de bestralingsbehandeling longkanker
2.1
Inleiding en behandelschema
Er is bij u kanker van de long, longvliezen en/of lymfklieren in de borstkas vastgesteld. Daarom bent u voor een bestralingsbehandeling doorverwezen naar het ARTI. In dit deel van de behandelwijzer vindt u belangrijke informatie over de bestralingsbehandeling en de voorbereidingen daarop. Wij kunnen hier niet ingaan op uw specifieke behandeling. Uitgebreide en speciaal op uw situatie toegespitste informatie krijgt u tijdens uw eerste bezoek van uw radiotherapeutoncoloog. Deze arts zal u inlichten over de behandeling die voor u de beste is. U krijgt informatie over het bestralingsgebied, het aantal bestralingen, de bijwerkingen en andere praktische zaken. BEHANDELING IS VOOR IEDEREEN ANDERS
Een groot deel van de patiënten wordt bestraald in de loop van hun behandeling. De bestraling kan worden gegeven nadat eerst een operatie is uitgevoerd, maar de bestraling kan ook de enige behandeling zijn. Daarnaast wordt de bestralingsbehandeling vaak gecombineerd met chemotherapie. Uw behandelend longarts heeft reeds met u besproken welke behandeling in uw situatie de beste optie is. De bijwerkingen op zowel korte als lange termijn hangen sterk af van het precieze bestralingsgebied. Uw behandelend radiotherapeut-oncoloog zal u hier gedetailleerde informatie over geven. De bestraling vindt in het algemeen vier tot vijf keer per week, van maandag tot en met vrijdag, plaats (soms 5 keer per week, 2 keer per dag). In het weekend hoeft u niet te komen en kunt u herstellen van de behandeling. De totale behandeling duurt, afhankelijk van het type kanker en de uitbreiding, 3 tot 7 weken. In het ARTI wordt actief deelgenomen aan klinisch wetenschappelijk onderzoek. Door middel van dit onderzoek kunnen wij de behandeling bij (long)kanker nog verder verbeteren. Het zou kunnen zijn dat u door uw radiotherapeut-oncoloog wordt geïnformeerd over onderzoek met betrekking tot (long)kanker. Hiervoor zal uw medewerking worden gevraagd. Uiteraard staat het u geheel vrij om daar wel of niet aan mee te doen. Daarnaast wordt er geregeld dossieronderzoek verricht. Deze gegevens worden geheel anoniem verwerkt. Mocht u dit niet willen dan kunt u dit bij de doktersassistentes of de radiotherapeut-oncoloog melden.
maart 2012
de bestralingsbehandeling MIJN BEHANDELSCHEMA
2.2
Naam behandelend radiotherapeut-oncoloog Totaal aantal bestralingen
Aantal bestralingen per dag
Aantal bestralingen per week
Het eerste contact met het ARTI
Voor uw eerste bezoek aan het ARTI krijgt u een telefonische oproep. Onze medewerker vertelt u hoe u het ARTI het beste kunt bereiken. U ontvangt vervolgens per post een afspraakbevestiging met een routebeschrijving. Als u voor de eerste keer op de afdeling radiotherapie komt, meldt u zich bij de receptie. De receptionist wijst u de weg naar de balie van de polikliniek. Daar schrijft een doktersassistente u in. In het eerste deel van deze behandelwijzer vindt u een algemene weergave van het behandeltraject. IDENTIFICATIEPLICHT: VERZEKERINGSPAPIEREN EN IDENTITEITSBEWIJS
Bijzonderheden
Sinds 1 januari 2006 is het ARTI verplicht de identiteit van patiënten vast te stellen. Dit moet volgens de Wet op Identificatieplicht. Wij vragen u dan ook om uw verzekeringspapieren en een geldig identiteitsbewijs mee te nemen. Voor aanvang van het gesprek met uw arts zullen wij uw gegevens controleren. Het ARTI kan zo een juiste en zorgvuldige administratieve controle en afhandeling garanderen. U hoeft uw papieren alleen bij uw eerste afspraak mee te nemen. Als uw persoonlijke gegevens veranderen, wilt u deze dan doorgeven aan één van onze doktersassistentes?
VOORBEREIDING VOOR GESPREK MET DE RADIOTHERAPEUT-ONCOLOOG
Schrijf uw eventuele vragen op, zodat u ze niet vergeet te stellen tijdens het eerste gesprek met uw radiotherapeut-oncoloog. Noteer ook de medicijnen die u inneemt of haal een recente lijst bij uw apotheek en neem deze mee. Uw radiotherapeut-oncoloog zal hier naar vragen.
GESPREK OVER UW BEHANDELING
Na de controle van uw gegevens volgt een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. Een radiotherapeut-oncoloog is een arts die zich gespecialiseerd heeft in de behandeling van kanker met behulp van röntgenstraling. Deze zal u tijdens de bestralingsbehandeling begeleiden. Tijdens het gesprek verzamelt de radiotherapeut-oncoloog de laatste ontbrekende gegevens. Daarnaast krijgt u een lichamelijk onderzoek. Op basis van deze gegevens en die van de overige onderzoeken, zoals weefselonderzoek, röntgenonderzoek en het bloedonderzoek, doet de radiotherapeut-oncoloog u een behandelvoorstel. De radiotherapeut-oncoloog legt u het doel, de gang van zaken en de bijwerkingen van de bestralingsbehandeling uit. Uiteraard is er ook de gelegenheid om zelf vragen te stellen. Na dit gesprek geeft een doktersassistente u aanvullende informatie over onder meer de vergoeding van vervoerskosten en parkeren.
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.3
De voorbereiding
Nadat u met uw radiotherapeut-oncoloog een eerste gesprek heeft gehad, volgt de voorbereiding van de bestralingsbehandeling. DE CT-SCAN
Ter voorbereiding van de bestralingsbehandeling beginnen we met het maken van een CT-scan. Met de CT-scan kunnen we digitale afbeeldingen maken van de borstkas. Ondanks dat u vaak al een of meerdere CT-scans heeft gehad, maken we een nieuwe scan om de meest recente informatie te hebben. Daarnaast is het zeer belangrijk om een scan te hebben waarbij u op dezelfde manier ligt als tijdens de bestralingsbehandeling. Deze afbeeldingen zijn nodig om tot een goed bestralingsplan te komen en hebben geen diagnostische waarde. U zult dus geen uitslag van deze scan krijgen. Voor het maken van de CT-scan komt u op uw rug op de onderzoekstafel te liggen. Uw benen en hoofd komen op een speciale steun te liggen. Uw armen worden omhoog gelegd, waarbij de bovenarmen en polsen op verstelbare steunen rusten. Deze steunen zijn hulpmiddelen om ervoor te zorgen dat u bij iedere bestraling op dezelfde manier op de bestralingstafel ligt. Probeer in samenspraak met de laboranten een zo ontspannen en comfortabel mogelijke houding te vinden. Dit is namelijk de houding waarin u de komende weken bestraald wordt.
zogenaamde 4D CT-scan gemaakt. Eigenlijk zijn dit 10 verschillende scans op steeds weer andere momenten in de ademhalingscyclus (van volledige in- tot volledige uitademing). Om deze scan te kunnen maken wordt tijdens het scannen de ademhaling geregistreerd met behulp van camera’s (in de CT-ruimte) die een plastic blokje, dat op de borstkas bevestigd wordt, continu filmen. Tijdens de bestraling is het niet nodig om dit blokje op de borstkas te bevestigen. INKTLIJNEN EN TATOEAGEPUNTJES
Tijdens de voorbereiding worden er markeringslijnen en tatoeagepuntjes op de huid aangebracht. Met behulp hiervan kunnen wij u tijdens elke bestraling weer in precies dezelfde houding neerleggen. Het is dus belangrijk dat deze lijnen tijdens de gehele bestralingsserie blijven zitten. Wij wijzen u erop dat de inkt op uw kleding kan afgeven en moeilijk te verwijderen is. Houdt hier dus rekening mee. De tatoeagepuntjes zijn permanent en hebben een grootte van ongeveer een millimeter. De puntjes worden aan beide zijkanten en aan de voorkant van uw lichaam gezet, u voelt dit als kleine prikjes.
Een tatoeagepuntje
CONTRASTVLOEISTOF
Het kan zijn dat u voor de CT-scan een infuus in uw arm krijgt. Via dit infuus krijgt u tijdens de CT-scan een contrast¬vloeistof toegediend die ervoor zorgt dat de bloedvaten, lymfeklieren en organen beter zichtbaar worden. Het is mogelijk dat u een warm gevoel krijgt van de contrastvloeistof. CT-scan
VIERDIMENSIONALE (4D) RADIOTHERAPIE
Bij de vierdimensionale (4D) radiotherapie wordt tijdens de bestraling rekening gehouden met bewegingen van de tumor en de lymfeklieren door de ademhaling. Dit resulteert in een preciezere bestraling van de tumor en minder bestraling van de gezonde weefsels. Naast de drie dimensies van de tumor (lengte, breedte en dikte) wordt dus ook rekening gehouden met de tijd (4e D). Om dit te kunnen doen wordt bij de voorbereiding een
Contrastvloeistof kan soms nadelige gevolgen hebben voor uw nierfunctie. Daarom wordt, als dat niet kort daarvoor in uw verwijzend ziekenhuis reeds gedaan is, voorafgaand aan de CT-scan bloed afgenomen. Sommige medicijnen (NSAID’s, diuretica, aminoglycoside en cisplatin) kunnen niet gecombineerd worden met contrastvloeistof en moeten daarom 24 uur rondom de CT-scan gestaakt worden. Hebt u hierover vragen, of weet u dat u een verhoogd risico loopt, geeft u dat dan aan voor de CT-scan bij uw radiotherapeut-oncoloog of de radiotherapeutisch laborant.
maart 2012
de bestralingsbehandeling Als u eerder tijdens een röntgenonderzoek een overgevoeligheidsreacties op contrastvloeistof heeft gehad of allergisch bent voor jodium, meldt dit dan voor het onderzoek bij de radiotherapeutisch laboranten. HET BESTRALINGSPLAN
Met de gegevens van de CT-scan en de gegevens van eerder verrichte diagnostisch onderzoeken maken wij een specifiek bestralingsplan voor u. Bij het maken van dit bestralingsplan kijken wij zorgvuldig vanuit welke richtingen u bestraald moet worden en hoe lang de bestraling per richting gaat duren. Daarbij is het van belang dat het tumorgebied zo optimaal mogelijk bestraald wordt en dat de straling het omliggende gezonde weefsel zo min mogelijk belast. Deze fase van de voorbereiding duurt meestal meerdere dagen. Als uw bestralingsplan klaar is en de gegevens in de bestralingscomputer zijn ingevoerd, bellen wij u voor een afspraak voor de eerste bestraling.
2.4
De bestraling
Voor de eerste bestraling kunt u zich melden bij de balie van de polikliniek. Eén van onze medewerkers zal u naar het bestralingstoestel begeleiden. Het ARTI heeft beschikking over zes bestralingstoestellen die grotendeels vergelijkbaar zijn. Meestal wisselt u één keer per week van toestel omdat uw vaste toestel dan voor een wekelijks onderhoud buiten bedrijf is. In het eerste deel van deze behandelwijzer vindt u een weergave van het bestralingstoestel en de bestraling. Als u zich in een kleedkamer (deels) heeft uitgekleed, loopt u samen met een radiotherapeutisch laborant naar het bestralingsapparaat. U kunt eventueel een sjaal of vest omslaan wanneer u dit prettig vindt. AFSPRAKENLIJST
Bij uw eerste bestraling krijgt u een afsprakenlijst mee. Op deze lijst staan zowel uw afspraken voor de bestralingen als de afspraken met uw radiotherapeut-oncoloog of bijvoorbeeld de diëtist. Op uw afsprakenlijst staat ook het bestralingstoestel vermeld. Bij de volgende bestraling hoeft u zich niet meer te melden bij de balie van de polikliniek, u kunt dan direct plaatsnemen in de wachtruimte van het bestralingstoestel. Heeft u echter een afspraak met uw radiotherapeut-oncoloog of een andere hulpverlener binnen het ARTI, dan moet u zich wel bij de balie van de polikliniek melden. IDENTIFICATIE
Voorbeeld van een bestralingsplan. De lijnen geven een bepaalde
In het kader van kwaliteit en veiligheid zijn wij verplicht om vóór iedere bestraling een vorm van identificatie aan u te vragen, hiervoor gebruiken wij uw afsprakenlijst. Hiermee zorgen we dat de juiste bestralingsgegevens voor uw behandeling worden gebruikt.
bestralingsdosis weer.
IN DE JUISTE POSITIE
Bij de bestraling is het belangrijk dat u weer op precies dezelfde manier op de bestralingstafel ligt als tijdens de voorbereiding van de bestraling (tijdens de CT-scan). Dit doen wij met behulp van de tatoeagepuntjes en de lijnen die op uw lichaam zijn aangetekend. Als u op de bestralingstafel ligt, is het van belang dat u zich zo goed mogelijk probeert te ontspannen. Als u in de juiste positie ligt, zullen de laboranten de bestraling vanuit de bedieningsruimte starten. Tijdens de bestralingsbehandeling zullen er regelmatig controlefoto’s of een scan gemaakt worden met behulp van speciale röntgen apparaten (de epid of de cone-beam CT). Met behulp van deze foto’s controleren we uw ligging tijdens de bestraling. Dit doen we door de botstructuren te vergelijken met de botstructuren op de CT-scan die in de voorbereidingsfase van u gemaakt is. Op deze manier wordt uw ligging gecontroleerd en zo nodig gecorrigeerd zodat de bestraling precies op de juiste plek terecht komt. Deze foto’s zijn puur ter controle van uw ligging. De foto’s zeggen niets over de uitwerking van de bestraling op de tumor.
maart 2012
de bestralingsbehandeling Bijwerkingen
COMMUNICATIE TIJDENS DE BESTRALING
2.5
Tijdens de bestraling mag niemand bij u in de ruimte zijn. Met camera’s houden wij u continu in de gaten. Bovendien is er een intercomverbinding, waarmee wij met u kunnen praten. Mocht er tijdens de bestraling iets met u aan de hand zijn (bijvoorbeeld als u moet hoesten en u dit niet langer kunt inhouden), dan kunnen wij de bestraling onmiddellijk onderbreken. Wij zijn dan zo snel mogelijk bij u. Als u bang bent of als u zich niet prettig voelt tijdens de bestraling, bespreek dit dan met één van de radiotherapeutisch laboranten op het bestralingstoestel.
Door de bestraling kunnen bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben hier veel last van, anderen merken weinig van de bestraling. Wij kunnen vooraf niet altijd aangeven in hoeverre u last zult hebben van bijwerkingen. De reacties van het lichaam op de bestraling hangen sterk samen met het bestraalde gebied. Bestraling is immers een plaatselijke behandeling. De mate van de bijwerkingen zegt niets over de werking van de bestraling op de tumor.
HOE VOELT EEN BESTRALING?
ALGEMENE REACTIES OP BESTRALING
Van de bestraling zelf voelt of ziet u niets. U hoort alleen het geluid van het bestralings toestel.
De algemene reacties die bij veel mensen voorkomen zijn: – vermoeidheid – meer behoefte aan slaap – reactie van de huid – verminderde eetlust
HOE LANG DUURT HET?
Het aantal bestralingsbundels en de precieze duur van iedere bestralingsbundel zijn bepaald in uw bestralingsplan en zijn per patiënt verschillend. De bestraling wordt meestal vanuit meerdere richtingen gegeven. Per bundel staat het apparaat 5 tot 60 seconden aan. Alles bij elkaar opgeteld duurt één bestralingssessie 10 tot 20 minuten. In die tijd kleedt u zich uit en aan, zorgen radiotherapeutisch laboranten dat u goed op de behandeltafel ligt en wordt u bestraald vanuit de verschillende richtingen. Als de bestralingsdosis is gegeven, slaat het toestel automatisch af. De straling is dan meteen uit de ruimte verdwenen. DE RADIOTHERAPEUTISCH LABORANTEN
Radiotherapeutisch laboranten zijn speciaal opgeleid om de bestralingstechnieken toe te passen en voeren de bestraling uit. In de bestralingsruimte krijgt u altijd begeleiding van twee laboranten. Een derde laborant houdt u tijdens de bestraling via de monitor in de gaten. Wij proberen tijdens uw gehele behandeling het team van laboranten zo veel mogelijk gelijk te houden, zodat u steeds met dezelfde mensen te maken heeft. Met vragen kunt u altijd terecht bij de laboranten. Zo nodig spelen zij uw vragen door naar uw radiotherapeut-oncoloog. U kunt uw vragen natuurlijk ook stellen tijdens de ingeplande afspraken met uw radiotherapeut-oncoloog.
VERMOEIDHEID
De vermoeidheid die u kunt ervaren, komt niet alleen door de bestralingen. Ook de emotionele stress die de ziekte en de behandeling met zich meebrengen, is vermoeiend. Daarnaast heeft u misschien nog andere behandelingen ondergaan. Ook het regelmatig reizen naar het ARTI kan voor u een extra belasting zijn. Meer rust nemen en de dagelijkse bezigheden in een lager tempo uitvoeren, kunnen u helpen om u minder vermoeid te voelen. Na de bestraling kan de vermoeidheid nog een tijd aanhouden. BIJWERKINGEN BESPREKEN MET UW RADIOTHERAPEUT-ONCOLOOG
U kunt uw klachten en bijwerkingen regelmatig bespreken met uw radiotherapeut- oncoloog. Deze controleafspraken kunt u op uw afsprakenlijst terugvinden. Uw radiotherapeut-oncoloog houdt tijdens deze controles in de gaten hoe u de behandeling verdraagt en behandelt zo nodig de bijwerkingen. Ook kunt u tijdens deze gesprekken uw vragen en opmerkingen bespreken. LAATSTE LOODJES VAN DE BEHANDELING
Aan het einde van de behandeling en kort daarna zijn de bijwerkingen van de bestraling het sterkst. De bijwerkingen nemen meestal af na vier weken. Vermoeidheidsklachten zijn zeer verschillend per persoon en kunnen soms langer aanhouden. Het resultaat van de behandeling laat geruime tijd op zich wachten. Dit is pas na weken of soms zelfs pas na maanden te beoordelen.
Het bestralingstoestel
maart 2012
de bestralingsbehandeling SPECIFIEKE REACTIES OP BESTRALING VAN DE BORSTKAS
Wanneer u op de borstkas wordt bestraald kunnen de volgende bijwerkingen ontstaan: − Verlies van een deel van de longfunctie Dit kan zich uiten in kortademigheid en dan vooral bij inspanning. In het algemeen treedt dit vaak pas op in de maanden na de bestraling. Vaak merken patiënten dit door vermindering van de conditie of niet verder verbeteren van de conditie na afloop van de behandeling. − Bestralingslongontsteking Een bestralingslongontsteking ontstaat bij lang niet iedere patiënt. Een bestralingslongontsteking ontstaat in het algemeen pas weken tot maanden na de bestraling tijdens het eerste jaar na de bestraling. Een bestralingslongontsteking moet niet alleen met antibiotica, maar ook met sterke ontstekingsremmers als prednison behandeld worden. Aangezien huisartsen hier nauwelijks ervaring mee hebben is het raadzaam om bij longontstekingklachten (kortademig, hoesten, ziek en eventueel koorts) de longarts te bellen. − Bestralingsslokdarmontsteking Vaak ligt een deel van de slokdarm in het bestralingsveld. Hierdoor raakt de slokdarm tijdens de bestraling ontstoken en geïrriteerd (vooral als de bestraling gelijktijdig met een chemotherapie behandeling gegeven wordt). Dit uit zich als pijn bij het slikken. Dit neemt gedurende de bestralingsweken langzaam toe en houdt vaak nog meerdere weken na de bestraling aan. Afhankelijk van de hoeveelheid slokdarm in het veld heeft u hier meer of minder last van. De radiotherapeut-oncoloog bekijkt tijdens de wekelijkse controlegesprekken of er pijnstilling en eventuele vloeibare voeding nodig is. Ook wordt u wekelijks gewogen om te zien of u niet door de slikklachten gaat afvallen. − Bestralingsbronchitis Bronchitis is een ontsteking van de grotere luchtwegen of luchtpijpen (de zogenaamde bronchiën). Door de bestraling kunnen de bronchiën ontstoken en geïrriteerd raken. Dit merkt u als een kriebelhoest en soms door een toegenomen slijmproductie. Enkele weken na de bestraling verdwijnen deze klachten. Mocht de kriebelhoest u ‘s nachts uit de slaap houden, vraag dan aan de radiotherapeut-oncoloog om een medicijn hiertegen.
2.6
Verzorgingsadviezen
HUIDVERZORGINGSADVIEZEN
Bij longbestraling treedt over het algemeen een zeer milde huidreactie op. Mocht u zien dat een deel van de huid toch verkleurd, dan zijn de volgende adviezen voor u van belang. Zo kunt u extra irritatie van de bestraalde huid voorkomen. − Niet in bad, omdat het de huid week maakt en sneller uitdroogt. Bovendien k unnen de aangetekende lijnen gemakkelijk verdwijnen. Beperkt zeep gebruiken op het bestralingsgebied, bij voorkeur milde, Ph-neutrale en hypoallergene zeep. − Dep de huid droog, in plaats van wrijven. − Wanneer er huidplooien in het bestraalde gebied liggen (bijvoorbeeld onder de borsten, in de oksels, plooien in de hals) 1 à 2 keer daags dun poederen met milde talkpoeder (bijvoorbeeld babypoeder). − Wanneer u op de oksel wordt bestraald, adviseren wij u aan de bestraalde kant géén deodorant te gebruiken om allergische reacties en irritaties te voorkomen. − Probeer niet te krabben als de bestraalde huid jeukt. De huid koel houden, kan helpen de jeuk te verminderen. Bij de drogist kunt u een coldpack kopen. Zorg er altijd voor dat u een thee- of handdoek tussen de coldpack en uw huid inlegt. − Gebruik geen huidverzorgingsproducten, medicinale crèmes of desinfecterende producten op de bestraalde huid, anders dan voorgeschreven door de afdeling radiotherapie. Meld uw radiotherapeut-oncoloog als andere artsen of hulpverleners crèmes hebben voorgeschreven. − Beplak de bestraalde huid niet met pleisters. Dit kan vervelende blaren veroorzaken. − Stel de bestraalde huid niet bloot aan de zon of aan Uv-stralen van een solarium of zonnebank. − Ga tijdens de bestralingsserie niet zwemmen. Chloor en zout drogen de huid uit en kunnen de huid irriteren. Daarbij komt het nadeel dat de inktlijnen verdwijnen. − Vermijd stugge, knellende en schurende kleding in het bestraalde gebied. Zo nodig de huid beschermen tegen schuren van kleding met een verband. Wij raden u aan katoenen kleding te dragen. − Als de huid gaat trekken, droog aanvoelt, jeukt, geïrriteerd is of open gaat, verzoeken wij u dit bij uw radiotherapeut-oncoloog of bij de laboranten op het bestralingstoestel te melden. De laboranten zullen u zo nodig doorverwijzen voor nader advies.
maart 2012
de bestralingsbehandeling HERSTEL VAN DE HUID
Uw huid herstelt normaal gesproken in twee tot vijf weken na de bestraling. Wij adviseren u om na het stoppen van de bestraling nog minimaal twee weken door te gaan met de algemene verzorgingsadviezen, totdat de huid volledig hersteld is. Het is mogelijk dat kort na het stoppen van de bestraling de huid alsnog open gaat of gaat vervellen. Ook dan geneest de huid gewoonlijk weer in twee tot vijf weken. Uw radiotherapeut-oncoloog zal u in dit geval instructies geven voor de verzorging van de huid. Wij adviseren u om uw eigen huidverzorgingsproducten pas weer te gebruiken als de huid volledig hersteld is.
2.7
Ondersteunende zorg
DE SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE
Uw ziekte en de behandeling bij het ARTI zijn ingrijpende gebeurtenissen, die veel emoties bij u kunnen losmaken. Ook kunnen er lichamelijke veranderingen, beperkingen en ongemakken optreden. Allerlei zaken die voorheen voor u vanzelfsprekend waren, zijn dat niet meer. Zaken die u voorheen zelf regelde, lukken soms niet meer en thuis kan extra hulp en ondersteuning gewenst zijn. Vragen, zorgen en ervaringen kunnen u en uw naasten bespreken met de sociaal verpleegkundige. Zij zal u tijdens de bestralingsperiode zo goed mogelijk steunen en begeleiden.
BESCHERM UW HUID GOED TEGEN DE ZON
Na de bestralingsbehandeling is het verstandig er rekening mee te houden dat de bestraalde huid snel op de zon kan reageren. Bescherm de eerste jaren na de bestraling uw huid met een crème met een hoge zonnebrandfactor (factor 30+) ALGEMENE LEEFADVIEZEN TIJDENS DE BESTRALING
De bestraling kan veel invloed hebben op uw lichaam en geest. Het is daarom van belang dat u een gezonde leefwijze volgt om uw weerstand op te bouwen en te behouden. Voldoende en verantwoord eten, drinken en bewegen is aan te bevelen. Start geen nieuw dieet zonder dit te overleggen met uw arts. Verder is voldoende rust, beperkt alcohol gebruik en stoppen met roken gewenst. Eventueel extra vitaminesupplementen gebruiken mag, maar niet meer dan 1x de dagelijks aanbevolen hoeveelheid.
AFSPRAAK MET DE SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE
De radiotherapeut-oncoloog, laborant of de doktersassistente kan u doorverwijzen naar de verpleegkundige. Ook kunt u zelf via de radiotherapeutisch laboranten of de dokters assistentes een afspraak maken. Bij sommige patiënten zijn afspraken met de verpleeg kundige een vast onderdeel van de behandeling. De afspraken met de sociaal verpleegkundige worden gecombineerd met een afspraak voor een bestraling, zodat u niet extra naar het ARTI hoeft te komen. Het gesprek duurt ongeveer een half uur. Vindt u het prettig om iemand mee te nemen naar het verpleegkundig spreekuur, dan is deze persoon van harte welkom. DE DIËTIST
Voeding vormt een belangrijk onderdeel van de totale zorg voor mensen met kanker. Een gezonde voeding is natuurlijk voor iedereen belangrijk, maar zeker als u ziek bent, moet u extra alert zijn op wat u eet en drinkt. Als gevolg van de ziekte en de behandeling kunnen problemen met eten ontstaan. Hierbij kan de diëtist u helpen en adviseren. Uw vragen en problemen rondom voeding kunt u bespreken met de diëtist. Zij kan u persoonlijke adviezen geven, waarbij zij rekening houdt met uw ziekte, uw behandeling en uw individuele wensen en mogelijkheden. Meer informatie kunt u vinden in de folder ‘Voeding bij kanker’ van het KWF. AFSPRAAK MET DE DIËTIST
Als door de soort kanker of de aard van de behandeling voedingsproblemen worden verwacht, is een afspraak met de diëtist een vast onderdeel van de behandeling. Als dit voor u ook geldt, staan de afspraken met de diëtist al op uw afsprakenlijst. Het is ook mogelijk op eigen verzoek een afspraak met de diëtist te maken. U kunt hiervoor terecht bij de balie van de polikliniek. Afspraken met de diëtist worden gecombineerd met de afspraken van de bestraling, zodat u niet extra naar het ARTI hoeft te komen.
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.8
Nazorg
Bij de laatste bestraling krijgt u een brief mee, waarin u terug kunt lezen waar u met vragen terecht kunt na de bestralingsserie. Daarnaast blijft u onder medische controle bij uw radiotherapeut-oncoloog, vaak tot jaren na de behandeling. Deze controles vinden plaats in het ARTI of in uw eigen ziekenhuis. De controlebezoeken vinden met een zekere regelmaat plaats. Daarnaast heeft u ook afspraken met andere specialisten. Uw radio therapeut-oncoloog bespreekt deze afspraken met u tijdens één van de laatste gesprekken. De tijdsduur tussen de onderzoeken wordt bepaald in overleg met uw behandelend radiotherapeut-oncoloog. De controles zijn van belang om het effect van de bestraling op uw ziekte te volgen. Mocht er bij u door de behandeling kans zijn op late bijwerkingen, dan zal uw radiotherapeut-oncoloog u hierover vooraf inlichten. BEL VOOR VRAGEN OF PROBLEMEN NAAR HET ARTI
Mocht u na de behandeling nog met vragen over de bestraling zitten of heeft u klachten die mogelijk met de bestraling te maken kunnen hebben, bel dan het ARTI op. U kunt van maandag tot en met vrijdag tussen 08.30 en 17.00 uur bellen naar: 027-371 24 40. MET SPOED HULP NODIG IN DE AVONDUREN OF IN HET WEEKEND
Mocht u dringend hulp nodig hebben buiten de openingsuren van het ARTI, dan kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts. Als het nodig is, kan uw huisarts contact opnemen met de dienstdoende radiotherapeut-oncoloog.
2.9
Handige informatie en lotgenotencontact
Verschillende patiëntenverenigingen organiseren regelmatig contactavonden voor lotgenoten. Mocht u hierin interesse hebben, dan kunt u hierover meer informatie krijgen bij één van onze medewerkers. In de grote wachtruimte kunt u ook foldermateriaal van diverse verenigingen vinden. INFORMATIEVE INTERNETSITES, SPECIFIEK VOOR KANKER IN HET THORAXGEBIED
http://www.longkanker.nfk.nl Dit is de website van de Stichting Longkanker, voor lotgenotencontact tussen patiënten met longkanker. www.asbestslachtoffers.nl Dit is de website van het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Dit instituut zet zich in voor asbestslachtoffers met de ziekte maligna mesothelioom (borstvlieskanker), waarvan de oorzaak van de ziekte is gelegen in asbestblootstelling op het werk. Het IAS bemiddelt tussen de (ex)werknemer en zijn (ex)werkgever, om de gezondheidsschade van de (ex)werknemer vergoed te krijgen. Ook adviseert het IAS de Sociale Verzekeringsbank in het kader van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) als er geen aansprakelijke werkgever is. www.stopeffectief.nl Deze website van KWF en Stivoro biedt een startpakket met hulpmiddelen voor mensen die willen stoppen met roken.
maart 2012
de bestralingsbehandeling INFORMATIE OVER BESTRALING OF KANKER OP HET INTERNET
Als u meer informatie zoekt over bestraling en kanker in het algemeen, dan kunt u onderstaande informatieve websites bezoeken. www.arnhemrti.nl Dit is de website van het Arnhems Radiotherapeutisch Instituut (ARTI). www.kankerwiehelpt.nl Dit is een website met regionale (uit Zuidoost-Nederland) informatie. Hierop kunt u algemene informatie over kanker en soorten kanker, het onderzoekstraject, informatie over wat ziekenhuizen in de regio u kunnen bieden, adressen van hulpverleners en betrouwbare links vinden. www.nvro.nl Dit is een website van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO), met een apart patiëntendeel met informatie over kanker en radio therapie. www.kwfkankerbestrijding.nl
Dit is de website van KWF Kankerbestrijding.
www.herstel-en-balans.nl Dit is een website over het revalidatieprogramma herstel & balans, speciaal voor kankerpatiënten. www.kankerspoken.nl Dit is een website van het KWF speciaal gemaakt voor kinderen waarvan de ouders kanker hebben. De informatie is onderverdeeld in verschillende leeftijdscategorieën. Ook voor ouders, leerkrachten en andere geïnteresseerden is er informatie op deze site te vinden.
33979 | © Maart 2012 | ARTI 2.9