de Goede Week 2013
op de lagere school
onderwijs bisdom Brugge
1
GOEDE WEEK 2013 inleiding Het gebeurt niet ieder jaar dat we de Goede Week op school kunnen beleven. Dit schooljaar echter krijgen we die kans wel van 25 tot 29 maart 2013. Vandaar de uitnodiging om deze unieke uitdaging met beide handen aan te nemen. Het zal ongetwijfeld een sur-plus geven aan dit schooljaar. Om jullie bij de voorbereiding en de beleving van de Goede Week behulpzaam te zijn, werd deze brochure gemaakt. In deze brochure vindt u uitgewerkte vieringen ten dienste van uw eigen creativiteit. We hopen dat u met dit materiaal goed op weg gezet wordt. We wensen u een intense Goede Week toe en daarna… een zalig Pasen! Als orgelpunt van dit project is er trouwens de oproep om Pasen ook in een celebratie te vieren met de kleuters én de kinderen op de school. Dit tijdens de eerste week NA de paasvakantie. Bij deze bundel hoort er een verdiepingsaanbod voor onderwijsverstrekkers tijdens de Goede Week. Wat dit aanbod betreft, houden we zoals je zal merken, er 'een andere kijk' op na... We zijn ook trots om te kunnen vermelden dat bij dit project een totaal nieuw Goede Week-lied werd geschreven en gecomponeerd. Dank aan Nele Fiers. We zijn Syliva Vanden Heede en de uitgeverij Lannoo erkentelijk dankbaar omdat we hun toestemming kregen tot het overnemen van de Bijbelteksten in deze bundel. De verhalen komen uit ‘En God maakte de mens’ van Sylvia Vanden Heede, uitgeverij Lannoo, ISBN 978 90 8601 030 1. Ook in het jaar 2008 en 2010 werd een dergelijke bundel uitgewerkt. Voor het eerst echter doen we met deze bundel ook een volledig zelfstandig aanbod voor kleuters en kinderen uit het buitengewoon basisonderwijs. We wensen u een intense Goede Week!
Gelegenheidswerkgroep: Lieve Biesbrouck, Carmino Bohez, Ann Dejonckheere, Jan Demuynck, Rik Depré, Lieve Deroo, Luc Ghekiere, Catherine Olivier, Jos Ostyn, Heidi Reynaert, Liesbet Vanderghote, Johan Verhalle In samenwerking met: -de scholengemeenschappen Arkorum en Moorsledegem -WEPABA - DPB Brugge -COM-PAS - VSKO Brussel
2
Palmzondag: geef Jezus een kans!
Vooraf • we zorgen voor de opbouw van een eenvoudig decor met daarbij aandacht voor volgende elementen: • hak (symbool van campagne broederlijk delen) en de affiche van Broederlijk Delen • mand met palmtakjes en kaartjes • een groot kruis waarrond wat losgemaakte aarde ligt • het Bijbelboek staat centraal in de opstelling • indien er gekozen wordt om meerdere vieringen te laten doorgaan op dezelfde plaats kan tijdens de week het decor aangroeien met telkens een nieuw onderdeel van een volgende viering • voor de viering van Palmzondag zorgt de school voor voldoende gewijde palmtakken; er kan aan de kinderen gevraagd worden om op een Palmzondagviering van de parochie aanwezig te zijn en takken mee te brengen voor de school
1. Opening van de viering Een persoon (leerkracht/leerling) komt binnen met hak en mand. In de mand liggen kaartjes met palm. De affiche van Broederlijk Delen is duidelijk zichtbaar. Voorganger: We zijn hier samen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Een goede morgen aan iedereen. Weten jullie nog hoe we ruim vijf weken terug de vasten samen zijn begonnen? We kennen ondertussen Lidia en Daniël. Ze vertelden over hun land Oeganda en over hun manier van leven. Ze leerden ons hoe belangrijk de hak en aarde zijn bij de dagelijkse zorg voor voedsel. Samen met de andere kinderen vormen ze de bende van de hak. Samenwerken geeft hen kansen om volop te leven. Wat we van hen mochten leren, willen we niet vergeten. Zo willen we het deel van Lidia en Daniël afsluiten en we zingen het themalied.
2. Themalied Broederlijk Delen
3
4
3. Even terug naar Palmzondag Voorganger: (Voorganger komt op en houdt bijbelboek in de handen; de rewindknop zit erin als opvallende bladwijzer) In de periode van 40 dagen is het net alsof we de film van Lidia en Daniël hebben gezien. Gisteren (Palmzondag) is een bijzondere week van start gegaan. Die week noemen we de Goede Week. Tijdens die week denken we terug aan een aantal grote gebeurtenissen uit het leven van Jezus. Enkele schrijvers hebben dat alles neergeschreven in het grote Bijbelboek. Het is alsof we kijken naar een film over Jezus’ leven. We spoelen even terug naar die laatste week. Zo kunnen we het nooit meer vergeten. (Voorganger doet bijbelboek open en zet de rewindknop goed zichtbaar) Nu nodig ik jullie uit om mee te kijken en te luisteren naar het verhaal van lang geleden.
4. Bijbelverhaal En God maakte de mens. Sylvia Vanden Heede EEN KONING OP EEN EZEL. p 97 regie: Vooraan in de ruimte worden 3 groepen gevormd van statische beelden. De leerlingen die meespelen zijn eenvoudig verkleed. Net voldoende om het beeld van het vertelde op te roepen. Tijdens het vertellen van het verhaal komt de betreffende groep op de voorgrond. Op het einde van het verhaal blijven de 3 groepen rustig staan. groep 1: Mensen op weg Voorganger: Het was bijna Pasen. Veel mensen trokken naar Jeruzalem. Daar gingen ze feestvieren. Ze dachten aan de tijd van Mozes. Toen had God het volk uit Egypte verlost. Dat was lang geleden. Maar de mensen vergaten het niet. Elk jaar slachtte elk gezin een lam. Dat aten ze dan samen op. Net zoals die nacht in Egypte. Pasen was een heel groot feest! groep 2: Twee leerlingen en Jezus Voorganger: Ook Jezus ging naar Jeruzalem. Hij riep twee leerlingen. ‘Ga naar het dorp daar’, zei Hij. ‘Daar zul je een ezel vinden. Het is een jong dier. Er heeft nog niemand op gezeten. Breng het bij Mij.’ De leerlingen deden wat Jezus zei. Jezus ging op de ezel zitten. 5
groep 3: Groepje mensen zwaaien met palmtakken Voorganger: Heel wat mensen zagen dat. Ze trokken takken van de bomen. Daarmee zwaaiden ze. Ze riepen: ‘Daar is de Zoon van David! Hij komt in de naam van de Heer! Hosanna in de hemel’ Zo trok Jezus de stad Jeruzalem binnen. Het was zoals de profeet had gezegd: ‘Zie, je koning komt. Hij is zacht van hart. Hij rijdt op een ezel.’ Maar de vijanden van Jezus zeiden: ‘Heel de wereld loopt Hem na.’ Ze bedachten een plan om Hem te doden.
5. Goede Weeklied • strofe 1 en refrein door een klas voorbereid en gebracht • na het lied verlaten de groepen 1 en 2 rustig de centrale plaats
6. Groep van de palmtakken Groep 3 plant hun takjes rond het kruis in de losgemaakte aarde, zo vormen ze met de takjes een hart en nemen ze hun plaats weer in. Voorganger. Op Palmzondag waren er veel mensen die Jezus een kans gaven. Vol blijdschap maakten ze hun hart open voor zijn boodschap. De aarde rond het kruis hebben wij de voorbije weken losgemaakt. Onze inzet geeft leven, geeft nieuwe kansen aan kinderen dichtbij en veraf. Blijven we volhouden ook wanneer het moeilijk wordt?
7. Slotgebed - samen Goede God, lang geleden stapten mensen naar Jeruzalem om samen het Paasfeest te vieren. Als naar gewoonte kwam Jezus ook. Deze keer zat Hij op een ezel. De mensen waren verrast. Ze hadden Hem niet verwacht. Vol blijdschap riepen ze uit: "Geef Jezus een kans." In deze week bidden wij: help om te kiezen voor Jezus ook als het lastig of moeilijk is.
6
8. Zegen en zending Voorganger. Bij het einde van deze viering verlaten we per klas rustig de ruimte. Ieder van jullie die kiest voor Jezus, die Jezus een kans wil geven kan voorbij de grote mand komen en een kaartje met palm nemen. Het meenemen van een kaartje doe je niet zomaar. Het is een teken dat jij kiest om in jouw handelen Jezus' voorbeeld te volgen. Moge het groene takje van Jezus' voorbeeld in jouw leven kansen krijgen. Daarbij zegene ons de Vader, de Zoon en de goede Geest. Amen.
9. Rustige muziek Tijdens het verlaten van de kerk, kapel, ruimte … kan rustige muziek weerklinken
7
Witte Donderdag: deel met Jezus Vooraf • grote tafel in het midden • stoelen er rond • en de rest van de kinderen er rond, ook zij zitten rond de tafel Centraal symbool: de pauzeknop
1. Het welkom Wanneer de leerlingen en leerkrachten in de zaal, kapel, …komen, zitten de ‘12 leerlingen en Jezus’ al aan de centrale tafel, passend gekleed met stola (zie verder). Ondertussen klinkt er rustige muziek. Bijvoorbeeld pianomuziek van Ludovico Einaudi.
Lk: We zitten nu samen, net als de 12 leerlingen. Ze zaten toen ook samen met Jezus op die donderdag. Als we samen zitten, dan vertellen we verhalen aan elkaar.
We halen herinneringen op. Dit willen we ook vandaag opnieuw doen: in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2. De voetwassing • dit wordt gedramatiseerd • nadruk bij stilvallen Petrusfiguur Verteller: Ze zouden met z’n allen het paasmaal vieren, Jezus en zijn vrienden. Jezus kende iemand van wie ze de grote bovenzaal mochten gebruiken. Alles was goed voorbereid. Een avond lang zouden ze vergeten hoe moeilijk het soms was om met Jezus rond te trekken. Hoe de joodse en Romeinse leiders steeds dichter op hun hielen zaten. Hoe gevaarlijk het werd als Jezus toch weer mensen zou genezen op sabbat. Ze wisten niet hoe het zou aflopen, maar daar wilden ze die avond niet aan denken. Jezus liep dromerig glimlachend rond. Hij was wel lief, maakte soms zelfs een grapje, maar het leek toch alsof Hij er met zijn hoofd niet helemaal bij was. De vrienden maakten voor hem een plaats in het midden van de tafel, zodat iedereen zo dicht mogelijk bij Hem kon zitten.
8
Maar toen deed Jezus iets heel speciaals. Voor ze begonnen te eten, deed Jezus een schort voor en goot water in een waskom. Hij knielde voor zijn leerlingen en begon hen een voor een de voeten te wassen. Hij droogde ze af met een doek. Stomverbaasd keken de leerlingen toe. Wat deed Jezus nu? Aangekomen bij Petrus, sprong die op
Petrus: Rabbi, meester, nooit van mijn leven zal Jij mijn voeten wassen!
verteller: Maar Jezus lachte hem toe
Jezus: Nu snap je misschien nog niet wat Ik bedoel, maat later zal het wel tot je doordringen. Laat Mij nu maar gewoon je voeten wassen. Ook al noemen jullie Mij ‘Rabbi, leraar en meester’, toch kan ik ook jullie dienaar zijn. En weet dat als Ik je voeten niet mag wassen, je niet echt bij Mij kan horen.
verteller: Daarop antwoordde Petrus
Petrus: Heer, was dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!
verteller: Jezus glimlachte en wreef door de haren van Petrus.
3. Pauze-knop actualisatie Afstand doen van eigen prestige/status - (overgave cf. Christine Bruggeman in het aanbod voor lkrn.) Vier leerlingen stappen uit hun rol van apostel door de stola af te doen en op de tafel te leggen. Zo wordt de pauze-knop gemaakt. Ze vertellen zelf een situatie. Zowel vanuit de ‘Petrusfiguur’ als de ‘Jezusfiguur’. Eenzelfde situatie wordt op die manier verteld vanuit 2 verschillende standpunten. • Eerste situatie: Hoi, ik ben Tom. Op onze speelplaats mogen de klassen om de beurt voetballen. Ik ben niet zo goed in voetbal, maar ik speel het graag samen met de andere kinderen van de klas. Toch vind ik het niet meer zo leuk, want ik word altijd als laatste uitgekozen als er groepen worden gemaakt. Tot gisteren! Het was onze beurt om te voetballen. Sam, de beste voetballer van onze klas, mocht zijn ploegje samen stellen. De eerste naam die hij riep was… mijn naam. Ik kon mijn oren niet geloven. Dit kon niet waar zijn. Sam die mij uitkiest en kans maakt om te verliezen? En toch, ik werd door Sam als eerste uitgekozen! Waaauw, dat was cool van hem. Ik deed nog meer mijn best om Sam niet teleur te stellen. Ik amuseerde me rot! Ik beleefde een toffe speeltijd en genoot van het samen spelen met Sam en de rest van onze ploeg! Hoi, mijn naam is Sam. Ik hou van voetballen want dat kan ik goed. Gisteren mocht ik weer kiezen wie samen met mij een ploegje zou vormen. Ik begin altijd met Jorne, Mathias en Pieter. Dat zijn goeie voetballers. Maar gisteren had ik daar geen zin in. Ik wou iemand uitkiezen die minder goed kan voetballen. Tom, dus. Hij wou het eerst niet geloven. Toen ik nog eens zijn naam herhaalde, kwam er een brede glimlach op zijn gezicht. Ik heb hem nog 9
nooit zo weten voetballen. Hij deed keihard zijn best. En onze ploeg maakte veel plezier. Ik voelde me gelukkig! • Tweede situatie Hallo, ik ben Lore. Joepie, zaterdag is het mijn verjaardag. Ik mag van mijn mama 6 kinderen uitnodigen om een feestje te bouwen. Meteen had ik al een paar namen op mijn lijstje staan. Maar ik had nog 2 namen te kort. Ik heb er dagen mijn hoofd over gebroken. Wie kies ik nu uit? Vorige week stonden we met enkele samen te babbelen. We hadden het onder andere over verjaardagsfeestjes. En Liese begon enorm veel vragen te stellen. Ik vond dat raar. Daarna vertelde ze me dat ze nog nooit naar een verjaardagsfeestje is geweest. Ze wordt nooit uitgenodigd. Ze weet dus niet wat er daar allemaal gebeurt. Meteen wist ik wie ik aan mijn lijstje moest toevoegen! Hoi, ik ben Liese. Er is iets vreemds gebeurd. Ik wist niet wat me overkwam. Maandag zag ik dat Lore kaartjes aan het uitdelen was. Uitnodigingen voor haar verjaardagsfeestje. Ik ging meteen maar wat verderop staan. Dan moest ik niet meer zien wie allemaal een uitnodiging kreeg. Ik alvast niet, want ik krijg nooit een uitnodiging. Plots dook Lore voor me op met een kaartje in haar handen. Ze gaf dat kaartje aan mij en zei: “Een uitnodiging voor mijn verjaardagsfeestje!”. Lore had me werkelijk uitgenodigd voor haar verjaardagsfeestje! Ik werd erg rood en verlegen. Ik kon geen woord uitbrengen. Lore gaf mij een uitnodiging… Ik weet nog niet zo goed hoe ik haar moet bedanken! Maar ik vind er zeker wel iets op. Jezus legt als laatste zijn stola, andere kleur, dwars op de tafel. Alle leerlingen gaan tussen de andere kinderen zitten.
4. Goede Weeklied tot en met Witte Donderdag 5. Klaarmaken tafel De leerlingen die de apostelen speelden brengen in alle stilte en rust de onderstaande zaken aan. Zij nemen daar tijd voor. Op de achtergrond klinkt er rustige instrumentale muziek (vb. Ludovico Einaudi) • • • • •
brood (volledig, bruin of volkoren brood) bekers bittere kruiden druiven karaf wijn
6. Bijbelverhaal uit ‘En God maakte de mens’ Een verteller leest het verhaal, een andere stelt de Jezus-figuur voor. De Jezus-figuur legt na het breken van het brood een stuk brood op de plaats van iedere apostel. Ook bij de wijn wordt er iedere keer een beker gevuld.
Jezus nam een brood. Hij bad om een zegen. Toen brak Hij het brood in stukken. Die deelde Hij uit aan zijn leerlingen. ‘Neem en eet’, zei Hij. ‘Dit is mijn lichaam.’
Hij nam ook een beker wijn. Weer bad Hij om een zegen. 10
Toen liet Hij de beker rondgaan. ‘Drink er allemaal uit’, zei Hij. ‘Dit is mijn bloed. Het is het bloed van het verbond. Het wordt voor velen vergoten.’ Doe dit teken om Mij steeds te herinneren. De leerlingen aten het brood. Ze dronken de wijn. Toen gingen ze met Jezus naar buiten.
7. Pauze-knop: actualisatie rond delen Hoe geven wij een stukje van onszelf. Hoe kunnen wij brood en wijn zijn voor elkaar? • een leerling neemt een stuk brood en leest de voorbede: • ertussen ‘Daar waar vriendschap is en liefde, ….’
8. Voorbeden Ll. 1
Laat ons bidden dat we brood mogen zijn voor elkaar, door elkaar te helpen.. Dat we ons brood breken en broederlijk delen, wereldwijd, met allen die honger hebben. Dan zal God hier in ons midden zijn.
Ubi Caritas F
2 & b 4 œœ F
C
œœ
D‹
œ œ
œ œ
œœ
B¨
D‹
G‹
œ œ
œœ
œœ
‰ œj œ
U - bi ca - ri - tas Daar waar vriend - schap is C D‹ G‹
et en
a lief
-
C
mor, de, F
5
& b œœ
œœ
œ œ
œ œ
3
˙˙
œ œ œœ œœ œ
u - bi ca - ri - tas daar waar vriend - shap is,
De-us daar
11
i is
bi
˙˙ ˙
est. God.
Taizé C
œ œ
Ll. 2
Laat ons bidden dat we wijn mogen zijn voor elkaar als we elkaar als vrienden ondersteunen. Dat we wijn worden, voor alle mensen die pijn hebben. Dan zal God hier in ons midden zijn.
Ubi Caritas Ll. 3
Laat ons bidden dat we het vuur van Gods licht durven zijn voor elkaar. Dat wij plezier kunnen schenken aan mensen die het moeilijk hebben. Dat wij hoop brengen, wereldwijd.
Dan zal God in ons midden zijn.
Ubi Caritas
9. Waken in stilte Lk:
“Na de maaltijd was iedereen weg. Na dit laatste avondmaal ging Jezus bidden, praten met zijn Vader over hoe het nu verder moest. De leerlingen gingen met Jezus mee om te waken bij Hem. Laten wij dit nu ook doen. Laten we onze handen openen en onze ogen sluiten. We maken het zo stil, heel stil. Misschien kunnen we op die manier ook bidden tot God die we ook onze Vader mogen noemen.”
We bidden het Onzevader Door gebruik van de klankschaal luiden we de stilte in. Daarna nodigen we de leerkrachten en leerlingen uit om de ogen te sluiten en handen open te houden en het zo 1 minuut (of zelfs langer) stil te maken. Wanneer de muziek begint te spelen, verlaten ze klas per klas de kerk, de laatste rijen eerst.
12
Goede Vrijdag: bid met Jezus Vooraf De kinderen op voorhand, in de klas, goed duiden dat de viering start zoals die gisteren werd beëindigd: in stilte. Dit wil zeggen dat we de kinderen én de leerkrachten uitnodigen om in volledige stilte naar binnen te komen en hun plaats in te nemen. Om de stilte echt te laten spreken, stellen we voor om bij voorkeur geen achtergrondmuziek te laten klinken. Het Bijbelverhaal wordt door 5 leerkrachten voorgelezen. Een voorbereiding is noodzakelijk. 1 leerkracht staat in voor het stiltemoment na het Bijbelverhaal (zie 3.) Klaskruisjes worden meegebracht naar de viering (zie 5.) Op de stopkaartjes (zie bijlage) schrijven de kinderen op voorhand iets over pijn en verdriet bij zichzelf of uit de wereld. Dit kaartje kan ook worden vervangen door een bloem.
1. Welkom Lk: Het was stil. Op Witte Donderdag, na het Laatste Avondmaal, trok Hij naar de Hof van Olijven. Hij zocht de stilte op, heel dicht bij zijn Vader. Jezus wist goed wat er zou gebeuren. Hij werd angstig. Hij had de steun van God nodig. Hij kwam bidden tot zijn Vader. Ook wij willen in stilte met Jezus bidden. Dit doen wij in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2. Bijbelverhaal uit ‘En God maakte de mens’ In het Jezusboek lezen we wat er na het Laatste Avondmaal gebeurde. Verteller: Er was daar een boomgaard. Dat was de Olijfhof. Jezus ging daar bidden. Zijn leerlingen bleven bij Hem. Maar ze vielen in slaap. Jezus was bang en verdrietig. Hij bad: Jezusfiguur: Abba, papa, U kunt alles. Neem dit lijden van me weg. Maar niet wat ik wil, is belangrijk. Er moet gebeuren wat U wilt. 13
Verteller: Niet veel later kwam Judas er aan. Hij was niet alleen. Hij had mannen met zwaarden en knuppels bij zich. Judas ging naar Jezus toe. Hij gaf Hem een kus. Want dat was het teken. Judas had gezegd: ‘De man die ik kus, is Jezus. Die moet je pakken.’ De mannen met wapens grepen Jezus. De leerlingen sloegen op de vlucht. Maar Petrus kwam stiekem terug. Hij volgde Jezus van ver. Jezus werd bij zijn vijanden gebracht. Die wilden Hem doodmaken. Maar dat ging zomaar niet! Ze moesten eerst bewijzen dat Jezus slecht was. Maar niemand vond iets. Jezus was alleen maar goed geweest. De baas van de tempel vroeg: Tempelbaas: ‘Ben jij de Messias, de Zoon van God?’ Jezusfiguur: Ja Verteller: ‘Dat kan niet!’ riepen de mensen. Ze spuwden op Jezus. Ze brachten Jezus naar Pilatus. Dat was een Romein. De Romeinen waren baas in het land. De vijanden van Jezus zeiden: Vijand: Deze man brengt mensen op het slechte pad. Hij zegt dat ze geen belastingen moeten betalen. Hij beweert dat Hij de Messias is. Dat is de koning van de vrede. Pilatus: Ben jij de koning van de Joden? Jezusfiguur: Je zegt het. Verteller: Pilatus vond dat niet zo erg. Hij wilde Jezus niet straffen. Tegen de vijanden van Jezus zei Hij:
14
Pilatus: Op het paasfeest laat ik iemand vrij. Zal ik de koning van de Joden vrijlaten? Verteller: Zijn vijanden riepen: Vijand: Nee! Laat Barabbas maar vrij! Verteller: Die Barabbas had een misdaad begaan. Toen sloegen ze Jezus in het gezicht. Zijn vijanden schreeuwden: Vijand: Kruisig hem! Kruisig hem! Verteller: De kruisdood was de zwaarste straf. Pilatus zei: Pilatus: Ik vind niet dat die man dood moet. Wat heeft Hij misdaan? Verteller: Maar de mensen riepen: Vijand: Hij zegt dat Hij de Zoon van God is! Als je Hem vrijlaat, maak je de keizer boos! Verteller: Pilatus werd bang. Hij liet een kom water halen. Daar waste hij zijn handen in. Dat wil zeggen: ‘Ik kan er niets aan doen. Het is niet mijn schuld.‘ En hij gaf Jezus aan de soldaten. De soldaten lachten Hem uit. Ze maakten een kroon van dorens. Die duwden ze op zijn hoofd. Ze riepen: Soldaat: Leve de Koning van de Joden! Verteller: Buiten de stad was een heuvel. Daar brachten ze Jezus heen. Ze nagelden Hem aan het kruis. Er werden nog twee mensen gekruisigd. 15
Dat waren misdadigers. De vijanden van Jezus spotten: Vijand: Kom van dat kruis af! Dan geloven we dat je de Messias bent! Verteller: Plotseling werd het donker. Het was midden op de dag. Drie uur lang bleef dat zo. Toen riep Jezus luid: Jezusfiguur: Mijn God! Waarom laat U mij in de steek? Verteller: Niet veel later slaakte hij een kreet. Hij zei: ‘Het is volbracht.’ En Hij stierf.
3. Stiltemoment = stopmoment Met een klankschaal of ander passend instrument onderstrepen we de stilte die volgt op dit verhaal.
4. Goede Weeklied Het lied wordt gezongen tot en met de strofe van Goede Vrijdag.
5. Voorbeden Voorganger: Uit elke klas komt nu een leerling naar voor met het klaskruisje en plaatst dit bij het centrale grote kruis. Ll.1: Goede God, Het doet ons pijn als we zien dat er in heel veel landen nog steeds kinderen zoals Daniel en Lidia hard moeten werken om de honger te stoppen. Help ons om naar de andere te kijken en niet altijd naar onszelf.
16
Ubi Caritas F
2 & b 4 œœ F
C
œœ
D‹
œ œ
œ œ
œœ
B¨
D‹
G‹
œ œ
œœ
œœ
‰ œj œ
U - bi ca - ri - tas Daar waar vriend - schap is C D‹ G‹
et en
a lief
-
C
mor, de, F
5
& b œœ
œœ
œ œ
œ œ
3
˙˙
œ œ œœ œœ œ
u - bi ca - ri - tas daar waar vriend - shap is,
De-us daar
Ll.2 Goede God, het doet ons pijn als we zien dat niet alle kinderen van de klas altijd mogen meespelen en soms echt aan de kant staan. Help ons om naar de andere te kijken en niet altijd naar onszelf. Lied: Ubi Caritas Ll.3 Goede God, het doet ons pijn als we zien dat kinderen en volwassenen soms groot verdriet hebben. Help ons om naar de andere te kijken en niet altijd naar onszelf. Lied: Ubi Caritas
©
17
i is
bi
˙˙ ˙
est. God.
Taizé C
œ œ
6. Gebed samen bidden Hoe komt het God, dat sommige mensen niets van Jezus moesten hebben? Hij deed toch niemand pijn? Waarom hebben ze dat dan wel bij Hem gedaan, God? Was het omdat Hij misschien te véél van mensen heeft gehouden? Het lijkt wel of alles nu voorbij is, God. Niemand had kunnen denken dat er zo snel en op zo'n manier een einde zou komen aan Jezus' leven. Help mij te geloven dat dit einde eigenlijk een nieuw begin is. Gelukkig was jouw liefde sterker dan de dood. Amen.
7. Kruishulde Nu is het moment gekomen van de kruishulde. Alle leerlingen komen tot bij het kruisbeeld en leggen hun stopkaartje (of bloem) neer bij het kruisbeeld en de klaskruisjes en gaan dan rustig naar buiten. Terzelfdertijd speelt opnieuw muziek.
18
Klascelebratie: Jezus leeft! Vooraf Dit is een korte klascelebratie op de eerste maandag na de paasvakantie. Het zou leuk zijn als de paaseitjes pas na deze celebratie worden uitgedeeld. Het accent ligt op het evangelie van Pasen en vooral de vierde strofe van het Goede Weeklied. In de godsdiensthoek kan naar aanleiding van deze celebratie ook een symbool worden aangebracht: een nieuwe klaskaars, klaskei (grote steen), de woorden ‘Wees niet bang’ of ‘Leven zoals Jezus, dat wil ik proberen’. We suggereren om ook nu pas een paasboom in de klas te plaatsen met onze vier symbolen (rewind, pauze, stop, play) erin.
1. Opening De week voor de Goede Week was een heel bijzondere week. We hadden 3 pictogrammen. Met Palmzondag was dit een Rewindknop (tonen), op Witte Donderdag een pauzeknop (tonen), op Goede Vrijdag was er de stopknop (tonen). Maar vandaag, nu het paastijd is, drukken we de playknop in en gaan we verder met het verhaal van Jezus.
2. Bijbelverhaal uit ‘En God maakte de mens’ HET GRAF IS LEEG De vrienden van Jezus hadden verdriet. Ze haalden zijn lichaam van het kruis. Ze legden het in een graf. Dat was een hol in de rotsen. Ze rolden een steen voor het graf. Maar het was al avond. Daarom gingen ze naar huis. De volgende dag was het sabbat. Dan mocht niemand werken. Maar de dag daarna mocht dat wel. Een paar vrouwen gingen naar het graf. Het was nog heel vroeg. De vrouwen hadden zalf en olie bij zich. Dat was om het lichaam van Jezus te verzorgen. Zo ging dat in die tijd. Toen ze bij het graf kwamen, schrokken ze. De steen was weg! Het graf was open! Iemand in witte kleren zei: ‘Wees niet bang! Jullie zoeken Jezus. Maar Hij is er niet. Hij is weer levend geworden.’ De vrouwen renden weg. 19
Ze vertelden het grote nieuws. De leerlingen van Jezus lachten hen uit. Ze geloofden de vrouwen niet. Ze zagen wel dat het graf leeg was. Maar ze snapten er niets van.
3. Goede Weeklied Voor het zingen wijst de lkr. in het bijzonder op de vierde strofe.
4. Gebed Leerling: Jezus, Goede Vrijdag is niet het einde. Dat is voor ons goed nieuws. Daarom spreken we van: 'de blijde boodschap'! Allen: Gelukkig is jouw liefde sterker dan de dood. Jouw liefde eindigt nooit! Dat vieren we op Pasen. Leerling: Als in de natuur de bomen uitbundig botten omdat ze niet dood zijn en de natuur uit haar winterslaap ontwaakt vieren we Pasen. Leraar: Pasen: het 'feest van het Leven', het 'feest van de verrijzenis', zeggen de christenen. Vijftig dagen lang vieren christenen dat Paasfeest, tot op de dag van Pinksteren. Allen: Jezus, geef ons kracht en help ons om fijn te LEVEN zoals jij dat verwacht...
5. Afrondend Dit paasverhaal kan bij kinderen vragen oproepen. Het zou goed zijn om nog wat tijd te voorzien voor een klasgesprek. In de komende tijd kunnen de kinderen, die dit willen, een ‘goed nieuwskaartje’ naar iemand schrijven.
20
Voor directie, leerkrachten & personeel
http://www.eenanderekijk.be De laatste week voor de paasvakantie is ongetwijfeld een drukke week. Dit schooljaar valt deze week samen met de Goede Week. Op school zullen we tijd maken om bij dit gebeuren stil te staan: in de klas, in de viering. De Goede Week is dan ook een heel sterke en zinvolle tijd voor christenen. Het blijft waardevol kinderen met deze tijd te laten kennismaken en hen in een moment van vieren en bezinnen de rijkdom van deze tijd te laten ervaren. In deze bundel vind je materiaal om dit concreet gestalte te geven. Ook voor leerkrachten is het zinvol om in deze drukke week af en toe even stil te vallen bij dit rijke gebeuren. We willen je dan ook vijf dagen in die week (maandag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag en Paaszondag) inspireren en uitdagen met een tekst, een lied, een stukje film. We hopen dat dit voor jou zinvolle momenten worden. Dit aanbod vind je op de website www.eenanderekijk.be . We werken immers samen met het CCV in het bisdom Brugge. In de parochies staat dit schooljaar het jaarthema ‘een Andere kijk. Leven als christen’ centraal. Leven als christen daagt uit om je kijk op bepaalde zaken of gebeurtenissen te veranderen, dit vanuit het kijken naar de Andere. Sinds september 2012 biedt www.eenanderekijk.be elke week een impuls aan bij dit jaarthema. De ene keer komt er een video(fragment), de andere keer een lied of een verhaal. Elke week een uitnodiging om midden de drukte even stil te vallen en je te laten inspireren. Het loont zeker de moeite om deze website regelmatig te bezoeken.
21
GOEDE WEEK 2013 Kleuter en buitengewoon onderwijs Vooraf 1. We werken suggesties uit voor verwerking van de Goede Week in de klas – het betreft hier geen vieringen 2. We kiezen voor 4 eenvoudige, herkenbare slogans: • Palmzondag: zing met Jezus: uitgewerkt in 2 dagen: maandag en dinsdag in de Goede Week • Witte Donderdag: deel met Jezus: uitgewerkt in 2 dagen: woensdag en donderdag in de Goede Week • Goede Vrijdag: bid met Jezus • Pasen: leef met Jezus 3. We gebruiken de symbolen uit de vieringen lager onderwijs niet: onze doelgroep kan de diepere laag hiervan niet begrijpen. 4. 40 dagen op weg naar Pasen stellen we visueel voor met een stapkalender: vanaf aswoensdag elke dag een voetje kleuren (weekends en vakanties zijn al ingekleurd). Hier krijgt de hak een betekenis: we gaan op weg, we maken de weg klaar, snoeien, hakken onkruid weg zodat straks de paaslelies mooi kunnen bloeien. 5. Lied: “Hé stap je mee?” kan gezongen worden elke dag bij het inkleuren van de voetstapjes 6. Aanvullende suggestie: • elke dag van de Goede Week werken met een puzzel kan via het boek: ‘Jezus leeft!’ Kartonnen boekje met 5 puzzels ivm de goede week. Ark media - Amsterdam - 2009, ISBN: 9 789033 892226
Hé stap je mee? Veronique Claeys tekst en muziek: Veronique Claeys
4 j &4 œ 3
Hé Hé
& œ
Het Het
œ
œ
stap stap
œ
is is
je je
œ
œ
mee mee
œ
zo - veel zo - veel
œ
˙
met met
œ leu leu
œ
mij, mij,
œ - ker - ker
in ik
œ op op
22
œ
stap stap
œ
œ
œ
een lan - ge maak men -sen
œ
met met
œ
jou jou
œ
˙
rij? blij.
˙
er - bij! er - bij!
Palmzondag: zing met Jezus
Maandag in de Goede Week 1. Kringgesprek • Hoe heten wij elkaar welkom? Wuiven, “dag”zeggen, roepen “hallo”,… • Hoe supporteren we voor elkaar? (foto voetbalwedstrijd, wielerwedstrijd): roepen, zwaaien met vlaggen, doeken, …
2. Bijbel Ik ken een mooi verhaal over wuiven en welkom heten uit het Jezusboek. Lk vertelt het verhaal van Palmzondag. Tijdens het verhaal zingt de Lk het lied “Hosanna voor Jezus“
Een koning op een ezel Het was bijna Pasen. Pasen was een heel groot feest. Veel mensen trokken naar Jeruzalem. Daar gingen ze feestvieren. Ook Jezus ging naar Jeruzalem. Hij riep twee van zijn leerlingen. “Ga naar dat dorp daar,” zei Hij. Daar zul je een ezel vinden. Het is een jong dier. Er heeft nog niemand op gezeten. Breng het bij Mij. De leerlingen deden wat Jezus zei. Jezus ging op de ezel zitten. Heel wat mensen zagen dat. Ze trokken de takken van de bomen. Daarmee zwaaiden ze. Ze riepen: “Daar is de zoon van David! Hij komt in de naam van de Heer! Hosanna in de hemel!” Naar Sylvia Vanden Heede in ‘En God maakte de mens’
Lk zingt hier het lied ‘Hosanna voor Jezus’
23
3. Bespreking Jezusverhaal Waarom wuiven de mensen naar Jezus? Ze zijn blij dat Hij komt, ze horen graag dat Jezus vertelt, ze willen zijn zoals Hij.
4.
Ik maak het even stil Lento
4 &4 œ
Eén
œ
twee
œ
drie
œ
œ
œ
vin - ger - tjes
en
een
œ
œ
œ
œ vier
œ
œ
œ
˙
dik - ke
duim,
œ
˙
3
& œ
œ
hand - je
œ
œ
hier
en
œ
œ
hand - je
œ
œ
daar, twee
hand - jes
op
œ
el - kaar.
Bezinvers met als inleiding lied: ik maak het even stil
Dag Jezus op je ezeltje. De mensen zwaaien en roepen naar jou. Ze heten je welkom. Ze zingen en zijn blij. Ook ik ben blij! Dag Jezus! Hosanna!
5. Opdracht voor de volgende dag Breng iets mee om te zwaaien (vlag, wimpel, sjaaltje, bloem, tak…) ofwel samen iets maken in de klas (manuele)
24
Dinsdag in de Goede Week: zing met Jezus dramatisatie Palmzondag
1. Kringgesprek nabespreking Jezusverhaal “Een koning op een ezel” 2. Lied aanleren ‘Hosanna voor Jezus’ 3. Dramatisatie van het verhaal • We maken gebruik van het meegebrachte of geknutselde materiaal (zie maandag punt 5) • Suggestie: eventueel klasoverschrijdend – 2 klassen tonen het verhaal aan elkaar
4. Bezinvers met als inleiding zang: ik maak het even stil Lk Dag Jezus op je ezeltje. De mensen zwaaien en roepen naar jou. Ze heten je welkom. Ze zingen en zijn blij. Ook ik ben blij! Dag Jezus! Hosanna!
Woensdag in de Goede Week: Deel met Jezus Praktische voorbereiding van Witte Donderdag
1. Kringgesprek Als mensen een feest houden, wat doen ze allemaal? Welke voorbereidingen? Huis versieren, tafel dekken, eten maken, drank kopen, muziek zoeken, uitnodigingen versturen…
2. Bijbel Jezus viert feest met zijn vrienden. Luister maar. Lk vertelt verhaal Witte Donderdag uit de bijbel. Het was avond. Jezus vierde feest met zijn vrienden. Ze waren er alle twaalf. Jezus nam een brood. Hij bad om een zegen. Toen brak Hij het brood in stukken. Die deelde Hij uit aan zijn leerlingen. “Neem en eet,” zei Hij. “Dit is mijn lichaam.” Hij nam ook een beker wijn. Weer bad Hij om een zegen. Toen liet Hij de beker rondgaan. “Drink er allemaal uit,” zei Hij. “Dit is mijn bloed. Het is het bloed van het verbond. 25
Het wordt voor velen vergoten.” De leerlingen aten het brood. Ze dronken de wijn. Toen gingen ze met Jezus naar buiten. Naar Sylvia Vanden Heede in ‘En God maakte de mens’
3. Voorbereidingen feest Morgen vieren wij ook feest! Vandaag bereiden we voor: • samen boodschappen doen • brood of ovenkoeken bakken • “wijn” maken (b.v. druivensap, grenadine, appelsap,…) • tafel dekken: tafellaken, glaasjes, …. • muziek klaarleggen • …
4. Bezinvers met als inleiding lied: ik maak het even stil Lk: Dag Jezus, deze week denken we veel aan jou. Vandaag hebben we verteld hoe Je het brood brak en deelde met jouw vrienden. Je vraagt ons ook te delen, zoals Jij dat deed. Help je mij? Amen
26
Witte Donderdag: deel met Jezus
De tafel staat gedekt, alles ligt klaar
1. Lied: Brood om te delen Vandaag vieren wij feest, zoals Jezus (verhaal gisteren). Bij een feest hoort muziek. Samen zingen wij: Brood om te delen
Brood om te delen tekst en muziek: Veronique Claeys
3 & b 4 Ϫ 5
œ œ J
Brood
om te
j œ œ
& b Ϫ
9
sa - men te
&b œ
Je
œ
œ
-
zus
œ
de - len
œ
œ
e - ten
œ met
‰ œj
œ
toen
Ϫ
j œ œ
jou
en heel
Ϫ
j œ œ
en nooit
œ
ve - len
œ
deed.
2. Dankgebed: we bidden samen aan tafel vóór de maaltijd Lk: Papa koopt de choco. De boer zorgt voor de melk. De bakker bakt het brood. Daarvan word ik groot. Dank U God, U bent zo goed dat ik U ervoor danken moet.
3. Dramatisatie: het laatste avondmaal • LK: Jezusfiguur • rustige achtergrondmuziek
4. Bijbel: Na de maaltijd gaat Jezus in de tuin om te bidden. (prent)
27
œ
te ver - ge - ten
˙
De leerlingen aten het brood. Ze dronken de wijn. Toen gingen ze met Jezus naar buiten. Er was daar een tuin met bomen. Jezus ging daar bidden.
œ
Œ
œ
om
‰ œj wat
5. Bezinvers (inleiding lied: ik maak het even stil) Lk: Lieve God, samen spelen met mijn vriendjes. Samen eten met mijn vriendjes. Ik vind het fijn. Dankjewel dat ik ook Jouw vriendje mag zijn.
28
Goede Vrijdag: bid met Jezus
Vooraf Eventueel samen met lagere school samen deze celebratie houden. Klemtoon leggen op de kruishulde/bloemenhulde. Het vlaggetje of bloempje dat gebruikt werd op Palmzondag kan hier eventueel weer gebruikt worden. Niet de klemtoon leggen op het verraden. Wel even aanhalen dat er mensen zijn die boos zijn op Jezus. Waarom? b.v. sommige mensen zijn bang dat Jezus de koning wil zijn… Maar Jezus wil dat niet, hij wil vriend zijn!
1. Bijbel We beginnen waar we gisteren gestopt zijn: Jezus gaat bidden in de tuin. Zijn vrienden zijn bij Hem…. Toen gingen ze met Jezus naar buiten. Er was daar een tuin met bomen. Jezus ging daar bidden. Zijn leerlingen bleven bij Hem. Maar ze vielen in slaap. Jezus was bang en verdrietig. Er kwam een troep soldaten en die namen Jezus mee. Ze wilden Hem doodmaken. Jezus werd met de zweep geslagen. De soldaten lachten Hem uit. Ze maakten een kroon van dorens. Die duwden ze op zijn hoofd. Veel mensen schreeuwden: Kruisig Hem! Kruisig Hem! Buiten de stad was een heuvel. Daar brachten ze Jezus heen. Ze nagelden Hem aan een kruis. Plotseling werd het donker. Het was midden op de dag. Drie uur lang bleef dat zo. Jezus stierf. Naar Sylvia Vanden Heede in ‘En God maakte de mens’
2. Hulde - Dankbaar zijn Kinderen, hebben jullie nu ook dat rare gevoel dat we eigenlijk verdrietig moeten zijn, want Jezus is dood op het kruis. Maar… vandaag denken we ook terug aan de vele goede dingen die Jezus gedaan heeft: hij kon zo mooi vertellen, hij troostte de mensen, hij genas mensen … Al die goede dingen van Jezus maken ons blij. We zijn blij met wat Jezus ons geleerd heeft. We zien Jezus graag! Dat willen we Hem vandaag zeggen/zingen: 29
Mag ik jou heel even zeggen
D‹
2 & b4 œ
œ
ik
Mag G‹
&b œ 'kzie
œ
œ je
œ
jou
heel D‹
œ
œ
graag, ik G‹
&b œ œ œ œ uit
œ
œ
hou
j œ ‰
e
œ
van
‰
te leg - gen: 'kBen
j œ zo
œ
œ
-
ven D‹
œ
jou. D‹
j œ ‰
blij
• Kdn leggen, eventueel zelfgemaakte, bloem bij het kruis • muziek op de achtergrond bij deze kruishulde.
We zien Jezus graag! Daarom bidden we samen - gebedshouding -: Lieve Jezus, wat jammer dat Je dood moest gaan. Je bent zo goed voor iedereen. Wij zien Je graag! Dank je wel dat Jij ons graag ziet!
©
Samen: Dank je wel dat Je ons graag ziet!
30
-
œ
œ
'kHoef het je A‹ D‹
j ‰ œ
met
Uit: “Straaltje van de maan”, Riet Vanloo - Ann Willems - Jos Bielen Pag 52 - uitg. Averbode
We leggen een bloem neer bij het kruis.
zeg
œ
“Mag ik jou heel even zeggen: ‘k Zie je graag, ik hou van jou. ‘k Hoef het je niet uit te leggen: ‘k Ben zo blij met jou!”
We zien Jezus graag! Dat willen we Hem vandaag ook tonen:
œ
œ
jou!
gen:
œ
niet
Œ
3. Op naar Pasen … We zien Jezus graag! Daarom willen we ook een beetje worden zoals Jezus! Lief en goed voor alle mensen. Als ook wij zo goed zijn als Jezus… dan is het net of Jezus verderleeft … en dat vieren we zondag op Pasen. Belangrijk: op het einde van deze viering op Goede Vrijdag toch hoopvol vooruit kijken. Het lijdensverhaal op zich is zwaar beladen voor veel kleuters. Vóór ze op vakantie gaan toch een boodschap van hoop meegeven! We suggereren: de paaseieren zijn pas voor na de Paasvakantie (zie celebratie maandag na de paasvakantie) maar we geven wel hoopvolle woorden mee.
31
Pasen: leef met Jezus!
Vooraf Viering na de paasvakantie: bedoeling is met de kleuters een celebratie te houden, bij voorkeur in de kerk. De kleuters maken kennis met de blijde boodschap van Pasen en krijgen kansen tot beleving om de paassymbolen te verkennen (licht en water)
1. Lied “Mag ik jou heel even zeggen: ‘k Zie je graag, ik hou van jou. ‘k Hoef het je niet uit te leggen: ‘k Ben zo blij met jou!” Uit: “Straaltje van de maan”, Riet Vanloo - Ann Willems - Jos Bielen Pag 52 - uitg. Averbode
2. Bijbel Vóór de paasvakantie hoorden we droevig nieuws… Jezus is dood Jezus is gestorven en werd begraven. Wat gebeurt er nu? Lk. vertelt het paasverhaal De vrienden van Jezus hadden verdriet. Ze haalden zijn lichaam van het kruis. Ze legden het in een graf. Dat was een hol in de rotsen. Ze rolden een steen voor het graf. Maar het was al avond. Daarom gingen ze naar huis. De volgende dag was het sabbat. Dan mocht niemand werken. Maar de dag daarna mocht dat wel. Een paar vrouwen gingen naar het graf. Het was nog heel vroeg. De vrouwen hadden zalf en olie bij zich. Dat was om het lichaam van Jezus te verzorgen. Zo ging dat in die tijd. Toen ze bij het graf kwamen, schrokken ze. De steen was weg! Het graf was open! Iemand in witte kleren zei: ‘Wees niet bang! Jullie zoeken Jezus. Maar Hij is er niet. Hij is weer levend geworden.’ De vrouwen renden weg. 32
Ze vertelden het grote nieuws. Ze zagen wel dat het graf leeg was. Maar ze snapten er niets van.
3. Tekens en symbolen Als mensen feest vieren, als mensen blij zijn, dan tonen ze dat. Iedereen mag het goede nieuws zien en horen! Ook wij zijn blij omdat Jezus leeft. Wij tonen dat: Paaskaars: op een feest maken we licht In de kerk kwam een nieuwe paaskaars. Een hele grote kaars die zegt: Jezus leeft! Het is Pasen! Aansteken kaars Het licht zegt: Jezus is er altijd voor ons, ook als het eens heel moeilijk of donker is. Jezus wil ons altijd blij maken. Een hele grote kaars: zo’n groot licht wil Jezus voor ons zijn. Indien haalbaar: elke kleuter heeft een theelichtje, krijgt vuur van de paaskaars en plaats het kaarsje vooraan. Doopwater: nieuw doopwater In water groeit leven.. vissen in het water… in mama’s buik groeit een kindje in water … zonder water kunnen dieren, planten, mensen niet leven… water maakt ook mooi en fris … Daarom nemen vele mensen ook een beetje water als ze binnenkomen in de kerk, ze maken een kruisje met water en zeggen zo: Jezus, je mag ons mooi maken, want Jij houdt van ons en wij houden van jou – van boven naar onder, van hier naar ginder! Ook vandaag willen wij zeggen: Jezus, Je mag ons mooi maken! Alle kinderen maken een kruisje met nieuw doopwater (voortonen!)
4. We bidden samen Als we blij zijn, dan willen we ook God danken. We maken het heel stil en bidden samen tot onze Vader: - gebedshouding - Lk leest voor - kdn herhalen Goede Vader, Dank U wel voor dit paasfeest. We zijn blij dat Jezus leeft. Dank U dat u ons graag ziet. Dank U dat U een lichtje voor ons wil zijn. Amen.
5. Paasklokken Er is nog iets bijzonders gebeurd in de kerk in de paasvakantie: om te laten zien hoe blij we waren, hebben we de klokken laten luiden! Ook vandaag luiden de klokken blij! Ofwel klokken luiden echt - ofwel opname klokkengeluid – we bewegen de armen mee -
33
6. Paaseitjes Op Witte Donderdag begon het kleine klokje van de kerk heel hard te luiden.. zo hard dat het los kwam en weg vloog … het kleine klokje kwam hoog in de lucht alle andere klokken tegen en samen vlogen ze naar Rome! Vele mensen waren ongerust: komt ons kleine klokje nog terug? Maar op Pasen, héél vroeg in de morgen, hoorden ze hun kleine klokje terug! En wat had het meegebracht? Paaseieren! De paaseitjes worden uitgedeeld. MUZIEK: mensen maken blijde muziek! We luisteren naar een stukje uit het Hallelujah van Händel terwijl we de paaseitjes uitdelen. Eventueel te gebruiken telkens vóór het bezinvers.
34
Stapkalender Aswoensdag
35
Goede Weeklied 2013 Goede Week 2013
swing feel
C
&c œ
Op Je
3
G7
& œ
œ
œ
een zus
-
Ho Zijn
œ
ge ver
he haal
-
œ
Al - le was - te
œ
œ
men - sen hen de
F
& œ
œ
zwaai - en deel - de
7
ko - ning is nu
G7
& œ
11
palm het
brood
en en
œ
œ
-
œ
Je - zus, dan ook
œ
Le - ven
j œ
œ
zo - als
doe
œ
mijn
best
vriend
zijn,
j œ
œ
lief
zijn,
F
& œ
j œ
zacht
œ
œ
ik
wel
vaar - dig
œ
zijn
œ
voor
j œ
kan
pro - be
œ
œ
het
œ
le
‰
œ
en
en 36
œ
œ
-
ren,
F
œ
rijk
G7
œ
-
œ
arm.
˙
œ
ik
Ϫ
ren:
‰
warm, C
˙™
Œ
œ
ver - driet. als Hij!
-
G
œ
Ze en
luid": zijn."
maar lie
A‹
œ
œ
wil
ik
E7
een zo
œ
dat
‰
œ
F
j œ
œ
Je - zus,
œ
G
wat ven
-
le
-
"Geef "Zo
œ
œ
j œ
‰
œ
niet!' blij
C
zing jul
'de Het
uit: wijn:
ben Jij la - chen
en bij
Ze Hij
j œ
œ
œ
j œ
koos staan!
roe - pen ook de
œ
een kans al - tijd
œ
j œ
‰
œ
pad. één.
men ge -
D7/F©
boos daan,
œ
zijn voor
-
Œ
œ
stad. neer.
ren ge -
œ
ar op
de Wij
A‹
& œ
15
de vre feest.
œ
C
& œ
13
de is
met toen
-
œ
langs één
œ
de ze
C
chen ten
œ
van groot
wa niet
œ
œ
œ
door voor
ren is
œ
dood - den wil - len
& œ
voor Hij
œ
zel de
œ
Je - zus zal Ik
9
-
-
jui voe
om - dat Je - zus Hal - le - lu - jah,
5
œ
e kniel
T&M: Nele Fiers
G
j œ
recht -
Ó
Strofe 1 Op een ezel door de stad, alle mensen juichten langs zijn pad. Ze zwaaiden met palm en riepen uit: “Geef Jezus een kans en zing maar luid”:
Refrein Leven zoals Jezus, dat wil ik wel proberen, ik doe mijn best, ik kan het leren: vriend zijn, lief zijn, zacht en warm, rechtvaardig zijn voor rijk en arm.
Strofe 2 Jezus knielde voor ze neer, Waste hen de voeten één voor één. Hij deelde toen het brood en ook de wijn: “Zo zal ik altijd bij jullie zijn”
Refrein Leven zoals Jezus, dat wil ik wel proberen, ik doe mijn best, ik kan het leren: vriend zijn, lief zijn, zacht en warm, rechtvaardig zijn voor rijk en arm.
Strofe 3 Hoge heren waren boos omdat Jezus voor de armen koos ‘de koning van de vrede ben jij niet!’ Ze doodden Jezus, wat een verdriet!
Refrein Leven zoals Jezus, dat wil ik wel proberen, ik doe mijn best, ik kan het leren: vriend zijn, lief zijn, zacht en warm, rechtvaardig zijn voor rijk en arm.
Strofe 4 Zijn verhaal is niet gedaan, Hallelujah, hij is opgestaan! Het is nu groot feest, wij lachen blij en willen dan ook leven zoals Hij.
Refrein Leven zoals Jezus, dat wil ik wel proberen, ik doe mijn best, ik kan het leren: vriend zijn, lief zijn, zacht en warm, rechtvaardig zijn voor rijk en arm.
37
Palmzondag Goede Vrijdag
Geef Jezus een kans
Bid met Jezus
Witte Donderdag Pasen!
Deel met Jezus
Jezus leeft
deze bundel is een uitgave van de scholengemeenschappen Arkorum, Moorsledegem, Kust en Polder WEPABA (DPB Brugge) & COM-PAS (VSKO Brussel)