De fabelachtige wereld van de fotografie Profielwerkstuk 2013
Jaëla Arian en Lottie van Haastrecht Begeleider: Harma van Duijn
Inhoud 3.................................................................................................................................................. Inleiding 4................................................................................................................. Geschiedenis van de blauwdruk 5................................................................................................................... Geschiedenis van de blauwdruk 6....................................................................................................................................... Camera obscura 7......................................................................................................................................... Donkere kamer 8................................................................................................................................................. De foto’s 9..........................................................................................................................................De negatieven 10........................................................................................................................................ Ultraviolet 11................................................................................................................................... Methode blauwdruk 12........................................................................................................................................ Methode zoutdruk 13...................................................................................................................................Blauwdruk chemish 14............................................................................................................................... Zoutruk chemisch 15..................................................................................................... Het ontwikkelproces in beeld 17..................................................................................................................................... Het experiment 18............................................................................................................... Resultaten experiment I 19....................................................................................................................... Resultaten experiment II 20............................................................................................................................. Resultaten bespreken 21.............................................................................................................. Resultaten experiment I in beeld 22............................................................................................................. Resultaten experiment II in beeld 23...............................................................................................................................................Conclusie 25........................................................................................................................................... Foutanalyse 26................................................................................................................................ Vervolgexperiment 27................................................................................................................................................ Logboek 28.................................................................................................................................................. Bronnen 29.................................................................................................................................................. Bedankt
2
Inleiding Wat zijn de verschillen tussen de zoutdruk en de blauwdruk? Het kiezen voor het onderwerp van het profielwerkstuk was voor ons niet erg lastig. Wij houden ons beiden bezig met het maken van foto's, het lag dan ook voor de hand om hier iets mee te gaan doen. Wat we echter met fotografie konden was een stuk lastiger aangezien het exact en wetenschappelijk moest zijn. Zo kwamen we op het idee om iets met het scheikundige ontwikkelproces van foto's te gaan doen en we doken in de wereld van de oude fotografie. We hadden echter geen weet van wat voor ouderwetse ontwikkelmethodes er zijn, Rien Walrave kon ons daar meer over vertellen en na een gesprek met hem besloten we om ouderwetse ontwikkelprocessen met zilvernitraat en ijzernitraat te gaan onderzoeken. Na onze eerste keer in de donkere kamer waren we al verliefd en ons enthousiasme is gedurende het proces alleen maar toegenomen.
We hopen door het beantwoorden van de deelvragen een antwoord te vinden op de hoofdvraag. Een belangrijk deel van ons onderzoek zal zich daarom afspelen in de donkere kamer waar we de ontwikkelmethodes van de blauwdruk en de zoutdruk zullen leren kennen en begrijpen. Voor het beantwoorden van de laatste deelvraag zijn uitgebreide experimenten met belichtingstijden nodig. We willen de lezer van dit verslag een beeld te geven van de prachtige wereld van de ouderwetse fotografie en deze zo weer tot leven te roepen.
Onze hoofdvraag is: Wat zijn de verschillen tussen de zoutdruk en de blauwdruk? Onze deelvragen zijn: Wat is de geschiedenis van de blauwdruk en de zoutdruk? Hoe gaat het ontwikkelproces van de blauwdruk en de zoutdruk in zijn werk? Wat is het chemische ontwikkelproces van de blauwdruk en de zoutdruk? Wat is de ideale belichtingstijd van de blauwdruk en de zoutdruk?
Aan het werk in de donkere kamer
3
Geschiedenis van de blauwdruk Wat is de geschiedenis van de blauwdruk? snel was, de benodigde materialen waren goedkoop en het proces was veilig. Men keerde deze techniek bijna af omdat het te toegankelijk was. Ook is de blauwdruk in de fotografie nooit echt populair geweest vanwege de diepblauwe kleur. Men prefereerde het zwart-witbeeld, en hierdoor is de blauwdruk binnen de fotografie na korte tijd weer verdwenen.
De lichtgevoeligheid van ijzerzouten is in 1840 ontdekt door John F.W. Herschel (1792-1871), hij heeft de basis gelegd van het cyanotypieprocedé, waarvan nu vooral de blauwdruk bekend is. Herschel was hoofdzakelijk sterrenkundige en hij gebruikte de blauwdruk om fotokopieën van zijn nota's te maken. Herschel beschreef dat ijzer(III)zouten (ferrizouten) onder invloed van licht kunnen omvormen tot ijzer(II)zouten (ferrozouten). Na belichting kreeg hij een blauw positief beeld. Hij beschreef ook een methode om een blauw positief beeld te krijgen, deze werd ronde 1877 uitgevoerd door Henri Pellet.
Bronnen 1 en 4 geraadpleegd.
Anna Atkins (1799-1871) heeft de blauwdruk gebruikt om planten vast te leggen gedurende haar botanische studies, in 1943 kwam van haar het boek Photographs of Britisch Algae: Cyanotype Impressions in zeer gelimiteerde oplage uit. De blauwdruk heeft ook wat bekendheid verworven onder de fotograaf Gustave Le Secq die de methode onder andere gebruikte om illustraties te maken van gotische kerken in Parijs. De blauwdruk werd een tijd veel gebruikt door ingenieurs en architecten om bouw- en werktekeningen te kopiëren. Hier komt het ook vandaan dat het woord blauwdruk in de hedendaagse taal nog steeds gebruikt wordt met de betekenis van schets of voorlopig plan. Toen deze ontwikkeltechniek toegankelijk werd voor mensen waren er meerdere ‘nieuwe’ technieken. Veel van deze ‘nieuwe’ technieken waren te langzaam, te duur of vereiste het gebruik van gevaarlijke stoffen. Eigenlijk was de blauwdruk de enige techniek die heel
Dit is een blauwdruk van Anna Atkins
4
Geschiedenis van de zoutdruk Wat is de geschiedenis van de zoutdruk? William Henry Fox Talbot (1800-1877) heeft in 1839 de calotypie (ook wel talbotypie) uitgevonden. De calotypie maakte het negatief-positief fotoprocedé, dat nu nog steeds gebruikt wordt, mogelijk. In 1847 vond de fransman Blanquart-Evrard een verbeterde versie van de calotypie uit. Hij stelde voor om een nat ontwikkelproces aan te houden, dit was wel tot vier maal sneller dan het oude ontwikkelingsproces. Een nadeel was echter dat de kleur een beetje somber grijs werd, deze was voorheen roodachtig sepia.
afdrukken van objecten door deze op het fotopapier leggen gedurende de belichting.
Een van de oudste fotografische technieken is de zoutdruk. Tussen 1839 en 1860 was de zoutdruk de overheersende techniek voor het afdrukken van foto's op papier. Tijdens het begin van de zoutdruk werd er nog niet met negatieven gewerkt want deze bestonden nog niet. Men gebruikte de zoutdruk voornamelijk om tekeningen te reproduceren en voor het rechtstreeks
De zoutdruk is afgeleid van de “photogenic drwaings” van Talbot. Hierbij was het papier doordrenkt met een NaCl oplossing Bron 5 geraadpleegd.
Wat is een zoutdruk? Met de term zoutdruk wordt de éénlagige zilverdruk bedoeld. Éénlagig houd in dat het natriumthiosulfaat zich zonder hulp van een bindmiddel (zoals gelatine) op het papier blijft zitten. De zoutdruk heeft een rood-bruin achtige kleur, een purperen of een geelbruine kleur.
Dit is een zelf ontwikkelde zoutdruk volgens het ouderwetse procedé.
5
Camera obscura Het begin van de fotografie De camera obscura staat aan het begin van de fotografie. Camera obscura betekent in het Latijn letterlijk donkere kamer. In eerste instantie werd de camera obscura alleen gebruikt om een geprojecteerd beeld over te trekken, vooral schilders maakten hier gebruik van. De camera obscura was ook een kermis attractie waar bezoekers naar een geprojecteerd beeld konden kijken. Later zijn er methodes uitgevonden om het geprojecteerde beeld direct op lichtgevoelig materiaal te vallen en zo het beeld vast te leggen.
Als testexperiment hebben wij een camera obscura gebouwd omdat deze zo fundamenteel voor de fotografie is. Een camera obscura is simpel te bouwen, zo hebben wij dit ook gedaan. Je creëert een donkere ruimte zoals een kamer, een doosje of een blik, wij hebben een schoenendoos gebruikt. Aan de ene kant van de schoenendoos maak je een groot gat en dit bedek je met overtrekpapier. Dit fungeert als het beeldscherm waar het beeld op geprojecteerd zal worden. Dan maak je aan de andere kant een kleinere opening waarover je aluminium folie plakt en vervolgens hier een heel klein gaatje in maakt. Dit gaatje fungeert als de lens en hier valt het licht doorheen. Het gevormde beeld wordt onderste boven geprojecteerd net zoals bij fotografen met lenzen. Een bijzonder effect van de camera obscura is dat deze een oneindige scherptediepte heeft.
Een hedendaagse Cubaanse kunstenaar Abelardo Morell is bekend om zijn foto’s waarbij hij een gehele kamer in een camera obscura omtovert. Hij gaat dan vooral naar bekende toeristische gebouwen en laat deze dan via de methode van de camera obscura op de muur van de kamer projecteren. Dit is een van zijn schitterende foto’s.
Bronnen 2, 11 en 13 geraadpleegd.
Dit plaatje laat zien hoe een camera obscura werkt
6
De donkere kamer Waar het allemaal gebeurd Door de opkomst van de digitale fotografie werd de donkere kamer vrijwel overbodig. Alle handelingen die vroeger in de doka gebeurde konden nu digitaal uitgevoerd worden. Er worden nog wel foto's in donkere kamers ontwikkeld maar dit gebeurd bijna alleen nog maar door liefhebbers.
De donkere kamer is in de fotografie een belangrijke term, een donkere kamer is namelijk essentieel voor het ontwikkelen van foto’s. Hier is eerst een korte uitleg over de donker kamer in het algemeen. Het ontwikkelen van foto's gebeurd in een doka ofwel donkere kamer. Een donkere kamer is een lichtdichte ruimte, op deze manier kan er met lichtgevoelig materiaal gewerkt worden. Het belangrijkste in een donkere kamer is de vergroter: een lamp (naar buiten afgeschermd) werpt een lichtbundel op een condensor (verdichte) en schijnt door het negatief. Het negatief is een foto op een meestal doorzichtige drager waarbij de kleuren van de foto het tegenovergestelde zijn van hun natuurlijke verschijning. De lens (objectief) projecteert het negatief op een grondplank. Het scherp gestelde beeld valt hier voor een bepaalde tijd op het lichtgevoelige papier. Vervolgens gaat het lichtgevoelige papier achtereenvolgens in drie baden. Deze zorgen voor het ontwikkelen en het fixeren van de foto. Als laatste wordt de foto uitgespoeld en gedroogd.
Wij hebben de donkere kamer op een andere manier gebruikt dan gebruikelijk is, dit komt doordat wij met ouderwetse ontwikkelmethodes hebben gewerkt. Het was natuurlijk van groot belang dat het donker was tijdens het ontwikkelen. Er was bij ons geen vergroter nodig omdat de negatieven al op goede grootte hadden afgedrukt. De gebruikelijke drie baden kwamen er bij ons ook niet aan te pas. Het papier dat we lichtgevoelig hadden gemaakt hoefde na de belichting onder de UV-bak alleen nog maar uitgespoeld te worden met water. Bij de zoutdruk was wel nog een fixeerbad nodig na het uitspoelen. Bronnen 13 en 14 geraadpleegd.
Van de jaren '50 tot de jaren '80 hadden veel mensen thuis een donkere kamer. Hier ontwikkelde zij hun eigen zwart-witfoto's. Het thuis ontwikkelen was eenvoudig en goedkoop maar met de opkomst van de kleurenfotografie veranderde dit. Het ontwikkelen werd duurder en het behalen van een mooi resultaat werd lastiger. Alle foto's werden vanaf dat moment in fotowinkels ontwikkeld.
Een vergroter
7
De foto’s We hebben drie foto's uitgekozen om te gebruiken voor het ontwikkelen. Deze verschillende foto's hebben we uitgekozen omdat ze verschillende eigenschappen hebben. We beschrijven de foto’s nu van boven naar onder. De eerste foto is een gedetailleerde foto met scherptediepte, om te kijken of dit bij het ontwikkelen goed naar voren kwam. Even ter verduidelijking, scherptediepte houdt de zichtbare afstand tussen de dichtstbijzijnde en verste punten die wel scherp zijn afgebeeld in. De volgende foto is een portret foto, hier kun je zien hoe een mens naar voren komt op een foto en deze foto is van relatief dicht bij genomen. De laatste foto is van een vrachtwagen, dit hebben we gedaan omdat we ook wouden zien hoe een groot voorwerp uit het ontwikkelen zou komen.
8
De negatieven Om de uitgekozen foto's te kunnen ontwikkelen moesten we er een negatief van maken. Bij een negatief zijn de waarden van licht en donker de omgekeerde waarden van de originele foto. Onze foto's zijn met een digitale spiegelreflexcamera gemaakt, op de computer kun je in Photoshop het negatief maken. Vervolgens print je dit negatief op een doorzichtig plastic vel. Je legt het negatief op het lichtgevoelige papier, op de plekken waar er licht door het negatief kan kleurt de foto donker en op de plekken waar het licht er niet doorheen kan, vind er juist geen reactie plaats. Na uitspoelen van de niet geregeerde deeltjes kun je het originele, positieve beeld van de foto bewonderen. Onder elk negatief zit een belichtingstrappetje, deze loopt van donker naar licht in zestien verschillende tinten. Het idee hiervan is dat hoe meer verschillende tinten er te zien zijn, hoe beter de foto gelukt is. Je zou natuurlijk ook kunnen kijken welke foto je het mooist vind, maar er is niet één definitie van wat het mooist is. Om hier dus objectief iets over te kunnen zeggen tellen we hoeveel verschillende tinten er te zien zijn op het belichtingstrappetje, dit zal vooral handig zijn bij het bepalen van de ideale belichtingstijd.
9
Ultraviolet Ultraviolet straling is in 1801 ontdekt door een fotograaf, Wilhem Ritter, die met zilverchloride werkte en merkte dat dit hierdoor verkleurde. Ultraviolet straling kent vele toepassingen, wij gebruikte het als belichtingsmethode voor het ontwikkelen van onze foto's. UV-licht is elektromagnetische straling, deze is niet of nauwelijks waarneembaar door het menselijk oog, dit kan namelijk alleen lichtgolven tussen de 380 en de 780 nanometer waarnemen en de golflengte van ultraviolet ligt tussen de 100 en de 400 nanometer. De ultraviolet bak
Tijdens het begin van de fotografie werd gewoon zonlicht gebruikt voor het ontwikkelen. Het ontwikkelen duurde daarmee erg lang en de zon was ook geen stabiele bron van licht omdat er wolken voor konden komen. Nadat in 1801 de ultraviolet straling ontdekt was werd deze vorm veel gebruikt bij de ouderwetse ontwkkelprecesen. Deze konden nu veel sneller uitgevoerd worden. Het eindresultaat was ook veel beter voorspelbaar door de constante lichtbron, hierdoor kon je de belichtingstijd berekenen. Wij hebben onze foto’s ontwikkeld onder een lichtbak met negen ultraviolet lampen er in.
De ultraviolet bak staat aan
10
Methode blauwdruk Hoe gaat het ontwikkelproces van de blauwdruk en de zoutdruk in zijn werk? het papier met het negatief er op, moeten strak tegen elkaar aan zitten, dit kun je bijvoorbeeld doen door er wasknijpers aan te bevestigen.
Hier volgt eerst de methode om ongeveer een hoeveelheid van 100ml van het mengsel voor blauwdrukken te maken. 1. Weeg 12,5g ammoniumijzercitraat af en meng dit in 50ml lauw water. 2. Weeg 5g kaliumijzercyanide af en meng dit in 50ml lauw water. 3. Meng deze twee zojuist gecreëerde oplossingen. 4. Doe dit vervolgens in een ‘donker’ flesje, zodat het mengsel niet kan reageren door licht.
Dit pakketje wordt nu onder de ultraviolet lampen gelegd (de precieze tijden worden later in het verslag behandeld). Als de tijd om is gaat het fotopapier in een bak met stromend water, dit kan gewoon een aanrecht zijn, op deze manier worden de niet geregeerde stoffen uitgespoeld. Als je dit niet doet reageert uiteindelijk de hele foto en wordt het beeld helemaal blauw. Na het uitspoelen hoeft de foto alleen nog maar te drogen en dan heb je je eigen blauwdruk.
Met dit mengsel kan je een aantal honderden papieren mee insmeren zodat ze klaar zijn voor gebruik voor het ontwikkelproces.
Bron 1 geraadpleegd.
Smeer elk blaadje voorzichtig in met het mengsel, dit breng je aan met een kwast zo dun mogelijk. Zorg wel dat je handschoenen aanhebt tijdens het insmeren. Daarna hang je het ingesmeerde blaadje op zodat het goed kan drogen. Het drogen duurt minimaal twee uur. Dit alles, het insmeren en drogen, moet absoluut in het donker gebeuren, er mogen namelijk geen lichtbronnen aanwezig zijn in de ruimte, dit zodat het mengsel niet al gaat reageren. Ook berg je alle gedroogde papieren in een donkere kast of lade. Als de foto's gedroogd zijn kun je aan de slag met het ontwikkelen, dit alles gebeurd in de donkere kamer. Je legt een negatief op het lichtgevoelige papier. Om te zorgen dat deze twee goed tegen elkaar aan liggen, leg je ze op een plankje en dek je ze af met een glasplaat. Het plankje en de glasplaat, met daartussen
11
Methode zoutdruk Hoe gaat het ontwikkelproces van de blauwdruk en de zoutdruk in zijn werk? gecreëerde mengsel. Dit gedeelte van het proces moet uiteraard in het donker plaats vinden, zodat de stoffen niet reageren. Ook is het erg belangrijk dat je hierbij handschoenen draagt, zodat contact van de stoffen met de huid vermeden wordt. Het is al helemaal van belang dat je zorgt dat je deze stof niet in je ogen of dergelijk krijgt, dit is namelijk erg schadelijk. Het is dus een erg schadelijk stof! Dit mengsel van zilvernitraat is kleur- en geurloos en je ziet dan ook niet duidelijk of het papier al is ingesmeerd en waar op het papier. Wij hebben dan voor de herkenning op elk papier een kruisje gezet op één zijde, zodat we dan vervolgens het zilvernitraat op de zijde van het papier smeren waar géén kruisje staat. Je laat de papieren vervolgens weer drogen, hierna zijn ze klaar voor het ontwikkelen.
Het tweede experiment is het uitvoeren van het ontwikkelproces van de zoutdruk. Bij dit proces moet je de fotopapieren twee keer insmeren voordat ze lichtgevoelig zijn en dus gereed voor het ontwikkelen. De eerste stap is het papier zouten. Dit wordt gedaan door het papier in een bad van een zoutoplossing te leggen. Bereidingswijze van de zoutoplossing 1) Weeg 10g natriumchloride af 2) Warm 500ml water op tot ongeveer een temperatuur van 50 graden Celsius 3) Meng deze twee, NaCl en water, goed totdat al het zout is opgelost. Laat de papieren er ongeveer drie minuten in liggen zodat ze goed doordrenkt raken. Vervolgens laat je de papieren drogen. De papieren hebben na het zoutbad dezelfde kleur als voor het zoutbad. Als dit gedaan is ga je naar stap twee.
Bron 4 geraadpleegd.
Stap twee is het papier lichtgevoelig maken. Deze stap wordt gedaan daar de papieren in te smeren met een lichtgevoelige oplossing. Bereidingswijze van de lichtgevoelige oplossing 1) Weeg 2g zilvernitraat af 2) Warm 15ml gedestilleerd water op tot ongeveer een temperatuur van 40 graden Celsius 3) Meng deze twee, AgNO3 en water, goed totdat het poeder volledig is opgelost Van elk papier smeer je één kant in met het zojuist
12
Blauwdruk chemisch Het chemische proces van de blauwdruk Bij de blauwdruk komen twee scheikundige stoffen te pas, dit zijn ammoniumijzercitraat (C6H5+4yFexNyO7 ) en kaliumijzercyanide ( K3[Fe (II)(CN)6] ). Deze stoffen worden eerst apart opgelost in gedestilleerd water. De verhoudingen van deze stoffen zijn terug te vinden in het hoofdstuk van de methode. Zodra de twee oplossingen samen worden gevoegd is het mengsel lichtgevoelig, daarom gaat het ook meteen in een lichtdicht flesje omdat te voorkomen dat het reageert. De ionen kunnen nu namelijk onder ultraviolet straling reageren. Het kaliumijzercyanide is een ijzer(III)zout en het ammoniumijzercitraat is ook een ijzer(III)zout. In het donker reageren deze twee niet met elkaar. Als ze bloot worden gesteld aan ultraviolet licht veranderd het ammoniumijzercitraat in een ijzer(II)zout. Dit ijzer(II)zout reageert met het kaliumijzercyanide tot KfeFe(CN)6·H2O ook wel Fe3+4[Fe2+(CN)6]3xH2O, deze stof wordt Pruischisch blauw genoemd, dit is de blauwe kleur waar de blauwdruk zijn naam aan te danken heeft. Er kan zowel ijzer(II)zout als ijzer(III)zout in voorkomen dat komt doordat het zich dan in verschillende oxidatie toestanden bevind, vandaar dat we zowel KfeFe(CN)6·H2O al Fe3+4[Fe2+(CN-)6]3xH2O noemen. Bronnen 9 en 10 geraadpleegd.
Molecuul van kaliumijzercyanide
Molecuul van ammoniumijzercitraat
13
Zoutruk chemisch Het chemische proces van de zoutdruk Bij de zoutdruk wordt het papier met twee stoffen behandeld om het lichtgevoelig te maken. Het papier wordt eerst in een oplossing van keukenzout gedrenkt, hierdoor komen er Na+ en Cl- ionen op het papier te zitten. Hierna wordt er een oplossing van zilvernitraat (AgNO3) op het papier gesmeerd. Het zilver van het zilvernitraat en het chloor van de keukenzoutoplossing gaan samen de volgende reactie aan: Ag+ (aq) + Cl- (aq) → AgCl (s) Het gevormde zilverchloride (AgCl) kan onder invloed van licht ontleed worden tot metallisch zilver. Het metallisch zilver geeft de donkere kleur aan de afbeelding. Waar de zilverchloride helemaal ontleed tot metallisch zilver wordt de foto bijna helemaal zwart. Na het belichten wordt de foto uitgespoeld om de niet gereageerde stoffen weg te laten spoelen, dit is niet genoeg om de foto te doen stoppen reageren. Om het beeld te fixeren moet de foto in een oplossing van thiosulfaat worden geweekt. Het thiosulfaat gaat de volgende reactie aan met het opgeloste zilvernitraat: S2O32- + 2Ag+ → Ag2S2O3 Op deze manier slaat alles neer als Ag2S2O3 , hierdoor zijn er geen zilverionen meer die met de chlorideionen kunnen reageren, de foto is gefixeerd. Bronnen 8 en 12 geraadpleegd.
Het Na+ en het Cl- ion
Zilvernitraat molecuul
14
Thiosulfaation
Het ontwikkelproces in beeld
De ultraviolet bak
De negatieve tussen het plankje en de glasplaat
De lichtbak, negatieven en stopwatches
Het lichtgevoellig papier en de negatieven woden klaargemaakt
De ultraviolet bak staat aan
Wachten tot dat de belichtingstijd voorbij is
15
Het ontwikkelproces in beeld
Het uitspoelen van de foto’s
Het aanrecht waar de foto’s in uitgespoeld worden
Het uitspoelen van de foto’s
De foto’s hangen te drogen
De foto’s hangen te drogen
16
Het experiment Wat is de ideale belichtingstijd van de blauwdruk en de zoutdruk? Het eerste experiment bestaat uit het toepassen van verschillende belichtingstijden tijdens het ontwikkelproces. Dit is om er achter te komen wat de ideale belichtingstijd tijd is voor optimaal resultaat, waarbij het wit echt wit is en het blauw echt blauw. Dit experiment wordt uitgevoerd onder ultraviolet lampen, dit is de standaard lamp om te gebruiken bij het ontwikkelen. Om objectief vast te stellen wat de ideale belichtingstijd is hebben we een belichtingstrapje naast het negatief afgedrukt. Hier lopen de tinten van wit naar blauw.
een water bad leggen. Dit wordt gedaan zodat de nog niet gereageerde ionen weg spoelen. Deze stap van het uitspoelen kan zowel bij blauwdruk als bij zoutdruk met kraanwater worden uit gevoerd en ook het afvalwater kan gewoon door de gootsteen. Je legt de foto’s dan voor tien minuten in een koud water bad en het liefs met stromend water, laat dan ook de kraan door lopen. Ook leg je de foto’s met de kant van de afbeelding in het water, zodat de ionen gemakkelijker weg kunnen vallen. Na de tien minuten afspoelen laat je uiteraard de foto’s goed drogen.
Dit experiment wordt uitgevoerd in twee stappen. De eerste stap is het negatief belichten met tussen stappen van dertig seconden. Dit houdt dus in dat de eerste foto dertig seconden belicht wordt, vervolgens de tweede foto één minuut, enzovoort. Als het resultaat zichtbaar is, wordt foto vergeleken met zijn belichtingstijd ernaast. Tussen de twee meest ideale belichtingstijden gaan we vervolgens preciezer meten dit is stap twee.
We voeren dit bovenstaande uitgelegde experiment uit met de drie uitgekozen foto’s voor dit project.
Bij stap twee meten we met belichtingstijden van tien seconden. Als uit de vorige uitkomsten bleek dat de ideale belichtingstijd tussen minuut één en twee lag, dan krijgt de eerste negatief een belichtingstijd van één minuut en tien seconden, de tweede negatief een belichtingstijd van één minuut en twintig seconden en zo door tot de twee minuten. Als de foto’s het aantal gewenste minuten belicht zijn door de ultraviolet lampen, moet je ze onmiddellijk in
17
Resultaten experiment I Resultaten blauwdruk We hebben eerst de experimenten uitgevoerd met de blauwdruk. De blauwdruk hebben we telkens twee keer toegepast bij het ontwikkelen, zodat we de ontwikkeling techniek goed onder de knie zouden krijgen en ook voor de nauwkeurigheid van de resultaten. De experimenten vergde veel precisie en concentratie, en natuurlijk veel tijd. Wegens gebrek aan tijd en het goed beheersen van de techniek hebben we de zoutdrukken maar eenmalig ontwikkeld. In een ideale situatie was dit uiteraard twee keer geweest. Resultaten van de blauwdruk Hier zijn de resultaten van het aantal tinten blauw in het belichtingstrappetje onder elke foto bij de grove belichtingstijden van dertig seconden verschil.
Bij deze grove metingen is te zien dat het grootst aantal tinten bij 3,0 minuten ligt. We hebben besloten om voor het volgende experiment kleinere verschillen te nemen tussen de belichtingstijden. We kiezen er nu voor om preciezer te werk te gaan en dan ook belichtingstijden te nemen met stapjes van tien seconden. Uit de vorige gemeten gegevens is af te lezen dat de ideale belichtingstijd voor de blauwdruk ongeveer tussen de twee en drie en een halve minuut liggen. Voor het vervolg experiment nemen we dan ook de tijd waarden van 2,10min tot en met 3,20min, en dus stapjes van tien seconden, dan komen je uiteindelijk op acht verschillende meetwaardes uit. Ook bij dit experiment voeren we elke ontwikkeling per tijd twee keer uit. Hier zijn de resultaten van het aantal tinten blauw in het belichtingstrappetje onder elke foto bij de belichtingstijden van tien seconden verschil.
18
Resultaten experiment II Resultaten zoutdruk Bij de zoutdruk hebben we het ontwikkelen van de foto’s met de grove belichtingstijden twee maal uitgevoerd. Helaas is dit niet volledig gelukt omdat bij de belichtingstijd van vier minuten de foto’s zo slecht waren uitgevallen dat we deze niet mee konden nemen bij de resultaten. Bij de andere twee belichtingstijden waren de foto’s niet veel beter geworden, maar we hebben ons best gedaan om toch zo objectief mogelijk het aantal tinten ‘bruin’ te tellen. Hier zijn de resultaten van het aantal tinten ‘bruin’ in het belichtingstrappetje onder elke foto bij de grove belichtingstijden van één minuut verschil.
Uit de bovenstaande resultaten hebben we afgeleid dat vier minuten belichten te lang was, dit was te zien aan het te donker zijn van de foto’s. We hebben dan ook besloten om bij het tweede experiment waarden van de belichtingstijden tussen de 2,10 en 3,20 te nemen, met stappen van tien seconden. Uiteindelijk hadden we dan negen te meten belichtingswaarden. Zoals al eerder is vermeldt hadden we door onder andere tijdgebrek deze experimenten maar eenmalig kunnen uitvoeren. Hier zijn de resultaten van het aantal tinten ‘bruin’ in het belichtingstrappetje onder elke foto bij de belichtingstijden van tien seconden verschil.
19
Resultaten experiment I bespreken
Uit de bovenstaande uitgewerkte resultaten is af te lezen dat het gemiddelde aantal tinten blauw het hoogst is bij 2,40 minuten. Hoe minder de belichtingstijden af wijken van de 2,40 minuten, hoe hoger het aantal tinten blauw. Wel lopen deze resultaten natuurlijk heel dichtbij elkaar, omdat de tussenstapjes zo klein mogelijk zijn, hier dus tien seconden. Hieruit concluderen wij dat 2,40 minuten de ideale belichtingstijd voor de blauwdruk is.
Resultaten experiment II bespreken
Deze resultaten zijn naar onze mening nogal verrassend. Zoals duidelijk te zien is bij deze resultaten, is dat er geen ‘hoogste’ waarde is waar langzaam naar op wordt gebouwd en weer afgebouwd. In deze bovenstaande resultaat rijen zijn de resultaten heel nauw bij elkaar en lijkt het bijna willekeurig wanneer een resultaat hoger uitvalt dan een andere resultaat. Wel vinden uit deze reeks de hoogste waarde ( 9,33 ) bij 2,20 minuten, maar de op één na hoogste waarde ( 9,00 ) is dan vervolgens bij 3,10 minuten. Aan de hand van deze gegevens is het wel duidelijk dat de ideale belichtingstijd tussen de twee en drie en een halve minuten in ligt, maar dat onderling een tijdsverschil van tien seconden geen een groot verschil maakt.
20
De resultaten experiment I in beeld
De blaudruk, belichtingstijd 1,00 min
De blaudruk, belichtingstijd 4,00 min
De blaudruk, belichtingstijd 2,40 min
21
De resultaten experiment II in beeld
Zoutdruk met belichtingstijd 2,20 min
Zoutdruk met belichtingstijd 3,10 min
22
Conclusie Wat zijn de verschillen tussen de zoutdruk en de blauwdruk? hebt aangebracht aangezien deze een geel-groene kleur hebben. Het meest opvallende verschil tussen de blauwdruk en de zoutdruk van de ontwikkelde foto's. De blauwdruk wordt gekarakteriseerd door de Pruisisch blauwe kleur terwijl de zoutdruk een grijs tot chocolade bruine kleur heeft.
We zijn weer terug waar we begonnen waren, de hoofdvraag: Wat zijn de verschillen tussen de zoutdruk en de blauwdruk? Beide ontwikkelprocedés hebben iets nagelaten, het blauwdruk procedé heeft de blauwdruk die lange tijd binnen de bauw en architectuur gebruikt werd achtergelaten en met de zoutdruk is ook het positief ontwikkelen dat vandaag de dag nog steeds gebruikt wordt uitgevonden. Als je kijkt naar de geschiedenis van beide ontwikkelprocessen is het zo dat dat de blauwdrukken nooit optimaal gewaardeerd is. Deels omdat de kleur van de foto's de mensen niet aansprak en ook omdat het procedé zo simpel was, men keerde deze techniek bijna af omdat het te toegankelijk was. De zoutdruk had wel de goede kleur en heeft dan ook een langere bloeiperiode gehad en werd vele malen serieuzer genomen binnen de wereld van de fotografie.
Chemisch gezien zijn de processen van de blauwdruk en de zoutdruk in de basis gelijk omdat ze beide met zouten werken. Maar de manier waarop de zouten met elkaar reageren is verschillend. Bij de zoutdruk gaat het om een twee relatief simpele ionen die samen neerslaan, deze neerslag is lichtgevoelig. Bij de blauwdruk gaat het om veel grotere zouten waarvan er één onder invloed van licht veranderd van een ijzer(III)zout naar een ijzer(II)zout, dit ijzer(II)zout reageert dan met het andere ijzer(III)zout. Bij de blauwdruk volstaat het om na het ontwikkelen met water te spoelen terwijl bij de zoutdruk er na het spoelen met water ook nog een fixeerbad nodig is.
Het ontwikkelproces van de blauwdruk is simpeler dan dat van de zoutdruk. Dit kun je ook duidelijk merken als je onze methode leest. De blauwdruk hoeft maar met een mengsel ingesmeerd te worden, terwijl de zoutdruk twee keer ingesmeerd moet worden. Bij het insmeren van de zoutdruk is het dan ook nog eens lastig dat de mengsels die je er op smeert kleurloos zijn waardoor je niet kunt controleren of je een dekkende laag hebt aangebracht. Bij de blauwdruk kun je meteen zien of je een dekkende laag ijzerzouten
Uit onze resultaten is gebleken dat de ideale belichtingstijd voor de blauwdruk 2,40 min was. De foto's van deze tijd staken met kop en schouder uit boven de andere belichtingstijden. Bij de zoutdruk waren de resultaten wat minder eenduidig. Vier minuten was duidelijk te lang en één minuut was veel te kort. De twee beste resultaten waren 2.20min en 3,10min deze tijden liggen best ver van elkaar af en de tijden hier tussen waren op één na allemaal redelijk gelukt. Hieruit concluderen wij dat de voor de zoutdruk de ->
23
Wat zijn de verschillen tussen de zoutdruk en de blauwdruk? belichtingstijd minder nauwkeurig ligt, ergens tussen de 2,20min en 3,10min, terwijl de belichtingstijd van de blauwdruk veel nauwkeuriger moet zijn namelijk 2,40 minuten. Samenvattend kun je zeggen dat hoewel ze tot de zelfde familie behoren, er veel verschillen zijn tussen de blauwdruk en de zoutdruk. Deze verschillen liggen zowel in de waardering, het chemische proces, het uiterlijk als in de moeilijkheidsgraad van het ontwikkelingsproces. Wat deze twee ontwikkelmethodes absoluut gemeen hebben is dat ze beide ouderwets zijn en slechts nog door enkele liefhebbers beoefend worden.
Foto’s in het spoelbad
24
Foutanalyse Wat ging er mis en wat kon er beter? De vlekken hebben echter het resultaat van ons onderzoek niet beïnvloed omdat de belichtingstrappetjes nog afleesbaar waren.
We hebben tijdens het onderzoek geprobeerd zo wetenschappelijk mogelijk te werk te gaan, maar het kan altijd beter. In de foutanalyse geven we de punten aan die volgens ons beter hadden kunnen gaan en waar in het vervolg op gelet moet worden.
Een ander probleem wat het proces van de experimenten zeer vertraagd heeft, was het niet goed genoeg insmeren van de lichtgevoelige oplossing bij de zoutdruk. Voordat we konden beginnen aan onze experimenten reeks met de zoutdruk, moesten we natuurlijk eerst een voorraad fotopapier gereed maken. We hadden de twee oplossing gemaakt en ook al de papieren laten baden in het zout bad. Deze waren gedroogd en we smeerden vervolgens de papieren in met de lichtgevoelige oplossing, dit gebeurde zoals al eerder vermeld in dit verslag, in het donker. We konden dus niet volledig zien wat we aan het doen waren en de oplossing is kleurloos, waardoor je ook niet duidelijk kon zien waar je al gesmeerd was en hoe dik je de oplossing op het papier had aangebracht. Alle papieren waren nu twee maal ingesmeerd en op gedroogd en waren volgens ons klaar voor gebruik. We begonnen dan ook meteen met foto's ontwikkelen. Zodra we de eerste resultaten bekeken, hadden we door dat de papieren niet goed genoeg waren ingesmeerd met de lichtgevoelige oplossing. Dit leidde tot witte plekken in de foto, dus plekken waar de foto niet ontwikkeld was. Hier konden we niet mee werken omdat de foto's en ook de belichtingstrappetjes niet duidelijk meer waren. We konden ook niet alleen de slecht ingesmeerde fotopapieren opnieuw insmeren omdat je niet kon zien of het papier goed was
In de bijlage met de foto's die we ontwikkeld hebben is te zien dat niet alle foto's even scherp zijn. Bij de grove foto's van de blauwdruk zijn er duidelijk wazige plekken te zien. We onderzochten wat de oorzaak was van deze wazige plekken. Deze plekken hadden ook geen vaste plaats op de foto, maar het verschilde steeds waar die was en hoe groot. We vonden het nogal zonde van de foto dat dan een deel onscherp was. Eerst dachten we dat het aandruk glas wellicht vies zou kunnen zijn, maar dit bleek niet het geval te zijn. Vervolgens dachten we dat het misschien aan de intensiteit van aangebrachte laag van het lichtgevoelige oplossing van de papieren lag, dit hield dan in dat sommige plekken van het papier niet goed genoeg waren ingesmeerd met de oplossing. Ook dit bleek niet de oorzaak van de wazige plekken te zijn. Op een gegeven moment realiseerden wij ons dat de oorzaak van deze plekken aan het contact oppervlak van het negatief en het fotopapier lag. De plekken waar het wazig was lag slecht contact tussen het aandruk glas en de negatief. Vanaf het moment dat we dit realiseerden werkten we verder met het gebruik van wasknijpers om het glas harder aan te drukken op het negatief. Meteen werden de resultaten helderder en ook mooier!
->
25
Vervolgexperiment
Foutanslyse Wat ging er mis en wat kon er beter?
Welk experiment sluit goed aan bij dit onderzoek?
ingesmeerd doordat het mengsel kleurloos is. We hebben dan ook besloten om alle fotopapieren voor de zekerheid nogmaals in te smeren met de lichtgevoelige oplossing. Dit was een zeer tijdrovende bezigheid. Uiteindelijk waren alle papieren goed ingesmeerd en het verliep voor de rest prima. We hebben geconcludeerd dat de oorzaak van het slecht insmeren van de papieren aan het zuinig doen met de oplossing lag. Zilvernitraat is namelijk een erg kostbare en dure stof, waar we zo zuinig mogelijk mee om wouden gaan.
Er zijn drie fotografische emulsies vanuit het scheikundig oogpunt, dit zijn de procedés die gebaseerd zijn op het gebruik van zilverzouten, ijzerzouten en chroomzouten. Wij hebben voor dit profielwerkstuk met twee van deze methodes gewerkt, de procedés met het gebruik van zilverzouten en ijzerzouten. Wat ons een erg geschikt idee lijkt voor een vervolgexperiment is door ook nog foto’s te ontwikkelen met de derde procedé, die met het gebruik van chroomzouten. Deze methode zal waarschijnlijk ook redelijk toegankelijk zijn maar levert weer andere resultaten op. We zouden bij dit vervolg experiment dezelfde hoofd- en deelvragen kunnen gebruiken en ook de resultaten van alle drie de procedés kunnen vergelijken. Als we dan uiteindelijk experimenten hebben gedaan met deze drie procedés, dan zou je dus kunnen zeggen dat we vanuit scheikunde oogpunt alle fotografische emulsies onder de loep hebben genomen.
Onder elk negatief zat een belichtingstrappetje daar zijn 16 verschillende tinten die van wit naar zwart lopen. Om te bepalen welke foto's het beste gelukt zijn tellen we het aantal verschillende trappetjes die te onderscheiden zijn. Het belichtingstrappetje dient er voor om het beoordelen van de beste belichtingstijd objectief te kunnen doen. Dit is uiteraard een betere methode dan wanneer je alleen op gevoel en esthetiek zou beoordelen welke foto´s het best gelukt zijn. Toch laat deze methode nog wat te wensen over. Het is soms nog best lastig te zien hoeveel verschillende tinten er precies te zien zijn, de kleuren van twee trappetjes naast elkaar kunnen heel erg dicht bij elkaar zitten maar wanneer tel je ze dan als één trappetje en wanneer worden ze als twee verschillende trappetjes gezien? We hebben dit zo rationeel mogelijk proberen te beoordelen, als je echt heel precies wilt werken dan zou je de belichtingstrappetjes door een computerprogramma laten analyseren.
26
Logboek Gedurende het gehele proces van het profielwerkstuk hebben wij een logboek bijgehouden. Het leek ons het meest praktisch om hiervoor een schrift te gebruiken. Dit schrift zou dan altijd mee worden genomen door één van ons tweeën naar school, zodat we er op elk moment iets in zouden kunnen schrijven. We zouden alle belangrijke afspraken en ook de dagen waarop we aan het profielwerkstuk gewerkt hebben erin schrijven. Maar ook de handige dingen, zoals contactgegevens, vragen aan onze begeleider of ideeën erin te kunnen schrijven. We hebben zelfs het schrift gebruikt tijdens de experimenten om af te turven met welke belichtingstijden we al geëxperimenteerd hebben. Tijdens de profielwerkstukweek hebben we het schrift ook echt gebruikt als agenda, zodat we voor elke dag van de week de belangrijke punten erin hebben schreven. We hebben geprobeerd het logboek zo netjes en overzichtelijk mogelijk te houden en het leek ons dan ook overbodig om het schrift over te typen. Van dit logschrift is uiteraard maar één exemplaar, waar we dan ook voorzichtig mee om gaan. Het logschrift is samen met dit verslag gegeven.
Ons logboek
27
Bronnen 8. Christopher, J. (2008). The Cyanotype Process. Geraadpleegd op 30 januari 2013, http://www.christopherjamesstudio.com/materials/The%20Book%20of%20Alt%20Ph oto%20Processes/SAMPLE%20CHAPTERS/Cyanotype ProcessSm.pdf
1. Fabbri, M. & G. (2006). Blueprint to cyanotypes: Exploring a historical alternative photographic process. AlternativePhotography.com. 2. Coe, B. (1976). De fabelachtige opkomst van de fotografie: De geschiedenis van 1800-1900 door Brian Coe conservator van het Kodak Museum. Aarlanderveen: Van lindonk.
9. Kozinski, M. (juli 2011). Cyanotype chemistry - how does it work?. Geraadpleegd op 30 januari 2013, http://photo.net/black-and-white-photo-printingfinishing-forum/00Z1Kb
3. Turban, L. (2012). Zoutdruk: geschiedenis en praktijk. België: Picto Benelux.
10. Ware, M. (2004). The New Cyanotype Process. Geraadpleegd op 30 januari 2013, http://www.mikeware.co.uk/mikeware/New_Cyanotype_ Process.html
4. Kockaerts, R. & Swinnen, J.(2002). De kunst van het fotoarchief: 170 jaar fotografie en erfgoed. Zwijndrecht: DeckersSnoeck. 5. Atelier pH7 (24 januari 2013). Geraadpleegd op 26 januari 2103, http://www.permadocument.be/.
11. Camera Obscura. Geraadpleegd op 1 december 2012, http://www.kidzlab.nl/content/view/91/57/1/2/index.html
6. Waller, C. (2011). St Pauls Photography – Salt. Geraadpleegd op 24 december 2012, http://www.youtube.com/watch?v=JBxw3mb9eAU&feat ure=youtu.be
12. Helmenstine, A. (2013). Blueprints: how blueprints work. Geraadpleegd op 31 januari 2013, http://chemistry.about.com/od/colorchemistry/a/Bluepri nts.htm
7. Christopher, J. (2008). The book of alternative photographic: 2nd edition. Geraadpleegd op 30 januari http://www.christopherjamesstudio.com/materials/08dec07_Updates/The%20Book %20of%20Alternative%20Processes/NEW%20SAMPLE %20CHAPTERS/%20JAMES%20%20Chapter%202%20-%20Salted%20Paper%20Proc ess.doc.pdf
13. De Engelstalige en Nederlandstalige Wikipedia 14. (2013). Geraadpleegd op 31 januari 2013, http://fotografiewiki.wikispaces.com/isabel
28
We willen graag een paar mensen bedanken: - Noah van der Meer - Frank en Erik van de ICT van het MLA - Harma van Duijn - Natuurlijk Rien Walrave, voor zijn toewijding, passie en enthousiasme!
29