VAARTOCHT BUITENLAND
ETAPPE 5: RHEINSBERG – NEURUPPIN
DE BAKER Van een spiegelglad meer in het avondlicht tot de kilte van een voormalig concentratiekamp. En alles daartussen. De vijfde etappe is er een van uitersten. Houd je van natuur, Duitse historie en wil je diep onder de indruk raken, dan weet je waar je moet zijn. We zijn aanbeland in het hart van Pruisen, de bakermat van Duitsland.
NOORDZEE
Schwerin
4
3 El
NEDERLAND
5
be
6
Hannover
2
8
7
Gouda
Mittellandkanal
BERLIJN
Münster
Etappe 1 El
n
be
Rij
DUITSLAND
© CARTOGRAPHICS
34 | WATERKAMPIOEN#23|24 2005
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 34
24-11-2005 14:56:14
RMAT: PRUISEN TEKST JIM POST | FOTO’S BERTEL KOLTHOF, JIM POST
U
IT Café Tucholsky klinkt een vrouwenstem. Het is avond en klassieke liederen rollen over het water van de Grienericksee. Vissen springen op. Ze willen nog even buiten spelen. We zijn in Rheinsberg en in de kuip, uitkijkend over het water, bezinkt het antwoord op de vraag: ‘Waarom was bij de bemanningswissel, eerder op de avond, de stemming wat weemoedig? Het is ons duidelijk: je wilt hier niet meer weg.
Het is ochtend. Wat staat ons te wachten? Zestien sluizen, 160 kilometer vaarplezier en talloze bruggen. Van Rheinsberg naar Neuruppin. Hemelsbreed vlak bij elkaar. Maar dan wel per kano. De Tijgerhaai volgt een grote hoefijzervormige omweg, om uiteindelijk ook in Neuruppin te finishen. Vandaag trekt Himmelpfort. ‘Mag je niet missen’, verzekert de havenmeester ons. Maar eerst varen. Makkelijk varen. Nauwelijks golfslag, beschutting van de bossen en voldoende water onder de kiel. Met de vaarkaart bij de hand, zonder kaart raak je de weg kwijt. Na één meertje, twee meertjes, drie meertjes worden we steeds gretiger. Hoe is het volgende uitzicht, hoe is het voorbij die bocht? We varen door bossen, sloten, verbindingskanaaltjes, passeren plotseling opdoemende bruggetjes met krappe doorvaart en gebruiken de hoorn voor tegenliggers. Net als in onze jonge jaren vliegen de uren voorbij. We zijn op avontuur. Zelfs een neerdruisende miezerregen kan ons niet deren. Het is windstil en de vogels in het bos zingen steeds luider. De wereld is van ons. In de sluizen is de stemming wat wisselvalliger. De sluiswachter is óf top, óf flop. ‘Motor aus’ is een populaire begroeting. ‘Jullie hebben dan wel euro’s genoeg...’ Vol afgunst kijken de oudjes naar ons drijvende paleis. Gelukkig ook opmerkingen als ‘Ajax ist supertoll’ en ‘Schönes Schiff’. Vooral de jonge garde is goedgehumeurd en ziet het helemaal zitten na de Duitse eenwording. Vier sluizen verder, na Fürstenberg, ook wisselvalligheid op rivier de Havel. Daar achter de bomen ligt voormalig concentratiekamp Ravensbrück. En daar vaar je dan in je zonnige paradijsje, met vrouw en kind. Koffie met een sigaar, de diesel snort tevreden, het water is versierd met lelies. En aan de andere kant de hel. Wat een tegenstelling. Ook de mensen die hier omkwamen – vooral vrouwen en kinderen – zagen dezelfde bomen en dezelfde wolken. Wat dachten zij? En aan wie? Het voelt beroerd. De Stolpsee verderop biedt uitzicht en we doen de motor even uit. Met een zwak windje in de rug dobberen we het meer over.
²
Aan de overkant ligt Himmelpfort, omringd door vier meren. Daar is jachthaven Stolpsee-Bootshaus. Netjes, niet te groot, niet te klein en met alle faciliteiten. Een stuk of dertig boten aan een steiger. We melden ons aan het uiteinde ervan en
WATERKAMPIOEN#23|24 2005 | 35
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 35
24-11-2005 14:56:37
VAARTOCHT BUITENLAND havenmeester Schaaf heeft er geen enkele moeite mee dat we op die plek blijven liggen, met vrij uitzicht over de gehele Stolpsee. Als wij dat willen, dan is het bij deze een ligplaats. Dat was ons al eerder opgevallen: mag in Nederland in principe zo min mogelijk – tenzij anders aangegeven – hier overheerst gastvrijheid. Minder regelzucht, minder gebaande paden. We besluiten meteen maar een rustdag in te lassen. Veel te mooi om morgen alweer te vertrekken. Tien euro per nacht. Vooruit betalen? Ja, heel graag. Ondertussen zijn de vaaruren alweer ruimschoots gemaakt en is de middag voorbij. Tijd voor een grote pils en een warme maaltijd op ons eigen drijvende terras. ’s Avonds speurt m’n eega Marieke de lucht af. Met in de ene hand de Elsevier-vogelgids en in de andere een verrekijker, op zoek naar de kraanvogel en de zeearend. Ook onze buren staan vogels te spotten met hun eigen gids. Opnieuw zon als we de volgende ochtend wakker worden. Na de wat-zijn-ze-toch-weer-lekker Duitse Brötchen knorren we met de rubberboot naar het dorpje. Voor de sluis zijn ligplaatsen, te betalen in de parkeerautomaat. Himmelpfort is klein, mooi en heeft weinig voorzieningen. Wel een postkantoor. Inclusief een brievenbus voor de kerstman, dat dan
weer wel. Twintig jaar geleden ging hier de eerste kerstwens op de bus. Inmiddels zijn dat er jaarlijks 250.000. Maar ook serieuze historie. Himmelpfort heet naar een oud klooster dat werd gesticht door een van de nazaten van de eerste markgraaf van Brandenburg: Albrecht de Beer. Een naam die verwijst naar z’n weinig subtiele manier van leidinggeven. Empathie met z’n werknemers, daar had deze manager nog nooit van gehoord. Albrecht was vooral gericht op het inlevingsvermogen van de werknemers in hém. De huidige deelstaat Brandenburg ligt in het hart van Pruisen en is opgegaan in het Duitsland van nu. Het ontstaan van één Duitsland verliep nogal traag. Niet alleen doordat de Berlijnse muur pas in 1989 viel, ook daarvoor was het land een nakomertje. Was heel lang geleden Karel de Grote nog heer en meester over een groot deel van Europa, in de eeuwen daarna viel alles uiteen. Vooral Duitsland telde vele vorstendommen en is bezaaid met burchten. Ook het ontstaan van Pruisen gaat samen met een behoorlijke expansiedrift. Grote namen daarbij zijn Der Grosse Kurfürst Frederik Willem en Friedrich der Grosse Frederik de Tweede. Oorlog met Oostenrijk, Frankrijk en de hier beruchte dertigjarige oorlog (1618 – 1648). Tijdens deze laatste werd ook de kloosterkerk Himmelpfort verwoest. De ruïne midden in het dorp staat er nog. Heb je het niet zo op ruïnes, dan kun je ook gewoon lekker in het park gaan zitten. Met uitzicht over de Moderfitzsee en de Haussee is de dag snel om. Via de Moderfitzsee
FOTO: JEANNINE VAN TIENEN
De Oranjes en de Pruisen zijn
Deze etappe komt ook langs de plaatsen Fürstenberg en Oraniënburg, met diverse aanlegmogelijkheden. Je kunt er de voormalige concentratiekampen Ravensbrück en Sachsenhausen bezoeken. Diep triest, maar de moeite waard. Indrukwekkend is de letterlijk doodlopende gang in Ravensbrück. Een hoog ommuurd smal gangetje waar de vrouwen ingejaagd werden. Om vervolgens tevergeefs te proberen de kogels te omzeilen. Of de resten van de ovens van het crematorium in Sachsenhausen.
1
1
Jachthaven Seeslößchen bij Wustrau.
2
Een sterk staaltje DDR. De Trabant, hét tweetakt mirakel op vier wielen.
FOTO: JEANNINE VAN TIENEN
RAVENSBRÜCK EN SACHSENHAUSEN
36 | WATERKAMPIOEN#23|24 2005
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 36
24-11-2005 14:57:53
Neustrelitz
N NW
NO
O
W
kun je naar Lychen varen. Met diverse winkels voor bevoorrading en omringd door niet minder dan zes meertjes.
ZO
Wesenberg ‘Het scheren slaan we over en douchen kan onderweg wel.’ Het is alweer negen Lychen uur ’s ochtends, tijd om de boiler met Ravensbrück het douchewater op te warmen. Dus Himmelpfort Fürstenberg motor aanslingeren en hop hop hop, Stolpsee de Obere Havel-Wasserstrasse op. Een Templin grote naam voor een klein vaarwater. Rheinsberg Met een schoolvoorbeeld van een mooie Marienthal en sterk meanderende rivier, dus veel P R U I S E N bochtenwerk. Heb je tenminste wat te doen. Langs de randen van het Zehdenick stroomdal heuvels en bomen. En Neuruppin voor ons de boten die links, rechts, zigzag door het vlakke landschap Karwe schuiven. We varen de hele Ruppiner See Altfriesack ochtend in konvooi richting Sachsenl-Kanal Wustrau a ve hausen -H Zehdenick, met onderweg vier r e p i n er Rup kleine zelfbedieningssluizen. Wachl K an a ten tot iedereen – een bootje of vier Lehnitzsee ORANIENBURG per keer – in de sluis ligt, wat hendels 0 10 20 km © CARTOGRAPHICS overhalen en klaar. Nou ja, klaar… Let wel op het verval. In een rustgevende, idylli0 20 40 zeemijl Z
ZW
Ha
ve
l
Od
Vosskanal
Een briefje voor de kerstman. Rond de kerst woont hij enkele weken in Himmelpfort.
hartstikke familie van mekaar sche omgeving droom je wel eens weg. De droge knal van buurmans boldertje staat me nog helder voor de geest. Voor Marienthal kun je besluiten af te slaan richting Templin. Wij varen door naar Zehdenick. Vlakbij Marienthal wordt de Havel breder. Omzoomd door nog steeds prachtig groen kunnen we hier vlot doorvaren. 2500 toeren, om op tijd het Schiffermuseum te halen. We laten onze konvooileider en z’n Tjeukemeerkruiser achter ons – dus daar blijven al onze Pedro’s, Gruno’s en andere Hollandse motorkruisers. Hij wil nog wel even weten: ‘Was ist das für ein Geruch? Pommes Frites?’…‘Ahh, ihrem Auspuff, biodiesel. Zoeper.’…‘Nee, biodiesel!’
of wat daarvoor doorgaat. Een kneuterig museum in het laadruim van een oud binnenvaartschip. Toch steek je er wat van op en de rondleiding is de moeite waard. Telde Zehdeninck in de glorietijd acht werven, nu is er nog een droogdok over. In de DDR-tijd was het snel over met de binnenvaartschepen, die tot dan toe vaak in privébezit waren. Ook is de baksteen inmiddels te duur, zeker met gasbeton als moderne concurrent. De DDR is ook in het stadje zelf nog duidelijk merkbaar. Diverse vervallen huizen staan te koop voor dumpprijzen. De gevels hebben de uitstraling: ‘Als alles toch van de staat is, dan mag de staat ook het onderhoud voor z’n rekening nemen.’ Maar dat viel kennelijk nogal
Het laatste stuk tot Zehdenick wordt omgeven door vele onnatuurlijk aandoende meertjes. Tonstichlandshaft wordt mij in het Schiffermuseum uitgelegd. Klei-afgravingen, voor bakstenen. Met Berlijn als grootste afnemer. Vandaar al die schoorstenen onderweg, oude steenfabrieken. Hadden we iets rustiger gevaren, dan was ons waarschijnlijk het Ziegeleipark ook wel opgevallen. Dit baksteenmuseum is een techniekmuseum. Een combinatie van natuur en industriecultuur. Liever wandelend kennismaken met het landschap? Haal dan een routebeschrijving bij de Touristinformation van Zehdenick. En hoe moest die klei en kant-en-klare baksteen vervoerd worden? Juist, met schepen. Vandaar het scheepvaartmuseum, 2 WATERKAMPIOEN#23|24 2005 | 37
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 37
17-11-2005 16:27:55
VAARTOCHT BUITENLAND tegen. Wat heeft dit deel van Duitsland al voor z’n kiezen gehad! Een prestatie om nu weer één land te zijn. Het klooster, de kerk en het Havelslot overleefden al dat geweld niet. Het slot was eigendom van de Hohenzollern, een familie met een hertogdom in het zuiden van Duitsland. Die familie leverde zo’n zes eeuwen geleden ook een Brandenburger keurvorst. Van deze keurvorst kreeg Friedrich I toen het erfelijke bezit over Brandenburg. Dat moment wordt gezien als de aftrap voor het opbouwen van de Pruisische staat. Ook het Havelslot was bezit van Friedrich I. Nadat het was afgebrand werd het niet meer opgebouwd. Het gebouw dat nu op dezelfde plek staat, wordt Das Slößchen genoemd. De Tijgerhaai ligt ernaast, voor havenrestaurant Zum Blauen Anker. Opnieuw voor tien euro. Een dag later varen we van Zehdenick naar Oraniënburg. Met de blik op oneindig en rechtuit. Eerst het Vosskanal en later het mooie OderHavel-Kanal. Opletten, want hier komen we weer beroepsvaart tegen. Aan het einde van de dag laten we ons in de Lehnitzsluis zes meter naar beneden zakken en varen Oraniënburg binnen. De Lehnitz-
see ligt er mooi bij zo in de avondzon. En ondanks diverse aanlegmogelijkheden kiezen we toch voor de Kleine Marina, iets verderop. Waarom niet bij het meer zelf? We weten het niet. En wat kost ons dat per nacht? Inderdaad, tien euro. Oraniënburg ligt aan de rand van Berlijn, heeft veel nieuwe bebouwing en volop mogelijkheden voor boodschappen. Je kunt er het gelijknamige slot bekijken, maar wij kiezen voor minder gezellige bezienswaardigheden. Morgenochtend gaan we naar voormalig kamp Sachsenhausen en daarna varen we verder. Tenminste, dat is het plan. Oraniënburg heeft alles te maken met onze Oranjes. De in Pruisen bekende Grosse Kurfürst was getrouwd met een afstammeling van Wilhelmus van Nassau. Louise Henriëtte heette ze en ze erfde slot Oraniënburg. Enkele eeuwen later – in 1999 om precies te zijn – is het slot na een flinke restauratie heropend. Koningin Beatrix was erbij. Niet zo gek, want de laatste bekende nakomeling van het Duitse echtpaar is Wilhelm II. De keizer die bevriend was met koningin Wilhelmina en die na het verliezen van de Eerste Wereldoorlog naar Nederland vluchtte. Pak bovendien de stamboom van de Oranjes en de Pruisen erbij: wat blijkt, hartstikke familie van mekaar. Vandaar dat we zingen ‘ben ik van Duitschen bloed.’ En de gezamenlijke interesse van Der Grosse Kurfürst en Louise Henriëtte? Waterwerken. Klinkt als … watermanagement. Ik moet even aan onze kroonprins denken. Al direct na de dertigjarige oorlog – daar is ie weer – werkten veel
1
Minder regelzucht, minder gebaande paden. Gastvrijheid overheerst. VAN RHEINSBERG NAAR NEURUPPIN
2 1
Dreigende taal in Sachsenhausen.
2
Snackbar in Neuruppin.
3
Een etappe met veel bossen en slootjes.
Wij reserveerden voor deze etappe zo’n vier vaardagen met ongeveer veertig kilometer per dag. Iedere dag was er dan nog tijd over voor het globaal verkennen van de omgeving. Wil je bijvoorbeeld Neuruppin beter bekijken en/of dieper ingaan op de geschiedenis van Pruisen, dan hoef je je ook bij het dubbele aantal dagen niet te vervelen. Onderweg zijn veel aanlegmogelijkheden en ook ankeren is populair. Zijn douchefaciliteiten heilig voor je, denk dan vooruit. In de havens van bijvoorbeeld Neuruppin en de meeste van Oraniënburg ontbreekt deze voorziening. Op de Sportschiffahrtskarten van het Nautische Veröffentlichung Verlagsgesellschaft vind je deze en veel andere informatie terug. Ondanks de royale informatievoorziening zijn de kaarten overzichtelijk, ook tijdens het varen. Het varen van de etappe is eenvoudig. Wel zijn de bruggen soms smal en onoverzichtelijk. De meeste sluizen zijn klein en sommige bedien je zelf. Vergeet niet jezelf aan te melden en zet de motor uit. Ook het drijvend wachten voor de sluis wordt niet altijd gewaardeerd. Kun je je in de sluis vastklampen aan kettingen, denk dan om je schilderwerk. Het lastigste deel is het ondiepe Ruppiner Gewässer. Hier moet langzaam gevaren worden. Let op afgebroken takken en afwijkende sluistijden. In droge periodes kan de waterdiepte slechts 1 meter bedragen, waarbij de sluis Pinnow in Oraniënburg slechts driemaal daags schut. Een bijzondere sluis is die van Altfriesack. Deze bestaat uit twee etages. Bij een diepgang groter dan 90 centimeter wordt er in twee fasen geschut. 2
38 | WATERKAMPIOEN#23|24 2005
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 38
24-11-2005 14:58:43
3 WATERKAMPIOEN#23|24 2005 | 39
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 39
17-11-2005 16:29:15
VAARTOCHT BUITENLAND Nederlandse techneuten mee aan de waterwerken en het inpolderen van gebieden in Pruisen. De Havel – waar ook wij al een tijdje op rondvaren – was daarbij een belangrijke verkeersader. De volgende dag denken we al lang niet meer aan de Havel, maar aan het Ruppiner Gewässer. En bij denken blijft het voorlopig. Een inspecterende blik op de motor ziet… een moer. Een moer? Van een trillingsdemper. Trillingsdemper? Ook de andere moeren zitten los. Allemaal? En dan de klapper: waar het draadeind van zo’n demper gewoonlijk bestaat uit een solide geheel, daar treffen we hier een exemplaar bestaande uit twee delen. Kort gezegd: gebroken. Een onderdeel dat je ab-so-luut niet op de hoek van de straat koopt. Daar gaat de dag. En dan is het toch goed dat je in de Kleine Marina te Oraniënburg ligt. De havenmeester, tevens monteur, gekleed in slechts een zwembroek, krabt aan z’n achterste, rommelt in z’n gereedschapskist en haalt hetenige-draadeind-op-voorraad tevoorschijn. De maagdelijk blanke schroefdraad lacht ons toe. In galop naar onze VW. De biceps van onze fotograaf spannen zich, de motor komt van z’n plaats en dan wordt het stil aan boord. We houden onze adem in…Jawohl, hij past! Het is een wondere wereld.
We gaan meteen weg. Jammer, sluis dicht. Draaien de sluizen tot nu toe tot ’s avonds acht of tien uur, de sluis Pinnow in het Oraniënburger Kanal stopt er om vier uur mee. En dan eindelijk het Ruppiner Gewässer, wat mij betreft het mooiste deel. Smal en ondiep, varend door riet en lelies. In droge periodes kan de waterdiepte slechts 1 meter bedragen. Beloond met een nieuwe zonnige dag ploegen we ons met 1500 toeren vooruit. Niet meer, anders zuigt de Tijgerhaai zich volledig vast. Ondertussen doucht collega Visser de boiler geheel leeg. Als bijdrage voor het plaatselijke waterpeil. Toch ontkomen we er niet aan: we trekken de oevers droog en het riet vlak naast ons maakt een diepe buiging. En telkens liggen in de sluis de kleinere vederlichte kruisertjes al op ons te wachten. Na de sluis van Altfriesack worden we een beetje weemoedig, het einde van onze vaartocht nadert. Alleen nog het uitzicht over de langgerekte Ruppiner See en z’n heuvelachtige oevers. In de verte Neuruppin. Aan de boulevard priemt een lange steiger het meer in. Een prachtplek. Voor niks nog wel. Neuruppin is nog net niet ontdekt door toeristen. Met een mooi stuk water voor de deur een prima plek voor de Berlijnse yup. Musea en gebouwen, maar vooral ook de aangename atmosfeer van de straat. Inclusief de vele – niet truttig aangeharkte – romantische parken. In Neuruppin geldt wat ons betreft ook: trek eropuit met de vouwfiets. Je ziet zo veel meer. Accepteer alleen wel die duizenden vermalijde kinderkopjes.
Ook in Neuruppin geldt: trek e FIETSEN NAAR HET PRUISEN-BRANDENBURGMUSEUM Wil je alles weten over Pruisen, ga dan naar het PruisenBrandenburgmuseum in Wustrau. Je vaart erlangs, maar met de fiets vanuit Neuruppin is het nog mooier. Met een plattegrond van de Touristinformation fietsen we een groot deel van de Ruppiner See rond. Vanwege de speelse mix van asfalt, kinderkopjes en heuvels is een fiets met versnellingen sterk aan te raden. Via de brug in Neuruppin ga je eerst naar de overkant van het langgerekte meer en dan naar het zuiden. Bij het plaatsje Gnewikow wordt de bosrijke omgeving afgewisseld met uitzicht over korenvelden. Middenin staat een groot boerderijcomplex uit de DDR-tijd. Klaprozen en bomen omzomen de oude weggetjes en in Karwe kun je bij Gaststätte Zur Kastanie prima pauzeren. Bij de sluis van Altfriesack ben je aanbeland op het zuidelijkste puntje van het meer. Verder fietsend door de bossen kom je in Wustrau. Hier zit meer dan de helft erop. In het PruisenBrandenburgmuseum is de liefhebber wel even zoet. Er worden niet alleen veldslagen behandeld, maar ook prettiger zaken, zoals de uitvinding van Aspirine of de aanleg van het Kaiser Wilhelm Kanal, beter bekend als het Kielerkanaal. De terugreis bestaat vooral uit onverharde, heuvelachtige landweggetjes met mooi uitzicht over het water. Na Treskow wordt de route saai en is het een kwestie van nog even stug doortrappen. Terug in Neuruppin heb je er dan een kilometer of 25 op zitten. Landvasten niet op de bolder, maar in de hand. 40 | WATERKAMPIOEN#23|24 2005
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 40
17-11-2005 16:30:39
Ook deze Pruisische stad viel ten prooi aan een grote brand. Bij de heropbouw aan het einde van de achttiende eeuw werden de straten zo breed gemaakt dat een flink aantal rijen grenadiers door de straten kon marcheren. De strakkere bouwstijl (trefwoorden: classicistisch, neo-grieks) is fraai. Echt strak zijn de buitenwijken. DDR-recht-en-hoekig zelfs. Van beton en allemaal hetzelfde. ’s Avonds laat op m’n vouwfietsje door de oude DDR-wijken, met z’n vele volkstuintjes en garages voor de Trabi’s. Niks straatverlichting, niks mooi wegdek. Kinderkopjes, gaten in de weg. Langs huizen zonder tuin. Een balkon met tralies. En fascistische of juist anti-fascistische leuzen op de muren. Dit is het échte leven van de voormalige Ossies. En toch twee puberende hanenkammen zoenend in een portiek. Ik neurie unbeschreiblich weiblich van Nina Hagen. Romantiek tussen het beton. In de binnenstad zie je hoe Pruisen had moeten worden, in de buitenwijken hoe het uiteindelijk uitpakte. Toch leek het er in de negentiende eeuw op dat Pruisen het zou gaan redden. Het was de grootste Duitse staat. Otto von Bismarck werd aangesteld als minister-president en kreeg het voor elkaar alle Duitse staten te bundelen tot één Duitsland. Maar het verliezen van de Eerste Wereldoorlog werd een vernedering. Ook Pruisen moest grondgebied inleveren, keizer Wilhelm II moest aftreden, vluchtte naar Nederland en Duitsland raakte in de versukkeling. Hitler rook z’n kans.
De gevolgen kennen we, waaronder ook het dubbele gevoel dat Duitsland soms oproept. De laatste nacht in Neuruppin ligt de Tijgerhaai nog steeds aan het uiteinde van de lange steiger. De volle maan verlicht de volle lengte van de Ruppiner See. De vissen spelen weer met het spiegelgladde water. Morgen naar huis? Ik wil eigenlijk nog wel even blijven. Verliefd geworden? Ik denk het.
1
Invloedrijk Pruisisch heerser: Frederik de Tweede, ook wel ‘Der Fritz.’
2
Slot Oraniënburg. Opgebouwd van onder andere de resten van het afgebrande Havelschloss in Zehdenick.
k eropuit met de vouwfiets 1
2 WATERKAMPIOEN#23|24 2005 | 41
ANWW0523-034-Tijgerhaai.indd 41
17-11-2005 16:44:26