de bestralingsbehandeling inwendige bestraling van de baarmoederhals
Voorwoord Beste lezer, In overleg met uw arts in het ziekenhuis bent u doorverwezen voor een bestralings behandeling naar het Arnhems Radiotherapeutisch Instituut (ARTI). Een belangrijke en spannende periode breekt voor u aan. Onze medewerkers willen uw zorgen zo veel mogelijk bij u wegnemen. Zij zullen u daarom tijdens uw behandeling zo goed mogelijk proberen te informeren en te ondersteunen. Wij realiseren ons dat u veel (medische) informatie krijgt die u wellicht niet allemaal kunt onthouden. Met deze behandelwijzer kunt u alle informatie die u ontvangt tijdens uw bezoeken aan het ARTI nog eens rustig nalezen. Uiteraard is deze informatie geen vervanging van de gesprekken met uw radiotherapeut-oncoloog of andere hulpverleners. Deze behandelwijzer bestaat uit drie delen. In het eerste deel vindt u een schematische weergave van de stappen die u doorloopt tijdens de voorbereiding van de behandeling en gedurende de bestralingsbehandeling. Deel twee geeft u specifieke informatie over uw behandeling en in het derde deel leest u antwoorden op algemene en veelvoorkomende vragen. In deze behandelwijzer kunt u notities maken of vragen opschrijven die u bij een volgend bezoek aan uw arts wilt stellen. De map heeft verder extra opbergruimte voor andere nut tige informatie. Namens alle leden van uw behandelteam in het ARTI, R.B. Keus Directeur-radiotherapeut ARTI
Het ARTI heeft aan de samenstelling van deze behandelwijzer veel zorg besteed. Toch is er altijd ruimte voor verbeteringen. U kunt uw opmerkingen bespreken met uw radiotherapeut-oncoloog of met één van de medewerkers van het ARTI. Aarzel niet om uw klachten, opmerkingen of suggesties met betrekking tot deze behandelwijzer aan ons door te geven. Wij staan open voor suggesties.
maart 2012
de bestralingsbehandeling TWEEDE DEEL: DE BESTRALINGSBEHANDELING
Wagnerlaan 47 6815 AD Arnhem (026) 371 24 12 www.arnhemrti.nl
1.1
Persoonlijke gegevens
Naam
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Inleiding en behandelschema Het eerste contact met het ARTI De voorbereiding De bestraling Bijwerkingen Verzorgingsadviezen Ondersteunende zorg Nazorg Handige informatie en lotgenotencontact
DERDE DEEL: HANDIG OM TE WETEN
EERSTE DEEL: EEN BEELD VAN HET ARTI
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17
1.1 1.2 1.3
1.2
Adres Postcode Woonplaats Telefoon
Als uw persoonlijke gegevens tijdens de behandeling veranderen, wilt u dit dan tijdig aan ons doorgeven?
Inhoudsopgave Formulier voor uw persoonlijke gegevens Schematische weergave van een bestralingsbehandeling Formulier voor uw persoonlijke notities
Het ARTI Het behandelteam Contactgegevens Routebeschrijving en bereikbaarheid Kostenregelingen Parkeren bij het ARTI Veelvoorkomende vragen Kinderen en kanker Klachten Cliëntenadviesraad Privacy Onderwijs en opleiding Wetenschappelijk onderzoek Uw huisarts Zwangerschap MRSA bacterie Complimenten, suggesties en ideeën
Schematische weergave van een bestralingsbehandeling
Op de volgende pagina ziet u een schematische weergave van de verschillende onderdelen van uw behandeling. In het tweede deel van dit boekje kunt u hierover meer informatie lezen.
maart 2012
de bestralingsbehandeling
Behandeltraject brachytherapie
Bestralingstoestel
U bent voor brachytherapie doorverwezen naar het ARTI. Wat kunt u tijdens het behandeltraject verwachten?
Doorverwijzing naar het ARTI
CT-scan
Oproep van het ARTI (telefoon en bevestigingsbrief)
Voorbereiding
Bestralingsbehandeling
Stappen voor alle patiënten
Eerste gesprek met radiotherapeutoncoloog
Inbrengen staaf(jes)/ naalden/katheters Afhankelijk van de plaats die bestraald moet worden, worden deze ingebracht in het ARTI of ziekenhuis Rijnstate.
Uitvoering van het bestralingsplan
CT-scan De CT-scan wordt gemaakt in het ARTI op de dag van de behandeling.
Bestralingsplan Op basis van de CT (en MRI) wordt een bestralingsplan gemaakt. Dit kan enige tijd in beslag nemen.
Bestralingsbehandeling De bij u ingebrachte staafje(s), naalden of katheters worden via een slang verbonden met het bestralingstoestel. Dit kan in het ARTI of in ziekenhuis Rijnstate plaatsvinden.
Nazorg
Na de laatste bestraling
Nazorgbrief en controle afspraak
MRI-scan
Voorbereiding
Stappen voor sommige patiënten Voorlichtingsgesprek De brachylaborant neemt contact met u op voor het voorlichtingsgesprek.
MRI-scan De MRI-scan wordt gemaakt in ziekenhuis Rijnstate op de dag van de behandeling.
maart 2012
de bestralingsbehandeling 1.3
Persoonlijke notities
2.1
Inleiding en behandelschema
Op deze pagina kunt u verschillende zaken noteren die u belangrijk vindt. U kunt bijvoorbeeld notities maken van iets dat u niet mag vergeten, een vraag noteren die u graag aan uw arts wilt stellen of een handige tip opschrijven die u van ons heeft gekregen.
Uw arts in het ziekenhuis heeft bij u kanker vastgesteld in de baarmoederhals en heeft u voor een bestralingsbehandeling doorverwezen naar het ARTI. In dit deel van de behandelwijzer vindt u belangrijke informatie over de inwendige bestraling van de baar moederhals en de voorbereidingen daarop.
Uitgebreide en speciaal op uw situatie toegespitste informatie krijgt u tijdens uw eerste be zoek aan uw radiotherapeut-oncoloog. Deze arts zal u inlichten over de behandeling die voor u de beste is. U krijgt informatie over het bestralingsgebied, het aantal b estralingen, de bijwerkingen en andere praktische zaken.
INWENDIGE BESTRALING
Inwendig bestralen wordt ook wel brachytherapie genoemd, van het Griekse woord ‘brachy’ = dichtbij. Bij inwendige bestraling is het de bedoeling om de straling precies af te geven in het gebied waar een tumor zit of gezeten heeft. Met deze techniek wordt de straling in een klein gebied geconcentreerd, zodat de kans op beschadiging van om ringend gezond weefsel gering is. MIJN BEHANDELSCHEMA
Naam behandelend radiotherapeut-oncoloog Totaal aantal bestralingen
Aantal bestralingen per week Bijzonderheden
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.2
Het eerste contact met het ARTI
Voor uw eerste bezoek aan het ARTI krijgt u een telefonische oproep. Onze medewerker vertelt u hoe u het ARTI het beste kunt bereiken. U ontvangt vervolgens per post een afspraakbevestiging met een routebeschrijving. Als u voor de eerste keer op de afdeling radiotherapie komt, meldt u zich bij de receptie. De receptionist wijst u de weg naar de balie van de polikliniek. Daar schrijft een doktersassistente u in. IDENTIFICATIEPLICHT: VERZEKERINGSPAPIEREN EN IDENTITEITSBEWIJS
Sinds 1 januari 2006 is het ARTI verplicht de identiteit van patiënten vast te stellen. Dit moet volgens de Wet op Identificatieplicht. Wij vragen u dan ook om uw verzekeringspapieren en een geldig identiteitsbewijs mee te nemen. Voor aanvang van het gesprek met uw arts zullen wij uw gegevens controleren. Het ARTI kan zo een juiste en zorgvuldige administratieve controle en afhandeling garanderen. U hoeft uw papieren alleen bij uw eerste afspraak mee te nemen. Als uw persoonlijke gegevens veranderen, wilt u deze dan doorgeven aan één van onze doktersassistentes? VOORBEREIDING VOOR GESPREK MET DE RADIOTHERAPEUT-ONCOLOOG
Schrijf uw eventuele vragen op, zodat u die niet vergeet te stellen tijdens het eerste gesprek met uw radiotherapeut-oncoloog. Noteer ook de medicijnen die u inneemt of haal een recente lijst bij uw apotheek en neem deze mee. Uw radiotherapeut-oncoloog zal hier naar vragen. GESPREK OVER UW BEHANDELING
Na de controle van uw gegevens volgt een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. Een radiotherapeut-oncoloog is een arts die zich gespecialiseerd heeft in de behandeling van kanker met behulp van röntgenstraling. Deze arts zal u tijdens de bestralingsbehan deling begeleiden. Tijdens het gesprek verzamelt de radiotherapeut-oncoloog de laatste ontbrekende gegevens. Daarnaast krijgt u meestal een lichamelijk onderzoek. Op basis van deze gegevens en die van de overige onderzoeken, zoals weefselonderzoek, röntgen onderzoek en bloedonderzoek, doet de arts u een behandelvoorstel. De radiotherapeutoncoloog legt u het doel, de gang van zaken en de bijwerkingen van de bestralings behandeling uit. Uiteraard is er ook de gelegenheid om zelf vragen te stellen. Na dit gesprek geeft de doktersassistente u aanvullende informatie, onder meer over de vergoeding van vervoerskosten en parkeren.
2.3
De voorbereiding
VOORLICHTINGSGESPREK
Een radiotherapeutisch laborant geeft u tijdens dit gesprek aanvullende uitleg over uw bestralingsbehandeling. Het kan zijn dat dit telefonisch gebeurd. GESPREK MET DE ANESTHESIST
Er vindt tijdig een gesprek plaats met de anesthesist. Tijdens dit gesprek wordt met u besproken of u een ruggenprik of eventueel narcose krijgt. OPNAME ZIEKENHUIS RIJNSTATE
In verband met de voorbereidingen, wordt u de dag voor de ingreep opgenomen op de afdeling gynaecologie B5V1 van ziekenhuis Rijnstate. HET PLAATSEN VAN DE BUISJES
De volgende dag zal de ingreep plaatsvinden in de operatiekamer. Nadat de ruggenprik is gezet of u narcose heeft gehad zal een urinekatheter geplaatst worden. Dit is een slangetje in de blaas waardoor de urine kan aflopen. Daarna zal de radiotherapeut-oncoloog, die wordt geassisteerd door de operatieassistent en de radiotherapeutisch laborant, de buisjes bij u inbrengen (zie hieronder).
Baarmoeder
Baarmoederhals Eivormige bollen (zgn. ovoiden)
Vagina
Schematisch overzicht van de plaatsing van de buisjes
Er wordt een centraal buisje door de baarmoederhalsopening tot in de baarmoeder geplaatst. De baarmoederhals moet hiervoor soms eerst wat opgerekt worden. Om dit centrale buisje de tweede en derde behandeling makkelijker te kunnen plaatsen zal een plastic hol kokertje (sleeve) vastgehecht worden in de baarmoederhals. Dit kokertje blijft 2 weken zitten en zal bij de laatste behandeling worden verwijderd. Het centrale buisje alleen geeft onvoldoende bestraling in de breedte. Daarom worden er
maart 2012
de bestralingsbehandeling in de vagina twee buisjes met daarop eivormige bollen (zgn. ovoiden) tegen de baar moedermond aan geplaatst. Om de endeldarm zo goed mogelijk te beschermen wordt er een spatel (een soort lepel) onder de bollen geschoven om afstand te creëren. De uiteinden van de buisjes en de spatel steken via de vagina naar buiten en zullen met bandjes worden vastgeknoopt om uw middel. Wanneer de ingreep is voltooid wordt u naar de uitslaapkamer gebracht om bij te komen van de ruggenprik of narcose.
MRI-SCAN
Na de CT-scan wordt in ziekenhuis Rijnstate een MRI-scan gemaakt. De MRI-scan is een apparaat waarmee met behulp van een magnetisch veld dwarsdoorsnedes van het lichaam afgebeeld kunnen worden. Op de MRIscan is te zien hoe groot de tumor nog is. Deze gegevens worden gebruikt bij het maken van een bestralingsplan.
De MRI-scan
BEHANDELING IS VOOR IEDEREEN ANDERS
Het is ook mogelijk dat er naalden door de eivormige bollen worden gestoken. De bestraling vindt dan plaats op een kamer van afdeling B4V1 in ziekenhuis Rijnstate. Deze bestraling duurt langer. Dit wordt vooraf door de radiotherapeut-oncoloog met u besproken. De procedure is verder hetzelfde als beschreven in deze folder. MOGELIJKHEID POLIKLINISCH PLAATSEN BUISJES
De eerste keer dat de buisjes geplaatst worden vindt dit altijd op de operatiekamer plaats. Daar wordt een plastic, hol kokertje vastgehecht in de baarmoederhals. Indien het plaat sen van de buisjes de eerste keer gemakkelijk verloopt, bestaat er de mogelijkheid om de tweede en derde behandeling poliklinisch te laten uitvoeren. Dit heeft voor- en nadelen. U kunt dit met de radiotherapeut-oncoloog of met de radiotherapeutisch laborant bespreken.
HET BESTRALINGSPLAN
Met de gegevens van de CT-scan, MRI-scan en de gegevens van de eerder verrichte diagnostische onderzoeken, wordt een specifiek bestralingsplan gemaakt. Bij het maken van dit bestralingsplan wordt zorgvuldig beoordeeld welk gebied bestraald moet worden en hoelang de radioactieve bron op de verschillende plaatsen moet blijven staan. Daarbij is het van belang dat het tumorgebied zo optimaal mogelijk bestraald wordt en dat de straling het omliggende gezonde weefsel zo min mogelijk belast. Deze fase van de voorbereiding duurt drie kwartier tot een uur. Daarna wordt u opge haald voor de bestraling.
2.4
De bestraling
CT-SCAN
Als u bent bijgekomen van de ruggeprik of narcose wordt u opgehaald door twee radio therapeutisch laboranten. Zij nemen u mee naar het ARTI om een CT-scan te maken. De CT-scan is een rönt genapparaat waarmee we dwars doorsneden van het lichaam kunnen afbeelden. Op basis van de CT-scan wordt beoordeeld of de buisjes goed geplaatst zijn.
CT-scan
Vanuit het Rijnstate ziekenhuis wordt u per bed naar de bestralingsruimte in het ARTI vervoerd, waar vervolgens de buisjes via kabels worden aangesloten op het bestralingstoestel. Als de buisjes aangesloten zijn, zullen de radiotherapeutisch labo ranten de b estraling vanuit de bedieningsruimte starten. De bestralingsbron wordt vanuit het apparaat via de kabels de buisjes ingestuurd. Dit gebeurt buisje voor buisje. De bron moet drie keer op en neer gestuurd worden. Na afloop van de behandeling zullen de buisjes en de urinekatheter door de radiotherapeut-oncoloog verwijderd worden. Vervolgens wordt u teruggebracht naar B5V1. Daar zult u nog enige tijd verblij ven, om bij te komen van de behandeling. Als u bijgekomen bent en het plassen weer op gang gekomen is, zullen de arts en de verpleging beoordelen of u naar huis kunt gaan. Het bestralingstoestel
maart 2012
de bestralingsbehandeling COMMUNICATIE TIJDENS DE BESTRALING
LATE BIJWERKINGEN
Tijdens de bestraling mag er niemand bij u in de ruimte zijn. Er zijn een aantal camera’s in de ruimte, waarmee we u continu in de gaten houden. Bovendien is er een intercom verbinding, waarmee wij met u kunnen praten. Mocht er tijdens de bestraling iets met u aan de hand zijn, dan kunnen wij de bestraling onmiddellijk onderbreken. Wij zijn dan zo snel mogelijk bij u. Als u bang bent of als u zich niet prettig voelt tijdens de bestraling, bespreek dit dan met uw radiotherapeut-oncoloog of één van de radiotherapeutisch laboranten.
− droge vagina − vernauwing en verklevingen in de vagina − verkorting van de vagina Naast de bovengenoemde bijwerkingen heeft de behandeling in het algemeen consequenties voor de seksuele beleving. Vragen hierover kunt u bespreken met uw behandelend radiotherapeut-oncoloog en/of de sociaal verpleegkundige.
HOE VOELT EEN BESTRALING?
Van de bestraling zelf voelt of ziet u niets. Wel kunt u pijn voelen omdat er buisjes bij u ingebracht zijn, hiervoor kunt u pijnstilling krijgen. HOE LANG DUURT HET?
De bestralingsduur kan variëren van 10 tot 20 minuten. Indien er naalden ingebracht zijn duurt de behandeling langer (1,5 tot 3 uur). Dit is afhankelijk van de sterkte van de radio actieve bron. Als de bestralingsdosis is gegeven, gaat de radioactieve bron automatisch terug naar de afgeschermde kluis van het bestralingstoestel. De straling is dan direct uit de ruimte verdwenen. Tijdens de bestraling bestaat de mogelijkheid om te lezen of televisie te kijken.
BIJWERKINGEN BESPREKEN MET UW RADIOTHERAPEUT-ONCOLOOG
U kunt uw vragen en de bijwerkingen bij iedere behandeling bespreken met uw radio therapeut-oncoloog. Hij/ zij houdt tevens in de gaten hoe u de behandeling verdraagt en wat de bijwerkingen zijn. LAATSTE LOODJES VAN DE BEHANDELING
Aan het eind van de behandeling en kort daarna zijn de bijwerkingen van de uit- en inwendige bestraling het sterkst. De bijwerkingen nemen meestal af na vier weken.
2.6
Verzorgingsadviezen
DE RADIOTHERAPEUTISCH LABORANTEN
Radiotherapeutisch laboranten zijn speciaal opgeleid om de bestralingstechnieken toe te passen en de bestraling uit te voeren. Tijdens uw behandeling wordt u begeleid door twee laboranten. Met vragen kunt u altijd terecht bij de laboranten. Zo nodig spelen zij uw vragen door naar uw radiotherapeut-oncoloog.
2.5
Bijwerkingen
Naast de bijwerkingen van de uitwendige bestraling kunnen er bijwerkingen van de in wendige bestraling optreden. De bijwerkingen noemen we vroeg als ze tijdens of kort na de behandeling ontstaan of laat als ze later dan 3 maanden na de behandeling ontstaan. VROEGE BIJWERKINGEN
− − − −
vaginaal bloedverlies irritatie van het slijmvlies van de vagina pijn bij het plassen soms is het plassen enkele dagen wat gevoelig. U kunt het beste veel blijven drinken.
ALGEMENE LEEFADVIEZEN TIJDENS DE BESTRALING
De bestraling kan veel invloed hebben op lichaam en geest. Het is daarom van belang dat u een gezonde leefwijze volgt om voldoende weerstand op te bouwen en te behouden. Voldoende en verantwoord eten, drinken en bewegen is aan te bevelen. Het is aan te raden geen nieuw dieet te volgen zonder overleg. Verder is voldoende rust, beperkt alcoholgebruik en stoppen met roken gewenst.
2.7
Ondersteunende zorg
DE SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE
Uw ziekte en de behandeling bij het ARTI zijn ingrijpende gebeurtenissen, die veel emoties bij u kunnen losmaken. Ook kunnen er lichamelijke veranderingen, beperkingen en onge makken optreden. Allerlei zaken die voorheen voor u vanzelfsprekend waren, zijn dat niet meer. Zaken die u voorheen zelf regelde, lukken soms niet meer en thuis kan extra hulp en ondersteuning gewenst zijn. Vragen, zorgen en ervaringen kunnen u en uw naasten bespreken met de sociaal verpleegkundige.
maart 2012
de bestralingsbehandeling AFSPRAAK MET DE SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE
BEL VOOR VRAGEN OF PROBLEMEN NAAR HET ARTI
De radiotherapeut-oncoloog, laborant of de doktersassistente kan u doorverwijzen naar de verpleegkundige. Ook kunt u zelf via de radiotherapeutisch laboranten of de doktersassis tentes een afspraak maken. Bij sommige patiënten zijn afspraken met de verpleegkundige een vast onderdeel van de behandeling. De afspraken met de sociaal verpleegkundige worden gecombineerd met een afspraak voor een bestraling, zodat u niet extra naar het ARTI hoeft te komen. Het gesprek duurt ongeveer een half uur. Vindt u het prettig om iemand mee te nemen naar het verpleeg kundig spreekuur, dan is deze persoon van harte welkom.
Het kan zijn dat u na de behandeling nog een vraag of probleem heeft. Mocht u om wat voor reden dan ook zich nog ergens zorgen over maken, aarzel dan niet om contact op te nemen met het ARTI.
2.8
Nazorg
U kunt van maandag tot en met vrijdag tussen 08.30 en 17.00 uur bellen naar: 026 - 371 24 40. MET SPOED HULP NODIG IN DE AVONDUREN OF IN HET WEEKEND
Mochten zich dringende zaken voordoen buiten de openingsuren van het ARTI, dan kunt u het best contact opnemen met uw huisarts. Als het nodig is, kan uw huisarts contact opnemen met de dienstdoende radiotherapeut-oncoloog.
Wanneer u de behandeling heeft afgerond krijgt u een controle-afspraak mee voor twee à drie weken na de laatste behandeling. Deze controle vindt plaats in het ARTI. De controlebezoeken vinden met een zekere regelmaat plaats, vaak afwisselend met afspraken met andere specialisten. Dit wordt tijdens de laatste behandeling door uw radiotherapeut-oncoloog met u besproken. De tijdsduur tussen de onderzoeken wordt bepaald in overleg met uw behandelend radiotherapeut-oncoloog. De controles zijn van belang om het effect van de bestraling op het beloop van de ziekte te volgen. Mocht er bij u kans zijn op late bijwerkingen ten gevolge van de behandeling, dan wordt u hierover vooraf ingelicht door uw radiotherapeut-oncoloog. NA DE LAATSTE BESTRALING
Het is belangrijk om vernauwing en verkleving in de vagina te voorkomen. Hiervoor zijn verschillende manieren mogelijk. De meest natuurlijke manier is om geslachtsgemeenschap te hebben. Als dit niet kan of u ziet het (nog) niet zitten, kunt u regelmatig een tampon met daarop een dikke laag vase line inbrengen. Deze moet u dan een aantal uren per dag laten zitten. Tenslotte zijn er pelottes verkrijgbaar op recept. Dit zijn kunststof staven in verschillende maten. Deze kunt u gebruiken om de vagina toegankelijk te houden. Deze moet u in het begin dagelijks gebruiken en dan langzaam afbouwen. In overleg met de arts wordt gekeken hoe lang u dit moet blijven doen en hoe snel u dit kunt afbouwen. Informatie hierover is te verkrijgen via de radiotherapeut-oncoloog. Deze geeft u ook instructie over het moment dat u daar mee kunt beginnen.
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.9
Handige informatie en lotgenotencontact
Verschillende patiëntenverenigingen organiseren regelmatig contactavonden voor lotgenoten. Mocht u hierin interesse hebben, dan kunt u hierover meer informatie krijgen bij één van onze medewerkers. In de grote wachtruimte kunt u ook foldermateriaal van diverse verenigingen vinden. INFORMATIEVE INTERNETSITES, SPECIFIEK VOOR KANKER IN HET KLEINE BEKKEN BIJ DE VROUW
www.kankerpatient.nl/olijf Dit is de website van Stichting Olijf. Deze stichting biedt steun en hulp aan (ex-) patiënten met gynaecologische kanker en hun naasten. www.freya.nl Dit is de website van patiëntenvereniging Freya. Deze vereniging behartigt de belangen van mensen die te m aken krijgen met vruchtbaarheidsproblemen en o ngewilde kin derloosheid. INFORMATIE OVER BESTRALING OF KANKER OP HET INTERNET
Als u meer informatie zoekt over bestraling en kanker in het algemeen, dan kunt u onderstaande informatieve websites bezoeken. www.arnhemrti.nl Dit is de website van het Arnhems Radiotherapeutisch Instituut (ARTI). www.kankerwiehelpt.nl Dit is een website met regionale informatie uit ZuidoostNederland. Hierop kunt u algemene informatie over k anker en soorten kanker, het onderzoekstraject, informatie over wat ziekenhuizen in de regio u kunnen bieden, adressen van hulpverleners en betrouwbare links vinden. www.nvro.nl Dit is een website van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO), met een apart patiëntendeel met informatie over kanker en radiotherapie. www.kwfkankerbestrijding.nl Dit is de website van KWF Kankerbestrijding. www.herstel-en-balans.nl Dit is een website over het revalidatieprogramma herstel & balans, speciaal voor kankerpatiënten. www.kankerspoken.nl Dit is een website van het KWF, speciaal gemaakt voor kinderen waarvan de ouders kanker hebben. De informatie is onderverdeeld in verschillende leeftijdscategorieën. Ook voor ouders, leerkrachten en andere geïnteresseerden is er informatie op deze site te vinden.
33979 | © Maart 2012 | ARTI 4