De inhoud van de zorg richting 2020 Heemskerk augustus 2013
Inleiding ”Het geheim achter een voorsprong krijgen is beginnen.” (Mark Twain) Voor u ligt het Beleidsplan 2014-2016 alsmede een verantwoording van de Raad van Bestuur aan de Raad van Toezicht met betrekking tot de ontwikkelingen naar de toekomst met de nieuwe AWBZ/WMO, te beginnen in het jaar 2014. Inhoudelijk gaat het om de wijze waarop de SIG met deze ontwikkelingen zal omgaan. Voor de duidelijkheid: het gaat hier om drie transities, namelijk - de WMO/AWBZ - de jeugdzorg - de participatiewet De notitie is vooral gericht op de effecten op de inhoudelijke zorg die vanwege de veranderingen te verwachten zijn. Ook bezinnen we ons in dit plan op de koers die in de afgelopen tijd al is ingezet. Juist in deze tijd vinden we het belangrijk dat we helder communiceren over de effecten van de ontwikkelingen voor onze cliënten. Natuurlijk maken we onze naam en slogan –“Maak het mogelijk met de SIG”– waar, maar niet zonder enig kritisch geluid te laten horen over de gevolgen van de ontwikkelingen voor de cliënten zoals we die verwachten. Daarnaast is dit plan geschreven als kaderbrief voor de clusters van de SIG als basis waarop de werkplannen 2014 gemaakt worden. Er wordt op gestuurd om voor de RvT-vergadering in december ook deze clusterplannen te kunnen presenteren. Het is geen nieuws dat we op de vooravond staan van grote veranderingen. Het wordt de transitie (overgang) van de zorg genoemd maar voor de organisatie van de zorg heeft het de kenmerken van een transformatie (gedaanteverwisseling). De financiële en maatschappelijke context (en vooral de eerste) leggen de zorg grote opdrachten op. Wat in vele jaren is gegroeid moet in korte tijd neerwaarts worden bijgesteld. Dat gaat krimppijnen geven. Hoewel we de afgelopen jaren nog steeds in staat zijn geweest om deze veranderingen redelijk pijnloos te doorstaan, gaat daar onmiskenbaar verandering in komen. De SIG beschouwt zichzelf als een kleine gedegen, betrokken, professionele, flexibele en innovatieve organisatie. Deze eigenschappen zal ze nodig hebben om haar bestaansrecht in de toekomst in de praktijk te bewijzen. De SIG realiseert zich ook dat het een kleine en dus kwetsbare speler is in het speelveld van de verandering. Een organisatie die zich richt op Pagina 1 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
mensen met een beperking. De macht van het getal noch de omvang van de doelgroep geeft op voorhand garanties tot continuering van de zorg zoals we die kennen. De innovatie in de zorg voor mensen met een beperking is er één die we al jaren kennen. Veel kenmerken van deze innovatie zijn door goede gedachtes en nieuwe inzichten geïnitieerd. Daarnaast is bezuinigen een woord dat bijna onlosmakelijk is verbonden aan de zorg, zie hiervoor alle rijksbegrotingen van de afgelopen tien jaar. De SIG heeft laten zien in staat te zijn hier voortdurend ten behoeve van de doelgroep mogelijkheden te creëren. Nu wordt dit echter steeds meer door negatieve input gevoed. Het negatieve zit hem dan in de begrenzingen die de financiering opwerpt en ‘de bijzondere wijze waarop de discussie over de harde bezuinigingen worden gevoerd’. In de discussie worden ze eufemistisch omgebogen tot 'uitdagingen en kansen’. Korte toelichting: Wat we hier als SIG mee bedoelen te zeggen is: grenzen aan de kosten van de zorg zien we als realiteit. Echter, welke vragen zou je jezelf dan eerst moeten stellen? - Waar komen de kostenstijgingen voornamelijk door en kun je deze beïnvloeden? (lees: doorgeschoten zorg, dure behandeling in de Cure, inefficiëntie). - Hoe duur wordt de zorg door ‘het apparaat dat wij er omheen hebben gebouwd’?. Pak de bureaucratie aan, snij de overbodige overhead daarna weg en - deze bewust het laatst genoemd - pak het oneigenlijk gebruik aan (er kan ook nog wel wat luxe weg bij diverse instellingen). - En het voornaamste: ontwikkel een visie op de maatschappelijke verandering en wat daarvoor nodig is, vooral in de zorg. Welke kwetsbare burger wil je blijven helpen maar ook: hoe ga je dan weer beter voor elkaar zorgen, wat is daarvoor nodig. Door alleen iets over buurvrouwen, mantelzorgers en vrijwilligers te zeggen stel je de echte discussie uit. De krimppijnen moeten dus worden opgevangen. Dit zal moeten gebeuren met de positieve energie die in de SIG zit. Hier ligt onze opdracht: de toekomst aan gaan met alle expertise en positieve kracht die in ons is. Aangezien de veranderingen ook pijn gaan doen in de arbeidsverhoudingen, zal er op het gebied van het personeelsbeleid een goede planning moeten zijn. Het sociale beleid zal zich moeten kenmerken door het verschaffen van veel informatie, het betrekken van medewerkers bij de ontwikkelingen en flexibiliteit in het vinden van oplossingen voor de in dienst zijnde medewerkers. Daarnaast staan er wetswijzigingen op stapel die grote invloed hebben, zoals de modernisering ziektewet, de nieuwe ontslagregels en de wijzigingen voor tijdelijke krachten. Aan een toekomstbestendig sociaal beleid wordt inmiddels, onder sturing van P&O, al vormgegeven. De OR is hier ten volle bij betrokken. Voor de volledige inhoud van het sociale beleid verwijs ik verder naar de notities die hierover door P&O zijn opgesteld en die ook al binnen de OR aan de orde zijn gesteld. Een opmerking die gemaakt moet worden betreft de opbouw en inrichting van de clusters (AO, Volwassenen, Kinderen & Jongeren). Deze indeling is al niet meer helemaal adequaat. Door de komst van de dagbesteding zijn er verschuivingen geweest. Dagbesteding is toegevoegd aan cluster Volwassenen en van dit cluster zijn weer een paar voorzieningen overgeheveld naar Kinderen & Jongeren. Bij AO is intussen de forensische zorg toegevoegd. We hebben besloten in de indeling van de clusters nog geen veranderingen aan te brengen. Het is verstandiger eerst de ontwikkelingen te volgen en ze een plaats te geven binnen de Pagina 2 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
organisatie. De persoonlijke talenten en interesses van de clustermanagers worden daarbinnen zo optimaal benut. Als medio 2015 duidelijk is hoe de verschillende veranderingen in de zorg zijn uitgepakt voor de SIG, kunnen we opnieuw naar de structuur van de organisatie kijken. Ook de effecten van een inkrimping van zorg kunnen dan beter ingepast worden. In de praktijk wordt er al ‘clusteroverschrijdend’ gewerkt. Woonvoorzieningen dienen als achterwacht voor de VPT’s 1 ; steunpunten worden ook al ingezet voor ambulante klanten; logeerhuis en Gezinsondersteuning werken samen in vakantiekampen.
De maatschappelijke context We leven in een (zorg)omgeving die verandert. Er zijn structureel minder overheidsmiddelen te besteden, dit geldt dus ook voor de zorg. Als zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking hebben we te maken met de kwetsbare burgers. Wat heeft de maatschappij hiervoor over? Maar ook: hoe kunnen deze burgers hun steentje bijdragen om zo optimaal mogelijk 'burger' te zijn? Op de gehele AWBZ zorg zal tussen de 4 en 25% bezuinigd gaan worden. De veranderingen worden ideologisch begeleid door een paradigma van participatie en 'eigen regie'. Dit paradigma houdt onder andere in dat er eerst zal worden gezocht naar de oplossingen die mensen met een hulpvraag zelf kunnen verzinnen in samenhang met hun familie, vrienden of buren (het sociale netwerk). Daarna zullen oplossingen liggen in de 'normale' sfeer. Dat wil zeggen: algemene organisaties, buurthuizen, welzijnsorganisaties en dergelijke. Pas daarna ligt specialistische zorg in de rede.
1
•
Sinds 1 januari 2013 is het niet meer mogelijk om de Zorgzwaartepakketten (ZZP’s) Verstandelijke Gehandicapten (VG) 1 en 2 in woonvoorzieningen met verblijf op te nemen. Vooralsnog is het wel mogelijk om Volledige Pakketten Thuis (VPT’s) te realiseren. De begeleiding hiervan zal echter te zijner tijd ook naar de gemeente worden overgeheveld.
•
Extramuraliseren van ZZP VG 1 – 4 (-/- 25%) De discussie over de wenselijkheid van deze maatregel is volop losgebarsten. De VGN tracht aan te tonen dat het onmogelijk is om deze pakketten (vooral ZZP 4) over te hevelen naar de WMO en dus de gemeentes. Hierbij stelt de VGN voor, wel de bezuiniging door te zetten maar deze generiek toe te passen op onze sector. Voor de SIG zou doorvoering van extramuralisering ZZP 1 t/m 4 neerkomen op 70% afname van haar AWBZ-capaciteit. Bij alleen extramuraliseren van ZZP 1 t/m 3 is de capaciteitsafname voor de SIG 50%. Of het geld terugkomt via de gemeentes is natuurlijk nog niet duidelijk. De mensen die nu bij ons wonen zouden via het scheiden van wonen en zorg bij ons kunnen blijven wonen en zullen dan huur gaan betalen. Afname van middelen met 25% lijkt hier sowieso het gevolg te zijn van extramuralisering. Het is nog niet helemaal duidelijk of de bestaande –al geïndiceerde- cliënten hun indicatie behouden.
•
Extramurale zorg dagbesteding: Er wordt nu van uitgegaan dat de extramurale dagbesteding in 2014 naar de WMO gaat - met 25% korting op het budget. Omdat een belangrijk gedeelte van de dagbesteding binnen de SIG uit intramurale dagbesteding bestaat (cliënten verblijf van de SIG hebben dagbesteding bij de SIG), zijn de effecten (nog beperkt) maar wel merkbaar bij de GGZ-cliënten.
VPT – Volledig pakket thuis Pagina 3 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
•
Extramurale begeleiding naar de WMO (-/- 25%). Deze maatregel is ons het langst bekend. In deze maatregel gaan 350 van onze AO-cliënten (nu ondersteund door 45 SIG-medewerkers) naar de WMO, waarbij de vraag is of, hoe en waar ze hun opvang/ondersteuning krijgen. Met deze doelgroep in beeld zijn we oorspronkelijk aan het traject ‘In voor Zorg’ begonnen. De vraag is of de diverse gemeentes zorg bij de SIG gaan inkopen om hier een oplossing te bieden.
•
Jeugd LVG per 2015 naar gemeente (-/- 15%). Ook hier kunnen we nog niet helemaal inschatten wat de gevolgen voor de SIG zullen zijn. Waar komen de kinderen met een verstandelijke beperking onder te vallen?
•
Rest intramurale AWBZ Alle zorg die niet in de WMO komt, wordt in een landelijke voorziening (kern AWBZ) geplaatst. Hier is dan sprake van een korting van 4%. Hoe dit er precies gaat uitzien, is nog niet bekend.
Overigens gaat dit op voor een deel van de organisatie. Met name de functies begeleiding, dagbesteding en het onderdeel jeugdzorg zullen naar de WMO worden overgeheveld en daarnaast een gedeelte van de zorgzwaartepakketten (1, 2 en een gedeelte 3) De normen, de waarden, de grenzen en de kwaliteit van de 'nieuwe zorg' zijn nog aan discussie onderhevig, gekaderd door de financiële doelstellingen. De kwaliteit van dit proces is niet altijd goed en bovendien ideologisch van aard. Er is weinig tot geen visie -uitgezonderd een paar kreten- die richting geeft aan de noodzakelijke veranderingen. Kritisch eigen vermogen tot reflectie en dus een grotere effectiviteit, vermindering van bureaucratie, efficiency, SMART oplossingen zijn zaken die helaas onvoldoende worden onderzocht. Dat wil niet zeggen dat wij daar zelf niet mee aan de slag kunnen. En dat doen we ook al, bijvoorbeeld binnen het cluster AO. De SIG zal binnen de maatschappelijke werkelijkheid moeten bewegen, dat is een feit en dat leidt tot onder meer de volgende (vaak al gehanteerde) uitgangspunten. 1. De SIG zet haar beleid van vermaatschappelijking van haar begeleiding en ondersteuning voort. Dit betekent: - Onze cliënten wonen en werken in samenleving en nemen daar een zinvolle plaats in, in samenhang en interactie met hun omgeving binnen de mogelijkheden die zij hebben. - Onze cliënten krijgen niet meer maar ook niet minder zorg dan noodzakelijk. Mogelijkheden in de omgeving van de cliënt worden optimaal benut. Sociale netwerken, familie, betekenisvolle contacten, vrijwilligers, 'genormaliseerde oplossingen' hebben altijd de voorkeur (en hadden dat al in de afgelopen vijftien jaar). - Onze cliënten hebben -binnen de grenzen van hun persoonlijke behoefte- recht op deskundige en continue zorg, ervan uitgaande dat zij levenslang en levensbreed meer moeite moeten doen om beperkingen te overwinnen. 2. De SIG werkt samen met andere organisaties om haar doelen te verwezenlijken. Twee normen zijn belangrijk: a. is de cliënt met samenwerking beter geholpen en b. kunnen de samenwerkende organisaties goed met elkaar werken en elkaars visie respecteren. 3. Pagina 4 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
De SIG is een categorale (VG) organisatie: dat beperkt maar biedt ook mogelijkheden in haar werkwijze en methodes om deze breed en in samenwerking met anderen in te zetten (lees: jeugdhulpverlening, GGZ en ouderenzorg). 4. Een kern van de SIG (Zorgzwaartepakketten hoger dan 2 en de nog bestaande zorg, vaak met verblijf) vormt nog een stevige basis. In combinatie met een modern en geschikt huizenaanbod vanuit ons langertermijnhuisvestingsbeleid geeft dit een goede uitgangspositie om de ook in de toekomst ongetwijfeld gevraagde verblijfszorg te bieden. 5. De SIG kent veel kenmerken van een 'familie-organisatie': een organisatie waarin de lijnen kort zijn, de betrokkenheid groot en de bereidheid tot aanpassing met blijvende aandacht voor kwaliteit ruim aanwezig. Medewerkers voelen zich verbonden met de SIG en met haar cliënten. Vaak zijn ze trots op hun organisatie. Het is belangrijk om deze kwaliteiten ook goed uit te nutten. 6. Last but not least: De SIG wil -zoals het altijd heeft gedaan in haar 44 jarige bestaan- blijven uitgaan van het formuleren van inhoud van zorg die bepalend is voor het omgaan met de maatschappelijke werkelijkheid. Niet alleen iets roepen maar er ook de inhoudelijke concepten aan verbinden, ook als de antwoorden niet altijd helemaal binnen de SIG gevonden kunnen worden. Dan is het noodzakelijk om verbanden –in samenwerking- met andere partijen te leggen. De reden van het bestaan van de SIG ligt in het vinden van de juiste (en gewenste antwoorden) op de vragen die er gesteld worden vanuit de doelgroep 'mensen met een beperking’. De organisatie is niet het startpunt en eindpunt van alles maar het vehikel waarmee doelen bereikt moeten worden. Dat besef is de reden van het bestaan, zonder fusies, zonder poespas, met trots dat de discussie binnen de SIG over inhoud en betrokkenheid gaat.
De SIG binnen de hedendaagse context - welke vragen moeten wij ons stellen Hoe staan we er voor? Wat presteren we nu? Hoe bewegen we mee met een andere werkelijkheid. Wat zijn onze kenmerken, sterktes en zwaktes? Wat is de werkelijkheid om ons heen? Gemeentelijk, regionaal, collega’s, aanpalende sectoren? Wat hebben we gedaan in het kader van de WMO? Wat moet onze missie blijven? Wat zijn de thema’s waar het in de komende tijd om gaat? Wat is de samenhang in wat de SIG allemaal onderneemt en organiseert? Hoe passen organisatie, dienstverlening en inhoud op elkaar/sluiten ze op elkaar aan? Een manier om antwoord te krijgen op veel van deze vragen was de inzet die we in de loop van 2012 zijn gestart in het kader van het In voor Zorg traject. Daarover nu eerst meer. 'In voor Zorg!' In het afgelopen jaar (zomer 2012-zomer 2013) heeft de SIG deelgenomen aan het door VWS geïnitieerde traject In voor Zorg (IvZ). Pagina 5 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
Oorspronkelijk gestart om het cluster AO voor te bereiden op de kanteling in de AWBZ, is het project, onder invloed van de steeds uitdijende overheidsmaatregelen, steeds meer van invloed geworden op de gehele organisatie. De Zorgzwaartepakketten, de jeugdzorg en de algemene bezuinigingen waren hier de oorzaak van. Voor de volledige verslaglegging van IvZ verwijs ik graag naar het eindverslag van dit project. Ik haal hier de grote lijnen aan die van belang zijn om in de toekomst te verbinden aan het beleid in de diverse onderdelen van de organisatie. De bereikte resultaten liggen vooral op het vlak van -wat ik wil noemen- strategische en tactische voorbereiding op de veranderingen (en wellicht ook de mentale /psychologische voorbereiding van de betrokken medewerkers). Aangezien de feitelijke eindsituatie (2015) nog altijd niet helemaal duidelijk is (in de politiek beginnen de contouren ervan nu pas zichtbaar te worden) waren de voorbereidingen vooral van invloed op de houding die de organisatie en haar medewerkers moeten innemen om adequaat te reageren op de veranderingen. De SIG heeft in de In voor Zorg periode gewerkt aan haar inventiviteit, creativiteit, flexibiliteit en aan haar (preventieve) vermogen om problemen aan te pakken op een vroeg moment in plaats van reactief te zijn. Daarnaast is er een concrete gedachtestroom geweest naar concrete antwoorden op de te verwachten nieuwe vragen. Wat is concreet gedaan om dit te bereiken? 1. Op de eerste plaats zijn er bijeenkomsten georganiseerd –eerst met leidinggevend kader, later met alle medewerkers van achtereenvolgens AO en de dagbestedingom de inbreng goed op gang te brengen. Daarnaast was er het doel om de medewerkers ook goed voor te bereiden op het feit dát er belangrijke veranderingen aankomen die invloed hebben op iedere medewerker van de SIG. 2. Vervolgens zijn er uit de resultaten van deze bijeenkomsten commissies aan de gang gegaan om de conclusies te gaan omzetten naar de praktijk. De inhoud van de commissies betroffen zowel de inhoud van het werk als bedrijfsmatige aspecten. 3. Er zijn pilots opgezet met collega organisaties om te laten zien wat wij in de praktijk in staat zijn om te realiseren op het gebied van alternatieve vormen van zorg en samenwerking. Vooral de aansluiting tussen formele en informele zorg is gezocht. De collega organisaties zijn gekozen op de eerder geformuleerde voorwaarden (visie en bereidheid tot samenwerking). 4. De bedrijfsvoering is op procedures en kostprijzen doorgelicht. Met de resultaten wordt nu verder gewerkt. In de praktijk betekent dit dat we een beter inzicht hebben in onze kostprijzen en de variabelen waarmee we deze kunnen beïnvloeden. Daarnaast komen de inhoudelijke keuzes aan de orde. Het was goed om van de IvZ-onderzoeker te horen dat het opvallend is dat de procedures zo helder binnen de hele organisatie verankerd zijn. 5. Op het gebied van relatiemanagement en PR is een ‘aanvals’plan opgezet. Dit plan loopt ook nog door naar 2014. Onderdeel is de vervaardiging van een nieuwe website en het werken met relatieteams per gemeente. Pagina 6 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
Concrete resultaten zijn nu moeilijk te noemen. We kunnen nog steeds niet precies inschatten hoe de SIG door de verschillende gemeentes gezien en gewaardeerd wordt en hoe zij wordt meegenomen in de besluitvorming tot toekenning van zorg. In de contacten die er met gemeentes zijn, wordt wel duidelijk dat we als een betrouwbare speler worden gezien. De meest recente gesprekken die gevoerd zijn, bijvoorbeeld door de gemeentes die hun plannen aan het concretiseren zijn, bevestigen dit beeld. Er is echter nog geen duidelijkheid over hoe de WMO-inzet wordt verdeeld. Dat wil niet zeggen dat er weinig is bereikt, integendeel. De SIG is zich door het proces van IvZ zeer bewust geworden van haar noodzakelijke houding in het licht van de nieuwe werkelijkheid van de WMO en heeft nadrukkelijk gekeken naar haar mogelijkheden. Er is met grote intensiteit gekeken naar de mogelijkheden die de organisatie heeft om ' in de markt te blijven’. Conclusie mag zijn dat de SIG en haar medewerkers een flexibele organisatie blijken met realiteitszin maar ook met de energie en betrokkenheid om het maximale uit de mogelijkheden te halen. Dat er nog wel belangrijke problemen zullen komen is ook evident. Je zou kunnen zeggen dat IvZ invloed heeft gehad op het gehele hier voorliggende jaarplan. In de uitwerking naar 2014 zal de nieuw opgedane kennis en ervaring moeten worden opgenomen in de clusterplannen.
De toekomst - 2014 en later Welke verwachtingen zijn er? Wat betekenen die voor de organisatie, de dienstverlening en de inhoud? Welke lijnen zet de SIG uit naar: A. Cliënten; B. Medewerkers, C. Collega-instellingen D. De Gemeentes E. De financiers en F. Anderen. Welke diensten: hoe worden deze ingevuld? Hoe gaan we om met kwaliteit? De inhoud van de zorg Ik wil bovenstaande thema's graag behandelen aan de hand van de inhoud van de zorg. Hoe zullen cliënten, medewerkers, collega-instellingen, gemeentes en anderen benaderd worden vanuit dit perspectief. En hoe wil de SIG hierop anticiperen voor zover ze dit al niet gedaan heeft. Dit beleidsplan zal dat in grote lijnen doen en per cluster zal hier verder inhoudelijk op ingegaan worden in de aparte werkplannen.
Pagina 7 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
“Wacht niet. Het zal nooit het juiste moment zijn.” (Napoleon Hill 2 ) Uitwerking van plannen per onderdeel A. Cliënten In het algemeen kun je stellen dat er een herdefinitie plaats vindt van wat de toekomstige cliënten van de SIG zullen zijn. Een aantal (ZZP 3 en hoger) zal cliënt blijven. Wellicht met een wat ander zorgpakket maar wel opgenomen in de kern-AWBZ na 2015. De kans is groot dat cliënten de SIG verlaten. Ten dele omdat zij hun volledige indicatie verliezen en er geen nieuwe of andere zorg binnen de WMO voor terugkrijgen of omdat de zorg aan andere aanbieders wordt uitbesteed. We zullen moeten strijden om voor deze groep een alternatief aanbod te realiseren. We zijn er namelijk van overtuigd dat de cliënten die de SIG begeleidt altijd een terecht beroep op zorgondersteuning hebben gedaan en daar zeker niet méér van hebben afgenomen dan nodig. We kunnen er ook zeker van zijn dat voor deze cliëntengroep -wanneer zij onder de WMO een aanbod vanuit de SIG blijven krijgen aangeboden- het aanbod er heel anders uit gaat zien. We praten hier dan over de doelgroepen die onder de functies begeleiding en/of dagbesteding een aanbod kregen en we hebben over de kinderen die onder de nieuwe jeugdwet gaan vallen. B. Medewerkers De medewerkers zijn het belangrijkste 'werkkapitaal' van de SIG. De al eerder in deze notitie genoemde innovatie van de zorg in de afgelopen jaren heeft het beroep van begeleider al grondig geprofessionaliseerd. Vaardigheden, kennis en houding worden steeds verder ontwikkeld. De (werk)leerplannen die ieder jaar weer zijn aangescherpt- hebben geholpen bij de ontwikkeling van de begeleider naar een zelfstandig werkende vakman of –vrouw met kennis van coördinatie van zorg, het bouwen van sociale netwerken, het vervaardigen van en werken met begeleidingsplannen met daarin helder omschreven doelen. De combinatie van de noodzaak van professionalisering en de complexere omgeving maken dat we zelfstandig en reflectief denkende en handelende medewerkers nodig hebben, in het kader van afnemende middelen. We zullen de juiste opzet van de organisatie van zorg moeten realiseren om hier een goede balans in te vinden. C. Collega-instellingen Meer nog dan al het geval was moeten we als ‘ketenzorg’ organisatie gaan denken en werken. De zorg zal laagdrempelig (vaak wijkgericht) worden georganiseerd. Dat betekent
2
Wikipedia: Napoleon Hill (October 26, 1883 – November 8, 1970) was an American author in the area of the new thought movement who was one of the earliest producers of the modern genre of personal-success literature. He is widely considered to be one of the great writers on success. His most famous work, Think and Grow Rich (1937), is one of the best-selling books of all time (at the time of Hill's death in 1970, Think and Grow Rich had sold 20 million copies). Hill's works examined the power of personal beliefs, and the role they play in personal success. He became an advisor to President Franklin D. Roosevelt from 1933 to 1936. "What the mind of man can conceive and believe, it can achieve" is one of Hill's hallmark expressions. How achievement actually occurs, and a formula for it that puts success in reach of the average person, were the focal points of Hill's books.
Pagina 8 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
samenwerken met de eerste lijn en met verwante organisaties zowel binnen de doelgroep als sectoroverschrijdend (welzijn e.d.). Efficiency en effectiviteit zijn het motto, dus geen dubbelingen en leemtes meer. Per cluster zal moeten worden bekeken wie de beste partners zijn. In onze presentatie en communicatie moeten we uitstralen ‘dat er met ons is samen te werken!’ Bovendien zal dat van top tot teen in de organisatie moeten worden uitgedragen. Het ketennetwerk is de afgelopen jaren uitgebreid en we investeren nu ook op het onderhoud. D. De Gemeentes De gemeentes zijn en worden een steeds bepalender factor in het beleid m.b.t. welke zorg aan wie mag worden geboden. Op organisatie niveau worden de contacten dus al enige tijd geïntensiveerd. Probleem waarmee we zullen moeten leren omgaan, vormt het politieke –en vaak persoonsafhankelijke– karakter van de besluitvorming in gemeentes. Daar komen de vele bestuurlijke lagen (ambtenaren, wethouder, gemeenteraad) bij en dat maakt dat er veel bestuurlijke drukte ontstaat vanwege de nieuwe WMO. Onze houding moet samenwerkend en dienstverlenend zijn: wij bieden u onze deskundigheid aan. E. De financiers De financieringsstromen zullen veranderen. Althans, áls de SIG aannemingen en/of overeenkomsten aangaat met de gemeentes, zullen er ook subsidierelaties ontstaan. Dit dus naast de gecontinueerde zorg die in de kern-AWBZ gefinancierd gaat worden. Over de toekomst van beide geldstromen valt nu niet veel te zeggen. Het kabinet is pas begonnen met de opzet van de kern-AWBZ. Zeker is dat de omvang van de budgetten zal afnemen. Bij het cluster AO is al veel werk verzet in het zoeken naar efficiency en zijn de tarieven onderzocht. Dat zal in alle clusters onderwerp van zorg moeten zijn. In ieder geval zal kostenreductie een belangrijk onderdeel vormen van de begrotingen in de nabije toekomst. De begroting 2014 zal dit najaar worden opgesteld en vanuit deze optiek moeten worden bekeken. Uitgangspunt zal zijn dat elk product kostendekkend zal moeten worden aangeboden. F. Anderen In de groep ‘anderen’ kun je denken aan ouders/verwanten, vrijwilligers en mantelzorgers, buurten en wijken maar ook aan de politieke beïnvloeding. Dit laatste om ook de positie van onze cliënten te helpen verstevigen. In feite gaat het over iedereen die in of rond het netwerk van cliënten iets kan doen aan het behoud van kwaliteit van leven. Het goed informeren en communiceren naar ouders en verwanten is van groot belang in het kader van begrip hiervoor kweken. Het vrijwilligersbeleid krijgt bijzondere aandacht. Uitwerking cluster Volwassenen De SIG heeft in de afgelopen jaren veel energie en middelen gestoken in nieuwe woonvormen. Nieuw in de zin dat er op een humane comfortabele manier gewoond kan worden (de oude gezinsvervangende tehuizen zijn vervangen) maar ook nieuw door de wijze waarop ze zijn gedecentraliseerd en onderdeel geworden van hun maatschappelijke omgeving. Dat geeft een goede uitgangspositie voor het wonen in de toekomst (gezien vanuit de nieuwe 'romp-AWBZ’). Aan de andere kant ontwikkelt de SIG ook alternatieven voor de mensen met een lichtere verstandelijke beperking. Aanleunwonen, geclusterd wonen, Volledige Pakketten Thuis Pagina 9 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
(VPT), ondersteuning van PGB-projecten (waar individueel geld wordt gecombineerd tot een collectief sterker aanbod). Verandering kan niet alleen in stenen zitten Emancipatorisch werken, gericht op ontwikkeling van cliënten is een aanpalende methodische opdracht. We zullen de vier pijlers (respect, autonomie, transparantie en professionaliteit) blijven hanteren en verder uitdiepen. . De deskundigheid van medewerkers zal nog verder verschuiven van kennis van werken met groepen, naar het individueel kunnen coördineren van persoonlijke zorg. In een proces van ‘werkleren’ zal de medewerker een ware professional moeten worden die bovendien een scherp inzicht in eigen handelen (zelfreflectie) en moraliteit moet hebben. De organisatie zal de waarborgen moeten formuleren in de ethische weging van handelen en niet handelen in de begeleiding Kwaliteit via goede begeleidingsplannen (doelmatig en effectief), doelen, kunnen werken met Totale Communicatie. Werken met sociale netwerken is al meer dan tien jaar een doel van de SIG, vooralsnog met de gedachte dat de kwaliteit van de zorg hiermee toeneemt. Minder professionele ondersteunings- en (vooral) verzorgingsuren maken het nu een noodzaak om het sociale netwerk in de zorg in te gaan zetten. Daar moeten we -ook op methodisch gebied maar vooral in de aan te meten houding van medewerkers- als SIG nog veel aandacht aan besteden. Ontwikkeling van nieuwe deskundigheid bij medewerkers op basis van persoonsbeeld. “Vertrouwen is het zetten van de eerste stap, zelfs wanneer je nog niet de hele
trap ziet.” (Martin Luther King) Uitwerking cluster Kinderen en Jongeren De jeugdzorg is een belangrijk onderdeel in de veranderingen die plaatsvinden. Kenmerk van deze verandering is de centrale positie van het gezin en een ongedeelde aanpak van kinderen met of zonder beperking. Aan de andere kant zien wij steeds moeilijker kinderen in de begeleiding terecht komen, zowel in onze residentiële opvang als in onze gezinsondersteuning. Vaak zijn de sociale structuren (de gezinnen waar de oplossing moet worden gevonden) zwak en beschadigend. Daardoor melden veel moeilijke kinderen met behoefte aan structuur zich in een -bijna- behandelingssetting. Los van de constatering van dit dilemma (dat nog niet breed wordt onderkend) moeten wij concluderen dat we de werkzaamheden rond kinderen (GO en woonvoorzieningen) moeten verbinden. Zoals het er nu uitziet heeft het voordragen van jeugdconsulenten in de eerste lijn met expertise op het gebied van kinderen en ouders met een beperking een grote voorkeur. Dit zal echter nog voortvarend opgepakt moeten worden. De deskundigheid in de opvang van kinderen met een beperking (en vaak zware problematiek) vraag veel van de deskundigheid van de medewerkers en van de structuur van de opvang. Hier wordt op dit moment hard aan gewerkt binnen het cluster Kinderen en Jongeren. Een afweging die al plaatsvindt maar verder zal moeten worden doorgetrokken, is of we de zorg voor de huidige doelgroep kunnen volhouden. Inhoudelijk maar ook financieel staat hier druk op. Moeten we afstoten of omvormen, en tot wat dan?
Pagina 10 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
Uitwerking cluster AO Historisch is dit het cluster waar het eerste de veranderingen zich aftekenden. Het traject ‘In voor Zorg’ heeft zich -naast de dagbesteding- vooral met dit cluster beziggehouden. Ik verwijs naar de verslaglegging op dat gebied. In het clusterplan AO zal de uitwerking naar de toekomst (2014 en later) aan de orde komen. Uitwerking naar de dagbesteding Voor dagbesteding geldt wat ook bij AO is opgemerkt. De dagbesteding zal allereerst stil moeten staan bij de zinvolheid van haar aanbod. Ten eerste omdat bij gemeentes nauwelijks bekend is wat de betekenis van werk is voor onze cliënten en hoe dit zin geeft aan hun leven. Ten tweede omdat de aard en het karakter van dagbesteding steeds meer een ‘nuttig en maatschappelijk karakter’ moeten hebben. Het wordt in feite steeds meer aangepast en getemporiseerd werk dat door anderen (misschien ook door de bezuinigingen) niet meer kan worden uitgevoerd. Projecten bij de SIG als zorgwinkels, tuinonderhoud, dienstverlening, horecahulp en opruimwerk in wijken behoren daartoe. We zijn hier volop in bezig en hebben ook de ambitie om dit te verruimen. In het clusterplan dagbesteding zal worden uitgeweid over hoe dit gaat gebeuren. Bedrijfsvoering In deze notitie is niet ingegaan op de bedrijfsvoering. Alle connecties zijn er natuurlijk wel, vooral met de vragen rond het beschikbare budget en de kostenraming waarbinnen de zorg gecontinueerd kan worden. In voor Zorg heeft hier ook een stukje extra analyse voor gepleegd. Het kleine bedrijf dat de SIG is heeft de Carante Groep nodig in de complexiteit van de financiële en ICT-processen. We hopen hiervan te profiteren, ook als de gemeentesubsidiëring haar intrede doet. Laten we hopen dat de gemeentes dit niet op tien (het aantal gemeentes in de regio) manieren zullen uitwerken. De krimpende tarieven betekenen ook druk op de overhead, en dat terwijl we nog moeten afwachten of een mogelijke vermindering van de bureaucratie hier nog soelaas biedt. In 2015 zal het evaluatiemoment komen m.b.t. de kwaliteit van onze bedrijfsvoering in het kader van de nieuwe situatie. Kwaliteit In de veranderingen die plaatsvinden, neemt de discussie rond de (gewenste) kwaliteit van de zorg een bijzondere vlucht. Bij afnemende budgetten wordt beweerd dat die afname ‘best ook wel eens’ een positief effect op de kwaliteit van de zorg kan hebben. Als dat de afname van bureaucratie betreft met daardoor meer armslag tot eigen initiatief, creativiteit en directe cliëntenzorg dan kan de SIG daar goed in meegaan. Dat zien we echter niet gebeuren. We zien incidentenpolitiek, regelgeving en angst om de schuld van iets te krijgen een desastreus effect hebben op de ‘druk’ op organisaties. De afgelopen jaren heeft dit voor meer bureaucratie gezorgd. Pagina 11 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx
Daarnaast moeten vrijwilligers en mantelzorgers hun steentje bijdragen aan de kwaliteit. Binnen de politiek wordt hier heel ongenuanceerd naar gekeken. Volgens de SIG zijn vrijwilligers en mantelzorgers van grote waarde maar hebben zij er recht op goed ondersteund te worden. Er zal een ‘omkeerpunt’ bereikt worden waar we merken dat de twee fenomenen (kwaliteit van zorg en de-professionalisering) elkaar gaan bijten. Ik beëindig dit beleidsplan graag met waar ik mee begonnen ben. De inhoud van zorg is leidend. Professionaliteit is één van onze pijlers - kwaliteit moet ervaren worden door de cliënten. Dat zal voor de SIG mede bepalend zijn in haar keuzes voor de toekomst. Het verdient aandacht om een voortdurende discussie te voeren over waar de grenzen van de kwaliteit bereikt worden of zelfs overschreden. Laten we hopen dat we de kwaliteit van de zorg zelf in de hand kunnen houden. Inspirerend in dit verband is om –door Friedrich Nietzsche vertolkt– te lezen wat een doener (en die kennen wij) met ons doet:
”Alleen de doener leert” (Friedrich Nietzsche)
Pagina 12 van 12 G:\commissies jaarplannen evaluaties\jaarplannen en evaluaties\130903 Beleidsplan SIG 2014-2016.docx