DE GRENZELOZE RUIMTE OP HET SCHERP VAN DE SNEDE Over potentie binnen de paradoxen van community art Het was een mooi streven: vertegenwoordigers uit de werkvelden amateurkunst, cultuureducatie, community art en volkscultuur om de tafel zetten in een debat rond de innovatieve kwaliteiten van community art. En het werd ook een mooi debat. Vooral wanneer het gezien wordt als een begin, een opening: de discussies leken wel de aanzet tot een lied. Soms rauw, met ongepolijste opmerkingen en uit de toon vallende stemmen; dan weer zoet, met de warme klank van ervaring; soms diep en vol belofte; nu en dan aarzelend en zoekend naar de juiste noot. Een lied met grote meerstemmige potentie. Want dat er nog een wereld te winnen valt, staat niet ter discussie. De vraag is: hoe kunnen we die wereld winnen? Hoe kunnen we in toenemende mate genieten van de innovatieve kwaliteiten die community art te bieden heeft, en welke impulsen kan community art geven aan de geijkte werkvelden (amateur)kunst, cultuureducatie en volkscultuur? De expertmeeting op 27 november in het Utrechtse debatcentrum Tumult heeft niet alle antwoorden gegeven op deze vragen, maar er zijn wel veel nieuwe aanknopingspunten ontstaan. DE (NOODZAAK VAN DE) COLLECTIEVE ERVARING De rol en betekenis van kunst in onze samenleving is door de eeuwen heen steeds veranderd. Daarbij is er altijd engagement geweest, maar de mate waarin dat engagement zich openbaart en ook de status van geëngageerde kunst, voegt zich naar de tijdgeest. In de eerste helft van de negentiende eeuw, toen kunstenaars onder invloed van de romantische idealen meer en meer als geniale en haast onschendbare individuen werden gezien, is een proces begonnen dat nog steeds van grote invloed is: de ontwikkeling van de autonome kunst. In de afgelopen tweehonderd jaar heeft kunst zich achtereenvolgens kunnen bevrijden van de invloed van de kerk, de afhankelijkheid van vorstenhuizen, en van een verplichte morele lading. Esthetiek is niet langer ondergeschikt aan religie, macht of ethiek. De kunst heeft kunnen groeien en zich kunnen ontwikkelen in zelfstandige expressie. Ze is vrij en autonoom geworden – en … eenzaam. Want in de wervelende sprong naar vrijheid is een stuk binding met de wereld, een bepaalde relevantie, teloor gegaan. Zoals Frank Mineur, cultuurfilosoof aan de Toneelacademie in Maastricht, stelt in het essay dat als opmaat voor de expertmeeting diende, kan het theater weer aan belang en noodzaak winnen in de praktijk van community art. Kunst, waaronder theater, is los komen te staan van ons dagelijks leven: het is iets geworden waar je bewust voor kiest (of niet). We laten het gedoseerd toe in ons bestaan en we omheinen het met waardesystemen en gedragscodes. Afgeschermd van de dagelijkse realiteit alsof het iets ongenaakbaars is, iets onaantastbaars. Maar is kunst niet vooral een ervaring? Een verandering of verruiming van het blikveld? Een ontmoeting die een rimpeling in het bewustzijn teweegbrengt? Een hartopener? … In dat geval is kunst vooral iets dat in onszelf plaatsvindt, op basis van het kunstwerk waarin we ons onderdompelen, en is het een gemiste kans dat we kunst zo ver buiten ons dagelijkse realiteit laten plaatsvinden. 1
Net als de kunst heeft ook de mens zelf zich kunnen ontwikkelen tot een autonome entiteit die zich zelfstandig verhoudt tot de maatschappij. We zijn in grote mate onafhankelijk in het maken van onze keuzes, we kunnen overal naartoe, we zijn kritisch, mondig en we mogen zeggen wat we willen. Maar de verworven vrijheden zijn niet los te zien van het verlies van onze gemeenschapszin, het besef van onze gezamenlijkheid. We hebben geleerd om trots te zeggen: 'Ik kan het alleen', en daarbij lijken we soms te vergeten hoe fijn het is dat we elkaar nodig hebben. Iedereen is overal zelf verantwoordelijk voor, en de last van die verantwoordelijkheid begint te wegen. Daardoor groeit nu opnieuw de behoefte aan geborgenheid, kleinschaligheid, contact en intimiteit. De grote ruimte van het individualisme heeft ook het gevaar van eenzaamheid meegebracht en we hebben heimwee naar verbinding, heimwee naar elkaar. Pakweg de laatste vijftien jaar is er zowel binnen het domein van de kunsten als in de samenleving daaromheen een beweging zichtbaar waarin deze behoefte aan gemeenschappelijkheid vorm krijgt. Sociale cohesie, participatie, de erkenning van culturele diversiteit en het ontwikkelen van de zogenaamde 'zachte burgerschapscompetenties' staan hoog op de (cultuur)politieke agenda en kunstenaars zoeken in hun werk steeds vaker naar sociaal‐maatschappelijke relevantie en engagement. Binnen deze ontwikkelingen groeit community art op. Bij community art staan juist het elkaar vinden en de collectieve ervaring centraal. De kunst wordt middenin de samenleving geplaatst en vormt het uitgangspunt voor een ontmoeting op basis van creatieve potentie. En ontmoeting niet alleen tussen mensen, maar ook tussen kunst en maatschappij. Verbondenheid met een bepaalde locatie en de mensen die daarbij horen is de basis. Daaraan ontleent én geeft community art betekenis. Kunst wordt benaderd als beleving in plaats van als object – en daarmee komt het dichterbij te staan, raakt het sterker verweven met het dagelijks bestaan en wint het in onomstotelijkheid. In de woorden van Gert Sennema, artistiek leider van Swet, tijdens de expertmeeting: 'Zodat kunst weer als een vanzelfsprekendheid kan worden ervaren en beoefend.' Een deel van de noodzaak die de kunsten kunnen winnen in de praktijk van community art schuilt in het tot stand brengen van collectieve ervaringen. In het creëren van situaties waarin zowel makers (deelnemers en kunstenaars) als publiek het besef en de kracht van onvermijdelijkheid ondervinden. Het gaat om kunstmanifestaties die volledig en alleen in het hier en nu kunnen plaatsvinden en daardoor toegang geven tot het enige dat er ooit toe doet: het moment van de ervaring. BETEKENIS CREËREN De kwaliteit van community art heeft zijn fundament ergens in de interactie tussen kunstenaar en gemeenschap (of het nou gaat om een ad hoc samengestelde of een reeds bestaande gemeenschap). Noch zonder de een, noch zonder de ander kan er sprake zijn van community art. Beiden moeten een fundamentele, niet‐inwisselbare bijdrage leveren en elkaar aanvullen, uitdagen en inspireren om tot iets nieuw te komen. Over de kwaliteit van community art is telkens veel discussie, dat bleek ook weer tijdens de expertmeeting. Omdat community art zich begeeft in verschillende dimensies op het sociale, artistieke en ethische vlak, is het niet gemakkelijk in te delen in bestaande (kunst)categorieën en met bijbehorende waarde‐etiketten. Daarnaast hebben democratisering, detraditionalisering, globalisering, individualisering, de massacultuur en het multicultureler worden van de samenleving gezorgd dat er niet langer een universeel kwaliteitsbegrip 2
denkbaar is. Normen, waarden, opvattingen en gebruiken zijn nauwelijks meer uit te leggen als collectieve zienswijzen. Er is niet langer één waarheid, niets is onaantastbaar en alles kan. Maar juist omdat alles mogelijk is, is het belangrijk dat we de discussie over kwaliteit blijven voeren. Zoals Frank Mineur het zei: 'Het risico is dat als we het debat over kwaliteit opgeven, dat we het kind weggooien met het badwater van het realisme.' De uitdaging is alleen om het niet te hebben over welke definitie we kwaliteit willen geven, maar over wat de essentie is van datgene dat wij binnen een bepaalde context als kwaliteit ervaren: wat heeft betekenis? En voor wie? Community art moet betekenis hebben voor de gemeenschap waarin en waarmee het is gemaakt; dat is inherent aan de kunstvorm. In een gezamenlijk proces wordt de leefwereld van een gemeenschap (de deelnemers: de brongroep) van binnenuit vormgegeven, op een manier die uiteindelijk iets teruggeeft aan de gemeenschap (brongroep, doelgroep en ander publiek). De kracht van community art schuilt erin dat het de eigen cultuur van de deelnemers erkent, respectvol verbeeldt en kansen biedt om zich – van binnenuit en volgens eigen voorwaarden – verder te ontwikkelen, in een proces dat, met waardering voor individuele eigenheid, de positieve aspecten van diversiteit en meerstemmigheid onontkoombaar zichtbaar maakt. In zo'n proces klinkt zowel de ziel van de gemeenschap, als de ziel van de kunstenaar door. Er is sprake van een innige verbondenheid die zowel voor makers als buitenstaanders/publiek voelbaar is. En daarin zit een grote kwaliteit. Dit maakt ook dat community art vaak in de eerste plaats een heel lokale betekenis heeft. En dat brengt dilemma's mee waarin het lokale versus het universele van kunst tegen elkaar worden afgezet. De hechte verbondenheid met de specifieke omgeving en de mensen die daarbij horen is ontegenzeggelijk, en daarin is het concrete en exemplarische van groot belang. Blijft deze kwaliteit behouden op het moment dat een kunstwerk in een andere context wordt geplaatst? Of wanneer er een heel ander publiek komt kijken? En is dat überhaupt nodig? Mag kunst een puur lokale kwaliteit hebben? OVEREENKOMSTEN EN MOGELIJKHEDEN Community art past niet goed in de geijkte kunstkritische kwaliteitskaders omdat het zich begeeft op de grenslijnen van reguliere sectoren. Dat levert discussies op rond de vragen: is het amateur of professioneel? Gaat het om educatie of identificatie? Is het sociaal of is het artistiek? Deze vragen dwingen een keuze tussen het één of het ander af, terwijl de eigenheid van community art er in ligt dat er een samengaan is van die verschillende dimensies. En precies in dat samengaan ligt potentie besloten. Het uitgangspunt van de expertmeeting was dat community art een aantal innovatieve kwaliteiten te bieden heeft die impulsen kunnen geven aan de werkvelden amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur. Welke verbanden zijn er tussen community art en deze werkvelden? En welke mogelijkheden biedt community art om ze te inspireren? Een aanzet tot verdere gedachtevorming. Volkscultuur Een verband met volkscultuur wordt zichtbaar in het 'van onderop' vormgeven van cultuur, in de zoektocht naar identiteit die daarbij hoort, en in het creëren van meerstemmigheid. 'De kunst moet gedragen worden door de mensen', aldus Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur tijdens de expertmeeting. Volkscultuur biedt kansen om het begrip kunst op te rekken onder invloed van andere smaken, tradities en voorkeuren;
3
een ander kwaliteitgevoel. Er liggen kansen om de kwaliteit van kunst uit te leren drukken in termen van betrokkenheid, eigenheid en beleving. Community art kan deze ontwikkelingen wellicht een impuls geven omdat er, anders dan bij volkscultuur, per definitie actief kunstenaars betrokken zijn bij projecten. Kunstenaars kunnen, mits ze integer, betrokken en vraaggericht werken met gemeenschappen, de zoektocht naar het vormgeven van cultuur en eigen identiteit bezielen met verfrissende, onverwachte en creatieve elementen. Amateurkunst Community art wordt soms tot de amateurkunst gerekend, maar dat is over het algemeen niet bevorderlijk voor de helderheid van discussies. Want in uitgangspunten, doelstellingen, werkwijze, en deelnemers in kwestie bestaan grote verschillen. Bij wat traditioneel amateurkunst wordt genoemd, is het vormgeven van identiteit en meerstemmigheid minder van belang dan bij community art. Amateurkunst spiegelt zich vaak aan de traditionele kunstvormen en er is niet noodzakelijk een directe verbinding met het hier en nu. Terwijl community art voortkomt uit een al dan niet bewust gevoel van noodzaak om de eigen alledaagse werkelijkheid (opnieuw) vorm te geven, worden amateurkunstprojecten eerder geboren uit een behoefte om samen met kunst bezig te zijn en/of om iets op te steken van het ambacht. Over het algemeen ligt de nadruk bij amateurkunst meer op 'het eindproduct' en minder op het proces ernaartoe, hoewel ook bij community art het eindproduct meestal een belangrijke plaats inneemt. Een ander groot verschil is dat de deelnemers aan community‐ artprojecten vaak mensen zijn die ver af staan van de reguliere kunstwereld, in tegenstelling tot amateurkunstenaars die daar feitelijk juist liefhebbers van zijn. De impuls die community art zou kunnen geven aan de amateurkunstsector ligt misschien in het engagement; in de inzet van authentieke kracht en in het zich verhouden tot de omgeving waarin wordt gemaakt. Ben Smit, artistiek leider van Theaterwerkplaats de Prins van Groningen, zei tijdens de expertmeeting dat hij de amateurkunst meer flexibiliteit en maatschappelijke relevantie toewenst. De ervaring die bij community art wordt opgedaan kan de amateurkunstsector verrijken met persoonlijke, sociale, lokale en/of maatschappelijke betrokkenheid, op voorwaarde dat daar vanuit de amateurkunstsector behoefte aan is – want dat hoeft helemaal niet altijd zo te zijn. Cultuureducatie Kunstenaars, en community‐artmakers als geen ander, kunnen creëren op zo'n manier dat schoonheid zichtbaar wordt en verbeelding beleefd kan worden. Ze zorgen dat er ontvankelijkheid ontstaat, zodat kunst betekenisvol wordt in de belevingswereld van mensen. Ook, of misschien wel juist, mensen die niet vanzelfsprekend in staat zijn om dat te laten gebeuren. Dat is zowel bij community art, als bij cultuureducatie van belang. Een verschil tussen beide werkvelden ligt erin dat bij cultuureducatie het leren over bestaande uitingen van kunst en cultuur centraal staat; terwijl bij community art juist de eigen culturele waarden van de deelnemers en/of gemeenschap het uitgangspunt vormen. Misschien dat community art het werkveld cultuureducatie kan inspireren met het perspectief van identificatie als ingang voor het betrekken van nieuwe publieksgroepen. Niet zozeer met het doel om die groepen toe te leiden naar de wereld van de gevestigde kunsten, maar vanuit de idee dat kunst eerder een ervaring is dan een object. Vanuit de idee dat kunst een begrip is dat voor iedereen van toepassing kan zijn. Dat het er vooral om gaat vertrouwd te raken met een open manier van kijken naar de wereld, een letterlijke open‐hartigheid, die zorgt dat je je kunt en durft laten ontroeren in het moment. 4
UITDAGINGEN Enerzijds kan community art de kunst verrijken met de waarde van de collectieve ervaring; aan de andere kant ligt er voor community art de uitdaging om de grote verbeeldende kracht die tot de verworvenheden van de autonome kunsten behoort te implementeren in het collectieve kunstenaarschap. Daarbij speelt de paradox die Frank Mineur verwoordde: 'Er is een conflict en tegelijkertijd een inspirerend verschil, tussen de vrijheid van de verbeelding en de noodzaak van de ontvankelijkheid.' In de praktijk van community art en de debatten en bijeenkomsten daaromheen wordt telkens een zoeken zichtbaar. Een zoeken naar balans, naar de juiste aanpak en structuur. Community art gaat over het vinden van een evenwicht tussen autonomie en collectiviteit; tussen vervreemding en identificatie; tussen ethiek en esthetiek; tussen vrijheid en betrokkenheid; tussen afstand en nabijheid; tussen vraaggericht en sturend; tussen de kracht van het moment en het belang van duurzaamheid. Op het scherp van de snede, waar dingen tegenstellingen lijken, vinden ze elkaar in een nieuwe balans: de kunstenaar zet autonomie in ten dienste van een collectief doel. Om betekenis te kunnen creëren in het moment is een duurzaam productieklimaat een voorwaarde. Esthetiek krijgt betekenis binnen de context van een bepaalde ethiek. En vervreemding en verwondering komen tot stand nadat met identificatie een ingang is gecreëerd. Op het scherp van de snede ontstaat een balans die ruimte creëert voor nieuwe ontwikkelingen, invalshoeken en mogelijkheden. Tijdens de expertmeeting is opnieuw duidelijk geworden dat de verschillende werkvelden elkaar kunnen verrijken en er zijn veel aanknopingspunten voor de toekomst blootgelegd. Het is aan ons, kunstenaars en andere betrokken makers (mogelijkmakers, beleidsmakers, programmamakers, enzovoort) om daar iets mee te doen. Om juist die verbindingen te maken die we waarheid willen zien worden. Om de aarzelende klanken uit ons meerstemmige lied uit te laten groeien tot de lofzang die we willen horen. Om juist dat in de toekomst betekenis te geven, dat voor ons betekenis heeft. En laten we elkaar daarin vooral blijven ontmoeten. Finn Minke December 2009 Dit artikel verscheen naar aanleiding van de expertmeeting Innovatieve kwaliteit van community art die op 27 november 2009 in debatcentrum Tumult werd georganiseerd door Kunstfactor. Als opmaat voor de bijeenkomst schreef Frank Mineur het essay Over de paradox van het Gemeenschapstheater. Tussen vertrouwdheid en vervreemding.
5