Patiënteninformatie
Longkanker
Inhoudsopgave Pagina Wat is longkanker? 4 Onderzoek en diagnose 4 De meest voorkomende onderzoeken. 5 Behandeling 7 De meest voorkomende behandelmethoden 8 Revalidatie 9 Meer informatie? 9 Tot slot 10 Wat is longkanker? 1 Onderzoek en diagnose 1 De meest voorkomende onderzoeken. 1 Behandeling 2 De meest voorkomende behandelmethoden 2 Revalidatie 3 Meer informatie? 3 Tot slot 3
Longkanker U heeft een afspraak in Tergooi voor onderzoek. Onze artsen en medewerkers doen er alles aan om u met de beste zorg te omringen en uw bezoek aan het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te maken. Ter voorbereiding op uw onderzoek, informeren we u met deze folder over de gang van zaken rondom een onderzoek naar mogelijke longkanker. Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Achterin vindt u de contactgegevens van de betreffende afdeling. De medewerkers van de afdeling of uw behandelaar beantwoorden uw vragen graag.
Wat is longkanker? Longkanker is een woekering van kwaadaardige cellen die ontstaan is in de long en ongeremd kan doorgroeien of kan uitzaaien naar lymfeklieren of andere plekken in het lichaam. Longkanker is in Nederland – na prostaatkanker – de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen, met name in de leeftijd van 65 tot 80 jaar. De laatste jaren komt longkanker ook steeds vaker bij vrouwen voor. Longkanker komt het meest voor in de leeftijd van 55 tot 80 jaar. Onder de 40 jaar is longkanker zeldzaam. In totaal wordt in ons land per jaar bij ongeveer 10.000 mensen longkanker vastgesteld (zie ook www. tergooioncologie.nl).
Onderzoek en diagnose Wanneer u door uw huisarts wordt verwezen naar de longarts in Tergooi en er is het vermoeden dat u longkanker heeft, dan doet de longarts een aantal onderzoeken bij u. Met die onderzoeken stelt de longarts vast uit welke cellen de kanker (tumor) is ontstaan, de plaats en de grootte van de tumor, de mate van doorgroei in het 4
omringende weefsel en de aanwezigheid van uitzaaiingen in lymfeklieren of organen ergens anders in het lichaam (zie ook www.tergooioncologie.nl). Met een CT-, MRI- of PET-scan, een röntgenfoto of –onderzoek, een scopie, biopsie, punctie, bloedonderzoek, (long)functietest en/of een echografie kan de arts meer te weten komen over de aard, de omvang en het stadium van de longkanker. De meest voorkomende onderzoeken. • CT-scan (computertomografie). Een CT-scan is een onderzoek met behulp van röntgenstraling. Via een CT-scan worden kleine stukjes van het lichaam via een dwarsdoorsnede zichtbaar gemaakt. Bij een CT-scan komt u te liggen op een onderzoekstafel. Deze tafel wordt tijdens het onderzoek door een brede ring geschoven. In deze ring zit een röntgenbuis die om u heen draait. U merkt hier niets van. Er worden meetgegevens verzamelt waarvan de computer een röntgenfoto maakt. Het onderzoek duurt ongeveer tien minuten. Om de scan beter te kunnen beoordelen wordt via een infuus contrastmiddel toegediend. • MRI (Magnetic Resonance Imaging). Een MRI is een soort CT-scan, waarbij in plaats van röntgenstralen een magnetisch veld wordt gebruikt. Hierbij ligt u in een kokervormige scanner. De longen zijn beter zichtbaar op een CT-scan, maar soms moet er van andere organen aanvullend een MRI gemaakt worden. • PET-scan. Aanvullend kan de arts besluiten om een PET-scan uit te voeren. Een PET-scan is een nucleair beeldvormend onderzoek, waarbij u een kleine hoeveelheid radioactieve glucose (suiker) krijgt toegediend. De scan kan uitgevoerd worden om actieve cellen zoals kankercellen in het lichaam aan te tonen. Kankercellen hebben meestal een verhoogde stofwisseling in vergelijking met normale cellen. Dat betekent dat kankercellen in vergelijking met normale cellen veel suiker gebruiken. De radioactieve suiker concentreert zich dus op de plekken waar kankercellen aanwezig zijn.
5
• Longfoto (= X-thorax). Bij een longfoto wordt er een röntgenfoto gemaakt van de borstorganen, waaronder de longen. Op de foto’s worden vooral de longen, het hart en de botten afgebeeld en beoordeeld. Via een longfoto kan een tumor in de longen worden geconstateerd. • Bronchoscopie en biopsie. Bronchoscopie is een techniek waarbij de longarts in de luchtpijp-vertakkingen van de longen kijkt. Daarbij schuift hij een buigzame slang met een kijkertje (bronchoscoop) via de mond of neus in de luchtwegen. De luchtwegen verdoven we vooraf plaatselijk met een spray en eventueel krijgt u een ‘roesje’. Tijdens het onderzoek kan de arts via de bronchoscoop een stukje weefsel uit de tumor wegnemen (biopsie); het weefsel kan onder de microscoop worden onderzocht. Daarmee is definitief vast te stellen of, en om welke soort van longkanker het gaat. • CT-geleide punctie. Via een CT-scan (zie boven) wordt een longtumor in beeld gebracht. Op geleide van het CT beeld prikt de radioloog van buiten af in de tumor om weefsel voor microscopisch onderzoek te verzamelen. Risico’s van een dergelijk onderzoek zijn een klaplong of bloeding. • Bloedonderzoek. Vaak wordt er bloed afgenomen als er een verdenking is op longkanker. Met het bloedonderzoek kan de arts het functioneren van de organen in het lichaam zoals de nieren en de lever beoordelen. • Longfunctietest. Bij een longfunctietest stellen we de conditie van uw longen vast. Bij dit onderzoek ademt u via een mondstuk dat bevestigd is aan het longfunctieapparaat. De informatie uit dit onderzoek kan belangrijk zijn om te bepalen of de longen gezond genoeg zijn om de behandeling aan te kunnen. • Echografie. Bij een echografie, ook wel echoscopie genoemd, worden er afbeeldingen gemaakt van de organen in het lichaam, door middel van de weerkaatsing van geluidsgolven.
6
• Endo-echoscopie. Endo-echografie is een onderzoek waarbij beeldopnamen vanuit luchtwegen, slokdarm of maag worden gemaakt van lymfklieren, afwijkingen in de borstkas of de bovenbuik. De opnamen worden gemaakt met behulp van onhoorbare geluidsgolven (echografie). De echo-opnamen worden ‘van binnenuit’ gemaakt. De arts brengt een flexibele slang via uw mond in de slokdarm, de maag of in de luchtwegen. Deze slang heeft een dikte van een half tot één centimeter. Aan het uiteinde van de slang zit een echoapparaatje dat de opnamen maakt. Via deze slang kunnen de lymfklieren of andere afwijkingen worden aangeprikt. Dit onderzoek gebeurt altijd met een ‘roesje’.
Behandeling • Bij de keuze voor een behandeling speelt het type longkanker een belangrijke rol. Er bestaan namelijk verschillende vormen van longkanker. Globaal spreken we over het kleincellige type en het niet-kleincellige type. Deze indeling berust op de kenmerken van de cellen, maar zegt ook iets over de groeisnelheid van de tumor en de snelheid waarmee de tumor zich uitzaait. Bij het merendeel van de mensen met longkanker (ongeveer tachtig procent) is sprake van het niet-kleincellige type (zie ook www. tergooioncologie.nl). • Daarnaast is het voor de behandeling van belang om te weten wat de grootte en plaats van de tumor is en of er uitzaaiing is in de lymfklieren of andere organen. • Met deze informatie en de informatie over het type longkanker stellen we een behandelplan op. De behandeling kan bestaan uit een operatie, bestraling (radiotherapie), chemotherapie of biologicals, of een combinatie van behandelmethoden. • Van tevoren bespreken we het behandelplan en de mogelijke bijwerkingen met u. NB: Er kan geen behandeling plaatsvinden zonder dat u, na uitgebreide informatie, akkoord gaat met het behandelplan!
7
De meest voorkomende behandelmethoden • Operatie. Tijdens een operatie kan de arts de tumor uit uw longen verwijderen. Als dit technisch mogelijk is, doet de arts dit met een kijkoperatie. Deze behandeling is alleen mogelijk als u geen uitzaaiingen heeft en als de tumor goed is te bereiken, dat wil zeggen op een operabele plaats zit. Doordat een deel van uw longen bij de operatie wordt weggehaald, kunnen uw longfunctie en conditie wel in enige mate achteruit gaan. • Radiotherapie (bestraling). Radiotherapie is een behandeling waarbij via bestraling kankercellen geheel of gedeeltelijk door straling worden vernietigd. De bestraling wordt altijd van buitenaf (uitwendig) gegeven. Soms wordt de bestraling samen met een lage hoeveelheid chemotherapie gecombineerd. Voor een behandeling met radiotherapie werkt Tergooi samen met het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam, waar de bestraling wordt gegeven. • Chemotherapie. Chemotherapie is de behandeling van kanker met medicijnen die de celdeling remmen of stoppen, zogenaamde cytostatica. De cytostatica worden u via een infuus toegediend. De toediening gebeurt via een ader waarbij het geneesmiddel wordt opgelost in een grotere hoeveelheid vloeistof. Afhankelijk van het type tumor worden verschillende soorten chemotherapie gebruikt. Ook komt het voor dat de chemotherapie als pil gegeven kan worden. • Biologicals. In sommige gevallen heeft een tumor bepaalde eigenschappen waardoor deze gevoelig is voor doelgerichte therapie tegen een bepaalde groeifactor (meestal in de vorm van een pil). Dit soort medicijnen wordt ook wel biologicals genoemd. Hiervoor hoeft een patiënt niet opgenomen te worden en de bijwerkingen zijn meestal milder dan bij chemotherapie. Op dit moment is dat alleen van toepassing op een beperkt aantal patiënten. Wilt u hier mee over weten?; kijk dan op de website www.egfr-mutatie.nl.
8
Revalidatie Na de behandeling zijn er in Tergooi verschillende revalidatie programma’s (zie www.tergooioncologie.nl) voor patiënten met kanker of die kanker hebben gehad.
Meer informatie? Ga naar www.longkanker.info.
9
Tot slot Voor vragen kunt u, tijdens kantooruren, contact opnemen met de polikliniek Longgeneeskunde. • Locatie Blaricum, T 088 753 12 10 • Locatie Hilversum, T 088 753 12 10 • (zie ook www.tergooioncologie.nl).
©Tergooi 000902322 14072014
10
11
T 088 753 1 753 www.tergooi.nl Locatie Blaricum Rijksstraatweg 1 1261 AN Blaricum Locatie Hilversum Van Riebeeckweg 212 1213 XZ Hilversum Locatie Weesp C.J. van Houtenlaan 1b 1381 CN Weesp