Oscar Griffioen
Als knechten die hun Heer verwachten… De verzoeking van het wachten
Als knechten die hun Heer verwachten… De verzoeking van het wachten Oscar Griffioen Inleiding tot de vernieuwde uitgave In dit boekje worden de gevaren van het “wachten” besproken naar aanleiding van de omstandigheden waarin Jezus het geestelijk klimaat aantrof onder de Joden toen Hij op aarde wandelde: Het wachten en uitzien naar de komende Messias had zich in verschillende hoedanigheden ontwikkeld. Jezus waarschuwt ons voor het zuurdesem van de Farizeeën, de Sadduceeën en Herodianen. In dit boekje wordt uitgelegd waarom deze waarschuwing speciaal aangaande hen wordt gegeven en hoe we als christenen vrij van dit “zuurdesem” kunnen blijven … Nieuw in deze uitgave zijn veel aanpassingen van de tekst en het opnemen van belangrijke bijbelverzen in boek waarnaar eerder uitsluitend verwezen werd.
2 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Over de schrijver Oscar Griffioen was met zijn vrouw (en gezin van 5 kinderen) van 2000 tot en met 2012 werkzaam in Rusland. Na St.Petersburg en Asbest was hij die laatste jaren werkzaam in de stad PerwoUralsk in de Oeral. Op dit moment is hij parttime‐voorganger van de Rafaëlgemeente Zout & Licht te Hilversum. Oscar is nog steeds betrokken in onderwijs aan verschillende bijbelscholen, seminars en conferenties in Rusland. Naast het trainen van nieuwe leiders en zendelingen in verschillende Missionary Training Centers (MTC), bezoekt hij gemeenten en rehabilitatie‐centra in de Oeral‐ regio voor prediking en onderwijs vanuit Gods Woord. Ook geeft hij jaarlijks les op een bijbelschool on Nairobi (Kenia). Sponsors Boeken en materiaal als deze zijn gratis, maar omdat de schrijver afhankelijk is van giften, zijn wij uiteraard dankbaar voor uw steun. Indien u zijn werk wilt ondersteunen door een eenmalige gift of als u een vaste sponsor wilt worden, kunt u dat doen op rekening van Rafaëlgemeente Zout & Licht Hilversum (ING‐Bank rek.nr.: 68.74.17.260; Postbank gironr.: 29.26.469) onder vermelding van “Mission Rusland” (op basis van de ANBI‐regeling is dit belastingaftrekbaar). 3 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Opmerkingen De geciteerde Bijbelgedeelten zijn veelal genomen uit de Nieuwe Bijbelvertaling. Indien andere vertalingen gebruikt zijn, staat dat erbij vermeld. Aan het einde van elk hoofdstuk zijn vragen ter overdenking en/of groepsdiscussie toegevoegd. (De foto aan de voorzijde is de oude vertrekhal van luchthaven Koltsovo bij Jekaterinburg in de zomer van 2005.) ©Oscar Griffioen
4 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
6
Inleiding
9
Deel 1 – Als knechten die hun Heer verwachten (1) Hoofdstuk 1 – De lendenen omgord
20
Deel 2 – Drie groepen Hoofdstuk 2 – 1. De Farizeeën
27
Hoofdstuk 3 – 2. De Sadduceeën
43
Hoofdstuk 4 – 3. De Herodianen
55
Deel 3 – Vier Hoofdkenmerken van het Zout‐ en Licht‐zijn Hoofdstuk 5 – 1. Hartgesteldheid
67
Hoofdstuk 6 – 2. Afhankelijkheid van de Heilige Geest
74
Hoofdstuk 7 – 3. Het voor ogen hebben van Gods norm
80
Hoofdstuk 8 – 4. Verwachting en toekomstgerichtheid
88
Deel 4 – Als knechten die hun Heer verwachten (2) Hoofdstuk 9 – Praktische stappen om de verzoeking van het wachten te weerstaan
97
Tot slot – Opwekking… maar juist ook reformatie
110
5 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
VOORWOORD Wanneer komt het einde, of beter, de voltooiing? Een vraag die al aan de Heer Jezus Christus werd gesteld tijdens zijn leven. “Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen wij uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen”. Matt.24:3 Anders dan er zo vaak wordt beweerd, geeft de Heer een heel duidelijk antwoord: “Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen.” Matt.24:14 Even daarvoor, in de hoofdstukken 22 en 23, is er een enorme confrontatie met de geestelijke leiders van die tijd: Farizeeën, Sadduceeën en Herodianen: blinde leiders. Zij blijken niet alleen de toegang tot het Koninkrijk te versperren, zij gaan ook zelf niet naar binnen. En erger nog, de bekeerlingen die zij maken, worden volgens de Koning van het koninkrijk: “hellekinderen in het kwadraat”. Matt.23:15 Het is heel goed om ons leven, en dus ook het leven van de gemeente, voortdurend te toetsen aan het Woord.
6 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
De Heer Jezus Christus zegt niet: “mijn kerk is gekomen”, maar: “mijn koninkrijk is gekomen”. Als je mensen geneest, zeg dan: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt”. Niet: “dit is de beste kerk”. Luc.10:9 Oscar Griffioen reikt ons materiaal aan waarmee wij de gelegenheid krijgen om te zien waar wij mee bezig zijn: kerkje spelen, politiek bedrijven, zieltjes winnen, of: het goede nieuws van het koninkrijk verkondigen. En Oscar mag deze vraag via dit studieboek ook aan mij stellen. Ik ken hem al jaren, als jonge man heb ik mogen bijdragen aan zijn geestelijke opvoeding. En vandaag is hij samen met Anneke Gods handlanger in het oosten van Rusland, en leven zij samen met hun kinderen in PervoUralsk. De Zout & Licht gemeente beleeft het als een zegen dat wij samen deel mogen zijn van het Lichaam van Christus dat de daden van God doet. Van harte beveel ik daarom dit boek bij u aan, het zijn niet alleen woorden, het zijn levende woorden vanuit het leven in het Koninkrijk van Oscar en Anneke. Gerard van Rooy,
Hilversum, 10 april 2007
7 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
8 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
INLEIDING 35 Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, 36 en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. 37 Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen. 38 Gelukkig degenen die hij zo aantreft, ook al komt hij midden in de nacht of kort voor het aanbreken van de dag. 39 Besef wel: als de heer des huizes had geweten op welk uur de dief zou komen, dan zou hij niet in zijn huis hebben laten inbreken. 40 Ook jullie moeten klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.’ Lukas 12:35‐40
Heb je wel eens in een vertrekhal op een luchthaven moeten wachten op een vertraagd vliegtuig? Zittend in een hal zie je aan de wijzers van de klok de tijd voorbij gaan waarop je vliegtuig had moeten opstijgen. Als je vraagt aan een medewerker hoe lang het nog kan duren, is het ergste antwoord dat je krijgen kan, dat het een vertraging is “voor onbepaalde tijd.” Je kan beter weten dat het lang duurt. Dán kan je gerust nog wat gaan doen – stukje lopen, slapen, koffie drinken… “Onbekende vertraging” is onzeker, want het kan een uur of langer zijn, maar ook tien minuten of korter. Wachtende mensen in de hal reageren en doen dan ook allemaal anders. Sommigen lopen zenuwachtig heen en weer met hun jas aan en bagage in de hand. Anderen zijn de rust zelve, zittend op een bank met krant en 9 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
drankje. Gaat een deur open, springen sommige meteen schichtig op. Anderen slapen rustig verder. Als christenen wachten we op de wederkomt van Jezus Christus – en dat wachten is voor “onbekende tijd”. Daarom dat er sinds de hemelvaart van Jezus niet alleen veel tijd voorbij is gegaan, christenen zijn er in alle tijden ook verschillend mee om gegaan en er is veel gebeurd. Het evangelie is verkondigd, kerken zijn gestart en velen echter ook weer gesloten. Sommige landen hebben hun deuren geopend voor het Evangelie, terwijl andere het de rug toekeerden. Denominaties zijn opgericht en verdwenen of zijn weer gesplitst om allerlei redenen. Opwekkingen zijn er geweest, door alle eeuwen heen en op dit moment zijn er een paar plaatsen in de wereld waar het zogenaamde “vuur” oplaait. Christenen zijn wereldwijd ook het geloof anders gaan beleven en uiten. Sommige kerken, als je in een dienst of samenkomst binnenstapt, geven je het gevoel dat je in de tijd terug gaat – alsof je een museum binnenstapt. Andere gemeenten daarentegen zijn constant op zoek naar vernieuwing als een doel op zich. Sommige gemeenten lijken te doen alsof ze alleen op de wereld zijn om voor God elke zondag een dienst te verzorgen. Weer andere gemeenten blijven steeds maar programma’s ontwikkelen om op alle mogelijke manieren aantrekkelijk kerk‐te‐zijn om zo nieuwe mensen binnen te krijgen. 10 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Sinds Jezus naar de hemel terug is gegaan, is toch vaak het werkelijke doel van leerling van Jezus zijn (of gemeente zijn), namelijk zout en licht in deze wereld zijn en discipelen voor Jezus maken, achtergesteld of soms zelfs vergeten. Daarmee zijn we als gemeenten afgedwaald van de oorspronkelijke weg. Ja, zo zijn we allemaal op onze eigen manier lekker bezig… maar waarmee en waarvoor ook al weer?! Hoe we als individuele christen ook denken over eschatologie (de leer aangaande de eindtijd) vanuit onze Bijbelse kijk, denominatie of theologie, we kunnen Jezus’ woorden, dat Hij terug komt, niet opvatten als slechts een theologische doctrine. De vroege gemeente had een verwachting van de terugkomst van Christus en keek daar daadwerkelijk naar uit. Excessen bleven daarbij niet uit: Sommigen vonden het niet langer nodig om te werken. Anderen, nadat ze dachten dat ze nu wel lang genoeg gewacht hadden op een Jezus die maar niet kwam, concludeerden dat Hij waarschijnlijk helemaal niet zou komen of dat Hij misschien al geweest was. 6 Broeders en zusters, op gezag van onze Heer Jezus Christus dragen wij u op u niet in te laten met broeders of zusters die hun werk verwaarlozen en niet leven volgens de traditie die wij hebben doorgegeven. 7 U weet zelf wat het betekent ons na te volgen. Toen we bij u waren, hebben we ons dagelijks werk niet verwaarloosd 8 en op niemands kosten geleefd. Integendeel, we hebben ons ingezet en ingespannen, dag en nacht hebben we gewerkt om niemand van u tot last te zijn. 9 Niet dat we geen aanspraak konden maken op uw ondersteuning, maar we wilden onszelf tot voorbeeld stellen, zodat u ons zou navolgen. 10 Toen 11 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
we bij u waren, hebben we herhaaldelijk gezegd dat wie niet wil werken, niet zal eten. 11 We horen dat sommigen van u hun werk verwaarlozen, dat ze zich niet nuttig maken maar zich slechts onledig houden met nutteloze bezigheden. 12 In naam van de Heer Jezus Christus dragen wij dergelijke mensen nadrukkelijk op rustig hun werk te doen en hun eigen brood te verdienen. 13 Broeders en zusters, doe het goede, zonder op te geven. 2Thess.3:6‐13
15 Span je in om voor God te staan als iemand die betrouwbaar is. Zorg dat je je niet voor je werk hoeft te schamen en verkondig regelrecht de waarheid. 16 Luister niet naar zinloos en leeg gezwets, want het voert steeds verder van God weg. 17 Wat dwaalleraren vertellen, woekert voort als een gezwel. Ook Hymeneüs en Filetus 18 zijn van de waarheid afgedwaald door te beweren dat de opstanding al heeft plaatsgevonden. Daarmee ondermijnen ze het geloof van anderen. 2Tim.2:15‐18
1 Geliefde broeders en zusters, dit is al de tweede brief die ik u schrijf. Met beide wil ik u tot een helder inzicht brengen, 2 en wel door u te herinneren aan de woorden die de heilige profeten destijds hebben gesproken en aan het gebod van onze Heer en redder dat uw apostelen u hebben doorgegeven. 3 Vergeet vooral niet dat er aan het einde van de tijd spotters zullen komen, die hun eigen begeerte volgen en smalend 4 vragen: ‘Waar blijft hij nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie voor ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is.’ 5 Ze gaan er dan willens en wetens aan voorbij dat er in het begin al eens een hemel is geweest en een aarde die door Gods woord gevormd was uit water en door middel van water, 6 en dat de toenmalige wereld vergaan is toen ze door het water werd overspoeld. 7 Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur. 8 Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 9 De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen 12 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. 2Petr.3:1‐9
Ik ben van mening dat de wederkomst van Christus een fundamentele motivatie moet zijn voor onze kijk op de wereld, de kijk op het kerk‐zijn vandaag de dag en hoe we de toekomst tegemoet zien. Daarmee wordt dan ook bepaald hoe we onszelf en de plaats waar we zijn en leven bekijken. Dit beïnvloedt hoe we onze gaven en talenten zullen aanwenden ten dienste van kerk en samenleving. Wie geen verwachting heeft dat Jezus (“spoedig”) terugkomt, verliest zijn getuigenis als christen en loopt gevaar meer gefocust te zijn op tijdelijke zaken, die vanuit het perspectief van de eeuwigheid slechts “bijzaken” zijn. Zo zal hij stoppen effectief te zijn als “zout der aarde” en “licht der wereld”. Het zout verliest dan zijn smaak en het licht verliest zijn helderheid… Denkend waarom veel christenen vandaag de dag hun smaak en helderheid hebben verloren, is dit dan ook de conclusie die ik trek: hun visie is niet Gods visie, hun prioriteiten zijn voor God in meest positieve zin slechts bijzaken, hun (s)preken is slechts een woordenstroom in de marge wat vaak geen effect meer heeft vandaag de dag, omdat het als een verre echo uit het verleden klinkt. 13 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
We spreken en leven als christenen vandaag niet zozeer Gods woord (rhema, dat wat God nu tot ons spreekt), maar meer Zijn woord (logos, dat wat gesproken is, een redevoering). Ons getuigenis is als een aangeleerd lesje wat misschien jaren geleden effectief was, maar nu niet meer. De tijd van wachten is een moeilijke tijd: het is een tijd waarin de werkelijke motieven van ons hart zichtbaar worden en we snel worden afgeleid. Tijd van wachten, is dan ook een tijd van verzoeking. Ook Jezus wist dit uit eigen ervaring, onder andere door de verzoeking in de woestijn (wat ook een tijd van wachten was), voor zijn werk (bediening) begon. “Wachten” is een moeilijk ding voor ons als mensen, aangezien we onszelf zo graag willen laten gelden en we dat waar we op wachten zo snel mogelijk willen zien en hebben. Maar er zijn in het koninkrijk van God en daarmee in het leven van een christen geen “short‐cuts”. Daarom is de vraag niet zo zeer, hoe kunnen we Jezus’ wederkomst bespoedigen, maar meer wat zijn de gevaren van deze wachttijd, de valkuilen waarin we kunnen vallen? En: wat is het actieve dat we in “wacht”‐tijd kunnen doen? Het wachten op (of beter: het verwachten van) de wederkomst van Christus, is de tijd van de Tweede Advent. Wat dat betreft, dienen we de tijd waarin we nu leven te zien als een bepaald tijdvak, die van belang is voor ons als christenen. We leven niet zo maar in het “hier en nu”. Nee, 14 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
ons leven heeft een doel: we zijn door God en voor Hem geschapen. Daarom dat er zin is aan het leven nu. Die betekenis, die zin, wordt bepaald doordat we het kunnen zien vanuit een groter perspectief. Als christenen dienen we naar mijn mening drie invalshoeken te onderscheiden die zin en betekenis aan het brandpunt “hier en nu” geven: 1) Ik, als individu, maak deel uit van het scheppingsplan van God, wat wordt verteld in het eerste boek van de Bijbel, Genesis. Ik besta omdat ik deel uit maak van de mensheid, die door God is geschapen. Mijn betekenis en levenszin, ligt in mijn deelgenoot zijn van Gods schepping net zoals de mensen om mij heen door God geschapen zijn en deel uit maken van datzelfde scheppingsplan. Ik ben een deel van een geheel en daarin ligt de kern van mijn identiteit en waarde, net zoals dat van mijn medemens. Iedereen heeft God nodig, want ons bestaan ligt in Hem: 24 De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels. 25 Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat hij nodig heeft, hij die zelf aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt. 26 Uit één mens heeft hij de hele mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft hij een tijdperk vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald. 27 Het was Gods bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien hij van niemand van ons ver weg is. 28 Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of, zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: “Uit hem komen ook wij voort.” Hand.17:24‐28 15 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
2) Ik, als individu, ben gered in het verlossingsplan dat God heeft in zijn Zoon Jezus Christus, die als de beloofde Messias naar de aarde kwam (de Eerste Advent) om mens te worden en de zonde heeft gedragen toen hij stierf aan het Kruis van Golgotha. Ik heb door geloof in Hem eeuwig leven door zijn opstanding uit de dood. Ik heb deel aan dat verlossingsplan van God door geloof in het evangelie, zoals geschreven staat in de profetieën van het Oude Testament, is verwoord in de Evangeliën en is uitgelegd in de Brieven van de Apostelen. Mijn betekenis en levenszin vind ik in het deel zijn van het “Lichaam van de gelovigen”, de Gemeente, de Kerk van Jezus Christus. Ik ben ook in dit opzicht een deel van een geheel, net als alle andere christenen dat zijn, van welke denominatie zij ook lid zijn. Alle gelovigen hebben de Heilige Geest nodig, aangezien Hij degene is die ons tot één Lichaam maakt: 12 Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. 13 Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. 14 Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. 1Kor.12:12‐14
16 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
3) Ik, als individu, maak deel uit van Gods toekomstplan: een nieuwe hemel en aarde. Met Zijn verlossings‐ en toekomstplan, welke worden uitgevoerd door Zijn Zoon Jezus Christus als Verlosser en Heer, wordt Gods scheppingsplan hersteld. Daaraan vooraf zal de terugkomst van Jezus Christus plaatsvinden. Mijn bestaan – hier en nu – heeft dus zin in het licht van dit feit: Jezus komt spoedig terug… Alle mensen zullen Hem zien, zeggen de profeten en daarmee ligt het feit vast, dat allen Jezus als Messias nodig hebben: 19 Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden. 20 Dan zal de Heer een tijd van rust doen aanbreken en zal hij de messias zenden die hij voor u bestemd heeft. Dat is Jezus, 21 die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld. 22 Mozes heeft al gezegd: “De Heer, uw God, zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan; luister naar hem en naar alles wat hij u zal zeggen. Hand.3:19‐22 12 Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’ Hand.4:12
Als christenen, weten we dat we gered zijn van zonde door het volbrachte werk van Christus aan het Kruis. Toch ervaren veel christenen dat “dat het is”… Het verschil tussen mensen is, volgens hen, dat sommigen vergeven 17 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
zijn en anderen (nog) niet. Toch is dit slechts een deel van Gods plan. Jezus heeft ons niet slechts gered van de zonde, Hij heeft juist ook nieuw leven gegeven en daarmee nieuwe “levensverwachting”. En dat moet, mijns inziens, het grote verschil maken. Een christen is niet “slechts een vergeven zondaar”, nee, hij is een nieuwe schepping. Hij is hersteld tot Gods oorspronkelijke idee dat Hij met de mens in zijn schepping had. We hebben de opdracht dan ook niet om te “overleven”, maar juist te leven ten volle, zoals God het leven bedoeld heeft en Hij het zelf leeft (Joh.10:10). Dat er een nieuwe hemel en aarde komt (Openb.21:1 en Jes.65:17) is het slot van Gods verlossingsplan, maar de vernieuwde mens, de christen moet er al een voorproefje van zijn. Immers, Gods verlossingsplan is al in proces van ontwikkeling sinds Jezus naar de aarde kwam! Helaas zijn we vaak de smaak kwijtgeraakt. Als de nieuwe hemel en aarde wordt zoals sommige christenen vandaag de dag zijn, dan is het met de eeuwigheid jammerlijk en vooral “saai” gesteld. Daarom dienen we ons perspectief te herstellen en opnieuw te focussen op het drievoudige plan van God: deel van Zijn schepping zijn en deelhebben aan de verlossing in Christus en daarmee dus deelgenoten zijn van degenen die zijn wederkomst verwachten! Alleen als we die verwachting en mentaliteit hebben, zullen en kunnen we smaakmakers, zout en licht, zijn. 18 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Kortom, de plaats waar we hier en nu zijn gesteld, is Gods creatieve idee: We zijn zelf als mens geen toeval, maar ook niet toevallig hier. Laten we daarom onze plaats innemen met de mentaliteit van Christus (zie Filipp.2:5): doen wat we Hem zien doen (Joh.5:17,19 en 20:21) en verwachting hebben dat Hij ieder moment kan verschijnen, want “gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft…” (Luc.12:37). 17 Maar Jezus zei: ‘Mijn Vader werkt aan één stuk door, en daarom doe ik dat ook.’ (…)19 Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: ‘Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. Joh.5:17, 19 21 Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Joh.20:21
19 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
DEEL 1 – Als knechten die hun heer verwachten (1) HOOFDSTUK 1 De lendenen omgord In de Nieuwe Bijbelvertaling valt Lukas 12 vers 35 onder het “rode kopje” Onderricht aan de leerlingen en de menigte boven hoofdstuk 12. Ik persoonlijk echter, denk dat vers 35 niet zo zeer is gericht aan de menigte maar meer aan de interne kern van de discipelen, dus de Twaalf. Waar Jezus over spreekt, heeft te maken met de houding of mentaliteit wat Hij van zijn discipelen wil zien in lijn met zijn wederkomst. Hij gebruikt typische voorbeelden uit de cultuur van die tijd om zijn bedoeling duidelijk te maken. Ik denk wel eens, dat als Hij vandaag in ons midden zou zijn Jezus creatief alledaagse zaken zou gebruiken om hetzelfde aan ons – hier en nu – duidelijk te maken. Hij zou misschien zeggen, “Heb je benzinetank gevuld en laat de motor van je auto maar draaien…” of: “Zit klaar achter je toetsenbord en wees online…” In Lukas 12:35 lezen we dat Jezus verteld over klaar staan en in die tijd begrepen de discipelen van Jezus exact waar Hij het over had: Je weet niet precies wanneer de heer des huizes, de baas, de werkgever, thuiskomt… Máár een ding is zeker: als hij komt, laat hij je dan bezig vinden, terwijl je dat aan het doen bent wat hij van je verwacht. Iets anders kan je jezelf als knecht niet veroorloven. 20 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Ik ben me bewust dat de strenge toon van dit verhaal niet overeenkomt met het beeld van Jezus, dat veel christenen vandaag hebben. Jezus is aardig en Hij weet echt wel dat we ons best doen. Doe maar wat, het is bij Jezus altijd goed. Het is oké. Het evangelie is leuk en het “goede nieuws” is “fijn” en “heerlijk”. De Heer is bovendien “genadig”. Maar is dat wel hét Bijbelse evangelie?! Het verhaal van Jezus in Lukas 12:35‐40 is een “gelijkenis” of een illustratie. Het doel was om vanuit het algemeen bekende dagelijkse leven een geestelijke waarheid te verduidelijken. “Sta klaar, doe je gordel om” en “houd je lampen brandend” (zoals de NBV het heeft vertaald) zijn uitspraken die actie bedoelen, een aansporing tot activiteit en wel die, zo de context duidelijk maakt, de heer aan zijn knechten heeft opgedragen. In de Joodse cultuur in die tijd, droeg men lange gewaden en als er snel gelopen of gewerkt moest worden, nam men een deel van dat gewaad en hield het omhoog met een gordel om zo geen hinder bij het lopen of werken te ondervinden. De lampen brandende houden, is een beeld van zorg dragen dat de olielamp niet uitdooft. Zorg voor genoeg olie en houd de lampenpit schoon, zodat er genoeg licht is om bij te kunnen werken. Beide illustraties uit het Joodse dagelijks leven, duiden op een alert‐zijn en een bezig zijn met het werk dat je doen moet zonder enig uitstel. 21 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Er kan dus geen sprake zijn van vaagheid! Dit verhaal duidt op een alle daags gebeuren: Er moet gewerkt worden en je moet je eigen verantwoordelijkheid op je nemen. Als knecht weet je wat je doen moet en daarom neem je alles wat goed en effectief werken hindert uit de weg. Het voorbeeld van de “lendenen omgorden” komen we ook in de eerste brief van Petrus tegen: “Omgordt dus de lendenen van uw verstand…” (1Petr.1:13, NBG). In de Nieuwe Bijbel vertaling is het vertaald met “laat uw geest voortdurend paraat zijn”, wat niet zo zeer een “vertaling” maar meer een “interpretatie” is. Mijns inziens gaat deze interpretatie mank evenals de vertaling van Lukas 12 waar het omgorden van de lendenen wordt vertaald met “sta klaar”. Paraat zijn en klaar staan zijn namelijk ook mogelijk terwijl je niet weet wat je doen moet. (Maar als de heer thuis komt en hij zegt wat te doen dan staan we klaar en zijn we paraat om het direct te doen.) Echter, “de lendenen omgorden” is meer dan klaar staan: Het betekent, weten wat je doen moet en daarom dat je de lendenen omgordt om het opgedragen werk uit te voeren. Niemand omgordt zijn lendenen als hij nog niet exact weet wat te doen. “De mouwen opstropen” zou misschien een betere vertaling zijn, aangezien die dichter bij het originele idee komt. Waar Jezus over spreekt mag duidelijk zijn: een meester geeft aan zijn knechten een opdracht terwijl hij zelf voor een onbepaalde tijd vertrekt. Hij heeft duidelijk gemaakt dat als hij terug komt een bepaald werk 22 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
gedaan moet zijn. Er is dus een specifiek werk gedelegeerd en opgedragen. De verantwoordelijkheid van de uitvoering van dat werk ligt bij zijn knechten. De afwezigheid van de meester mag geen reden zijn voor de knechten om hun verantwoordelijkheid te laten varen. Zelfs niet als de heer lang op zich laat wachten. Dat die mogelijkheid van lang wachten er in zou zitten, maakt Jezus duidelijk in verdere details van het verhaal, beschreven in Luc.12:42‐48. Hier spreekt Jezus over de trouw van sommige knechten en de luiheid en dronkenschap en agressie van anderen. 42 De Heer antwoordde: ‘Wie is die betrouwbare en verstandige rentmeester die de heer zal aanstellen over zijn knechten om hun op tijd het eten te geven dat hun toekomt? 43 Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. 44 Ik verzeker jullie: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. 45 Maar als die dienaar bij zichzelf zegt: Mijn heer komt maar niet, en als hij de knechten en dienstmeisjes gaat slaan, zich volvreet en zich bedrinkt, 46 dan komt de heer van die dienaar op een dag waarop hij het niet verwacht en op een tijdstip dat hij niet kent, en dan zal hij hem straffen met zijn zwaard en hem het lot van de trouwelozen doen ondergaan. 47 De dienaar die weet wat zijn heer wil, maar geen voorbereidingen treft en niet overeenkomstig zijn wil handelt, zal veel slagen te verduren krijgen. 48 Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen. Van iedereen aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist, en hoe meer aan iemand is toevertrouwd, des te meer zal van hem worden gevraagd. Luc.12:42‐48
Jezus maakt duidelijk in dit deel van het Evangelie, dat ook Hij als Meester en Heer terugkomt en dan verwacht dat wij als gelovigen bezig zijn te doen wat Hij heeft opgedragen aan een ieder van ons. Ook als we niet 23 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
precies weten wat te doen, en we daarom “niets” doen, heeft dat gevolgen: ook al is het misschien minder “slaag” dan als we wél weten maar “niets doen”. Persoonlijk kan ik me niet echt voorstellen dat wanneer we Jezus als Heer dienen, we niet weten wat Hij wil. Een knecht heeft ook de verantwoordelijkheid te vragen aan zijn heer welk werk hij doen moet als hij het niet weet of als het niet duidelijk voor hem is. Een als‐de‐heer‐me‐ nodig‐heeft‐dan‐vindt‐hij‐me‐wel‐mentaliteit duidt op luiheid, onverantwoordelijkheid en onvolwassenheid. Wie ook in wijsheid wat betreft “werk” te kort schiet, laat hem de Heer daarom vragen. 5 Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. Jak.1:5
Als christen, en dus als volgeling van Jezus, dienen we op Hem gericht te zijn: het hebben van een verlangen zijn wil te kennen en te doen, mag ons als “discipelen” niet ontbreken: Hij volgt ons niet, maar wij Hem en even zo moet niet Hij ons maar zien te vinden wanneer Hij ons nodig heeft, maar moet het onze hartgesteldheid zijn, dat wij Hem zoeken! “Maar wie niet weet wat zijn heer wil” is geen aansporing om maar weinig te weten en je af te zonderen van Hem en “van iedereen aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist”, is geen bemoediging om dus maar 24 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
vooral weinig “te ontvangen”… Een knecht die zijn heer niet kent en zijn meesters wil niet weet, is niet wijs, maar dwaas: hij doolt rond in het ongewisse en doet (in meest positieve zin) maar “wat” hopend dat het “goed” is. Elke knecht is verantwoordelijk voor de aan hem opgedragen taak. Ieder van ons christenen heeft werk te doen. Laten we niet alleen onze Meester kennen, maar even zo de taak die Hij voor ons persoonlijk heeft, zodat we effectief kunnen zijn in dat werk. Hoe lang het ook duurt voor de heer aan de deur staat… Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Is de veronderstelling van de schrijver juist, dat alle christenen “knechten van de heer” zijn? Is de gelijkenis van Jezus wel of niet alleen voor de (twaalf) discipelen bedoeld geweest? Onderbouw je antwoord. 2. Is het de eerste verantwoordelijkheid van een heer zijn wil bekend te maken aan zijn knechten of is het eveneens een verantwoordelijkheid van knechten? Motiveer je antwoord. 3. Hoe kunnen christenen (als knechten) de wil van Jezus (hun Heer) kennen? Is dit uitsluitend als groep (de Twaalf, de apostelen, de kerk tezamen) of juist (ook) persoonlijk? 25 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
4. Sommigen geloven dat we de wil van de Heer uitsluitend kennen vanuit de Bijbel. Is het daarnaast echter ook mogelijk om persoonlijk Gods wil te kennen? Hoe kunnen we die als christen kennen en waarom is dit nodig? Denk hierbij aan noodzaak de “stem van de goede herder te horen” (Joh.10:4). 5. In hoeverre was de “wederkomst van Christus” een belangrijk onderdeel van je christelijk onderwijs ten tijde van je bekering en in hoeverre is dit wel of niet een thema in je gemeente vandaag de dag? Indien dit geen belangrijk thema is, waarom niet?
26 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
DEEL 2 – Drie groepen HOOFDSTUK 2 1. De Farizeeën De lendenen omgord en de lampen brandende houden, duidt dus op een alert‐zijn en een bezig zijn met het uitvoeren van de wil van Degene die je ieder moment terug kan verwachten. Toch kan door de duur van het wachten de aandacht wel vervagen. Het wachten is daarmee dus als het ware een test‐case: hoe lang houden we vol en als we verslappen, waarom dan en wat gaan we dan al dan niet doen? Je zou kunnen zeggen, dat het wachten de geheime verlangens van ons hart openbaart. In Jezus’ voorbeeld, kan je agressief worden, een despoot voor je andere medewerkers, of een dronkaard (zie Lukas 12:45). Er is kans dat we onze visie verliezen – wat en waarom we de dingen doen, die we al zo lang doen. Prioriteiten veranderen en vervagen. We kunnen zelfs helemaal stoppen met werken: Heerlijk niets doen, het is allemaal genade en God is goed… In tijd van wachten, moeten we boven alles ons hart bewaren, daaruit komen onze motivaties. Ons hart beïnvloedt hoe we alles zien en beoordelen en dit heeft invloed op wat, waarom en hoe we de dingen zullen doen. 27 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
23 Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven. Spr.4:23
Volgens mij zijn er geestelijk gezien drie hoofdgevaren – valkuilen – die van het wachten op de Heer Jezus Christus (die beloofd heeft om terug te komen) en deze zijn: religie, twijfel en de publieke opinie. In de Bijbel staat geschreven dat de geschiedenis van het volk Israël in het Oude Testament een voorbeeld is voor ons, de gemeente, de kerk. 6 Dit alles strekt ons tot voorbeeld: wij moeten niet uit zijn op het kwade, zoals zij. (…) 11 Wat hun overkomen is, moet ons tot voorbeeld strekken; het is geschreven om ons, voor wie de tijd ten einde loopt, te waarschuwen. 1Kor.10:6, 11
Ook het volk Israël wachtte op een beloofde “heer”, de Messias (Hebreeuws voor “Gezalfde” wat in het Grieks in het Nieuwe Testament is vertaald met “Christus”). Na de laatste profeet Maleachi duurde het zo’n 400 jaar tot Johannes de Doper als de volgende profeet verscheen. En deze Johannes was de door de profeten aangekondigde wegbereider en heraut van Jezus Christus, dus de Messias, de beloofde komende heer. Vierhonderd jaar is niet zo lang vergeleken bij de tijd die de Kerk, de Gemeente, nu al wacht op de wederkomst sinds de hemelvaart, maar toch gebeurde er in die 400 honderd jaar het een en ander onder de wachtende Israëlieten, wat volgens mij tot voorbeeld strekt voor ons als 28 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
christenen. Er ontwikkelde zich drie met name genoemde groepen1 binnen het “volk van God”. Deze drie groepen zijn naar mijn mening niet slechts historisch maar ook in geestelijke opzicht van betekenis. Deze drie groepen zie ik vandaag de dag ook in de gemeente, onder de christenen, ook al worden ze niet als zodanig door gelovigen “herkend”. Achtergrond In het derde hoofdstuk van Mattheüs lezen we over de bediening van Johannes de Doper: Hij predikte het komende koninkrijk der hemelen en doopte diegenen die zich bekeerden. In vers 7 lezen we dit: “Toen hij zag dat veel Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ’Addergebroed, wie heeft jullie wijs gemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel?’” In dit vers komen we twee groepen mensen tegen die we in de voorgaande boeken van de Bijbel (het Oude Testament) niet hebben gezien. Nadat ik tijd genomen had om wat meer van de Farizeeën te weten te komen, kwam ik tot de conclusie, dat zo negatief als we als christenen geneigd zijn te denken en te spreken over hen dit de Farizeeën geen recht doet. Ook het feit dat Jezus zich liet uitnodigen door sommigen van hen om bij hen thuis te komen, laat zien dat Hij henzelf niet verachtte. 1
De drie groepen die ik zal behandelen zijn de Farizeeën, de Sadduceeën en de Herodianen. We weten ook dat er zeker twee andere groepen waren, de Zeloten en de Essenen. Deze laatste twee behandel ik niet aangezien Jezus niet tegen hun “zuurdesem” waarschuwde.
29 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Ons woord “Farizeeër” komt van het Griekse woord pharisaios en is de vertaling van het Hebreeuwse woord perusim, wat “apart gezet” betekent: Zij zetten zichzelf apart toen zij zagen dat hun Joodse godsdienst gevaar liep om overspoeld te worden door “wereldse invloeden” vanuit het Grieks hellenistisch denken en leven. De Romeinen die Israël bezetten, brachten een levenswijze met zich mee, wat zij zagen als een bedreiging voor hun godsdienst. De Farizeeën wilden de Wet van Mozes eerbiedigen en uitleven in elk detail van alle dag – persoonlijk en als Joodse samenleving. Ze maakten als het ware een verbond om de geschreven Wet van Mozes en alle mondelinge overleveringen serieus te nemen en uit te leven in elk detail: niet alleen een theologische godsdienst voor één dag per week, maar een praktische voor elke dag. Zij waren veelal leken uit het volk en niet zo zeer priesters, Levieten of aristocraten en je zou ze kunnen zien als een sociale beweging. Dit voornemen en idee moet veel christenen vandaag aanspreken: het geloof is niet alleen voor zondag en niet alleen voor binnen de kerkmuren! We laten ons door de invloed van “de wereld” niet beetnemen en we dienen ons dus daadwerkelijk actief te bezinnen over hoe we ons als gelovigen in een ongelovige wereld dienen te gedragen.
30 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Zie daar de vraag van waaruit de Farizeeën ontstonden: Hoe blijven we zuiver en volkomen toegewijd – apart gezet – aan onze God in deze tijd waarin we leven, zoals Hij dat in het Verbond bedoeld heeft? Dit was zo’n 250 jaar voor onze jaartelling. En toen Jezus zijn bediening begon (rond het jaar 30) bestonden de Farizeeën al een tijdje en hadden zij al zo hun “ervaring” in het zich wapenen tegen kwalijke invloeden van buiten af. Zij wilden klaar zijn voor Gods plan en belofte: de komst van de Messias – een profeet zoals Mozes. Zoals we weten was Gods plan iets anders dan dat zij verwachtte: De Messias, zag er anders uit en deed andere dingen op een andere manier dan zij hadden verwacht. Daarom namen ze aanstoot aan Jezus en kwamen zij tot de conclusie: Dit kan niet de Beloofde Messias (Christus) zijn want Hij past niet in ons “plaatje” – Hij lijkt niet op ons! Als ik kijk naar alle “conflicten” die zij met Jezus hadden, was dat niet zo zeer om wie Jezus was, maar meer gebaseerd op hun eigen verwachtingspatroon. Als zij niet zo zwart‐wit en hokkerig dachten en verwachtten, dan zou er ruimte zijn voor Gods idee. Ze hadden verwachting voor wonderen en tekenen, maar dan wel op bepaalde momenten niet (de Sabbat). Ze hadden verwachting van een goede God, maar dan wel dat die God zou handelen binnen de kaders van de uitleg van de Wet zoals zij die hadden. 31 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Leer en invloed “Farizeeër” is een negatieve term in ons denken en gebruik geworden. Een man als Nicodemus echter, die zelf ook een Farizeeër was (zie Joh.3), laat zien dat er binnen de groep mensen waren, die een eerlijk oprecht verlangen hadden naar God. Ons historisch beeld van de Farizeeën is vaak te eenzijdig en te negatief. Er is echter een ernstiger fout die we als christenen vandaag kunnen maken. Die fout maken we, indien we denken dat de term “farizeeër” alleen maar historisch en organisatorisch is. Het woord “farizeer” lezen we in het Nieuwe Testament en we concluderen daarna dat wij zelf niet zo zijn, omdat we “christenen” heten. Wij zelf moeten wel de goede werkers en rentmeesters zijn, want die anderen zijn “slechter”. En hun “slechtheid” is ons argument en norm dat we “beter” zijn. Ja, hoe ironisch: De Farizeeën dachten dat ze beter waren dan de anderen om hen heen. Maar voor hen waarschuwt Jezus juist keer op keer: “Pas op voor het zuurdesem van…” en dan noemt Hij combinaties van groepen – Farizeeën en Sadduceeën (Matt.16:6,12); Farizeeën en Herodianen (Marc. 8:15) – maar zeker staan daar altijd de Farizeeën bij. En in Lukas 12:1 worden de Farizeeën uitsluitend genoemd.
32 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
6 Dus toen Jezus tegen hen zei: ‘Wees terdege op je hoede voor de zuurdesem van de farizeeën en de sadduceeën,’ (…) 12 Toen begrepen ze dat hij niet bedoelde dat ze op hun hoede moesten zijn voor de zuurdesem in het brood, maar voor het onderricht van de farizeeën en de sadduceeën. Matt.16:6, 12
15 Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ Marc.8:15
1 Intussen had er zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar hij richtte zich eerst tot zijn leerlingen: ‘Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën. ‐ Luk.12:1
Het is belangrijk te begrijpen, dat als Jezus waarschuwt tegen “het zuurdesem”, dit wil zeggen dat Hij niet zo zeer waarschuwt tegen de Farizeeën op zichzelf (de mens), maar meer voor hun leer en invloed. Niemand is immuun… De waarschuwing van Jezus betekent dat we als “christenen” niet vanzelfsprekend Farizeeër‐vrij zijn. Ook mijn goede voornemen en werk vandaag kan uitmonden in een traditie die niet meer flexibel is. Ik kan als christenen feeling met het alledaagse leven verloren hebben. Als christen kan ik net als de Farizeeën veroordelend worden naar zogenaamde buitenstaanders, terwijl ik mezelf daarmee buiten de liefde van God plaats. 33 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Het zuurdesem van de Farizeeën, is dus niet slechts historisch of organisatorisch: het heeft te maken met ons hart! Paulus schrijft in zijn tweede brief aan de christenen in Korinthe dat zij zichzelf moesten “testen” om zo te onderzoeken of ze nog wel in het “geloof” waren en dat ze zeker moesten zijn dat Christus in hen was (2Kor.13:5). 5 Onderzoek bij uzelf of u vast op God vertrouwt, stel uzelf op de proef. U weet toch van uzelf dat Jezus Christus in u is? Als dat niet zo is, dan hebt u de proef niet doorstaan. 2Kor.13:5
Het getuigt van enige arrogantie wanneer wij denken dat wij zo’n persoonlijke test van tijd tot tijd niet nodig zouden hebben. Onze zekerheid ligt niet in hoe en hoelang we de christelijke dingen doen, maar onze zekerheid ligt in de Christus in ons (Kol.1:27‐28). 27 Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister. 28 Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen. Kol.1:27‐28
Jezus gaf hiervoor de illustratie van de wijnstok en de ranken: “…zonder Mij kan je niets doen…” (zie Joh.15:1‐5). En “niets” is altijd erg weinig, zeg ik altijd maar. 34 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Ook onder christenen, komen “Farizeeën” voor. Niet zo zeer in de betekenis van een fysieke groep, maar meer diegene, die dat “zuurdesem” hebben aanvaard en welke doorwerkt in hun leven, bediening en denken. De waarschuwing van Jezus (oa. in Matt.16:6 “Wees terdege op je hoede” (NBV); “ziet toe en wacht u…” NBG) is in de grondtekst tweeledig: “pas op, houd je ogen open!” en “wees erop bedacht dat”. Dat Jezus dit tegen zijn discipelen zegt, geeft aan dat iedere volgeling van Hem, potentie heeft om in de loop van de tijd “Farizees” te worden. Ook de twee waarschuwende woorden en de illustratie van het zuurdesem, geeft aan dat het “onopgemerkt” kan gaan en dat het “klein” begint, maar grote negatieve gevolgen heeft! Wat zijn de geestelijke kenmerken van de Farizeeën? Door de jaren heen waren de Farizeeën in Jezus’ tijd veraf van hun oorspronkelijke goede begin komen te staan. Hun valkuil was (en is) religie. De God van de Bijbel is een God van relatie en niet religie. Jezus stierf aan het Kruis om relatie met God te herstellen (verzoening te doen!) en niet om een nieuwe wereldreligie te starten. Relatie (en niet religie) was de reden dat God zijn eniggeboren Zoon aan de wereld gaf. Liefde was de motivatie. Jezus kwam, zo zei Hij zelf, om het verlorene te zoeken en te redden (Luc.19:10) – dat zijn mensen! Toen Jezus tegen zijn discipelen zei, dat Hij weer terug zou gaan naar de Vader, gaf Hij daar een belofte bij: Hij zou de andere Trooster sturen, dat is: de Heilige Geest, een Persoon. Hij heeft niet gezegd, dat Hij naar de hemel gaat en een Bijbel 35 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
geeft. Dat zou weer een nieuwe “dode letter” zijn wat religie en veroordeling brengt in al haar mogelijke vormen naar aanleiding van verschillende interpretaties. Gelukkig beloofde Jezus de Heilige Geest. De Bijbel dienen we dan ook te zien als een boek van relatie en niet in de eerste plaats een boek van leerstellingen. De Bijbel is immers ook een verhalenboek: beschrijvingen van hoe God met diverse mensen in diverse tijden relatie had! Hoe goed de Bijbel is en hoe belangrijk het ook is voor ons geloofs leven, aanbidt nooit de Bijbel! Als Paulus schrijft aan de Kolossenzen dat het woord van Christus rijkelijk in hen moest wonen (Kol.3:16), spreekt Paulus niet over de Bijbel. Die was er nog niet in de vorm zoals wij die nu kennen en hebben – en nee, hij sprak ook niet over het Oude Testament, de Joodse TeNaCH! Paulus sprak over het “woord van Christus”, dat is het woord van de Gezalfde. Jezus Christus is Zelf het Woord van God dat spreekt! (zie Joh.1:1‐4 ). Het spreekt voor mij dan ook vanzelf dat dit niet gaat over de Bijbel, een letter, maar een Persoon! Ook in de Hebreeën‐brief lezen we dat God in deze “laatste tijd” spreekt door Zijn Zoon. 1 Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, 2 maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. Hebr.1:1‐2 36 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Religie of relatie Gedurende de tijd kunnen wij ook vallen in de valkuil van de Farizeeën: relatie wordt religie. En alles wat ze deden – het strikt naleven van de wet van Mozes – was niet vanuit een relatie met God. Zij probeerden met hun strikte naleving goedkeuring van God te verdienen. Dat is dus op basis van eigen werken. Daarom noemde Jezus ze ook regelmatig huichelaars. Dit woord betekent in het Grieks acteur: ze speelden een rol voor mensen (en ook voor God) waarin ze zich beter voordeden dan ze werkelijk waren. Uiterlijk was belangrijk voor hen en niet het hart. Ze werden daardoor onecht. Doctrine was voor hen dan ook belangrijker geworden dan liefde. Ook de Bijbel, met onze interpretatie daarvan, kan onze enige leidraad worden en dan is de Heilige Geest niet langer meer Degene die ons leidt tot de volle waarheid (zie Joh.16:13). Immers, wij denken dat we de waarheid al te hebben: onze leerstellingen. De indruk die de Evangeliën in de Bijbel mij geeft, is dat voor de Farizeeën de theologie van gisteren belangrijker is dan Gods leiding vandaag. Vandaar dat er bij hen geen nieuwe verwachting was. Morgen en de rest van de toekomst kon niet anders zijn, dan dat zij gisteren was en zoals hun vaderen het al hadden beleefd. Aangezien zij geen (levende) relatie met God hadden, was er ook geen openbaring. God wil tot ons spreken vanuit een relatie. De Farizeeën 37 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
hadden met hun traditie God als het ware in een “doosje” gedaan: Dit is God en zo is Hij. Zij wisten – naar zij dachten – alles van God, maar zij kenden Hem persoonlijk niet. Het geloof dat zij hadden was een geloof in traditie. Dát was hun zekerheid. Mede door deze houding brengen farizees ingestelde gelovigen een kloof tussen zichzelf en de mensen om hen heen. Zeker als die ander niet behoort tot hun “groep”. Dat vandaag de dag het Evangelie niet aantrekkelijk is voor de “wereld” komt niet omdat de wereld zo ver van God afstaat of zo door‐en‐door‐ slecht is. Het komt meer omdat wij, christenen, de “taal” van alle dag niet meer spreken en de ander vaak niet zien als mensen die ook Jezus nodig hebben. We leven zo vaak in onze eigen “wereld” en daarmee hebben we onze eigen taal en cultuur! Hoe anders was Jezus: Hij bracht mensen tot God de Vader, eenvoudig omdat mensen zich tot Hem aangetrokken voelden. Daarom dat Hij ook zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven en niemand komt tot de Vader dan door Mij (Joh.14:6). Deze tekst was meer dan een theologische waarheid. Het was een werkelijkheid die we in de Evangeliën zien: de Farizeeën stootten mensen af, maar Jezus trok ze aan. Wat doen we vandaag als Kerk, als Gemeente van Jezus Christus: aantrekken of afstoten? Het zit hem niet in een programma of structuur van Gemeente‐zijn. Nee, het zit hem in wie wíj zijn… 38 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Traditie Veel christenen hebben een Farizese mentaliteit ontwikkeld. Ze voelen zich superieur en dit uit zich in zelfvoldoening en een veroordelende houding. Hun zekerheid is de jaren dat ze christen zijn en hun “kennis” van God. Farizeïsme kijkt door haar eigen koker en niet door Gods ogen. Zij doet de dingen van God in eigen kracht en niet door de Heilige Geest. Zij wil iets verdienen en zichzelf bewijzen en is daarom een vorm van eigengerechtigheid en geen genade. Zij wil Gods acceptatie verdienen op eigen voorwaarden en kracht en heeft daardoor trots en/of minderwaardigheid tot gevolg. Trots, wanneer men succesvol is en minderwaardigheid wanneer men faalt om zich te houden aan “standaard” die men zichzelf oplegt. Traditie – ook christelijke traditie – bindt ons, terwijl de Waarheid vrij maakt. Traditie kan erg “waar” zijn, maar is nooit waarheid. Waarheid is een Persoon en die waarheid maakt vrij als we de waarheid als Persoon kennen, dat wil zeggen: relatie hebben, of “als discipel volgen.” Daarmee is waarheid dus dynamisch, levend en dus progressief (vergelijk Joh.8:31‐ 32 en 14:6).
39 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
31 En tegen de Joden die in hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen. 32 U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ Joh.8:31‐32
6 Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Joh.14:6
Traditie maakt dat we dingen doen gebaseerd op het verleden. Vaak is het zo dat we niet echt meer weten waarom we de dingen doen die we doen en hoe we ze doen. Het is zelfs mogelijkheden dat we denken dat we bepaalde dingen doen omdat het Bijbels is, zoals een christen eens zei dat het Bijbels is om God te loven en te prijzen met het orgel. God loven en aanbidden is Bijbels (functie), maar dat hoeft volgens de Bijbel niet per se met een orgel! (vorm). Verschillende gemeenten geloven bijvoorbeeld dat de “ware” Bijbelse manier van evangelisatie met een tent is en dat je wekelijks folders moeten verspreiden. Jezus bracht het evangelie (functie) en dat dienen wij ook te doen, maar dat hoeft niet per se met een tent of door het rond delen van bijbelteksten op papier! (vorm). Traditie haalt functie (die onveranderlijk is) en de praktische uiting van die functie (vorm, die we creatief kunnen en mogen veranderen om effectief te kunnen zijn) door elkaar. Vaak krijgt vorm door traditie de waarde en betekenis van functie en dan worden we als gemeente een instituut. En mensen moeten dan de organisatie dienen in plaats van dat wat we organiseren mensen dient. 40 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Traditie is als een slavendrijver. Het is oud en doods, door de mens gemaakt en stijgt daardoor nooit boven het grijze verstand uit. Het is zware last en kan geen waarheid voor vandaag in zich hebben. Daarmee is traditie voorspelbaar en saai. Traditie preekt schuld en veroordeling en leidt tot vrees. Hoe anders de Waarheid, die Christus is: Het is fris en nieuw en voor vandaag; het is levend en komt van de Heilige Geest. Het stijgt uit boven ons verstand, het is bovennatuurlijk, geestelijk en brengt vrijheid en leven. Het is actief gaan op de Weg. Het is een Geest‐geleid avontuur. Waarheid preekt genade en relatie met God als Vader en leidt tot geloof en liefde. 8 Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid! Hebr.13:8
Het zuurdesem van de Farizeeën maakt ons ineffectief. Daarom dat Jezus duidelijk heeft gezegd: “Pas op voor het zuurdesem van de Farizeeën…!” De kerkgeschiedenis leert dat naar deze raad door velen niet is geluisterd of in de loop der tijd is “vergeten”. We kunnen ons dat als Gemeente van Jezus Christus niet veroorloven: als het zuurdesem van de Farizeeën in ons is, raken we onze smaak als zout der aarde kwijt en dan dooft ook het licht in ons. Laten we onszelf daarom toetsen, zodat we zeker weten dat
41 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Christus in ons is en we vrijmoedig kunnen zeggen: Wij geheel anders want we hebben Christus leren kennen (Ef.4:20) Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Geef enkele redenen waarom door de geschiedenis de Farizeeën een van de werkelijkheid afgezonderde groep werd. Kan je hier begrip voor opbrengen? Verklaar je mening. 2. Waar duidt “zuudesem” op en waarom zou Jezus dit gebruiken als waarschuwing in lijn met de Farizeeën, Sadduceeën en Herodianen? Leg uit waarom “zuurdesem” met de leer te maken heeft en niet met de Farizeeën (als mensen) zelf. 3. Omschrijf het verschil tussen relatie en religie. Is religie altijd verkeerd? Waarom (niet)? Zie bijvoorbeeld “religie” (“godsdienst”) in Jak.1:27. 4. Geef aan waarom traditie een gevaar is voor het volgen van Jezus. Paulus spreek echter ook over “traditie”, (“overlevering”) oa. in 2Tess.2:15; 3:6. Verklaar de nuance die we moeten vinden tussen “goede” en “verkeerde” traditie.
42 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
HOOFDSTUK 3 2. De Sadduceeën In Mattheüs 3:7 komen we naast de Farizeeën ook nog de Sadduceeën tegen. Hoewel van traditie bij hen ook sprake was, hadden zij andere hoofdkenmerken. Ook zij waren ontstaan in die “wachttijd” na de profeet Maleachi. En in Jezus’ tijd vormden zij een machtige maatschappelijke groep. De naam “Sadduceeën” komt wellicht van tsaddieq, wat “rechtvaardig” betekent. Er wordt ook gedacht dat het komt van zonen van Zadok, omdat de hoge geestelijkheid die richting aanhing en het zou een bijnaam kunnen zijn die is overgegaan in het spraakgebruik. Het wordt aangenomen dat zij bestonden uit leidende families uit het volk Israël. Onder hen waren priesters, aristocraten, grondbezitters en rijke kooplieden. In Jezus’ tijd beheerden ze de tempel: Ze hielden toezicht op de eredienst en waren verantwoordelijk voor de financiën door middel van het ontvangen van de tienden. Ook de hogepriester werd in die tijd uit hun midden gekozen. Op deze manier hadden zij een belangrijke maatschappelijke positie, mede omdat er onder hen veel rijken uit het volk waren. Dit kan een verklaring zijn waarom de Sadduceeën behoudend waren. Mede omdat zij genoten van bevoorrechte posities onder het volk, 43 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
zagen zij elke beweging die hun “orde” kon verstoren als een gevaar voor henzelf. Godsdienstig gezien, verwierpen zij de “traditie van de vaderen” en de mondelinge wet. Zij erkenden alleen de Wet van Mozes, de Pentateuch (de eerste vijf boeken van de Bijbel), als het wezenlijke en zekere dat van God kwam. Vandaar dat de Sadduceeën niet geloofden in de opstanding der doden, noch onsterfelijkheid, aangezien “Mozes” dit volgens hen nergens noemt. Gevolg was dat zij ook niet geloofden in straf of beloning ná de dood en ook niet in een tweedeling hemel en hel. Volgens Handelingen 23:8 bestonden voor hen ook geesten en engelen niet. Volgens hen was de mens geheel vrij om te kiezen en dus zelf verantwoordelijk voor zijn eigen daden: Ieder was verantwoordelijk voor zijn eigen voorspoed of onheil. Vandaar dat zij genadeloos was in oordeel: zij kenden geen barmhartigheid. Omdat zij niet de gehele Schrift maar slechts de vijf boeken van Mozes als van God erkenden, sloten ze in hun manier van denken en leven God van betrokkenheid in de wereld uit. De Sadduceeën waren dan ook erg liberaal in hun ideeën en principes. Aangezien zij een geestelijke wereld niet erkenden, maakten zij graag hun “tegenstanders” (waaronder de Farizeeën) met hun “geloof” en overtuigingen over geestelijke zaken belachelijk in discussies en disputen met “wat als” vragen. 44 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Als voorbeeld kan dienen de vraag die ze Jezus stelden wat betreft de opstanding: 18 Er kwamen enkele sadduceeën naar hem toe; volgens de sadduceeën is er geen opstanding uit de dood. Ze vroegen hem: 19 ‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven: “Als iemand sterft en een vrouw achterlaat, maar geen kinderen, moet zijn broer die vrouw bij zich nemen en nakomelingen verwekken voor zijn broer.” 20 Er waren eens zeven broers. De eerste nam een vrouw en stierf zonder nakomelingen; 21 de tweede nam haar tot vrouw, maar stierf ook zonder nakomelingen; en met de derde ging het net zo. 22 Geen van de zeven kreeg nakomelingen. Het laatst van allen stierf de vrouw. 23 Wiens vrouw zal ze dan zijn bij de opstanding, wanneer ze opstaan uit de dood? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’ 24 Jezus antwoordde: ‘Dwaalt u niet? U kent blijkbaar de Schriften niet en evenmin de macht van God. 25 Want wanneer de mensen uit de dood opstaan, trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze als engelen in de hemel. 26 Wat betreft de opwekking van de doden, hebt u in het boek van Mozes in het gedeelte over de doornstruik niet gelezen dat God tegen hem zei: “Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob”? 27 Hij is geen God van doden, maar van levenden; u dwaalt vreselijk!’ Marc.12:18‐17
Jezus’ antwoord geeft aan dat Hij vond dat ze op twee manieren fout zaten: (a) Ze erkenden niet het gezag van de gehele Schrift. Jezus erkende deze duidelijk wel als geheel, omdat Hij zonder onderscheid van belangrijkheid uit alle delen (Mozes, de Psalmen en de Profeten) citaten nam (zie bijvoorbeeld Luc. 24:25‐27 en 44‐46).
45 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
(b) Zij geloofden niet in de kracht van de levende God, voor wie de dood geen “einde” betekent: “De aartsvaders, Abraham, Izaäk en Jacob zijn levend voor en met Hem,” zegt Jezus. Ook in de kerkgeschiedenis en onder christenen van allerlei denominaties kunnen we hun “zuurdesem” (Matt.16:6) zien. Net als de Farizeeën zijn ook de Sadduceeën meer dan een Bijbel‐historische groep. Geestelijke kenmerken Geestelijk staat het zuurdesem van de Sadduceeën voor de valkuil voor de gelovige die “Twijfel” heet. Er is een soort van veilig kiezen te geloven en te erkennen als “van de Heer” dat wat makkelijk te vatten is: een bepaald deel van de Schrift, een soort van uitlezing van te begrijpen passages uit de Bijbel die van toepassing kunnen zijn. Voor alles wat “Mozes” niet noemt is een soort van niet‐erkennen. Deze twijfel heeft iets agnostisch: we weten het niet zeker, dus nemen we het niet als waarheid aan. Rationalisme is een ander kenmerk wat met “twijfel” samengaat: eerst zien en dan geloven. Er is in het “Sadduceïsme” geen verwachting dat God actief is. Er is dan ook geen ruimte voor verwachting en geloof voor een wonder. En dat wonder gebeurt dan ook vaak niet; wat voor de “Sadduceeër” weer een bevestiging is dat wonderen niet voor vandaag zijn. En zo zien we een Sadduceese manier van redeneren: De gaven van de Geest waren voor de eerste gemeente en aan de vier Evangeliën 46 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
hebben we genoeg! Jezus is de Heer die wonderen deed om het Evangelie te verkondigen, maar nu is dat niet meer nodig. Openbaring en inspiratie is ook niet langer nodig. De Bijbel is genoeg – of beter: bepaalde passages daaruit die ons persoonlijk aanspreken op basis van “willekeur”. Zoals de historische Sadduceeën “hun Mozes” hadden, zo hebben “Sadduceeën” vandaag genoeg aan de historische Bijbelverhalen. Ze geloven niet in een doorgaande openbaring: Indien bijvoorbeeld Mozes niet sprak over opstanding, dan was er geen opstanding uit de dood. En als Jezus niet sprak over de gaven van de Geest, dan zijn de “Sadduceeën” sceptisch over Paulus als hij er over spreekt in zijn brieven. Dat kan dan wellicht niet voor vandaag zijn en zeker niet voor ons. We redeneren het weg, want dat is wel zo comfortabel en veilig. Voor de Sadduceeën handelt God niet vandaag. En zeker niet hier. Dat is een geruststellende gedachte: het neemt verantwoording weg om te bidden en God te zoeken en net als Habakkuk naar God uit te roepen: “Heer, we hebben uw werken van vroeger gehoord, doe ze ook nu!” (zie Habb.3). We hoeven niet langer tot God te naderen, zodat Hij tot ons nadert. Want voor de Sadducees‐ingestelde mens, is geloof een theorie, en niet een actief beginsel van waaruit de rechtvaardige leeft en tot God nadert. De rechtvaardige Sadduceeër leeft niet, hij “is” slechts en heeft geen noodzaak tot God te “naderen” want er is namelijk (volgens hem) geen persoonlijke relatie mogelijk. 47 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Maar zie wat de Bijbel daarover zegt: 8 Nader tot God, dan zal hij tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars. Jak.4:8
17 In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’ Rom.1:17
6 Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen moet immers geloven dat hij bestaat, en wie hem zoekt zal door hem worden beloond. Hebr.11:6
Bij de Sadduceeën ging met dit samen een verlangen om alles te laten zoals het is: een zelfgenoegzaamheid wegens een eigen comfortabel leven. Een genieten van bevoorrechte positie(s) en aanzien in de “maatschappij”. Vandaar dat er geen verlangen is eigen zaken op te geven voor een algemeen doel: Er zal geen actie worden ondernomen om naar een ander mens uit te reiken en goed te doen, omdat deze “geest van de Sadduceeën” gelooft in eigen wil, dat wil zeggen dat ieder persoonlijk verantwoordelijk is voor eigen succes of falen. Voorspoed en geluk of tegenslag en onheil zijn een gevolg van eigen keuzes. Geen barmhartigheid voor de ander, dan alleen de eigen “kring”. Deze gelovigen zullen slechts uit gewetensbezwaar een schenking doen aan armen, zeker 48 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
als het door anderen wordt gezien en hun eigen goedheid bevestigt in de ogen van derden. Christenen, in wie het zuurdesem van de Sadduceeën is, zullen dan ook geen huis en broeders en land verlaten om het Evangelie te verkondigen. Dat is immers niet voor vandaag. God roept hen ook niet, want zij hebben geen oren om te horen. Zij maken gekscherende grappen over andere christenen (die wel in een levende God geloven en geleid willen worden door Zijn Geest) en stellen hen voortdurend op de “proef” met hun kritiek en vragen. Zij hebben geloof in hun eigen weten, hun eigen twijfelachtige zekerheid, hun wetenschap. Als volgelingen van Jezus kunnen we ons deze visie en houding niet veroorloven willen we lichtend licht en zoutend zout in deze wereld zijn en het evangelie van het baanbrekende Koninkrijk van God willen uitleven! Geen zonen van Zadok Volgens sommigen komen de Sadduceeën af van de priesters van Zadok. Dit is een opmerkelijke gedachte, waar ik persoonlijk aan twijfel, zeker in geestelijke zin: de priesters van Zadok worden gewaardeerd en gezegend door de Heer, aangezien deze groep van priesters trouw bleven aan Hem toen nagenoeg heel het volk van Israël afviel van hun God (wat hun 49 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
ballingschap tot gevolg had). Ook het merendeel van de priesters gingen met het dienen van afgoden mee, slechts de groep van Zadok bleef toegewijd en trouw. We lezen hierover in het slot van het boek Ezechiël waar de Heer de profeet de nieuwe tempel laat zien en wie daar zullen dienen. Over de levieten die afvielen, zegt de Heer dat zij in de nieuwe tempel slechts het volk mogen dienen, maar tot Hem niet zullen naderen: 10 De Levieten die zich van mij hebben afgewend toen Israël zich van mij afkeerde en achter zijn afgoden aanging, zullen hun straf niet ontlopen. 11 Ze moeten in mijn heiligdom dienstdoen als poortwachters en tempeldienaren. Ze moeten voor het volk de brandoffers en de vredeoffers slachten, en ze moeten klaarstaan om het te dienen. 12 Omdat ze de Israëlieten gediend hebben bij hun afgoderij, en hen zo verleidden tot de zonde die hen ten val bracht, zweer ik – spreekt God, de HEER – dat zij hun straf niet zullen ontlopen. 13 Ze mogen niet in mijn nabijheid komen om mij als priester te dienen, ze mogen bij geen van mijn heilige of allerheiligste voorwerpen komen. Ze zullen de schande moeten dragen van de wandaden die ze bedreven hebben. 14 Ik zal hen aanstellen om zorg te dragen voor de tempel, en daar alle werkzaamheden te verrichten. Ezech.44:10‐14
Let echter op de geheel andere “toon” in het spreken van de Heer naar aanleiding van de trouw van de zonen van Zadok aan Hem: Zij, de zonen van Zadok, mogen in de nieuwe tempel het Heilige der Heilige, daar waar de Heer zelf woont, binnenkomen om tot Hem te naderen en Hem te dienen: 50 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
15 Maar de Levitische priesters, de nakomelingen van Sadok, die zorg droegen voor mijn heiligdom toen de Israëlieten zich van mij afkeerden, mogen in mijn nabijheid komen om mij te dienen; zij mogen voor mij klaarstaan om mij vet en bloed aan te bieden – spreekt God, de HEER. 16 Ze mogen in mijn heiligdom komen en dienstdoen bij mijn tafel; ze moeten mij trouw dienen. 17 Wanneer ze de poorten van de binnenhof in gaan moeten ze linnen kleren aantrekken; ze mogen geen wol dragen wanneer ze dienstdoen binnen de poorten van de binnenhof of in de tempel. 18 Ze moeten linnen tulbanden dragen en linnen broeken, ze mogen niets aanhebben waarvan men gaat zweten. Ezech.44:15‐18
En omdat ze de Heer zo van nabij zullen kennen en dienen, zullen ze in staat zijn het volk het verschil te leren tussen het heilige en het onheilige. Dat is niet een theologische wijsheid van onderscheid, maar een weten vanuit een kennen (of relatie hebben) met de Heer Zelf: 19 En wanneer ze weer naar de buitenhof gaan, de hof van het volk, moeten ze de kleren waarin ze dienst hebben gedaan uittrekken en in de heilige zijhallen leggen. Ze moeten andere kleren aantrekken, waarmee ze het volk niet heilig maken. (…) 23 Ze moeten mijn volk leren wat heilig is en wat niet, en hun het onderscheid leren tussen rein en onrein. Ezech.44:19, 23
De zonen van Zadok kunnen niet de Sadduceeën zijn, misschien wel via een biologische afstamming, maar toch zeker niet in geestelijke zin. Deze zuivere gerichtheid op de Heer zelf was “onmogelijk” voor de Sadduceeën die we vanuit de Evangeliën kennen. Ook geestelijke Sadduceeën kennen het dienen van de Heer niet. Zij hebben slechts een verlangen zichzelf te dienen en al hun persoonlijke 51 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
voorrechten te beschermen. Daarmee is de oproep “jezelf verloochenen en je kruis opnemen en Jezus volgen” (Luc.9:23) bij hen aan dovemansoren gezegd. Hoogstens willen zij Jezus volgen als middel eigen doelen te bereiken. Kooplieden In de Sadduceeën herkennen we de “kooplieden” – welke in grote getalen ten tijde van Jezus’ bediening in Israël connecties met hen hadden. Die kooplieden behoorden vaak zelf tot de Sadduceeën. Denk bijvoorbeeld aan de kooplieden en geldwisselaars in de Tempel welke Jezus naar buiten joeg. Hij sprak daarbij dat zij van de Tempel een “rovershol” hadden gemaakt. 12 Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13 en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’ 14 Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar hem toe, en hij genas hen. 15 De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen hij verrichtte en hoorden de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ roepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. Matt.21:12‐15
De kooplieden‐mentaliteit van de Sadduceeën kunnen we ook geestelijk in de tweede brief van Petrus vinden: Petrus spreekt in het tweede hoofdstuk over (toekomstige) valse profeten en leraren in de gemeente. En dan in vers 15 spreekt hij over dat zij de “rechte weg” hebben verlaten 52 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
en “verdwaald” zijn! Omdat zij “de weg van Bileam” hebben gevolgd, “die zich maar al te graag liet betalen voor onrecht” (NBV); “die lief had het loon van onrechtvaardigheid” (2Petr.2:15, vertaling uit de KJV). De Sadduceeën zijn eveneens verdwaald. Het Griekse woord betekent ook “misleid” zijn doordat je niet weet waarheen je op weg bent; de “juiste” weg missen. Ook wij moeten uitkijken en bedacht zijn op het “zuurdesem van de Sadduceeën” aangezien we vandaag op de rechte weg kunnen zijn, maar die morgen ongemerkt kunnen hebben verlaten. Vergelijk de spreuk: “Een mens denkt de juiste weg te gaan, terwijl die eindigt bij de dood” (Spr.14:12). We dienen de Here Jezus als de “Weg” (Joh.14:6) te volgen en niet de “weg van Bileam” te gaan. Bileam was de profeet die door Barak werd in gehuurd om Gods volk te vervloeken (Num.22:5 vv.). Hij had goede profetieën, maar zijn hart was verdorven. Hij was angstvallig gericht om zijn geestelijke gaven te gebruiken voor persoonlijk gewin. De koopmans geest van de Sadduceeën ziet overal brood in om zichzelf te verrijken en dat vaak onder het mom van zogenaamde geestelijkheid en godsdienst.
53 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Waarom is de “koopmans geest” van de Sadduceeën zo anti‐Christelijk? 2. In welk opzicht hebben de Sadduceeën volgens jou de grootste fout gemaakt? Met andere woorden: wat was (is) de kern van hun zuurdesem waar Jezus voor waarschuwt? 3. Als we de Sadduceeën in het Nieuwe Testament tegenkomen, maken ze een zelfverzekerde indruk. Waarom heeft de schrijver toch hun valkuil “Twijfel” genoemd? Leg uit waarom je het hier mee eens bent of juist niet. 4. We weten dat verschillende Farizeeën zich bekeerden tot Jezus, Paulus is het bekendste voorbeeld. We weten echter niet van Sadduceeën (bij name genoemd) die zich hebben bekeerd. Zou het moeilijker zijn voor Sadduceeën zich tot Jezus te bekeren dan voor Farizeeën? Het is een speculatieve vraag, maar probeer toch op basis van de geestelijke kenmerken genoemd in dit hoofdstuk tot een antwoord te komen.
54 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
HOOFDSTUK 4 3. De Herodianen Een derde groep waar tegen Jezus zijn discipelen waarschuwt, zijn de Herodianen: 15 Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ Marc.8:15
We komen hen tegen in Mattheüs, onder andere waar ze bij Jezus verschijnen (met een aantal leerling Farizeeën) om Jezus in een val te lokken door te vragen of het toegestaan is de keizer belasting te betalen of niet. 15 Nu trokken de farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze hem met een uitspraak in de val konden lokken. 16 Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal herodianen naar hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. We weten dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen, u kijkt immers niemand naar de ogen. 17 Zeg ons daarom wat u vindt: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet?’ Matt.22:15‐17‐
Om de geestelijke invloed van dit zuurdesem te begrijpen en hoe we ons als volgelingen van Jezus daarvoor moeten beschermen, moeten we eerst kijken naar hun historische plaats, doel en gedrag. 55 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
We weten dat de herodianen een groepering was die zich verbonden voelde aan de familie van Herodes, de Idumese dynastie. Antipater was benoemd tot procurator van Judea door de Romeinse keizer Julius Caesar in 47 voor Christus. Eén van zijn zonen, Herodes de Grote, werd gouverneur van 37 tot 4 voor Christus. Na de dood van Herodes de Grote werd zijn heerschappij verdeeld over zijn drie zonen. Herodes Antipas was van 4 voor Christus tot 39 na Christus de tetrarch van Galilea en Perea. Hij was de Herodes die regeerde in de tijd van Johannes de Doper en Jezus’ bediening. Hij was ook degene die met zijn schoonzus, Herodias de vrouw van zijn halfbroer Philippus, trouwde, wat Johannes de Doper veroordeelde. Deze Herodes Antipas zette Johannes de Doper in de gevangenis en gaf later opdracht hem te onthoofden op verzoek van de dochter van Herodias (Matt.14:4‐12; Marc.6:17‐29 en Luc.3:19). Herodes Antipas werd door Jezus “die vos” genoemd (Luc.13:32) wat al aangeeft dat hij bekend stond om zijn sluwheid en list. Deze Herodes wilde ook graag Jezus zien en dacht, toen hij hoorde over Jezus’ wonderen, dat Hij Johannes de doper was die uit de dood was opgestaan (Luc.9:7‐9). Toen Hij Jezus zag, wilde hij graag door Jezus vermaakt worden met een wonder van Hem. Jezus echter, deed niets en zei niets en toen vernederde Herodes hem door de spot met hem te drijven (Luc.23:8‐ 11). Deze Herodes Antipas, is de Herodes die Jezus noemt in Markus 8 vers 15. 56 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
15 Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ Marc.8:15
De zoon van Antipas, Herodes Agrippa I, is de Herodes die genoemd wordt in Handelingen 12:1‐23. Hij regeerde van 37 tot 44. Zijn zoon Herodes Agrippa II is degene die Paulus naar Rome zond, nadat de apostel zich beriep op de keizer (Hand.25:13‐26:32). Karakter van de familie Herodes Laten we in het kort kijken naar de achtergrond en het karakter van de familie Herodes. Zij zouden afstammen van Edom en dus niet zuiver Joods of Israëlisch zijn. Daardoor dat zij door de grootste groep van Joden in Jezus’ tijd werden veracht. Herodes de Grote en zijn zonen na hem waren diplomaten en hadden een intense loyaliteit aan de keizer van Rome. Zij profiteerde voornamelijk persoonlijk van deze loyaliteit in positie, rijkdom (financiën) en grondbezit. Dit had ook positieve gevolgen voor de economische en culturele groei van hun gebied: Zij introduceerden de Hellenistische invloed in Palestina. We zien hier de compromisvolle diplomatie: naast verschillende paleizen en “wereldse” gebouwen, bouwde Herodes de Grote ook de Tempel van Jeruzalem (Joh.2:20). 57 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Herodes de Grote maakte zijn autoriteit en invloed steeds hechter door gecentraliseerde bureaucratie. Daarnaast gebruikte zowel hij als zijn zonen na hem geweld en wreedheden om hun doel te bereiken. Het doel heiligde bij hen alle middelen. Zij onderdrukten elke vorm van (mogelijke) oppositie. Als bijvoorbeeld de wijzen uit het Oosten dan ook komen vragen waar de koning der Joden – Jezus Christus – geboren is, deinsde Herodes de Grote er niet voor terug om alle pasgeboren jongetjes te vermoorden rondom Bethlehem (Matt.2:13‐16). Ook had hij al eerder alle eigen familieleden die wettelijk recht hadden op de troon omgebracht. Er wordt zelfs aangenomen dat hij zijn eigen vrouw, Mariamne, heeft gedood. Herodes “de vos” Antipas (Luc.13:32) profiteerde van het rijk dat zijn vader had opgebouwd en ging in zijn vaders stappen verder om zijn eigen doelen te bereiken. Hij sloot eveneens compromissen om persoonlijke doelen te bereiken en schuwde daartoe geen enkele methode. Denk als voorbeeld aan de gevangenneming en onthoofding van Johannes de Doper (Luc.3:19‐20; Matt.14:4‐12). Hij had een extravagante levensstijl wat we onder andere zien in het feestmaal beschreven in zojuist genoemde Bijbelgedeelten. Hij hoorde ook Johannes de Doper graag maar het veranderde hem niet. 58 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
20 want Herodes had ontzag voor Johannes, omdat hij wist dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hij nam hem in bescherming. En hoewel hij altijd in grote onzekerheid verkeerde als hij naar hem geluisterd had, bleef hij hem toch graag horen. Marc.6:20
Toen hij later Jezus ontmoette wilde hij alleen maar een wonder zien. 8 Herodes was bijzonder blij toen hij Jezus zag, want hij wilde hem al heel lang ontmoeten omdat hij veel over hem gehoord had. Bovendien hoopte hij hem een wonder te zien doen. 9 Hij ondervroeg hem uitvoerig, maar Jezus antwoordde hem niet één keer. 10 De hogepriesters en de schriftgeleerden die erbij stonden, brachten zware beschuldigingen tegen hem in. 11 Hierop begonnen Herodes en zijn soldaten Jezus te honen, en ze dreven de spot met hem door hem een pronkgewaad om te hangen. Zo stuurde hij hem terug naar Pilatus. 12 Op die dag werden Herodes en Pilatus vrienden, terwijl ze altijd elkaars vijanden waren geweest. Luc.23:8‐12
Herodes’ focus was uitsluitend gericht op datgene wat populair was en wat hij kon gebruiken voor persoonlijk gewin. Zijn leven werd gemotiveerd door zelfzuchtige ambitie. Herodes kende geen morele principes waardoor hij zich liet leiden. De enige god die hij kende was hij zelf. De herodianen en de geestelijke kenmerken De herodianen waren dat deel van de Joodse bevolking dat op de hand van Herodes was. Dit was onder andere omdat ze op die manier als Joden een mogelijkheid zagen,ondanks vijandelijke bezetting door de Romeinen, enigszins een fragmentarische nationale overheid te hebben. Natuurlijk 59 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
was deze slechts uiterlijk: Herodes als stroman van de keizer in Rome. Door dit aanhangen van Herodes, kregen zij dezelfde mentaliteit als die familie. Een van de hoofdkenmerken van het zuurdesem van Herodes (Marc. 8:15) en daarmee de herodianen is de belangrijkheid van dat wat bij de menigte populair is (Publieke Opinie). Dit is een groot gevaar voor ons als we Jezus volgen. We verlaten de waarheid, die Jezus is, door het onder de indruk zijn van dat wat de meeste mensen, en ook christenen vinden. Het missen van visie en principes, maakt dat we als Herodes kunnen zijn en alles en iedereen voor persoonlijk belang kunnen gebruiken op welke manier dan ook. Het doel heiligt de middelen ten behoeve van persoonlijk gewin, verrijking, populariteit, macht, positie – ook in geestelijke zin. De standaard van de herodianen is een wereldse mentaliteit en niet Gods principes. Zij zullen vrienden zijn met vijanden om hun doel te bereiken en werkelijke vrienden verraden indien nodig. De waarheid is dat wat momenteel populair is en wat de menigte vindt. Populariteit en de opinie van de massa, maakt dat hun waarheid onstabiel is. De herodianen hebben geloof in de mogelijkheid van het moment – opportunity – en zijn mensen van het compromis. Zij zijn (indien ze behoren tot een kerk) gelovige “politici“. Zoals de Herodianen in Jezus’ tijd probeerden op wat voor manier dan ook “Gods volk” als natie 60 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
fragmentarisch onder bezetting van de Romeinen te realiseren, zo zijn ook vandaag veel christenen aan het proberen “iets christelijks” te doen in de goddeloze wereld. Hierdoor wordt Gods norm vaak verlaagd of er wordt vanaf geweken. Zo verliezen we smaak als zout van de wereld. God heeft een hoge norm en maatstaf: De Gemeente heerst in de wereld en zij is er niet een onderdanig onderdeel van zodat zij daarin moet proberen te overleven. Christenen met een “herodiaanse” mentaliteit en denkwijze kunnen nooit meer dan overwinnaars zijn, dit is echter wel Gods norm voor ons in Christus: 37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. Rom.8:37 (NBG)
Als Jezus de Heer is van ons leven, dan is Hij Degene die de Waarheid voor ons is en de Waarheid voor ons bepaalt. We volgen Hem en houden vast aan Zijn principes. De mentaliteit en “leer” (zuurdesem) van de herodianen zal ons denken en handelen beïnvloeden. Jezus’ wil zal langzaam maar zeker ondergeschikt worden gemaakt aan eigen populariteit en levensstijl en wensen. We zullen eerder de massa volgen en de laatste “christelijk” hype dan Hem. In dat geval krijgt Jezus (onbewust) de tweede plaats in ons leven, onze bediening en gemeente. We kunnen dan christelijke dingen doen zonder Christus zelf, zoals de kerk van Laodicea: 61 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
14 Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: “Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping: 15 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! 16 Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. 17 U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. 18 Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. 19 Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt. 20 Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. Openb.3:14‐20
Dit zuurdesem van de Herodianen is dat waar ook Jakobus ons tegen waarschuwt: 13 Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. 14 Maar als u zich laat beheersen door bittere jaloezie of egoïsme, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. 15 Dat soort wijsheid komt niet van boven; ze is aards, ongeestelijk, demonisch. 16 Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij. 17 De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is rijk aan ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. 18 Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die vrede stichten. Jak.3:13‐18
62 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Het is een beheerst worden “door bittere jaloezie of egoïsme” en een andere vertaling spreekt over “zelfzuchtige ambitie” (“selfish ambition”, King James). Jakobus maakt duidelijk dat dit niet van “boven” komt, maar dat het “aards, ongeestelijk, demonisch” is (Jak.3:15). Dat Jakobus er over spreekt geeft al aan dat ook toen al christenen niet bedacht waren op dit zuurdesem. Ook door heel de kerkgeschiedenis heen zien we dat in naam van Christus dingen zijn gedaan en gezegd, welke meer werden gemotiveerd door deze zelfzuchtige ambitie – of het zuurdesem van Herodes – dan door de Geest van Jezus. De waarschuwing van Jezus en ook die van Jakobus geven aan dat het niet altijd makkelijk te herkennen is, aangezien het van binnenuit komt. De verantwoordelijkheid ligt dus in de eerste plaats bij en in onszelf: Wij dienen toe te zien dat we dit niet accepteren, in de eerste plaats in ons eigen hart, leven en bediening en gemeente.
63 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Waarom is de Publieke Opinie voor de christen een gevaar (een zuurdesem)? 2. Waarom zou de schrijver tegen een poging zijn om een christelijke maatschappij te realiseren in de wereld. Is zo’n maatschappij mogelijk? Verklaar je mening. 3. Is compromis altijd verkeerd voor een christen? Motiveer je antwoord. Kan je voorbeelden noemen waarin christenen zonder hun smaak als zout te verliezen compromissen kunnen sluiten? 4. De schrijver spreekt over christelijke “politici”. Wat zijn de gevaren voor christenen in de maatschappelijke politiek, zoals bijv. christelijke partijen? Is christelijke politiek überhaupt mogelijk? Motiveer je antwoord. 5. Een niet genoemd en uitgewerkt kenmerk van de Heriodianen, was de erfopvolging van macht van vader op zoon. Wat is hier het nadeel van als deze vorm van leiderschap in kerken/gemeenten zouden plaatsvinden? Zijn er ook voordelen aan?
64 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Samenvatting van de drie groepen Tot slot wil ik aan het eind van dit hoofdstuk in het kort de hoofdkenmerken van de drie genoemde groepen herhalen: 1. Farizeeën; Matt.16:6; Marc.8:15; Luc.12:1 Valkuil voor de christen: Religie Theologie van gisteren belangrijker dan Gods leiding vandaag Geen persoonlijke relatie met God Geen nieuwe verwachting en openbaring Alleen de wet of de “letter” “God in een doos” Zelfvoldaan, superieuriteit, veroordelend Geloof in Traditie 2. Sadduceeën; Matt.16:6 Valkuil voor de christen: Twijfel Agnostisch als het gaat om geestelijke (onzichtbare) zaken Rationalisme Geen verwachting dat God betrokken is bij het dagelijkse leven God zou niet handelen vandaag en hier: geen wonderen en tekenen Bescherming van bevoorrechte posities in organisatie en maatschappij
65 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Geen pogingen om misstanden te veranderen: ieder is zelf verantwoordelijk voor succes en/of tegenslag (geen sociale bewogenheid of betrokkenheid) Geloof in Wetenschap 3. Herodianen; Marc.8:15 Valkuil voor de christen: Publieke Opinie Waarheid is dat wat de menigte vindt Wereldse mentaliteit als standaard Het volgen en geleid worden door populariteit Politiek: alle mogelijke compromissen sluiten om eigen doelen te realiseren Geloof in Gelegenheid – Opportunity
66 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
DEEL 3 – Vier hoofdkenmerken van Zout‐ en Licht‐zijn HOOFDSTUK 5 1. Hartgesteldheid We hebben een waarschuwing dat we moeten oppassen voor het zuurdesem van de Farizeeën, de Sadduceeën en de Herodianen. Een waarschuwing alleen is niet genoeg, vandaar dat Jezus juist ook positieve aansporingen gaf. “Sta klaar” en “houdt je lampen brandend”. Dat zijn aansporingen in verband met het wachten op de komst van de Heer. Een andere aansporing vinden we in de beschrijving die Jezus aan zijn discipelen geeft: Jullie zijn het zout der aarde en het licht der wereld. De invloed van het zuurdesem van de drie groepen wordt voorkomen door te zorgen dat we zoutend zout en lichtend licht zijn. Zout en licht zijn hangt niet in de eerste plaats af van wat je doet maar van je hartgesteldheid – wie je bent – en van de keuzes die je op basis van dat zijn maakt. Zo wordt bijvoorbeeld Jezus door God de Vader “Mijn geliefde Zoon” genoemd en God vervolgt met “in wie Ik mijn welbehagen heb” (Matt.3:17). God de Vader zei dit over zijn Zoon Jezus Christus vóórdat Hij met zijn bediening begonnen was! Vanuit die relatie als Zoon begon Hij de dingen te doen die Hij zijn Vader zag doen. 67 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Ook voor ons geldt dit principe. We doen dingen die we God zien doen op basis van wie we zijn: zijn geliefde en geaccepteerde kinderen in Christus. Jezus – in wiens voetstappen we dienen te wandelen (Joh.20:21) – deed de dingen omdat Hij relatie met de Vader had en omdat Hij wist dat Hij geliefd was. Zijn relatie met Vader God en niet zijn bediening was zijn zekerheid. Als Paulus over de gemeente van Christus spreekt, maakt hij duidelijk dat het niet in de eerste plaats om doen maar om zijn gaat. Zo spreekt hij bijvoorbeeld dat we geen vertrouwen hebben in het vlees, maar we ons verheugen in Jezus Christus: 3 Wij zijn het die besneden zijn, wij verrichten onze dienst door de Geest van God en laten ons voorstaan op Christus Jezus, niet op onszelf, Filipp.3:3
In Romeinen schrijft hij dat we een innerlijke besnijdenis hebben, in ons hart, en niet een uiterlijke “in het vlees” zoals bij de Joden: 28 Jood is men niet door zijn uiterlijk, en de besnijdenis is geen lichamelijke besnijdenis. 29 Jood is men door zijn innerlijk, en de besnijdenis is een innerlijke besnijdenis. Het is het werk van de Geest, niet een voorschrift uit de wet, dus wie innerlijk een Jood is, ontvangt geen lof van mensen maar van God. Rom.2:28‐29
68 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Paulus maakt duidelijk dat het niet gaat om het uiterlijk. Wat een volstrekt ander begrip van God heeft deze ex‐Farizeeër gekregen na zijn persoonlijke ontmoeting met de levende Heer Jezus Christus op weg naar Damascus. Hij wil nu aan een ieder duidelijk maken dat het behoren tot het volk van God een relatie inhoudt en niet het stipt naleven en opvolgen van uiterlijke rituelen en godsdienstige tradities. Als christenen, die de Heer verwachten, is het van belang dat we ons realiseren, dat God ons hart aanziet. Mensen kunnen onder de indruk zijn van wat we doen, maar de Heer kijkt naar de motivatie (hartgesteldheid) daarachter. De knechten die hun Heer verwachten willen dus de prioriteiten van hun Heer kennen. Daarom zullen zij gemotiveerd zijn om die relatie zuiver te houden en trouw te blijven aan Zijn woord en beloften en toegewijd te zijn aan het werk – de wil – van hun Heer. De kwaliteit om zout en licht te zijn, ligt niet in ons zelf, maar is een gevolg van een levende persoonlijke relatie met de Heer Jezus, die zelf het Licht der wereld is. Wie zout en licht is – als discipel van Jezus Christus – zal serieus gehoor geven om zich niet door de wereld te laten beïnvloeden, zie bijvoorbeeld 2Kor.6:16‐7:1. 16 Wat heeft de tempel van God met afgoden te maken? Wijzelf zijn de tempel van de levende God, zoals God heeft gezegd: ‘Ik zal bij hen wonen en in hun 69 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
midden verkeren, ik zal hun God zijn en zij mijn volk. 17 Daarom zegt de Heer: Ga weg bij de ongelovigen, zonder je van hen af en raak niets aan dat onrein is. Dan zal ik jullie aannemen 18 en jullie vader zijn, en jullie mijn zonen en dochters – zegt de almachtige Heer.’ 1 Omdat ons deze beloften zijn gegeven, geliefde broeders en zusters, moeten we onszelf reinigen van alle lichamelijke en geestelijke smetten en vol ontzag voor God ons hele leven heiligen. 2Kor.6:16‐7:1
Dit wil niet zeggen dat we ons als de Farizeeërs dienen af te zonderen van de boze, goddeloze wereld om op die manier “heilig” te zijn, ook al roept God ons in Zijn Woord, de Bijbel, tot heiligheid op: 44 Ik ben de HEER, jullie God. Jullie moeten heilig zijn. Wees heilig, want ik ben heilig. Verontreinig je keel niet met dieren die op de grond rondkruipen. Lev.11:44
16 Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want ik ben heilig.’ 1Petr.1:16
Heiligheid en de oproep daartoe moeten we niet zogenaamd zien als een oproep alles te doen zonder zonde, maar vanuit relatie met God die heilig is! Ik persoonlijk ben er van overtuigd dat Gods heiligheid en dan dus ook heiligheid in het algemeen in de Bijbel niet moet worden gedefinieerd in het licht van het zonde‐begrip. “God is heilig,” betekent niet dat Hij zonder zonde is – ook al is Hij dat wel – maar betekent dat Hij levend is en apart staat en met niets anders te vergelijken is. God is heilig – letterlijk “brandend van leven” – omdat Hij niets en niemand nodig heeft om te 70 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
kunnen bestaan. Begrijp dus dat Heer al heilig was voordat zonde in de wereld kwam! Hij werd niet een heilig God ná de zondeval! Als we de opdracht hebben als volk van God en dus als individuele gelovigen om heilig te zijn zoals Hij heilig is, dan is dat een oproep om ons toe te wijden aan Hem en Zijn principes en Zijn plan: levend te zijn zoals Hij levend is. Dit levend zijn kan alleen door relatie – verbonden te zijn met Hem. We dienen te begrijpen dat de oproep om “af te scheiden” en “heilig te zijn” niet betekent dat we ons dienen af te zonderen van de wereld en een eilandje moeten worden op onszelf. Dat zou in tegenspraak zijn met de opdracht zout en licht te zijn in deze wereld. Ook zou het niet overeenstemmen met de manier hoe Jezus wandelde tussen en met de mensen (zie oa. Luc.15:1‐2). 1 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ Luc.15:1‐2
Hij was één met de mensen en kwam bij zondaar en Farizeeër (die meende geen zondaar te zijn) over de vloer, en toch was Hij de Zoon van God en dus heilig en zonder zonde. We zien dat Jezus, als ons voorbeeld van afgescheiden van de wereld te zijn en heilig met God te wandelen, liet zien dat deze zaken in de eerste plaats te maken hebben met ons hart. 71 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
De God van de Bijbel wil dat ons uiterlijke leven (handel en wandel) verandert op basis van een veranderd, vernieuwd hart: Gods volgorde is namelijk relatie met Hem en vanuit die relatie Zijn wil en plan kennen en dat dan met Hem doen. Heilig zijn is net als zout der aarde en licht der wereld zijn, niet een aangeleerd lesje en een kwestie van je gedrag aanpassen. Het is de vrucht die voortkomt vanuit een innerlijke realiteit wie je bent in Jezus Christus als nieuwe schepping. Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Waarom is voor God relatie zo belangrijk? 2. Hoe is het mogelijk om een innerlijke besnijdenis (het hart) te hebben? Leg in eigen woorden uit wat dit is en wat het praktisch voor je betekent. 3. Op welke manieren kunnen we zorgen dat we als christenen niet door de wereld beïnvloed worden? Hoe voorkomen we echter dat we geen smaak verliezen als zout der aarde? Hoe is het mogelijk als individueel discipel van Jezus deze balans (om in de wereld maar niet van de wereld te zijn) te vinden en te bewaren? 72 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
4. Waarom wordt meestal heiligheid uitgelegd als “zonder zonde zijn”? Paulus noemt de christenen in de wanordelijke gemeente in Korinthe eveneens “heiligen” (1Kor.1:2) In welk opzicht dien jij een nieuwe definitie te maken van heiligheid los van het zonde‐begrip? Schrijf deze definitie op.
73 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
HOOFDSTUK 6 2. Afhankelijkheid van de Heilige Geest De groep Farizeeërs en ook de andere twee, de Sadduceeërs en de Herodianen, waren niet in één dag ontstaan. De Farizeeën waren ontstaan vanuit een goed verlangen om toegewijd aan God en Zijn Woord (principes) te leven, maar door de jaren heen werden zij echter “doods” en misten het leven van God en de verwachting die daarbij hoorde: Zij kenden de beloften van de komende Heer, de Messias, maar toen Hij onder hen wandelde, herkenden zij Hem niet. Tragisch. Zij dachten op de goede weg te zijn, maar het was een doodlopende straat. Daarom is het voor ons als toegewijde kinderen van God voor onze eigen veiligheid noodzakelijk om dagelijks door de Heilige Geest geleid te worden. Om die reden is het de Heilige Geest die onze Leidsman is en niet eigen ideeën, traditie en overtuigingen. Ook wat de menigte vindt en wil, is van ondergeschikt belang. Zoals bij de Farizeeën en de andere twee groepen, kan het ons overkomen, dat we denken dat we alles op de juiste manier doen, maar later ontdekken we dat we op een heilloze weg zijn: 12 Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood. Spr.14:12 (NBG)
74 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
De traditie en theologie van gisteren was volgens de Farizeeën de juiste weg. Het verstandelijk denken, was volgens de Sadduceeën de enige wijze weg. De Herodianen vonden dat zij op de juiste weg waren van het compromis zoeken en opportunity uitbuiten om eigen “goede” doelen te bereiken. Zij waren allemaal overtuigd van hun gelijk. Hoe overtuigt we ook zijn van ons eigen gelijk – het is geen garantie dat we gelijk hebben. Als de Bijbel spreekt over “weg” heeft het vaak te maken met een levensweg, een levenshouding en een levensstijl. In Spreuken 14 vers 12 zien we dat een bepaalde weg voor iemand recht “schijnt”. Dit geeft al aan dat de persoon het onopgemerkt verkeerd heeft. Het Hebreeuwse woord voor “schijnen” in dit vers komt van panim (aangezicht). Een woord dat is afgeleid van het werkwoord “je wenden tot”. Het is dat wat voor ogen is, dat waar je op gericht bent. Die weg schijnt voor iemand “recht” (Hebr. yashar), wat ook vertaald kan worden met correct, de juiste en (in de context met “weg”) effen en vlak. Hier is dus sprake van een persoon die gekozen heeft voor een manier van leven, die in zijn eigen ogen correct en passend, waar en goed is. Maar, zo vervolgt het vers in Spreuken 14, het eind (Hebr. akhareeth, ook: het slot, de toekomst) van die weg is de dood. We kunnen ook zeggen: het einde is doods, een dodelijke plaats. Dus daar waar geen leven is! Ook wij kunnen als christenen eerlijk en oprecht denken dat we op de goede weg zijn, terwijl dat niet de weg is van “leven en overvloed” die de 75 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Heer voor ons heeft. Bedenk bovendien ook dat de oproep tot “bekering” (oa. in Matt.4:17) een oproep is tot verandering van denken en een omkering op een weg, om daarna de juiste weg te gaan! Het vers in Spreuken 14 geeft aan dat we als mens verkeerd kunnen leven, terwijl we het zelf dus niet zien. Het maakt eigenlijk duidelijk dat we als mens geleid moeten worden en onszelf niet kunnen leiden. We hebben als “schapen” een Herder nodig. En Jezus beloofde om die reden ook de andere Trooster, of parakletos te zenden, “de Andere die naast ons komt en ons verder helpt.” We zijn als mens geschapen om met God te wandelen en het niet allemaal zelf te doen. Geestelijk volwassen zijn we als we beseffen dat we altijd afhankelijk zijn van de Heer en Zijn Geest. Volgens de wereld ben je “volwassen” als je zelfstandig bent. In het Koninkrijk van God ben je volwassen als je weet dat je nooit onafhankelijk kan zijn. We zijn geschapen om vanuit relatie te leven. De drie groepen worden geleid door hun Geschiedenis (Traditie), Rationalisme (Twijfel) en Populariteit, de Massa, de waan van de dag (Public Opinion), maar de “wachtende knechten” beseffen dat Geschiedenis, Rationalisme en Populariteit slechte raadgevers en misleidende leiders zijn. De zekerheid ligt in de relatie met de Herder en het wandelen door Zijn Geest. 76 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Mede omdat het zo gemakkelijk is om af te dwalen, hebben we als volgelingen van Jezus Christus open oren nodig om de stem van de Geest te horen. Want het is beter direct terug te gaan op het juiste levenspad, dan pas terug te keren als je het “doodse” zelf onder ogen bent gekomen, zoals Spreuken 14:12 zegt. Wandelen onder leiding van de Heilige Geest is een avontuur en meestal niet een geëffend paadje, vandaar dat we constant moeten luisteren naar de Geest. God belooft ons ook daadwerkelijk te leiden. Zo staat bijvoorbeeld in de profeet Jesaja: “wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan, zullen uw oren achter u het woord horen: Dit is de weg, wandelt daarop” (Jes.30:21). Wat wij dienen te hebben, zijn oren om te horen. Een gewilligheid om geleid te worden. Afhankelijk willen zijn. Laten we geestelijk volwassener worden door te erkennen dat we onszelf niet kunnen leiden, ook al zijn we jaren christen en hebben we veel kennis en ervaring opgedaan. Onze ervaring kan een “doods” pad worden of geworden zijn. Onze kennis kan letter – zonder Geest – geworden zijn. We dienen onszelf constant – of zeker regelmatig – te onderzoeken, te toetsen, of we nog “in het geloof zijn”… 77 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
5 Onderzoek bij uzelf of u vast op God vertrouwt, stel uzelf op de proef. U weet toch van uzelf dat Jezus Christus in u is? Als dat niet zo is, dan hebt u de proef niet doorstaan. 6 Hopelijk begrijpt u dat dit wel voor ons geldt. 2Kor.13:5‐6
Is er leven in ons? En brengen we leven voort: zijn we smaakvol zout en helder licht? Een fout die we makkelijk kunnen maken, is dat we onszelf met de anderen vergelijken en dat we denken dat we het nog niet zo verkeerd (doods) doen. Met dat vergelijken misleiden en bedriegen we onszelf. De tekst uit Jesaja sprak over afdwalen naar rechts én links. Beide zijn verkeerd! Daarom dienen we onszelf te toetsen én ook de Heer te vragen ons te toetsen: 9 Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? 10 Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient. Jer.17:9‐10
23 Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, 24 zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is. Ps.139:23‐24
Als christenen volgen we dus de Heer en vergelijken we onszelf niet met anderen in de hoop dat we beter zijn. Van deze arrogante zelfmisleiding 78 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
mag onder ons geen sprake zijn. We dienen onszelf met de Heer te vergelijken. Laten we Zijn norm voor ogen hebben voor onszelf en ons leven. Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Waarom dwalen we als mensen makkelijk van de “weg” af? 2. Er is gezegd dat geestelijke volwassenheid afhankelijkheid betekent. Verklaar waarom je het hier mee eens of oneens bent. 3. Hoe worden we praktisch door de Geest geleid? Hoe kan het zijn dat mensen leiding van de heilige Geest anders ervaren? Wat is het gevaar wat hierin schuilt? En hoe kunnen we dat gevaar/die gevaren voorkomen? 4. Geef enkele praktische manieren hoe je jezelf kan toetsen of je nog in het geloof bent (2Kor.13:5). In groepsverband: vergelijk mogelijkheden en bespreek ze. 5. Is het mogelijk als christen – geleid door de Heilige Geest – om geen fouten te maken en niets verkeerd te doen? Wat zegt dit over de leiding van de Geest in ons leven? En wat zegt dit over wat voor God de Vader belangrijk is (hart of onbesproken gedrag)? 79 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
HOOFDSTUK 7 3. Het voor ogen hebben van Gods norm De Farizeeër vergeleek zich met de zondaar, de tollenaar, en kwam tot de conclusie dat hij rechtvaardig was: 10 ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. Luc.18:10‐11
Jezelf echter vergelijken met anderen is niet wijs. We dienen ons te vergelijken als zonen met de Vader en als discipelen met de Heer. God zegt dan ook: “Wees heilig, want Ik ben heilig” (1Petr.1:16). We dienen Gods norm voor ogen te hebben en te leven volgens Zijn standaard. Dat is wijs! Wijsheid (zoals in de Bijbel genoemd) is een levensstijl en niet slechts een kennen van “wijze” dingen. Het hebben van wijsheid, of wijs zijn, moet blijken uit de keuzes die je maakt en hoe je leeft. Wijsheid in de Bijbel is dan ook een levensstijl die voortkomt uit een relatie met God. Wijsheid als een levensstijl los van God bestaat niet. Met name Spreuken geeft hier aandacht aan (zie oa. Spr 3:7 en 26:12) 80 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
7 Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Spr.3:7
12 Ken je iemand die zichzelf veel wijsheid toedicht? Voor een dwaas is er meer hoop dan voor hem. Spr.26:12
Wie dan ook in wijsheid tekort schiet, wordt aangemoedigd het aan God te vragen (Jak.1:5). Wijsheid komt namelijk van God Zelf: 10 Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige. Spr.9:10
Wijsheid is dan ook niet iets “statisch” maar juist dynamisch. Het groeit en verandert vanuit die relatie en die levensstijl met God. Er is daarom geen traditionele wijsheid – een wijsheid van de ouderen, wat wel werd geloofd en aangehangen door de Farizeeën. De wijze in de Bijbel is een persoon die in wijsheid toeneemt, zie bijvoorbeeld de volgende teksten uit het boek Spreuken: 5 Laat wie wijs is goed naar deze spreuken luisteren en nog wijzer worden. Laat wie verstandig is meer en meer de vaardigheid verwerven Spr.1:5 33 Luister naar wat ik je leer, en word wijs, negeer mijn lessen niet. Spr.8:33 81 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
9 Een wijze wordt nog wijzer als je hem berispt, een rechtvaardige vergroot zijn inzicht door wat je hem leert. Spr.9:9 31 Wie luistert naar de lessen van het leven schaart zich onder de wijzen. Spr.15:31
De wijze hier genoemd in de verschillende Bijbelteksten beschrijft (a) iemand die rondkijkt, (b) begrijpt en (c) (vervolgens) wijs handelt. Het is dus iemand die feeling heeft met zijn omgeving. Zijn wijsheid is dan ook praktisch en effectief. We zouden kunnen zeggen, dat een wijze iemand is, die relatie met God heeft, zijn plaats kent (weet waar hij gesteld is door God en waarom, met welk doel) en dan handelt vanuit die relatie met God. Een wijze is dan ook een dader van Gods Woord. Niet alleen weten maar juist ook doen: 22 En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. Jak.1:22 (NBG)
Hij kent God en kent Zijn wil en doet dat. Hij is die trouwe en wijze knecht die Jezus noemt in Lukas 12 vers 42‐43. 82 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Een hoge weg De wijze knecht is daarom degene die de wil van zijn Heer als norm en standaard heeft. Ook Spreuken spreekt hierover: “Het pad des levens gaat voor de verstandige [of “wijze” in het Hebreeuws] opwaarts, opdat hij zal ontwijken het dodenrijk beneden” (Spr.15:24). Dit vers geeft een “openbaring” betreffende ons leven als wijze knechten en volgelingen van de Heer: Het woord “pad ” (Hebr. orach) dat wordt gebruikt in dit vers, is te vergelijken met een doorgaande weg, een snelweg. Een weg waar je snel op reist van stad tot stad. Een weg waarop reizigers reizen, die dus weten wat hun doel is en weten waar ze heen op weg zijn. Het zijn de Joodse reizigers die hun lendenen hebben omgord zodat ze op deze weg snel en ongehinderd voort kunnen gaan. “Het pad des levens” is dus een levensweg, of een levensstijl die productief en effectief is. Dan zegt dit vers dat deze levensstijl van de wijze “hoog” ligt (zoals in de KJV is vertaald) of “opwaarts” gaat. Dat Hebreeuwse woord mahal komt van een werkwoord (alach) wat klimmen of omhoog klauteren betekent. Het woord “hoog” in dit vers in Spreuken geeft dus aan dat de weg van het leven voor de wijze hoger ligt dan waar hij nu leeft, en dat hij dus opklimmend of opgaand is. Dit is een andere manier om te zeggen dat de wijze iemand is die steeds in wijsheid toeneemt; wat dan weer aan zijn handel en wandel is te zien. 83 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Het slot van het vers maakt duidelijk dat dit (het gaan op deze opgaande weg) de manier is om te ontsnappen of te ontkomen aan de “hel” beneden. Dit maakt duidelijk dat er geen “neutraal” terrein is. Als je wijsheid niet meer toeneemt, ben je op weg naar beneden, naar de “hel.” Stoppen met handelen vanuit een relatie met God is het gaan op de verkeerde weg, ook al lijkt het “goed” en vergeleken met hoe anderen leven niet zo erg verkeerd. Maar God wil dat we van glorie tot glorie gaan en van geloof tot geloof. 17 Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven. Rom.1:17 (NBG)
18 En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is. 2Kor.3:18 (NBG)
Stilstand bestaat niet in Gods Koninkrijk. We volgen Jezus Christus, die Zelf de Weg is (Joh.14:6). En dat volgen is een stijgend pad omhoog! Gods wegen en gedachten zijn hoger dan de onze, de menselijke. Maar Hij nodigt ons uit Hem te kennen en zijn gedachten te denken: 84 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
6 Zoek de HEER nu hij zich laat vinden, roep hem terwijl hij nabij is. 7 Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven. 8 Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. 9 Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. Jes.55:6‐9
De wijze heeft een weg die boven hem is, zo zagen we in Spreuken 15. De weg van de wijze is dan de hoge weg van God – Gods Norm en Standaard. Verlaag Gods Norm voor jou, als zijn kind, niet door ongeloof. Onze verwachting van God in ons leven en hoe Hij ons gebruikt in deze wereld (individueel en als gemeente) dienen we te zien als een opgaande lijn. We mogen niet een “overlevingsmentaliteit” hebben. We zijn meer dan overwinnaars. We behouden het geloof niet zoals het is, maar we gaan van geloof tot geloof. We zijn als gelovigen die Jezus Christus volgen en als Zijn Gemeente in ontwikkeling – we gaan in stijgende lijn: We wandelen met hem op een “hoge weg”!
85 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
De Gemeente van Jezus Christus is Gods “kunstwerk” (Gr. poema, in Ef.2:10) in deze wereld. 10 Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen Ef.2:10 (NBG)
Wanneer God dat zo zegt, dan betekent dit dat God nog steeds betrokken is bij die wereld, inclusief haar vorming. We zijn als discipelen van Jezus nog steeds lerende. En als “bouwwerk” zijn nog steeds onder constructie; we staan nog steeds in de stijgers, volgens Paulus in Efeze 4. 11 En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, 12 om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, 13 totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. 14 Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen. 15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde. Ef.4:11‐16
86 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
De toekomstige heerlijkheid is dan ook groter dan de heerlijkheid die we tot nu toe hebben gezien. Laten we daarom Gods norm voor ogen houden, zowel voor ons persoonlijk leven als ook voor Zijn gemeente.
Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Wat zie jij als het grootste gevaar waardoor we als christenen Gods plan en standaard voor ons leven kunnen missen? 2. Wijsheid is een levensstijl. Verklaar waarom je hiermee eens of oneens bent. Wat is wijsheid volgens de maatschappij/ de wereld? 3. Wat is het verschil tussen wijsheid en kennis en hoe verhouden zij zich tot elkaar? Wat is de betekenis van Hos.4:6 “Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis”. Over welke kennis wordt hier specifiek gesproken? Wat leert dat ons? 4. Leg uit waarom je een hoge weg (of een opwaarts pad) voor ogen dient te hebben.
87 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
HOOFDSTUK 8 4. Verwachting en toekomstgerichtheid We hebben gezien dat discipelen van Jezus actief zijn vanuit het hart. We raken op de “dode weg” indien onze relatie met Christus niet langer op de eerste plaats staat. We verliezen dan als gelovigen onze passie voor Hem en we raken onze kracht als zout kwijt – we worden smakeloos: 13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Matt.5:13
Vandaar dat Jezus zegt: “Hebt zout in uzelf” (Marc.9:50). Christus ín ons is de Smaakmaker en het Licht. Die bekwaamheid hebben we niet uit onszelf, hoe “correct“ onze theologie en christelijke wandel ook is. 27 Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister. Kol.1:27
Onze “theoretische” kennis dient daarom altijd gefundeerd te zijn op relatie en dagelijks leven met Jezus door de heilige Geest. Want de
88 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
bedoeling is dat we niet onszelf verwerkelijken, maar dat we worden als Christus. 28 En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. 29 Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. Rom.8:28‐29
In geloof dienen we ons met verwachting op die toekomst te richten, aangezien God trouw is met het afmaken van het werk dat Hij begon: 6 Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus. Filipp.1:6
12 Geliefde broeders en zusters, u bent altijd gehoorzaam geweest toen ik bij u was. Wees het des te meer nu ik niet bij u ben. Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, 13 want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt. Filipp.2:12‐13
De gelijkenis van Jezus in Lukas 12:35‐40 is een illustratie die tot doel heeft de houding en mentaliteit die we als zijn volk moeten hebben duidelijk te maken en niet de hoedanigheid of positie die we hebben. Het is géén gelijkenis die Jezus vertelde om duidelijk te maken dat we
89 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
“slechts” knechten zijn die slavenwerk doen. Het werk wat we als christenen doen, dient immers het werk te zijn wat Jezus zelf is begonnen: 21 Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Joh.20:21
Daarnaast ziet God ons ook niet als werkers, maar als zijn kinderen! 1 Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld hem niet kent. 1Joh.3:1
Jezus droeg niet de zonde van de wereld aan het kruis om ons een baantje te geven, maar om liefdes‐relatie te herstellen. God de Vader zoekt dan ook geen werkers maar aanbidders: degene die van Hem houden en relatie met hem hebben; en dit is veel meer dan muziek en lofprijs! 23 Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden, 24 want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid.’ Joh.4:23‐24
Jezus (in zijn handel en wandel) is voor ons het voorbeeld: Hij was geen knecht van de God maar Hij was de Zoon van God. En in de Evangeliën in de Bijbel zien we dus wat zoonschap betekent. 90 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Jezelf als knecht van God zien of als zoon van Hem, maakt hét verschil in zelfbeschouwing en levensbeschouwing! Onze persoonlijke relatie als kinderen van God en de verwachting van de wederkomst van Jezus (Luc.12:40; Openb.22:12,20) dient dan ook het motief te zijn om gehoorzaam te zijn aan de opdracht die Hij heeft gegeven: onze plaats innemen in de wereld als vernieuwde mensen (2Kor.5:17). 40 Ook jullie moeten klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.’ Luc.12:40
12 ‘Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden. (…) 20 Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, ik kom spoedig!’ Amen. Kom, Heer Jezus! Openb.22:12, 20
17 Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. 2Kor.5:17
Relatie met God als Vader, dus zoonschap, is de motivatie om het evangelie uit te dragen en alle volkeren te maken tot Jezus’ discipelen (Matt.28:18‐20). Dát was het werk wat Jezus begon als Zoon (Matt.3:17) en zoals de Vader Hem zond, zendt Hij ons (Joh.20:21). 91 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
17 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. Matt.3:17 (NBG)
21 [Jezus] dan zeide nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. Joh.20:21 (NBG)
De knechten die hun heer verwachten (in de gelijkenis die Jezus verteld) zijn dus degene die verwachting hebben dat hun heer komt. Wij dienen als christenen zo ook vooruit te kijken met verwachting. Het verleden noch het heden is de maatstaf, maar Gods toekomst plan. Ook Paulus keek “vooruit”. Hij geeft bijvoorbeeld in 2Timotheus 2:1‐7 drie voorbeelden uit het dagelijks leven van mensen, of beroepen, die toekomst gericht zijn: de soldaat, de atleet en de boer. 1 Mijn kind, wees sterk door de genade van Christus Jezus. 2 Geef wat je in aanwezigheid van velen van mij hebt gehoord, door aan betrouwbare mensen die geschikt zijn om anderen te onderwijzen. 3 Deel in het lijden als een goed soldaat van Christus Jezus. 4 Iemand die in krijgsdienst is, laat zich niet afleiden door het leven daarbuiten, want zijn bevelhebber moet tevreden over hem zijn. 5 Een atleet wordt niet gelauwerd als hij zich niet aan de regels houdt. 6 De boer die het zware werk doet, heeft als eerste recht op de oogst. 7 Denk na over wat ik je heb gezegd; de Heer zal ervoor zorgen dat je dit alles ook begrijpt. 2Tim.2:1‐7
De soldaat kan niet bezig zijn met het leven van alle dag, of zoals het Grieks zegt: hij kan niet ingeweven zijn (empleko) in dagelijkse 92 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
beslommeringen. En niemand die aan topsport doet en een nieuw record wil vestigen kan vandaag doen wat hij wil. Hij of zij heeft zich te houden aan een streng patroon van trainen, wat weer invloed heeft op zijn of haar hele levensstijl. De boer werkt hard vandaag om “morgen” een oogst binnen te halen. Geen van de drie mensen die Paulus als voorbeeld geeft, zal slagen in zijn functie en doel indien hij omkijkt naar het verleden of alleen maar gefocust is op het leven van vandaag. Hun succes van nu ligt in het feit dat ze gefocust zijn op de toekomst: hun toekomst verwachting bepaalt hoe ze vandaag leven, wat ze doen en laten. Paulus wilde dat Timotheüs dezelfde mentaliteit zou vasthouden. De opmerking aan het slot van dit gedeelte (2Tim.2:7), maakt duidelijk dat dit niet slechts Paulus’ wens was, maar meer de wil van de Heer, die hierdoor niet alleen tot Timotheüs maar ook tot ons spreekt. Ook het slot van de Bijbel geeft een aansporing verwachting te hebben van de wederkomst van onze Heer en daarmee worden we opgeroepen op de toekomst gericht te zijn: “Ja, Ik kom spoedig” (Openb.22:20). Laten we niet zijn, noch worden, als de Farizeeën, Sadduceeën en Herodianen, die in de waan van het verleden of van de dag leefden. De God van de Bijbel is een eeuwig God die een doel heeft met de schepping 93 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
en daarom met ons. Laat daarom onze focus op Zijn toekomst zijn vanuit Zijn scheppings‐ en verlossingsplan, zodat we in heel ons leven vanuit relatie met Christus zoutend zout en lichtend licht zijn en zo dus een verschil maken, zoals Jezus het verschil was toen Hij op aarde wandelde: God de Vader vertegenwoordigen op de plaats waar we nu leven door Hem en Zijn Koninkrijk (met vrede, vreugde en rechtvaardigheid als haar kenmerken, Rom.14:17) door de Heilige Geest aan de mensen om ons heen te laten zien, zodat zij dan zelf kunnen smaken en zien (ervaren) dat God goed is. 9 Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij hem schuilt. Ps.34:9
17 Toen hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 18 Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God. Marc.10:17‐18
94 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. In welke mate laat jij je door de toekomst leiden? Met andere woorden: In hoeverre is je toekomstverwachting bepalend voor je leven vandaag? 2. De Joden werden in het begin van de jaartelling door de Romeinen onderdrukt. De eerste christenen werden vervolgt. In welke mate zal onderdrukking en vervolging invloed hebben op het uitzien naar een hoopvollere toekomst? Vertroebelt voorspoed voor ons als christenen onze verwachting voor de wederkomst niet? Verklaar je antwoord. 3. Is de toekomst voor veel christenen belangrijk of zijn christenen (in jouw omgeving) meer met het verleden of het heden bezig? Waar blijkt dat uit? Waarom is dat? 4. Indien je vandaag zeker zou weten dat Jezus morgen wederkomt, wat zou je vandaag dan juist wel doen? En wat juist niet? Waarom? Als je weet dat Hij morgen niet wederkomt, waarom zou je diezelfde dingen dan vandaag juist niet doen of juist wel doen?! Probeer te omschrijven waarom morgen of later dan morgen je motivatie om bepaalde dingen te doen of juist niet te doen verandert.
95 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Samenvatting van de “wachtende knechten” Laat ik in het kort van de “wachtende knechten” de belangrijkste kenmerken noemen: Het heeft te maken met een juiste hartgesteldheid. Zij maken persoonlijk de keuze om God trouw te blijven en zijn wil te zoeken en te doen, ondanks omstandigheden. Het heeft niets te maken met afkomst noch organisatie Zij worden door God en Zijn Geest geleid en gebruikt op basis van relatie (afhankelijkheid). Zij hebben Gods norm en standaard voor ogen – en gaan zo, als wijzen, op de “hoge weg” van geloof tot geloof en van heerlijkheid tot heerlijkheid. Zij hebben verwachting voor de wederkomst van Jezus Christus en zijn daarom toekomstgericht. Zij kijken uit naar de vervulling van de beloften van God in het hier en nu.
96 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
DEEL 4 – Als knechten die hun Heer verwachten (2) HOOFDSTUK 9 Praktische stappen om de verzoeking van het wachten te weerstaan De Heer Jezus terug verwachten, betekent dus niet dat we tot Hij komt niets doen. De algemene opdracht is voor iedereen duidelijk genoeg: Zijn getuigen zijn en discipelen maken (Hand.1:8; Matt.28:18‐20) en daarom is Gods plan voor ons persoonlijk leven altijd direct of indirect hiermee verbonden. Het is echter niet altijd duidelijk wat exact dat plan van God voor ons persoonlijk leven is en zeker niet in detail. We kunnen weten wat onze talenten en gaven zijn en we kunnen een bediening hebben, maar toch wil dat niet zeggen dat we dat bijvoorbeeld ook volgend jaar nog zullen doen. Misschien zullen we dat wél volgend jaar nog doen maar niet per se op de plaats waar we nú gesteld zijn. Gods plan voor ons leven is dynamisch omdat onze relatie met Hem dynamisch is. We zien dan ook in het boek Handelingen dat de gelovigen groeiden in hun functioneren. Paulus groeide op die manier door de jaren heen uit tot leraar en apostel. Laten we daarom ons leven als christen niet in de eerste plaats laten bepalen door (a) wat we al heel lang weten en doen (Traditie); noch door 97 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
(b) het zogenaamde gezond verstand (Rationalisme); en ook niet door (c) dat wat de meeste andere christenen vinden en doen (Public Opinion). Laten we in het avontuur stappen en gepassioneerde gelovigen blijven die dagelijks willen wandelen door de Heilige Geest en zo in beweging zijn. Hoe kunnen we weten of we bezig zijn met de dingen te doen die God voor ons persoonlijk heeft – binnen het kader van Zijn algemene opdracht om Zijn getuigen te zijn en discipelen te maken? Gebaseerd op een persoonlijke relatie met Jezus Christus als Heer, (Grieks kurios wat ook “eigenaar” betekent) heeft het een aantal kenmerken, die ik hieronder wil geven. De volgorde is niet een orde van belangrijkheid en ik pretendeer ook niet dat hij compleet is: 1. Leg je leven op het altaar als een levend offer aan de Heer 1 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. 2 U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is. Rom.12:1‐2
Deze gewilligheid moeten we vanaf het begin hebben, want er zijn geen korte routes (“short‐cuts”): We leven door te sterven (Luc.9:24‐25). 98 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
24 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. 25 Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar zichzelf verliest of schaadt? Luc.9:24‐25
Vandaar dat we geen discipelen van Jezus kunnen zijn, indien we ons kruis niet dagelijks opnemen (Luc.9:23). 23 Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. Luc.9:23
Als je christen bent, is het goede nieuws dat je “oude mens” dood is. Wees dan ook gefocust op het nieuwe leven: 17 Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. 2Kor.5:17
1 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. 2 Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. 3 U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. 4 En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen. Kol.3:1‐4
Dit levend‐offer‐zijn houdt mede een gewilligheid in om “gisteren” en dat wat we al weten te offeren voor ”vandaag” en nieuwe openbaringen. God wil nieuwe dingen geven die voorbij onze bekwaamheden en ervaringen 99 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
liggen van “gisteren”. Daardoor moeten we steeds weer opnieuw op de Heilige Geest vertrouwen. We kunnen nooit steunen op onze ervaring of kennis, want de rechtvaardige leeft uit geloof (Rom.1:17). 2. Heb ontzag voor de Heer De vreze des Heren is het begin van wijsheid, staat in Spreuken. Het is dit ontzag voor de Heer als de Almachtige en Alwijze wat niet leidt tot fatalisme, maar juist tot afhankelijkheid en geestelijke volwassenheid. Het is het hebben van de vreze des Heren wat de sleutel is voor Zijn leiding in ons leven: “Wie is de man die de Heer vreest? Hij onderwijst hem aangaande de weg die hij moet kiezen” (Ps.25:12). Het woord voor “onderwijzen” dat hier wordt gebruikt, is het Hebreeuwse woord yara wat beschrijft het irrigeren van een akker. De Heer onderwijst ons niet om veel te weten, maar om vrucht te dragen. Niet slechts theorie, maar juist praktisch. En dat in een “dagelijkse” hoeveelheid die we nodig hebben én kunnen ontvangen. Ook eerdere verzen in deze psalm spreken over de leiding van de Heer in ons leven. “Heer, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden, leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag” (Ps.25:4‐5). 100 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Het woord voor “leren” in deze twee verzen is het lamad. Het is een woord dat illustreert het juk dat een jonge os op zijn nek krijgt om zo het land te leren te bewerken. Zo’n juk werd dan eveneens verbonden aan een oudere, ervaren os. Dat is de manier waarop de Heer ons ook leidt en leert. We zijn aan Hem verbonden en gaan zo het dagelijks leven als discipelen met Hem door. 3. Wees altijd vol van de Heilige Geest en Gods Woord De belangrijkheid van Gods Geest voor de gelovige wordt onder andere duidelijk gemaakt door de opdracht vol te zijn van Gods Geest in het gedeelte van Efeziërs 5:15‐18. Het belang van Gods Woord voor ons blijkt uit het gebod dat het “rijkelijk” in ons moet “wonen” (Kol.3:16). Alleen als we vol zijn van de Geest, kunnen we door de Geest worden geleid, dat is de Nieuw Testamentische relatie. De Geest komt niet over ons op bepaalde momenten om de weg te wijzen of een openbaring te geven, zoals bijvoorbeeld bij de profeten in het Oude Testament. Het geleid worden door de Geest tot de volle waarheid, waar Jezus over spreekt in Johannes 16:13 is niet iets wat je overkomt bij vlagen, maar is vanuit een constante relatie. De Geest, die in ons woont, leidt ons meestal niet “spectaculair” door tekenen als wind, aardbeving en vuur, maar meestal is het de “zachte stem”, zoals ook de profeet Elia Hem kende (1Kon.19:11‐13). 101 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Besef dat de leiding van de Geest altijd in overeenstemming is met Gods Woord, de Bijbel. Lees, bestudeer en ken de Bijbel en pas toe wat je weet en toets alles in lijn met de Gods Woord. 21 maar toetst alles en behoudt het goede. 1Thess.5:21 (NBG)
4. Wees vastbesloten toegewijd te zijn aan Gods plan Zoals Jezus vast besloten was de wil van de Vader te zoeken en te doen, zo dienen wij ook te zijn als we Hem als Heer volgen (zie bijvoorbeeld Matt.26:42). 42 Voor de tweede maal liep hij van hen weg en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals u het wilt.’ Matt.26:42
Bid met luisterende oren om Gods wil te zoeken. Onze gewilligheid om te gehoorzamen bepaalt hoe we naar de Heer luisteren. “Luister naar raad en neem vermaning aan, opdat gij tenslotte wijs wordt” (Spr.19:20). Dit woord voor “luisteren” (Hebr. shama) betekent luisteren met een vooropgestelde gewilligheid om te gehoorzamen. Hoe vaak echter luisteren we niet zonder gewilligheid te gehoorzamen en hebben we zogenaamd “goede” redenen om níet in actie te komen!? Maar dat is niet het luisteren waar de Bijbel over spreekt. 102 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Knechten die hun Heer verwachten hebben het verlangen Zijn wil te doen en te zien (te ervaren) dat zijn Koninkrijk komt: 10 laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Matt.6:10
God gehoorzamen en zijn wil doen kost niet zo zeer, maar het loont! Hoe vaak zijn we echter slachtoffer van onze verkeerde boekhoudermentaliteit en kijken we te veel naar de kosten? Ongehoorzaamheid dooft het licht in ons en maakt ons onbruikbaar. Laten we daarom “heet” zijn in onze toewijding aan Gods wil en zo als zout onze smaak niet verliezen, vergelijk Openb.3:15‐16. 15 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! 16 Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. Openb.3:15‐16
5. Doe wat je (al) weet wat je moet doen Vaak hebben we een goede reden niets te doen omdat we nog niet het zogenaamde “complete plaatje” hebben. We willen alle informatie hoe dingen zullen gaan vóórdat we beginnen. In het Koninkrijk van God zullen we altijd onderweg zijn met vragen hoe dingen zullen gaan. Wie op alle vragen een antwoord wil vóór vertrek, kan beter Jezus niet volgen, want de antwoorden komen pas gaande de weg. 103 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Daarom, indien we Gods plan voor ons leven willen kennen en zijn wil willen doen, moeten we trouw en gehoorzaam zijn in het doen van dat wat we reeds weten! Ook al zou ik bijvoorbeeld nog niet weten wat mijn bediening is, ik kan wel dienen: 12 Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. 13 ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. 14 Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. 16 Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. 17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. Joh.13:12‐17
43 Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, 44 en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, 45 want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ Marc.10:43‐45
We worden “groot” in het Koninkrijk van God door te dienen. Mannen en vrouwen, naar wie we misschien opzien wegens hun positie in de gemeente, hun bediening en hoe de Heilige Geest hen gebruikt, zijn mensen die daar door de Heer geplaatst zijn. Zij worden geweldig
104 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
gebruikt, omdat zij dienaren waren en dienaren zijn! Het grotere wordt gegeven omdat we trouw zijn in het kleine: 10 Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. Luc.16:10
21 Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” Matt.25:21
Laten we dat doen waarvan we weten dat we God en mensen vreugde brengen. Waar ben je goed in? Welke plaats heb je in het Lichaam, de gemeente? Wat is je talent en je gave? Het is immers onmogelijk alles goed te doen, doe daarom dat waar je goed in bent en zorg dat je er uitmuntend in wordt tot Gods glorie! Naast elkaar dienen, is het Woord van God duidelijk wat onze taak is: getuigen van Jezus zijn als licht der wereld en zout der aarde en mensen tot discipelen (leerlingen) van Jezus maken. Ik geloof dat elke gave en bediening direct of indirect verband houdt met evangelisatie en zending, aangezien het Lichaam van Christus doorgaat met dat te doen wat Jezus begon te doen: het verlorene zoeken en redden (Luc.19:10). De Gemeente is op aarde om 105 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Zijn getuigen te zijn (Hand.1:8) en discipelen voor Hem te maken van alle naties (Matt.28:18‐20) – tótdat Hij komt (Matt.24:14 en 2Petr.3:9) 14 Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. Matt.24:14
8 Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 9 De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. 2Petr.3:8‐9
6. Wees altijd gewillig om te leren We zullen altijd een discipel (een leerling) blijven. Als we denken dat we het allemaal weten – God zo goed kennen en op de hoogte zijn van alle geheimenissen van het Koninkrijk van God – dan worden we stoffige oude mannetjes en zijn we kind‐zijn af. Als discipel zal je je altijd blijven verwonderen en verbazen. Elke dag brengt weer iets nieuws. Wees daarom gewillig om grenzen te verleggen en nieuwe dingen van de Heilige Geest te leren op wat voor een manier dan ook. Het geleid worden tot de waarheid is stap voor stap. En ook bij de volgende stap, morgen, zullen we nog steeds niet bij de volheid van God en Zijn waarheid aangekomen zijn (zie bijvoorbeeld Joh.16:12‐13) 106 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
12 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. 13 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat. Joh.16:12‐13
Blijf echter trouw en dienstbaar op de plaats waar God je gesteld heeft totdat het duidelijk is wat God werkelijk wil dat je anders moet doen en waar. Laten je leiders dit ook aan je bevestigen. Wees ook hierin voor eigen best‐wil onderdanig en afhankelijk. Te vaak hebben toegewijde dienstknechten in hun enthousiasme over nieuwe visie en roeping niet kunnen wachten op de timing van de Heilige Geest. Te vaak zijn we niet als Elia die namelijk wél kon wachten, want wij springen al op bij de eerste “wind” of “aardbeving” of het “vuur” dat we zien (1Kon.19:11‐12). Ook al maakt God vandaag duidelijk wat Hij wil gaan doen met ons en waar, toch wil dat niet altijd zeggen dat we vandaag moeten vertrekken. Er is een tijd van voorbereiding. Toen Jezus Petrus riep om Hem te volgen en Hij hem beloofde dat hij een “visser van mensen” zou worden, waren er minstens drie jaren van vorming (en de vervulling met de Heilige Geest) nodig voordat Petrus het gerealiseerd voor zijn ogen zag op de dag van Pinksteren (Matt.4:19 en Hand.2:14,41). 107 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
19 Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Matt.4:19
14 Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte. (…) 41 Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Hand.2:14, 41
7. Verwacht het beste van het beste! Als kinderen van God en volgelingen van Jezus dienen we een hoge verwachting te hebben – indien wíj het niet hebben, gebaseerd op Zijn liefde, verbond en beloften, wie dan wel?! “Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen – uw meester is Christus!” (Kol.3:23‐24). Leef niet zo maar, maar definieer je verwachting. Wat is je verwachting voor de toekomst, voor volgende week, voor volgend jaar…? Gods kinderen dienen Zijn beloften te kennen en uit te leven. Schrijf ze op – in het bijzonder degenen die van toepassing zijn op jouw situatie – en spreek ze uit over jezelf, je gezin, je bediening en je gemeente. De God van de Bijbel is geen theoreticus: Beloften wil Hij tot werkelijkheid maken: “…aldus geschiedde naar je geloof” (Matt.8:13; zie ook Rom.1:17) 108 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
17 In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’ Rom.1:17
Laten we op onszelf toezien dat het zuurdesem van de Farizeeën (Traditie), de Sadduceeën (Twijfel en zogenaamde Gezond Verstand) noch de Herodianen (Populariteit) ons niet doet afleiden van Vaders norm van vrijheid voor ons: 1 Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. Gal.5:1
Laat de wereld het licht van Jezus Christus in ons zien als een getuigenis van Zijn leven ín ons en laten we zo onze smaak als het zout der aarde niet verliezen! Werk aan je relatie met de Heer – laat het groeien – en ken Zijn wil en doe het – handel als een knecht die zijn Heer verwacht…! Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Met welke van de praktische stappen heb je de meeste moeite om te doen? Waarom? Wie kan jij vragen je erbij te helpen? 2. Omschrijf voor jezelf waarom zout en licht zijn, te maken heeft met doen. 109 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
TOT SLOT Opwekking… maar juist ook Reformatie Zout der aarde en licht der wereld zijn is een toestand van het hart die zich uit in handelen – vandaar dat je aan de boom de vrucht herkent. Naar mijn mening is het daadwerkelijk zout en licht zijn een samenwerking tussen wat de Heilige Geest in ons doet en wat wij als discipelen beslissen te doen. We zijn geen automaten, bestuurd en geprogrammeerd door God. Er is een verantwoordelijkheid gebaseerd op een keuzevrijheid. Het verhaal van Jezus over de knechten die hun Heer terug verwachten en dus bezig zijn met het werk wat de Heer hun voor zijn vertrek opdroeg te doen, maakt duidelijk dat dit “bezig” zijn en “verwachten” een keuze is van de knechten zelf. De waarschuwing “pas op voor het zuurdesem van de Farizeeën, Sadduceeën en Herodianen” geeft ook aan dat de verantwoordelijkheid bij de gewaarschuwden ligt. Sommigen denken dat zout en licht zijn, een constant leven in opwekking is. Toch dienen we het verschil te zien tussen opwekking (“revival”) en reformatie (“reformation”). Opwekking is een werk van Gods Geest in het hart van mensen, al dan niet christenen. De opwekkingen van Wales in het begin van de 20e eeuw en de zogenaamde “Nijkerker beroeringen” rond 1750 waren uitstortingen van de Geest met geweldige gevolgen. Deze waren niet ontstaan door het werk van mensen maar door God zelf. Wat we echter zien in de kerkgeschiedenis is dat opwekkingsvuren weer 110 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
uitdoven. Ook Handelingen 2 geeft aan dat er tongen als van vuur op de hoofden waren van de discipelen op de Pinksterdag, maar we lezen nergens dat die “vuren” bleven. Wat wil dit zeggen? Naar mijn mening stelt God een werk in, Hij begint iets, maar er volgt een verantwoordelijkheid voor de mens daar iets mee te doen. Pinksteren is niet een ervaring van een aanraking van God voor een prettig gevoel. Het is een levensstijl. En dát is gebaseerd op eigen keuzes maken. Zout en licht zijn is niet slechts een werk van God in ons, het is ook een reformatie: wordt hervormd door de vernieuwing van je denken (Rom.12:1‐2) en ken de wil van de Heer (Ef.5:15‐17) en “ga heen en maak alle volkeren tot Mijn discipelen”. Het is niet iets wat ons overkomt zoals een opwekkingvuur wat “plotseling” daar is, maar een keuze die we als discipelen maken op basis van wie we in Christus – het Licht der wereld – zijn! Er wordt in sommige gemeenten veel gepreekt over een komende opwekking, maar er wordt soms weinig stil gestaan bij de verantwoordelijkheid die wij zelf hebben. Wat doen we met dat wat we al weten? We moeten ons niet druk maken over wat we niet weten, maar druk bezig zijn met dat wat we nu al weten. Als God opwekking geeft in een gemeente, een stad of een land, dan is dat geweldig. Maar wat doen we daar dan mee? Blijft het een ervaring die 111 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
voorbij gaat, of wordt het omgezet in een reformatie – een verandering van denken, handel en wandel? En waarom dan nu al niet met die reformatie beginnen door gehoorzaam te zijn als knechten die de komst van hun Heer verwachten (in de vorm van de wederkomst of een “opwekking”?!). Laat het blijken dat we zout der aarde zijn, door het doen van de opdracht die we reeds kennen. Aan de vrucht herken je immers de boom?! We zijn gezegend, niet omdat we weten, maar omdat we doen wat we weten (Joh.13:17; Luc.12:42‐43). 42 De Heer antwoordde: ‘Wie is die betrouwbare en verstandige rentmeester die de heer zal aanstellen over zijn knechten om hun op tijd het eten te geven dat hun toekomt? 43 Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. Luc.12:42‐43
Begrijp me goed: de wereld, en dus ook ons land, stad en gemeente, heeft een opwekking nodig! Maar wat de wereld meer nodig heeft, zijn christenen die hun Heer kennen en daden doen (zie Dan.11:32). Opwekking of een uitstorting van de Geest zoals op de Pinksterdag (Hand.2) mag dus nooit een doel op zichzelf zijn. God heeft het bedoeld als een middel! Als het werkelijk de Geest van Christus is die op ons valt, zal het als vrucht te zien zijn in ons dagelijks leven door ons effectievere getuigenis van het Evangelie van Jezus Christus! (Hand.1:8)
112 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen
Vragen ter overdenking/ groepsdiscussie 1. Omschrijf in eigen woorden het verschil tussen opwekking en reformatie. 2. Kun je mogelijke redenen aangeven waarom opwekkingen zijn opgehouden? Geef ook redenen aan waarom opwekkingen door zouden kunnen gaan. 3. Wat is voor jou de grootste reden waarom opwekking in je stad/land nodig is. Kan je ook redenen aangeven waarom het juist niet nodig zou moeten zijn? 4. Kun je een aantal Bijbelgedeelten noemen waar wordt aangespoord tot reformatie. Noem terreinen waar jij “reformatie” nodig hebt. Wat doe je er aan en hoe kunnen anderen je daarbij van dienst zijn? <
113 Als knechten die hun heer verwachten… Oscar Griffioen