Proloog Dit verhaal begint in Albacete, Spanje, startplaats van de Fietscie ’09. De Fietscie had in februari voor de zon gekozen, de Spaanse zon. De rillingen liepen nog over het lijf toen ze tijdens die gezellige avond aan de Balistraat terugdachten aan de Poolse winden die tijdens de vorige editie over de Noorse Lofoten had gewaaid. Bouke Pieter had het allerzonnigste voorstel gedaan, het bleek een gouden greep te zijn. Voor het eerst mocht de enthousiaste, en tevens sympathieke krullenbol de jaarlijkse hoogmis van het u allen bekende achttal organiseren. Van zon was er in Albacete op deze vroege junidag geen sprake. Het regende pijpenstelen terwijl de heren een eerste cerveza op Spaanse bodem naar binnen schoven. Het zouden de laatste regendruppels van de week zijn, al hadden de jongens daar op dat moment natuurlijk nog geen weet van. Enthousiast werd er voorbeschouwd op de week die komen zou. De hoogste geasfalteerde weg van Europa en de vele andere klimmen, de dorre woestijn tijdens de eerste etappe, de Middellandse Zee aan het einde van de rit en alle tussenliggende kilometers werden uitgebreid besproken. Daarbij ging het niet zozeer over de landschappelijke pracht die de renners zouden kunnen aanschouwen, maar vooral over wie het snelst over het afwisselende parcours zou kunnen rijden. Wie zou er beschikken over de beste benen? Na nog een aantal cervezas, de nodige tapas en een ontmoeting met de meest beschonken dame van het Iberische Schiereiland werd er vol verwachting voor de volgende dag het bed opgezocht.
Etappe 1: Albacete - Siles In alle vroegte stonden de leden van de Fietscie één voor één op, voor de eerste etappe wilden ze allemaal zo fit als een hoen zijn. Vanuit het weinig aantrekkelijke Albacete zou zuidwaarts richting Siles gefietst worden, waarbij na een vlakke aanloop flink geklommen zou moeten worden. De klimbeentjes zouden zo direct getest worden.In blok werden de eerste kilometers afgelegd. Van de verwachte dorre woestijn geen spoor, warm werd het naarmate de tijd vorderde wel. Op de top van een eerste klimmetje werd gepauzeerd in een schitterend wielercafé, waar lokale renners zich luid kakelend tegoed deden aan flinke hoeveelheden bier en wijn. De sfeer was aanstekelijk, maar de Fietscie hield zich wijselijk in, het zwaarste deel van de etappe stond immers nog voor de boeg. Met een volle maag werd de tocht voortgezet. Smalle en glooiende landweggetjes werden gevonden en omdat de beentjes inmiddels wel wakker waren geschud zat het tempo er goed in. De debatten werden echter pas echt geopend op de eerste forse klim van de dag. Het was Joram die zich wilde bewijzen en na een aantal flinke snokken slechts Matthijs in zijn wiel meekreeg. Voor de top wisten Maurits en Coen nog aan te
sluiten en samen doken ze afdaling in richting Bogorra. In het heuveldorpje werd op een prachtig terras brood en ei gegeten. Bouke Pieter beleefde in het kleinste kamertje van het rokerige café angstige momenten toen de deur plotseling niet meer van het slot ging, maar na toch ontstapt te zijn uit de benarde situatie kon de weg vervolgd worden richting het hoogtepunt van de etappe: De Puerto de Crucetillas. Op de vlakke aanloop naar de klim werd amper gesproken, de spanning zat er duidelijk in. Op de flanken van de grillige klim werd duidelijk dat de renners vandaag aan elkaar gewaagd waren. Opvallend was dat Coen veelal het tempo aangaf. Op zijn klassieke Gazelle maakte hij gebruik van het feit dat hij die winter eens niet vijf kilo erop had gegeten en gedronken. Fitter dan ooit verscheen hij aan de start en tot zijn eigen verbazing reed hij al op de eerste Fietsciedag met de sterksten naar boven. In al zijn enthousiasme vergat hij echter te eten en viel hij tegen het einde van de klim volledig stil. Mag het een verrassing heten dat Matthijs als eerste bovenkwam op de eerste klim op Spaanse bodem? Misschien niet, gezien de reputatie van de kleine man was het zelfs logica. De tegenstand was echter door een lekke band van Joram weggeslagen, waardoor de top druppelsgewijs werd bereikt door de inmiddels flink vermoeide renners. Een echte krachtmeting kwam er dus nog niet en zou er ook niet komen op de klim naar de Arenal. Deze stelde niet veel voor en in groep werd naar de top gereden. In de afdaling volgend op de Arenal was er meer te beleven, er werd flink doorgereden, de eindsprint werd vroeg aangetrokken. Coen, Maurits, Matthijs en Mias besloten zich niet in deze debatten te delen, het ging ze te hard of ze geloofden het wel. Voorin brak er een helse strijd los, waarbij Joram het uiteindelijk was die na een kort klimmetje het verschil wist te maken en Andalusia als eerste binnenreed. Joost, Bouke Pieter en Nico hadden het nakijken maar konden tevreden zijn met hun sterke eindschot. Het Casa Rural in Siles dat diende als slaapplaats voor de nacht was een klein paradijsje. Na een hartelijk ontvangst bracht de vrouw des huizes de fietsers naar een restaurantje in de bergen waar de hongerige magen gevuld werden. De lokale politieagent, tevens man des huizes, fungeerde op de terugweg als taxichauffeur en reed de slaperige renners naar hun bedjes.
Etappe 2: Siles - Cazorla Marco Borsato, hoewel van Italiaanse origine is het geen fietscie-liefhebber. Het moet Joram dan ook een doorn in het oog zijn dat hij zo vaak met de populaire zanger vergeleken wordt. Deze ochtend werd ook nog eens duidelijk dat Borsato een leugenaar van het zuiverste water is. ‘Afscheid nemen bestaat niet’, zong hij ooit in één van zijn hits. Maar afscheid nam de Fietscie wel degelijk van de zeer sympathieke eigenaren van het Casa Rural te Siles. De man des huize c.q. politieagent, c.q. taxichauffeur, stopte de jongens nog wat heerlijke Andalusische lekkernijen toe voordat ze de fiets op stapten. Tomatenjam en Gazpacho, later zou nog blijken dat dit een van deze een geschenk uit de hemel zou zijn. Het eerste doel van de ochtend was Siles, een dorpje vlakbij het Casa Rural. In het dorp werd stevig ontbeten onder het toeziend oog van de dorpsgek, moeder overste en nog wat lokale gezelligaards. Degenen die de etappe van vandaag verkend hadden waren al wat nerveus aan het worden, zij wisten dat het zwaartepunt aan het begin van de etappe zou liggen. Er zou direct flink geklommen moeten worden over een bergrug die leidde naar het dal waarin het nationale park van Cazorla ligt. Toen het ontbijt achter de kiezen was en alle Magdalenacakes, stokbroden en bananen in de rugtasjes gepropt waren kon het officiële startschot van de tweede etappe van de Fietscie ’09 klinken. De klim was lastig, zeer lastig. Een enthousiaste start van Coen zorgde ervoor dat het hele veld direct uit elkaar lag. Toen zijn achternaamgenoot versnelde was al snel duidelijk wie er het eerste boven zou komen op deze klim. Joor had er blijkbaar zin in en daverde de klim op, al snel raakte hij uit zicht van de rest. Matthijs zette na een aarzelende start nog even de achtervolging in maar gaf hij al snel de brui aan, geen kruid was er deze ochtend gewassen tegen de Beer van Kampen. Boven werd er gewacht en langzaam bereikten ook de anderen de top, met als laatste de dappere Mias die weer zichzelf weer eens afvroeg waarom fietsen nou eigenlijk zijn hobby was. Hij zou ook lekker met zijn Portugese schatje op het strand kunnen liggen, maar daar had de Fietscie geen boodschap aan. Cazorla was het doel van de dag en er moest voortgepeddeld worden. Na een pittig glooiend stuk waar de boel opnieuw flink uiteen geranseld werd volgde een fraaie afdaling waarna Joost van Rheen de bijnaam ll Falco kreeg toebedeeld. Hoewel hij hier fier op mocht zijn werd er ook een kanttekening bij geplaatst. Had Nico niet dezelfde bijnaam voor zijn legendarische uitglijder op de flanken van de Panarotta? Maar Van Rheen zei goed te weten waarmee hij bezig was en zo zag het er ook uit. Een zelfbewuste jongen, Joost van Rheen. Na de afdaling moest er nog een stukje geklommen en gedaald worden alvorens de dam bereikt worden waar de lunch plaats zou vinden. Nico en de Spijkertjes besloten er een
ware koers van te maken. Demarrage na demarrage, maar niemand kwam weg. Smullen voor de ware wielerfans dit aanvallende rijgedrag, dit smijten met de krachten, koers! Bij de dam aangekomen bleek het beloofde restaurant niet open te zijn, siesta! Ook de andere eettentjes in de buurt hadden de poorten gesloten, dus er zat niets anders op dan cakejes te eten en door te trappen. Er was volop te genieten in het prachtige park van Cazorla. Ondertussen minder goed nieuws uit het kamp Istalia. Lenis had problemen met het stuur, die zat niet stevig vast. Verstandig als de jonge vader is besloot hij niet verder te rijden om Hincapie-Parijs-Roubaix-achtige taferelen te voorkomen, een lift naar Cazorla was zijn deel. Het overgebleven zevental vond een plek waar een donut te koop was, dit werd de maaltijd die verorberd zou worden voor de slotklim, de Puerto de Palomas. Vlak voor de eerste hellende stroken besloot Mias te pauzeren en een zak chips naar binnen te werken. Niet lang daarna zou hij ook zijn secret weapon gaan gebruiken…. Inmiddels had Maurits voorin zijn duivels ontbonden. Na zijn bidons leeggegooid te hebben sprintte de Principia-renner weg. De Spijkertjes gaven geen krimp en volgden gedwee, met een steeds sterker wordende Bouke Pieter in hun zog. Daarachter speelden zich bijzondere dingen af. Mias zoefde naar boven als een dolle, renners verbouwereerd achterlatend. Het was al langer bekend dat Mias een gelletje op zak had en deze had hij bewaard voor de slotklim. Vol energie reed de lange Fries naar boven. Ondertussen werd het de ongenaakbaar geachte Joram zwart voor de ogen, hij plafonneerde en liet zijn teammaat Maurits achter met de stoïcijns rijdende Coen in zijn wiel. De sterk rijdende Maurits was uiteindelijk het eerst boven na een scherp sprintje. Ondertussen zette Mias zijn drieste achtervolgingen voort. Nico verscheen vlak voor de top in beeld en met rasse schreden kwam Mias dichter. Op het moment dat Mias de noeste Nico wilde passeren verdapperde deze echter en plaatste een Hedrickje, waar Mias niet van terug had. Na deze doldwaze klim volgde de afdaling naar Cazorla, waar Matthijs de jongens al opwachtte op een terrasje waar gulzig van het bier genipt en aan de chips geknabbeld werd. Plots was daar ook de eigenaar van het volgende Casa Rural waar overnacht zou worden. Deze spraakwaterval leidde de renners naar het nabij gelegen huis alwaar hij een wel zeer uitgebreide rondleiding gaf. Slechts de organisatie slaagde erin deze rondleiding uit te zitten, het huis was er niet minder om. Die avond werd nog even het centrum bezocht voor een biertje met wat tapas, maar de vermoeidheid bracht de jongens toch tijdig terug. En de bedden lagen nog lekker ook…..
Rustdag in Cazorla. Een verdiende rustdag na twee pittige etappes. De dag stond vooral in het teken van de grote barbecue rond het zwembad. Zeer uitgebreid werd er gegeten en gedronken, de zon en het lauwe zwembadwater maakten het tot een fantastische dag.
Etappe 3: Cazorla - Granada Loden benen bij aanvang van de derde etappe naar Granada. Er moest direct geklommen worden en al snel zat het tempo er weer goed in. Opvallend was het tactische rijden van Team Principia. Maurits, tot dan toe nog geen seconde voorin gesignaleerd, knalde in de afdaling voorbij om een plaatsnaambordjesprint te winnen en ook Joram reed vooral achterin. Wat was vandaag het strijdplan van deze in het peloton niet zo geliefde equipe? Na een korte stop in het dorpje Huesa werd de grote weg verlaten. Over kronkelende landweggetjes, die niet allemaal geasfalteerd waren, werd verder zuidwaarts gefietst terwijl de temperatuur almaar steeg. Langzaam maar zeker droogde de watervoorraad in de bidons uit, terwijl geen dorpje werd gevonden om bij te vullen. De ruige omgeving was prachtig maar kende geen mededogen.D wegen bleven op en af gaan, na iedere heuvel volgde een nieuwe, nergens was een spoor van de bewoonde wereld. Langzaam maar zeker sloeg de ongerustheid toe in het pelotonnetje, zeker toen er een belangrijke afslag was gemist. Besloten werd een afdaling te pakken richting het dal. Beneden zou er water gedronken worden en er zou bekeken worden hoe verder te gaan. Langzaam en voorzichtig werd er gedaald. Er werd goed gekeken naar sporen van de bewoonde wereld, maar deze werden vooralsnog niet gevonden. Het water was inmiddels op, de dorst werd gelest met de gazpacho die de Joost met zich mee had gedragen vanuit Siles. Toen na een forse afdaling de vlakte was bereikt bleek dit een vallei te zijn waar fruit geteeld werd. Door de groene vlakte stroomde een riviertje, dat zich door de hoog opgetrokken bergruggen doorkliefde. Van bewoning was hier geen sprake, er stonden slechts enkele huisjes die onbewoond leken. Om de vlakte overal hoge en steile bergwanden die een eenvoudig vervolg van de tocht zo goed als onmogelijk maakte. De enige mogelijkheid leek dezelfde weg terug te gaan, dat leek een zeer zware opgave te gaan worden zonder water. Moedeloos werd er nog een rondje gereden door het dal toen er plotseling een teken van leven kwam uit een van de huisjes. Twee werklui wenkten dat de jongens moesten
komen, de redders dienden zich uit het niets aan. Flessen water werden uit de koelkast gehaald, eindelijk kon er gedronken worden. De twee mannen wilden de renners wel met de pick-up naar boven rijden, over het ontzettend steile grindpad dat langs de bergrug naar boven liep. Dankbaar maakten ze gebruik van dit aanbod, de zorgen verdwenen als sneeuw voor de zon. Na de Spaanse redders uitgebreid te hebben werd de fiets weer gestegen richting het dichtst bijzijnde dorp. Hier werd overlegd hoe de dag verder zou moeten verlopen. Voor de omstanders werd al snel duidelijk dat er niet meer gefietst zou gaan worden, de glazen bier kwamen al snel op tafel. Er werd vervoer geregeld naar Granada, het was genoeg geweest voor die dag.
Etaope 4: Pico de Veleta Het was goed toeven in Granada, toch was er nog geen tijd om te rusten. De 11e juni stond in het teken van de Pico de Veleta. 43 kilometer lang, 2700 hoogtemeters, een klim die zijn gelijke niet kent. In groep werd naar de voet gefietst, waarna afgesproken werd elkaar aan het eind van de doorgaande weg weer te treffen op de parkeerplaats. De weg naar Sierra Nevada is breed en niet zo steil. In een gestaag tempo werd naar boven gereden, ondanks dat het niet zo steil was scheurde het snel en reed ieder zijn eigen tempo omhoog. Het was erg warm tijdens het eerste deel van de klim wat in het voordeel werkte voor de warmbloedige renners. Joram nam alweer gauw de maat van de anderen, gevolgd door Coen en Matthijs, die elkaar nooit echt uit het oog verloren. Ook Bouke Pieter en Nico hadden een keurig tempo te pakken en reden gestaag omhoog gevolgd door Maurits, die de benen van het begin van de reis nog niet te pakken had. Mias en Joost bleven op hun beurt ook bij elkaar in de buurt. Wat zou Mias zijn zonder motivator Joost? Een vraag die geregeld in het peloton wordt gesteld. Toch had de zo goed als ongetrainde Mias de eerste etappes van de Fietscie alweer met verve overleefd en zijn benen leken alsmaar beter te worden. Aan de kop van de koers denderde Joram onverstoord door. Hij was zijn achtervolgers al lang uit het oog verloren en kende geen twijfels, hij zou als eerste boven komen. Zijn hele seizoen had in het teken gestaan van deze klim, hier zou hij de wereld laten zien waartoe hij in staat was. In zijn hoofd nam hij de complimenten die hij zou krijgen al door toen hij zich plots middenin het skidorp Sierra Nevada bevond. Waar moest hij nu heen? Geïrriteerd reed hij wat rond, maar een duidelijke route was er niet. Was hij nu verkeerd gereden? Via wat omwegen kwam hij weer op de hoofdweg uit waar net Matthijs en Coen kwamen aangereden. Zij vertelden eerder gestopt te zijn omdat ze bij een afslag niet zeker waren waarheen ze moesten. Bouke Pieter bevestigde later hun vermoeden,
gewoon de grote weg volgen, niet het dorp in. Daar was Joram dus de fout ingegaan, verdorie, daar ging zijn zekere winst. En plots was daar ook de hongerklop, bam, Matthijs en Coen reden tot overmaat van ramp ook nog eens bij hem weg. Op de parkeerplaats zagen ze elkaar weer, dan het nog maar eens proberen op het tweede deel van de klim….. Ondertussen maakte Joost een soortgelijk avontuur mee. Hij was verkeerd gereden en had geen idee meer wat te doen. Hij reed een stuk terug, toch maar weer omhoog om uiteindelijk toch zijn bezorgde maten op de parkeerplaats te ontmoeten. Terwijl hij een hamburger verorberde en lompe Audi-testende Duitsers aanschouwde besloot hij dat het voldoende was geweest voor vandaag. Snip ontving het bericht met een grijns, ook hij had geen zin meer in de ongetwijfeld helse tocht naar de top. Ze bleven achter op de parkeerplaats terwijl de rest weer opstapte voor het laatste deel van de klim. Na nog even de verkeerde route te hebben genomen werd de tocht naar de top ingezet. Joram bleek nu echt over de beste benen te beschikken en reed op de steilere flanken weg. Coen had opnieuw een sterke dag er volgde sterk, ook op zijn minder geliefde lastigere delen. Achterin reed Maurits, op 35%, in het gezelschap van Nico. Hij zou als eerste Thesinger de Pico gaan bedwingen, een ongekende prestaties gezien het feit dat Thesinger wel gepatenteerde laaglandrijders zijn, maar geen klimmers. Maar met zijn ijzersterke wil zou hij de top gaan bereiken, zonder twijfel. Tussen de smeltende ijsschotsen door reed ook Bouke Pieter naar boven. De organisator van het gebeuren dacht nog eens terug aan zijn vorige beklimming toen hij het stukken zwaarder had dan vandaag. De Spijkertjes reden dan wel voor hem, het deerde hem niet. Het zonnetjes scheen hier nog lekker waardoor het zelfs boven de 3000 meter grens niet eens koud was. Het was dan wel zwaar, maar niet onmenselijk. Plots doemden daar Joram en Coen op, zij stonden stil bij een ijsschots, maar dat was de top toch niet? Zeker de top niet, maar de weg was versperd door een enorme hoeveelheid ijs. Met de fiets aan de hand klauterden ze daarop een stuk naar boven om de weg te vervolgen naar de top. Die bleek niet veel verder te liggen. Boven werd genoten van het uitzicht en het feit dat ook deze uitdaging tot een succesvol einde gebracht. Voorzichtig werd na dit genietmoment de afdaling ingezet, de bakoven van Granada in. Die avond zouden de voetjes van de vloer gaan. Voor Coen liep het echter anders af, hij viel van een ‘schommel’ en moest met een gat in zijn hoofd het ziekenhuis bezoeken. Hij zocht daarop zijn bed op terwijl de rest in Club Diez nog even van het moment genoot.
Rustdag Granada Rustdag 2 met bezoek aan het Alhambra. Na het eten van een aantal schalen paella zou het bed opgezocht worden, enkele lieden dachten hier echter anders over….
Etappe 5: Granada - Malaga Nadat Matthijs’ fiets opnieuw gerepareerd was werd aan de laatste etappe naar Malaga begonnen. De fans in Granada zagen 8 kleine oogjes aan de start, ondanks die kleine oogjes moesten er gewoon 150 km afgelegd worden. Na een aantal lekke banden werd er begonnen aan de eerste klim van de dag. Waar enkelen nog wat last hadden van de alcohol van de vorige dag bleek Bouke Pieter sterker dan ooit. Moedig volgde hij Matthijs, die eindelijk volle bak kon nu zijn fiets gerepareerd was. Boven was het lang wachten op Maurits die een van de zwartste dagen van zijn carrière aan het beleven was. Na de afdaling en nog wat meer klimwerk werd er gepauzeerd en werd er van een degelijke lunch genoten. Na de lunch werd er nog eens flink op het gaspedaal getrapt. Na nog een klim begon een lange afdaling richting de Middellandse Zee. Joost ontbond zijn duivels en raasde de diepte in gevolgd door Bouke Pieter en Matthijs. Nico zette nog de achtervolging in, maar zelfs hij kon het gat niet dichten. Aangekomen bij de zee werd een drankje gedronken en geproost op alweer een mooie Fietscie. De laatste kilometers langs de kust waren niet de fraaiste. Veel stoplichten en een drukke weg, er werd kop-over-kop gereden. Op het laatste heuveltje zette Maurits nog eens aan, waarop direct reactie volgde. Deze uitspatting werd weer funest voor de Colnago van Matthijs. Moedeloos wierp hij zijn fiets de berm in….. Toch kwam hij ook op de eindbestemming aan in Malaga, alwaar het eindfeest diezelfde avond nog wachtte. Het eindfeest werd gelardeerd door Twentse meisjes, agressieve Spanjaarden en verrassend… slechte dj’s.
Terugreis Malaga - Granada Terug naar Nederland, maar eerst een rustig dagje aan het strand van Malaga. Er werd een balletje getrapt, nabeschouwd en gepraat over het feit dat de dag erop weer een gewone werkdag zou beginnen.