de bestralingsbehandeling hersentumor
2.1
Inleiding en behandelschema
Uw arts in het ziekenhuis heeft bij u een hersentumor vastgesteld en heeft u voor een bestralingsbehandeling doorverwezen naar het ARTI. In dit deel van de behandelwijzer vindt u belangrijke informatie over deze bestralingsbehandeling en de voorbereidingen daarop. Uitgebreide en speciaal op uw situatie toegespitste informatie krijgt u tijdens uw eerste gesprek met uw radiotherapeut-oncoloog. Deze arts zal u inlichten over de behandeling die voor u de beste is. U krijgt informatie over het bestralingsgebied, het aantal bestralingen, de bijwerkingen en andere praktische zaken. BEHANDELING IS VOOR IEDEREEN ANDERS
Binnen de schedel kunnen verschillende soorten tumoren ontstaan. Voor de keuze van de behandeling is de plaats waar de tumor ontstaat en van waaruit deze groeit van belang. De meest voorkomende hersentumor is een glioom. Deze ontstaat in de steuncellen (glia) van de hersenen. Er zijn verschillende soorten gliomen, te weten: astrocytomen, oligodendrogliomen en ependymomen. Ook kan een tumor ontstaan in de hersenvliezen die om de hersenen heen liggen. Dit heet een meningeoom. Doordat de tumor op de hersenen drukt, kan deze tumor dezelfde klachten veroorzaken als tumoren die vanuit de hersencellen ontstaan. De bestraling kan worden gegeven nadat eerst een operatie is uitgevoerd waarbij er zoveel mogelijk tumorweefsel wordt verwijderd, maar soms wordt alleen een biopsie verricht (weefselonderzoek door de patholoog) en is de bestraling de enige behandeling. Soms wordt een bestralingsbehandeling gecombineerd met medicijnen, dit wordt chemotherapie genoemd. Uw behandelaar zal met u bespreken welke behandeling in uw situatie de beste optie is. De bestraling vindt vier tot vijf keer per week van maandag tot en met vrijdag plaats. In het weekend hoeft u niet te komen en kunt u herstellen van de behandeling. De totale duur van de behandeling hangt af van de totale dosis en het aantal bestralingssessies. De behandelingsduur kan variëren van één tot zes weken.
maart 2012
de bestralingsbehandeling Het eerste contact met het ARTI
MIJN BEHANDELSCHEMA
2.2
Naam behandelend radiotherapeut-oncoloog Totaal aantal bestralingen
Voor uw eerste bezoek aan het ARTI krijgt u een telefonische oproep. Onze medewerker vertelt u hoe u het ARTI het beste kunt bereiken. U ontvangt vervolgens per post een afspraakbevestiging met een routebeschrijving. Als u voor de eerste keer op de afdeling radiotherapie komt, meldt u zich bij de receptie. De receptioniste wijst u de weg naar de balie van de polikliniek. Daar schrijft een doktersassistente u in. In het eerste deel van deze behandelwijzer vindt u een weergave van het behandeltraject.
Aantal bestralingen per dag
Aantal bestralingen per week
IDENTIFICATIEPLICHT: VERZEKERINGSPAPIEREN EN IDENTITEITSBEWIJS
Bijzonderheden
Sinds 1 januari 2006 is het ARTI verplicht de identiteit van patiënten vast te stellen. Dit moet volgens de Wet op de Identificatieplicht. Wij vragen u dan ook uw verzekeringspapieren en een geldig identiteitsbewijs mee te nemen. Voor aanvang van het gesprek met uw arts zullen wij uw gegevens controleren. Het ARTI kan zo een juiste en zorgvuldige administratieve controle en afhandeling garanderen. U hoeft uw papieren alleen bij uw eerste afspraak mee te nemen. Als uw persoonlijke gegevens veranderen, wilt u deze dan doorgeven aan één van onze doktersassistentes?
VOORBEREIDING VOOR HET GESPREK MET DE RADIOTHERAPEUT-ONCOLOOG
Schrijf uw eventuele vragen op, zodat u die niet vergeet te stellen tijdens het eerste gesprek met uw radiotherapeut-oncoloog. Noteer ook de medicijnen die u inneemt of haal een recente lijst bij uw apotheek en neem dit mee. Uw arts zal hier naar vragen.
GESPREK OVER UW BEHANDELING
Na de controle van uw gegevens volgt een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. Een radiotherapeut-oncoloog is een arts die zich gespecialiseerd heeft in de behandeling van kanker door röntgenstraling. Deze arts zal u tijdens de bestralingsbehandeling begeleiden. Tijdens het gesprek verzamelt de radiotherapeut-oncoloog de laatste ontbrekende gegevens. Daarnaast krijgt u meestal een lichamelijk onderzoek. Op basis van deze gegevens en die van de overige onderzoeken, zoals weefselonderzoek, röntgenonderzoek en het bloedonderzoek, doet de arts u een behandelvoorstel. De radiotherapeut-oncoloog legt u het doel, de gang van zaken en de bijwerkingen van de bestralingsbehandeling uit. Uiteraard is er ook de gelegenheid om zelf vragen te stellen. Na dit gesprek geeft de doktersassistent u aanvullende informatie onder meer over de vergoeding van vervoerskosten en parkeren.
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.3
De voorbereiding
VOORLICHTINGSGESPREK
Een radiotherapeutisch laborant geeft u tijdens dit gesprek aanvullende uitleg over uw bestralingsbehandeling.
onderzoekstafel te liggen. Onder de benen komt een speciale steun en uw hoofd komt op de hoofdsteun, waar u ook op lag tijdens het maken van het masker. Vervolgens wordt het masker opgezet en vastgemaakt. Wanneer u helemaal in de juiste positie ligt wordt de onderzoekstafel in de opening van de CT-scan geschoven. Probeer in samenspraak met de laboranten een zo ontspannen mogelijke houding te vinden.
HULPMIDDELEN
Het is van groot belang dat u tijdens iedere bestraling in precies dezelfde houding ligt. Om dit zo goed mogelijk vol te houden wordt er een masker gemaakt. Het masker wordt gemaakt van thermoplastisch materiaal, dat na verwarming soepel wordt en dan makkelijk te vormen is. Met uw hoofd komt u in een passende hoofdsteun te liggen. Daarna wordt het verwarmde maskermateriaal over uw hoofd gelegd. Vervolgens wordt het rondom aangedrukt zodat het de juiste vorm van uw hoofd aanneemt. Met bevestigingspallen wordt het masker vastgeklikt aan het tafelblad waar u op ligt. Omdat het materiaal waarvan het masker gemaakt wordt veel gaatjes bevat, kunt u gewoon blijven ademen in het masker. Na zeven minuten is het masker voldoende afgekoeld en wordt het van uw gezicht gehaald. In deze behandelwijzer vindt u een weergave van het maken van een masker.
De CT-scan
Met de CT-scan kunnen we digitale afbeeldingen (scanplaatjes) maken waarop de radiotherapeut-oncoloog kan aangeven waar er bestraald moet worden. Deze afbeeldingen zijn nodig om tot een goed bestralingsplan te komen en hebben geen diagnostische waarde. U zult dus geen uitslag van deze scan krijgen. LIJNEN
Tenslotte worden bij de CT-scan hulplijnen op het masker aangebracht. Met behulp van deze lijnen kunnen wij u tijdens elke bestraling weer in precies dezelfde houding neerleggen. Al met al duurt deze afspraak ongeveer een half uur. Een voorbeeld van een masker
DE CT-SCAN
Ter voorbereiding van de behandeling brengen wij nauwkeurig de plaats van de tumor en de omliggende organen in het lichaam in beeld. Dit gebeurt met de CT-scan. Dit is een röntgenapparaat waarmee we dwarsdoorsneden van het lichaam af kunnen beelden. Zo kunnen wij bepalen waar en hoe de bestraling precies gegeven moet worden. In het eerste deel van deze behandelwijzer vindt u een weergave van de CT-scan. Tijdens het maken van de CT-scan wordt u weer in dezelfde positie op tafel gelegd als tijdens het maken van het masker. Voor het maken van de scan komt u op uw rug op de
maart 2012
de bestralingsbehandeling CONTRASTVLOEISTOF
Het kan zijn dat u voor de CT-scan een infuus in uw arm krijgt. Via dit infuus krijgt u tijdens de CT-scan een contrastvloeistof toegediend, die ervoor zorgt dat de bloedvaten, lymfeklieren en organen beter zichtbaar worden. Het is mogelijk dat u een warm gevoel krijgt van de contrastvloeistof. Contrastvloeistof kan soms nadelige gevolgen hebben voor uw nierfunctie. Bij patiënten met een verhoogd risico op nierproblemen wordt daarom de nierfunctie gemeten voorafgaand aan de CT-scan. Sommige medicijnen (NSAID’s, diuretica, aminoglycoside en cisplatin) kunnen niet gecombineerd worden met contrastvloeistof en moeten daarom 24 uur rondom de CT-scan gestaakt worden. Hebt u hierover vragen, of weet u dat u een verhoogd risico loopt, geeft u dat dan aan vóór de CT-scan bij uw radiotherapeutoncoloog of de radiotherapeutisch laborant. Als u eerder een overgevoeligheidsreactie op contrastvloeistoffen tijdens een röntgenonderzoek heeft gehad, meld dit dan voor het onderzoek bij de radiotherapeutisch laboranten.
2.4
De bestraling
Voor de eerste bestraling kunt u zich melden bij de balie van de polikliniek. Eén van onze medewerkers zal u naar het bestralingstoestel begeleiden. Het ARTI heeft beschikking over zes bestralingstoestellen. In het eerste deel van deze behandelwijzer vindt u een weergave van het bestralingstoestel en de bestraling AFSPRAKENLIJST
Bij uw eerste bestraling krijgt u een afsprakenlijst mee. Op deze lijst staan zowel uw afspraken voor de bestralingen als de afspraken met uw radiotherapeut-oncoloog of bijvoorbeeld de sociaal verpleegkundige. In deze map kunt u de afsprakenlijst opbergen. Op uw afsprakenlijst staat ook het bestralingstoestel vermeld. Bij de volgende bestraling hoeft u zich niet meer te melden bij de balie van de polikliniek. U kunt dan direct plaatsnemen in de wachtruimte van het bestralingstoestel. Heeft u echter een afspraak met uw radiotherapeut-oncoloog of een andere hulpverlener binnen het ARTI, dan moet u zich wel bij de balie van de polikliniek melden.
HET BESTRALINGSPLAN
Met de gegevens van de CT-scan en de gegevens van de eerder verrichte diagnostische onderzoeken maken wij een specifiek bestralingsplan voor u. Bij het maken van dit bestralingsplan kijken wij zorgvuldig vanuit welke posities u bestraald moet worden en hoe lang de bestraling per richting gaat duren. Daarbij is het van belang dat het tumorgebied zo optimaal mogelijk bestraald wordt en dat de straling het omliggende gezonde weefsel zo min mogelijk belast. Deze fase van de voorbereiding kan enkele dagen duren. Als uw bestralingsplan klaar is en de gegevens in de bestralingscomputer zijn ingevoerd, bellen wij u voor een afspraak voor de eerste bestraling.
Voorbeeld van een bestralingsplan. De lijnen geven een bepaalde
IDENTIFICATIE
In het kader van kwaliteit en veiligheid zijn wij verplicht om vóór iedere behandeling een vorm van identificatie aan u te vragen, hiervoor gebruiken wij uw afsprakenlijst. Hiermee zorgen we dat de juiste bestralingsgegevens voor uw behandeling worden gebruikt. IN DE JUISTE POSITIE
Bij de bestraling is het belangrijk dat u weer op precies dezelfde manier op de bestralingstafel ligt als tijdens de voorbereiding van de bestraling. Dit doen wij met behulp van het masker en de lijnen die op het masker zijn aangetekend. Als u op de bestralingstafel ligt, is het van belang dat u zich zo goed mogelijk probeert te ontspannen. Als u in de juiste positie ligt, zullen de laboranten de bestraling vanuit de bedieningsruimte starten. Tijdens de bestralingsbehandeling zullen er regelmatig controlefoto’s gemaakt worden. We maken deze foto’s met behulp van twee heel korte bestralingbundels. Met behulp van deze foto’s controleren we uw ligging tijdens de bestraling. Dit doen we door de botstructuren te vergelijken met de botstructuren op de CT-scan die in de voorbereidingsfase van u gemaakt is. Op deze manier wordt uw ligging gecontroleerd en zo nodig gecorrigeerd, zodat de bestraling precies op de juiste plek terecht komt. Deze foto’s zijn puur ter controle van uw ligging. De foto’s zeggen niets over de uitwerking van de bestraling op de tumor.
bestralingsdosis weer.
maart 2012
de bestralingsbehandeling COMMUNICATIE TIJDENS DE BESTRALING
DE RADIOTHERAPEUTISCH LABORANTEN
Tijdens de bestraling mag er niemand bij u in de ruimte zijn. Met camera’s houden wij u continu in de gaten. Bovendien is er een intercomverbinding, waarmee wij met u kunnen praten. Mocht er tijdens de bestraling iets met u aan de hand zijn (bijvoorbeeld als u moet hoesten en u dit niet langer kunt inhouden), dan kunnen wij de bestraling onmiddellijk onderbreken. Wij zijn dan zo snel mogelijk bij u.
Radiotherapeutisch laboranten zijn speciaal opgeleid om de bestralingstechnieken toe te passen en de bestraling uit te voeren. In de bestralingsruimte krijgt u altijd begeleiding van twee laboranten. Een derde laborant houdt u tijdens de bestraling via de monitor in de gaten. Wij proberen tijdens uw gehele behandeling het team van laboranten zo veel mogelijk gelijk te houden, zodat u steeds met dezelfde mensen te maken heeft.
Als u bang bent of als u zich niet prettig voelt tijdens de bestraling, bespreek dit dan met één van de radiotherapeutisch laboranten op het bestralingstoestel.
Met vragen kunt u altijd terecht bij de laboranten. Zo nodig spelen zij uw vragen door naar uw radiotherapeut-oncoloog. U kunt uw vragen natuurlijk ook stellen tijdens de ingeplande afspraken met uw radiotherapeut-oncoloog.
HOE VOELT EEN BESTRALING?
Van de bestraling zelf voelt of ziet u niets. U hoort alleen het geluid van het bestralingstoestel. HOE LANG DUURT HET?
De hoeveelheid bestralingsbundels en de precieze duur van iedere bestralingsbundel zijn bepaald in uw bestralingsplan en zijn per patiënt verschillend. De bestraling wordt meestal vanuit meerdere richtingen gegeven. Eén bestralingssessie duurt in totaal 10 tot 20 minuten. In die tijd zorgen radiotherapeutisch laboranten dat u goed op de behandeltafel ligt en wordt u bestraald vanuit de verschillende richtingen. Als de bestralingsdosis is gegeven, slaat het toestel automatisch af. De straling is dan meteen uit de ruimte verdwenen.
Het bestralingstoestel
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.5
Bijwerkingen
Door de bestraling kunnen bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben hier veel last van, anderen merken weinig van de bestraling. Wij kunnen vooraf niet altijd aangeven in hoeverre u last zult hebben van bijwerkingen. De reacties van het lichaam op de bestraling hangen sterk samen met het bestraalde gebied. Bestraling is immers een plaatselijke behandeling. De mate van de bijwerkingen zegt niets over de werking van de bestraling.
- Haaruitval Bij bijna alle bestralingen van het hoofd valt het haar uit op de plekken waar bestraald wordt. Afhankelijk van de hoeveelheid straling begint uw haar meestal na 2 tot 4 maanden weer te groeien. Soms is de haaruitval blijvend. Bij bestraling van een klein gedeelte van de hoofdhuid, zal alleen dat gedeelte haaruitval vertonen. - Ogen en oren De bestraling kan invloed hebben op uw zicht en/of gehoor, afhankelijk van het gedeelte wat bestraald wordt. Dit kan zich uiten in de vorm van duizeligheid, oorsuizen, tijdelijk gehoorverlies of prikkende ogen.
ALGEMENE REACTIES OP BESTRALING
De algemene reacties die bij veel mensen voorkomen zijn: - vermoeidheid - meer behoefte aan slaap - reactie van de huid - verminderde eetlust VERMOEIDHEID
U kunt meer last krijgen van moeheid en concentratieverlies. Dit ontstaat meestal geleidelijk gedurende de bestralingsserie. De vermoeidheid die u kunt ervaren, komt niet alleen door de bestralingen. Ook de emotionele stress die de ziekte en de behandeling met zich meebrengen, is vermoeiend. Daarnaast heeft u misschien nog andere behandelingen ondergaan. Ook het regelmatig reizen naar het ARTI kan voor u een extra belasting zijn. Meer rust nemen en de dagelijkse bezigheden in een lager tempo uitvoeren, kunnen u helpen om u minder vermoeid te voelen. Na de bestraling kan de vermoeidheid nog een tijd aanhouden.
ok na de hele bestralingsserie kunnen nog klachten ontstaan. Het gaat dan om O concentratieverlies en geheugenverlies. Wanneer hier kans op bestaat, wordt dit door uw radiotherapeut-oncoloog met u besproken. BIJWERKINGEN BESPREKEN MET UW RADIOTHERAPEUT-ONCOLOOG
U kunt uw klachten en bijwerkingen regelmatig bespreken met uw radiotherapeutoncoloog. Deze controleafspraken kunt u op uw afsprakenlijst terugvinden. Uw radiotherapeut-oncoloog houdt tijdens deze controles in de gaten hoe u de behandeling verdraagt en behandelt zo nodig de bijwerkingen. Ook kunt u tijdens deze gesprekken uw vragen en opmerkingen bespreken. LAATSTE LOODJES VAN DE BEHANDELING
Aan het einde van de behandeling en kort daarna zijn de bijwerkingen van de bestraling het sterkst. De bijwerkingen nemen meestal af na vier weken. Vermoeidheidsklachten zijn zeer verschillend per persoon en kunnen soms langer aanhouden. Het resultaat van de behandeling laat geruime tijd op zich wachten. Dit is pas na weken of soms zelfs pas na maanden te beoordelen.
SPECIFIEKE BIJWERKINGEN BIJ BESTRALING VAN HET HOOFD:
- Vochtophoping Meestal hebben mensen met een hersentumor al klachten hiervan voordat de behandeling begonnen is, bijvoorbeeld moeilijk praten, dubbel zien, slechter zien of (gedeeltelijke) verlamming. Door de bestraling van uw hoofd kan zich meer vocht gaan ophopen in de hersenen. Deze vochtophoping kan verschillende klachten geven. Hierbij moet u denken aan hoofdpijn, misselijkheid of een verergering van uw oorspronkelijke klachten van voor de behandeling. Niet iedereen die op het hoofd bestraald wordt, krijgt deze klachten. Dit is afhankelijk van de grootte van het bestralingsgebied, het aantal bestralingen en de dosis per bestraling. U wordt hierover geïnformeerd door uw radiotherapeutoncoloog.
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.6
Verzorgingsadviezen
HUIDVERZORGINGSADVIEZEN
Als aanvulling op de adviezen die uw radiotherapeut-oncoloog u heeft gegeven over de verzorging van uw huid, vindt u hieronder algemene verzorgingsadviezen. Zo kunt u extra irritatie van de bestraalde huid voorkomen. − Was uw haren met een milde shampoo (bijvoorbeeld babyshampoo). − Dep de huid droog, in plaats van wrijven. − Probeer niet te krabben als de bestraalde huid jeukt. De huid koel houden kan helpen de jeuk te verminderen. Bij de drogist kunt u een coldpack kopen. Zorg er altijd voor dat u een doekje tussen de coldpack en uw huid inlegt. − Gebruik geen huidverzorgingsproducten, medicinale crèmes of desinfecterende producten op de bestraalde huid, anders dan voorgeschreven door de afdeling radiotherapie. Meld uw radiotherapeut-oncoloog als andere artsen of hulpverleners crèmes hebben voorgeschreven. − Beplak de bestraalde huid niet met pleisters. Dit kan vervelende blaren veroorzaken. − Stel de bestraalde huid niet bloot aan de zon of aan UV-stralen van een solarium of zonnebank. − Ga tijdens de bestralingsserie niet zwemmen. Chloor en zout drogen de huid uit en kunnen de huid irriteren.
ALGEMENE LEEFADVIEZEN TIJDENS DE BESTRALING
De bestraling kan veel invloed hebben op uw lichaam en geest. Het is daarom van belang dat u een gezonde leefwijze volgt om uw weerstand op te bouwen en te behouden. Voldoende en verantwoord eten, drinken en bewegen zijn aan te bevelen. Start geen nieuw dieet zonder dit te overleggen met uw arts. Verder is voldoende rust, beperkt alcoholgebruik en stoppen met roken gewenst.
ls de huid gaat trekken, droog aanvoelt, jeukt, geïrriteerd is of open gaat,verzoeken wij A u dit bij uw radiotherapeut-oncoloog of bij de laboranten op het bestralingstoestel te melden. De laboranten zullen u zo nodig doorverwijzen voor nader advies. HERSTEL VAN DE HUID
Uw huid herstelt normaal gesproken in twee tot vijf weken na de bestraling. Wij adviseren u om na het stoppen van de bestraling nog minimaal twee weken door te gaan met de algemene verzorgingsadviezen, totdat de huid volledig hersteld is. Het is mogelijk dat kort na het stoppen van de bestraling de huid alsnog open gaat. Ook dan geneest de huid gewoonlijk weer in twee tot vijf weken. Uw radiotherapeut-oncoloog zal u in dit geval instructies geven voor de verzorging van de huid. Wij adviseren u om uw eigen huidverzorgingsproducten pas weer te gebruiken als de huid volledig hersteld is. BESCHERM UW HUID GOED TEGEN DE ZON
Na de bestralingsbehandeling is het verstandig er rekening mee te houden dat de bestraalde huid snel op de zon kan reageren. Bescherm de eerste jaren na de bestraling uw huid met een crème met een hoge zonnebrandfactor (factor 30+).
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.7
Ondersteunende zorg
DE SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE
Uw ziekte en de behandeling bij het ARTI zijn ingrijpende gebeurtenissen, die veel emoties bij u kunnen losmaken. Ook kunnen er lichamelijke veranderingen, beperkingen en ongemakken optreden. Allerlei zaken die voorheen voor u vanzelfsprekend waren, zijn dat niet meer. Zaken die u voorheen zelf regelde, lukken soms niet meer en thuis kan extra hulp en ondersteuning gewenst zijn. Vragen, zorgen en ervaringen kunnen u en uw naasten bespreken met de sociaal verpleegkundige. Zij zal u tijdens de bestralingsperiode zo goed mogelijk steunen en begeleiden. AFSPRAAK MET DE SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE
De radiotherapeut-oncoloog, laborant of de doktersassistente kan u doorverwijzen naar de verpleegkundige. Ook kunt u zelf via de radiotherapeutisch laboranten of de doktersassistenten een afspraak maken. Bij sommige patiënten zijn afspraken met de verpleegkundige een vast onderdeel van de behandeling. De afspraken met de sociaal verpleegkundige worden gecombineerd met een afspraak voor een bestraling, zodat u niet extra naar het ARTI hoeft te komen. Het gesprek duurt ongeveer een half uur. Vindt u het prettig om iemand mee te nemen naar het verpleegkundig spreekuur, dan is deze persoon van harte welkom. DE DIËTIST
Voeding vormt een belangrijk onderdeel van de totale zorg voor mensen met kanker. Een gezonde voeding is natuurlijk voor iedereen belangrijk, maar zeker als u ziek bent, moet u extra alert zijn op wat u eet en drinkt. Als gevolg van de ziekte en de behandeling kunnen problemen met eten ontstaan. Hierbij kan de diëtist u helpen en adviseren. Uw vragen en problemen rondom voeding kunt u bespreken met de diëtist. Zij kan u persoonlijke adviezen geven, waarbij zij rekening houdt met ziekte, behandeling en individuele wensen en mogelijkheden. Meer informatie kunt u vinden in de folder ‘Voeding bij kanker’ van het KWF.
2.8
Nazorg
Bij de laatste bestraling krijgt u een brief mee, waarin u terug kunt lezen waar u met vragen terecht kunt na de bestralingsserie. Daarnaast blijft u onder medische controle bij uw radiotherapeut-oncoloog, vaak tot jaren na de behandeling. Deze controles vinden plaats in het ARTI of in uw eigen ziekenhuis. De controlebezoeken vinden met een zekere regelmaat plaats. Daarnaast heeft u ook afspraken met andere specialisten. Uw radiotherapeut-oncoloog bespreekt deze afspraken met u tijdens één van de laatste gesprekken. De tijdsduur tussen de onderzoeken wordt bepaald in overleg met uw behandelend radiotherapeut-oncoloog. De controles zijn van belang om het effect van de bestraling op uw ziekte te volgen. Mocht er bij u door de behandeling kans zijn op late bijwerkingen, dan zal uw radiotherapeut-oncoloog u hierover vooraf inlichten. BEL VOOR VRAGEN OF PROBLEMEN NAAR HET ARTI
Het kan zijn dat u na de behandeling nog een vraag of probleem heeft. Mocht u zich om wat voor reden dan ook ergens zorgen over maken, aarzel dan niet om contact op te nemen met het ARTI. U kunt van maandag tot en met vrijdag tussen 08.30 en 17.00 uur bellen naar: (026) 3712440. MET SPOED HULP NODIG IN DE AVONDUREN OF IN HET WEEKEND
Mocht u dringend hulp nodig hebben buiten de openingsuren van het ARTI, dan kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts. Als het nodig is, kan uw huisarts contact opnemen met de dienstdoende radiotherapeut-oncoloog.
AFSPRAAK MET DE DIËTIST
Als door de soort kanker of de aard van de behandeling voedingsproblemen worden verwacht, is een afspraak met de diëtist een vast onderdeel van de behandeling. Als dit voor u ook geldt, staan de afspraken met de diëtist al op uw afsprakenlijst. Het is ook mogelijk op eigen verzoek een afspraak met de diëtist te maken. U kunt hiervoor terecht bij de balie van de polikliniek. Afspraken met de diëtist worden gecombineerd met de afspraken van de bestraling, zodat u niet extra naar het ARTI hoeft te komen.
maart 2012
de bestralingsbehandeling 2.9
Handige informatie en lotgenotencontact
Verschillende patiëntenverenigingen organiseren regelmatig contactavonden voor lotgenoten. Mocht u hierin interesse hebben, dan kunt u hierover meer informatie krijgen bij één van onze medewerkers. In de grote wachtruimte kunt u ook foldermateriaal van diverse verenigingen vinden. INFORMATIEVE INTERNETSITES, SPECIFIEK VOOR KANKER IN DE HERSENEN:
www.cerebraal.nl Dit is de website van Cerebraal, een vereniging voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel en direct betrokkenen. www.hersentumor.nl Dit is een website over hersentumoren, opgezet door de stichting hersentumor.nl. De informatie is bedoeld voor patiënten, hun partners, familie, kinderen, en voor professionals. INFORMATIE OVER BESTRALING OF KANKER OP HET INTERNET
Als u meer informatie zoekt over bestraling en kanker in het algemeen, dan kunt u onderstaande informatieve websites bezoeken. www.arnhemrti.nl Dit is de website van het Arnhems Radiotherapeutisch Instituut (ARTI). www.kankerwiehelpt.nl Dit is een website met regionale informatie uit ZuidoostNederland. Hierop kunt u algemene informatie over kanker en soorten kanker, het onderzoekstraject, informatie over wat ziekenhuizen in de regio u kunnen bieden, adressen van hulpverleners en betrouwbare links vinden. www.nvro.nl Dit is een website van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO), met een apart patiëntendeel met informatie over kanker en radiotherapie. www.kwfkankerbestrijding.nl Dit is de website van KWF Kankerbestrijding. www.herstel-en-balans.nl Dit is een website over het revalidatieprogramma herstel & balans, speciaal voor kankerpatiënten. www.kankerspoken.nl Dit is een website van het KWF speciaal gemaakt voor kinderen waarvan de ouders kanker hebben. De informatie is onderverdeeld in verschillende leeftijdscategorieën. Ook voor ouders, leerkrachten en andere geïnteresseerden is er informatie op deze site te vinden.
33934 | © Maart 2012 | ARTI 2.3