Psychologe Chérie CarterScott geeft al vele jaren seminars en workshops op dit gebied. Ze is gespecialiseerd in persoonlijke groei en professionele training. Ze heeft met meer dan 20.000 mensen gewerkt in workshops, privéconsulten en coaching. Ze is de auteur van een groot aantal bestsellers waaronder ‘Als het leven een spel is, dan zijn dit de regels’.
Nur: 770
Trek je je weleens terug uit een sollicitatie omdat je denkt dat je het toch niet kunt? Durf je soms een relatie niet aan omdat je jezelf te min vindt? Overtuig je jezelf er weleens van dat je iets nieuws beter niet kunt doen? Zeg je weleens tegen jezelf dat afvallen je toch niet lukt, vroeg opstaan zal mislukken, dat op tijd komen bij jouw geen kans heeft, geluk voor jou niet is weggelegd? Als je een paar van deze vragen moet beamen dan is er een kans dat je regelmatig een negatieve instelling hebt en verandering tegenhoudt. Het lijkt je te overkomen. Het kan ook zijn dat je gevoelig bent voor negativiteit en dat je je niet goed voelt in een omgeving waar negatieve gevoelens de boventoon voeren. Chérie Carter-Scott beschrijft in haar boek ‘Kan het iets positiever’ dat negativiteit een verslaving is, en van verslavingen kun je afkomen. Door negativiteit ga je je eigen mogelijkheden doorlopend beperken, ben je ervan overtuigd dat je niet kunt krijgen wat je wilt en saboteer je je wensen, dromen en verlangens. Het is de hoogste tijd om daar iets aan te doen. ‘Kan het iets positiever’ is een praktisch boek. Zelfs als je in een neerwaartse spiraal verkeert en in een wereld leeft waar weinig nog positief lijkt, kun je door dit boek en de methode van Chérie Carter-Scott de wereld al snel weer opgewekt tegemoet treden.
INLEIDING
Dit boek gaat over een kwaal die ons in zijn greep heeft: negaholisme. Een syndroom waarbij mensen onbewust hun aangeboren mogelijkheden beperken, zichzelf ervan overtuigen dat ze niet kunnen krijgen wat ze willen en hun wensen, verlangens en dromen zelf saboteren. Dit boek laat zien hoe negaholisme zich manifesteert in het leven van alledag en van gewone mensen, zoals jij en ik. Zelf opgelegde beperkingen in geluk, vreugde en levensinvulling bederven op subtiele wijze het bewustzijn van een groot deel van de mensheid. Beperkende opvattingen en overtuigingen houden ons gevangen en hebben een epidemische omvang aangenomen. Wie dit boek leest, zal er wellicht zichzelf in herkennen, of anderen die ten prooi zijn gevallen aan negaholisme. Gelukkig geeft het boek ook aan hoe je kunt ontsnappen uit deze val. Door de werktuigen en technieken die je in dit boek krijgt aangereikt, kun je oude patronen veranderen en de weg vinden naar een geheel nieuwe levensstijl. Ik weet dat goed, omdat ik zelf ook een negaholic ben geweest en alles wat ik heb geleerd, kan jou ook helpen. In oktober 1974 besloot ik een bedrijf op te zetten dat mensen kon helpen hun eigen antwoord te vinden op de verwarring waarmee ze in hun leven worden geconfronteerd. Ik wist dat ik een katalysator kon worden voor mensen die in een veilige omgeving konden overdenken wat ze nu eigenlijk precies met hun leven wilden. Mijn eerste cliënt was een vriend die zelf een bedrijf had en die me vroeg of ik hem wilde helpen zijn zaken weer op orde te krijgen. Hij was dermate gelukkig met de resultaten van onze bijeenkomst, dat hij het aan vrienden en zakenrelaties doorvertelde. Het duurde niet lang of ik werd regelmatig gebeld door
7
mensen die vroegen of ik hen advies wilde geven met betrekking tot hun loopbaan, hun relaties en betrekkingen, hun levensomstandigheden en hun toekomstplannen. Ik vertelde hen, heel openhartig, het volgende: • Ik geef geen advies of aanbevelingen en ik doe geen suggesties. • Ik onderwerp je niet aan een reeks van tests. • Ik analyseer niet en evenmin interpreteer ik dingen of zoek ik • iets voor je uit. • Ik stel prikkelende en provocerende vragen, die je uitdagen tot • het vinden van oplossingen in jezelf. • Je zult de antwoorden op de zaken waarover je denkt, zelf ontdekken en blootleggen. Het proces lijkt op het openmaken van een oester waarin een parel verborgen zit. De schat - het antwoord - ligt er altijd in besloten, maar dikwijls verstopt onder dikke lagen van verwarring, twijfel, onzekerheid en angst. De uitdaging ligt in het doordringen door de laag van ‘Ik weet het niet’, om - na aan jezelf te hebben gewerkt - te komen tot de uitspraak ‘Nu weet ik het’. Dan heb je als het ware de parel ontdekt. Naarmate ik meer begon te consulteren (zo noem ik het vraagproces), merkte ik dat mijn cliënten geweldige resultaten boekten. Zonder uitzondering vond iedereen de juiste antwoorden in zichzelf. En als ik zeg ‘de juiste antwoorden’, bedoel ik de antwoorden die binnenin jezelf klinken. Niet de ‘correcte’ antwoorden die goed klinken, of die je geeft omdat je graag aardig gevonden wilt worden, of waarmee je de goedkeuring van anderen wilt verwerven, maar de antwoorden waaraan je vanbinnen voelt dat je goed zit en dat je echt gelijk hebt. Het was een eenvoudig, maar diepgaand proces. Ik maakte me zorgen dat ik wellicht een speciale graad, diploma of vergunning nodig had voor het werk dat ik deed, dus belde ik een bevriende psychiater en vroeg hem of ik iets deed wat verkeerd of illegaal was. Hij vroeg me of ik psychoanalyse beoefende, medicijnen voorschreef, suggesties deed of op de
een of andere manier advies gaf, maar ik antwoordde dat het eerder het tegenovergestelde was. Dat ik slechts open vragen stelde, waarbij ik actief luisterde naar en mijn volledige aandacht richtte op mijn cliënt en dat dit alles was. Hij zei dat men in vele beroepen vragen stelt en dat daar niets mis mee is. Zakelijk adviseurs, verkopers en zelfs reisagenten stellen vragen, waardoor ze hun klanten beter van dienst te zijn. Hij zei me dus dat ik er geen bijzondere kwalificaties voor nodig had. Een kennis, Kathy Kirkpatrick, belde me op om te zeggen dat ze had gehoord dat ik goed werk deed. Ik antwoordde dat ik alleen maar een aantal domme vragen stelde. Ze vertelde me dat er veel over mij gesproken werd en dat ik iets heel bijzonders deed en vroeg me of ze één van mijn sessies bij mocht wonen. Mijn cliënt stemde hiermee in en nadat Kathy de sessie had bijgewoond, gaf ze haar commentaar ; ze had het verbazingwekkend gevonden. “Je stelde open vragen en gaf geen oordeel. Je schiep een veilige omgeving. Je moedigde je cliënt aan zijn verbeeldingskracht en fantasie te gebruiken. Je had geen lijst met vragen en wist niet van tevoren wat de volgende vraag zou zijn of wat het beste voor hem was en evenmin legde je hem één van je eigen goede ideeën in de mond,” zei ze enthousiast. Ik zei: “Nou, dat kan iedereen.” “O nee, dat klopt niet,” zei ze, “Je hebt er talent voor.” “Nou, dat valt wel mee,” antwoordde ik ongelovig, “Ik stelde alleen maar een paar domme vragen.” “Ik kan muziek op het gehoor spelen. Ik kan een wijsje horen en als ik dan achter de piano ga zitten, kan ik het zo spelen. Kun jij dat?” “Nee, dat is echt een gave!”, antwoordde ik. “Maar jij hebt ook een gave, alleen kan men die niet meteen zien. Je bent toevallig geboren met de aanleg om met mensen te kunnen werken. Lang niet iedereen kan doen wat jij net hebt gedaan. Vertrouw me maar, ik weet waar ik het over heb!” Kort daarna kwam Kathy als partner met mij samenwerken.
8
9
We stelden een workshop samen, die tot doel had om mensen zelfmanagementvaardigheden aan te leren. Na twee jaar van consultaties werd mij duidelijk dat mensen die in zichzelf geloven hun dromen waarmaken, terwijl zij die dat niet kunnen, zichzelf ernstig tekort doen. Het was niet genoeg om mensen te helpen zoeken naar wat ze werkelijk wilden. Er kwam nog bij dat het essentieel was om het geloof dat deze mensen in zichzelf hadden, te ondersteunen, alsook de wetenschap dat ze verdienden te krijgen wat ze wilden en in staat waren hun dromen te verwezenlijken. De volgende uitdaging diende zich daardoor aan: het ontwikkelen van een programma dat de mensen in staat zou stellen dat deel van hen dat hen tegenhield en hen tekort deed – het deel dat hen ervan weerhield te bereiken wat ze wilden – met wortel en tak uit te roeien. We ontwikkelden een nieuw programma, dat erop was gericht de eigenwaarde te laten toenemen. Dit was bedoeld om mensen te helpen de saboteur in zichzelf op te sporen, negaholisme uit te drijven en de koers te vinden naar eigenliefde, steun en de mogelijkheid zaken zelf op te lossen. Gedurende de laatste vijftien jaar heb ik workshops geleid voor particulieren en bedrijven. De programma’s zijn in de eerste plaats persoonlijk gericht en bevorderen iemands mogelijkheden te groeien en te bloeien in het leven. In de tweede plaats hebben deze workshops mensen geholpen bij hun persoonlijke en zakelijke interacties, zodat die zowel op het werk als daarbuiten verbeterden. Ik heb geconsulteerd in één-op-één-bijeenkomsten, alsmede in groepsworkshops. Altijd vonden dezelfde essentiële punten een plaats in mijn werk en studie: • Hoe kan ik krijgen wat ik wil in mijn leven? • Hoe kan ik het werk krijgen waarin mijn mogelijkheden en vakkundigheid het best tot uiting komen, zodat mijn werk me bevrediging schenkt en me financieel beloont? • Hoe kan ik de intieme relatie aangaan waar ik behoefte aan heb?
• Hoe kan ik de huiselijke omgeving verkrijgen waarin ik me goed voel? • Hoe kan ik het lichaam krijgen dat ik wil hebben? • Hoe kan ik het voor elkaar krijgen me goed te voelen over mezelf? • Hoe kan ik mijn zaak runnen zoals ik dat wil? • Hoe kan ik mijn levensplan zo ontwerpen, dat ik het gevoel heb dat mijn dromen zijn uitgekomen?
10
11
Dit proces bestaat uit drie onderdelen: 1 Vaststellen en/of verhelderen wat je wilt. 2 Een actieplan bepalen. 3 Steun krijgen bij het verwerkelijken van de droom. Elk probleem waarover wij worden geraadpleegd, heeft een duidelijk begin, midden en einde. We zijn niet zozeer geïnteresseerd in het ‘waarom’ of het ‘hoe’, als wel in het ‘wat’. Wat wil je? Wat voor indruk heb je erbij? Wat is ervoor nodig? Wat heb je nodig om er te komen? Het proces is eerder therapeutisch dan dat het een bepaalde therapie inhoudt. Het gaat in eerste instantie niet over de lange termijn, maar om het oplossen van huidige problemen. Het is sterk gericht op direct resultaat. Het proces is eigenlijk verbijsterend eenvoudig, omdat de essentie ervan bestaat uit veiligheid, zorg en bemoediging. In het proces wordt niets als vaststaand aangenomen. De rollen van student en leraar, van speler en publiek, van toeschouwer en deelnemer worden omgedraaid. De persoon die je helpt is geen deskundige, maar eerder een katalysator tot je ontdekking, een tussenpersoon bij de verandering, een vroedvrouw die je helpt bij het ter wereld brengen van de JIJ die je werkelijk wilt worden. Abraham Maslow, bekend van de humanistische psychologie en ‘de piramide van Maslow’, zet in zijn beroemde werk Motivatie en Persoonlijkheid de motivatietheorie uiteen. Hij stelt dat
mensen tot meer in staat zijn - zowel rationeel als met betrekking tot hun zelfvertrouwen - dan eerdere theorieën hadden gesuggereerd. De kern van zijn stelling is dat de mens een dier is dat steeds iets wil. Zodra de ene behoefte is bevredigd, dient zich weer een nieuwe aan. In de tabel of piramide die zijn ‘opklimmende reeks van behoeften’ toont, laat Maslow een voortgang in vijf stadia zien, die begint met overleving en voortgaat met veiligheid, ergens bij horen, gevoel van eigenwaarde en ten slotte zelfverwezenlijking. In mijn werk, dat plaatsvindt in de gehele Verenigde Staten, en met cliënten van verschillende leeftijd, ras, geslacht, financiële status en levensstijl, heb ik steeds gemerkt dat, hoewel de aard van de zaken die hen bezighouden heel divers is, ze precies de voortgang laten zien zoals aangegeven in de piramide van Maslow. Er bestaat maar weinig overeenkomst tussen iemand die zich zorgen maakt over zijn overlevingskansen - zoals waar hij zijn volgende maaltijd vandaan moet halen, waar hij kan slapen en hoe hij aan kleding moet komen - en de persoon die zijn aandacht richt op een verandering van loopbaan, een echtscheiding, of een levensdoel. Ik ben echter tegen één kwestie aangelopen, een alles doordringend probleem dat steeds weer opdook, ongeacht de levenswijze, de achtergrond, of de maatschappelijke positie van de verschillende individuen. Deze fundamentele kwestie bleek altijd de bron te zijn van de problemen die mijn cliënten hadden. Subtiel, moeilijk te definiëren en zo moeilijk te herkennen, dat de meeste mensen niet weten hoe ze het moeten noemen of aanpakken. Ze geven er verschillende namen aan, zoals: ‘de stem in mijn hoofd’, ‘mijn geest’, ‘het geklets in mijn hoofd’, ‘mijn boze geest’, ‘de aap op mijn rug’, ‘de kritische ouderfiguur’, ‘mijn demonen’, of ‘de ziekelijke criticus’. Heb jij daar ook weleens last van? Heb jij ook wel eens dat gewauwel in je hoofd gehoord, dat feitelijk tot jou was gericht? Kijk eens of je je nog zo’n soort innerlijke dialoog tussen ver-
schillende stemmetjes kunt herinneren, waarin commentaar op jezelf of anderen werd gegeven. Als dat zo is, dan ben je niet anders dan de meeste volwassenen. Het concept van het begrip negaholisme is het resultaat van vele jaren van onderzoek volgens de proefondervindelijke methode. Alle technieken die je in dit boek kunt vinden, zijn door mijn cliënten en deelnemers aan de workshops gebruikt om hun negaholisme te overwinnen. Dit boek behandelt het overwinnen van negaholisme, oftewel het te boven komen van je negativisme. Het is geschreven om je te voorzien van gereedschappen, tactieken en strategieën waarmee je je negaholisme kunt bestrijden en je je weg leert vinden naar een gelukkig en vreugdevol leven, vol van alles wat je wenst. Dit boek gaat over de ontdekking van de interne dialoog, die ontstaat door meerdere gedachten tegelijk, gedachten die vrijelijk in je hoofd ronddolen en zich daar als het ware aandienen als stemmen die zich tot jou richten. Deze stemmen hebben de neiging je te doen geloven dat ze een eigen leven leiden en ze treden vaak op als saboteur. Dit boek geeft aan hoe je dit proces onder controle kunt krijgen en hoe je deze innerlijke stemmen tot zwijgen kunt brengen of ze in je voordeel kunt laten werken. Voor het gemak noem ik deze innerlijke stemmen ‘stemmen in je hoofd’, maar ze hebben geen enkele relatie met de stemmen die mensen horen wanneer ze lijden aan welke psychische ziekte of stoornis dan ook. Ik heb dit boek geschreven met de bedoeling dat je voor jezelf opkomt en je rechten opeist, naar waarheid spreekt over wat je voelt en wat je wilt en om te leren hoe je dat tot stand kunt brengen. • Om de ‘ik kan het niet’-gedachten frontaal tegemoet te treden, zonder je te generen. • Om de ‘dat kan ik wel’-gedachten te versterken en ze op te bouwen tot een kracht waarmee rekening moet worden gehouden.
12
13
• Om ervoor te zorgen dat de gedachte ‘dat kan ik wel’ je leven gaat beheersen. • Om toekomstige negativistische aanvallen af te weren. • Om een gezond zelfbeeld te onderhouden, zodat de aanvallen minder vaak voorkomen of geheel verdwijnen. • Om in je leven te krijgen wat je wilt.
1.
De werktuigen en technieken kunnen en zullen ook bij jou werken, als je tenminste je best doet ze te leren gebruiken.
NEGAHOLISME
Chérie Carter-Scott Los Angeles
Denk even na. Gebeurt het wel eens: • Dat je jezelf wijsmaakt dat iemand waar je mee omgaat eigenlijk een hoger niveau heeft dan jij? (te aantrekkelijk, te succesvol, te rijk?) • Dat je denkt dat een baan die je misschien kunt krijgen, voor jou te hoog gegrepen is? • Dat je jezelf wijsmaakt dat je niet mee kunt doen aan een atletiekwedstrijd, omdat je dat nog nooit eerder hebt gedaan, of omdat je bang bent dat het een mislukking zal worden? • Dat je vindt dat je iets niet moet proberen, omdat je jezelf daarmee voor schut kunt zetten (bijvoorbeeld skiën, windsurfen, paardrijden)? • Dat je die mooie antieke tafel niet koopt, omdat je geen vertrouwen hebt in je goede smaak of bang bent dat er iets mee zal gebeuren? • Dat je tegen jezelf zegt dat je niet aan afslanken hoeft te beginnen, omdat je te veel van lekker eten houdt, of dat je toch de wilskracht niet kunt opbrengen? • Dat je vindt dat je je niet druk hoeft te maken om een vakantie te boeken, omdat er vast wel iets op je werk zal gebeuren,
14
15
Kan het iets Positiever?
Negaholisme
of dat er een of andere crisis zal ontstaan waardoor je de reis weer moet afzeggen? • Dat je tegen jezelf zegt dat je de auto die je echt graag wilt hebben maar niet moet kopen, omdat hij toch te flitsend is, of niet erg praktisch, of dat je het geld beter ergens anders aan kunt besteden?
8 Hoor je, als je een belangrijk doel wilt bereiken, vaak stemmen in je hoofd die zeggen: “Dat red je niet, dat kun jij toch niet”? 9 Vind je het moeilijk enthousiast te worden als je het lijstje doorneemt van dingen die je moet doen? 10 Heb je herhaaldelijk iets op te merken over de kleine dingen die je doet? 11 Vind je jezelf nogal onder de maat wat betreft de kleding die je draagt, je wijze van lopen en de dingen die je zegt? 12 Heb je een lijst van dingen die je nooit hebt volbracht en gebruik je die tegen jezelf? 13 Vind je het moeilijk blij te zijn met de dingen die je wel gelukt zijn? 14 Als je probeert je voor de geest te halen wat je eigenlijk wilt, hoor je dan een stem in je hoofd zeggen: “Wie denk je wel dat je bent”? 15 Als vrienden je een compliment maken, schuif je dat dan meteen terzijde, of denk je: er zal wel iets anders achter zitten? 16 Tel je vaak je grijze haren en je rimpels als je in de spiegel kijkt?
Als dat zo is, lees dan verder. Ik heb een quiz bedacht, maar geen gewone. Het is er één waarbij je zelf kunt beoordelen in hoeverre je negatief denkt. Binnen een paar minuten weet je hoe ernstig je er aan toe bent. Als je het hele boek hebt gelezen, heb je meer zelfkennis en heb je een beter begrip van je gedragspatronen, en wat het belangrijkste is: dan weet je hoe je je oude gewoonten en verslavingen kunt veranderen en op de goede weg kunt komen. Net zoals er mensen zijn die verslaafd zijn aan hun werk, kun je ook verslaafd zijn aan negatieve denkbeelden over jezelf, anderen, je bedrijf of je werk. In het eerste geval ben je een workaholic en in het tweede noem ik je een negaholic. Ben je een negaholic? 1 Heb je er soms moeite mee ’s morgens je bed uit te komen? 2 Richt je vaak je aandacht op zaken die je hebt verknoeid of dingen waarvan nooit iets terecht is gekomen? 3 Merk je dat je vaak het ergste verwacht, zodat je niet teleurgesteld zult zijn? 4 Merk je wel eens dat je bezorgd bent als je goed nieuws hoort, omdat je verwacht dat er daarna slecht nieuws zal komen? 5 Als men je vraagt: “Wat wil je?”, antwoord je dan vaak: “Dat weet ik niet”? 6 Hoor je jezelf vaak zeggen: “Ach, dat doet er niet toe”, als je gevraagd wordt wat je wilt? 7 Merk je vaak dat je de vergissingen, blunders en stommiteiten uit je verleden herinnert als rechtvaardiging wanneer je geen nieuw risico wilt lopen?
16
Denk je dat je ooit… 17 Het droomhuis dat je wilt zult krijgen? 18 De ideale relatie zult hebben? 19 Het geld zult bezitten dat je wilt hebben? 20 Het lichaam zult hebben dat je graag wilt? 21 Werk zult krijgen dat je leuk vindt, dat je bevrediging geeft en beloont? Word je vaak kwaad op jezelf… 22 Omdat je te veel geld uitgeeft, of te krenterig bent? 23 Omdat je te veel eet? 24 Omdat je te veel drinkt? 25 Omdat je tijd verknoeit?
17
Kan het iets Positiever?
Ben je vaak… 26 Kwaad op jezelf of anderen? 27 Bezorgd over allerlei dingen? 28 In verwarring over wat je moet doen? 29 Depressief over de kleinste dingen? 30 Aarzelend in je optreden? 31 Ongeduldig? 32 Onzeker? 33 Eenzaam? 34 Vol spijt? 35 Ongelukkig? 36 Ongeliefd? 37 Afgetobd? Voel je je zelden… 38 Kalm? 39 Bekwaam? 40 Zeker? 41 Competent? 42 Vol vertrouwen? 43 Enthousiast? 44 Gelukkig? 45 Vrolijk? 46 Aardig? 47 Optimistisch? 48 Krachtig? 49 Tevreden? 50 Span je je vaak in en werk je steeds hard, maar ondervind je daar nauwelijks bevrediging en voldoening van?
Negaholisme
• Geef jezelf twee punten voor elke ‘ ja’ op de vragen 1 tot en met 15. • Geef jezelf twee punten voor elke ‘nee’ op de vragen 16 tot en met 21. • Geef jezelf twee punten voor elke ‘ja’ op de vragen 22 tot en met 50. Tel je score op en kijk op de schaal hieronder: 0 punten Feliciteer jezelf met je goede inzicht in jezelf en je gezonde gevoel van eigenwaarde. Je bent ver op weg naar een gezond en compleet leven. 1 - 24 punten Een licht geval van negaholisme. Je hoeft je niet teveel zorgen te maken. Een paar bevestigingen, wat positieve versterking en een paar klopjes op je schouders van jezelf en van de mensen van wie je houdt, dan komt het allemaal goed. 25 - 40 punten Je hebt neigingen tot negaholisme. Waarschijnlijk zit het in de familie. Als je er nu iets aan doet, kun je het in de kiem smoren. Als je er verder niet op let, zou het wel eens kunnen uitgroeien tot een conditie die veel schade kan toebrengen aan je geestelijke gezondheid. Ik zou je een bewustzijnsversterkingsgroep, een workshop ter verbetering van je gevoel van eigenwaarde, een therapie of een zelfhulpgroep willen aanraden. Lees ook per kwartaal een boek over positieve beeldvorming om jezelf weer op het juiste spoor te zetten.
Ben je een Negaholic? Om vast te stellen in hoeverre je verslaafd bent aan negativisme, kun je zelf je score bepalen aan de hand van de volgende gegevens:
41 - 60 punten Hier is iets ernstigs aan de hand. Zonder de juiste zorg en aandacht lijd je duidelijk aan negaholisme. Je moet iedere week een vorm van positieve input hebben om hier iets aan te doen. Een kaart aan de muur met stickers en sterren, het bijhouden
18
19
Kan het iets Positiever?
Negaholisme
van een dagboek, luisteren naar een zelfhulp-cd, positieve beeldvormings-cd’s in je auto of voor het naar bed gaan, één zelfhulpboek per maand en tien duidelijk beschreven dagelijkse prestaties, kunnen in deze ernstige conditie herstel brengen.
Nadat je hebt gelezen hoe je er aan toe bent, zijn er drie mogelijkheden. De eerste is dat je klaar bent om van een brug te springen, zodat alles is afgelopen. De tweede is dat je bezorgd bent over de toestand waarin je verkeert en niet meer weet of er nog hoop voor je is, maar dat je wel bereid bent om er iets aan
te gaan doen, maar ook bang bent dat je een hopeloos geval bent… In de derde plaats kun je ook blij zijn dat er iemand is die een boek over je heeft geschreven en dat je, met een beetje hulp van je vrienden, voor eens en altijd van je verslaving kunt genezen. Als je verslaafd bent aan negativisme, vecht je iedere dag op je innerlijke slagveld. Dat is de plaats waar een voortdurende oorlog wordt gestreden tussen twee aartsvijanden. Deze vijanden zijn de twee delen waaruit je geest bestaat. Heb je wel eens in een publiek gezeten en naar een spreker, presentator of entertainer gekeken en heimelijk gedacht: dat zou ik ook wel kunnen en zelfs een stuk beter dan hij? Als ik de kans maar kreeg, dan zou ik het tien keer beter doen. Nou, zeg, dat zou geweldig zijn. Dit is de ‘ik kan het wel’-kant van je. Die wil de loftrompet over je steken en de kans krijgen te laten zien wat je kunt. Deze kant is ervan overtuigd dat je elke uitdaging aan kunt en dat je je leven exact kunt leiden zoals jij dat wilt. Dit deel van je is onafhankelijk, capabel en vol zelfvertrouwen. Het heeft geen angst, twijfelt niet aan zichzelf en is niet onzeker. Helaas is dat niet het hele verhaal. Het leven zou een stuk gemakkelijker zijn als er alleen maar zaken zouden bestaan waarin je met zelfvertrouwen optrad. Is je ooit wel eens een baan aangeboden die te moeilijk, te veelomvattend leek, of waarvoor je niet genoeg ervaring dacht te hebben? Hoorde je dan een innerlijke stem zeggen: “Dat kun je niet! Zoiets heb je nog nooit gedaan. Zeg nou maar nee, anders weet je niet waar je aan begint en dat zullen ze gauw genoeg merken en dan sta je voor gek”? Als je die stemmen wel eens hebt gehoord, ben je vertrouwd met de ‘dat kan ik toch niet’-kant van je karakter. Die stemmen zijn er in de eerste plaats om je te beschermen tegen schaamte, gezichtsverlies en vernedering. Ze zijn bedoeld om te voorkomen dat je dingen doet die buiten je mogelijkheden liggen. Ze beschermen je en garanderen je veiligheid, maar zitten ook vol
20
21
61 - 80 punten Je bevindt je in de gevarenzone. De kwestie kan niet meer bedekt worden en je kunt er zeker van zijn dat je niet makkelijk over de problemen heen kunt stappen en je kunt er evenmin op rekenen dat alles weer goed komt als je afslankt, de baan krijgt, of dat het wat wordt met je nieuwe relatie, of gaat verhuizen. Zie de feiten onder ogen: je bent ernstig verslaafd en daar moet je mee leren leven. Je slaat jezelf emotioneel ongenadig in elkaar. Er is echter nog hoop; je bent nog niet verloren. De eerste stap is toe te geven dat je verslaafd bent aan negaholisme en dat je je uiterste best moet doen daar een eind aan te maken. 81 - 100 punten Je bent een verstokte negaholic! Je moet eerlijk tegenover jezelf bekennen dat dit het geval is en dat je dagelijks maatregelen moet nemen om je verslaving te bestrijden. De verslaving is sterker dan je persoonlijkheid, maar gaat zo subtiel te werk, dat je het nauwelijks merkt. Al je gedachten en gevoelens zijn ervan doortrokken. Je hebt een extern programma nodig om het gif van de negatieve geest die in je huist, kwijt te raken. Lees dit boek en doe er iets aan! Begin onmiddellijk! Er wacht een nieuw leven op je - je toekomst staat in het teken van een positief zelfbeeld.
Kan het iets Positiever?
Negaholisme
vrees en twijfel aan jezelf. Ze zijn terughoudend en timide. Ik noem dit deel de ‘ik kan het niet’-kant, omdat het voortkomt vanuit een eng, bekrompen gedeelte van je dat vol twijfel is. Eén van de grootste uitdagingen in ons leven bestaat eruit om generaal te worden op dit slagveld en de partij die ‘het niet kan’ te verslaan. Om te leren hoe je stevige, robuuste ‘ik kan het’soldaten kunt ontwikkelen en trainen en de ‘ik kan het niet’troepen kunt ondervoeden, is een proces waar tijd voor nodig is. Je bent een negaholic als de ‘ik kan het niet’-gedachte de baas is en je leven beheerst. Die toestand ontstaat in de loop van een lang leerproces, waarin je verslaafd raakt aan negativisme. Als kind leerde je al vroeg dat je veel meer aandacht kreeg als je je pijn deed, ziek was, of je bord niet leeg at. Als je kamer een puinhoop was, als je in de problemen raakte, leugens vertelde en moeilijk deed, in plaats van je goed te gedragen. Door deze herhaalde inprenting maakte je je een motivatiesysteem eigen, waarbij je eerder aandacht kreeg bij negatieve zaken dan bij positieve. Je verslaving aan negativiteit berust daarom op een psychologische en chemische reactie, die je iedere keer ondergaat als je je bezighoudt met negatieve gedachten, woorden of daden. Danny en zijn ochtendbeslommeringen Danny was een aardige, bescheiden man van middelbare leeftijd, die iedereen begroette met een glimlach en een warm “Hoe gaat het ermee?” Zijn grijsbruine haar en kleine gestalte maakten dat hij welhaast onzichtbaar leek. Zijn gedrag was bijna verontschuldigend en hij sprak met een nasaal stemmetje, waardoor je je best moest doen om hem te horen. Hij zag eruit of hij zich gelukkig voelde, maar je wist niet zeker of zijn glimlach op zijn gezicht was geplakt of dat hij echt was. Op een ochtend, toen hij rustig bij me zat, zei hij: “Weet je, er is iets vreemds met me aan de hand. Soms word ik wakker en voel ik me geweldig, terwijl ik me op andere dagen bij het wakker
worden vreselijk voel. Dan ben ik bang, maak me overal zorgen om, terwijl er geen enkele aanleiding toe is. Sommige dagen gaat het goed en andere dagen is het waardeloos en dat weet ik pas als ik wakker word.” Ik wist waar hij over sprak. Dit ziektebeeld kwam me heel bekend voor. Het werk dat ik doe, geeft me het antwoord op de oorzaak ervan en wat eraan gedaan kan worden. Ik hoop niet dat je nu denkt dat ik je een toverdrank ga voorschrijven. Ik zou graag een of andere geschikte toverformule op zak hebben, maar zo werkt het niet in het werkelijke leven. Ik zou graag een kant-en-klare oplossing hebben die alles direct in orde brengt. Helaas is er tijd voor nodig, bereidheid en wilskracht om weer zo ver te komen dat je jezelf onder controle krijgt. In dit boek leg ik je technieken en hulpmiddelen uit, maar het komt er uiteindelijk wel op neer dat je zelf graag wilt en gedreven bent om ze te gebruiken en er goed mee te werken. Als je concertpianist zou willen worden, zou je ook niet alleen maar de dag voor het concert oefenen. Nee, je zou je hele leven iedere dag moeten oefenen om je voor te bereiden op je grote moment. Maar als de dag van het concert dan eindelijk aangebroken was, zou je er klaar voor zijn. Dan zou je eindeloos hebben geoefend om een goede ondergrond te krijgen. Je zou vol zelfvertrouwen zijn, omdat je door alle oefening wist wat je moest doen. Veel mensen willen graag. Het is essentieel om je af te vragen: wil ik me echt volledig inzetten om deze toestand in mijn leven te veranderen? Heel veel mensen zijn bang dat ze niet kunnen veranderen. Ze denken dat ze gewoontedieren zijn: te oud, te lui, of te vastgeroest in alles wat ze doen. Toch hoef je je geen zorgen te maken als je ook zo denkt. Het duurt drie weken van herhaald gedrag om ergens een gewoonte van te maken en het duurt zes weken om weer met zo’n gewoonte te breken. Denk er aan, alles is mogelijk als je echt wilt.
22
23