar vrienden in verschillende landen stuurde ik artistieke emails die al even artistiek beantwoord werden. Hier is dan een maandelijks magazine uit voortgekomen”, legt Matyn uit. Rotkop was één thema, gaande van politiek tot insecten, één curator per maand en vijf leden: Michèle Matyn, Jelle Crama, Dennis Tyfus, Kevin Apetown en Janus Prutpuss. Oorspronkelijk bestond Rotkop enkel uit een blad met tekeningen en foto’s. Na verloop van tijd verruimde het concept. Er kwam muziek bij te pas, cd-hoezen wer-
den ontworpen en ze maakten groepsexposities. Allemaal duidelijk, maar vanwaar die naam? “Twee vuile dingen bij elkaar wordt meestal iets goed. Kijk maar naar Prut-Puss en dus ook Rot-Kop.”, zegt ze. “Op zo’n groepsexpo kreeg ik dikwijls te horen dat er zoveel grappige namen waren (Tyfus, Apetown,...red.) en dat vooral die van mij zo goed gevonden was! (lacht) Euhm, ik doe eigenlijk niet mee aan dat spelletje, dacht ik dan, want Michèle Matyn is mijn echte naam.” In het Pand (van Scheld’apen red.) werden ook Rotkop-avonden gehouden, met als kerngedachte excentriek en marginaal. “Alles van affiches, tot de promotie, website en muziek organiseerden en ontwierpen we zelf. Rotkop was een zelfbedruipend project. We zijn begonnen met een oplage van 100 exemplaren en eindigden met een 300-tal. Het maandblad werd voor vijf à zes euro verkocht en die opbrengst was steeds voldoende om een volgende editie te bekostigen.” De tijdsdruk om het blad tijdig te kunnen publiceren bracht de nodige spanningen met zich mee. “Op een gegeven moment konden we het niet meer eens raken over de inhoud van het blad en ontstonden er verschillende kampen en stijlen. De vergaderingen werden eerder vechtpartijen”, aldus Matyn. In een laatste poging om het Rotkop-idee nieuw leven in te blazen, engageert de groep zich in 2005 voor een atelierperiode. “Een maand lang hebben we dag en nacht gewerkt in het Meulensteen Art Centre (MAC) in Eindhoven. Sjablonen en zeefdrukken vormden de basis voor een gezamenlijk werk waardoor we terug op elkaar ingespeeld raakten. Maar het mocht niet zijn. Omwille van een ongeval moest ik er even tussenuit knijpen en omdat ik de verzoenende bemiddelaar van het collectief bleek te zijn, is Rotkop toch ter ziele gegaan.” Maar niet getreurd, want begin dit jaar stampte Michèle samen met Lieven Segers Cakehouse uit de grond. “Het is gewoon fantastisch om deel uit te maken van een collectief en daarom heb ik die stap opnieuw gezet. Ik had goeie herinneringen aan de dynamiek van zo’n groep. Sympathie voor elkaars werk en andere invalshoeken werken versterkend. Die beïnvloeding en stimulans, dat is fijn.” Haar Pilaar “Ik heb mijn Pilaar qua gevoel vrij klassiek benaderd, als een soort altaar of offerplaats.” De thema’s die Matyn hanteert, zijn consistent in al haar lopende projecten. Binnenkort exposeert ze samen met andere kunstenaars in het Hessenhuis met Bivak Glora. Daar staan occulte offerplaatsen centraal in haar werk. “Toen ik in mei dit jaar mijn beste vriendin opzocht in Singapore hebben we het amusementspark van de familie Tijgerbalsem bezocht. Haw Par Villa is een themapark gebouwd in de achtertuin van deze familie. Een wirwar van verzonnen en absurde vormen en kleuren, gekke toestanden die je daar ziet! Uit een tafereel van vechtende witte konijnen en zwarte ratten, heb ik een beeld gekozen voor mijn Pilaar. Je ziet een rat die op zijn rug ligt waarvan alle pootjes zijn afgekapt! Wel een beetje gruwelijk (lacht) en vooral heel slecht gebeeldhouwd. De kitsch druipt ervan af en doet aan een schmoezelige B-film denken.” A cakehouse present: 12 Piédestals 22 september 9
onderlegd publiek. Je spreekt de mensen anders aan: Gij moogt staan waar gij wilt, gij moogt dit ondekken en gij moogt dees goed vinden of doorgaan.” Op de laatste dag verandert het huis in een zwaan en Benjamin vliegt op de zwaan naar Scheld’apen.
Foto: Wendy Kegels
Samen met zijn broer Samuel timmert hij een gigantisch bouwwerk op het dak en Samuel gaat erin wonen. Toen bleek de hut een bouwovertreding te zijn en ze moesten hun huis uit waarna ze het sloopten en met boomzagen bewerkten. Nu heeft het huis zich in een boom genesteld en is het een gezellig plekje voor iedereen: een boomhut.
Benjamin Verdonk’s nomadendom
Benjamin Verdonck studeerde in 1992 af aan het conservatorium van Antwerpen. In 1995 maakte hij “Wat ik graag zou willen zijn als ik niet was wat ik ben Hoofstuk 2: Een hert om iets mee in de muur te kloppen”. Daarna volgden nog veel eigen voorstellingen. De Boomhut van Benjamin en Samuel: 22 september vanaf 18.00u!
Door Gitte Lebruyn Er zijn veel kunstenaars die het een interessante uitdaging vinden om zelf buiten hun atelier, een evidente tentoonstellingsruimte / theaterzaal te treden en op die manier een ander publiek te bereiken. Door op verschillende plaatsen aanwezig te zijn overbrug je kunst binnen en kunst buiten. Elke plek heeft een andere context en vereist een andere aanpak, invalshoek, gedaante.
Foto’s: Wendy Kegels
Benjamin woonde hoog in de wolken boven het SintJansplein. Hij staat met verschillende gezelschappen op de planken maar heeft daarnaast ook zin om zijn eigen dingen te maken. Man verankert een huis op een kraan, plaatst die op een plein van een sociaal achtergestelde wijk en bewoont het huis voor twee weken. Door zijn bezetting krijgt het plein tijdelijk een andere functie. De torenwachter strooit sprookjes op het Baraplein en een jaar later op het Sint-Jansplein. Benjamin: “Het ligt in de traditie van heremieten en pilaarheiligen, maar de kern is vooral de rustplaats versus de beweging.” Over het plein krioelen verschillende mensen, die op hun route plots zijn huis ontdekken. Ze kijken naar boven. Benjamin zorgt voor kleine mirakels (er komt rook uit het huis, hij verschijnt op zijn balkon met een paardenkop) en vele verhalen ontstaan onder hem.
Hij is de schepper, de verteller en de belever van zijn eigen sprookje dat hij aan de mensen op het plein vertelt. “In de openbare ruimte heb je de keuze jezelf open te stellen. Dit vraagt een andere aanpak dan een voorstelling voor een
10
Foto: Wendy Kegels
Benjamins vertelling vertakt zich in verschillende vormen: een voorstelling, een gesprek met een vinder, een dagboekpublicatie in de kranten, het huis bewonen,... De verschillende boodschappen vlechten zich ineen.
Matteo komt aangelopen met een tasje van een niet nader genoemde slagerij. Préparé, Tonijnsla en Kip Curry in één potje. Is dat de stijl die we mogen verwachten? Tijdens het smeren van zijn eerste Club Matteo mega mix vertelt hij, “Elke van het Lemmens instituut heeft een vriendin Florette met zeven zussen in de Congo.” Matteo toont zich een bedreven researcher: “Ik heb een vriend met een grote negerlul en daar willen we het ook even over hebben tijdens de voorstelling.” “We gaan trouwens de woorden gebruiken die we willen. Ook al zal dat soms van weinig politieke correctheid getuigen”, komt Marie tussen, “Misschien komen er wel boze reacties als de ironie niet duidelijk is.” “We repeteren liefst als het al donker is”, zegt Matteo terwijl Stef er bij komt, “‘s Nachts kan je ongestoord werken en beter denken.” We brengen Stef op de hoogte van wat er al gezegd is. Hij heeft nog geen copycenter gevonden dus moet iemand het schoolsecretariaat eens proberen. Matteo offert zich op en we bestellen nog wat: pintje, Duvel, muntthee, koffie en cappuccino voor 9,20. Het cafeïnegehalte van de bestelling verraadt inderdaad nachtwerk. Stef toont ons ondertussen de strip van Kuifje in Afrika. “Bobby is echt wel een racist.” Die racistische honden zouden allemaal met een roodwitte raket naar de maan mogen.
Beleef de ontdekking van Afrika met FC Bergmann Door David Vandepitte Matteo Simoni, Stef Aerts, Marie Vink, Bart Hollanders en Thomas Verstraeten zijn Antwerpse dramastudenten die doen wat ze graag doen: theater maken. Ze deden het al met Brittanicus en op het Festivaaalllaallal doen ze het 27 en 28 september opnieuw met De Rotsbreker. Ingmar Bergman is dood, leve FC Bergmann! Een onbeschut tafeltje op het terras van den Boer van Tienen vormt de rustplaats van een halve ploeg FC Bergmann. Marie zit voorlopig alleen aan de tafel. Matteo is bij de slager een broodje halen en Stef probeert nog iets te kopiëren uit Kuifje in Afrika. Mijn klok leert me dat het al na vieren is, dus ik bestel een fris pintje. Een kleine USBstick in het midden van de tafel doet dienst als dictafoon. “We hebben verschillende teksten die verband houden met de ontdekking en kolonisering van Afrika samengenomen”, zegt Marie, “onder andere Geeraerts, Claus en Conrad worden als bronmateriaal gebruikt. Het is nu vooral veel lezen en schrappen in de teksten die we hebben uitgezocht. Dat betekent uren rond de tafel zitten en brainstormen, maar meestal komen de beste ideeën wanneer we er niet mee bezig zijn.”
De film ‘Congo River’ van Thierry Michel is ook een belangrijke bron van inspiratie. De tocht langs de 4371km lange rivier is de leidraad naar het kloppende hart van Afrika. Veel van de eerste ontdekkingsreizen dwars door de enige exkolonie van België vertrokken vanuit Antwerpen. Op 27 en 28 september zijn start en aankomst weer gepland aan de Antwerpse kaaien. “Historische correctheid vinden we wel belangrijk” aldus Stef, “maar we willen het ook niet te zwaar maken. Dat zijn soms lastige keuzes. Er moet gewoon veel volk komen kijken om de juiste sfeer te scheppen. Bij deze is iedereen uitgenodigd om mee op ontdekking te gaan!” Alsof hij niet anders verwacht had komt Matteo er terug bijzitten zonder kopies. Blijkbaar weigert de school om hun studenten logistiek te steunen in vrijetijdsproducties. Is er dan geen interesse? “De directeur komt wel kijken”, meent Marie, “We moeten trouwens eens verder werken. Ik zal eens gaan proberen.” Met haar veel te korte rokje loopt ze heen om beroep te doen op de kopieermachine van het secretariaat. “Ze mag dan wel het enige meisje in de groep zijn, ze heeft genoeg sex-appeal om de rest van de jongens af te leiden tijdens repetities.” klagen Stef en Matteo. “Er komt misschien niet eens een vrouwrol”, zegt Matteo “Er is nog veel ruimte, doordat we elkaar regisseren kunnen we makkelijk afwijken en elkaar ook weer bijsturen. Waarschijnlijk gebeurt het meeste in de laatste week.” Wie gaat nu voor de kopies zorgen? Marie: “ikke nie” Matteo: “ikke nie” Stef vertrekt om kopies te nemen
De Rotsebreker van FC Bergmann: 26 en 28 september 11
FESTIVAAALLLAALLAL Van 13 tot 29 september 07... theater, muziek, film, expo
PE N!! A ’ D L HE 36, Antwerpen S CD’Herbouvillekaai
Meer info en bijkomende programmatie: www.scheldapen.be
Za 22 sept A Cakehouse Present: 12 Piédestals - Anton Cotteleer, Bart van Dijck, Benjamin Verdonck, Dennis Tyfus, Guillaume Bijl, Guy Rombouts, Kati Heck, Lieven Segers, Lisa Jeannin, Michèle Matyn, Reinaart Vanhoe, Sven ‘t Jolle expo De Boomhut van Benjamin en Samuel constructie Indianen Soapbox Racing Team / Godmode / Iglo: Me love my Global Warming - Eisbär* installatie Verrassingsoptreden / Heavy Indians concert 18.00u!
Always Cry at Endings - Eisbär* theater 20.00u! + Volxkeuken Deluxe om 19.00u!
De expo opent zaterdag om 19.00u. Zondag 23 en van woensdag 26 tot zaterdag 29 september, telkens open van 14.00u tot 20.00u, in de hangar achter Scheld’apen.
Vr 14 sept
Wo 26 sept
Always Cry at Endings - Eisbär* theater 20.00u! + Volxkeuken Deluxe om 19.00u!
Bergmann speelt De Rotsebreker van FC Bergmann theater Solveig - Jellie Schippers, Dahlia Pessemiers, Simon van der Geest en Myriam van Gucht theater 20.00u!
Do 13 sept
Za 15 sept Ultra Eczema Festifaal - Frieder Butzmann (D), Rudolf Eb.er’s Runtzelstirn & Gurgelstøck (Jap/Ch), Reijo Pami (Fin), Sudden Infant (Ch), Paul Labrecque + Mauro Pawlowski, Nuscht (D/A/Pl), dj Daniël, dj Holland en Gora + zes verschillende slideshows concert/ performance 20.00u!
Do 27 sept Solveig theater J.X. Williams - Noel Lawrence/Other Cinema (vs) film 20.00u! + Volxkeuken Deluxe om 19.00u!
Vr 28 sept Do 20 sept Rococo Proefballon - Hotel Modern theater/ performance Stef’s Super Sexxxy Action Spectacular Movies Stef Lernous/Abattoir Fermé film 20.00u! + Volxkeuken Deluxe om 19.00u!
Bergmann speelt De Rotsebreker van FC Bergmann theater Degurutini (Jap), The Septembristes concert Kodomokyojin (Jap) performance/theater 20.00u! + Volxkeuken Deluxe om 19.00u!
Vr 21 sept
Za 29 sept
Rococo Proefballon - Hotel Modern theater/ performance De Bokser en de Dood - Simon Allemeersch, Nicolas Delalieux en Giovanni Barcella theater 20.00u! + Volxkeuken Deluxe om 19.00u!
P’tit Bataclan - cirQ theater Iglo: Me love my Global Warming - Eisbär* installatie The Blotter Poet installatie/performance NAFT concert DE KIFT (NL) concert 16.00u!
Deze Brochure is een eerste aanzet voor het nieuwe Scheld'apen Magazine. In de redactie zaten Natalie Gielen, Jens Pieters, Pieter Willems, Thierry Crahay, Jo Goyvaerts, Gitte Lebruyn, Wendy Kegels, David Vandepitte, Christophe Callewaert, Indymedia en Wannes Cré. Kandidaat redactieleden, fotografen en grafici mogen mailen naar
[email protected]!