Kinderfolder
de blindengeleidehond een behulpzame en onmisbare vriend voor blinde en zeer slechtziende mensen
Deze kinderfolder geeft je de informatie die je nodig hebt om een spreekbeurt of werkstuk te maken over blindengeleidehonden of eenvoudigweg geleidehonden. Geleidehonden zijn heel bijzondere honden. Zij leiden hun bazen door het verkeer, terwijl zij ervoor zorgen dat die baas nergens tegenop botst. Dat is belangrijk werk omdat die bazen niets of bijna niets kunnen zien. Een geleidehond kijkt dus als het ware voor zijn baas. Als die geen geleidehond zou hebben, zou het voor hem een heel stuk moeilijker zijn om alleen ergens naartoe te gaan. Deze kinderfolder gaat ook over KNGF Geleidehonden. KNGF betekent Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds. Het is de school in Amstelveen waar de honden worden getraind om goede geleidehonden te worden. Want geleidehond, dat ben je niet zomaar.
2
De geSCHieDeniS VAn De BlinDengeleiDeHOnD We beginnen met een stukje geschiedenis over blindengeleidehonden. KNGF Geleidehonden bestaat al heel lang, vanaf 1935, maar de geleidehond bestaat nog veel langer. Er zijn muurschilderingen uit de eerste eeuw na Christus gevonden, waarop een hond staat die zijn blinde baas geleidt. Maar de eerste geleidehond zoals wij die kennen, speciaal opgeleid om een mens te geleiden, stamt uit de Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918). Een Duitse dokter, die veel door de oorlog blind geworden soldaten behandelt komt op het idee om honden op te leiden om zijn blinde patiënten te helpen.
KngF geleidehonden heeft al meer dan 5000 geleidehonden opgeleid
graag zo’n hond. Hij vraagt Dorothy Eustis om zo’n hond voor hem op te leiden. In 1927 krijgt hij zijn geleidehond, de Duitse herder Buddy. Dit is de eerste geleidehond van Amerika. De eerste Nederlandse geleidehond wordt opgeleid in 1934. Het is een kruising Mechelse herder die in het asiel zit omdat niemand haar wil hebben. De eerste instructeur van de geleidehondenschool wil haar wel hebben en leidt haar op tot geleidehond. Sunny heet die hond, omdat ze een gouden vacht heeft als zonlicht, maar vooral omdat ze zoveel blijdschap en vrijheid teruggeeft aan haar baas, de allereerste geleidehondgebruiker in Nederland. Daarna worden er nog heel veel geleidehonden opgeleid, tot nu toe meer dan 5000. En daar komen er steeds meer bij, want KNGF Geleidehonden gaat natuurlijk gewoon door met het opleiden van geleidehonden.
Een Amerikaanse hondentrainster, Dorothy Eustis, hoort van deze eerste geleidehonden en wordt nieuwsgierig. Als ze naar Duitsland gaat om een bezoek te brengen aan de geleidehondenschool, is ze zo onder de indruk dat ze er een krantenartikel over schrijft. Dit artikel met als titel ‘The Seeing Eye’ (het ziende oog), wordt gelezen door de blinde Morris Frank. Als hij leest hoe goed de geleidehonden hun bazen helpen en hoeveel zelfstandigheid zij erdoor krijgen, wil hij ook
3
de allereerste geleidehondgebruiker in nederland met zijn geleidehond sunny. deze kruising mechelse herder is de eerste in nederland opgeleide geleidehond.
een gevaarlijke situatie voor iemand die niet kan zien. gelukkig ziet de geleidehond wat er aan de hand is en zal hij zijn baasje veilig om de wegopbreking heen leiden.
ieMAnD Die BlinD iS KAn niet zien
Je hebt vast wel eens een spelletje gedaan waarbij je een blinddoek voor je ogen krijgt. Je kunt zo helemaal niets meer zien. Je merkt dan hoe lastig het is om te weten waar je bent en hoe eng het is om ergens naartoe te lopen. Je bent bang om tegen dingen op te botsen of je aan iets te stoten. Mensen die blind zijn weten vaak wel hoe ze moeten lopen om bijvoorbeeld naar de bakker of het zwembad te gaan. Dat hebben ze geleerd door de weg heel goed te onthouden. Ze hebben ook geleerd om heel goed te letten op wat ze horen, ruiken en voelen. Denk maar eens aan het geluid dat het verkeer maakt, de geur die je ruikt als je langs de bakker of het zwembad komt en de wind die je voelt als je de hoek om komt. Dat zijn allemaal dingen die iemand die niet kan zien gebruikt om te weten waar hij is en hoe hij vanaf daar verder moet lopen. Maar hoe
goed iemand die blind is zijn weg ook weet, hij is, net als jij met die blinddoek, wel bang om ergens tegenaan te lopen. Of erger nog, ergens in te vallen, bijvoorbeeld omdat ze bezig zijn met de stoep en alle tegels eruit zijn gehaald. Sommige blinde of zeer slechtziende mensen lopen met een taststok. Dat is een witte stok met rode bandjes. Ze tikken met die taststok op de grond om bijvoorbeeld te voelen waar muren zijn, een heg is of waar de stoeprand begint. Bij iedere stap die ze zetten, moeten ze met hun stok voelen. Dat is niet handig en je kunt je misschien voorstellen dat je daar erg moe van wordt. En wat als je een paaltje of een fiets op de stoep mist? De meeste blinde mensen hebben dan ook hulp nodig van een persoon die wel kan zien. Of van een geleidehond.
4 een geleidehond geeft de stoeprand aan, zo weet zijn blinde bazin precies waar zij een stap omhoog moet doen.
een geleiDeHOnD, een BiJzOnDeRe HOnD Het bijzondere van een geleidehond is dat hij altijd tijd voor je heeft. Een mens die je om hulp vraagt, heeft dat lang niet altijd. Een hond vindt het ook altijd leuk om met zijn baas mee te gaan en hem te geleiden. En paaltjes, stoepranden of een fiets op de stoep, die mist hij nooit. Daar loopt hij samen met zijn baas keurig omheen. Als de hond ergens samen met zijn baas niet door kan, dan waarschuwt hij hem door hem weg te leiden en een andere weg te zoeken. Maar voordat een hond dat allemaal kan en geleidehond is, heeft hij nog een lange weg te gaan. Die weg begint als het hondje nog niet eens geboren is.
een geleidehond heeft altijd tijd voor zijn baas
KNGF Geleidehonden fokt de honden zelf. Om geleidehond te worden moet je als hond gezond, lief en slim zijn. KNGF Geleidehonden kiest daarom vader- en moederhonden die dat ook zijn. Zo is de kans het grootst dat zij gezonde, lieve en slimme puppy’s krijgen. De beste honden om tot geleidehond op te leiden zijn labrador retrievers, golden retrievers en Duitse herders. Deze honden worden ook met elkaar gekruist. De moederhonden wonen in gewone gezinnen, die fokgastgezinnen worden genoemd. Daar worden de jonge hondjes geboren. In het gezin wennen ze alvast aan de dagelijkse dingen, zoals stofzuigen, het geluid van een pannendeksel die per ongeluk op de grond klettert en aan kinderen die met ze knuffelen en spelen. Dat is fijn, want zo worden het straks honden die niet snel bang zijn en het leuk vinden om samen te zijn met heel veel verschillende mensen. Alle pups die in een zelfde nest worden geboren, krijgen een naam die begint met dezelfde letter. De hondjes heten dan bijvoorbeeld: Doscha, Diesel, Danka, Demi, Douze en Darwin. De puppy’s blijven bij hun moeder en broertjes en zusjes tot ze ongeveer zeven weken oud zijn. Dan gaan ze allemaal naar hun eigen puppypleeggezin.
5 een door KngF geleidehonden gefokte golden retriever pup die later blindengeleidehond kan worden.
het puppypleeggezin Het puppypleeggezin is ook weer een gewoon gezin, net als het fokgastgezin. Er zijn vaak ouders, kinderen en andere huisdieren. De mensen in het gezin zorgen ruim een jaar voor de hond. Zij doen dat omdat een hondje van zeven weken nog veel te jong is voor de moeilijke opleiding tot geleidehond. Hij mag het eerste jaar nog lekker spelen, ravotten en onbezorgd groot worden. Wel moet hij al verschillende dingen leren. Hij moet zindelijk worden en netjes in de goot poepen en plassen. Hij moet komen als je hem roept en zitten of liggen als de baas ‘zit’ of ‘af’ zegt. Hij moet netjes aan de lijn leren lopen, maar nog wel een heel klein beetje trekken. Want als hij later zijn baas moet geleiden dan moet hij natuurlijk wel vóór zijn baas lopen en niet ernaast of erachter. Het is heel belangrijk dat het pleeggezin de pup zoveel mogelijk meeneemt naar verschillende dingen. Als geleidehond moet hij alles gewoon vinden en dat kan alleen als hij er als jong hondje al aan went. Dat betekent dat hij mee mag op bezoek bij oma, mee naar de winkel, de kermis, het restaurant, de markt en mee met de trein of de bus. Een kat in huis is ook prima. Zo leert hij dat katten er gewoon bijhoren en
dat hij er niet achteraan hoeft te gaan. In het jaar dat de hond in het pleeggezin is, komen er regelmatig mensen van KNGF Geleidehonden op bezoek. Die komen kijken hoe het met de hond gaat. Ze vertellen de mensen van het pleeggezin wat de hond nog moet leren, hoe ze dat moeten doen en bijvoorbeeld hoeveel hij moet eten. De mensen van het pleeggezin houden heel veel van de hond. Ze hebben plezier met hem, knuffelen en spelen met hem en nemen hem overal mee naar toe.
Het puppypleeggezin zorgt ruim een jaar voor de hond Maar na ongeveer een jaar, als de hond zo’n 16 maanden oud is, moet het pleeggezin hem wel weer terugbrengen naar de geleidehondenschool. De hond gaat dan trainen om geleidehond te worden. Het pleeggezin moet afscheid nemen en dat is niet gemakkelijk. Toch kunnen de mensen van het pleeggezin dit omdat zij het belangrijk vinden dat blinde mensen een geleidehond kunnen krijgen. Zonder dat de hond in het pleeggezin is opgevoed zou dit namelijk niet mogelijk zijn.
6
Als de pup naar het pleeggezin gaat krijgt hij ook een mand, dekentje, kam, borstel, riem en voldoende voer mee.
gOeDgeKeuRD Het pleeggezin brengt de hond naar de geleidehondenschool in Amstelveen. Maar voor het zover is, moet de hond eerst een soort examen doen. Een medewerker van de geleidehondenschool neemt hem mee om een stukje te lopen door de stad. Dan wordt bekeken of de hond goed genoeg is om de opleiding tot geleidehond aan te kunnen. Soms is de hond nog wat te speels of moet hij nog een paar dingetjes leren. Dan blijft hij wat langer in het pleeggezin. Soms denkt de medewerker dat de hond echt geen goede geleidehond gaat worden. Die hond gaat dan niet naar school, maar blijft bij zijn pleeggezin of gaat bij een ander gezin wonen.
Gelukkig slagen de meeste honden wel voor de test. In de laatste weken dat de hond bij het pleeggezin woont, bekijkt de dierenarts of hij wel helemaal gezond is. Dit gebeurt niet bij een gewone dierenarts, maar bij de dierenkliniek van de universiteit in Utrecht. Daar worden röntgenfoto’s van de hond ( dat zijn foto’s waarop de botten van de hond te zien zijn) gemaakt om te kijken of de heupen en voorpoten van de hond sterk en gezond zijn. Dat is belangrijk omdat een geleidehond later veel moet lopen. De dierenarts kijkt ook goed naar de ogen van de hond. Hij kan met speciale apparatuur zien of de hond later zelf misschien blind zal worden. Je begrijpt dat dat niet de bedoeling is.
Als de hond bij het puppypleeggezin woont draagt hij op straat een paars jasje, dit heet een dekje. Aan dit paarse dekje kan iedereen zien dat dit een hond is, die wordt opgeleid tot blindengeleidehond. en zo weten ze in winkels dat deze hond gewoon mee naar binnen mag. de jonge hond die je op de foto ziet is net naar school gebracht door het pleeggezin en helemaal klaar voor zijn opleiding tot geleidehond.
7
en DAn nAAR SCHOOl! Als de hond helemaal is goedgekeurd, mag hij naar school. Daar zijn nog veel meer honden. Iedere hond krijgt een eigen kennel, die hij deelt met een andere hond. Dat is veel gezelliger dan alleen. De honden die samen zitten, zijn altijd vriendjes want er wordt goed gekeken welke honden elkaar leuk vinden. In de kennel kan de hond eten, slapen en spelen met zijn vriendje. Voortaan gaat de hond iedere werkdag (maandag tot en met vrijdag) op stap met een instructeur die hem van alles gaat leren. Eerst leert hij dat hij een tuig om krijgt. Aan dat tuig zit een beugel met een handvat. Zo kan de blinde baas straks goed voelen wat de hond doet en waar hij naartoe loopt. De hond leert dat zodra hij het tuig om krijgt, hij aan het werk is. Hij moet zich dan netjes gedragen, goed opletten dat zijn baas nergens tegen opbotst en natuurlijk mag hij nu niet snuffelen, omkijken naar andere honden of achter katten aangaan. Als het tuig af is, dan is de hond een gewone hond. Dan mag hij spelen met zijn baas en lekker rennen met andere honden.
Als de hond het tuig om heeft is hij aan het werk 8 deze pup is natuurlijk nog niet groot genoeg om naar de geleidehondenschool te gaan, maar het tuig staat hem al wel goed! nog een jaartje wachten dan mag hij het tuig elke dag dragen.
leRen Op SCHOOl De opleiding van de geleidehond duurt zes tot acht maanden. Het leren gaat op een leuke manier. De instructeur geeft de hond niet op zijn kop als hij iets niet zo goed doet, maar zegt het juist als de hond iets wel goed doet. ‘Goed zo, brave hond’ zegt hij dan en de hond krijgt een aai en soms iets lekkers. Zo hebben de honden heel veel plezier in het leren. Maar wat moet een geleidehond nou precies leren? Hij leert om samen met zijn baas nergens tegenaan te lopen. Daarom leert de instructeur hem dat hij zich moet gedragen alsof hij één meter breed en twee meter hoog is. Natuurlijk bestaan er helemaal niet zulke grote honden, maar het betekent dat de hond alleen doorloopt als hij die ruimte heeft. Op deze manier kunnen de hond en de baas samen overal langs en onderdoor. Want een geleidehond let er ook op dat de baas zijn hoofd niet stoot tegen luifels of laaghangende takken. De hond leert ook dat hij moet stoppen voor iedere stoeprand. Dit geeft de blinde baas de tijd om goed te luisteren of er verkeer aankomt en of het veilig is om over te steken. Want dat kan de hond zelf niet omdat hij niet kan inschatten hoe hard het verkeer rijdt en dus ook niet weet hoe snel een auto of motor bij hem en zijn baas is. Dat de hond stopt bij iedere stoeprand is handig voor zijn baas. Zo weet hij dat er een zijstraat is en weet
hij ook waar hij is. Een geleidehondgebruiker de weg. weet namelijk heel goed Hij weet dat als hij naar de bakker wil, hij bijvoorbeeld na de derde zijstraat rechtsaf moet. Als de hond stoepranden aangeeft kan hij tellen hoeveel zijstraten hij al voorbij is gelopen, voordat hij rechtsaf moet. Het linksaf en rechtsaf gaan leert de hond ook op commando. Als de baas zegt: ‘zoek links’, dan gaat de hond de eerste zijstraat die hij vindt links in. Een geleidehond leert nog veel meer. Hij leert bijvoorbeeld ook dingen voor zijn baas te zoeken. Zo kan hij een lege zitplaats in de bus zoeken, een deur, de kassa in een winkel, een zebra en nog een heleboel andere dingen. Dit hoofdstuk heet wel ‘leren op school’, maar eigenlijk doen de honden dat helemaal niet. Ze wonen op school en ze leren op straat. Iedere werkdag weer gaan ze met hun instructeur mee naar Amsterdam om daar van alles te leren. Soms gaan ze naar de markt, soms naar het station of een winkelcentrum of ze oefenen gewoon op straat hoe ze netjes om dingen heen moeten lopen en over moeten steken.
9
deze hond heeft al geleerd te zorgen dat zijn baas nergens tegen opbotst. de instructeur loop recht op de fietsen af, maar de hond zal hem hier veilig omheen geleiden.
leRen Op SCHOOl
Een geleidehond moet ook helemaal zelf, zonder de hulp van zijn baas, een andere route kunnen zoeken dan de baas in zijn hoofd had. Waarom? Denk er eens aan dat de weg die de hond en de baas altijd lopen is opengebroken door stratenmakers. Je kunt dan niet over die straat lopen, maar iemand die blind is, kan dat natuurlijk niet zien. De hond zoekt dan een andere manier om toch te komen waar zijn baas wil zijn. Hij doet dit bijvoorbeeld door van de stoep af te gaan, langs het zand en de stenen te lopen en daarna weer de stoep op te gaan. Als dat niet kan, dan kan de hond er ook voor kiezen om helemaal over te steken en daarna, als de stoep een eind verderop wel weer dicht is, opnieuw over te steken en zo zijn baas weer op de gewone weg te brengen. Er is nog iets wat de hond moet leren wat misschien wel het belangrijkste en gelijk ook het moeilijkste is. Dat is om het commando van
zijn baas om dóór te lopen te weigeren. Stel je voor dat op de weg die de hond en zijn baas lopen niet alleen de tegels zijn weggehaald, maar ook een diepe geul is gegraven, bijvoorbeeld omdat er kabels in moeten. De baas kan dat niet zien. Hij zegt tegen de hond dat die moet doorlopen, maar als de hond dat doet valt zijn baas in de geul. Wat doet de hond nu? Die blijft staan, loopt voor zijn baas langs naar rechts en leidt hem dan weg van de geul. Vervolgens zoekt de hond de route waar ze wel veilig verder kunnen lopen. Je zult wel begrijpen waarom het belangrijk is dat een geleidehond leert het commando om door te lopen te weigeren als dat nodig is. Maar waarom is dit nu zo moeilijk? Dat komt omdat een hond, en zeker de rassen die gebruikt worden als geleidehond, hun baas juist graag een plezier doen. En je baas een plezier doen, is doen wat hij van je vraagt. Toch moet iedere geleidehond leren om soms niet naar zijn baas te luisteren, anders zou zijn baas niet veilig met hem op stap kunnen.
Om zijn baas te beschermen moet een geleidehond een commando ook kunnen weigeren 10
SAMengeVAt
Dit leert een geleidehond in opleiding: • Langs obstakels lopen, zodat de baas nergens tegenaan botst • Aangeven van oriëntatiepunten zoals stoepranden en zijstraten, zodat de baas weet waar hij is • Zelfstandig zoeken van doorgangen • Zoekcommando’s om dingen als een zitplaats, een deur of een oversteekplaats aan te geven • Weigeren van het commando om door te lopen als dat gevaarlijk is voor de baas (en hemzelf)
11
nAAR De nieuWe BAAS Als de hond alles kan wat hij moet kunnen om een goede geleidehond te zijn, dan kan hij naar zijn nieuwe, blinde baas. Dat is niet zomaar de eerste de beste baas. De mensen van de geleidehondenschool kijken heel goed wie er bij de hond zou passen en omgekeerd. Hond en baas moeten elkaar wel leuk vinden en ze moeten ongeveer even snel lopen.
Hond en baas gaan eerst samen op les
is het fijn dat de instructeur daar de eerste weken bij helpt. Niet iedereen die een geleidehond krijgt is gewend aan honden. De nieuwe baas leert dus ook hoe hij de hond moet verzorgen, wat de hond moet eten, hoe hij kan weten dat de hond ziek is of zich niet lekker voelt en dat een hond af en toe eens lekker los moet kunnen lopen. Als alles goed gaat, dan kunnen de hond en de baas zonder de instructeur verder. Als er wat is, dan mag de baas natuurlijk altijd bellen naar KNGF Geleidehonden.
De mensen van KNGF Geleidehonden kijken ook waar de nieuwe baas de hond voor nodig heeft. Als iemand de hele dag op kantoor werkt, dan is dat niet leuk voor een hond die het liefst de hele dag wil lopen. Die hond kun je beter plaatsen bij iemand die heel veel onderweg is en van lange wandelingen houdt. Als er iemand op de wachtlijst gevonden is die goed bij de hond past, dan gaan hond en baas eerst een paar weken samen op les. Lopen met een geleidehond kun je niet zomaar. Dat moet je wel eerst leren. Hond en baas gaan dan iedere werkdag op stap met een instructeur die precies aan de nieuwe baas uitlegt hoe hij goed met zijn hond mee moet lopen en wat de hond precies bedoelt als die iets doet. Het is best eng om zomaar op een hond te vertrouwen, daarom
12 met de baas op een druk tramstation.
Feiten Op een RiJtJe
Handig als je vragen krijgt tijdens je spreekbeurt!
De honden die KNGF Geleidehonden opleidt zijn: labrador retrievers, golden retrievers, Duitse herders en kruisingen van deze rassen
Geleidehonden zijn voor blinde mensen én voor mensen die zeer slechtziend zijn
Iemand is nooit te oud om een geleidehond te krijgen, maar moet wel zelf voor de hond kunnen zorgen en goed kunnen lopen
KNGF Geleidehonden bestaat al sinds 1935 Ieder jaar worden er bij KNGF Geleidehonden ongeveer 100 blindengeleidehonden opgeleid
Om een geleidehond te kunnen krijgen moet iemand 16 jaar of ouder zijn
Natuurlijk kan iemand alleen maar een geleidehond krijgen als hij of zij van honden houdt. Een hond is geen taststok die je in de kast kunt stoppen
Er worden ieder jaar zo’n 150 puppy’s geboren met de bedoeling om geleidehond te worden
Na hun geboorte blijven de puppy’s zeven weken bij hun moeder in het nest
Nadat de puppy’s bij hun moeder vandaan komen gaan ze voor een jaar naar een pleeggezin
Als de honden tussen de 14 en 16 maanden oud zijn, gaan ze naar school
De opleiding van een geleidehond duurt tussen de zes en acht maanden Van alle honden die worden gefokt, wordt ongeveer tweederde ook echt geleidehond
Er zijn in Nederland zo’n 1000 mensen die een geleidehond hebben
13
WiSt Je DAt... iet zelf n n e d n o geleidehweg wetent de weg. De et rh de n baas wee om naa
ld aar zij oorbee a 500 hond, m hij, bijv e t d a , daarn t d t ts ie e h N e c e w r r t e a doet, is stra bruik e hond tweede d hondge t e e a d id ts , W le n e g gaa moet. en rech toor te linksaf n links n te a a d tr a r postkan n s ep nd de or e dere sto en van echtdo d ie in ij v b t n e meter r et h hij al is en e lpen m in te lop ijstraten z n l e v e e e hem he v t hij de aa hoe dere str ken. Als n baas ij to z s t ts’. e e g e r door ie e w ek rech is ov pen. Zo nd: ‘zo aak hij o v h e jk e te stop li o d r h u gen atu eerd en gt hij te gaan. N op gepass chtsaf dert, ze e a r n s tegen , t n n a e a a g k r tr t e s e n ij h z g a wijst erwe zodr goede ijn, dan zal nu, aas ond z b d r n o e o d to h t t. an da De het loke k voor et postk ij er oo aal bij h nen zijn ‘ga in m b n n e e e e zorgt h g z m zeg en als ze dan e r h ls u n e A e d t. g t te ruiker s de loop kunt nie ondgeb zijn baa h je e d r n id a o le a h de aal, m s als ge . hij allem or’. Je zult du n weten Dat kan to n g moete ostka e p w t e e h d r naa wel zelf
een geleidehond bijna ziet geen kleurn en die denken dat een
Er zijn nog altijd mense en stoplicht op rood of gro hond weet wanneer het bij er zijn aal niet! Soms staat. Dat weet hij helem amde rateltikkers, die ena zog oversteekplaatsen en als het stoplicht op gro een tikkend geluid geven kan lig vei dus horen of hij staat. De blinde kan dan rateltikker is, dan zal de n gee oversteken. Als er en of eten opletten en luister baas zelf heel goed mo witte de hij het stil, dan steekt er verkeer aankomt. Is ten we n nse vooruit. Andere me stok met rode strepen n ete mo op d zij dus extra goe zo dat hij blind is en dat t me en sam ehondgebruiker letten. Dan kan de geleid zijn hond oversteken.
Je een geleidehond niet mag aaien als hij een tuig om heeft
Een geleidehond die zijn tuig om heeft, is altijd aan het werk. Hij moet dan goed opletten dat zijn baas nergens tegenop loopt. Als je hem aait, vindt hij dat misschien wel leuk, maar dan kan hij niet meer goed opletten. Stel je voor dat zijn baas daardoor zijn hoofd zou stoten of zou struikelen. Je mag ook nooit praten tegen een geleidehond die aan het werk is. Want ook dan kan hij niet meer goed opletten. Loopt de hond los, dan mag je hem wel aaien. Je moet dan wel eerst even aan zijn baas vragen of het mag. Als je slim bent, doe je dat trouwens bij alle honden die je wilt aaien. Niet alleen bij geleidehonden.
geleidehonden niet hun hele leven hoeven te werken
Zodra het tuig af gaat is de geleidehond een doodgewone hond. Nu mag hij net als andere honden spelen, ravotten, snuffelen en luieren. Elke dag krijgt hij genoeg tijd om dit te doen. Soms vragen mensen wel eens of het niet zielig is dat een geleidehond altijd moet werken. Jij weet nu dat dat helemaal niet zo is. En wat denk jij? Zou een hond liever met zijn baasje meegaan of, net zoals heel veel honden in Nederland, de hele dag alleen thuis zitten? Trouwens, geleidehonden gaan, net als mensen, ook met pensioen. Als ze ongeveer negen jaar zijn, mogen ze lekker van hun rust gaan genieten en hoeven ze niet meer te werken. Soms blijven ze bij hun eigen baasje en als dat niet kan, dan wordt er heel goed tehuis voor de hond gezocht bij mensen die ook weer heel veel van hem gaan houden. Ze hoeven nooit naar het asiel. Voor de blinde baas wordt weer een nieuwe, jonge geleidehond gezocht.
14
WiSt Je DAt... er een verschil is n tussen geleidehonde en hulphon nbadzeennbuiten, als zij
lpen hu Geleidehonden he n hun bazen Hulphonden helpe n. lle wi e to ar na ns erge n het licht, het bij het aandoen va eld be or vo bij is, in hu en van deuren. n en het openmak ge din n va n pe ra op leidehond en de chil tussen de ge rs ve e tst oo gr t He onden alleen iets ien wel dat hulph ch iss m is d on hulph mando’ heet dat. het zegt, ‘op com as ba de als en do nnen nadenken oeten ook zelf ku m en nd ho de lei Ge as niet van hen gen doen die de ba din elf hz zic uit en weg opgebroken jvoorbeeld als de Bi d. ag vra ge t ef he ute zien te vinden. zelf een andere ro nd ho de t oe m is, ers niet zien. Zijn baas kan imm
geleidehonden meestal wel in winkels mogen komen en gewone honden niet
In veel restaurants en winkels mogen geen honden komen, maar geleidehonden mogen dat wel! Dat komt omdat blinde en slechtziende mensen hun hond hard nodig hebben om bij de winkel of het restaurant te komen. En ook in de winkel helpt de hond zijn baas om netjes over de paden te lopen en nergens tegenop te botsen. Geleidehonden zijn goed opgevoed en kunnen zich heel netjes gedragen. De meeste winkeleigenaren en restauranthouders vinden het daarom geen probleem als de hond mee naar binnen gaat.
er ook honden zijn die de opleiding niet halen
Je moet een slimme hond zijn om geleidehond te kunnen zijn. En je moet heel gezond zijn, want als een geleidehond ziek is, dan kan hij natuurlijk niet werken. Soms gebeurt het dat een hond geen geleidehond kan worden, omdat hij sommige dingen heel moeilijk vindt, of het helemaal niet leuk vindt om geleidehond te zijn. De mensen van KNGF Geleidehonden kijken dan of hij iets anders kan gaan doen, bijvoorbeeld de hond van een ziek kind worden, of in een verzorgingshuis bij oude mensen wonen. KNGF Geleidehonden leidt ook nog andere heel bijzondere honden op: autismegeleidehonden. Deze honden worden de vriendjes van kleine kinderen die autistisch zijn. Als dat ook allemaal niet lukt of als de hond niet helemaal gezond is, dan wordt er een heel goed tehuis voor hem gezocht. Er zijn gelukkig heel veel mensen die deze honden graag willen hebben.
geleidehonden nooit me of ballen mogen spetlestokken n Heel veel honden vin
den het leuk om m et ballen of stokken te spelen. Geleidehonden, maar ook de jonge honden die nog in het pleeggezin wo nen, mogen dat nooit. Stokken zij n heel gevaarlijk. Daar kunnen kleine splinters vanaf br eken die de hond in zijn bek of keel kan krijgen, waardoor hij zelfs kan stikk en. Ballen zijn natuur lijk niet gevaarlijk . De reden dat geleidehonden hie r niet mee mogen spelen, is omdat die dan eigenlijk ze veel te leuk gaan vinden. Stel je vo dat een geleideho or nd gek is op balle n. Hij loopt met zij baas langs het pa n rk en iemand gooit een bal. Dan rent er keihard achter hij aan. Je snapt dat dat voor iemand die blind is helemaal niet fijn is. Gelukkig blijft er nog geno speelgoed over wa eg ar ze wel mee mog en spelen zoals ee n flostouw of een lek ker kauwbot.
15
nog meer weten? Je weet nu al heel veel over geleidehonden en
KNGF Geleidehonden
hun bazen. Wil je nog meer weten, bijvoorbeeld
Postbus 544
hoe jij kunt helpen met het inzamelen van geld
1180 AM Amstelveen
voor de geleidehonden? Of wil je graag weten
Amsteldijk Noord 42
wat je moet doen om puppypleeggezin
1184 TD Amstelveen
te worden? Kijk dan eens op de website
T 020 - 496 93 33
www.geleidehond.nl
F 020 - 496 57 76 E
[email protected]
Andere links met informatie die je kunt gebruiken
www.geleidehond.nl ING 275400
www.blindenslechtziend.nl www.bartimeus.nl
16 Deze folder is mede mogelijk gemaakt door: