VAARTOCHT BUITENLAND
ETAPPE 3: VAN PLAUE NAAR PARCHIM
LANGS DE G Prachtige, ongerepte natuur, verstilde grensposten uit een grimmig DDR-verleden en als hoogtepunt van de tocht: Schwerin, de hoofdstad van MecklenburgVorpommern. Maar eerst: natuur, natuur, natuur. Tot je er dol van wordt.
38 | WATERKAMPIOEN#21 2005
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd
1
24-10-2005
14:43:33
RENZEN VAN DE DDR TEKST GERHARD-PAUL WISGERHOF, DICK WILLIAM HARINCK | FOTO’S BERTEL KOLTHOF, DICK WILLIAM HARINCK, GERHARD-PAUL WISGERHOF
NOORDZEE
Schwerin
4
3 El
NEDERLAND
5
be
6
Hannover
2
8
7
Gouda
Mittellandkanal
BERLIJN
Münster
Etappe 1 El
n
be
Rij
DUITSLAND
© CARTOGRAPHICS
W
E vertrekken uit Plaue, waar we de vorige ploeg – Jan en Joke Fraterman – hebben afgelost. ’s Morgens laten we de nog warme Kaiserbrötchen knisperen en om exact 8.10 uur gooien we de landvastjes los. De Untere Havel bestaat uit een aaneenschakeling van kleine meertjes en achter elke bocht ontvouwt zich een nieuw stilleven. Letterlijk. Spiegelglad water, met tientallen tonnetjes die als een kralenketting aaneen geregen lijken. We volgen ze pünktlich, want buiten de tonnen staat er niet al te veel water. Het enige wat die stilte bijna verontschuldigend verstoort is de sonore brom van de frietkraam die ons hardnekkig achtervolgt: de Volkswagen-(bio)diesel die er op elk moment van de dag voor zorgt dat je trek krijgt in frikadellen. Vlak voor we Pritzerbe passeren is er aan stuurboord een doorgang – onder een bruggetje – naar de Pritzerbersee. Wij varen door, naar het eerste obstakel van onze etappe: sluis Bahnitz. DW krijgt meteen een reprimande van de vrouwelijke sluiswachter als hij de kop van de Tijgerhaai een metertje voorbij het nog rode licht prikt. De dame in kwestie – met het formaat (en de strenge blik) van een Oost-Duitse worstelaarster uit de Sovjetperiode – aanvaardt mijn nederige excuses. Alle sluizen hebben tenslotte telefoon en we willen het personeel graag te vriend (m/v) houden.
Na de sluis verandert het gebied in... de Biesbosch; je moet echt je best doen om het verschil te zien. Na een paar uur kiezen we bij Rathenow voor de door-de-stad-route, ook al wordt met grote borden aangegeven dat de doorvaart gestremd is. We zien de plaatselijke watersportvereniging (met kano’s), een jachthaventje aan stuurboord (met passantenplekken), verderop ligt de Seesportclub en nog verder de KWTC (Kano Wassersport Toeristik Club). Eveneens met Gästeplätze. Op de terugweg gaan we stuurboord uit richting de Hauptschleusse. Het verval is een kleine 2 meter en de sluiswanden zijn zo schuin dat het lastig is om de boot vast te maken. We kiezen ervoor in het midden te blijven drijven – we zijn de enigen in de sluis en het verval is niet groot. Na Rathenow passeren we Grütz en we zwaaien naar het enige schip dat we vandaag tegenkomen: een politieboot. ’s Avonds meren we af in Strohdene, een minidorp met een kerk met ooievaarsnest op de toren, een kroeg, een paar huisjes en een pleintje. Maar wel met een splinternieuwe jachtsteiger (haven is te veel gezegd) voor hooguit zes bootjes. We rekenen 13 euro af aan liggeld, inclusief twee douchemunten. ‘Douchen kan dáár’. De havenmeester wijst op het elektriciteitshuisje aan de wal, met exact één damestoilet, één herentoilet en één gemengde douche. Keurig schoon, dat wel. Op het terrasje WATERKAMPIOEN#21 2005 | 39
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd
2
24-10-2005
14:43:57
VAARTOCHT BUITENLAND van de lokale Gasthof Stadt Berlin betalen we voor twee Jägerschnitzels en een paar pilsjes 22 euro. Taaie broodjes bij het zaterdagochtendontbijt. De bakker die volgens de havenmeester elke dag het Strohdener pleintje bezoekt, staakt op zaterdag. We storten ons op de restjes van gisteren. Het stuk naar Havelberg is Naturschützgebiet, zo zien we aan de borden. En aan de gebruikte afbeelding te zien, moet het hier krioelen van de uilen. De verrekijker ligt paraat, maar het enige wat beweegt, is het schroefwater achter de boot. De omgeving vertoont erg veel gelijkenis met het traject dat we al hebben afgelegd en de aanblik van Havelberg is een welkome afwisseling. Het plaatsje ligt, inderdaad, op een berg en kijkt neer op de Havel. De havenmeester is lunchen, maar na telefonisch contact krijgen we de juiste box toegewezen. Hoogste tijd om de vouwfietsen van het zwemplatform te toveren – we moeten provianderen. De supermarkt ligt boven op de Havelberg, een klim van een paar kilometer, over 6 procent. Met dikke kuiten en volle boodschappentassen scheuren we de berg weer af. Terug aan boord blijkt de kwarkyoghurt Griekse Zatziki – géén combinatie met de vers gekochte aardbeien. ’s Middags verkennen we
het stadje. De Dom ligt ook boven op de berg, opnieuw een flinke klim, nu via de Romanik Strasse, pal langs een prachtig park. Je hebt er een schitterend uitzicht over de Havel. Het plein-met-oorlogsmonument, het ziekenhuis en de vervallen overheidsgebouwen ademen een overduidelijke Oostbloksfeer. Handig: de VVV zit pal aan de haven en verstrekt een schat aan informatie (Nederlandse brochures!). De vriendelijke mevrouw wijst op de stadsplattegrond naar authentieke plekken en glimlacht wat onhandig over het Russische monument bij de kathedraal – kennelijk niet iets om trots op te zijn. Vlakbij bekijken we ook nog de Salzmarkt: knusse huisjes met mooie gevels, gelegen aan kasseienweggetjes met een onvruchtbaarheidsgarantie voor vouwfietsers. Terug op de boot maken we kennis met een Nederlander die in Duitsland woont. Hij waarschuwt ons voor de Elbe, die voor morgen op het programma staat. ‘Het stroomt daar waanzinnig; je wordt met boot en al zó omgezet’, de man trekt er een angstig gezicht bij. We beloven alles goed vast te sjorren – de spullen op het zwemplateau incluis. ’s Avonds eten we in het Hotel am Hafen, met uitzicht op de Tijgerhaai. Een leuk etablissement met een merkwaardige toegift op de rekening: voor het gelegenheidsbandje dat twee nare nummers ten gehore brengt tijdens onze drie gangen, zien we 10 euro toeslag op de rekening. Zondagochtend vertrekken we om 11.15 uur, het is tenslotte weekend. Meteen stuurboorduit hebben we weer een sluis,
‘De Untere Havel ontpopt
2
1
1
Havelberg is een welkome afwisseling tijdens de tocht. Het plaatsje ligt op een berg en kijkt neer op de Havel.
2
De sluis in Dömitz, met een verval van dik 3 meter, vormt de toegang tot de Muritz-EldeWasserstrasse.
3
Op het terras in Havelberg met uitzicht op de haven serveren ze heerlijke cappuccino.
3
40 | WATERKAMPIOEN#21 2005
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd 3
20-10-2005 15:09:43
Schweriner See SCHWERIN
Wittenberge
NW
N
Havelberg
O
W
ELBE
Z © CARTOGRAPHICS
ZW
zich als... de Biesbosch TOERISTISCHE INFORMATIE Ludwiglust was een eeuw lang de grote rivaal van Schwerin. In 1757 verruilden de hertogen van Mecklenburg-Schwerin hun stad voor Ludwiglust, toen nog een slaperig dorpje. De architecten Busch en Barca trokken barokke lijnen over hun ontwerpen en vulden een nieuwe stad met classicistische gebouwen. Busch ontwierp de barokke gebouwen, Barca een halve eeuw later de classicistische delen van Ludwiglust. Centraal in Ludwiglust ligt het laatbarokke Schloss, met een imposante gevel van zandsteen. Binnen valt vooral de Goldene Saal op, die z’n naam eer aan doet. Het slot ligt in een 135 hectare groot landschapspark in Engelse stijl. Met waterpartijen, uitgestrekte grasmatten en woudwallen. Met verrassende panorama’s en mooie wandelpaden. In het park voor het kasteel liggen tweehonderd slachtoffers van het concentratiekamp Reiherhorst begraven. Onder hen veel Nederlandse namen. Aan de rand van de duizend meren die samen de beroemde Mecklenburger Seenplatte vormen, ligt Schwerin – hoofdstad
Havel
De sluis in Dömitz, met een verval van dik 3 meter, vormt de toeNeustadtgang tot de Muritz-EldeGlewe Wasserstrasse. Hoewel de naam anders de El aangeeft lijkt het in niets op een Dömitz kanaal. Het doet een beetje denken aan de Linge. Maar ELBE dan met een verval van 49 meter, verdeeld over een tiental sluizen. Met daartussen opnieuw: prachtige natuur, diepe stiltes, schitterende vogelgeluiden en nauwelijks andere jachtjes op het water. Pal na de sluis in Dömitz kun je overigens diesel tanken, aan bakboord. Na een paar kilometer passeren we Schleusse Findenwirunshier – een prachtige naam. En
ZO
twee biertjes open en proosten op de voormalige Oost-Duitse republiek.
NO
daarna draaien we de Elbe op. En dat valt alles mee. Het stroomt tegen de 5 kilometer, maar het water is – door het vrijwel ontbreken van beroepsvaart – zo vlak als de Hollandse IJssel. Het weer is inmiddels wel omgeslagen, uit de bewolking valt zo nu en dan een flinke bui. We ‘jakkeren’ met 2.000 toeren de Elbe af, met een snelheid van 14,2 uur op de gps en een verbruik van niet meer dan 3,4 liter per uur. Handig, zo’n VW-dashboard. Aan de oevers is weinig leven te ontdekken; wel zien we de ene bui na de andere aankomen en we krijgen handigheid in het op tijd openen en sluiten van het stuurhuisdak. Binnen vieren we de Elbe met dampende koffie en Berliner Bollen. Voorbij Wittenberg ontwaren we een betonnen grenspost: een kale betonnen toren met op het dak een immens zoeklicht. Verderop passeren we nog eens drie grensposten. Hier moet je een jaar of dertig terug niet gevaren hebben zonder navigatieverlichting. Het zijn hoogtepunten in de verder wat eentonige omgeving. Want eerlijk is eerlijk: prachtig hoor, zoveel natuur, maar op een gegeven moment is het wel mooi geweest. Tegen 19.30 uur komen we in Dömitz aan, we meren af aan splinternieuwe steigers. Onder palmbomen! Deze locatie moet een soort recreatiepark worden en is volop unter Konstruktion. Als we bellen met de havenmeester (zijn nummer staat op een bord aan de kant) horen we dat hij morgen het tientje liggeld komt incasseren. Het zonnetje ebt weg in de schemering, de palmbomen wuiven, we klikken
Rathenow
Brandenburg Plauer See 0
15
30 km
0
7,5
15 zeemijl
van de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern. De stad heeft een prachtig gerestaureerd oud centrum, met als imposante middelpunt het Schweriner Schloss. Op deze plek, een eilandje midden in de stad, stond al in de tiende eeuw een kasteel; de stad is later om het eiland heen gebouwd. Het huidige slot is in de negentiende eeuw gebouwd naar het voorbeeld van de Franse kastelen langs de Loire. Schwerin is een Oranjestad: de Nederlandse prins-gemaal Hendrik komt hier vandaan. Hertog Heinrich von MecklenburgSchwerin, zoals zijn officiële naam luidde, werd in 1876 geboren in het Schweriner Schloss, dat nu deels als museum is ingericht. Daar trouwde hij op 7 februari 1901 met Wilhelmina, die later Koningin der Nederlanden zou worden. Het gigantische kasteel telt 635 kamers, het als museum ingerichte deel (ook het parlement van Mecklenburg-Vorpommern zetelt hier) toont hoe de pronkzalen en woonkamers van de toenmalige bewoners, de hertogen van Schwerin, eruit hebben gezien. Meer info: ANWB Reisgids ‘Gouden Serie’ Oost-Duitsland-Harz 3 WATERKAMPIOEN#21 2005 | 41
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd
4
24-10-2005
18:56:21
VAARTOCHT BUITENLAND weer een paar kilometer verder krabben we ons op het achterhoofd bij de eerste automatisch bediende Schleusse. Met de gebruiksaanwijzing binnen handbereik – een bord op de kant – levert dat echter geen problemen op (zie kader Vaarpraktisch).
1
Zwaluwen scheren over het water, gele lelies en blauwe lupines wuiven ons tegemoet. De derde sluis van vandaag is die van Neu Kaliß. De vriendelijke sluiswachter roept dat hij voor ons wel even met de volgende sluis belt, zodat de deuren al voor ons open staan als we aankomen. En op Schleuse Maliß belt de Meister even met het volgende kunstwerk. Dat is nog eens service. Sluis Eldena passeren we rond 18 uur. In tegenstelling tot de andere is de tweede deur van deze sluis een schuif die recht omhoog wordt getrokken. De vrouwelijke sluiswachter waarschuwt ons voor het mastje, dat we voor de zekerheid maar even strijken. Bij Schleusse Gürritz treffen we opnieuw een vrouwelijke sluiswachter die in tegenstelling tot haar collega’s even een gezellig praatje komt maken. Ze heeft ook een tip voor een overnachting (‘De volgende sluis bereiken jullie toch niet meer op tijd’): Wasserwanderplatz Eldekrug, met twaalf ligplaatsen. ‘Dan ligt u mooi in de natuur.’ En dat klopt. Achter de lange steiger ligt een groot terras, een klein
speeltuintje en een kroeg annex bistro. Het interieur lijkt bij elkaar te worden gehouden door een fraaie collectie kriskras aan de muur geschroefde emaillen borden met een grote verscheidenheid aan teksten. Een handvol Duitsers staart gebiologeerd naar het nationale vrouwenvoetbalteam op de televisie. Het eten smaakt prima. Aan het eind van de avond schuift kroegbaas Berthold Körner bij – z’n Kneipe is dan al verlaten. Hij trakteert ons op een biertje. ‘Vóór de Wende was het hier nog een goedlopende kroeg. Mensen hadden toen nog geen televisie en zochten hun vertier buiten. Daarna is het allemaal minder geworden.’ Körner probeert zijn kroeg al 5 jaar te verkopen, maar niemand ziet daar heil in. Z’n kinderen willen de zaak niet overnemen en gelijk hebben ze, vindt-ie. We bestellen nog snel broodjes bij ’m voor de volgende ochtend en om half 12 vertrekken we naar de boot die op 2 minuten afstand ligt. Na een afzakkertje duiken we onder de wol. ’s Morgens staat kroegbaas Berthold Körner al vroeg op de steiger met de nog warme broodjes. In het dorpje Grabow (prachtige vakwerkhuizen!) meren we af aan de kade in het centrum voor een fietstocht naar Schloß Ludwiglust, in de gelijknamige plaats. Het kasteel staat tijdens ons bezoek bijna volledig in de steigers voor een grote renovatie. Binnen vergapen we ons aan de barokke kamers en na een wandeling door de kasteeltuinen (Engelse stijl) zijn we toe aan koffie met gebak.
De blauwe hendel zet het De rode is de noodstop...
3 1& 2 De borden op de oevers laten aan duidelijkheid niets te wensen over. 3
Veel sluizen worden bediend door vrouwen. Hou je vooral aan de regels, anders volgt onherroepelijk een reprimande.
4
Bij Wasserwanderplatz Eldekrug treffen we een kroeg annex bistro. Kroegbaas Berthold Körner probeert zijn kroeg al 5 jaar te verkopen, maar niemand ziet daar heil in.
42 | WATERKAMPIOEN#21 2005
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd 5
20-10-2005 15:28:01
Terug in Grabow brengen we de diesel van de Tijgerhaai tot leven. Maar niet voor lang: vlak voor Neustadt-Glewe merken we dat de motor begint te haperen. De biodiesel weekt alle aangekoekte vuil in de brandstoftank los en van tijd tot tijd moeten we nog steeds filters vervangen. Na een kwartier kunnen we al weer verder met een schoon groffilter. Om 19 uur ’s avonds draait onze laatste sluis, in Bankow. De vriendelijke sluismeester haalt meteen zijn dochter uit huis omdat hij zelf ‘kein Englisch spricht’ maar ook geen enkele poging doet ons Duits te beantwoorden. Dochter Bankow legt uit dat we de sluis niet eerder mogen uitvaren dan nadat Pa Bankow Het Teken geeft – hij moet namelijk ook nog de ophaalbrug bedienen, 30 meter verderop. ‘Vroeger was daar een aparte brugwachter voor, nu moet hij het allemaal in z’n eentje doen.’ Ze kijkt er zorgelijk bij. Na Het Teken nemen we hartelijk afscheid; we krijgen nog snel een handgeschreven lijstje met openingstijden voor de brug bij Plate. Net buiten Bankow meren we aan bij een kademuur waar we in het ‘wild’ kunnen liggen, met uitzicht op een manege. Terwijl GP het eten klaarmaakt, vervangt DW ook nog het fijnfilter. Een uur later zitten we tevreden aan de macaroni. De volgende morgen vertrekken we net iets te laat en missen de brug in Plate op een kwartiertje. We bezoeken het dorpje per vouwfiets. We maken foto’s bij het oude treinstationnetje, bezoeken de begraafplaats, fietsen langs het kanaal. En we zijn ruim op tijd terug. Op naar Schwerin, hoofdstad van
Mecklenburg-Vorpommern. We verlaten de Muritz-Elde-Wasserstrasse, gaan bakboorduit over het – saaie – Störkanaal en als we de Schweriner See opvaren, zijn we onder de indruk van het weidse uitzicht. Het meer is na de Bodensee het grootste van Duitsland. Eindelijk wat anders dan smal water, met aan weerszijden bomen, riet en gras. We zetten koers richting de twee eilandjes Ziegelwerder en Kaninchenwerder. Het laatste eiland heeft een afmeeraangelegenheid met leuke plekjes voor een picknick. Een half uur later varen we bij Schloss Schwerin, een prachtig kasteel op een eilandje vlak voor de stad. Een deel van het kasteel is ingepakt voor werkzaamheden aan de gevels, maar we willen koste wat kost foto’s maken, met de Tijgerhaai op de voorgrond – onze huisfotograaf is inmiddels weer terug naar Den Haag en we willen ’m laten knarsetanden
2
schutproces in werking. VOUWFIETSROUTE Een mooie fietstocht is die van Grabow naar Slot Ludwigslust. Grabow wordt wel de Bonte stad aan de Elde genoemd, vooral door de grote afwisseling van de gebouwen in het centrum. Met name de vakwerkhuizen uit de achttiende eeuw zijn het bekijken waard en dat geldt ook voor het in barokstijl opgetrokken Stadhuis op de Marktplaats (markt op dinsdag). Voor onze tocht naar Ludwigslust bestelden we in Nederland kaarten via internet bij de Fiets Vakantiewinkel in Woerden: de Radtourenkarte Ostseeküste Mecklenburg. Schaal 1:150.000 – niet heel erg gedetailleerd dus. We fietsen door prachtig natuurschoon en vooral veel bossen. De afstand tot Ludwigslust is ongeveer 8 kilometer, prima te doen met onze vouwfietsen: een DiBlasi met vijf versnellingen en een Multicycle met (automatisch geschakelde) drieversnellingsnaaf. Rond het slot in Ludwigslust is het ook prachtig fietsen door het schitterende park dat in Engelse stijl is aangelegd. 4 WATERKAMPIOEN#21 2005 | 43
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd 6
25-10-2005 15:00:33
VAARTOCHT BUITENLAND om wat-ie gemist heeft. Na onze fotosessie meren we af bij de Schweriner Segler Verein, pal achter de enige Nederlandse boot in de hele haven. Eindelijk: een toerist! Na de lunch aan boord vertrekken we op de vouwfietsen naar het provinciehuis annex museum. Daarna verkennen we de stad per bus; de sightseeing (9 euro per persoon) gebruiken we om een paar plekken uit te kiezen waar we met de vouwfiets heen kunnen. We verbazen ons over het contrast tussen heden en verleden. In een en dezelfde straat zien we tot in de puntjes gerestaureerde gebouwen naast vervallen krotten, met ingegooide ramen, scheefhangende deuren en kippengaas dat het stucwerk moet vasthouden. Je kunt je maar moeilijk voorstellen dat Schwerin 20 jaar terug uitsluitend zulke gebouwen kende. ’s Avonds eten we – op aanraden van locals – in het Kartoffelhaus, met inderdaad een keuze uit op duizend manieren bereidde aardappels als bijgerecht. De volgende morgen moeten we alweer weg, naar Parchim, om de boot over te dragen aan de volgende ploeg. Jammer, want in Schwerin kun je beslist een week liggen zonder je te vervelen. Bij de havenmeester rekenen we 10 euro liggeld af en op de steiger maken we nog een praatje met onze Nederlandse buurman, een pensionado uit Deventer. Meneer Driessen was al een paar keer eerder in dit deel van Duitsland, ook vlak na de Wende. Waarom voormalig Oost-Duitsland? Hij kijkt ons verbaasd aan. ‘De rust, het ongerepte!
Het is hier prachtig, de mensen zijn hier nog vriendelijk en uiteten kost een schijntje. Je bestelt hier voor 8 euro een schnitzel zo groot als een Perzisch tapijt!’
1
De Muritz-Elde-Wasserstrasse lijkt in niets op een kanaal. Het doet een beetje denken aan de Linge. Maar dan met een verval van 49 meter.
2
Bratwürste mogen natuurlijk niet ontbreken tijdens een reis door Duitsland.
4
‘Voor 8 euro krijg je hier een schnitzel zo groot als een Perzisch tapijt!’ VAARPRAKTISCH Op het traject van Plaue naar Parchim kom je geen ingewikkelde zaken tegen. De sluizen stellen niet veel voor. Het verval valt mee (tussen 2 en 6 meter) en vaak lig je alleen in de kolk, waardoor je (handig!) op de middenbolder kunt afmeren, met de motor net in z’n werk. Als de havenmeester dat tenminste ook goed vindt. Waar je wel rekening mee moet houden zijn de schuine wanden in sommige sluizen, zoals bij Rathenow. Handig zijn dan stootwillen die je voor de helft vult met zand of water, zodat je ze tot op de kimmen van je schip kunt laten zakken. Aanmeren kan dan zonder lakschade. Sommige andere sluizen, zoals bij Havelberg, zijn voorzien van damwandprofiel waardoor je stootwillen in de ‘nissen’ kunnen verdwijnen. Een handigheidje daarvoor: wrijfhouten, die je ook zelf kunt maken van planken, eventueel met een laag vloerbedekking aan de bootzijde om de lak te beschermen. Op de Muritz-Elde-Wasserstrasse kom je verschillende sluizen tegen die je zelf moet bedienen. Niet met ellenbogenstoom, maar
door het bedienen van de hydrauliek. Klinkt ingewikkelder dan het is en de gebruiksaanwijzing staat op borden (of zelfs lichtkranten) aan de wal en in de sluiskolk: met een blauwe hendel bij de remmingen zet je het schutproces in werking. Na verloop van tijd openen de deuren, je vaart naar binnen en bedient opnieuw een blauwe hendel. Maar niet eerder dan dat de laatste boot de sluiskolk is binnengevaren en heeft vastgemaakt – ook dat wordt met grote borden aangegeven. Binnen zie je ook een rode hendel: de noodstop. Voor de lol uitproberen is er niet bij: de sluis raakt gestremd en gaat pas weer in werking nadat een onderhoudsploeg is langs geweest. Misbuik wordt gestraft. Varen op de Elbe stelt vaartechnisch niet heel veel voor. Weinig scheepvaart, weinig golfslag. Maar let op: de Elbe is een regenrivier. Bij langere perioden van droogte heb je dus maar weinig water om op te varen. Voor de Tijgerhaai-tocht hebben we zelfs een beetje moeten schuiven om op de Elbe voldoende water onder de kiel te hebben. Informatie hierover vind je op www.elwis.de.
44 | WATERKAMPIOEN#21 2005
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd 7
20-10-2005 15:35:42
PPE 4: A T E N E K E W OVER T WEHE IM NAAR RHEINSBERG VAN PARC
1 WATERKAMPIOEN#21 2005 | 45
ANWW0521-038-Tijgerhaai.indd 8
20-10-2005 15:43:01