de berberbibliotheek
de bottenzoekers
redactieraad Asis Aynan · Hester Tollenaar adviesraad Dr. Abderrahman El Aissati · dr. Mohamed El Ayoubi dr. Daniela Merolla · drs. Mohamed Saadouni prof. dr. Harry Stroomer
Tahar Djaout
De bottenzoekers vertaald door hester tollenaar met een voorwoord van abdelkader benali
A athenaeum—polak & van gennep amsterdam 2011
De Berberbibliotheek is tot stand gekomen met steun van het vsbfonds en het sns reaal Fonds
De vertaler ontving voor deze vertaling een stimuleringsbeurs van het Nederlands Letterenfonds
Oorspronkelijke titel Les chercheurs d’os Copyright © Éditions du Seuil, 1984 Copyright vertaling © 2011 Hester Tollenaar Copyright voorwoord © 2011 Abdelkader Benali Omslag Dog & Pony isbn 978 90 253 6883 8 / nur 302 www.uitgeverijathenaeum.nl
inhoud
Voorwoord 7 De bottenzoekers 15 Verklarende woordenlijst 139
voorwoord Een lied voor levenden en doden
Het genot van lezen lijkt een kortstondige ontsnapping van de geest aan de begrenzingen van het lichaam, maar dat is slechts schijn. In de literatuur struikelt de lezer over de lichamen. Don Quichot, de razende edelman van La Mancha, komt bijvoorbeeld in beweging door een boek over ridderschap. Een lichaam spreekt een duidelijkere waarheid dan de ridderromans die hij heeft verslonden. Gregor Samsa wordt in De gedaanteverwisseling van Franz Kafka op een dag wakker en ontdekt dat hij in een gigantisch insect is veranderd. Toen ik die roman als zeventienjarige las was mijn eerste gevoel dat we door Kafka allemaal insecten waren geworden. Ons lichaam is niet van ons. Landen eisen het op, er wordt op gejaagd, het wordt geëxploiteerd. En er is het verlangen naar een ander lichaam. De adem stokt; de hand raakt het aan. We denken dat ons lichaam onderworpen is aan onze geest, maar dat lichaam heeft vreemde kuren, gaat zijn eigen weg. Rabbit Angstrom, het onvergetelijke personage uit de Rabbit-serie van John Updike, eet zich in het laatste deel een hartinfarct door zijn aderen met het vet van chips te laten volstromen; zijn lichaam wordt het slagveld van de consumptiemaatschappij. De hartkleppen kunnen zo veel zoute hartstocht niet meer aan. Things fall apart; the center cannot hold. Op de een of andere manier vind ik romans waarin het lichaam er niet best vanaf komt het bevredigendst. Anna Karenina gooit zichzelf aan het einde van de roman voor de trein in een poging zich uit het korset van een verstikkende 7
moraal te bevrijden. Wanhoop is niet de beste vriend van een lichaam. Lichamen tieren welig in de literatuur; wellicht omdat het de minst fysieke van alle kunstvormen is verschijnt het lichaam vaak op papier. Hoe zou een schrijver anders zijn energie moeten kwijtraken? Voor schrijvers is het lichaam niet alleen een overlevingsmechanisme, maar eerder een metafoor voor wie we zijn en wat we hopen te worden. Zoals een klassieke schrijver zei: ‘Het woord wordt vlees.’ Tahar Djaout gaat nog een stap verder: het woord is bot, een zak rammelende botten. En in die zak botten herkent de samenleving zichzelf. In deze roman domineert een zoektocht naar een stoffelijk overschot de vertelling. En hoe! De bottenzoekers is het Berbers-Algerijnse antwoord op het Frans-Algerijnse De pest van Albert Camus. In de niet nader omschreven stad Oran worden mensen geïnfecteerd door de pest, in De bottenzoekers worden ze bezocht door de geesten van het verleden. In beide romans wordt de vraag gesteld hoe je overleeft in een samenleving die meer aandacht heeft voor de dood dan voor het leven. De schrijver stuurt een jongeman uit een klein Kabylisch dorpje eropuit om samen met een dorpsgenoot het stoffelijk overschot van zijn broer te vinden, opdat het teruggebracht kan worden naar het dorp voor de teraardebestelling. De reizigers trekken door het landschap van Kabylië: met elke stap die ze zetten vallen ze meer samen met de kleuren en de ziel van het landschap. Kabylië, met zijn hoogland dat uitkijkt over de Middellandse Zee, is door zijn natuurlijke begrenzingen en door zijn eigen taal, rites en diepgewortelde zelfstandigheid uniek in Noord-Afrika. Tijdens de burgeroorlog die Algerije tot diep in de jaren negentig teisterde, zorgde dat isolement voor een betrekkelijke veiligheid. Niet ver van het dorp zal een graf voor de dode worden klaargemaakt, op een speciaal voor de overleden vrijheids8