NOTULEN van de openbare vergadering van de commissie Bestuurlijk Domein en Dienstverlening van de gemeente Berkelland, gehouden op 23 november 2009 om 18.00 uur ten gemeentehuize te Borculo. Aanwezig:
de heer M.T.J.M. Bouwmeesters (C.D.A.), (voorzitter), de heer J.A. Bannink, raadsgriffier, mevrouw J.T. ten Berge-Tukker (P.v.d.A.), de heer J.B. Boer (D66), de heer P.W. Brugman (P.v.d.A.) (vanaf ± 20.00 uur aan de raadstafel), mevrouw U. Drexhage (Gemeentebelangen) (tot ± 20.00 uur), de heer A.J. Kion (C.D.A.), de heer P.T.M. Knuvers (GroenLinks), mevrouw J. Kuipers-Berfelo (D66), de heer F.H.C. Mulkens (V.V.D.), de heer S. Nijhuis (GroenLinks) (tot ± 20.00 uur), de heer H. Pelle (P.v.d.A.) (tot ± 20.00 uur), mevrouw J.A. Pot-Klumper (Gemeentebelangen), de heer F.J. Reijrink (C.D.A.) (vanaf ± 20.00 uur aan de raadstafel), de heer W.G.J. Roekevisch (V.V.D.).
Voorts aanwezig: de heer H.L.M. Bloemen, burgemeester (komt iets later en is er tot ±20.15), de heer L.J.H. Scharenborg, wethouder (C.D.A.) (vanaf 19.30 uur), de heer J.J.W. Zappeij, wethouder (C.D.A.) (tot ± 20.00 uur), mevrouw A.G. Dekker, gemeentesecretaris, de heer J. Geerdink, inspreker m.b.t. agendapunt 4, de heer E. Visser, teamchef politie Berkelland, de heer F. Krosse, medewerker Bureau De Lindenhout / JEKK, de heer T. Harmsen, directeur Betula, mevrouw K.M. Ottens, beleidsambtenaar openbare orde en veiligheid, de heer G. Nijen Es, plv. brandweercommandant (van ± 20.00 tot ± 20.15 uur), diverse raadsleden, diverse overige belangstellenden. Afwezig:
de heer G.W. de Ruiter (C.D.A.), de heer H.J. v.d. Veen (Gemeentebelangen).
1. Opening. De Voorzitter opent de vergadering en heet eenieder hartelijk welkom. Spreker deelt mede dat burgemeester Bloemen iets later zal komen, omdat hij nog in de file staat. Tot het moment, dat hij aanwezig is, zal wethouder Zappeij hem waarnemen. Spreker deelt vervolgens mede, dat de heer De Ruiter niet aanwezig is, maar – waarschijnlijk vanaf circa 19.30 uur - zal worden vervangen door de heer Reijrink. De heer V.d. Veen is geveld door een griep. Verzocht is of mevrouw Drexhage hem mag vervangen. Ingevolge artikel 21 van het Reglement van Orde, vraagt hij aan de commissie of hiermee wordt ingestemd. Bovendien heeft de PvdA fractie verzocht om de heer Pelle met betrekking tot agendapunt 4 woordvoerder te laten zijn. De heer Pelle is echter geen commissielid, noch plaatsvervangend commissielid. Spreker zal ook met betrekking tot dit verzoek vragen, of de commissie hiermee instemt.
1
Tenslotte zijn aanwezig: de heren Visser (teamchef politie Berkelland), Krosse (JEKK De Lindenhout) en Harmsen (Betula). Hij vraagt of de commissie er mee akkoord gaat, dat zij eventueel deelnemen aan de beraadslagingen. De heer Mulkens merkt op, dat hij er op zich geen enkel bezwaar tegen heeft, dat de heer Pelle vanavond woordvoerder is namens de PvdA fractie. De manier, waarop dit is aangekondigd, stuit hem echter mateloos tegen de borst. Een aantal weken geleden wenste één van zijn VVD collega raadsleden het woord te voeren in de commissievergadering Ruimtelijk Domein, zonder dat betrokkene commissielid was. Op dat moment werd door de heer Pelle hierover stampij gemaakt, toen hij voorzitter was van die commissievergadering. Dat is een kwalijke zaak. Als er met twee maten moet worden gemeten, wenst spreker dit van te voren te weten. Nu is slechts via een e-mail doorgegeven, dat er iemand anders woordvoerder is, zonder dat de commissie hierin de keuze wordt gelaten. Daarmee is de commissie niet goed bezig. De Voorzitter stelt dat deze tekortkoming inmiddels is rechtgezet, omdat hij de commissie toestemming vraagt om deelname van de heer Pelle aan deze vergadering, als woordvoerder. De commissie stemt in met de afvaardiging en woordvoerders, zoals door de Voorzitter is voorgesteld. De Voorzitter bedankt voor de medewerking en nodigt mevrouw Drexhage en de heren Pelle, Visser, Krosse en Harmsen uit, om plaats te nemen aan de raadstafels. 2. Spreekgelegenheid voor het publiek over agendapunt 4. De heer Geerdink vraagt of iedereen hem goed kan verstaan. Er wordt geknikt. Hij is hier blij mee, want dat is het probleem, waarover de jeugd spreekt. De jeugd vindt dat men niet gehoord wordt. De afgelopen tijd is er nogal heisa over de ontstane problematiek rond hangjongeren, jongeren en de plek die ze zouden moeten hebben. Hij wil de commissie graag een hernieuwde positieve insteek meegeven en adviseert te luisteren naar alle jongeren, dus niet alleen naar de probleemjongeren, maar ook naar de jongeren daar om heen. Zij voelen zich absoluut niet meer gehoord. Al weken is hij er mee bezig om met de jongeren te kunnen overleggen. Met veel moeite schuiven er vijf jongeren bij het overleg aan tafel. Deze vijf brengen gelukkig zeer positieve ideeën in. Er zitten ook jongeren tussen, die uit de cultuur komen, waarover het gaat, en ook duidelijk hun mening willen geven. Deze jongeren begeven zich in de rand, rondom de daadwerkelijke problematiek. Hij adviseert de commissie om na te denken, over hoe de kleine problematiek kan worden aangepakt. Spreker vergelijkt de situatie van de jongeren, met die van een supportersvereniging van de voetbal. Vaak zijn er honderden supporters, waartussen zich er tien bevinden, die het verpesten voor de anderen. Hetzelfde is bij de jongeren het geval. Getracht moet worden om de randgroep te bereiken. Dit zal op een creatieve manier dienen te gebeuren, namelijk door positief te praten en niet alleen de jongeren te verwijten wat ze doen. Indien dit bij commissieleden zou gebeuren, zouden ook zij in de aanval gaan. Hij verzoekt dan ook de gesprekken positief om te draaien, om te voorkomen, dat de situatie nog verder escaleert. Daardoor zou iedereen slechts verder van huis geraken. De heer Mulkens uit zijn complimenten aan de heer Geerdink, omdat hij op deze wijze probeert te interveniëren in een situatie, die anders wellicht zal escaleren. De Voorzitter sluit zich hier volledig bij aan en bedankt de inspreker voor zijn inbreng.
2
3. Vaststellen agenda. De Voorzitter verzoekt, vanwege een verkeerde doornummering, om de vaststelling van de notulen d.d. 13-10-2009 als agendapunt 5a te betitelen. Daarnaast verzoekt hij om agendapunt 16 direct na de schorsing te kunnen behandelen, vanwege verplichtingen van de portefeuillehouder na 20.00 uur elders, ook in het kader van de jongerenoverlast. De heer Roekevisch wenst een verzoek te richten aan de Agendacommissie, al is dit niet de gebruikelijke weg. Medegedeeld is, dat op 04-12-2009 nadere informatie zal worden verstrekt over de Hameland. Gelet daarop verzoekt hij een agendapunt inzake Hameland aan de raadsagenda voor 08-12-2009 toe te voegen. De Voorzitter beaamt, dat het verzoek niet op de juiste plek is ingediend, maar de griffier heeft het opgepakt en zal het verzoek meenemen. Hierop zal een reactie komen. De agenda wordt overeenkomstig vastgesteld. 4. Jongerenoverlast. De Voorzitter deelt mede, dat een overzicht is verstrekt van de e-mails en citaten, die de heer Pelle en de PvdA fractie over het onderwerp hebben ontvangen. De PvdA fractie hoopt, dat door nieuwe kaderstelling het probleem kan worden geminimaliseerd tot een zo laag mogelijk percentage aan overlast. De PvdA fractie heeft nagedacht over wat Berkelland zou willen bereiken en hoe dit gepresenteerd gaat worden. Spreker is benieuwd hoe de overlast geminimaliseerd kan gaan worden, dus hoe dit kan worden bereikt. Hij ondersteunt de woorden van de inspreker, dat niet met een negatieve insteek moet worden gesproken, maar dat gezamenlijk tot aanpak en tot minimale overlast van een kleine groep jongeren kan worden gekomen. De heer Mulkens vraagt naar de procedure van de vergadering. Volgens hem zijn de commissieleden uitgenodigd om vanaf 18.00 uur aanwezig te zijn, om een briefing aan te horen van de portefeuillehouder en het JEKK. Dit blijkt nu anders te worden. De Voorzitter licht toe, dat het agendapunt op verzoek van de PvdA fractie is geagendeerd. De PvdA fractie krijgt dan ook als eerste het woord, net als een partij, die schorsing aanvraagt en na de heropening van de vergadering als eerste aan het woord komt. Hij geeft dus de heer Pelle als eerste het woord en daarna de portefeuillehouder en de aanwezige instanties. Vervolgens kunnen de commissieleden hierop reageren. De heer Pelle brengt het volgende naar voren. “Voorzitter, Al geruime tijd horen we in onze gemeenschap geluiden over overlast en vandalisme. En als je dan als volksvertegenwoordiger - op een X moment in het dorp wordt geconfronteerd met deze signalen en verhalen, dan verwacht men, dat je actie onderneemt. Ik ben behoorlijk geschrokken over de inhoud van de geluiden, die ik heb ontvangen en van de impact, die deze geluiden op sommige burgers hebben gehad. In dit geval gaat het hoofdzakelijk om Eibergen, maar helaas moest de krant afgelopen zaterdag berichtten over Neede. Aan de hand van de gestelde vragen weten we, dat in Neede soortgelijke overlast plaatsvindt, als in Eibergen. Tot heden werd ik benaderd over incidenten. Afgelopen vrijdag werd ik gebeld door een bewoner, die vertelde, dat zijn tuin was leeggehaald, zonder dat hij er zelf in heeft gewerkt. Dat kwam o.a. – aldus zijn vermoeden – omdat hij vorige week twee jongens heeft aangesproken op het harde rijden bij hem in de straat. Zoals we hier zitten - weten we het allemaal - vinden we ook allemaal, dat het zo niet verder kan. Maar we moeten op oppassen, dat we niet gaan stigmatiseren. Het gaat om een aantal mensen, die de boel behoorlijk verzieken. Ook het college is ongetwijfeld dezelfde mening toegedaan. Ik zou graag horen of dat juist is.
3
We moeten – als politiek – hier dan ook gezamenlijk actie op ondernemen. Het is geen punt van één politieke partij. Nee, het is een maatschappelijk probleem en voor ons allemaal even belangrijk om het probleem te bespreken. Berkellanders verwachten van de politiek een visie en oplossingen, om dit probleem te tackelen. Het schrijven, dat ik namens de PvdA hier op tafel heb laten leggen, heb ik de titel meegegeven: ‘Overlast, bezorgt ons zoveel overlast’. Dit schrijven is een opsomming van de vele reacties, die ik mocht ontvangen vanuit de bevolking uit Berkelland, naar aanleiding van mijn oproep in de Tubantia. Daarnaast heb ik de VNG brief aan mijn inbreng laten toevoegen. In deze VNG brief worden verdere maatregelen genoemd, die een gemeente kan toepassen. Vanavond wil ik met u overleggen en afstemmen, wat we kunnen doen, zodat we in de raadsvergadering van 8 december a.s. kaders kunnen stellen, om deze grove overlast te kunnen inperken. Naar aanleiding van deze twee vergaderingen, zal de PvdA met een initiatiefvoorstel komen in de raad van januari 2010, dat hopelijk op een brede steun kan rekenen. Overlast is een ruim begrip. Zo kreeg ik zeer uiteenlopende reacties. Reacties die variëren van ergernissen aan foutparkeerders, zwerfafval, harde muziek in auto’s, auto’s met hoge snelheden, roodlicht rijders en hard rijdende brommers. Voor vele mensen zijn ook deze vormen van overlast een doorn in het oog. En, hoewel mijn oproep vooral betrekking had op het hebben van overlast van hangjongeren, wilde ik u ook deze vormen van overlast niet onthouden. Veel mensen hebben zich gemeld: ik heb 36 e-mails ontvangen en 22 telefoontjes, direct naar aanleiding van de oproep. Als we de opsomming lezen, dan is het allemaal nog al wat. U hebt er kennis van kunnen nemen. Het rondhangen op zich is niet het probleem. Dat deden de jongeren 30 jaar geleden ook. Het is het lawaai, de vernielzucht, de rotzooi en het vandalisme, dat het ‘rondhangen’ met zich meebrengt en de overlast veroorzaakt. Burgers worden er moedeloos en soms bang van en ervaren die vormen van overlast als intimidatie, een aantasting van hun vrijheid, woongenot en leefbaarheid. Zo is mij bekend, dat er enkele inwoners in het weekend zo vaak gestoord worden in hun nachtrust, dat zij onder doktersbehandeling staan. Mochten er nu burgers van Berkelland zijn, die denken dat het na vanavond gedaan is met de overlast, dan moet ik hen teleurstellen. Ik verwacht na vanavond geen wonderen. Ik weet ook heel goed, dat we de overlast nooit tot 0% kunnen reduceren, want er blijven nu eenmaal altijd ‘hufters’ in onze gemeenschap, die de boel verzieken en zaken blijven afbreken, dan wel vernielen. Het is toch te gek voor woorden, dat mensen niet meer over straat durven te gaan, omdat ze bang zijn. Het is toch te gek voor woorden, dat als ouderen de jongeren aanspreken op hun gedrag en daar dan zelf weer last van ondervinden, door middel van verbaal geweld, intimidatie en schade aan hun eigendommen. Het is te gek voor woorden, dat vandalisme van ’s avonds laat tot ’s morgens vroeg zijn gaan kan gaan. En dat er veel lawaai plaatsvindt, waardoor mensen niet aan hun rust toekomen. Het is toch te gek voor woorden, dat door dit soort zaken, burgers er direct of indirect grote schade oplopen. Het zijn niet alleen díe inwoners, die bijna dagelijks of wekelijks overlast ondervinden, die aangeven dat ze het zat zijn. Nee, het zijn bijna alle inwoners van Berkelland, die aangeven, dat ze het zat zijn. Voorzitter; dat ik me zorgen maak – en vele Berkellanders met mij – is wel duidelijk. En als deze Berkellanders dan ook nog moeten ervaren, dat hun zorgen bevestigd worden, omdat ze zien, dat ook de politie soms machteloos blijkt te zijn, dan wordt het er allemaal niet beter op. Berkellanders wanen zich soms als een roepende in de woestijn. Men verwacht dat de politie optreedt, maar het lukt niet altijd. Toch zijn deze mensen er voor. Politie is verantwoordelijk voor de handhaving.
4
Echter, ik kreeg van enkele mensen ervaringen te horen, waardoor ze soms een gevoel over te houden, dat er nauwelijks tot niets mee gedaan wordt. Dat wordt als zeer frustrerend ervaren. Tevens hebben zich mensen gemeld, die zich beklagen over de manier waarop de politie soms reageert op meldingen. Ik heb geen directe aanleiding om deze meldingen in twijfel te trekken, maar dit is natuurlijk niet iets dat kan. Mensen zitten op dat moment met een vervelende situatie / ervaring. Steun en begrip zijn dan juist van enorm belang. Verder is men van mening, dat de politie te weinig in beeld is op kritieke momenten en dat er te weinig agenten zijn. Mensen willen ze zien. Op de fiets of te voet en op tijdstippen, waarvan we weten dat het kritische momenten zijn. Het toen der tijd aanwezige ‘bikers-team’ werd als zeer positief ervaren en de vraag werd gesteld, dit bij de burgemeester neer te leggen, om te kijken of dit nog eens kan worden gerealiseerd. In die zin wil ik u vragen of u zich herkend in deze opmerkingen en kunt aangeven of er inderdaad te weinig agenten zijn in dit district, of dat door de leiding van de politie andere prioriteiten worden gesteld. Al dit wetende, maak ik mij in die zin ook zorgen over de gevolgen van de op hand zijnde bezuinigingen in dit district. Ik meende zelfs dat we 10% aan personeel moeten inleveren, omdat er een grote vraag ligt in het westen van ons land. Dit kan volgens mij niet anders betekenen, dan dat de zichtbaarheid en de daadkracht van de agenten in onze regio, nog verder worden beknopt. En mede gelet op ons grote buitengebied is dit een zeer slechte ontwikkeling. Ook hier over wil ik graag een reactie van u. Op voorhand roep ik de burgemeester en het college dan ook op, om de zorgen van de PvdA daar neer te leggen, waar zij horen. De PvdA overweegt om eventueel een motie hierover aan te bieden in de raadsvergadering van 8 december a.s.. In deze motie zullen we de bevindingen verwoorden van de gemeente Berkelland. Wellicht zullen wij het college vragen, de motie te verspreiden aan de deelnemende gemeenten, die onder hetzelfde district vallen. Voorzitter; terug naar Berkelland, want daar staan we voor. Onlangs heeft u in de commissie Bestuurlijk Domein en Dienstverlening aangegeven, 22 zwaardere maatregelen te hebben ingezet. Zoals: lik-op-stuk beleid - gerichte frequente controle - extra horecatoezicht – enz..We zijn benieuwd of u kunt aangeven, of deze maatregelen inmiddels effect hebben. Uit het bijgeleverde VNG schrijven komt naar voren, dat de 40 deelnemende gemeenten een top 10 hebben samengesteld, waarop zij de overlast en verloedering terug willen dringen. En als ik de lijst bekijk – en kijk naar de reacties die via e-mail zijn gekomen - dan kan ik deze lijst zo over Berkelland neerleggen. Als gemeenteraad hebben we al eens gesproken over de APV. En op zich – als je onze APV leest – moet die toch voldoende zijn. Toch gaat het door en is het blijkbaar noodzakelijk om hierop in te spelen. Naast de beleidsmatige ambities van gemeenten, hebben gemeenten diverse wettelijke bevoegdheden om overlast en verloedering aan te pakken. Aan de hand van die genoemde voorbeelden in de VNG brief, geef ik bij de commissie alvast aan, aan welke kaders wij denken. Cameratoezicht (151c Gemeentewet) Het is op zich een goede oplossing, maar hier zitten we nou niet direct op te wachten. Alcoholverboden en sluitingstijden horeca Dit vinden we een goede ontwikkeling. Samenscholingsverboden Hier zit ik niet direct op te wachten, maar wellicht is het toch een optie voor ons om daadwerkelijk in te voeren. Gebiedsverboden (172, derde lid Gemeentewet & APV) Deze mogen wat mij betreft toegepast worden. Verwijderingsbevelen of verblijfsontzeggingen (175 en 176 Gemeentewet) Ook deze mogen, wat mij betreft, opgenomen worden in de APV. Voorzitter, ik kom tot een afronding. Ik draag hier nu enkele zware ingrepen aan. Ingrepen, die wellicht noodzakelijk zijn, maar die ik eigenlijk helemaal niet wil.
5
Het moet toch mogelijk zijn, om zich gewoon te begeven in het dorp, zonder welke vorm van vandalisme of intimidatie dan ook. Het begint toch gewoon bij het gedrag. Gedrag, dat door de ouders wordt aangeleerd aan hun kinderen. Je moet toch mensen kunnen aanspreken op hun gedrag. Ik hoop dan ook dat diegene, die het aangaat hier kennis van kan nemen en zijn of haar gedrag kan aanpassen, zodat de situatie leefbaar wordt. En dat ze sterk genoeg zijn om deze ‘hufters’ aan te spreken, dat dit soort gedrag niet meer geaccepteerd kan worden. In die zin kan ik me aansluiten bij de inspreker en in die zin ben ik er voorstander van, om in dialoog te gaan met de ouders en de jongeren, om te kijken of we ze daar kunnen raken waar het moet. Direct contact leggen met de ouders is in dezen dan ook belangrijk. Leg de verantwoording daar neer, waar die hoort, als er mensen over de grens gaan. En als het nodig is ook de rekening.” Burgemeester Bloemen verontschuldigt zich voor het feit, dat hij te laat is. Dat is niet zijn gewoonte. Hij moest echter voor een rechtzaak in Utrecht zijn en ging daar om 16.30 uur weg. Helaas heeft hij er bijna twee uur over gedaan om in Borculo te komen. Onderweg kon hij luisteren naar Radio Gelderland, waar de heer Geerdink te horen was, die ook vanavond heeft ingesproken. De heer Geerdink sprak wijze woorden. Hij zei, dat het niet om de overlastbestrijding alleen gaat, maar dat het probleem dieper zit. Het probleem heeft te maken met een groep jongeren, die zich verveelt en tot dit soort gedrag komt. Daaraan moet iets gebeuren. Daar moet Berkelland gezamenlijk iets aan doen, volgens spreker. Hij stelt, dat iedereen die de gemeente Berkelland of hem ge-e-maild hebben, met klachten dat niet alle jongeren in Neede en Eibergen – omdat daar de spotligts op staan – hinderlijke en overlast veroorzakende jongeren zijn, gelijk heeft. Voor het overgrote deel zijn de jongeren in de gemeente Berkelland leuke jonge mensen, die gebruik maken van alle mogelijkheden die er zijn om te kunnen ontspannen. Helaas heeft Berkelland te maken met een paar groepen, die voor hinderlijk gedrag, soms voor overlast, maar bijna nooit voor crimineel gedrag zorgen. Deze groepen zijn goed in beeld. Helaas zijn deze groepen aanwezig in Neede en in Eibergen. Samen met de politie, het JEKK en de omwonenden is de gemeente Berkelland bezig om te proberen het probleem op te lossen. Dat is niet het probleem van de zich vervelende jonge mensen, maar van de zich hinderlijk gedragende en overlast gevende jongeren. Na het volgende agendapunt zal spreker met zijn ambtenaren en de politie naar Neede vertrekken, om overleg te plegen over het probleem van de jongeren in Neede, met het JEKK, Betula en de klankbordgroep, die een paar weken geleden is ingesteld. Hij is blij dat politie en JEKK vanavond aanwezig zijn, zodat zij een actueel beeld kunnen schetsen. Spreker krijgt wel eens het verwijt, dat hij de situatie bagatelliseert. Dat is niet juist. Hij begrijpt, dat het ontzettend vervelend is, wanneer iemand wordt geconfronteerd met deze vormen van hinderlijk gedrag in de omgeving en indien dit voortduurt, zullen de betrokkenen hun buik hiervan vol hebben. Het probleem moet echter niet groter worden gemaakt, dan het is. Dat is het gevaar dat aanwezig is, als iets een hype wordt. Hier waarschuwt hij voor, net zoals hij hiervoor wordt gewaarschuwd, door de mensen die er verstand van hebben en die werken in de jeugdzorg, bij de politie en door de ambtenaren. Het probleem ligt er en dat moet gezamenlijk worden opgelost. Dat zal ook gebeuren. *Hij gaat in op het wellicht toekomstige probleem van de sterkte der politie. Minister Ter Horst en de regering hebben gesteld, dat er enkele tientallen tot honderden miljoenen euro’s moeten worden bezuinigd op de politie. Dit zal repercussies hebben. Volgens de minister zal dit geen gevolgen hebben voor het blauw op straat. De burgemeesters uit de Achterhoek hebben echter onlangs een brief geschreven aan de minister en aan de korpsbeheerder en korpschef in Apeldoorn, omdat zij hierover grote zorgen hebben. Indien enerzijds wordt geconstateerd dat de Achterhoek - op schaal van Nederland – een gebied betreft, waar het betrekkelijk veilig wonen is en criminaliteit is, die op de schaal van Nederland gering is, dan wil dat nog niet zeggen, dat op de politiesterkte kan worden bezuinigd.
6
In toenemende mate bereiken hem de concept voorstellen daarover. Dit baart hem zorgen, want het gevaar bestaat, dat de politiesterkte daardoor zal afnemen. Wekelijks heeft hij hierover contact met de teamchef. Het betreft een gedeelte zorg, waarvoor zowel spreker als de teamchef hun uiterste best doen, om dit te voorkomen. *Opgemerkt is dat een samenscholingsverbod zou kunnen worden opgelegd. Spreker heeft voor radio en televisie een keer genoemd, dat hij een samenscholingsverbod overweegt. In zijn vorige functie is dit afgekondigd. De problematiek waarvan sprake is – hoe lastig en vervelend die ook is voor de omwonenden – rechtvaardigt echter niet een samenscholingsverbod. Het probleem is daar niet ernstig genoeg voor. De inspreker heeft er op gewezen om geen samenscholingsverbod in te stellen, want daardoor gaan de jongeren naar een andere plek. De heer Visser reageert op de opmerking, dat de politie moet handhaven en stelt, dat de politie handhaaft. Daarnaast spoort de politie op, ook al is dat niet gezegd. Gesproken wordt over harde maatregelen, zoals gebiedsontzegging. Die harde maatregelen kan de politie nemen, maar het is de vraag of hiertoe moet worden overgegaan. Daardoor ontstaat een waterbeddeneffect. Als je op de ene kant drukt, gaat de andere kant omhoog. Het probleem wordt dus verplaatst. De jeugd is slim genoeg om de politie te ontwijken en op andere momenten terug te komen. Het staat ook in de stukken, dat de bewoners reageren, dat de jeugd verdwijnt en na een half uur terug is. De politie kan geen 24 uur per dag op de stoep staan om de jeugd op te wachten. De politie heeft voldoende capaciteit. Het vraagstuk over inkrimping is nog niet aan de orde. Dat duurt nog even. Met de huidige capaciteit probeert de politie de taken zo veel mogelijk te verdelen en is de politie op die plaatsen aanwezig, waar zich jeugdproblematiek voordoet. Jeugdproblematiek heeft prioriteit. Dit is door de politie tot prioriteit verheven. De politie is in de weekeinden aanwezig, zichtbaar en niet zichtbaar. De politie heeft zelfs een aantal weekeinden met verhoogde capaciteit in Eibergen gepost. Diverse jongeren zijn aangesproken en hebben proces-verbaal gekregen. Er is informatie verzameld en informatie gedeeld, maar de politie kan het jeugdprobleem helaas niet oplossen. De politie kan er mede iets aan doen, maar de politie is ketenpartner en zit aan het einde van de keten. Het doet hem genoegen, dat wordt gesteld, dat er niet alleen sprake is van aanpakken, maar dat ook in gesprek moet worden gegaan met de jongeren. Spreker gaat ook graag in gesprek met de ouders. Hij nodigt de klankborden uit om mee te denken, hoe het probleem kan worden opgelost. Hij is blij, dat de gemeente Berkelland hierin de regie heeft genomen en heeft er vertrouwen in, dat deze regie wordt gevoerd. De politie gaat met de gemeente mee om de jeugdproblematiek aan te pakken. Met betrekking tot de huidige stand van zaken stelt hij, dat er een stijgende lijn in de cijfers aanwezig is. Dat staat in de stukken. Hoe meer aandacht er aan wordt besteed, des te meer meldingen van jeugdoverlast er komen. Het verontrust hem, dat het aantal vernielingen is toegenomen. Een vernieling is een product van o.a. jeugdproblematiek. Onder het containerbegrip overlast kan van alles worden geschaard. Jeugdoverlast heeft ook scheidingslijnen. Er is pure jeugdoverlast. Gisteren hebben burgemeester Bloemen en spreker beelden bekeken, die zijn opgenomen bij Avelijn, waar 13- en 14-jarigen zitten te klieren. Daarnaast zitten jeugdigen in de horeca en gaan naar buiten, waarna zij activiteiten ontplooien. Ook daartussen kan een scheiding worden aangebracht. De jeugdoverlast is nog steeds actueel en helaas is deze nog niet onder controle. Mevrouw Drexhage deelt het volgende mede. “We hebben de laatste weken heel veel kunnen lezen over overlast door hangjongeren. Het is goed en nodig dat hier aandacht aan besteed wordt. Wij hebben al in 2008 aandacht gevraagd voor de vele vernielingen, die plaatsvonden in dit geval in Eibergen, en hebben aangedrongen op maatregelen. Ook tijdens de presentatie van de jaarlijkse politiecijfers hebben wij nogmaals aangedrongen op prioriteitstelling, als het gaat om vandalisme en vernielingen. Wij zijn hier toen alleen bijgevallen door de fractie van GroenLinks, maar door geen enkele andere partij, ook niet door de PvdA. Dat terzijde.
7
Laat heel duidelijk zijn, dat er hard opgetreden dient te worden, als het gaat om vernielingen en terreur door jongeren. Daar zijn we het over eens. Het valt niet te tolereren, dat er een klein aantal jongeren - en daar hebben we het over - een groep raddraaiers, dingen vernielen en zorgen voor angst en onveiligheid, het woongenot van andere burgers kapot maken. Alleen de manier, waarop nu in media en pers gesproken wordt over de jongeren is generaliserend en geeft een vertekend beeld. De beeldvorming, die daardoor ontstaat, is vooral gefocust op overlast en is nogal stigmatiserend. Het overgrote deel van de jongeren heeft hier part noch deel aan. Uit statistieken blijkt juist, dat het goed gaat met de jongeren in ons land (85% is gezond en tevreden; bron: CBS). Ook in de gemeente Berkelland zijn duizenden jongeren lid van verenigingen, doen veel jongeren aan vrijwilligerswerk en hebben allerlei bijbaantjes, kortom ze dragen in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van de samenleving. Dat veel positievere beeld dreigt door de berichtgeving van de afgelopen tijd onder te sneeuwen. In een gesprek met een aantal jongeren kwam dit ook naar voren. Citaat: ‘Ik word in één adem genoemd met het woord overlast. Ik word als jongere over één kam geschoren met die groep jongeren, die alles stukmaakt en daar baal ik van’. Einde citaat. In de brief van 1 november jl. van de PvdA aan het college en de gemeenteraad wordt nog eens benadrukt, welke maatregelen er nu genomen zijn, als het gaat om het terugdringen van overlast. Optreden en handhaving gebeurt door de politie, die daarvoor ook de geëigende instelling is. De politiecapaciteit is o.i. alleen niet voldoende en naar het zich laat aanzien zal die, als het aan onze huidige regering ligt, alleen nog maar afnemen. Eén van de genoemde maatregelen is toezicht op hotspots, maar dat toezicht is niet voldoende. De politie heeft gezegd, dat ze aanwezig is, maar ze kan er niet 24 uur per dag zijn. Meerdere malen hebben wij verzocht (onopvallend) aanwezig te zijn als de discobus arriveert. Dat is een drama, elk weekeinde. Het gebeurt gewoon niets, gezien de structurele vernielingen van bushaltes en de omgeving. Er dienen dus andere oplossingen te komen. Wij hebben al in 2008 gepleit voor het ophangen van camera’s. Hier is geen positieve reactie gekomen, omdat het om privacy gaat. Wij zijn niet de enige gemeente in Nederland met dit probleem. Een aantal gemeentes is wel met cameratoezicht aan de slag gegaan en heeft daar goede ervaringen mee. Daarnaast zullen we moeten kijken, wat er nog meer nodig is als het gaat om optreden. Maar ook zullen we de schade moeten verhalen op de veroorzaker. In de stukken wordt aangegeven, door het college, dat het moeilijk is om schade te verhalen, omdat het moeilijk is een dader aan te wijzen, want het gaat om groepsgedrag. Dan zeg ik persoonlijk: verhaal het maar op de groep. Iedereen die erbij was, heeft daarin een verantwoordelijkheid. In dat kader zou de groepdiscipline nog wel eens corrigerend kunnen werken. Wat evenzo belangrijk is - zo niet belangrijker -, is de preventie. Wat is de oorzaak, dat een aantal jongeren dit doet? Lamlendigheid? Maar hoe komt dat dan? Problemen kunnen in de thuissfeer liggen, maar ook op school. Te weinig sociale controle door ouders en zo zijn er wel meer oorzaken. Onze vraag is: Weten we wel precies wie deze jongeren zijn? Weten we wat de oorzaak is? En wat gebeurt daarmee? Gaan de jongerenwerkers ook de straat op? Er zijn veel partijen betrokken, dat wordt ook benoemd en dat is goed. Er vinden gesprekken plaats met de betreffende jongeren en hun ouders. Prima. Maar het lijkt niet te werken. Waarom niet? Wat moet er anders? Het is een moeilijk probleem, waarvoor we met alle partijen en dus ook met de jongeren moeten blijven proberen een oplossing te vinden. Belangrijk is, dat naar achterliggende factoren gekeken wordt en hoe in het beleid en in de aanpak dwarsverbanden gelegd kunnen worden. Dit vraagt om samenwerking en afstemming van alle partijen, die hiermee bezig zijn. Ook een aanbod van activiteiten werkt preventief. De fractie van Gemeentebelangen heeft hier eerder aandacht voor gevraagd, met betrekking tot een aantal jongeren in Ruurlo.
8
Aanstaande vrijdag heeft de fractie van Gemeentebelangen een bijeenkomst gepland (die stond overigens in juli al genoteerd en staat nu op de agenda). Daarin vragen wij jongeren om mee te denken. Als er mogelijke oplossingen aangedragen worden - welke dat ook zijn dienen die onderzocht te worden en te worden uitgevoerd. Oplossingen die gericht dienen te zijn op maar één doel: niet om jongeren van de straat te houden, maar de overlast moet van de straat. Dat is een essentieel verschil. Voorzitter, ook wij weten niet, hoe we dit probleem precies moeten aanpakken, toch zouden wij een aantal dingen voor willen stellen: - Cameratoezicht op beperkte locaties - In het weekend extra toezicht (als dat niet kan met de politie, omdat ze nog meer moet doen, dan desnoods door een beveiligingsdienst) - Meer verlichting op bepaalde plekken - Meldpunt voor burgers in het weekend. Met betrekking tot preventie hebben we al veel gezegd. We wachten op de ideeën van de jongeren. Wij hopen, dat er veel zullen komen en dat ook de heer Geerdink hierbij aanwezig zal zijn. Daarnaast is het wellicht goed, om het Instituut voor Publiek en Politiek in te schakelen, dat erg actief is en succes heeft met projecten, die de jeugd in aanraking brengt met de lokale politiek, waardoor veel jongeren betrokken raken.” De heer Mulkens interrumpeert met de opmerking dat het verhaal van mevrouw Drexhage vrij algemeen is en door niemand ontkend zal worden. Hij vraagt of het de bedoeling is, dat alle commissieleden een dergelijk verhaal zullen houden. Volgens hem niet en is het de bedoeling, dat om verheldering wordt gevraagd bij de portefeuillehouder of bij de heer Pelle. Het verhaal van mevrouw Drexhage zou uitermate geschikt zijn geweest voor de raadsvergadering. De Voorzitter wijst er op, dat mevrouw Drexhage in haar verhaal diverse aandachtspunten naar voren heeft gebracht. Datgene, dat overigens door een fractie naar voren wordt gebracht, is aan de fractie zelf. Hij geeft de gelegenheid het woord te voeren aan de overige commissieleden. De heer Nijhuis stelt dat het aanwezige probleem door spreker en door zijn fractie wordt erkend. Als één van de eerste fracties is GroenLinks hierover begonnen en heeft in de raadsvergadering van 27-05-2008 een amendement ingediend, dat mede werd ondersteund door de fracties van VVD, D66 en Gemeentebelangen en door 6 PvdA raadsleden. Het amendement werd niet gesteund door het CDA. Het amendement sprak uit dat vernielingen – als één van de uitschieters in de politiecijfers - zouden worden opgenomen in het veiligheidsbeleid. Vóór die periode, hadden de vernielingen nog geen prioriteit bij het college. Ook op dat moment had de portefeuillehouder er nog niet direct oren naar, om er iets mee te doen. De portefeuillehouder ging liever geluid meten bij één of ander evenement. Gelukkig heeft het wel tot prioritering geleid, maar het is niet juist, dat hierover niet eerder is gesproken. Spreker heeft overigens het gevoel, dat hij in het decor is beland van de dorpsmonoloog van de heer Pelle. Dat is op zich niet erg, maar gelet op de bedoeling van vanavond, wat daaruit komt en wat er concreet wordt voorgesteld – namelijk om in januari 2010 hierop terug te komen – uit hij zijn verbazing. De voorstellen voegen al dan niet iets toe aan de bestaande instrumentenkist, die de gemeente en politie heeft en/of al had bedacht, maar welke maatregelen om redenen niet kunnen worden uitgevoerd. De vraag is wat concreet van de commissie wordt verwacht. Spreker adviseert om het probleem eerst goed te analyseren.
9
De gemeente Berkelland heeft beleid; er is jongerenbeleid, dat door Animo wordt uitgevoerd; er is sportbeleid, dat door de Sportfederatie en verenigingen wordt uitgevoerd; er is politiebeleid, dat is gericht op het direct aanpakken van raddraaiers; er is nog meer beleid dat met jeugd en jongeren te maken heeft; de gemeente Berkelland heeft beleidsdoelen, wil iets bereiken en daarvoor is budget beschikbaar. Blijkbaar werkt het niet goed genoeg. Er is nog een deel overlast, zoals bijvoorbeeld de schutting in Neede. Dit betreft overlast, die niemand wil en die zou moeten worden uitgebannen, al zal dat nooit voor 100% lukken. Zijn fractie is van mening dat de analyse ontbreekt en dat daar het startsein van deze vergadering ligt. Er dient te worden gekeken welk beleid er is en welk budget hiervoor beschikbaar is. Wat komt er van alle beleidsdoelen terecht? Ga met alle betrokken partners aan tafel en discussieer waarom het beleid niet voldoende werkt. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft hiervoor een actieprogramma, waarbij voor één jaar ondersteuning kan worden geboden. Dit kost weinig en zou een welkome steun kunnen zijn. Hij adviseert om niet in januari 2010 er op terug te komen, maar bij behandeling van de veiligheidscijfers over 2009, in mei 2010 een analyse te presenteren, met maatregelen die daarbij nodig zijn. Dit lijkt hem een betere manier, dan nu ad hoc een aantal rigoureuze maatregelen te nemen, zodat een partij sterk naar voren komt, zonder dat de maatregelen effect sorteren en er volgend weekeinde opnieuw een kapotte schutting ontstaat. De heer Boer zegt dat de woorden van de inspreker zijn fractie uit het hart gegrepen zijn. Iedereen heeft gelijk, die stelt, dat slechts een klein percentage van de jongeren overlast veroorzaakt en dat over het overgrote deel van de Berkellandse jeugd niets negatiefs te melden is. Gesproken is over ketenpartners. De gemeente Berkelland zit aan de voorkant, maar ook aan de achterkant van deze keten. Het is van belang dat het goed blijft gaan met de jeugd. Gedurende de afgelopen jaren is echter aanzienlijk bezuinigd op jeugdwerk, sport, muziek en verenigingsleven. Daar moet de raad mee stoppen en als het enigszins kan, zal het roer moeten worden omgedraaid, om in de toekomst de jeugd zoveel mogelijk goede alternatieven te kunnen bieden. Er blijft altijd een deel van de jeugd over, dat hieraan geen behoefte heeft, maar bij elkaar wil hangen. Daar is niets mis mee en dat is ook van alle tijden. Een veel kleiner deel van deze hangjeugd verstiert de zaak en veroorzaakt problemen. Een groot deel van deze kleine groep heeft overigens een rugnummer of kentekenplaat. Dus waar het gaat om hard rijden, overlast door dealen vanuit de auto, lijkt het niet moeilijk om een naam en rugnummer te vinden, zodat de politie haar werk goed kan doen. Zodra ze auto rijden, zijn ze voor de wet volwassen en kunnen ze worden aangepakt. Hij komt terug op het amendement, dat een groot deel van de raad heeft gesteund. Nog niet zo lang geleden is gesproken over prioriteiten. Zijn fractie vindt dat de prioriteitenlijst moet worden aangepast, gezien de actualiteit en dat jeugdoverlast de eerste prioriteit moet krijgen. Afgezien van de noodzakelijke noodhulp, die de politie moet verlenen, dient de jeugdoverlast de hoofd- of enige prioriteit te worden. Spreker leest dan ook liever in de krant, dat de politie hierop veel inzet pleegt, dan dat met bijna een peloton agenten een illegale radiozender wordt opgerold. Ook dat is van belang, maar de prioriteit moet om. Hij benadrukt dat een percentage van de jeugd duidelijk een naam en rugnummer heeft, zodat de politie daar haar werk op kan richten. Daarnaast is een percentage jeugd, dat bij gelegenheid door de politie wordt opgepakt voor vernielingen e.d.. Enige tijd geleden is in concrete gevallen gevraagd naar de afhandeling van schade op – in dit geval – minderjarige jongeren, dus richting ouders. Toen werd door de portefeuillehouder gesteld, dat sprake was van een moeizaam traject en dat het verhalen van schade niet of nauwelijks mogelijk was. Spreker wenst hierop extra inzet te zien, want volgens hem ligt er een sleutel bij de ouders van deze kleine groep jongeren, die problemen veroorzaakt en daarvoor is opgepakt. In de verhaalsfeer moet iets kunnen gebeuren. Door de portefeuillehouder wordt opgemerkt, dat hij de regie – samen met de ketenpartners – goed in handen heeft. Dat hoopt spreker nadrukkelijk.
10
Hij heeft echter zijn vraagtekens. Spreker heeft een fragment gezien op TV Gelderland, met betrekking tot de actuele situatie bij de Triviantschool, tegenover ’t Spilbroek. Daarin zegt de portefeuillehouder, dat de directie van de school maar een hek om de school moet plaatsen. Dit acht hij totaal misplaatst en hij vindt het niet kunnen, dat de portefeuillehouder dit naar voren brengt. Dat biedt geen oplossing, want door het plaatsen van een hek ontstaat ook het waterbeddeneffect. Aan de ene kant wordt een hek geplaatst, waardoor de overlast een eind verder ontstaat. Hij vraagt om nadere informatie, of sprake is van een onderdeel van het verhaal, dat door de portefeuillehouder is verteld. Dat lijkt geen goede oplossing. Ook cameratoezicht lijkt een verplaatsing van het probleem, evenals ophangen van mosquito’s. Spreker is van mening dat de overlast bij de bron moet worden aangepakt. Er moeten dus zo veel mogelijk alternatieven worden geboden. Hangjongeren moeten niet worden bekeken als iets, dat niet kan of mag. In geval van ontsporing moet passend worden opgetreden. Hij vraagt naar aanleiding van de situatie bij de Triviantschool of het bericht juist is, dat bedreigingen met de dood zijn geuit en of dit door de hangjongeren is gebeurd. Spreker is benieuwd wat van het verhaal klopt. Indien dat juist is, zou sprake kunnen zijn van een enorm exces. Hij maakt zich er zorgen over. Uit het begin van de gemeente Berkelland kan hij zich een bijeenkomst herinneren, waarbij een groot deel van de raad aanwezig was in een ruimte van de Spilbroekhal over de plannen voor de Triviantschool. Het betrof plannen voor een school, waarboven woningen zouden worden gerealiseerd, ten behoeve van de conciërge, die werkzaamheden kon verrichten als voorbereiding op de arbeidsmarkt en zou helpen bij het onderhoud van de tuin – die er overigens nog niet is. Voor het leegstaande gebouw zou een verbetering ontstaan, omdat er mensen boven zouden komen te wonen. Dit staat echter haaks op de actuele situatie en op grond daarvan wil hij graag weten of het verhaal juist is en overeenkomt met wat is gerealiseerd. De heer Mulkens zegt dat met betrekking tot het probleem, waarover vanavond wordt gesproken, iedereen wat kan zeggen en ook iedereen in feite gelijk heeft. De suggesties vliegen over tafel. Ten aanzien van de prioriteitenlijst is volgens hem destijds opgemerkt, dat sprake was van een opsomming van zaken, die in principe allemaal dezelfde prioriteit hebben. De heer Boer interrumpeert met de opmerking, dat hij niet de prioriteit binnen de lijst van 22 maatregelen bedoelt, die de portefeuillehouder heeft genoemd. Hij doelde op het meten van geluid bij evenementen, e.d., welke prioriteiten kunnen worden geschrapt en waardoor de beschikbare tijd kan worden benut voor de bestrijding van jeugdoverlast. De heer Mulkens is van mening, dat voorzichtig moet worden omgegaan met de informatie die door de PvdA is aangereikt. Het probleem is te inventariseren. Indien echter morgen via de krant wordt gevraagd om melding van problemen in het kader van de WMO, komen er ook vele reacties. Spreker is overigens bang, dat deze handelwijze de kloof tussen de bestaande slachtoffers en jongeren alleen groter maakt, of zelfs onoverbrugbaar. Dat zou kwalijk zijn. Door de heer Pelle is gezegd, dat de PvdA had nagedacht over wat de fractie wil en hoe dit zal worden gepresenteerd. Spreker heeft echter geen oplossingen, suggesties of ideeën kunnen vernemen. De portefeuillehouder stelt, dat de jongeren goed in beeld zijn. Spreker vraagt wat er vervolgens gebeurt, want als ze in beeld zijn, kunnen ze geknipt en geschoren worden. Dat gebeurt blijkbaar niet. Indien de ouders moeten worden aangesproken, vraagt hij zich af, of dit een categorie ouders betreft, die aan te spreken is. Indien namelijk kinderen van 12, 13 of 14 jaar midden in de nacht op straat rondlopen, gaat hij er van uit, dat de ouders hiervan weten. In dat geval is er fundamenteel iets niet in orde.
11
Overigens wordt veel geld uitgegeven aan allerlei verenigingen en instellingen, om er voor te zorgen, dat verstandig met de jeugd wordt omgesprongen. Misschien dient de raad zich te beraden, of dit geld wel goed en efficiënt wordt besteed. De VVD fractie is van mening, dat oplossingen aan vakmensen moeten worden overgelaten, dit om te voorkomen dat met allerlei suggesties en schijnoplossingen de vaklieden voor de voeten wordt gelopen. Daardoor wordt de situatie nog erger. Als op internet wordt gezocht naar overlast door hangjongeren, verschijnt veel informatie over studies en adviezen, waarmee de leek alleen de verkeerde kant opgestuurd wordt. Aanpak van de situatie, moet dan ook duidelijk door vakmensen gebeuren. Mevrouw Ten Berge zegt, dat zij – na de stukken in chronologische volgorde te hebben gelezen - een uitsplitsing heeft gemaakt in twee categorieën jongeren, die overlast veroorzaken: - horecagerelateerde overlast - overige overlast. *Met betrekking tot de horecagerelateerde overlast, vraagt zij welke verantwoordelijkheid horeca uitbaters hebben ten aanzien van het schenken van alcohol aan hun gasten. *Ze is benieuwd of deze verantwoordelijkheid stopt bij de buitendeur. *Is hierover iets afgesproken met betrekking tot het horecaconvenant? *Heeft de portefeuillehouder naar aanleiding van de ontvangen meldingen overleg gepleegd met de deelnemers aan het horecaconvenant? *Gesteld is, dat de kleine groep overlast veroorzakende jongeren in beeld is. Ze vraagt of de ouders van deze groep er daadwerkelijk bij worden betrokken? *De reacties lezend, lijkt het of de beoordeling van het politie optreden als laconiek wordt bestempeld. Spreekster is benieuwd, hoe de politie dit ervaart en hoe wordt opgetreden. Als mensen melding doen en vervolgens de indruk hebben, dat hier niet serieus mee wordt omgegaan, dan is dat probleem net zo nadrukkelijk aanwezig. De heer Kion deelt mede, dat het CDA de zorgen deelt van de voorliggende problematiek. *Door de portefeuillehouder is in een eerder stadium aangegeven, dat 22 maatregelen zijn benoemd. Hij vraagt of deze maatregelen effect hebben en of dit zichtbaar is. *Daarnaast is hij benieuwd of de problematiek zelf wel beheersbaar is. *Naast de gemeente Berkelland en de politie, is volgens hem een belangrijke rol weggelegd voor het JEKK. Er heeft een aantal bijeenkomsten plaatsgevonden tussen bewoners en jongeren. Hij vraagt of de hele doelgroep van het probleem in dat gebied naar de bijeenkomst toekomt, of dat alleen de brave jongeren komen en de anderen wegblijven. *Het JEKK heeft voor de gemeente Berkelland slechts twee personen tot haar beschikking. Hij vraagt of dit voldoende is en of er voldoende middelen voor het JEKK beschikbaar zijn. Het JEKK is immers dé instantie die zich bezighoudt met jeugdproblematiek. Spreker heeft vernomen, dat het aantal van twee personen van het JEKK, dat nu voor Berkelland werkt, binnenkort wordt gereduceerd tot één persoon. Hij vraagt of dit juist is. Dat zou een slechte zaak zijn. De heer Krosse licht toe dat hij werkt voor De Lindenhout JEKK (Jeugd en Kleine Kriminaliteit). Hij houdt zich 14,4 uur per week bezig met overlastbestrijding en overlastbemiddeling in Berkelland, samen met zijn collega mevrouw A. Bulten. Deze uren worden van gemeentewege betaald. De overige uren worden betaald door politie en scholen, in die zin dat getracht wordt jongeren binnen zes weken in het gareel te krijgen. De jongeren komen dan niet met justitie in aanraking, maar krijgen in zes weken het zetje om op de goede weg door te gaan. De Lindenhout heeft 1 volle fte, dus 36 uur, ten behoeve van de gemeente Berkelland sinds drie jaar. In het verleden waren meer uren beschikbaar, toen werd gewerkt voor de voormalige gemeenten Borculo, Ruurlo, Eibergen, Neede en Groenlo (BRENG). Het aantal van 36 uur is te weinig voor de één na grootste gemeente in de Achterhoek.
12
Eigenlijk zijn 2 fte’s nodig en ook dan komt het JEKK tijd te kort. In dat geval zou 2 x 14 = 28 uur voor de gemeente Berkelland kunnen worden gewerkt. Dat is veel te weinig voor het werk, dat moet gebeuren. De taken die het JEKK verricht voor de gemeente Berkelland binnen deze uren, zijn duidelijk te veel. Alleen de netwerkvergaderingen vergen al bijna de beschikbare tijd. Vanaf 1-1-2010 is spreker nog de enige, die namens het JEKK De Lindenhout werkzaam is voor de gemeente Berkelland. Dat wordt er niet gemakkelijker op. De gemeente is te groot om de kwaliteit van het vak goed uit te oefenen. Spreker had verwacht, dat hij vanavond - als deskundige - vragen had moeten beantwoorden van nieuwsgierige mensen. Vanavond zou hij ook graag bij de bijeenkomst willen zijn, over de hoog opgelopen overlast op een bepaalde locatie in Neede. Hij is op de hoogte van de details, die hij ook via de politie en de ambtenaar openbare orde en veiligheid heeft vernomen. Het is zijn vak om te weten wat er speelt en hierop in te gaan. Het ijzer moet gesmeed worden als het heet is. Hij kan er helaas niet bij zijn vanavond. Spreker moet eigenlijk al naar een ander overleg, namelijk met een groep van vijf jongeren, die een maand geleden is aangehouden. Ze zijn van hun bed gelicht en hebben een nacht in een cel doorgebracht, daarna zijn ze naar huis gebracht. Hij begeleidt deze jongeren, naar aanleiding van een verwijzing door de politie. Dit is een simpel voorbeeld van het werk, dat hij dagelijks voor de gemeente Berkelland doet. Hij is bezig met de groep, die is uitgenodigd voor een training op 3 of 4 avonden. Vanavond zal het slachtoffer van het vandalisme van deze groep aanwezig zijn. Hierover wordt niets in de krant gezet, maar er wordt hard aan gewerkt. Dat is zijn vak. Hij heeft alle krantenberichten verzameld. Spreker, maar eigenlijk heel De Lindenhout werkt niet samen met Tubantia, omdat dit niet bijdraagt aan het constructieve verhaal waar het om gaat. Burgers voelen zich gevoed, wanneer in de krant staat, dat er drugs gedeald wordt bij De Meergaarden. De heer Boer interrumpeert met de opmerking dat de heer Krosse eigenlijk al naar een andere bijeenkomst onderweg had moeten zijn, met betrekking tot jongeren die een nacht in een cel hebben doorgebracht. De ouders worden daarbij betrokken. Hij vraagt of het gevoel bestaat, dat het werkt, dat de ouders hierbij betrokken worden en een luisterend oor hebben. Of betreft het ouders, die eigenlijk niet gevoelig zijn voor de materie? Hij is benieuwd of het werkt om de ouders er bij te betrekken en welke ervaringen het JEKK hiermee heeft. De heer Krosse merkt op, dat hij tijden kan praten over zijn vak en dat de commissie geïnteresseerd zal luisteren. Hij is graag bereid op uitnodiging bij college, raad, commissie, raadsleden een nadere toelichting te geven. Spreker heeft destijds telefonisch contact opgenomen met de heer Pelle, omdat hij geschrokken was van het eerste artikel dat was verschenen. Dat berustte namelijk niet op waarheid. Hij weet beter, omdat hij in de praktijk werkt en ’s avonds meemaakt wat er gebeurt. De hele problematiek rond De Meergaarden is nagenoeg opgelost, in de breedste zin van het woord. De bewoners rondom en de belanghebbenden zijn tevreden. De mensen zijn bezocht en ze vinden het fijn om een luisterend oor te krijgen. Er zijn verhalen bij, van mensen, die achter de gordijnen hebben waargenomen en niet naar buiten durfden. Aan de verhalen, die door bepaalde ouderen zijn verteld, kunnen sommigen een voorbeeld nemen, die een kilometer omlopen wanneer ze jongeren zien staan. Er is overlastbeleving en er is daadwerkelijke overlast. Er is 2½ maand hard aan gewerkt. Dit wordt niet in de krant gezet, al zou dat wel kunnen. Er valt zoveel te vertellen over overlast, maar het zou beter zijn, indien iedereen eerst een deskundige zou uitnodigen, die een toelichting geeft, zodat een analyse van het probleem kan worden gemaakt. Daar heeft het JEKK geen tijd voor, want het JEKK praat met de wijkagenten en met Betula over het jongerenwerk in elke kern, alsmede over de problematiek. Het JEKK vindt steeds meer zijn ketenpartners.
13
De ambtenaar openbare orde en veiligheid houdt de regie voor de uitvoering in handen. Zo wordt constructief gewerkt en op die manier is iedereen op de goede weg. Excessen zullen er overigens altijd blijven. De heer Boer stelt, dat de heer Krosse boeiend kan vertellen en dat het goed zal zijn om hem eens uit te nodigen. Hij verzoekt om beantwoording van zijn vraag, of het werkt, dat in de genoemde groep de ouders bij het probleem betrokken worden. De heer Krosse zegt dat moet worden afgewacht, of het werkt. Er was sprake van een nieuwe groep, die overlast bezorgd had. Afgewacht moet worden, of de groep na een half jaar weer bij de politie terecht komt of niet. Dat betreft één van de weinige meetpunten. De heer Boer vraagt of het in een vorige groep wel heeft gewerkt. De heer Krosse adviseert om zijn jaarverslag te lezen, dat hij nu voor het tiende jaar gaat schrijven. Daarin staan cijfers en percentages vermeld, aan de hand waarvan kan worden beoordeeld, of zijn handelwijze werkt. Alles, dat wordt geïnvesteerd in de dialoog met jongeren, een groep jongeren, een individu, of ouders, geeft resultaat. De ene keer zal dit resultaat echter meer zijn dan de andere keer. De heer Harmsen deelt mede, dat Betula de organisatie is, die - ter voorkoming van verveling - activiteiten aanbiedt aan kinderen en jongeren. Dit gebeurt op vier locaties, in de hoofdkernen van de gemeente Berkelland. Hiervoor is 72 uur arbeidskracht beschikbaar. Voorheen had Betula de beschikking over beroepskrachten, die actief waren in het buitengebied, maar enkele weken geleden is ook de dienstverlening in Beltrum teruggebracht, om meer tijd over te houden voor activiteiten in de hoofdkernen, zodat de soos zo lang mogelijk open kan zijn. Dat is echter lang niet voldoende. Afgelopen zaterdagavond stonden er jongeren bij ’t Spieker in Eibergen, die vroegen, waarom ’t Spieker niet open was, maar het lukt Betula niet om elke vrijdagavond en zaterdagavond geopend te zijn. Betula hoopt een bijdrage te leveren aan de oplossing van het probleem, door met jongeren in gesprek te gaan. De jongerenwerkers zoeken groepen jongeren op. Zij worden gestimuleerd verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen soos en activiteiten te organiseren. Daarin investeert Betula. De heer Mulkens constateert, dat hangjongeren niet de doelgroep van Betula betreffen. Betula richt zich op jeugd die zich verveelt en beziggehouden wil worden. Hij vraagt of die prioriteit kan worden bijgesteld, zodat jeugdwerkers zich meer richten op de hangjongeren. De heer Harmsen is het niet met de heer Mulkens eens. Betula richt zich ook op hangjongeren. Jongeren echter, die verkeerde dingen doen en bij de politie in beeld zijn, zijn niet de doelgroep van Betula. Daar gaat het JEKK mee aan de slag, om te proberen tot een oplossing te komen. De heer Visser bevestigt dat jongeren rugnummers hebben. Degenen met rugnummers worden ook opgepakt. De heer Krosse heeft daarvan een voorbeeld genoemd. De jongeman, die een bedreiging met de dood heeft geuit, had een rugnummer en heeft vastgezeten. Er is een dossier gemaakt en de zaak is naar justitie gegaan. Het verhaal is juist en de betrokkene wordt aangepakt. Van alle zaken, waarvan melding wordt gemaakt en voldoende bewijs is, worden de daders opgepakt en doorverwezen naar justitie. Er wordt volop aan gewerkt. Opgemerkt is, dat door de politie laconiek zou worden gehandeld. Hij is hierdoor geprikkeld. De politie neemt haar vak zeer serieus. Bij meldingen die binnen komen en worden doorgezet naar een collega of politieauto, wordt een professionele houding aangenomen. Hij kan zich niet voorstellen, dat mensen op laconieke wijze worden afgewimpeld.
14
Indien dergelijke beelden ontstaan, verzoekt hij iedereen om die te melden, zodat ze onderzocht kunnen worden. Er is een meldpunt: 0900-9944. Indien er sprake is van spoed, is dit 112. Dat zijn de telefoonnummers die gebeld moeten worden. Als voorbeeld noemt hij de situatie, dat iemand de jongeren ’s nachts aanspreekt, terwijl er acht collega’s in Eibergen aanwezig zijn – opvallend en onopvallend -. Vervolgens worden ruiten ingegooid, maar de volgende dag wordt pas gebeld, dat de ruiten er uit zijn gegooid. De politie kan de daders niet ruiken en heeft de meldingen nodig. Alles dat wordt gemeld, wordt serieus opgepakt en iedereen met een rugnummer komt in behandeling. De heer Kion interrumpeert met de opmerking, dat afgelopen zaterdagavond zich in Eibergen iemand bedreigd voelde en 112 heeft gebeld. Hij heeft te horen gekregen, dat hij het nummer niet meer mocht bellen, maar 0900-8844 moest bellen. Spreker heeft dan ook zijn twijfels over de mededeling, dat 112 kan worden gebeld. De heer Visser stelt, dat hij verantwoordelijk is voor alles dat binnen het politieteam Berkelland wordt ontvangen. De organisatie is groot. Als hij problemen hoort over melding van zaken, nodigt hij mensen uit de gegevens te melden, zodat hij deze kan kortsluiten met de afdeling, die verantwoordelijk is voor de intake. De Voorzitter merkt op, dat dit onderwerp tussen 18.00 en 19.00 uur zou worden behandeld, waarna de reguliere commissievergadering zal plaatsvinden. Hij stelt voor om – vanwege het belang van het agendapunt – de discussie voort te zetten en desnoods de reguliere vergadering later te starten. De commissie sluit zich hierbij aan. Burgemeester Bloemen deelt mede, dat de ketenpartners al een belangrijk deel van de vragen hebben beantwoord. De heren Nijhuis, Mulkens en Boer hebben gesproken over de analyse, die moet komen. Vervolgens horen zij spreker op televisie zeggen, dat hij de regie in handen heeft en daaruit zou moeten kunnen worden geconcludeerd, dat de analyse al is verricht. Indien bovendien door de politie wordt gezegd, dat de rugnummers bekend zijn, verwacht hij de vraag: waarom pakt u de daders dan niet op en lost u het probleem niet op. Hier komt het schrijnende in de situatie. Het betreft enkele tientallen jongeren, waarvan de rugnummers bekend zijn. Ze zijn met grote regelmaat op bepaalde plekken in Berkelland te vinden, met name momenteel in Neede en Eibergen. Ze doen soms dingen, die hinderlijk zijn en onder overlast kunnen worden gevat. Een enkele keer gebeuren zelfs crimineel gerelateerde dingen. Voor 80 tot 90% van hun tijdsbesteding hangen ze rond, lopen met elkaar te spelen, duwen en trekken, maar verder gebeurt er niets. Dat is het probleem. Het idee bestaat, dat de overheid de jongeren aan een touwtje vast heeft en dat de politie op elke hoek van de straat staat om te kunnen optreden. Dat is echter niet juist en hiervoor vraagt spreker begrip. De situatie moet aan de bron worden aangepakt. Zo gauw sprake is van repressie, is het te laat, want dan is al sprake van overlast. De verveling had niet moeten optreden, zeker niet met deze gevolgen. Hij is blij dat het JEKK en Betula aanwezig zijn, die een aantal mogelijkheden hebben genoemd. Vanmorgen is in het college besproken of er voldoende uren voor het JEKK en voor Betula zijn, om aan deze groep mensen te besteden. Hier zal nader over worden gesproken. Het probleem is ernstig genoeg, om indien nodig voorstellen voor te presenteren. *Bij de bepaling van de prioriteiten is, in het kader van de veiligheid en veiligheidsproblematiek in de Regio Noord Oost Gelderland en in het district Achterhoek, de jeugdoverlast als eerste prioriteit benoemd. In principe bestaan er vijf topprioriteiten, waarvan jeugdoverlast er één is.
15
*Spreker heeft gesteld dat hij de regie in handen heeft, terwijl hij voor de televisie heeft geuit, dat er om de Triviantschool in Neede een hek moet worden geplaatst. Dat is een voorstel, dat is gegroeid naar aanleiding van veel overleg met de ketenpartners. Eén van de oplossingen voor het probleem bij de Triviantschool is een betere hekwerkvoorziening. Die beslissing is in goed onderling overleg genomen. *Gevraagd is naar de verantwoordelijkheden van de uitbaters en naar het horecaconvenant. Onlangs heeft spreker overleg gepleegd met Horeca Nederland, afdeling Berkelland. Dat is de spreekbuis voor de horecaondernemers. Er is nadrukkelijk gewezen op het fenomeen van toenemende overlast door jongeren, die vaak horecagerelateerde overlast veroorzaken. Hij heeft hen opgeroepen, dat de verantwoordelijkheid van de uitbaters niet stopt bij het verlaten van de voordeur door de jongeren. Ze zijn verantwoordelijk voor hetgeen binnen gebeurt en voor wat zij schenken, want als ze binnen niet zo veel van drinken worden voorzien, zorgen ze buiten voor minder overlast. Hierover zijn afspraken gemaakt in het horecaconvenant. *Met betrekking tot de kleine groep overlastgevende jongeren, waarop het systeem is losgelaten en waarvan de politie de rugnummers in beeld heeft, overweegt hij om, in overleg met de politie en de professionals, goede gesprekken te laten plaatsvinden tussen de kinderen – van 14, 15 jaar –, hun ouders, de politie en degenen de overlast ondervinden. Hij wil in een goed gesprek met elkaar proberen tot oplossingen te komen. Spreker heeft een paar jaar geleden hetzelfde systeem toegepast met jongeren die behoorlijk overlast veroorzaakten in het centrum van Eibergen. De confrontatie is opgezocht, er is met elkaar gesproken en dat heeft tot een oplossing geleid. Indien de gesprekken goed worden aangepakt en professioneel worden begeleid is een behoorlijke kans van slagen aanwezig. Het JEKK heeft overigens gelijk, want dit moet in handen worden gegeven van mensen, die er voor hebben geleerd en ervaring mee hebben. Hier zal verder aan worden gewerkt. Mevrouw Drexhage is er voorstander van om een avond te besteden aan de jongeren, door de medewerker van het JEKK te laten vertellen en hierbij eventueel ook de jongeren uit te nodigen. Wellicht kan aan de hand daarvan gezamenlijk een goed plan van aanpak worden gemaakt. De heer Nijhuis constateert dat het gevoel voor urgentie bij iedereen aanwezig is. Dit gevoel concentreert zich meer op het probleem, dat besproken moet worden, maar dat wordt nu juist niet duidelijk. Hij vindt dan ook dat de opzet van deze commissievergadering niet uit de verf is gekomen, mede omdat de gasten en commissieleden hun rol niet kenden. Het is bovendien apart, dat commissieleden een lang verhaal mogen houden en dat vervolgens de tijd voor de gasten vrij kort is. Spreker adviseert om een volgende bijeenkomst te laten plaatsvinden, in een betere vorm. Richting portefeuillehouder stelt hij, dat de urgente status van sommige zaken onvoldoende aanwezig is, kijkend naar het probleem, het budget en de beleidsdoelen. De portefeuillehouder heeft vanmorgen over de situatie gesproken en gisteravond iemand gebeld. Dit kan ter voorbereiding van de onderhavige vergadering zijn geweest. Burgemeester Bloemen interrumpeert met de opmerking, dat hij de uitingen van de heer Nijhuis verre van hem werpt. De laatste maand is spreker namelijk dagelijks met het probleem bezig en hij wenst niet te worden neergezet, als iemand die achterover leunt. De heer Nijhuis zegt hiervan vanavond niet te zijn overtuigd. Het gaat om de inhoud en beleidsdoelen, die bereikt zouden moeten worden. Hij is benieuwd waar het budget blijft, dat de raad hiervoor beschikbaar stelt. Spreker is altijd bereid nadere gesprekken over het onderwerp aan te gaan en informatie te lezen. In een nieuwe ronde komen wellicht nieuwe kansen, voor de commissie en ook voor het college.
16
Hij zou naar aanleiding van deze commissievergadering het concrete vervolgplan van de heer Pelle willen vernemen. De heer Boer is van mening dat cameratoezicht, samenscholingsverboden en het plaatsen van mosquito’s niet veel effect zullen sorteren. Dit betreft vooral verplaatsingsmaatregelen, waarin niet de oplossing moet worden gezocht. Het verbaast hem dan ook, dat de portefeuillehouder het plaatsen van het genoemde hek verdedigt. Spreker is geen professional en de situatie is met de ketenpartners besproken, waardoor het hek nu wellicht een goede oplossing is, ook om de groepen uit elkaar te houden. In het algemeen kan de plaatsing van een hek volgens hem echter geen goede maatregel zijn. Burgemeester Bloemen interrumpeert met de opmerking, dat hij de situatie graag specifiek uitlegt, na de vergadering. De heer Boer vindt dat gezamenlijk de schouders er onder moeten worden gezet en dat vertrouwen in de ketenpartners aanwezig moet zijn. Een nadere discussie over het budget ten behoeve van het jongerenwerk en JEKK lijkt hem goed, want in de loop der jaren is hiervan een gedeelte wegbezuinigd. De heer Mulkens komt terug op de horeca verantwoordelijkheid. Hij is van mening, dat de jongeren, waarover wordt gesproken, hun alcohol niet kopen in de horeca, maar in de supermarkt. Hij vraagt of, na de gesprekken met de ouders, inmiddels kosten zijn verhaald van het vernielde meubilair. Spreker vraagt zich overigens af, wat de commissie vanavond heeft gedaan. Het probleem is weer naar voren gebracht. De initiatiefnemer heeft niets nieuws toegevoegd aan oplossingsgerichte zaken en evenmin suggesties gedaan. Deze avond is, met name voor de deskundigen, zonde van de tijd geweest. Zij hadden hun tijd beter kunnen gebruiken aan het probleem zelf. De heer Kion vraagt of op korte termijn extra budget kan worden gevoteerd voor JEKK / De Lindenhout, ten behoeve van uitbreiding van de formatie. Het is namelijk noodzakelijk, dat er meer gebeurt door deze kenners. De heer Boer adviseert de heer Kion om namens zijn fractie een motie daartoe voor te bereiden, ten behoeve van de aanstaande raadsvergadering. De heer Pelle stelt, dat is gevraagd naar de vervolgstappen. Spreker heeft geprobeerd reacties los te weken en krijgt nog steeds informatie vanuit de gemeenschap. Hij is niet alleen benaderd door inwoners van Berkelland, maar ook van daar buiten. Het probleem beperkt zich dus niet alleen tot Berkelland, maar is groter. Zijn fractie heeft bewust voor deze opzet gekozen en hij verbaast zich over de reactie van de commissieleden. Tijdens de vorige commissievergadering is namelijk aangegeven, hoe het probleem zou worden aangekaart en welke stappen zouden worden gezet. Spreker gaat er van uit, dat het probleem niet alleen bij de PvdA speelt, maar binnen de gehele gemeenschap. Hij weet nog niet, wat hij de betrokkenen moet vertellen, die wekelijks met overlast worden geconfronteerd. Hij had gehoopt, dat vanavond oplossingen konden worden genoemd, zodat hij ten behoeve van de raadsvergadering van 8-12-2009 een gezamenlijk voorstel had kunnen voorbereiden met eventuele maatregelen om het probleem te tackelen. Spreker heeft begrepen, dat diverse commissieleden nader willen worden geïnformeerd over diverse zaken, door het JEKK en door de politie, om dieper inhoudelijk te worden bijgepraat.
17
De heer Mulkens interrumpeert met de opmerking, dat de commissie zo veel mogelijk informatie wenst. Dit moet echter niet de deskundigen in de weg staan. Zij moeten hun werk kunnen doen en met actie komen. De heer Pelle is van mening, dat het verstrekken van informatie het werk van de deskundigen niet in de weg staat. Mevrouw Drexhage interrumpeert met de opmerking, dat de deskundigen tot actie moeten overgaan. Dit moet ook aan deskundigen worden overgelaten. Door de raad moet worden bepaald, hoe het probleem moet worden aangepakt en welke lijnen daarin dienen te worden gevolgd. Gelet daarop wenst zij zich door deskundigen te laten informeren, om beter beslagen ten ijs te komen. De heer Mulkens heeft begrepen, dat in de raadsvergadering van 8-12-2009 wellicht een motie over dit onderwerp aan de orde zal komen. Waarschijnlijk zal in de motie worden gesproken over het aantal politieagenten dat beschikbaar is. De heer Boer interrumpeert met de opmerking dat ook de heer Kion met een motie zal komen over extra budget ten behoeve van het JEKK. De heer Mulkens merkt op, dat in januari 2010 waarschijnlijk een initiatiefvoorstel zal worden ingediend. Indien haast moet worden betracht, adviseert hij direct alles door te nemen en niet te wachten tot januari 2010, want dan hebben de deskundigen het probleem wellicht al opgelost. De heer Pelle zou het toejuichen, wanneer de deskundigen op korte termijn het probleem kunnen oplossen. Daarmee zouden in ieder geval veel burgers in Eibergen tevreden kunnen worden gesteld. Immers, de tuin die in Eibergen overhoop is gehaald, ligt aan de Meergaardenweg. Betrokkene heeft bewust geen aangifte gedaan, omdat hij het gevoel heeft er moedeloos van te worden. Hij concludeert, dat een aantal commissieleden graag nader wil worden geïnformeerd. Voorgesteld werd om hiervoor een extra bijeenkomst te plannen, zodat er meer tijd beschikbaar is. Hij weet niet, of dit voorstel commissiebreed aanwezig is, maar het lijkt hem goed om als commissie zich eerst beter te laten informeren, voordat een voorstel wordt vervaardigd. Spreker heeft geprobeerd aan te geven, dat het probleem hoog zit. Dat is bekend. De heer Mulkens wijst er op, dat commissie en raad zich met de hoofdlijnen bezig moeten houden, in plaats van met de details. Onder details verstaat hij ook het nemen van maatregelen, zoals het ophangen van een camera, het plaatsen van een mosquito, of het plaatsen van een hek. Voor je het weet, staan overal hekken omheen. Er wordt inmiddels al een straatje ’s avonds afgesloten en er staat al een hek om een school. Dat is de verkeerde weg en hij weet niet waartoe dat moet leiden. De Voorzitter verzoekt de heer Pelle een concreet voorstel te doen, mede gelet op het gestelde in het begeleidende schrijven, dat hij met nieuwe kaderstelling wil komen. De heer Pelle stelt voor om een extra vergadering te beleggen over de kern van het probleem, zodat de commissie nader wordt geïnformeerd. De Voorzitter wacht het initiatiefvoorstel hiertoe af, dat wellicht bij de Agendacommissie moet worden neergelegd, wanneer dit een extra vergadering betreft.
18
Burgemeester Bloemen licht toe, dat er kosten kunnen worden verhaald, zodra een dader bekend is en de gemeente Berkelland in overleg met de politie weet, waar de kosten kunnen worden verhaald. Hij zegt toe te zullen nagaan, of inmiddels al een keer kosten zijn verhaald. *Om het probleem goed te kunnen oplossen, is spreker van mening dat er meer uren aan het JEKK moeten worden toegedeeld, zodat een veldwerker kan worden ingehuurd. Dit adviseert ook de politie. Veel mensen verwachten, dat de politie permanent als politie optreedt, maar de politie treedt op, wanneer sprake is van regressieve actie. De preventieve acties kunnen niet van de politie worden verwacht; daar zijn professionals voor nodig van het JEKK, Betula en eventuele andere organisaties. Er wordt geroeid met de roeien die er zijn. Als aan spreker wordt gevraagd of hij het daarmee kan redden, moet hij antwoorden dat dit amper mogelijk is. *Spreker heeft veel gehoord. Er zijn interessante zaken genoemd, waar overigens de gemeente Berkelland en ketenpartners mee bezig zijn. Hij hoopt dat de commissie er begrip voor heeft, dat het werk wordt voortgezet, waarmee de gemeente en ketenpartners bezig zijn. Hij wacht de nadere kaderstelling door de raad met belangstelling af. De heer Nijhuis interrumpeert met de opmerking, dat de portefeuillehouder stelt, dat hij het amper redt, om te roeien met de riemen die hij heeft in het kader van deze problematiek. Spreker zou dan verwachten, dat de portefeuillehouder het probleem van het budget aan de raad zou voorleggen, in plaats van de kaderstelling door de raad af te wachten. De gemeenteraad kan dan wellicht extra actie plegen en/of extra middelen ter beschikking stellen. Burgemeester Bloemen is van mening dat nu wordt getafeltennist, waarbij de bal heen en weer wordt gespeeld. Het college neemt zijn verantwoordelijkheid, als dat nodig is. De commissie wenste echter over dit probleem te praten en als daar iets uit komt, verzoekt spreker dat aan hem te laten weten. Dit is ten dele vanavond gebeurd en daar is spreker dankbaar voor. De Voorzitter concludeert dat het agendapunt zeker een vervolg zal hebben. Hij beëindigt voor vanavond de beraadslagingen er over. Spreker schorst de vergadering, waarna de reguliere vergadering om 20.00 uur kan starten.
19
De Voorzitter heropent om 20.00 uur de vergadering. 5. Spreekgelegenheid voor het publiek. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 5a. Vaststelling notulen van de openbare vergadering van 13 oktober 2009. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld, met dank aan de notuliste. 6. Toezeggingenlijst. Er worden geen opmerkingen gemaakt. 7. Voorbereiding en rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen. Er zijn geen mededelingen. 8. Mededelingen van het college in het kader van de actieve informatieplicht. De heer Scharenborg komt terug op de toezeggingenlijst voor de raad. Hier staat vermeld, dat in 2009 mededelingen zullen worden gedaan over een gemeenschappelijk belastingkantoor. Er heeft overleg plaatsgevonden met alle Achterhoekse gemeenten om de wens tot samenwerking af te tasten. Dit is een moeizaam proces. In totaal zijn er vijf gemeenten, die hier enigszins positief op reageren. Daarmee zullen de komende maanden vervolggesprekken worden gevoerd, om te zien of tot een gemeenschappelijk belastingkantoor kan worden gekomen. De ontwikkeling gaat helaas niet erg gemakkelijk. Ook zal overleg plaatsvinden met enkele Twentse gemeenten, die al een samenwerkingsverband in die zin hebben. Daarnaast is overlegd met Lococensus, die als semi overheid de waterschapslasten int en net een proef in Zwolle heeft gedaan. Zodra de ervaringen daarvan ontvangen zijn, zullen deze bij het proces voor het gemeenschappelijke belastingkantoor worden betrokken. Daardoor verlengt spreker de streefdatum van de toezegging tot een eind in 2010. Zodra er meer informatie is, zal hij de raad nader op de hoogte stellen. De heer Knuvers vraagt of Achterhoekse gemeenten hebben geïnformeerd bij Twentse gemeenten, dan wel of de gemeente Berkelland naar de mogelijkheden heeft gevraagd om daarbij aan te sluiten. De heer Scharenborg licht toe, dat contact is gelegd met belastingkantoor Twente, waarin de gemeenten Hengelo, Enschede en Borne samenwerken. De ervaringen van belastingkantoor Twente konden zo worden overgebracht bij de vier gemeenten in de Achterhoek, die wel neigen tot samenwerking. De heer Boer wijst er op, dat de samenwerking in het gemeenschappelijke belastingkantoor in Twente binnen een jaar, vanaf het eerste idee, volledig is gerealiseerd. Er kan dus wel snel worden gewerkt. De heer Scharenborg beaamt, dat snel kan worden gewerkt, indien gemeenten staan te dringen om tot samenwerking te komen. Daarvan is in de Achterhoek geen sprake. Op de Achterhoekse gemeenten moet behoorlijk druk worden uitgeoefend, om partners te kunnen vinden in het proces. De informatie wordt voor kennisgeving aangenomen. 9. Benoeming nieuw lid rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland. Het punt kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering.
20
10. Herbenoeming leden rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland. Het punt kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 11. Samenwerkingsovereenkomst en -Verordening gemeentelijke Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland. De heer Boer wenst een aantal opmerking over het voorstel te maken, dat is volgens hem mogelijk, omdat het een ‘voorstel tot hamerstuk’ betreft. De Voorzitter beaamt dit, maar wijst er op, dat bij de vaststelling van de agenda hier niet naar is gevraagd. Hij geeft de heer Boer het woord. De heer Boer zegt te beseffen, dat het een wettelijke plicht is om een samenwerkingsovereenkomst en Rekenkamercommissie te hebben. Hij is echter teleurgesteld in de stukken. In de overeenkomst staat namelijk, dat de commissie nadrukkelijk de mogelijk heeft om zelf onderzoek uit te voeren. De daadwerkelijke onderzoeken, die voor komend jaar zijn opgenomen, zijn – op één na – onderzoeken, waarbij de commissie een doorschuifrol vervult. De onderzoeksopdracht wordt in dat geval neergelegd bij derden. Zijn fractie heeft geen behoefte aan een dergelijk soort Rekenkamercommissie. Ook in ander verband heeft D66 geageerd tegen de kosten voor externe bureaus. Hij had dan ook meer verwacht van het zelf uitvoeren van onderzoeken door de Rekenkamercommissie. Nu kan 90% van de kosten worden geteld bij het budget voor externe advisering. In 2013 zal de situatie pas worden geëvalueerd. Zijn fractie heeft geen problemen met de te houden onderzoeken, maar met de wijze waarop aan deze onderzoeken wordt vormgegeven. In de samenwerkingsovereenkomst staat de mogelijkheid van zelf onderzoeken vermeld, maar hiervan wordt in de praktijk nauwelijks gebruik gemaakt. Hij weet niet hoe hierin het beste kan worden gestuurd. De Voorzitter adviseert de heer Boer tijdens de aanstaande raadsvergadering een amendement in te dienen. De heer Boer zegt dat dit een mogelijkheid is. Daartoe wil hij de mening van de overige commissieleden graag vernemen. De heer Mulkens vraagt of de heer Boer van mening is, dat op termijn zonder Rekenkamercommissie zou moeten worden gewerkt en onderwerpen in opdracht van de gemeente Berkelland door een extern bureau moeten worden onderzocht. Mevrouw Ten Berge merkt op, dat de heer Boer zich grotendeels richt op de financiële kant van het voorstel, omdat een groot deel van de kosten onder de post externe advisering kan worden geschoven. Het budget van de Rekenkamercommissie is echter een vastgesteld budget. Het is daarom aan de Rekenkamercommissie om dit budget te verdelen. Zo lang die commissie binnen het haar toegewezen budget blijft, zou hierover geen discussie nodig zijn. De heer Reijrink vraagt, wat de heer Boer wil bereiken, indien de opzet wordt gewijzigd. Hij laat zich graag door de fractie van D66 voorlichten over de winst, die zou kunnen worden behaald. Mevrouw Pot sluit zich in grote lijnen bij de vorige sprekers aan. Zij vraagt hoe de situatie kan worden gewijzigd, omdat samen met andere gemeenten in de Rekenkamercommissie wordt geparticipeerd.
21
De heer Knuvers stelt dat het de keuze van de Rekenkamercommissie betreft, op welke wijze zij wil werken. Hier kunnen vraagtekens bij worden geplaatst. Er is een klankbordgroep van de Rekenkamercommissie en hij stelt voor dit aspect in die klankbordgroep aan de orde te stellen, zodat door de Rekenkamercommissie uitleg over haar keuze kan worden gegeven. Daarna kan wellicht een alternatief worden geboden. De Voorzitter deelt mede dat de heren V.d. Veen en Jansen namens de gemeenteraad van Berkelland zitting hebben in de klankbordgroep. De heer Boer licht toe, dat een samenwerkingsovereenkomst is opgesteld. Daarin is nadrukkelijk aangegeven, dat het mogelijk is, dat de commissie – naast het instellen van extern onderzoek – ook zelf onderzoek uitvoert. Spreker concludeert dat de Rekenkamercommissie niet of nauwelijks zelf tot onderzoek overgaat, maar vrijwel alle onderwerpen extern laat onderzoeken. Daardoor wordt de Rekenkamercommissie grotendeels een doorgeefluik van extern onderzoek, omdat steeds een extern bureau wordt ingeschakeld voor de Rekenkamercommissie. Het is bekend, dat een wettelijke plicht bestaat, maar Berkelland kan ook zelf een extern bureau inhuren. Spreker ziet de meerwaarde van de Rekenkamercommissie in het zelf uitvoeren van onderzoeken. Die mogelijkheid is opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst, maar daarvan wordt volgens hem te weinig gebruik gemaakt. Hij weet nog niet hoe hieraan meer inhoud kan worden gegeven. Hij laat zich graag adviseren, op welke wijze daaraan een betere invulling kan worden gegeven. De heer Reijrink zegt, dat de onafhankelijkheid van belang is. Het lijkt niet juist, dat de gemeente Berkelland zelf opdracht geeft voor een controlerende taak. De heer Boer licht toe, dat de Rekenkamercommissie onafhankelijk is en dus zelf opdrachten zou kunnen uitvoeren. Op dit moment vindt hij de Rekenkamercommissie echter te veel een doorgeefluik. De heer Scharenborg kan hierop niet reageren, omdat hij geen portefeuillehouder is. Wellicht kan de Voorzitter, als plaatsvervangend voorzitter van de raad, reageren. De Voorzitter zegt toe de vragen te zullen voorleggen aan de klankbordleden, de heren Jansen en V.d. Veen. Mochten er nog vragen niet beantwoord zijn, dan zullen zij via e-mail worden beantwoord, vóór de aanstaande raadsvergadering. De heer Mulkens vraagt of de heer Boer met een voorstel zal komen tijdens de aanstaande raadsvergadering. De heer Boer antwoordt dat er volgens hem weinig animo onder de commissieleden aanwezig is, voor een aangepast voorstel. De heer Mulkens stelt, dat door een aantal gemeenten gezamenlijke afspraken zijn gemaakt. De onderzoeken die door de Rekenkamercommissie worden gedaan, scoren in elk beleid van de gemeente. De Rekenkamercommissie vertaalt de resultaten van de onderzoeken naar de gemeenteraden toe en komt met adviezen. Berkelland doet tot nu toe weinig met deze adviezen, maar dat is een andere discussie. Indien er onderzoeken moeten plaatsvinden ten behoeve van één gemeente, dan kunnen deze onderzoeken inderdaad door die gemeente zelf worden uitgevoerd, dan wel extern. De Voorzitter concludeert dat het voorstel als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering, zodat de heer Boer de gelegenheid kan krijgen voor nadere actie.
22
12. Egalisatie reserve wegen en bruggen. Het punt kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 13. Afwikkeling Ruimte voor Ruimte-regeling. Het punt kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 14. Vergaderrooster 2010 – deel II gemeenteraad. Het punt kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 15. Benoemen griffiemedewerkster. Het punt kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 16. Kadernota regionalisering brandweer. Het punt wordt behandeld, direct na de schorsing, dus vóór agendapunt 5.. Mevrouw Kuipers mist in deze nota de directe aanleiding voor het ontstaan er van. Minister Ter Horst heeft namelijk in 2007 aangegeven, dat de brandweerkorpsen niet voldoen aan de minimale eisen. Verwezen werd naar de Inspectie voor Openbare Orde en Veiligheid, die had vastgesteld, dat de bepaalde opkomsttijden niet werden gehaald, dat er te weinig geoefend zou worden en dat sommige korpsen een groot gebrek aan professionele mankracht hadden. Hiervan staat weinig vermeld in de kadernota. Op die gedachte is echter wel de Wet van de Veiligheidsregio’s gebaseerd. Het is voor iedereen goed, om die informatie paraat te hebben. Voor ligt de ambtelijk / bestuurlijke kadernota, die het opschalingsproces beschrijft. Spreekster is blij, dat de lokale brandweerzorg verankerd blijft op clusterniveau, mede dankzij de oppositie van de burgemeester en lokale brandweer. De overige taken zijn op regionaal niveau neergelegd. De plannen van de minister met betrekking tot de Veiligheidsregio voor de 22 gemeenten gaan echter wel door. Deze plannen worden gestimuleerd, door in twee keer middelen beschikbaar te stellen. De eerste gelden zijn ontvangen. Voor de tweede geldstroom is het nog onduidelijk, of Berkelland hierover kan gaan beschikken. Het zal toch niet zo zijn, dat de kritische houding uit Berkelland hiermee te maken heeft. Ze vraagt hoe het staat met de frictiekosten in het begin. Volgens de planning, dienen de stukken in alle 22 gemeenteraden vóór 31-03-2010 te worden vastgesteld, inclusief tussenliggende stappen. Spreekster vraagt of dit haalbaar is. Zij vraagt extra aandacht voor de vrijwillige brandweer. Voorkomen moet worden dat zij, door het op afstand plaatsen, het gevoel krijgt, dat ze niet meer voor de gemeente bezig is. Na de opschaling, vanwege de gemeentelijke herindeling, volgt nu de tweede opschaling. Spreekster vraagt hoe zekerheid kan worden gegeven, dat dit gevoel bij de brandweerlieden niet gaat ontstaan. De heer Brugman merkt op, dat mevrouw Kuipers exact dezelfde vragen heeft gesteld, die hij had willen stellen. Hij uit ook zijn zorg over de ontwikkelingen. Stel dat de minister niet instemt met de voorstellen, wat gaat er dan gebeuren? Spreker heeft een technische vraag gesteld over de frictiekosten, die uitgebreid is beantwoord. Mevrouw Pot deelt mede, dat veel Berkellanders de gehouden bijeenkomst hebben bezocht, waar de portefeuillehouder een duidelijke toelichting heeft gegeven. Er is goed overleg gevoerd en er wordt naar gestreefd de werkwijze zo lokaal mogelijk te houden. Zij vraagt hoe de brandweerlieden in de gemeente Berkelland tegenover de ontwikkelingen staan en hoe de houding van de overige gemeenten is. Spreekster is overigens van mening, dat met gezwinde spoed verder zal moeten gewerkt.
23
De heer Roekevisch zegt, dat tijdens de bijeenkomst in Lichtenvoorde informatie is verstrekt over de nieuwe kadervorming. Hier is de motie Bloemen aan de orde gesteld, waaruit naar voren kwam, dat met vier gemeenten kan worden samengewerkt in een cluster. Het gevolg is dat voor 22 gemeenten 8 à 9 clusters zullen ontstaan. Hij vindt het een goede zaak, dat de vrijwilligers in Berkelland vrijwilligers kunnen blijven en in hun waarde worden gelaten. De brandweer draait immers op de vrijwilligers. Spreker heeft veel waardering voor de drie professionals op dit gebied, maar met hun drieën kunnen ze geen brand blussen. De heer Kion stelt dat de trein inmiddels rijdt en dat hierover goede voorlichting is gegeven. Het is een goede zaak dat op clusterniveau kan worden gewerkt, daardoor is meer expertise aanwezig, dan op lokaal niveau. Een regiokorps wordt te groot, om de juiste zorg te kunnen bieden. Voor de beroepskrachten zijn een BOR en BVO opgericht. Hij vraagt of ook een dergelijke organisatie voor de vrijwilligers zal worden ontstaan, ook al blijven ze op lokaal niveau actief. Spreker vraagt of de vrijwilligers te zijner tijd als nog naar de cluster moeten overstappen en hoe de visie van de vrijwilligers hierover zelf is. Burgemeester Bloemen zegt, dat het hem goed doet, dat alle sprekers iets over de positie van de vrijwilligers hebben genoemd. De heer Roekevisch heeft er bovendien een warm pleidooi voor gehouden. De basis brandweerzorg in Nederland - en vooral op het platteland – is te danken aan de vrijwilligers. Er zijn ruim 100 vrijwillige brandweerlieden in de gemeente Berkelland en daar moet Berkelland blij mee zijn. Deze vrijwilligers staan 24 uur per dag, 7 dagen per week, 365 dagen per jaar klaar voor de basis brandweerzorg. Zij zetten zich in bij brand, hulpverlening, ongevallen en rampen. Dat is het grootste kapitaal van een gemeente. De cluster Achterhoek Oost, waarvan Berkelland deel uitmaakt, heeft er voor gewaakt, dat de positie van de vrijwilliger geborgd is. De aanleiding van de nota heeft te maken met het idee van de Nederlandse regering, dat een kwaliteitsslag moet worden gemaakt binnen de brandweerzorg. Zoals spreker dit stelt, lijkt het of hij deze kwaliteitsslag niet nodig vindt. De kwaliteit kan echter altijd beter en bij grootschalig brandweeroptreden moet de inzet beter kunnen. Tegen die achtergrond is het goed, dat de Wet op de Veiligheidsregio’s er komt. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Ter Horst, is van mening, dat dit alleen kan als de brandweer in totaliteit in dienst komt van de regio, of het nu gaat om kazernes, brandweerwagens, vrijwillige brandweerlieden of beroepsmensen. Spreker en de brandweerkorpsen Berkelland zijn hier mordicus tegen. Indien de vrijwillige brandweerlieden ‘lol’ in hun werk willen houden, moeten zij op lokaal of maximaal clusterniveau zijn georganiseerd. Daar voorziet deze procedure in. In de stukken staat, dat de brandweerlieden voorlopig in gemeentelijke dienst worden gehouden en bij de cluster worden gedetacheerd. Het beroepspersoneel komt in regionale dienst en wordt vanuit de regio bij de cluster gedetacheerd. Op termijn zou de vrijwilliger in regionale dienst kunnen komen. Die mogelijkheid bestaat en uitgesproken zal moeten worden, dat dit gebeurt. Dit zal slechts een juridische, rechtspositionele positie betreffen van de vrijwilliger bij de regio. De salarisstrook kan daardoor op termijn door de regio aan de vrijwilliger worden verstrekt. De minister heeft de brandweerkorpsen, die willen meedenken in haar visie € 1,5 miljoen beloofd. De eerste € 750.000,= wordt verstrekt als het convenant wordt ondertekend en de tweede tranche zal worden verstrekt, zodra de minister constateert dat alles is gebeurd, wat zij nodig acht voor de regionalisering. De Veiligheidsregio Noord- Oost Gelderland is niet over één nacht ijs gegaan. Deze taak is ook in Den Haag goed voorbesproken. Spreker is er van overtuigd, dat met dit systeem wordt voldaan aan de wensen van de minister ten aanzien van de positie van de regionale brandweer en van de vrijwilliger. Op grond daarvan bestaat volgens hem recht op de tweede tranche van € 750.000,=. Afgewacht moet worden of Minister Ter Horst hiertoe inderdaad zal overgaan. De Veiligheidsregio zal haar uiterste best doen, om dit bedrag te kunnen innen.
24
Met betrekking tot de fractiekosten verwijst spreker naar de beantwoording van de technische vragen hierover. Het gemeentebestuur van Berkelland en de clustergemeenten zijn van mening, dat de brandweer in kwalitatieve zin moet groeien. Dit mag alleen met de gelden, die vroeger werden besteed aan de voormalige districten. De clustergemeenten zijn dus niet van plan om initiatieven te ontwikkelen, die er toe leiden, dat er meer geld naar de regionale brandweer zal gaan. De opzet is om de omschakeling budgettair neutraal te laten verlopen. Het eisenpakket, dat vanuit Den Haag wordt neergelegd, is echter nog niet bekend. De financiële component, die daar aanhangt, is evenmin duidelijk. Spreker gaat er van uit, dat de procedure tijdig kan worden afgerond, dus vóór eind maart 2010, al staat alles wel onder druk. De brandweerkorpsen in Berkelland zijn tevreden met de huidige invulling van de regionalisering, zowel de vrijwilligers als de beroepskrachten. De heer Nijen Es knikt instemmend. Spreker stelt dat het ergste, dat kan gebeuren, is, dat de vrijwilligers hun pieper inleveren, want in dat geval ontstaat een groot probleem. De 22 gemeenten binnen de Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland waren aanvankelijk niet allemaal dezelfde mening toegedaan. Sommigen wilden gebruik gaan maken van andere mogelijkheden. Op dit moment lijken de neuzen dezelfde richting uit te gaan, al durft hij zijn hand hiervoor niet in het vuur te steken, omdat de raden nog een beslissing moeten nemen. De heer Brugman vraagt of de voorgestelde constructie zal worden geaccepteerd door de Minister van Binnenlandse Zaken. Burgemeester Bloemen antwoordt, dat het zijn overtuiging is – en ook die van zijn collega portefeuillehouders – dat de voorgestelde constructie goed is voorbesproken met ambtelijk Den Haag. Die constructie zou de toets der gerechtigheid door de minister moeten kunnen doorstaan. Haar afweging kan echter niet worden voorzien. De heer Kion vraagt wat er zal gebeuren, indien niet alle gemeenten vóór de deadline een beslissing kunnen nemen. Burgemeester Bloemen zegt er van uit te gaan, dat de termijn zal worden gehaald. Indien dat niet lukt, zal getracht worden om verlenging van de termijn te kunnen verkrijgen. De Voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk kan worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 17. Najaarsnota 2009. De heer Roekevisch merkt op, dat sprake is van een mooi overschot in de najaarsnota. Dit was eigenlijk al aangekondigd. Het verbaast hem overigens, dat het overschot ad € 783.000,=, dat is vermeld onder punt 17, al een bestemming krijgt. Bij de voorjaarsnota is namelijk een amendement aangenomen, dat de rekening 2009 zal worden bestemd via verdeling van over de verschillende reserves, die extra aandacht nodig hebben. Afgesproken is, dat daarin niet verder zou worden gegaan dan 2009 en dat voor 2010 eventuele meevallers in de algemene reserve zullen vloeien, waarna bij de voorjaarsnota een bestemming daaraan kan worden gegeven. Nu wordt bij de najaarsnota al voorgesteld om de reserves te oormerken. Dat lijkt hem niet juist. De heer Boer interrumpeert met de vraag of deze knip al niet eerder is gemaakt en betrekking heeft op alleen het saldo van de voorjaarsnota, los van de najaarsnota 2009. De heer Scharenborg schudt nee.
25
Mevrouw Pot zegt, dat een duidelijk stuk is verschenen, waarin goed wordt aangegeven hoe het jaar 2009 is verlopen. Gelukkig is er iets over, om te verdelen, al helpt dit niet voor de meerjarenbegroting. *Uit de stukken leest zij, dat meer geld zal worden vrijgemaakt ten behoeve van abonnementen. Het betreft een post van circa € 18.000,=. Het verbaast haar, dat in dit internettijdperk extra geld beschikbaar wordt gesteld voor abonnementen. De online abonnementen worden allemaal wel duur, maar bij online abonnementen zijn papieren producten vaak overbodig. Vanaf 2011 zit bovendien de ambtelijke organisatie in één pand, waardoor juist een bezuiniging op het aantal abonnementen zou moeten kunnen ontstaan. *Daarnaast wordt een krediet gevraagd van € 1,2 miljoen voor achterstallig onderhoud aan het gemeentehuis. Ze vraagt wat er allemaal moet gebeuren, als het alleen achterstallig onderhoud betreft. Van dit bedrag dient € 700.000,= uit de reserve bouw nieuw gemeentehuis te worden gehaald en € 500.000,= uit de reserve onderhoud gebouwen. Zij vraagt of daardoor een bedrag van € 500.000,= extra aan het budget bouw nieuw gemeentehuis wordt toegevoegd. Tot nu toe is steeds aangegeven, dat alles binnen het budget zou kunnen worden gerealiseerd. *Bovendien is voorgesteld om € 163.000,= toe te voegen aan de reserve nieuwbouw gemeentehuis, voor de aanschaf van meubels. Dat is een fors bedrag en ze vraagt om nadere toelichting. De heer Boer begrijpt, dat de raad geacht wordt te hebben ingestemd met de verdeling van het overschot voor 2009. Voor 2010 stelt spreker voor om het saldo toe te voegen aan de algemene reserve. Hij kan instemmen met een aantal voorstellen om de gelden uit deze algemene reserve te halen, zoals voor verlaging van de taakstelling WMO. Spreker zou deze voorstellen graag afzonderlijk tegemoet zien en hij zal er wellicht enkele aan toevoegen. Mevrouw Ten Berge wacht het antwoord af op de vraag van de heer Roekevisch ten aanzien van punt 17 uit het voorstel, over de bestemming van het overschot. *Volgens haar is er geen enkele dwingende noodzaak aanwezig voor de raad, om zich te buigen over een geprognotiseerd overschot voor 2010. Hierover is eerder een besluit genomen en bovendien zal respectvol moeten worden omgegaan met de uitkomsten van de verkiezingen op 3-3-2010. *Verzocht wordt om de najaarsnota vast te stellen. Op dat moment wordt tevens ingestemd, met alles dat hierin is vermeld. Op blz. 5 staat echter een verhaal over de korting op de WMO. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft haar fractie dit genoemd. De portefeuillehouder heeft hierop positief gereageerd. De begroting is vastgesteld. Dit houdt in, dat bij vaststelling van de najaarsnota een amendement zou moeten worden ingediend, om het gedeelte over de WMO te schrappen. Ze vraagt of dit juist is. De heer Kion is blij met het positieve saldo in de najaarsnota, dat goed is in deze negatieve tijden. Het college doet een aantal voorstellen, waar zijn fractie zich in kan vinden. Hij mist echter één voorstel. Begin 2009 is een amendement aanvaard, waarin stond, dat er een verhaal over bouwleges zou verschijnen. In de legesverordening – die vanavond zal worden behandeld – is dit meegenomen. Hij had verwacht, dat de terugwerkende kracht tot 1-1-2009 - zoals in het amendement was genoemd – zou worden verwerkt vanuit het overschot van de najaarsnota. Hij vraagt om verduidelijking. De heer Scharenborg verstrekt een toelichting. Het is correct, dat bij mutatie in de reserves afspraken zijn gemaakt, ervan uitgaande, dat niet binnen het jaar 2009 al een reparatie van de begroting 2010 zou worden veroorzaakt. Dat is namelijk niet gebruikelijk. Het is echter wel mogelijk, omdat de najaarsnota wordt behandeld, nadat de begroting is vastgesteld. De aanpassing heeft met name te maken met de incidentele meevaller, als aanvulling op het tekort van de WMO. Het voorstel is gehanteerd, zoals dit voor 2009 zou gelden.
26
Indien de raad van mening is, dat in 2010 andere voorstellen moeten worden gehanteerd, zoals bijvoorbeeld het toevloeien van het gehele bedrag – of met een correctie - naar de algemene reserve, dan zal het college zich daartegen niet verzetten. Normaal gesproken was de eerste mutatie op de begroting 2010 gepresenteerd bij behandeling van de voorjaarsnota in 2010. Dan zou een regulier aangepast voorstel zijn gepresenteerd. Het voorstel had dus nu moeten worden geamendeerd. Dat is niet gebeurd en het betreft een omissie van het college, omdat dezelfde lijn is gevolgd. Spreker hoort graag het voorstel van de raad, hoe hiermee zal worden omgegaan. *Hij stelt, dat mevrouw Pot heeft opgemerkt, dat er gelukkig bij deze najaarsnota iets te verdelen valt. Naar de toekomst toe zijn de middelen hard nodig. Ook in de begrotingsvergadering is hiervoor van verschillende kanten aandacht gevraagd. Het toevoegen van ruim € 700.000,= aan de reserves geeft meer armslag en daardoor kan een tegenvaller beter worden opgevangen. *Op de abonnementen is een aantal jaren een bezuinigingstaakstelling gelegd. Het blijkt echter in de praktijk, dat dit moeilijk te realiseren is en gelet daarop is een deel van de taakstelling gecorrigeerd bij de najaarsnota. Dit is een correctie op de bedragen die in de begroting stonden. *Met betrekking tot het gemeentehuis zegt hij dat diverse keren uitvoerig over het achterstallig onderhoud is gesproken. Het bedrag van € 1,2 miljoen is daarbij vaker genoemd, dus dat kan geen nieuw gegeven zijn. Wel is nieuw, dat het budget formeel wordt gelegaliseerd en wordt omgezet vanuit een bedrag in een fonds, naar een kredietvraag aan de raad. In de praktijk, kan het bedrag daardoor worden toegevoegd aan het budget voor het gemeentehuis en in het bestek worden meegenomen voor uitvoering. De controle op het totale budget kan hierdoor in één keer worden uitgevoerd, zonder dat een splitsing in administratie- en controlesystemen dient plaats te vinden binnen één bouwproject. In 2008 is het budget al gedeeltelijk gevuld, vanuit de overschotten onderhoud gebouwen en vanuit het eindresultaat over 2008. Voorts is in 2009 een bedrag in de begroting opgenomen. Bij de afwikkeling van 2009 en wellicht in 2010 wenst het college een toevoeging aan het budget te doen, waardoor het totale bedrag van € 1,2 miljoen voor het achterstallig onderhoud van het huidige gemeentehuis en de kwaliteit vergelijkbaar kunnen worden gemaakt op het niveau van het binnenklimaat en energiegebruik van de te realiseren nieuwbouw. Daardoor zal er voor het personeel geen verschil aanwezig zijn in kwaliteit van werkruimten in het nieuwe, dan wel in het oude gebouw. Indien het bedrag van € 1,2 miljoen kan worden toegevoegd aan het budget nieuwbouw gemeentehuis, kan het als één budget worden benut bij de ontwikkeling en aanbesteding. *Vanaf het begin is aan de raad medegedeeld, dat het meubilair niet in bestek en begroting is meegenomen. Er is een meevaller ontstaan, in de afwikkeling van de IZA ziektekostenregeling voor de organisatie – waarbij de premies 2/3 door de werkgever en 1/3 door de werknemers zijn betaald. In het kader van de arbeidsomstandigheden dient bij flexibele werkplekken te worden gezorgd voor in hoogte verstelbare bureaus en aangepaste stoelen. Gelet daarop, wenst hij die meevaller – die eigenlijk is opgebracht door het personeel, zonder dat deze geoormerkt is – in te zetten ten behoeve van ARBO voorzieningen in de werkplekken van het personeel. Het is dus eigenlijk een tegemoetkoming voor iets, dat normaal gesproken ook had moeten plaatsvinden. De heer Boer interrumpeert met de opmerking, dat de portefeuillehouder dus nu in omwonden bewoordingen het budget voor het nieuwe gemeentehuis met een aantal posten opvoert. Genoemd is onder meer € 34.000,= voor het binnenmilieu. Spreker herinnert aan de discussie over de meubels, waarbij is gesteld, dat nieuwe meubels niet noodzakelijk zouden zijn, omdat de aanwezige meubels nog wel kunnen worden gebruikt. Hierdoor wordt nu al snel € 200.000,= extra budget opgenomen in dit overzicht. Hij maakt hier bezwaar tegen, niet alleen met betrekking tot het gemeentehuis, maar ook in het algemeen.
27
De afspraak is namelijk dat de middelen verdeeld zullen worden richting algemene reserve en de posten infrastructureel onderhoud wegen en onderwijs. Vervolgens wordt gelijk een aantal andere posten genoemd, waar geld naar toe dient te vloeien. Dat acht hij niet noodzakelijk en evenmin juist. Hiertoe dienen afzonderlijke raadsvoorstellen te worden vervaardigd, daar nu snel over veel posten wordt heengestapt, terwijl er anders sterk over wordt gediscussieerd. Ook andere jaren heeft hij hierover opmerkingen gemaakt. Hij wenst de afgesproken verdeling te hanteren. Daardoor kunnen de punten 1 t/m 5 uit de najaarsnota blijven gehandhaafd. De punten 6 t/m 19 dienen apart te worden behandeld en hij ziet ze wel tegemoet in een commissievergadering en vervolgens in de raadsvergadering. Bij de voorjaarsnota is hem dit ook overkomen, met betrekking tot financiering van het project regisserende gemeente. De heer Scharenborg stelt dat alleen een post is toegevoegd in relatie tot de nieuwbouw van het gemeentehuis, naar aanleiding van de vraag hierover van mevrouw Pot. De vraag over de EBA (energie en binnenmilieu) betreft de scholen. De heer Boer interrumpeert met de opmerking, dat hij heeft gezegd, dat het niet alleen om het gemeentehuis gaat, maar ook om andere punten die gelijk moeten worden meegenomen. Voor de post van € 34.000,= had hij een voorstel willen zien, dat hieraan ten grondslag ligt. De heer Scharenborg licht toe dat sprake is van mutaties ten opzichte van de lopende begroting. Bij EBA over het binnenmilieu, staat er overigens een zodanige subsidie tegenover, dat het gewenst is om hiertoe over te gaan. Voorts is vaak sprake van termijnen. Om die reden wordt, zowel bij de voorjaarsnota als bij de najaarsnota, bij een aantal kleine punten getracht de rechtmatigheidstoets gestalte te geven, door de situatie als nog aan de raad voor te leggen, met de onderbouwing die daarbij hoort. Grote zaken zullen zichtbaar aan de raad worden voorgelegd. *Met betrekking tot de voorstellen voor 2010 wacht het college het voorstel van de raad af. Tijdens de begrotingsbehandeling is de correctie van € 100.000,= op de WMO al aangekondigd, die in de najaarsnota is meegenomen en benadrukt dient te worden, om de taakstelling te kunnen terugbrengen van circa € 170.000,= naar € 60.000,=. Mevrouw Ten Berge interrumpeert met de opmerking, dat de portefeuillehouder tijdens de begrotingsbehandeling - aan het begin van de tweede avond – heeft gesteld, dat deze taakstelling op een andere manier kan worden gefinancierd, waardoor de taakstelling van de baan is. Zij zal hier met een amendement op terug komen. De heer Scharenborg stelt, dat dit in 2010 naar voren zal komen. De heer Roekevisch is van mening, dat is gestemd en dat hierdoor een ander besluit is genomen. Hij adviseert de notulen er op na te slaan. De heer Scharenborg licht toe, dat de taakstelling met € 100.000,= naar beneden is gebracht. De begroting is aangenomen. Daardoor resteert een taakstelling van € 60.000,=. De door de portefeuillehouder gemaakte opmerking heeft geen invloed op de najaarsnota. Indien de taakstelling is vervallen, komt de aanpassing bij de voorjaarsnota aan de orde. Daarmee is de taakstelling volbracht. In die volgorde dient de situatie te worden behandeld. *Later vanavond zal het voorstel ten aanzien van de legesverordening worden behandeld. Daarin is een voorstel over de bouwleges verwerkt. Voorafgaande daaraan is de najaarsnota aan de orde. Het eventuele effect van de bouwleges kan niet in de najaarsnota worden verwerkt, omdat rekening moet worden gehouden met de volgorde van behandeling.
28
De heer Roekevisch komt terug op de bouwleges, die bij agendapunt 21 aan de orde zullen komen. Bijna raadsbreed is op 30-06-20009 motie M-09-11 aangenomen, dat met terugwerkende kracht tot 1-1-2009 de bouwleges zullen worden gecorrigeerd. Hij gaat er van uit, dat deze motie zal worden uitgevoerd. Spreker kondigt vast aan, dat zijn fractie bij behandeling van de najaarsnota in de raad met een amendement zal komen, om een bepaald bedrag uit de reserves te onttrekken, zodat deze teruggave per 1-1-2009 kan worden gerealiseerd. Bovendien zal de VVD fractie een amendement voorbereiden over punt 17 uit de najaarsnota, gelet op 2010. De heer Boer is benieuwd naar de mening van de overige commissieleden, om de verdeling van het overschot te beperken tot de daarvoor bedoelde posten - dus zoals verwoord in de punten 1 t/m 5 - en de overige punten via een normale raadsprocedure te laten verlopen. Mevrouw Pot staat achter het standpunt van de heer Boer en zal de fractie van D66 steunen. De heer Knuvers zegt toe het punt binnen zijn fractie te zullen bespreken. Hij aarzelt er over of die systematiek moet worden afgesproken en of het huidige voorstel sterk afwijkt van het systeem in het verleden. Ook twijfelt hij over de noodzaak van de wijziging. Spreker zal er over nadenken. De heer Roekevisch vraagt naar de winst van het voorstel, dat door de heer Boer wordt gedaan. Wel is de voorgestelde procedure waarschijnlijk meer zuiver. Volgens hem wordt weinig afgeweken van de bestaande systematiek. Spreker is persoonlijk dan ook van mening, dat de najaarsnota kan worden behandeld, zoals deze is aangeboden. Mevrouw Ten Berge sluit zich grotendeels bij de woorden van de heer Roekevisch aan. Met betrekking tot het budget voor de regisserende gemeente stelt zij, dat dit niet bij de beslispunten was vermeld, maar slechts was ingebed in de tekst van de voorjaarsnota. Gelet daarop heeft zij destijds gereageerd, dat het niet duidelijk was waarover is beslist. De heer Boer wijst er op, dat in de tekst van de najaarsnota ook het meubilair voor het gemeentehuis is ingebed, zonder dat deze post voorkomt op de lijst van beslispunten. Mevrouw Ten Berge is het, wat dat punt betreft, eens met de heer Boer. Het meubilair voor het gemeentehuis is alleen ingebed in de tekst en niet bij de beslispunten. De heer Boer vraagt of dit voorkomen kan worden, door via een vast stramien te werk te gaan en een opsomming per post te geven, zonder onderverdeling. De heer Roekevisch adviseert de heer Boer om een amendement in te dienen. De heer Boer zegt, dat zijn fractie overweegt om met een amendement te komen. Hij peilt daarom, wie dit amendement mede zou willen ondertekenen. Mevrouw Ten Berge stelt, dat zij het eens is met de heer Boer, wanneer het voorstellen betreft, die alleen in de tekst van de najaarsnota vermeld staan en niet bij de beslispunten. De heer Kion zegt toe het punt in zijn fractie te zullen bespreken. Spreker neigt er overigens toe, om met het de voorliggende voorstel in te stemmen en hij vermoedt, dat zijn fractie dit met hem eens zal zijn. De heer Scharenborg vraagt zich af, waar de procedure afwijkt van de reguliere vergadering en het reguliere moment, waarop de raad beslist over de najaarsnota. Alle voorstellen in de punten 1 t/m 19 komen aan de orde in de tekst en bij het besluit.
29
Hij verneemt graag op welke punten de raad extra informatie wenst, om tot reguliere besluitvorming te kunnen overgaan, dan wel om een ander systeem te kunnen volgen. Spreker is er van uitgegaan, dat de raad met deze systematiek uit de voeten kan, via de voorjaarsnota en najaarsnota. Indien dat anders is, hoopt hij dit van de raad te vernemen. Met betrekking tot de post van € 163.000,= voor meubilair stelt hij, dat hier waarschijnlijk sprake is van een omissie. Hij zegt toe hier naar te kijken. Het is namelijk mogelijk, dat dit er tussen door geslibd is en slechts in de tekst is verwerkt. De post wordt gereserveerd voor ARBO zaken ten behoeve van het personeel en wordt nog niet uitgegeven. Het besluit is overigens door het college genomen, dus dat ligt wel voor. De Voorzitter concludeert dat het punt als bespreekpunt zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 18. Verordening op de heffing en invordering van onroerende zaakbelastingen 2010. Mevrouw Ten Berge merkt op, dat zij een technische vraag heeft gesteld over taxatie en waardering van sportvelden. Hierop is een duidelijk antwoord verstrekt en de situatie is verwerkt in de ozb heffing. In de betreffende brief wordt gesproken over enorme percentages lastenverhoging. Ze vraagt hoe dit zal worden afgehandeld. De heer Kion is eveneens benieuwd hoe het college zal omgaan met de brief van Sport Federatie Berkelland. Hij vraagt wanneer een reactie kan uitgaan. Als dit vóór de raadsvergadering is, verzoekt hij een afschrift aan de raad te doen toekomen, zodat de fracties deze reactie bij hun interne overwegingen kunnen meenemen. De heer Scharenborg licht toe, dat er momenteel nog een taxatie wordt verricht voor de sportterreinen. De resultaten zijn nog niet bekend, dus daarop kan geen voorschot worden genomen. Het college volgt de uniforme lijn, die wordt voorgesteld en het advies van de waarderingskamer, die kijkt naar de manier van uitvoering van de ozb. Daarop zijn de afgelopen jaren positieve reacties ontvangen. De richtlijnen zullen dus ook nu moeten worden gevolgd. Het effect is echter nog niet bekend, voordat alle taxaties zijn verricht. Mevrouw Ten Berge zegt, dat in de brief van Sport Federatie Berkelland wordt gesproken over een verhoging van 340%. Dat zijn zulke grote bedragen, dat hierdoor bij de uitvoering van de regeling problemen kunnen ontstaan. Ze is benieuwd, hoe het college hier in grote lijnen mee om zal gaan. De heer Kion adviseert om de Sport Federatie Berkelland op korte termijn te informeren over de stand van zaken. Daar heeft de sportfederatie recht op, gezien de brief. Hij vraagt of bij een dergelijke verhoging sprake zal zijn van invoering in één keer, of van gefaseerde invoering. De sportverenigingen hebben er baat bij gehad, dat de invoering later plaatsvindt, maar gefaseerde invoering lijkt toch hoffelijker. De heer Scharenborg stelt, dat er nog een informatiebijeenkomst zal plaatsvinden, waarin de sportverenigingen zullen worden geïnformeerd. Hij kan niet vooruitlopen op de resultaten van het onderzoek. Hij hoopt dat het college de gelegenheid wordt geboden om naar bevind van zaken te handelen, zodra alle gegevens bekend zijn. Indien sprake is van exceptionele zaken, moet worden gekeken wanneer aan de regels kan worden voldaan. Er zal namelijk aan de regels moeten worden voldaan, maar bekeken zal worden of een kleine tussenstap kan worden gezet. De heer Roekevisch verzoekt zeer zorgvuldig met de verwerking van deze aanpassing om te gaan richting sportverenigingen, want een verhoging van 340% is veel te fors. Daar dient in ieder geval gefaseerd mee te worden omgesprongen. Hij vraagt wat de gevolgen zijn, indien het voorstel conform wordt vastgesteld.
30
De heer Scharenborg zegt niet eerder te kunnen inschatten, hoe met de situatie zal worden omgegaan, dan nadat alle gegevens bekend zijn. De verordening is pas aan de orde, nadat deze is vastgesteld. Drie maanden erna dient alle informatie bekend te zijn en kan worden beoordeeld welke aanpassingen kunnen worden doorgevoerd. De Voorzitter concludeert dat het punt als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 19. Verordening afvalstoffenheffing 2010. De heer Kion merkt op, dat tijdens de begrotingsvergadering een amendement is ingediend, om het aantal containerpakketten aan te vullen. Dat amendement raadsbreed is aanvaard. Hierdoor is het aantal pakketten uitgebreid door het college. Hij is hier blij mee. Vanmorgen heeft spreker overlegd met de ambtenaar, over de tariefstelling. Volgens hem blijft er een discrepantie in de prijsstelling aanwezig. Er is een prijs per containerpakket bepaald, maar nu is een combinatie van containers duurder, dan de enkele containers bij elkaar en dat lijkt niet logisch. Hij verzoekt hiernaar te kijken en dit bij te stellen, of anders met goede redenen te komen om het voorstel te handhaven. De heer Scharenborg verzoekt de heer Kion om hem exact de verschillen op papier aan te reiken, zodat hij er zorgvuldig naar kan kijken. De heer Mulkens is van mening dat de daadwerkelijke stortkosten aanzienlijk lager zullen zijn, dan wordt verwacht. Inmiddels hebben de inwoners veel plastic gescheiden weggegooid. Dat neemt gigantische vormen aan en die hoeveelheid is meer, dan was voorzien. Het voorliggende document is goed en de motie uit de vorige vergadering is hierin verwerkt. Toch wil hij tijdens de raadsvergadering een amendement indienen, met betrekking tot de termijn waarop geëvalueerd dient te worden. Hij stelt voor om halverwege 2010 de inzameling van plastic verpakkingsmaterialen te evalueren en op dat moment het tarief voor 2011 vast te stellen. Dit zal namelijk veel lager zijn en dient doorberekend te worden. Als gevolg daarvan, verzoekt hij de gratis omruilperiode van containers te verlengen tot 1-72010, in tegenstelling tot de periode van drie maanden, die nu is bepaald. De inzameling van plastic verpakkingsmaterialen loopt niet gelijk met de inzameling van groen- en restafval. Tot april 2010 wordt het plastic materiaal 3 à 4 keer opgehaald. In die tussenliggende periode liggen Kerstmis en de jaarwisseling, waardoor een vertekend beeld ontstaat. Om die reden wenst hij de gratis omwisseling van containers te verlengen naar een half jaar, in combinatie met een evaluatie, zodat voor 2011 direct duidelijkheid bestaat. Mevrouw Ten Berge interrumpeert met de vraag, wat het voordeel voor de burgers is, wanneer zij in juli 2010 weten, wat ze in 2011 zullen gaan betalen, ten opzichte van deze informatie in december 2010. De tarieven worden immers altijd vóór het begin van het volgende jaar vastgesteld. Het nut, om die gegevens in de zomer te weten, ontgaat haar. De heer Mulkens is van mening, dat de burger wordt gestimuleerd om plastic gescheiden te blijven inzamelen, als hij eerder van de nieuwe tarieven op de hoogte is. Mevrouw Ten Berge veronderstelt, dat het eerder vaststellen van de tarieven in dat geval geen effect heeft. Als de burger daardoor namelijk nog meer plastic afval gaat scheiden, moeten de tarieven in december 2010 opnieuw naar beneden worden bijgesteld. De heer Mulkens hoopt, dat zij gelijk heeft.
31
De heer Knuvers is blij, dat de heer Mulkens enthousiast reageert op het gretig scheiden van het plastic afval door de burger. Spreker verwacht, dat de VVD fractie hierdoor ook voorstander zal zijn van het tweewekelijks ophalen van plastic verpakkingsmaterialen. De heer Mulkens zal hier niet op in gaan, om te voorkomen, dat hij het begrip diftar ook nog in de mond gelegd zal krijgen. De Voorzitter concludeert dat het punt als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 20. Verordening rioolheffing 2010. De heer Brugman merkt op dat de technische vragen, die hij hierover heeft gesteld, zijn beantwoord. Hij zegt, dat de beantwoording van een aantal vragen vrij laat was deze keer. Hij vraagt hier aandacht voor. In het voorstel wordt uitgegaan van een maximale heffing. Er is sprake van één grote afvallozer in de gemeente Berkelland. Spreker hikt aan tegen de maximering van € 220.000,=, omdat er geen enkele prikkeling van uit gaat, om de lozing van afvalwater te beperken. Hij vraagt of deze maximale heffing een vast bedrag betreft, dan wel zal worden geïndexeerd. De heer Kion vraagt of de perikelen, die in het verleden rond de ene grootverbruiker aanwezig waren, inmiddels zijn opgelost. De heer Scharenborg licht toe, dat de kou uit de lucht is, met betrekking tot de perikelen rond de grootverbruiker. Tegen de heffing over 2007 en 2008 was bezwaar aangetekend. Gedurende het afgelopen half jaar is hierover gezamenlijk intensief overlegd. Van beide kanten leek het verstandig om tot een aangepaste heffing te komen. Het bedrijf is een groot gebruiker van water, maar geen grote leverancier van afvalwater. De heffing is gebaseerd op het hebben van een aansluiting en het volume water dat wordt afgenomen, zonder dat deze te maken heeft met de vuillast van het bedrijf. In het verleden zijn hierover andere voorstellen aan de raad gepresenteerd, maar geconstateerd moet worden, dat het moeilijk zal worden om in een bezwarenprocedure tot een positieve wending te komen. Er zou nog jaren over een juridische procedure kunnen worden gedaan en het negatieve effect is, dat daardoor alle huishoudens 10 tot 20% meer zouden moeten gaan betalen. Op grond daarvan is een mondelinge schikking overeengekomen, die nog schriftelijk zal worden vastgelegd. Het plafond van de heffing vormt één van de onderdelen van deze schikking. Het plafond wordt jaarlijks genoemd en in de toekomst zou hierop een indexatie op kunnen worden toegepast. Op dit moment is daarvoor niet gekozen. De heer Brugman heeft moeite met het antwoord van de wethouder inzake de indexering. Alle bedragen worden immers geïndexeerd, zelfs meer, dan de heer Boer wenselijk vindt. Hij zou dan ook niet weten, waarom in deze situatie daarop een uitzondering wordt gemaakt. De heer Knuvers vraagt of de schikking met het bedrijf ook aan de raad zal worden voorgelegd. De basis daarvoor ligt namelijk in de verordening, die door de raad is vastgesteld. Hij vraagt of de schikking de bevoegdheid van het college betreft. De heer Scharenborg beaamt, dat het een bevoegdheid van het college betreft. De raad zal hierover uiteraard worden geïnformeerd, zodra de overeenkomst is gemaakt. De deal is recent gesloten en combineert met de verordening, die nu aan de orde is. De Voorzitter concludeert dat het punt als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering.
32
21. Legesverordening 2010. De Kion merkt op, dat conform de nieuwe leges is besloten tijdens de begrotingsvergadering. Op blz. 12 en 14 van de legesverordening staat een legesbedrag genoemd van € 5.400,=, dat opgelegd gaat worden bij bestemmingsplanwijzigingen en bestemmingswijzigingen Dit is een aanzienlijk bedrag. Hij stelt dan ook voor medio 2010 een evaluatie te houden, om de effecten van dit bedrag te bekijken. Hij is namelijk benieuwd of het aantal bestemmingsplanwijzigingen en bestemmingswijzigingen negatief of positief wordt beïnvloed door deze stijging. De heer Brugman brengt het volgende naar voren. “Ik zou in mijn reactie op dit voorstel heel kort, maar ook lang kunnen zijn. De PvdA wil zoals het u bekend zal zijn, best praten over een evenwichtiger legesheffing, maar dan over alle leges en niet er tussentijds iets tussenuit plukken om de achterban tevreden te stellen, zoals nu eigenlijk gebeurd is. Dat is geen goede weg. Dit voorstel komt bovendien op een heel ongelukkig moment. Door nieuwe wetgeving zal in begin 2010 meteen al weer reparatie van de verordening moeten plaatsvinden, om te kunnen voldoen aan de wet Europese Dienstenrichtlijn (EDR) en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO).” De heer Roekevisch interrumpeert met de vraag welke achterban de heer Brugman bedoelt. De heer Brugman zegt er van uit te gaan, dat de heer Roekevisch de VVD achterban vertegenwoordigt. De heer Roekevisch wijst er op, dat hij geen collegevoorstellen samenstelt. De heer Brugman licht toe, dat zijn voorstel een vervolg is op hetgeen is gewisseld. Hij zal zijn verhaal afmaken, zodat duidelijk wordt, waarom hij die opmerking heeft gemaakt. “Dit voorstel is immers het gevolg van een eerder aangenomen motie, ingediend door de fracties van VVD en CDA, samen met D66. Wij zijn benieuwd of dit voorstel nu gebracht heeft, wat de indieners er van verwacht hadden. Want in dit voorstel wordt het minimumtarief voor bouwvergunningen verhoogd van € 152,= naar € 216,=. Dat is een verhoging van maar liefst 42% en de tarieven van de bouwvergunningen tot € 200.000,= worden verhoogd, met 0,2 %. De tarieven voor de bouwvergunningen voor objecten boven de € 200.000,= worden nota bene verlaagd. Het komt er op neer dat de gewone man - die een simpele verbouwing, een aanbouw aan zijn woning of de bouw voor een nieuw te bouwen heel gewone woning tot € 200.000,= - het gelag gaat betalen. Dit allemaal ten behoeve van bouwprojecten in het duurdere segment, de villa’s. Mijnheer Roekefiets, dat is een echt VVD voorstel geweest.” De heer Roekevisch interrumpeert met de opmerking, dat de heer Brugman snel leert. Mevrouw Ten Berge noemde spreker ook vaak Roekefiets en dat hoort hij nu van de heer Brugman ook. De heer Brugman uit zijn verontschuldigingen. “Voor zover de impact van dit voorstel nog niet tot u doorgedrongen is, wil ik de gevolgen met een enkel voorbeeld illustreren: De aanvrager van een bouwvergunning voor een woning van bijvoorbeeld € 190.000,00 gaat € 390,00 meer leges betalen, terwijl voor een bouwvergunning van een luxe villa van bijvoorbeeld € 490.000,00 maar liefst € 1.470,00 minder betaald hoeft te worden. Naar mate de bouwsom groter wordt, wordt het verschil almaar groter. Dus, de man of vrouw die een kleine verbouwing wil uitvoeren, gaat het gelag betalen. Ik vraag mij af, of dat de bedoeling is geweest van met name CDA en D66. Als dit nu een evenwichtiger legesheffing is – waarvoor de wijziging bedoeld was - dan dat weet ik het niet meer.
33
Aan mijn collega’s van CDA, VVD en D66 vraag ik dan ook: *Brengt dit voorstel nu, wat u met de motie van 30 juni jl. beoogde te bereiken? *Bent u van mening, dat de wethouder met dit voorstel volledig uitvoering heeft gegeven aan de inhoud van de motie? Aan de portefeuillehouder zou ik het volgende willen vragen: *Dit voorstel betekent, bij een gelijkblijvend of minder aantal aanvragen voor een bouwvergunning, een lagere opbrengst van de bouwleges. U gaat echter uit van een toename van het aantal aanvragen voor bouwvergunningen, zoals waarvan het afgelopen jaar sprake was. Mijn vraag: Acht u dit nog steeds reëel, nu alle signalen er op wijzen dat er het komende jaar waarschijnlijk nog geen opleving zal zijn in de bouw. *Hoe denkt u in dat geval de minderopbrengsten te kunnen opvangen?” De heer Roekevisch is van mening dat motie M-09-11 niet of niet juist wordt uitgevoerd. Gevraagd is om een tariefsverlaging en tariefsaanpassing per 1-1-2009. Dat is niet gebeurd, want voorgesteld wordt de verordening op 1-1-2010 te laten ingaan. Nu kan er nog een aanpassing komen, maar hij had het wenselijk geacht om al aan te geven, hoe de tariefsaanpassing zou moeten worden doorgevoerd. Daarnaast wordt een degressief tarief voorgesteld en dat is niet de oplossing, die zijn fractie voorstaat. Eerst moet inzichtelijk zijn wat de werkelijke kosten zijn, dus de nacalculatie bij aanvraag van vergunningen. Door de heer Brugman worden enkele voorbeelden genoemd van bouwvergunningen. Daar tegenover kan spreker vergunningen noemen voor de bouw bij grote ondernemers, die hij bij een eerdere gelegenheid al heeft genoemd. Als bijna € 100.000,= aan bouwleges moeten worden betaald, is dat voor een ondernemer heel veel. En dat terwijl weinig meer uren voor de ambtenaar nodig zijn, dan bij een aanvraag bouwvergunning voor een dakkapel. Wanneer sprake is van een bestemmingsplanwijziging, worden ook de kosten daarvan doorberekend. De indiener van de aanvraag betaalt dus wel degelijk de kosten. Spreker is niet blij met het voorgestelde degressieve tarief. De heer Brugman interrumpeert met het verzoek aan de heer Roekevisch om aan te geven of hij het reëel vindt, dat voor een aanvraag bouwvergunning van € 190.000,=, € 390,= leges moeten worden betaald en een aanvraag van € 490.000,=, maar liefst € 1.470,= minder aan leges kunnen worden betaald. De heer Roekevisch stelt dat het wellicht reëel kan zijn, dat voor de ene bouwvergunning meer en voor de andere bouwvergunning in verhouding minder leges worden betaald. Zijn fractie is echter evenmin gelukkig met het voorliggende voorstel. Hij wil dan ook eerst uitleg van het college, hoe tot het voorgestelde tarief is gekomen. Volgens hem zijn bedragen uit de hoge hoed getoverd en zijn geen nacalculaties gedaan. Spreker gaat hier dan ook niet meer akkoord en is misschien even ongelukkig met het voorstel als de heer Brugman. Overigens is hij wel blij, dat de tarieven voor ondernemers dalen, maar hij is duidelijk niet tevreden met het voorliggende voorstel. Misschien is het verstandig om legespakketten te maken, net als bij de brandweer. Daardoor is vooraf duidelijk welke leges waarvoor moeten worden betaald. Dit zal wellicht een lange opsomming worden, maar die geeft meer duidelijkheid, dan het nu gepresenteerde degressieve tarief. De heer Boer merkt richting de heer Brugman op, dat hij een voorbeeld noemt van de gewone man, die wordt benadeeld, ten opzichte van de ondernemer van een groot bedrijf, die voordeel behaalt ingevolge de voorgestelde legesverordening.
34
Indien echter in de notulen de opzet van de motie van VVD, CDA en D66 wordt nagelezen, dan was de motie niet bedoeld om de lage tarieven te verhogen, maar om de hoge tarieven – die buitensporig hoog zijn, gelet op de tijd, die er aan besteed wordt – af te toppen. Daardoor worden leges ingevoerd, die in verhouding staan tot de werkzaamheden. Voor een eenvoudige woning wordt derhalve nog steeds weinig betaald, maar voor een dure verbouwing bij een (agrarisch) bedrijf, bijvoorbeeld stallenbouw, worden de leges verlaagd. Daarmee wordt voorkomen dat voor een schuur van € 300.000,= bij wijze van spreken € 25.000,= aan bouwleges moeten worden betaald. De bedragen stonden niet met elkaar in verhouding. De lading van de motie komt op deze wijze echter onvoldoende in het voostel tot uitdrukking. Deze interpretatie was namelijk niet de strekking van de motie en die situatie dient te worden gerepareerd. Zodra de notulen van de betreffende vergadering worden nagelezen, zal dit duidelijk zijn. Hij begrijpt dat de heer Brugman genoemd beeld wil neerzetten - zeker gelet op de aanstaande verkiezingen - maar dat beeld is absoluut niet de intentie van de motie geweest. Hij wacht de reactie van de portefeuillehouder af en zal, indien nodig, de situatie repareren. De heer Brugman interrumpeert met de opmerking, dat de heer Boer schrikt van de consequentie van zijn motie. Soms kan de werkelijkheid van een motie anders zijn. Het kan misschien geen kwaad om af en toe na te denken over de consequenties van een motie. Overigens bespeurt spreker een positief punt in de reactie van de heer Boer, wanneer gesteld wordt, dat het basistarief voor goedkopere woningen eigenlijk niet mag worden gewijzigd en zeker niet mag stijgen. Spreker heeft niet over bedrijven gesproken, maar over duurdere woningen van bijvoorbeeld € 490.000,=. De heer Boer licht toe, dat hij heeft aangegeven, dat de motie niet was gericht op duurdere woningen, maar op bedrijfspanden. Spreker schrikt niet van de motie, omdat hij precies weet waarnaar is gevraagd. Gevraagd is, om voor eenvoudige en goedkopere woningen en aanpassingen als een dakkapel, de leges laag te houden. Die leges mogen dus niet stijgen. Daar waar sprake is van excessen, zouden de leges afgetobd worden. Dat de motie vervolgens niet goed wordt uitgevoerd, is iets anders en daar schrikt hij van. Het is overigens niet de eerste keer, dat het college een motie niet goed uitvoert. De heer Brugman wijst er op, dat hij de motie voor zich heeft liggen. Daarin staat niets over een voorbehoud voor goedkopere bouwsels. In de motie is gevraagd om een evenwichtige heffing van de tarieven bouwleges, hetgeen in dit voorstel van de portefeuillehouder betekent, dat de lagere bouwsels het gelag gaan betalen. De heer Scharenborg verstrekt een toelichting. Hij hoort allerlei woorden noemen, die hem deugd doen, namelijk kostendekkendheid, evenwichtigheid en wie het gelag betaalt. Hier gaat de discussie over en ook de motie had dit in zich. Uit de motie komt naar voren, dat de leges voor goedkopere bouwprojecten hoger moeten worden. Dat is concreet de uitwerking van de motie. De bouwleges zijn redelijk genivelleerd. Aan de onderkant zijn de leges echter nog niet kostendekkend. De totale som aan bouwleges staat overigens niet op zich zelf. De systematiek in Berkelland houdt in, dat alle leges in totaliteit worden beoordeeld als pakket, dat kostendekkend moet zijn. De score is momenteel rond 90%. Indien dan ook evenwichtig naar het totale pakket wordt gekeken, moeten alle leges bij de totale afweging worden betrokken. Door het college is bekeken of het mogelijk is om op een reële manier – zonder dat naar cijfers achter de komma is gekeken – te kijken naar een verdeelslag in de totale heffing. Daarbij zal de totale legesopbrengst lager zijn. Gevraagd is of de leges naar de toekomst toe kostendekkend zullen blijven.
35
Hij licht toe, dat over de jaren 2008 en 2009 tot even geleden sprake is geweest van meer legesopbrengsten door bouwvergunningen, dan was verwacht. Dit betekent niet dat sprake is van netto saldi, maar van bruto bedragen, waarvan de inhuur van externen van moet worden afgetrokken. Uitgaande van de voorliggende voorstellen zal een raming van de opbrengsten kunnen worden gemaakt voor € 260.000,= tot € 270.000,=, indien wordt uitgegaan van dezelfde basis als de acht maanden waarover het voorstel is berekend. Dat is een fors bedrag. De bouwleges over de afgelopen 4 à 5 jaar bekijkend, is een vergelijking mogelijk met de jaren 2006 en 2007, in welke jaren net kostendekkend kan worden gewerkt. In de jaren er na moet afgewacht worden of geheel kostendekkend kan worden gewerkt, zeker gelet op het effect van de economische recessie. Het saldo kan daardoor niet verder omlaag. Die rand is opgezocht. Vanmiddag is nog even gekeken naar het aantal bouwaanvragen en legesopbrengsten voor de periode vanaf augustus 2009 tot nu, waaruit blijkt, dat het aantal bouwaanvragen met circa 30% is gedaald ten opzichte van 2008. Het onderhavige voorstel past dus nog net in de situatie om tot kostendekkende opbrengst van de bouwleges te komen. Indien nog één stap verder wordt gegaan, ontstaan problemen. Het college wenst een bestendige gedragslijn te voeren door één keer per jaar de tarieven vast te stellen en indien noodzakelijk, naar aanleiding van de evaluatie over dat jaar, het jaar erna de tarieven aan te passen. Die systematiek is goed en past bij de opzet. Indien achteraf de bouwleges worden gecorrigeerd en er 800 tot 1000 herberekeningen moeten plaatsvinden en terugbetalingen moeten worden geregeld, ontstaat een kostenpost van circa € 100.000,= tot € 150.000,=. Dit moet worden afgetrokken van de opbrengst die zou kunnen ontstaan. Gelet op de verantwoordelijkheid van de raad om naar de toekomst toe de kostendekkendheid te behouden, moet de burger eerlijk worden benaderd – of het nu om een kleine of grote bouwaanvraag gaat - en zal ook dit aspect moeten meewegen in het voorstel. Op grond daarvan komt het college niet met een voorstel om bouwleges te gaan terugbetalen en moet worden geconstateerd, dat met de voorliggende voorstellen aan de onderkant nog geen sprake is van kostendekkendheid en dat het totale pakket met het huidige aantal aanvragen net kostendekkend kan zijn. Er zal niets overblijven. Elke volgende stap in het proces zal de kostendekkendheid in gevaar brengen. Dat staat het college niet voor. De heer Boer is blij met de toelichting door de portefeuillehouder. Hij begrijpt daaruit, dat de rek er uit is. Hij herinnert zich, dat in de najaarsnota van 1 à 2 jaar geleden een meeropbrengst aan bouwleges vermeld stond van circa € 700.000,=. Indien het aantal bouwaanvragen met 30% daalt, moet er iets gebeuren. De motie van destijds heeft niet alleen een tekst, maar ook een achtergrond, die in de notulen kan worden nagelezen. Daardoor zal duidelijk worden, hoe de fracties tot de motie zijn gekomen. Het doel van de motie is anders, dan de uitwerking nu wellicht blijkt te zijn. Dit komt voor een deel door de motie en voor een ander deel door de kostendekkendheid en andere oorzaken. De portefeuillehouder hecht er weliswaar aan, om één moment van tariefaanpassingen te handhaven, maar er zal bekeken moeten worden, of de motie goed is uitgevoerd. Spreker is van mening, dat de fracties naar de raadsvergadering toe met elkaar zullen moeten overleggen, hoe aan de gedachtengang van de motie gestand kan worden gedaan. De heer Roekevisch beaamt, dat de vraag rijst, of de motie goed is uitgevoerd. Daarnaast twijfelt hij aan de transparantie en de nacalculatie met betrekking tot de kostendekkendheid. Overigens zullen veel bouwwerken niet meer vergunningplichtig zijn, zoals dakkapellen. Hier is nog niet over gesproken.
36
Hij is blij, dat het college al heeft berekend, dat uitgegaan moet worden van een bedrag ad € 150.000,= indien tot teruggave van bouwleges moet worden overgegaan. Daardoor is bekend welk bedrag in een amendement moet worden genoemd. Spreker sluit zich bij de woorden van de heer Boer aan, dat moet worden bekeken, of de motie op een juiste wijze door het college is uitgevoerd. Hij wijst er vast op, dat de terugwerkende kracht tot 1-1-2009 in ieder geval is vergeten. De heer Brugman is blij met de opmerking van de wethouder, dat hij het onverstandig vindt om de bouwleges er uit te lichten en dat alle leges als één geheel moeten worden bekeken. De wethouder steunt hiermee de opvatting van de PvdA fractie. Spreker mist overigens een reactie door het CDA en vreest dat die fractie met stomheid geslagen is over de consequenties van de motie. Ook de VVD is niet enthousiast over de uitwerking van de motie, maar maakt geen bezwaar tegen verhoging van de leges voor kleinere bouwaanvragen. Zijn collega van D66 ziet nu in, dat er iets moet gebeuren. Spreker wacht de voorstellen met belangstelling af. De heer Reijrink interrumpeert met de opmerking, dat zeer kort door de bocht wordt gereageerd. Er is een motie aangenomen en spreker heeft niet de indruk, dat de uitvoering er van zo ver naast de motie zit. Bij behandeling van de motie is al aangegeven, dat het afromen van de leges aan de bovenkant, wel aan de onderkant zal moeten worden toegevoegd. Hij is dan ook niet verrast door deze uitwerking. Spreker is het niet eens met de VVD afgevaardigde, die zegt dat de uitwerking finaal de gedachte achter de motie mist. De heer Boer merkt op, dat de heer Brugman een oproep aan de fractie van D66 doet, om met een voorstel te komen. Omdat de heer Brugman zelf met het punt naar voren komt, adviseert spreker om gezamenlijk naar een oplossing te kijken. Hij gaat er namelijk niet van uit, dat de heer Brugman de tarieven wil handhaven, zoals ze worden voorgesteld. De heer Brugman legt uit, dat zijn fractie graag bereid is om te praten over de leges, maar dan in brede zin, dus over alle leges. De heer Boer beaamt, dat daarover vaker is gesproken. Als hij refereert aan de begrafenisrechten, vindt de heer Brugman de fractie van D66 zeker aan zijn zijde. De heer Knuvers concludeert dat de heer Reijrink niet verbaasd is over de verhoging van de tarieven. Dit is in tegenstelling tot de overige indieners van de motie. De fracties van GroenLinks en PvdA hebben tegen de motie gestemd. Hij is benieuwd hoe de fractie van Gemeentebelangen over deze consequenties denkt. Hij verwacht dat destijds onvoldoende is nagedacht over de consequenties, die de uitvoering van de motie zou gaan hebben. Misschien dient naar aanleiding van de nu voorgestelde verordening een andere basis te worden gelegd. De heer Reijrink interrumpeert met de opmerking dat het een logisch gevolg van kostendekkendheid is, dat wanneer het ene tarief omlaag gaat, daardoor het andere tarief omhoog zal gaan. De heer Boer stelt, dat het doel van de motie duidelijk is verwoord, maar dat nu moet worden gekeken of de motie goed is uitgevoerd. Als dat zo is, moet worden bekeken hoe de uitkomst in breder verband zal zijn.
37
Mevrouw Pot zegt, dat ze zich bewust nog niet in de discussie had gemengd. Op een aantal fronten is sprake van een extreme kostenverhoging. Door de motie van de fracties van VVD, D66 en CDA zijn de uitermate hoge leges wel verlaagd. Dit heeft echter gevolgen gehad voor de laagste leges. Hier is destijds over gesproken. Door de wethouder is opgemerkt, dat de leges niet te vaak moeten worden aangepast. Bij de beantwoording van de technische vragen is echter al gewezen op de wijziging vanwege de EDR, die per 1-1-2010 van kracht wordt. Daardoor zal een wijziging in de kostendekkendheid van de legesverordening ontstaan. De kostendekkendheid moet daardoor worden bepaald per hoogte van de leges, zoals de VNG voorschrijft. Ze vraagt of het gevolg is, dat een nieuw voorstel voor de leges moet worden vastgesteld. De heer Scharenborg licht toe dat de discussie rond de bouwleges zich tot nu toe vooral heeft toegespitst op de bouwsombenadering. Daar is zorgvuldig naar gekeken en er is een systematiek gevolgd, die het dichtst bij de werkelijkheid komt. Om een slip of the pen te voorkomen, is zelfs gekeken naar de mogelijkheden om zo snel mogelijk de bouwsom aan te passen, indien uit de normale aanbesteding blijkt, dat de bouwsom lager uitkomt, dan de berekeningsgrondslag die de gemeente Berkelland hanteert. Gelet op de bouwsom is de gemeente Berkelland de flexibele overheidspartner, die hiernaar kijkt, al is het achteraf. Zo kan op basis van werkelijke bouwsommen naar de leges worden gekeken. Hierover is vaker gesproken en deze constructie is in de systematiek meegenomen. Er is een grondslag, in het aantal uren, dat wordt besteed aan bouwvergunningen, handhaving en controles. Hij wijst er op, dat de bouwkosten bij grotere bouwprojecten vaak hoger zijn, omdat vaker en intensiever moet worden gecontroleerd. Dit geeft extra kosten. Die onderbouwing vindt op groepsniveau plaats over alle kosten die zijn gemaakt. Vanaf 2005 is het systeem gebaseerd geweest op een mix van alle tarieven die er waren. Met name in het verdeelmodel zijn politieke keuzes verwerkt en daar kan het college niet omheen. In het voorliggende voorstel gaat het basisbedrag voor kleine bouwprojecten iets omhoog en gaat het percentage 0,2% omhoog ten opzichte van de bestaande situatie. Getracht wordt dus met een heel lichte aanpassing te voldoen aan hetgeen in de motie is vermeld. Hierdoor wordt tegemoet gekomen aan de meerderheid van de raad en van het college. Bij grote bouwprojecten is een afroming van 0,8% in de tarieven gerealiseerd, dat per saldo – gelet op het huidige aantal aanvragen - € 250.000,= minder leges opbrengt. Hij geeft hiermee een reactie op de grove onderbouwing van de bouwleges, terwijl ze daarnaast in samenhang blijven met het totale legespakket. Die samenhang moet ook blijven en er moet niet voor een supermarkt model worden gekozen, door alle legestypen apart te beoordelen en wekelijks aanbiedingen te hebben. Het college wil consistent en transparant met het beleid en de tarieven omgaan. Voor een deel betreft dit politieke keuzes. Spreker heeft vanavond al vier stromingen gehoord en is benieuwd naar de ontwikkelingen in de komende weken. Het college is van mening, dat sprake is van een goed onderbouwd voorstel, waarmee in 2010 goed kan worden gewerkt, tot de Europese Dienst Richtlijn (EDR) komt en de Wabo aanpassing per 1-7-2010 moet plaatsvinden. De verordening moet worden bekeken en doorgerekend op de effecten daarvan. Hij verwacht dan ook, dat in het eerste halfjaar van 2010 een aanpassing van de tarieven zal worden voorgesteld, nadat de nadere uitwerking heeft plaatsgehad. De modellen daartoe waren niet eerder bekend en konden nog niet worden meegenomen. Hij zegt toe de aanpassingen zo snel mogelijk in 2010 aan de raad voor te leggen. Daarnaast wil hij een zo goed mogelijke onderbouwing blijven geven van de kostendekkendheid. Het college is niet voornemens om zo veel mogelijk middelen uit de begroting weg te laten lopen, terwijl er moeilijke tijden komen. Een evenwichtige verdeling is wenselijk en komt meer tegemoet aan de politieke keuze, die de raad zal maken. Getracht is om dat in dit voorstel te weerspiegelen en hij wacht de reactie van de raad af.
38
De discussie gaat daarbij niet meer over kostendekkendheid, maar over het maken van politieke keuzes. Hij laat het aan de raad om de grote, dan wel kleine man te bevoordelen. De heer Brugman zegt dat, gehoord de discussie, geen enkele fractie blij is met het onderhavige voorstel. Hij adviseert de overige fracties, om dit slechte voorstel terug te trekken. De heer Scharenborg merkt op, dat hij nog niet is ingegaan op de mutaties op bestemmingsplannen. Vanaf de invoering van de nieuwe Wro is nadrukkelijk gekeken naar de urenverantwoording voor bestemmingsplannen en projectbesluiten. Die zijn 100% onderbouwd met urentellingen, publicatiekosten, etc., die worden gemaakt voor bestemmingsplannen. Geconstateerd moet worden, dat het tarief niet kostendekkend was en in het voorliggende voorstel zijn de aanpassingen net kostendekkend. De Voorzitter beëindigt de beraadslagingen en adviseert een amendement in te dienen, waarin één en ander verwoord wordt. Hij concludeert dat het voorstel als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 22. Wijziging brandweerrechten 2010, eenmalige rioolaansluitrecht 2010 en lijkbezorgingsrechten 2010. De heer Brugman merkt op, dat in het voorstel wordt voorgesteld om de toeristenbelasting vast te stellen en niet te verhogen. Spreker ziet echter geen reden om de toeristenbelasting voor twee jaar vast te stellen. Het argument is dat hierdoor duidelijkheid wordt gegeven naar de horecaondernemers toe. Het voornemen bestaat, om de tarieven niet te verhogen. Hij stelt, dat in de gidsen – die worden bekeken om een vakantie te plannen – meestal prijzen staan vermeld, exclusief toeristenbelasting. Vakantiegangers zullen daar niet nerveus van worden. Spreker ziet dan ook geen reden, om het tarief voor twee jaar vast te stellen, dan wel ongemoeid te laten. De heer Scharenborg licht toe, dat de afgelopen jaren diverse keren overleg met de toeristische sector heeft plaatsgevonden, waarbij ook is gesproken over de hoogte en snelle verhoging van de toeristenbelasting. De toeristenbelasting is de laatste jaren fors verhoogd, namelijk bijna 50%, ondanks of dankzij de discussies over de ozb. Berkelland hoort daardoor met de toeristenbelasting bij de top in de Achterhoek. Hier staat een behoorlijke inspanning op toeristisch gebied tegenover. Eén van de knelpunten die de sector blijft noemen is, dat zij in oktober/november nieuwe folders drukken en daarbij de tarieven kenbaar maken voor het daaropvolgende jaar. Dit terwijl in december de tarieven voor onder meer de toeristenbelasting worden vastgesteld. In de folder kunnen prijzen worden genoemd inclusief, dan wel exclusief toeristenbelasting, maar in de praktijk blijkt, dat door veel bedrijven de bedragen inclusief de toeristenbelasting worden genoemd. Hierdoor lopen zij vast bij verhogingen. Bekeken is, op welke wijze het meest efficiënt toeristenbelasting kan worden geïnd. Dit kan bij de klanten of op de camping. De forensenbelasting wordt hierbij ook betrokken. De campingsector is bereid veel perceptiekosten te voorkomen, door zelf als inner op te treden voor toeristenbelasting en forensenbelasting. Dit zorgt voor veel minder gemeentelijke kosten. Gezamenlijk moet naar een model worden gezocht, waarin balans zit. Gelet daarop, wordt nu voorgesteld om de tarieven voor twee jaar vast te stellen en in 2010 de tarieven voor 2012 vast te stellen. Daarna kunnen de tarieven wederom jaarlijks worden vastgesteld, zij het dat daarbij een jaar vooruit wordt gekeken. Hierdoor wordt duidelijkheid gegeven naar de toeristische sector toe en dit wordt bijzonder op prijs gesteld. De heer Brugman zegt de situatie in zijn fractie te zullen bespreken.
39
De Voorzitter concludeert dat het punt als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 23. Invoering forensenbelasting. De heer Knuvers zegt, dat nu eindelijk tot vaststelling van forensenbelasting wordt overgaan. Hij stemt hiermee in. Hij komt terug op het sluiten van een convenant en herenakkoord, waarin een termijn van acht jaar is genoemd. Voor de gemeente Berkelland en voor de sector is het de eerste keer, dat met forensenbelasting wordt gewerkt. Op grond daarvan lijkt het hem beter, om een kortere termijn vast te leggen, zodat eerder de afspraken kunnen worden gewijzigd. De heer Boer stelt, dat de forensenbelasting tot grote discussie heeft geleid binnen zijn fractie, omdat D66 hier een ander gevoel bij had. Zijn fractie had verwacht, dat de forensenbelasting een goed middel zou zijn, om mensen – die een groot gedeelte van het jaar in de gemeente Berkelland verblijven – te laten meebetalen aan de beschikbare voorzieningen. Hij heeft de afgelopen periode een aantal brieven ontvangen van mensen, die in aanmerking komen voor forensenbelasting. Daaruit blijkt dat de betreffende doelgroep al ozb en rioolrecht betaalt, net als de overige inwoners. Hierdoor zijn vraagtekens ontstaan, of het invoeren van forensenbelasting wel rechtvaardig is. Spreker is benieuwd hoe de andere commissieleden hierover denken en stelt, dat zijn fractie hierover nu genuanceerder denkt en er nog verder over zal discussiëren. De heer Roekevisch deelt mede, dat nagenoeg hetzelfde voorstel ook in 2006 aan de orde is geweest, maar destijds van de agenda is gehaald, omdat het niet goed genoeg zou zijn. De VVD fractie stond destijds al op het standpunt, dat de betreffende woningen worden aangeslagen om waterschapslasten, afvalstoffenheffing, ozb, e.d. betalen. Het argument om forensenbelasting in te voeren, om de begroting sluitend te krijgen vindt hij evenmin een goed voorstel. Bovendien is sprake van rechtsongelijkheid. Woningen op eigen grond worden aangeslagen voor forensenbelasting tussen € 200,= en € 500,=, terwijl voor dezelfde woning op een camping maximaal € 122,20 moet worden betaald. Daarnaast betaalt de campingeigenaar de ozb voor deze woningen. De waarde wordt daardoor vastgesteld op een andere manier, dan de waarde bij een particuliere woning. Hij verzoekt om een toelichting van de wethouder, hoe deze rechtsongelijkheid te verklaren is en hoe de andere heffingen zich verhouden tot de forensenbelasting. De forensenbelasting lijkt nu meer een melkkoe en daaraan wenst de VVD niet mee te werken. Mevrouw Ten Berge merkt op, dat al vaker over forensenbelasting is gesproken, in commissievergaderingen en uitvoerig tijdens de begrotingsbehandeling in november 2007. Op dat moment is door de fracties van CDA en PvdA motie O ingediend, waarin onder meer staat: (citaat) “overwegende dat alle mogelijke middelen moeten worden ingezet om de begroting voor 2008 sluitend krijgen; roept het college op om zo snel mogelijk over te gaan tot het heffen van forensenbelasting.” (einde citaat). Of de raad het hierover eens is of niet, het doel was om de mogelijkheden van de lokale belastingen op te trekken, voor het sluitend krijgen van de begroting. De toenmalige portefeuillehouder Boxem heeft destijds toegelicht, dat zo snel mogelijke invoering niet kon per 1-1-2008, omdat er onduidelijkheid was over welke woningen recreatiewoningen betreffen, dus of dit ook vaste woningen, chalets, stacaravans zijn. Dat moest eerst worden onderzocht. Vervolgens zou de forensenbelasting worden ingevoerd met het doel een bijdrage te leveren aan het sluitend maken van de begroting. In feite was dus sprake van coalitiebeleid en op grond daarvan is in het verloop van die vergadering de motie ingetrokken. Het doel van de motie is belangrijk, om een oordeel te vellen over het voorliggende voorstel. Dat doel was, om een bijdrage te leveren aan het sluitend krijgen van de begroting.
40
Gelet op dat doel, vindt spreekster het vreemd, dat de extra inkomsten bij het onderhavige voorstel uitsluitend worden opgebracht door een bepaalde groep eigenaren van recreatiewoningen. Dit betreft niet meer de eigenaren van chalets, stacaravans e.d., maar de eigenaren van recreatiewoningen. Door het bijgevoegde herenakkoord is een groot deel van de doelgroep, die bij de motie betrokken was, door het college gevrijwaard van het betalen van forensenbelasting. Daardoor wordt volgens haar de motie niet geheel uitgevoerd. Bovendien is sprake van rechtsongelijkheid, omdat een deel de eigenaren op voorhand wordt vrijgesteld van de lasten, vanwege het herenakkoord. Zij vraagt dan ook aan de portefeuillehouder, wat de reden is van de afwijzing in het voorliggende voorstel ten opzichte van de meerderheid van de raad bij de behandeling van de begroting 2008. Het was overigens goed dat spreekster stevig zat, anders was ze van haar stoel gevallen, omdat GroenLinks akkoord gaat met het voorstel, waarin een grote rechtsongelijkheid is opgenomen en een tweezijdige behandeling van gasten in de gemeente Berkelland. De heer Scharenborg verstrekt een toelichting ten aanzien van het gehanteerde systeem, ondanks de technische vragen, die hierover zijn beantwoord. Voor recreatiebungalows, stacaravans e.d. mag geen toeristenbelasting worden geheven, wanneer deze zich op huurgrond bevinden. In de nieuwe situatie, dient de belasting die hiervoor wordt geheven, wettelijk als forensenbelasting te worden betiteld. Voor die categorie, die circa 800 chalets e.d. omvat, vindt een omslag plaats van toeristenbelasting naar forensenbelasting toe. Daarnaast is sprake van circa 240 recreatiewoningen, waarover tot nu toe geen toeristenbelasting werd geheven. Voor toepassing van het systeem moest namelijk eerst worden bekeken wat permanente bewoning betreft, dus of sprake is van een gewone woning of een recreatiewoning. Dit houdt in, dat 800 bewoners van Berkelland al een bijdrage leveren aan de belastingen in Berkelland, in de vorm van toeristenbelasting, maar zonder dat ozb wordt betaald. Op de 240 recreatiewoningen werd al wel ozb en soms rioolrecht betaald, maar ze komen niet in aanmerking om te worden meegerekend ten behoeve van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit betekent dat jaarlijks ruim € 7 miljoen ozb wordt geïnd en dat in de totale begroting circa € 41 à € 42 miljoen aan algemene uitkering is verwerkt. Daarvan is een klein deel gebaseerd op het aantal inwoners. Dat gedeelte betreft ongeveer € 200,= per inwoner. Van de inwoners, die slechts een deel van het jaar in Berkelland wonen en niet bij de GBA ingeschreven staan, ontvangt Berkelland geen inkomsten. Het college heeft voor een zuiver beeld eerst uitgezocht wat permanente bewoning is, dus wanneer sprake is van recreatiewoningen. Voor die recreatiewoningen is een tarief samengesteld, dat in hoogte is gekoppeld aan de taxatiewaarde voor de ozb. Er is sprake van een dubbel systeem, om deze waardering parallel te laten lopen met de overige woningen en een afhankelijk tarief samen te stellen. De heer Boer interrumpeert met de opmerking, dat de telling niet plaatsvindt, waardoor Berkelland een bepaald bedrag mist aan algemene uitkering per recreatiebewoner. Hij vraagt of de hoogte van de forensenbelasting hierdoor niet van doorslaggevende betekenis is en ook een symbolisch bedrag zou volstaan, om meetelling in de algemene uitkering te kunnen realiseren. De heer Scharenborg licht toe, dat is gekeken naar hetgeen de raad in de taakstelling heeft opgenomen over de afgelopen jaren. Dit betreft € 70.000,=. Getracht is dit bedrag aan opbrengst ongeveer te kunnen bereiken in het voorliggende voorstel. De situatie kan pas definitief worden beoordeeld, wanneer alle taxaties de komende maanden plaatsvinden, als de raad instemt met het onderhavige voorstel. De grondslag voor de forensenbelasting is dus ontleend aan de opgelegde taakstelling en loopt niet parallel met de ozb, omdat sprake is van een andere systematiek.
41
Het onderhavige tarief moet in relatie worden gezien met de algemene uitkering, die Berkelland mist voor deze recreatiewoningen. De forensenbelasting wordt niet berekend aan de hand van de ozb, rioolbelasting en afvalstoffenheffing, van welke voorzieningen inwoners normaal gesproken kunnen genieten en er belasting over betalen. Met betrekking tot het convenant en herenakkoord stelt hij, dat die er op gericht zijn, dat campingeigenaren voor de circa 800 stacaravans, chalets, e.d. tot inning van de forensenbelasting voor deze 800 eenheden zullen overgaan. Daarmee worden hoge perceptiekosten voor de gemeente Berkelland voorkomen en kan de campinghouder zijn eigen relatie met de bewoners onderhouden. De campingeigenaren stemmen hiermee in, mits sprake is van een langjarige periode, in de koppeling met de categorie toeristenbelasting, die nu wettelijk forensenbelasting zal worden. Hierdoor wordt de systematiek vereenvoudigd en worden niet meer kosten gemaakt, dat de belasting per saldo oplevert. De heer Boer zegt niet te hebben ontdekt, dat overige commissieleden in hun fractie dezelfde worsteling hebben meegemaakt als D66, mede vanwege de onrechtvaardigheid die hij constateert, omdat andere belastingen al worden betaald. Door mevrouw Ten Berge wordt opgemerkt dat eigenlijk geen motie was ingediend, omdat sprake was van collegebeleid, waarvan ook de VVD fractie voorstander was. Mevrouw Ten Berge interrumpeert met de opmerking, dat de heer Boxem destijds portefeuillehouder was en heeft gesteld, dat de motie werd overgenomen. Dat is iets anders, dan dat de VVD fractie de motie mede ondertekend zou hebben. Dat is namelijk niet gebeurd. De heer Boer vraagt of de motie uiteindelijk niet in stemming is gebracht, omdat het collegebeleid betrof. Mevrouw Ten Berge antwoordt bevestigend. De heer Boer zegt, dat het doel van de motie is geweest om alles afwegende de begroting sluitend te kunnen krijgen door de forensenbelasting. Hij is benieuwd, of de PvdA fractie van mening is dat het onderhavige voorstel hieraan voldoet. De PvdA fractie zal immers ook de brieven van inwoners hebben gelezen, die aangeven, dat ze al rioolrecht, afvalstoffenheffing en ozb betalen. Hij vraagt zich af of alleen D66 hiermee worstelt, dan wel of ook andere fracties hierover discussiëren ter voorbereiding van de raadsvergadering. De heer Knuvers merkt op, dat hij geen recente brieven hierover heeft gezien. Wellicht dat deze brieven bij zijn fractievoorzitter zijn terecht gekomen. De heer Boer wijst er op, dat de brieven via de griffie zijn ontvangen en doorgezonden. De heer Knuvers zegt tot nu toe hiermee niet te hebben geworsteld. Misschien komt die worsteling, nadat hij kennis heeft kunnen nemen van de brieven. Spreker ziet geen rechtsongelijkheid tussen de 800 bewoners van stacaravans, chalets, e.d. en de 240 bewoners van recreatiewoningen. Hij stelt, dat de Hoge Raad in haar arrest een aantal regels voorschrijft over de verhouding tussen toeristenbelasting en forensenbelasting, aan de hand waarvan een beslissing zal moeten worden genomen. Hij ziet hierin geen onrechtvaardigheid. Hij heeft nog geen duidelijkheid gekregen over het convenant of herenakkoord, dat voor acht jaar wordt afgesloten. Spreker begrijpt dat die periode conform de wens van de recreatiebedrijven wordt aangegaan. Hij kan zich voorstellen, dat die bedrijven langjarige zekerheid wensen. Hij vreest echter, dat daardoor de kans bestaat, dat de gemeente Berkelland zich bindt aan een situatie, die wellicht over een jaar onwenselijk moet worden geacht.
42
Mevrouw Pot merkt op, dat binnen haar fractie eveneens een worsteling heeft plaatsgevonden, nadat ze de brieven gelezen had. Spreekster is er van uitgegaan, dat toeristen naar Berkelland komen en gebruik maken van de voorzieningen. Ze acht het rechtvaardig dat hiervoor wordt betaald, zeker gedeeltelijk. Nu blijkt, dat betrokkenen al ozb betalen en dat de forensenbelasting er met name voor is bedoeld, om aanvulling te geven op het bedrag dat via de algemene uitkering niet wordt toegekend vanwege deze toeristen, waardoor € 204,= wordt gemist per recreant. Hierdoor bekroop haar een onaangenaam gevoel, dat ze nader in de fractie zal bespreken. Ze is benieuwd, wat dit betekent voor degenen, die naar Berkelland komen om hun vakantie of een langere periode hier door te brengen. Ze vraagt zich af of betrokkenen meer dan € 200,= moeten gaan betalen en daardoor lijkt rechtsongelijkheid te ontstaan. Zij wil zich hierover nog niet nader uiten en eerst met de fractie overleggen. De heer Roekevisch stelt, dat de VVD fractie niet lang heeft hoeven worstelen. Het standpunt van zijn fractie was al lang duidelijk. Er is zonder meer sprake van rechtsongelijkheid, of dit nu vanwege forensenbelasting of toeristenbelasting wordt opgelegd. Op gehuurde grond is de maximaal op te leggen belasting € 122,20. Hij vraagt of dat klopt. De heer Scharenborg beaamt dit. De heer Roekevisch concludeert dat hierdoor inderdaad sprake is van rechtsongelijkheid, te meer daar de afvalstoffenheffing, ozb en waterschapslasten daarnaast ook moeten worden betaald. Hij gaat er van uit, dat het standpunt van zijn fractie duidelijk is. Mevrouw Ten Berge zegt, dat de wethouder een praktische en technische uitleg geeft over de berekeningen. Dat is goed, maar daarmee wordt niet gereageerd op haar opmerking, dat de forensenbelasting destijds is voorgesteld om in te voeren, zodat een bijdrage kan worden verleend aan het verkleinen van het financiële probleem van Berkelland. Het onderhavige voorstel levert hieraan volgens haar geen bijdrage. Er wordt een opbrengst verwacht van circa € 70.000,=, die van één specifieke groep afkomstig is. Daar zit nu juist de rechtsongelijkheid. Spreekster is hier niet gelukkig mee. Daarnaast wordt een herenakkoord gesloten, kompleet met een klankbordgroep, en wordt voor een periode van acht jaar een overeenkomst aangegaan. Toerisme is belangrijk, maar de situatie dient meer te worden bekeken naar het rechtmatig behandelen van groepen mensen, die te gast zijn in Berkelland. Spreekster is benieuwd naar de mening van haar CDA collega’s. De heer Boer interrumpeert met de conclusie, dat mevrouw Ten Berge het voorstel zou kunnen steunen, indien het gelijkwaardig zou zijn, dus wanneer beide genoemde doelgroepen gaan betalen. Hij is benieuwd, of mevrouw Ten Berge het instrument forensenbelasting als zodanig rechtvaardig acht, ook al wordt door sommigen al ozb, afvalstoffenheffing en rioolrecht betaald. Mevrouw Ten Berge licht toe dat in 2006 hierover in commissieverband al is gediscussieerd. Op dat moment leefde de gedachte vrij breed, dat mensen in deze situatie, niet bijdroegen aan de voorzieningen. Vanuit die gedachte is het idee ontstaan, dat via de forensenbelasting daarin wijziging zou kunnen worden gebracht. Nu blijkt de situatie anders te zijn, waardoor zij zit met de afweging. De heer Kion merkt op, dat het punt nog niet in de fractie is besproken, zodat hij nog geen reactie kan geven. Mevrouw Ten Berge wijst er op, dat de commissieleden op persoonlijke titel in deze commissie zijn afgevaardigd. Zij is dan ook benieuwd naar de mening van de heer Kion.
43
De fracties van CDA en PvdA waren immers de indieners van de motie, waarin werd voorgesteld tot invoering van forensenbelasting over te gaan. Gelet daarop zou ze het waardevol vinden, om de mening van de heer Kion te vernemen. De heer Kion is persoonlijk van mening, dat de forensenbelasting ingevoerd zou kunnen worden. Nadat er vanavond andere informatie over tafel is gekomen, zou die mening kunnen veranderen en daarover zal hij met de fractie nader van gedachten wisselen. De heer Scharenborg licht toe, dat het bedrag, dat is gekoppeld aan de inwoners. Berkelland mist aan algemene uitkering € 204,= per persoon voor deze categorie. Bij de meeste recreatiewoningen mist Berkelland dit bedrag twee keer, omdat niet van de gemiddelde bezetting van een normale woning kan worden uitgegaan. De heer Roekevisch interrumpeert met de vraagt of de recreatiewoningen dan permanent mogen worden bewoond. De heer Scharenborg ontkent dit. De raad heeft eerder gediscussieerd over wat onder permanente bewoning van recreatiewoningen moet worden verstaan. Het gaat er om, dat inwoners, die meer dan 90 dagen per jaar in een gemeubileerde woning in Berkelland wonen en genieten van alle faciliteiten in die periode, meebetalen aan de opbrengst die het gemeentebestuur van Berkelland mist via de algemene uitkering. Mevrouw Ten Berge interrumpeert met de opmerking, dat ze deze uitleg begrijpt. Ze vraagt om uitleg, waarom er verschil is gebracht in de tarieven van de forensenbelasting. Indien namelijk de logica in de redenering van de portefeuillehouder wordt doorgetrokken, dient een opbrengst te worden verwacht van alle betrokkenen in een recreatieonderkomen, in plaats van over één groep van hen. De heer Scharenborg beaamt dit. Er is sprake van een groep, die op dit moment toeristenbelasting betaalt en in de nieuwe situatie forensenbelasting gaat betalen. Mevrouw Ten Berge vraagt of de toeristenbelasting – straks forensenbelasting – meer dan € 1,= per nacht bedraagt en dichtbij het bedrag komt, wat aan algemene uitkering wordt misgelopen. De heer Scharenborg antwoordt, dat het bedrag voortkomt uit de berekening, die de raad bij de vaststelling van de toeristenbelasting heeft benoemd. Dit bedrag gaat uit van het aantal nachten dat per jaar wordt overnacht in Berkelland, door hoeveel personen. Dit bedrag wordt ongewijzigd overgezet van toeristenbelasting naar forensenbelasting. Daarmee blijven de circa 800 recreatieonderkomens aangeslagen worden voor dezelfde last als in het verleden, onder een andere noemer. Het was ook de bedoeling om de belasting voor die categorie aan te passen, maar wettelijk moet hieraan een andere naam worden gegeven. De heer Roekevisch interrumpeert met de opmerking dat de nieuwe forensenbelasting neerkomt op € 122,=. Daardoor komt de opbrengst lang niet aan de 2 x € 200,=, die de wethouder noemt. Er blijft dus sprake van rechtsongelijkheid en daarvan stelt de portefeuillehouder, dat deze werkelijk aanwezig is. Mevrouw Ten Berge voegt hier aan toe, dat het volgens de portefeuillehouder niet de bedoeling was van de regeling, maar dit bestrijdt zij. Dat staat namelijk nergens in de stukken. De opzet was om met de forensenbelasting het financiële probleem van Berkelland te verkleinen. In de motie zijn daarop nooit uitzonderingen gemaakt. De heer Boer wijst er op, hoe een interpretatie van een motie tot verwarring kan leiden.
44
Mevrouw Ten Berge adviseert de heer Boer, om de motie er eens op na te lezen. De heer Scharenborg stelt dat het voor de raad lastig is om te bepalen, of iets meer of minder kost, terwijl het college de opdracht van de raad uitvoert om € 70.000,= opbrengst te kunnen genereren, door invoering van de forensenbelasting. Dit kan pas, nu duidelijk is, in welke situatie sprake is van permanente bewoning. De opbrengst komt met name door de 240 recreatiewoningen, die aan geen enkele vorm van heffing in de gemeente Berkelland een bijdrage leveren. Er is dus geen relatie tot de toeristenbelasting. De categorie recreanten op een camping, betaalt toeristenbelasting, welke belasting in de nieuwe situatie forensenbelasting heet. De eigenaren van recreatiewoningen betalen tot nu toe nog niets. Hier zit het verschil. Ten aanzien van het convenant licht hij toe, dat het tarief van toeristenbelasting en forensenbelasting gelijk wordt gehouden, voor de categorie, die al toeristenbelasting betaalt. De heffingsystematiek blijft daardoor eenvoudig en de inning vindt plaats via de campinghouder. Het herenakkoord gaat over de termijn, waarbinnen de tarieven geïnd worden door deze campinghouders. Dit geldt niet voor de recreatiewoningen, want de forensenbelasting voor de recreatiewoningen wordt door de gemeente Berkelland geïnd, net als bijvoorbeeld de ozb. De Voorzitter beëindigt de beraadslagingen en concludeert dat het punt als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. De Voorzitter wijst er op, dat het inmiddels 22.15 uur is geworden en hij vraagt of de vergadering vanavond kan worden voortgezet. De commissie is unaniem van mening dat de vergadering vanavond kan worden voortgezet. 24. Ontwikkeling Regionaal Bedrijventerrein De Laarberg. Mevrouw Kuipers deelt mede, dat op 7-7-2009 unaniem door de raad is besloten, de vaststellingsovereenkomst vast te stellen. Daarmee heeft Berkelland zich garant verklaard voor € 12,6 miljoen bij eventuele calamiteiten. Op dat moment zijn al zorgen geuit. Er is een spanningsveld ontstaan tussen de huidige bedrijventerreinen en regionale bedrijventerreinen. Hier vraagt ze nogmaals aandacht voor. Zij verzoekt, door middel van revitalisering, de mogelijkheden tot herschikking van bestaande terreinen te realiseren. Spreekster kan zich vinden in de organisatievorm die wordt gekozen. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst heeft zij vernomen, dat dit de meest optimale juridische structuursvorm betreft, die ook mogelijkheden biedt om andere partijen te laten instromen, zoals de gemeenten Winterswijk en Aalten. Ze heeft er moeite mee, dat de garantstelling alleen door de gemeenten Oost Gelre en Berkelland wordt genomen. Op ambtelijk niveau worden de gemeenten Winterswijk en Aalten wel bij de ontwikkelingen betrokken, maar wanneer de euro’s of garantstelling aan de orde komen, geven deze gemeenten niet thuis. Ze vraagt of Berkelland en Oost Gelre te hard lopen, of dat de gemeente Winterswijk treuzelt, zodat zij nog geen beslissing hoeft te nemen. Een garantstelling van € 12,6 miljoen is niet niks. Uit de stukken begrijpt spreekster, dat Winterswijk eerst een beginsituatie wenst. Die is gegeven door middel van de vaststellingsovereenkomst. Daar is aan voldaan. Ze is dan ook benieuwd waar de gemeente Winterswijk nu nog op wacht. Er zijn risico’s. Die zitten met name in de uitgifte van 7 ha grond, die moet plaatsvinden. Ook het bouwrijp en woonrijp maken en de plankosten zijn grote onzekere factoren. Van de Monte Carlo simulatie, die is gedaan rond de risico’s, slaapt spreekster evenmin rustiger.
45
Niemand kan in de glazen bol kijken. Door de economische recessie heeft zij haar roze bril al afgezet en probeert reëel naar de situatie te kijken. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst heeft ze naar de situatie gevraagd. Toen is geantwoord, dat de provincie meehelpt, via de mogelijkheden in het Streekplan waardoor alles goed zal komen. De grond moet binnen drie jaar uitgegeven worden en dat stemt haar nog niet gerust. Spreekster is overigens wel voorstander van de doelstelling, dat door deze ontwikkelingen het woon- en werkverkeer in de Achterhoek zal toenemen. Ze worstelt hier nog mee en is benieuwd hoe de overige commissieleden hiermee om denken te gaan. De heer Knuvers merkt op, dat hij zich heeft laten bijpraten tijdens de bijeenkomst in Lievelde. De missie van het voorstel is, dat een duurzaam en toekomstbestendig bedrijventerrein wordt ontwikkeld, binnen de gestelde inhoudelijke en financiële kaders. Spreker wenst deze missie aan te scherpen en is benieuwd naar de visie van de overige commissieleden hierover. De Achterhoek kent een green deal, waaraan ook Berkelland zich heeft geconformeerd. Het is een mooie kans om van een duurzaam bedrijventerrein een klimaatneutraal bedrijventerrein te maken. Dit zou in de recessietijd vreemd kunnen klinken, maar door het bedrijventerrein op die manier te profileren, biedt het mogelijkheden om extra bedrijven aan te trekken. Hij pleit er voor, om dit als missie nadrukkelijker te formuleren, dan er nu staat. Op dit moment ligt de nadruk namelijk op duurzaam, maar dat is breed te interpreteren. Met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkelingen stelt hij, dat de gemeente Oost Gelre als grondeigenaar van De Laarberg straks de bestemmingsplannen zal maken. Bovendien zal een masterplan worden gemaakt. Graag wil hij duidelijkheid vernemen over de positie in dat proces. Hij is benieuwd of er tussentijds aanpassingen kunnen worden gedaan, dan wel of Berkelland pas in de eindfase van het proces over het bestemmingsplan en masterplan kan oordelen. Hij zou namelijk afspraken willen maken om bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan en masterplan al in het voortraject betrokken te worden. Spreker maakt zich zorgen over de uitgifte van de grond en de risico’s die daaraan kleven. Er zullen in ieder geval gronden liggen, die langere tijd niet zullen worden benut. De PvdA heeft in het verleden al eens voorgesteld om er nadrukkelijk naar te kijken, wat met die grond moet gebeuren. Gesproken over de verbouw van maïs. Daarnaast adviseert hij om samen met de gemeente Oost Gelre zich te oriënteren bij gemeenten in eenzelfde situatie, die delen van de grond hebben omgezet in de bestemming ‘tijdelijke natuur’. Dit is mogelijk voor een periode van vijf jaar en is goed voor amfibieën en ontwikkeling van natuur. Daarna kan de situatie weer worden teruggedraaid. Tenslotte vraagt hij naar de deelname van de gemeente Winterswijk. In de krant van afgelopen vrijdag stond, dat de burgemeester van Winterswijk uitspraken heeft gedaan met betrekking tot De Laarberg. Hij vraagt of hierover al meer positieve zaken te melden zijn. Mevrouw Pot is van mening dat sprake is van een goede ontwikkeling om gezamenlijk De Laarberg verder te realiseren. Het voorliggende voorstel is goed. Daarnaast moeten de lokale bedrijventerreinen niet vergeten worden, waar nog ruimte aanwezig is en geen maïs zal worden verbouwd. Ze hoopt dat hier bedrijven zullen worden gerealiseerd. Spreekster sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Kuipers voor wat betreft de garantstellingsregeling in relatie tot de gemeenten Winterswijk en Aalten. Beide gemeenten leunen tegen de gemeenten Oost Gelre en Berkelland aan en de indruk bestaat, dat ze willen participeren. Zij is benieuwd hoe dit financieel zal worden geregeld. Immers, € 12,5 miljoen is veel geld en ze vraagt of het bedrag geoormerkt moet worden. Ze vraagt zich af, of de gronden in deze tijd van economische crisis op redelijk snelle termijn kunnen worden verkocht.
46
De gemeenten, die zijn gestart met het regionale bedrijventerrein, hebben een fors startbedrag moeten inbrengen. Spreekster vraagt of de gemeenten Aalten en Winterswijk dit ook zullen moeten betalen. De heer Reijrink stelt, dat de provincie Gelderland sturend is ten aanzien van de snelheid, waarmee de gemeenten Aalten en Winterswijk zullen toetreden tot het regionale bedrijventerrein. Indien zij in aanmerking willen komen voor revitalisering van hun eigen bedrijventerreinen, zullen ze zich bij De Laarberg moeten aansluiten, zo niet, dan krijgen ze daartoe geen medewerking. Dat is het enige drukmiddel en hij hoopt dat de provincie hierop druk blijft uitoefenen, zodat de vrijwillige basis vervalt. Spreker zet vraagtekens bij de toetsing van bestemmingsplannen op grondgebied van Oost Gelre door Berkelland. Een adviesrol zou tot de mogelijkheden kunnen behoren. Hij vraagt of tussentijds een afrekening plaatsvindt. In feite is De Laarberg namelijk een bedrijf, dat koopt en verkoopt en waar een saldo kan ontstaan. Hij is benieuwd of dit saldo in het bedrijf blijft, of via een winstuitkering wordt uitgekeerd aan de participanten, dan wel of aan het verlies moet worden bijbetaald. Daarnaast is hij benieuwd of over de garantstelling een vergoeding plaatsvindt, of dat deze alleen als technische garantstelling wordt aangemerkt, die een borg is om geld te kunnen lenen. De heer Brugman is benieuwd naar de situatie rond de gemeente Winterswijk, die geïnteresseerd is om deel te nemen in De Laarberg. Volgens hem dienen nieuwe partijen in de BV evenredig te participeren in de kosten. Hij vraagt hoe in dat geval de werkelijke verrekening van reeds gemaakte kosten plaatsvindt. Hij vindt het van belang, dat er iets zal gebeuren met de grond, die nog niet verkocht gaat worden en braak blijft liggen. Een eervolle vermelding voor de heer Knuvers acht hij dan ook op zijn plaats. Spreker stelt dat sprake is van een rijdende trein en dat niet in de glazen bol kan worden gekeken, hoe die verder gaat. Hij vraagt of de wethouder nog steeds een duidelijk beeld van alle risico’s heeft, die aan deze ontwikkelingen verbonden zijn. De heer Roekevisch is blij met de ontwikkelingen van het bedrijventerrein. De eigen bedrijventerreinen in Ruurlo, Borculo, Eibergen, Neede en Beltrum blijven ook van belang om te ontwikkelen. Daarvoor moeten de ogen niet worden gesloten. Het regionale bedrijventerrein is bedoeld voor zware industrie. Hij ziet dan ook geen mogelijkheden voor groene industrie. Spreker heeft moeite met het besturingsmodel. Hij heeft dit op de bijeenkomsten bij Marveld en Erve Kots al aangegeven. Hij opteert voor het bestuursmodel CV. Degenen die zitting hebben in het bestuur zijn de aandeelhouders (wethouder of burgemeester), de commissarissen (wethouders economische zaken) en een externe voorzitter. De vennoten zijn de wethouders financiën en de directeur is een extern aangesteld iemand. Hierdoor zijn de gemeentebestuurders weer bestuurders in een CV. Er zijn diverse gemeenschappelijke regelingen, waar goedwillende wethouders en burgemeesters in het bestuur zitten. Dat zijn echter niet altijd de professionals, die voor de functies nodig zijn. Spreker pleit er dan ook voor, dat externe bestuurders worden aangetrokken, in plaats van bestuurders uit de deelnemende gemeenten. De eigen bestuurders kunnen aandeelhouder zijn, maar zouden geen zitting moeten hebben in de Raad van Commissarissen. Besturen op afstand acht hij essentieel. De heer Scharenborg verstrekt een toelichting. In het algemeen heeft hij positieve signalen gehoord over de bestuursvorm, met uitzondering van de laatste spreker. Er heeft een discussie plaatsgevonden, om te kiezen voor een extern deel in de Raad van Commissarissen en om een externe voorzitter aan te trekken. Dit om de positie van de gemeente Oost Gelre scherp te formuleren, als grondgebied gemeente met een andere – publieke - rol.
47
Oost Gelre kan op die manier zelfstandig zorgen voor bestemmingsplannen. De ondernemingen dienen vooral te zorgen voor de werkgelegenheid in de Oost Achterhoek. Ook de missie dient hierop gericht te zijn. Vanuit het Streekplan is duidelijk, dat De Laarberg zich richt op bedrijven in de categorieën 3 en 4, die elders in de gemeenten of in de Oost Achterhoek geen plaats kunnen vinden. Bovendien is De Laarberg bedoeld voor grotere bedrijven, namelijk van meer dan 5000 m2 grondoppervlak. Tijdens de informatiebijeenkomst is getracht zo goed mogelijk de risico’s te schetsen. Uitgegaan is van de situatie dat 2,5 tot 3 ha per jaar wordt uitgegeven aan grond, gedurende een periode 20 jaar. Dat is de exploitatieperiode. Hij kan dan ook de genoemde periode van drie jaar geen plaats geven. Bij een uitgifte van 2,5 tot 3 ha per jaar en een conservatief prijsbeleid voor de grond, is de verwachting dat de exploitatie na 20 jaar licht positief zal zijn. Deze doorrekening is gemaakt op basis van externe deskundigheid en is nog steeds relevant. Hier kan een aantal jaren in opgesloten zitten, waarbij de uitgifte minder is, vanwege de recessie. Die periode kan nu van start zijn gegaan. Spreker gaat er overigens niet van uit, dat in 20 jaar geen groei van bedrijvigheid aanwezig zal zijn. Dan ontstaan heel andere problemen. Hij gaat hier niet van uit, want die benadering is niet realistisch. In de risicoparagraaf wordt gesproken over garantstelling van € 25 miljoen ten behoeve van het totale project. Op dit moment is sprake van twee participanten: de gemeenten Oost Gelre en Berkelland. Beide gemeenten staan dus garant voor € 12,5 miljoen. Dit bedrag hoeft niet beschikbaar te zijn, door middel van bankkrediet of anderszins. Wel dient sprake te zijn van garantstelling door de gemeenten. De garantstelling zal in de betreffende lijst voor de jaarrekening 2009 worden opgenomen, zodra de raad hiermee instemt. Deze garantstelling is bedoeld om een externe financier het bedrag beschikbaar te laten stellen, dat nodig is voor de exploitatie. Zodra de gemeenten Winterswijk en/of Aalten toetreden, zullen zij evenredig participeren, ook in de garantstelling. Indien dus de gemeente Winterswijk toetreedt, zal de € 25 miljoen garantstelling door drie gemeenten worden gedeeld. *Het is op zich goed om te discussiëren over de duurzaamheid van een bedrijventerrein. Dat is in het overleg met de gemeente Oost Gelre gebeurd. De mogelijkheden om duurzame factoren een plaats te geven worden in ogenschouw genomen. De Laarberg is zoeklocatie voor windenergie en die mogelijkheid is in beeld. Ook biomassa is in beeld en nagegaan zal worden of deze vormen van duurzaamheid perspectieven zullen bieden naar de toekomst toe. De stap naar een klimaatneutraal terrein is groter en moeilijk te realiseren, in combinatie met de bedrijven, die zich op De Laarberg vestigen. De inzet op duurzaamheid is overigens wel aanwezig en het resultaat zal moeten worden afgewacht. *Om geen extra risico’s toe te voegen, is hij van mening dat niet tijdelijk een natuurterrein moet worden gerealiseerd. Daardoor is het lastig om over het terrein te rijden, vanwege de aanwezige planten en dieren. Hij wenst de bestemming van het terrein zuiver te houden. Het betreft immers een bedrijventerrein. In de tussenliggende periode kan worden getracht op andere wijze revenuen uit de aanwezige grond te halen, bijvoorbeeld door tijdelijke verhuur. Hierbij moet niet worden gedacht aan grote opbrengsten. *Met betrekking tot het risico stelt hij, dat de uitgangssituatie van Berkelland en Oost Gelre is, dat 60 tot 70% van de grond al aangekocht was. Er was geen keuze om te starten of door te starten, want die keuze was al in een eerder stadium gemaakt. Getracht wordt nu om de exploitatie van het terrein zo goed mogelijk te laten realiseren. In de exploitatie is er rekening mee gehouden, dat een deel van het terrein op heel lange termijn kan worden uitgegeven tegen een lagere prijs. Dit omdat fase 3 niet in de exploitatie is meegenomen, behalve voor de verwervingswaarde en oplopende kosten voor rente. *Ten aanzien van de waardering en het instappen door derden merkt hij op, dat alle kosten, die gemaakt zijn, zijn geactiveerd en opgenomen in de balans van de nieuwe gebiedsonderneming. Indien een derde participant instapt, zal met de basislast moeten worden ingestemd, gelet op de riolering, wegen, rotondes en alle voorbereidingskosten die zijn gemaakt. Evenredige instap betekent dus, dat in alle lasten en gunsten wordt geparticipeerd.
48
*Voor de positie van de gemeenten Aalten en Winterswijk geldt, dat door de provincie nadrukkelijk is gesteld dat zij – om in aanmerking te kunnen komen voor revitalisatie en herstructureringsgelden – noodzakelijk zullen moeten samenwerken op niveau van de Oost Achterhoek. Om voor dergelijke gelden in aanmerking te kunnen komen, zullen de gemeenten Aalten en Winterswijk dus moeten participeren in bedrijventerrein De Laarberg. Vorige week is met beide gemeenten gesproken. De gemeente Winterswijk is zich nadrukkelijk op het complete pakket aan mogelijkheden aan het beraden en verwacht in januari 2010 een collegestandpunt in te nemen. Voor de verkiezingen zal hierover een besluit worden genomen. Winterswijk is positief gestemd, afgaande op de visie van twee portefeuillehouders, vorige week. In de gemeente Aalten is sprake van een meer complexe situatie en meer afstandelijke afweging, vanwege de relatie met Dinxperlo. Hij verwacht dat Aalten in een later stadium zal beslissen. Wel wordt getracht voor 3-3-2010 een basisstandpunt in te nemen. De heer Brugman stelt, dat hij zich verder wil oriënteren op de verbouw van ‘plantjes’ op De Laarberg. Hij zal hier op terug komen. Gezegd wordt, dat er aan moet worden gedacht, dat de eigen bedrijventerreinen voldoende bezet zullen blijven. Dit zal hij niet ontkennen, maar hij is van mening dat De Laarberg geen directe concurrent van de eigen bedrijventerreinen is. Er zijn namelijk duidelijke afspraken gemaakt over de bedrijven, die op De Laarberg worden gevestigd en welke bedrijven op de eigen bedrijventerrein blijven. Hier hoeft geen onduidelijkheid over te bestaan. De heer Knuvers merkt met betrekking tot natuur en klimaat op, dat er voorbeelden in het land zijn, waar de natuur op een bedrijventerrein kans heeft. Anders dan het verpachten van grond, kan natuur op zijn eigen manier voor opbrengst zorgen ten behoeve van de economie. De heer Reijrink interrumpeert met de opmerking, dat nu wordt gediscussieerd over de invulling en exploitatie van het complex. Hij adviseert zich hierin niet te mengen en dit over te laten aan degenen, die hiervoor ingehuurd worden. De heer Boer interrumpeert met de vraag of de heer Knuvers goede voorbeelden kan noemen, van locaties waar bedrijventerrein tot tijdelijke natuur zijn bestemd. In dat geval kan spreker dit aspect heroverwegen. De heer Knuvers zegt, dat dit een Twentse gemeente betreft. Hij is de naam even kwijt, maar zal deze nagaan. De invulling als tijdelijke natuur kan lacherig worden benaderd, maar bewijst zijn dienst in het land. Tot op zekere hoogte moet de invulling aan deskundigen worden overgelaten. Dit neemt niet weg, dat Berkelland deelneemt in het bedrijventerrein, bepalend moet zijn in de wensen en deze moet uitspreken. Met betrekking tot het klimaatneutraal maken van een bedrijventerrein stelt hij, dat als Berkelland zich zelf de verplichting oplegt, om dit als doel te hebben, ook beleid in die richting dient te worden gemaakt. De situatie is nu nog vrijblijvend. De heer Roekevisch interrumpeert met de vraag, hoe de heer Knuvers met de bestaande bedrijven wil omgaan, of deze zich helemaal moeten aanpassen en wie daarvan de kosten betaalt. De heer Knuvers wijst er op, dat nu over De Laarberg 2 en straks over de derde fase wordt gesproken. Aan bestaande bedrijven kunnen geen eisen worden gesteld, nu zij die fase al gepasseerd zijn. Overigens kan klimaatneutraal op verschillende manieren worden gerealiseerd. Ook in het bestemmingsplan kunnen bepaalde voorschriften worden opgelegd en de consequenties daarvan moeten worden aanvaard.
49
De heer Scharenborg merkt aanvullend op, dat hij niet nader op de tijdelijke natuurbestemming zal ingaan. Op De Laarberg zijn overigens twee exclusieve situaties aan de orde. Aan de ene zijde van De Laarberg bevindt zich een ecologische verbindingszone, zodat de natuur dicht in de omgeving aanwezig is. Daarnaast is een cultureel aspect aanwezig, in de circum vallatielinie die een inpassing in het totale gebied van De Laarberg moet krijgen. Aan beide elementen wordt speciale aandacht besteed, in die zin, dat zij naast elkaar kunnen voortbestaan. Dat is ook een voorwaarde in het proces. Het bestemmingsplan betreft een bevoegdheid van de grondgebiedgemeente. In het informatieve overleg heeft Oost Gelre aangegeven, dat Berkelland hierover haar inbreng kan geven en samen met Oost Gelre kan overleggen en afstemmen. Dit is een positieve geste van de burgemeester van Oost Gelre, die formeel niet nodig is. Het masterplan heeft betrekking op de uitvoering van de operatie, de bedrijfsvoering, e.d.. Dit masterplan wordt aan de orde gesteld in de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De eigen bedrijventerreinen blijven van belang, maar vanuit de provincie zal sprake zijn van krimp op deze terreinen, vanwege de EPO (economische programmering) discussie. Er is sprake van bijna 270 à 280% harde en zachte plannen, ten opzichte van de vraag voor de komende 15 jaar. Het is de kunst om deze krimp te verdelen over de Achterhoekse gemeenten. Dit zal nog de nodige discussie vergen, voordat hierin balans gevonden is. Spreker zal proberen Berkelland, met haar bestaande terrein, in het kader van herstructurering in te vullen met nieuwe bedrijven, zodat de kwaliteit van de terreinen op niveau blijft. Tot nu toe zijn twee revitalisaties afgerond en is voor de derde een positieve bestemming gekregen. Berkelland loopt dus in het proces voor, op andere gemeenten. De Voorzitter beëindigt de beraadslagingen en concludeert dat het punt als bespreekstuk zal worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering. 25. Rondvraag. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 26. Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter om 22.45 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 januari 2010 de griffier,
de voorzitter,
50