WAAR GEBEURD
De eerste trein in Waregem Op 22 september 1839, binnenkort precies 170 geleden, stopte de eerste trein in Waregem en bracht de industriële revolutie naar onze gemeente. Simonne COUCKE e enorme vooruitgang van wetenschap en techniek in de 18de en 19de eeuw introduceerde allerlei praktische toepassingen die het leven van de mensen gemakkelijker en aangenamer maakten. Vooral de ontdekking van de stoomkracht had in dit opzicht ingrijpende gevolgen. Het gebruik van stoom in de nijverheid dateerde al van de 18de eeuw. Engeland was op dit vlak ver voor op de andere landen van Europa. Men ging stoom toepassen voor transportdoeleinden en in 1830 werd de spoorlijn Manchester-Liverpool geopend. De meeste landen stonden wantrouwig tegenover de mechanisering. Alleen België durfde de aanleg van staatswege aan en al spoedig had ons jonge landje het dichtste spoorwegennet van het vasteland.
D
advertentie uit “Ons Volkske” (1939-1940) met bovenaan de eerste Belgische trein
de Gavergids 2009 / 1
5
De eerste trein in België Met enige tegenzin en met een Brits duwtje in de rug stak Leopold von Saksen-Coburg in juli 1831 het Kanaal over richting Calais. Van daaruit reed de adellijke koets naar De Panne waar Leopold op 17 juli zijn eerste voetsporen op Belgische bodem drukte. De meeste Europese vorstenhuizen waren niet zo opgezet met het nieuwe landje van liberale oproerkraaiers, en meteen ijverde koning Leopold I ervoor om België op de Europese kaart te zetten. Hoe kon hij dit beter doen dan zijn land op het spoor van de vernieuwing te zetten? Hij boorde zijn connecties met Britse ingenieurs aan en op 5 mei 1835 reed de Olifant als eerste trein op het continent tussen onze kerkelijke hoofdstad Mechelen en onze bestuurlijke hoofdstad Brussel. De trein reeds op het linkse spoor, zoals in Engeland gebruikelijk was (en is), en doet dat vandaag nog steeds. Waregem was er heel vlug bij want slechts vier jaar later, op 22 september 1839 stoomde een locomotief voor het eerst onze gemeente binnen. Groot zal de verwondering geweest zijn zowel bij de notabelen als bij onze landelijke bevolking. De indrukwekkende verschijning van de aanstormende, rook uitbrakende stoomtrein veroorzaakte vrees en achterdocht en dat beschreef Guido Gezelle als volgt: “Als ik den eersten keer den vapeur zag komen aangestormd, hewel, ‘k mag u verzekeren dat er mij iets deur en deur mijn lichaam kroop, gelijk een soort van godvreezende schrik! He ja! Ge ziet dat daar komen, zonder peerd of eentwat, en de aarde beeft en dat vier valt er uit, van onder, en de rook kuilt al boven ...” In de pionierstijd van de spoorweg hield men de treinsporen op een veilige afstand buiten de stadscentra. De locomotieven waren immers druktemakers en niet echt milieuvriendelijk. Ook de kerk en de adel waren niet opgezet met de komst van de trein. De adel had schrik arbeiders te verliezen, die naar de stad zouden pendelen om te gaan werken in de nieuwe fabrieken, en de kerk was bang dat pendelaars hun geloof zouden verliezen in de zedenloze steden. Ook de treinreis was niet zonder gevaar. Amper drie dagen na de eerste treinrit gebeurde er al een ongeluk. In de buurt van Mechelen ging het gevaarte uit de bocht. De indeling van een toenmalig treinstel was als volgt: in de eerste wagon achter de locomotief zaten er geen reizigers. Die deed dienst als buffer. De volgende wagons waren ingedeeld in drie klassen. In 3de klasse waren de wagons open en voorzien van banken. In 2de klasse hadden de wagons een dak van zeildoek. In 1ste klasse waren de wagons ingericht als een soort diligence, zoals paardenkoetsen. Als bescherming tegen de kou was 1ste klasse voorzien van kussens met schapenvacht en van gloeiende stenen (voor de voeten) en/of warmwaterkruiken. In tweede klasse was er alleen hooi en stro, in 3de klasse helemaal niets. De prijs van een kaartje 1ste klasse was dan ook drie keer hoger dan in derde klasse.
gratis treinkaartje 3de klasse uit 1954, voor mijnwerkers (zie “M N”)
de Gavergids 2009 / 1
6
In 1846 werd aan Leopold I gevraagd om de open wagons af te schaffen. In 1956 verdween de 3de klasse definitief. Wat nu nog het verschil uitmaakt: in 1ste klasse zijn de banken zachter en breder, en heeft men meer ruimte voor armen en benen. De eerste treinen hadden geen verlichting en reden alleen overdag. In 1841 vertrok een trein ’s nachts naar Parijs en die moest dus verlicht worden. Daarvoor zorgde een lampist, die erop moest toezien dat de olielamp vooraan niet uitwaaide. Er hing ook een oliepitje aan het plafond. Later kwam er een glazen bol over het oliepitje. Nog later deed de elektrische gloeilamp zijn intrede. De eerste stationsgebouwen hadden een lampenplaats of lampisterie. Het was geen overbodige luxe want in de beginjaren werden niet alleen de perrons ermee verlicht. Ook de seinen werkten met olielampen. Veel wandelaars kochten toen een perronkaartje om de technische vooruitgang te bekijken. Nog een hele tijd na W.O.2 had men nog zo een kaartje nodig om reizigers af te halen op het perron. De spoorlijn Gent - Kortrijk Zoals bij veel andere spoorlijnen had de aanleg van de lijn Gent (Zuid) - Kortrijk een hele voorgeschiedenis. Het ontwerp waarbij de spoorlijn het Leiebekken naar Kortrijk zou volgen, werd gedwarsboomd door bepaalde instanties. Zij stelden een ander oplossing voor, namelijk langs het Scheldebekken via Oudenaarde naar Kortrijk. De gemeenten uit het Leiebekken verdedigden zich echter met veel gloed en overtuiging en het oorspronkelijke ontwerp werd goedgekeurd. Op 22 september 1839 was het eindelijk zover en had de officiële inhuldiging plaats van de nieuwe spoorlijn die Gent met Kortrijk verbond, met als stopplaatsen Deinze, Waregem en Harelbeke. In 1844 kwamen er twee nieuwe stopplaatsen bij: Machelen en Olsene. Het aantal stopplaatsen nam later nog toe zodat uiteindelijk op een afstand van 44 km. de trein niet minder dan 12 keer halt hield. De rit duurde ongeveer 1 uur en 17 minuten. In 1967 werd Beveren-Leie als stop afgeschaft en in 1978 werden Machelen, Olsene en Zulte gesloten. Na de aanleg van de spoorlijn werd algauw een eerste station gebouwd in Waregem.
het station en de stationsploeg van Waregem / Waereghem rond 1900
de Gavergids 2009 / 1
7
In de jaren 1868-1870 werd de spoorlijn Anzegem-Tielt aangelegd waardoor de Waregemnaren Oudenaarde konden bereiken via Anzegem en Tielt via Vijve, Ingelmunster en Meulebeke. Die trein kreeg in de volksmond de naam ’t Kamielke. Grote snelheden kon hij niet halen, gezien het kronkelende tracé. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de spoorweginstallaties in Waregem sterk uitgebreid. In 1917 moest daarvoor het kasteeltje Boulez plaats maken, gelegen waar nu de stationsparking is. Alleen de straatnaam herinnert er nog aan: de Boulezlaan. Op 19 oktober 1918 werden het station en de sporen gedynamiteerd door de wegtrekkende Duitsers. Alles werd grondig vernield. Het noodstation dat daarna opgetrokken werd, heeft het zeer lang ‘voorlopig’ uitgehouden. Pas in 1980 werd het met de grond gelijk gemaakt en werd het huidige stationsgebouw opgetrokken. Dit ging samen met de elektrificatie van de lijn Gent-Kortrijk. Bij die gelegenheid werden bruggen grote overwegen zoveel mogelijk vervangen door bruggen en viaducten. In Waregem verdwenen alle gelijkgrondse overwegen.
Villa Boulez in de huidige Vijfseweg, aan de toenmaligeo gelijkgrondse overweg
Herbergen, handelszaken en fabrieken In de pre-industriële tijd was Waregem een arme zanderige landbouwgemeente, bewoond door kleine boeren en landarbeiders. De spoorlijn bracht ingrijpende veranderingen. Een kleine industriële revolutie barstte los. Rond het station schoten bedrijven en drankgelegenheden als paddenstoelen uit de grond. Op een bepaald ogenblik telde de stationsbuurt 22 fabrieken. Veel ervan waren gevestigd in de Olmstraat, die dan ook terecht de “Industriestraat” werd genoemd. De meeste van die fabrieken zijn ondertussen verhuisd naar de industriezones langs de E17 en de Leie en de vrijgekomen terreinen zijn ingenomen door woon- en schoolcomplexen of door grootwarenhuizen. Op het toenmalige stationsplein zag je de herberg Au Belle Vue, die later de naam De Mooie Molen kreeg. Daarnaast lag de Gambrinus en op de hoek van het stationsplein lag Au Pavillon (nu Pro-Vision), verder het Hotel du Parc met plaats om paarden te stallen, het Café de la Poste (nu ’t Kafaet), dan het postgebouw en het Café de la Station.
de Gavergids 2009 / 1
8
het stationsplein rond de eeuwwisseling van 1900
Als je het spoorweggebouw aan de voorkant verlaat, zie je een mooi art nouveau gebouw waarin nu een interieurbureau ondergebracht is. Dit herenhuis behoorde toe aan de familie Devos. Romain was handelaar in koloniale waren en zaden en liet de woning en het grote magazijn bouwen. Op de faiences boven de ramen zijn maïsstengels en andere versieringen te zien, die verwijzen naar het beroep van de bouwheer.
Huize Devos in 1918, achter de puinen van het station
In het huidige Sauna House en de Snookerzaal waren vroeger de kantoren gevestigd van de firma Boone-Debrabandere. De ateliers van de textielfabriek in plat werk (witgoed voor lakens, zakdoeken, …) zijn nu ingepalmd door de Aldi. De bekende Waregemnaar Magloire Loquet werkte er als bediende. Wie ’s morgens vroeg moet wachten op de trein, wanneer de meeste cafés nog gesloten zijn, kan misschien eens binnenwippen in De Loskaai. De loskaai bezat een privé ‘bascule’ of weegbrug. Hier kwamen o.a. landbouwers hun wagens, gevuld met suikerbieten, wegen vooraleer de oogst met de trein naar de suikerfabrieken in Moerzeke en Escanaffles vervoerd werd.
de Gavergids 2009 / 1
9
Naast De Loskaai (in de Olmstraat) woonde een handelaar in stro, voeders, bieten, en hooi. In de aanpalende muur bevond zich de ingang voor de arbeiders van de fabriek BooneDebrabandere (nu de parking van de Aldi). Verderop was de firma Gernay gevestigd. Daar werden zware stoffen vervaardigd voor o.a. zonnewering, legertenten en dekzeilen. Mr. Gernay woonde in de Stationsstraat (waar nu Dr. Vermeersch woont). Zijn woning gaf via de binnentuin verbinding met zijn fabriek. Ernaast was er een soort opslagruimte, waar nu het Vredegerecht en een DVV-kantoor gevestigd zijn. In 1904 liet Alphonse Gernay aan het begin van de Lebbestraat een nieuwe villa bouwen, die later hotel-restaurant Groenhove werd. Rond die tijd brak in de firma een staking uit die 17 weken zou duren. Zelfs de Menense socialist August Debunne kwam ervoor naar Waregem. In 1943 vielen er drie bommen op de fabriek, waarbij 7 mensen de dood vonden. De firma Vindevogel was een natte vlasspinnerij. Men verwerkte er vlasafval tot draad die in weverijen gebruikt werd voor de inslag. Eerst werden de klodden gedroogd, wat een zeer stoffig en vuil werk was. Van de droge klodden werden bundels gemaakt van ongeveer 10 cm. doorsnede, die dan nat tot 40° en 50° verwarmd werden. Aan die bundels draaide en trok men zodat er draden gevormd werden. Naast de natte spinnerij was er ook een weverij van lijnwaad en ‘mixte’. Op het hoogtepunt waren er ongeveer 500 arbeiders tewerkgesteld. De machinekamer, waar de stookketel stond, maakt nu deel uit van het gebouwencomplex van het H.-Hart college. Aanpalend staan er nog vier lage huisjes, gebouwd door de familie Vindevogel voor de arbeiders. Wat verderop was de opslagplaats voor vodden van de familie Van Gheluwe. Hun fabrieksdomein strekte zich uit van de Olmstraat tot in de Stationsstraat. Vermeldenswaard is ook de rijkswacht (die van Sint-Eloois-Vijve kwam). Die was gevestigd in de Stationsstraat, naast café en feestzaal de Hoop maar reikte tot in de Olmstraat, waar de paardenstallen stonden. Aan de overzijde van de straat, op de hoek waar nu de Colruyt gevestigd is, stond de loodwitfabriek van de familie De Craene. Elke Waregemnaar herinnert zich nog het beruchte “loodwitkot”, waar loodwit gemaakt werd dat diende als grondstof voor het bekomen van verf. Daarnaast beheerde De Craene ook de weverij Tissage Saint-Hubert in de huidige Weverijstraat. Enkele weken geleden werden die oude fabriekgebouwen met de grond gelijk gemaakt.
machinehuis van de elektriciteitscentrale in de Olmstraat, met ernaast de ‘hoge kave’
de Gavergids 2009 / 1
10
Waar nu de woonwijk de Hoge Kave van de sociale huisvestingsmaatschappij Helpt Elkander is, stond vroeger een hoge bakstenen schoorsteen of ‘kave’. Daar woonde de familie Libbrecht, actief als bouwondernemer, marmer- en arduinkapper, olieslager, chicoreibrander, enzovoort. Emile Libbrecht was samen met Sylvain Lebbe en Alphonse Gernay de initiatiefnemer voor de openbare verlichting in onze gemeente. In 1893 kreeg hij de toestemming om een schoorsteen op te richten op de hoek van de Olmstraat en de huidige Zeswegenstraat.
brief uit 1919 van de heer Libbrecht gericht aan het gemeentebestuur van Waregem. Bemerk zijn vele activiteiten, de straatnaam (“Electriekstraat”), en het telefoonnummer: “n° 1 W”.
de Gavergids 2009 / 1
11
Na het huwelijk van de dochter Leonie met Jan Corijn uit Huise werd de nadruk gelegd op goederenvervoer. Kolen werden aan het station met paard en kar afgehaald en naar de kleinhandelaars gevoerd. Antraciet kwam met de trein uit de Borinage, Luik of Charleroi. Briketten werden onmiddellijk naar de bakkerijen gebracht. Zinkwit uit de loodwitfabriek werd opgeladen en naar Frankrijk en Duitsland vervoerd. Aardappelen van de firma Verheylesonne werden in zakken van 50 kg. naar Zeebrugge vervoerd om ze dan per schip te exporteren. De familie Libbrecht verkocht een stuk van hun fabrieksdomein aan de heer Sant, een Fransman uit Rijsel. De textielfabrikant kwam elke dag met de trein naar Waregem om zijn fabriek van tapijten te runnen. Later nam André Gernay de zaak over en begon hij een ververij van garens op bobijnen. Daarna heeft Jan Deslee uit Nieuwenhove de zaak verder uitgebaat. Iets verder richting markt staat nu nog een rij huisjes gebouwd door de firma Dufaux, die aan de andere kant van de straat gelegen was. In de onmiddellijke omgeving ligt het meer dan 100-jarige bedrijf Claessens waar nog steeds schilderdoeken voor kunstenaars gemaakt worden. De firma exporteert zijn doeken over de hele wereld en is uniek in zijn soort in België. Aan de achterzijde van het station, waar nu de verpleegstersschool is ondergebracht, woonde de heer Verheylesonne (handelaar in plant-en eetaardappelen) in zijn villa Rust Roest. De aardappelen werden door de firma Corijn bij de boer afgehaald en naar de handelaar gebracht. Daar werden ze afgeladen in zijn hangar, gelegen naast zijn café, en gesorteerd volgens grootte. De aardappelen werden terug in jute zakken gedaan, waarop het adres van bestemming, het soort aardappelen en het gewicht vermeld was. De firma Corijn zorgde dan voor het verdere transport. De hangar wordt nu verhuurd als overdekte parkeerplaats. In het café is er nu een Chinees restaurant gevestigd. De familie De Zutter bezorgde gedurende vele jaren werk en een inkomen aan meer dan 350 arbeiders in onze gemeente. Charles De Zutter, industrieel uit Eeklo, bouwde in 1900 langs de weg naar Vijve het grote jutezakkenbedrijf S.A. de Waereghem, in de volksmond beter bekend als den Transvaal. Een deel van de oude bedrijfgebouwen is recent gerenoveerd en wordt geïntegreerd in de nieuwe KMO-zone Windhoek.
plan van het eerste stationsgebouw, anno 1889, te bewonderen in het kantoor van het Waregemse station
de Gavergids 2009 / 1
12
170 jaar later Hoewel de stationsomgeving onherkenbaar veranderd is sinds de 19de eeuw, heerst er nog steeds een drukte van jewelste. Het is een komen en gaan van treinen en bussen, met gemiddeld 1.500 pendelaars, leerlingen en studenten. Vooral ’s morgens en ’s avonds is er heel wat animo. Het station is goed uitgerust om al die reizigers op te vangen. Het beschikt over een ruime wachtzaal en roltrappen naar beide perrons. Voor personen met een handicap is er een speciaal toilet voorzien en zijn er voorbehouden parkeerplaatsen. Er is nog geen speciale toegang tot de perrons en de (hoge) treinen maar er wordt binnenkort geëxperimenteerd met een lift voor minder mobiele treinreizigers. Per dag passeren er, in beide richtingen samen, 90 treinen voor personenvervoer in Waregem. Waregem ligt op lijn 75, die Gent Sint-Pieters verbindt met Kortrijk en Lille Flandres. IR-treinen stoppen in Waregem. Binnenkort zullen dat tijdens de piekuren moderne dubbeldekstreinen zijn. IC-treinen razen voorlopig nog met hoge snelheid door het station maar de NMBS heeft beloofd dat vanaf december de IC Antwerpen-Rijsel een stop zal maken in Waregem. Uiteraard is er ook nog het drukke goederenvervoer, zowel overdag als ‘s nachts. Op 22 september a.s. zal het precies 170 jaar geleden zijn dat de eerste trein de economische opbloei van Waregem in gang zette. De Waregemse Gidsenkring werkt samen met de N.M.B.S. en het stadsbestuur aan een evenement om deze verjaardag niet ongemerkt voorbij te laten gaan.
de Gavergids 2009 / 1
13
het station van Waregem vandaag Bronnen
Raf Devriendt, in: Brugse Gidsenkroniek, juni 2008. Dolf Derammelaere, ‘Ten huize van ... Luc Hurtekant’, in: de Gavergids, herfstnummer 2000. A. Fierens & J. Uytterhoeven, Hoofdzaken uit de Nieuwste Geschiedenis (1789-1937), Brussel, De Boeck, 1938. Gent-Kortrijk elektrisch, 28 mei 1980, brochure N.M.B.S. 21ste Jaarboek van de Geschied- en Heemkundige kring “De Gaverstreke”, Waregem, 1993. Monumenten en landschappen Z.W. Vlaanderen, 1994. Ons Volkske, 1939 (reclamebladzijde). ‘Open Monumentendag 2000’, in: Visum, Radio 2. mondelinge informatie door de heren Luc Wante en Frans Corijn. ‘NMBS verhoogt comfort Waregemse treinreizigers’, in: Passe-partout, 29 april 2009, p. 1. ‘NMBS op het goede spoor’, in: Het Gouden Blad, 29 april 2009, p. 14. stationspostkaart.wordpress.com > Waregem (oude postkaart station) www.spoorvreter.be/blog > Waregem (treinkaartje)
de Gavergids 2009 / 1
14