Reisverslag Vaartocht naar de Bourgogne 2010: Vaartocht naar Bourgogne
Dit jaar spreken we terug af met Jacques en Marie-Claire om samen naar Canal de Bourgogne te varen, het Bourgondisch Complot van Michiel Hendrickx , (VRT uitzending) achterna. Na de VVW Toervaartreunie die we dit jaar bij VVW Flandria in Brugge organiseren, en die weeral een succes was, met 124 deelnemers , met heel wat toeristische uitstappen in Brugge, plannen we om na afloop van dit evenement aanstonds vanuit Brugge te vertrekken, om zo begin augustus terug thuis te geraken.We gaan ook trachten op regelmatige basis dit reisverslag gedurende onze vaartocht op de web-site te zetten, zodat men op het thuisfront het relaas van de vaartocht kan volgen.
Maandag 17 mei: Brugge – Portus Ganda Gent Na dat we alles hebben opgeruimd op de Toervaart in Brugge, vertrekken we tegen de middag voor onze eerste vaardag van de Bourgogne vaartocht naar Portus Ganda in Gent. Jacques en Marie-Claire zijn daar nog nooit geweest, en voor hen was het een openbaring om via de tolhuissluis naar hartje Gent te varen. Daarmee konden wij ook nog eens de havenmeester Carlos gaan dag zeggen en al enkele afspraken maken voor de vaartocht die we met VVW organiseren in september naar Portus Ganda. Dinsdag 18 mei: Gent - Antoing Van Gent gaat het verder tot Antoing. Het is vandaag rustig varen op de Boven Schelde. Er is weinig beroepsvaart te bespeuren, en de sluizen nemen gaat zeer vlot. Aan de sluis in Herinnes roepen we de sluis op om ons te melden en een vaarvergunning voor Wallonië aan te vragen. We geven de namen van de boten door met vertrek haven en eind bestemming Givet. In hun computer was Condacum blijkbaar nog bekend van onze vaartocht vorig jaar. Onze NL vrienden van Pescado echter niet, maar ze vonden wel een Pescado met een Waalse eigenaar. De vergunningen werden snel afgedrukt. Als Jacques op het einde van het schutten de papieren gaat ophalen hebben ze blijkbaar voor de gemakkelijkheid de gegevens van de Waalse Pescado gebruikt. Prompt varen we ineens met een Waals jacht i.p.v. Nederlandse vaargezellen. Op het verdere traject tot Givet werd er toch nooit meer gevraagd naar die papieren. Na 8 uur varen meren we af in de kom van Antoing. Woensdag 19 mei: Antoing - Mons Niet tegenstaande de ijsheiligen voorbij zijn heeft het vannacht flink gevroren. Op het dak van de boot ligt een dun laagje ijs. Maar het belooft terug een zonnige dag te worden. Als we van Antoing de bocht om draaien naar de sluizen van Peronnes, is de rust van de vorige dagen ver te zoeken. Het ligt er vol van de beroepsschepen die de schutting afwachten. We krijgen via de marifoon te horen dat we de 5e schutting krijgen. Na 4 uur wachten geraken we toch op het kanaal Nimy-Blaton, en meren rond 17u in de Grand Large in de jachthaven van Mons. Twee vriendelijke havenmeesteresjes staan ons op te wachten om onze touwen aan te nemen. (Liggeld in Mons: 13€.)
Havenkantoor Mons Donderdag 20 mei: Mons - Marchienne au Pont. Met een stralende hemel gooien we om 8u de trossen los in Mons. Als we rond 10 uur de lift van Thieu oproepen om ons te melden voor het schutten, krijgen we te horen dat dit kan, om 11u45 samen met een passagiersschip. De twee bakken zijn deze keer in bedrijf , het is dus wachten geblazen. Een uur later is een van de bakken terug beneden en kunnen we gelukkig met een 64m vrachtschip zonder problemen mee naar boven. Verder gaat het terug zeer vlot, en meren we om 16u30 af in ons zeer goed gekende Marchienne au Pont. Hier kunnen we het uiteraard niet laten om bij de Griek, Restaurant Creta een flinke schapenbout te gaan verorberen.
Bij de Griek !!!!.
Vrijdag 21 mei: Marchienne - Profondeville, (Sluis Rivieres) Vandaag wilden we in eerste instantie Namur halen, maar besluiten om verder te varen tot de sluis van Rivieres, daar we morgen zaterdag in Heer-Agimont aan de Franse grens wilden zijn om er te kunnen bunkeren. Na een lange vaardag van 10u45 meren we voor sluiting af boven de sluis van Rivieres. We liggen hier in een rustig groen kader. Voor ons zit er wel een gek die daar de ganse nacht staat te vissen.
Zaterdag 22 mei: Rivieres - Givet. We willen vandaag vroeg van start gaan, om tijdig in Heer-Agimont te geraken. Er passeert echter om 7u30 een vrachtschip in de opvaart, zodat we wachten tot 8u15 alvorens achter hem aan te varen. Zoals gisteren gaat het schutten op de Maas heel vlotjes met zeer vriendelijke sluiswachters. Rond 14u zijn we het tankstation van de superette in Heer-Agimont. Het valt hier echter tegen. Men is er gestopt met het leveren van brandstof gezien de geringe omzet van de laatste jaren. Er zit niets anders op dan door te varen en verder in Frankrijk een bunkerstation op te zoeken. Om 15u meren we af in de jachthaven van Givet. We zitten hier gezellig onder een blakende zon in de kuip voor onze eerste dag als God in Frankrijk. Er is hier ook nog geen havenmeester te bespeuren, zodat we van nacht gratis kunnen overnachten.
Zondag 23 mei: Givet - Laifour Vandaag plannen we om tot Revin te varen. Om 9u gaan de automatische sluizen in werking, zodoende gooien we om 8u45 de trossen los
in Givet. In het automatisme van de sluizen in Frankrijk schieten we snel op. Na twee uur varen leggen we even aan in Vireux – Wallerant, om onze drinkwatertank bij te vullen. Na een week onder weg is dit wel dringend nodig. Als we om 15u30 Revin binnen lopen is er zoals twee jaar geleden weer geen enkel plaatsje vrij in de jachthaven. Noodgedwongen varen we dan maar een uurtje verder tot Laifour. Hier liggen er ook al vier jachten afgemeerd, zodat we dan maar met de kop in de wal gaan liggen, laten onze sputpaal zakken en maken achteraan vast aan nog een vrije bolder. Pescado komt langszij liggen, en we liggen weer zeer rustig in de groene natuur.
onderweg naarLaifour. Maandag 24 mei:
Laifour – Charleville – Mezieres.
Vandaag is het terug prachtig weer. Bij het vertrek in Laifour zijn er ons twee andere NL jachten voor. D vijfde sluis van vandaag, juist voor Charleville, weigeren de sluisdeuren achter ons dicht te gaan. Via de intercom roepen we de hulp in van VNF. Een kwartiertje later een juffrouwtje van VNF hulp bieden. In de jachthaven van Charleville hebben we nog plaats aan de steigers buiten de camping onder de bomen in de koele schaduw, wat leuk is voor onze hond trixi. In de havenkom zelf is het snik heet in de blakende zon. Jacques verjaart, hij wordt vandaag 70
jaar, en dat vieren we met een etentje in de Cote à l’os, een restaurantje in de bovenstad.
op de steiger in Charleville. Dinsdag 25 mei: Charleville – Mouzon. Op ons vaarschema staat vandaag Mouzon als eindbestemming. Normaal is dit 6 uur varen wanneer alles in de sluizen vlot verloopt. In 3 van de 8 sluizen die we moeten nemen krijgen we oponthoud. Voor de tweede sluis laten we een stomme Engelsman voorgaan, die twee maal op de afstandsbediening drukt, en zodoende de sluis voor onze neus blokkeert. Twee sluizen verder gaan de benedenste deuren niet toe als we in de sluis liggen. We roepen terug de hulp in van VNF. Die laten echter op zich wachten. Na wat heen en weer geloop krijg ik toch het idee om met een stofvod het detectie oog voor de sluisdeur schoon te maken, en hoera, de sluisdeuren zetten zich in werking. Bij de voorlaatste sluis van vandaag gaan de deuren weer niet open, en moet er een man van VNF terug ingrijpen. Na 8 uur vaartijd meren we dan toch af op onze geplande afmeerplaats in de “halte fluvial” van Mouzon. Het warme weer van de laatste week kon zo niet blijven duren, eens afgemeerd barst er een onweer los, die verkoeling brengt in de avond. Woensdag 26 mei: Mouzon – Dun sur Meuse. Deze morgen is het onweer nog niet voorbij. Het regent nog fel als we om 8u15 vertrekken
om tegen 9 uur aan de eerst volgende sluis te kunnen schutten. Voor de rest verloopt de tocht zeer vlot. 500m voor we afmeren in Dun kunnen we ook nog onze brandstoftank opvullen aan de kaaimuur van de jachten verhuurmaatschappij Meuse Nautic, waar we aan een voordelig tarief kunnen tanken. belangrijk om te weten is dat na Namen dit de enige tankmogelijkheid is aan de wal, die we tegen kwamen. We kunnen nu terug een heel eind verder varen.
Donderdag 27 mei: Dun – Verdun. Vandaag hebben we een lange trip met 9 sluizen gepland van Dun tot Verdun. We gaan dan ook aanstonds van start om 8u30, op het moment dat de sluizen in werking treden. Het automatisch is echter gedaan na een schutting, en van af nu gaat er een sluiswachter met ons mee om de sluizen tot Verdun te bedienen. Men kondigde ook aan dat er in Frankrijk vandaag een dag van staking zou zijn, maar daar hebben we echter niets van gemerkt. In sluis 24 van Consenvoi hebben we een sluis met schuine wanden zoals op de Yonne. Vroeger was dat wel een probleem om hier zonder problemen of scharren aan de boot door te komen. Maar nu heeft VNF hier een vlottende steiger geplaatst in de sluis zelf, zodat we comfortabel kunnen opschutten. Om 16u vonden we ligplaats aan de steigers in midden van
stad. Hier blijven we een eerste keer een dag liggen om de nodige boodschappen te doen, om onze koelkast broodnodig terug aan te vullen.
In de sluis van Consenvoi.
Zaterdag 29 mei:
Verdun.
Verdun – St Mihiel
Het regenweer van gisteren is overgewaait, en we hebben terug een blauwe hemel. Vandaag zaterdag draaien de sluizen maar van af 9u. Om half negen is er al een Engelse tjalk en een Hollander die blijkbaar het vuur aan hun schenen hebben, en al losgooien om als eerste in de
sluis te kunnen liggen. Tot onze verbazing ligt die Hollander dan twee uur later, en 4 sluizen verder op reeds aan de wal. Kwestie om er zeker van te zijn een goede ligplaats te kunnen vinden. Van Dun sur Meuse tot St Mihiel zijn de sluizen niet automatisch maar handbediend. Tot 1 juni is het her nog laag seizoen, en zijn deze sluizen nog niet bemand. We krijgen dus een mobiele ploeg mee die er voor zorgt dat elke sluis bij onze aankomst openstaat. We kunnen telkens aanstonds binnenvaren, waardoor we aardig snel opschieten. Aan de steiger in St Mihiel is er zoals gewoonlijk praktisch geen plaats vrij. Pescado vindt nog juist een plaatsje van 9m. Ik meer dan maar af langszij de Engelse tjalk, die voor ons vertrokken was in Verdun. We liggen nog maar pas vast als er een geladen vrachtschip in de afvaart passeert. Gelukkig kwamen we die niet tegen in het smalle en ondiepe afleidingskanaal van 34 km tussen Verdun en St Mihiel. Het is het eerste beroepsschip dat we tot nu toe tegen kwamen in Frankrijk. Het leek wel een verloren gevaren spits. Zondag 30 mei: St Mihiel – Pagny sur Meuse. We moeten vandaag de laatste 10 sluizen van het Canal de l’Est nemen.Om 9uuur gooien we de trossen los, om 5 min later de sluis van St Mihiel in te varen. Deze 10 laatste sluizen zijn terug automatisch bediend, en gaan zeer vlot. Zonder enige hapering meren we om 15 uur af in de toffe “Halte Fluvial” van Pagny sur Meuse. Na 13 vaardagen en 90 sluizen liggen we op het hoogste punt van Canal de l’Est. Morgen gaat het in 14 km en 12 sluizen naar omlaag tot Toul.
Maandag 31 mei:
Pagny - Toul
In ons logboek noteren we vandaag onze 100e vaardag met onze Condacum. We zitten nu op een stukje “Canal de la Marne au Rhin”, in het departement Meurthe et Moselle . In minder dan 4 uur varen, meren we af in “Port fluvial municipal” van Toul. Onze eertse etappe van de Bourgogne reis zit er op. Vanaf hier gaan we zuidwaarts naar
“Canal des Vosges”, door de Vogezen, en verder de Saone af tot St Jean de Losnes. Recht over de jachthaven gaan we bij de locale wijnboer in zijn wijnkelder “les vins des Cotes de Toul” proeven, en vullen onze wijnvoorraad aan met wat flessen Rosé en Gris de Toul .
Dinsdag 1 juni: Toul – Richardménil Zoals gewoonlijk starten we terug om 9uur, wanneer de automatische sluizen in werking treden. Na twee sluizen varen we voorbij “Lorraine Nautic”, een boten verhuurbedrijf waar men ook diesel kan tanken. Hier ligt het vol met Engelse platbodems die allen onderweg zijn naar een reünie in Strasbourg. Het zal de volgende weken zeer druk worden op de waterweg naar deze stad. Wij gaan gelukkig de andere richting op . Na de volgende sluis komen we op La Moselle Canalisé, en gaan we stroomopwaarts door 3 grote sluizen tot Neuves Maisons. Tot boven deze sluis is er veel beroepsvaart met schepen tot 115m die over de Rijn en Moesel schroot vervoeren voor de staalfabriek van Neuves Maisons. Verder op komen we terecht in het groen kader van Canal des Vosges, terug met kleine sluizen . Om 14 uur meren we af in een zeer rustig plaatsje Richardménil
Woensdag 2 juni: Richardménil - Charmes. Vandaag willen we van Richardménil naar Charmes varen , een afstand van 30km met 15 automatische sluizen. Normaal doet men dit op een goeie 6 uur varen. Maar door heel wat oponthoud deden we er meer dan 9 uur over. Het traject is echter bijzonder mooi. Men vaart als het ware door een groene tunnel, en met wat zon is dit een heel mooi stukje vaarweg. Men vaart ook op het ritme van de sluizen.
Maar voor ons waren er twee zeiljachten vertrokken , een duitser en een zweed, die waarschijnlijk richting middelandse zee trekken. Zeilen zullen ze wel degelijk kennen, maar sluizen nemen is een ander paar mouwen. Onze matrozen zijn echter getreint om vlot de touwen rond de bolders te leggen. Met een pikhaak van boven op het dak gaat dat zeer vlug.
Maar de zeilers hielden ons bij elke sluis minstens 5 tot 10 minuten op. Na 10 sluizen kwamen ze ook tot de bevinding dat hun zendertjes om de sluizen in werking te stellen niet goed functioneerden . Daar zij geen woord frans spraken, vroegen ze via ons om aan VNF nieuwe zendertjes te bekomen. Op de koop toe waren er nog twee sluizen waarvan de deuren moeilijk sloten, en we dan ook de hulp van VNF moesten inroepen. De sluiswachter van VNF deed zijn beklag. Dit jaar zijn alle sluizen op dit traject vernieuwt, maar af en toe doen er zich nog wat problemen voor, kwestie van fijn afstelling van de installatie. Eens wat gerodeerd zou dit moeten verbeteren.
Een onverwrikbare sluisdeur.
Bij het binnenvaren van Charmes stond er een publiciteitspaneel van Hotel - Restuarant Dancourt langs de waterweg. Na zo een lange vaardag had mijn matroos geen goesting meer om veel te koken. Zijn dan maar voortreffelijk gaan eten in dat Restaurant. Morgen blijven we hier een dagje liggen om de stad te bezoeken. In Charme zelf is er naar ons gevoel weinig te beleven, de naam oogt beter dan het stadje zelf. We maken echter wel een fietstocht van 20 km in de omgeving via de 5 laatste sluizen voor Charmes, in de groene natuur en het golvend landschap.
Charmes .
Vrijdag 4 juni: Charmes - Epinal Gisteren hebben we onze afstandsbediening bij VNF ingeruild omdat we deze soms niet goed werkte . In tegenstelling tot eergisteren willen we nu als eerste van start gaan in de sluizen, gezien onze slechte ervaring met de zeilers. Voor 8 uur gaan we dan al op weg, en bij de eerste sluis staat er al een rood licht om aan te geven dat de sluis kan werken. Het is nog veel te vroeg voor pleziervaart, die maar mag varen van af 9 uur. We drukken maar eens de nieuwe afstandsbediening in om te zien wat er gebeurt, de sluis geeft rood groen licht en start het schutten. Dat is dus mooi mee genomen , meer dan een uur vroeger kunnen vertrekken. Een paar sluizen verder krijgen we echter van de sluiswachter de opmerking dat we veel te vroeg vertrokken zijn. Het blijkt dat wij een verkeerde afstandsbediening kregen, die bedoeld is voor beroepsschippers waarmee men van af 7 uur kunnen van start gaan. Om 11u30 varen we voorbij een mooi stadje Thaon les Vosges, dat we bij een volgende gelegenheid zeker zullen aandoen. In tegenstelling tot eergisteren hadden we geen enkel oponthoud, alle sluizen stonden gereed in de opvaart, en waren in een record tijd van 5u30 varen in de mooie jachthaven van Epinal. We liggen hier vlak naast een park, en met de fiets via het groene fietspad zijn we vlug in centrum van de stad. Morgen blijven we een dagje in Epinal, om boodschappen te doen, en het de ruïnes van de versterkte burcht te bezoeken.
Jachthaven Epinal.
Zondag 6 juni: Epinal – Void de Girancourt Om 8u30 vertrekken we in Epinal, om tegen 9 uur, zoals afgesproke, met VNF sluis 14 te nemen van de sluizentrap.
Onze planning is om tot Girancourt te gaan, 14 sluizen naar omhoog. Deze automatische sluizen gaan zo vlot, dat we om 12 uur boven sluis 1 van Girancourt komen. We besluiten dan maar om nog een eindje verder te gaan in de afvaart. Pescado weet een goed ligplaatsje voorbij Void de Girancourt beneden sluis 8, waar zij op een vorige vaartocht zijn gestopt. Om 15u30 meren we af in dit rustig plaatsje, in het midden van het bos, “Foret d’Arieres”. We liggen hier in de vrije natuur, vinden zelf een vogelnestje in een telefoonbakje aan de sluis. We liggen nog maar pas vast als het dreigende onweer van de laatste uren losbarst. We namen vandaag 22 sluizen in 7 vaaruren. Maandag 7 juni: Void de Girencourt - Bains les Bains (Sluis 29) Als we deze morgen willen van start gaan, ligt er voor 9 uur al een jacht in sluis 9 die ons te snel af was. De sluis gaat echter in dubbel rood, d.w.z. alarm. Er moet dan maar gewacht worden op de sluiswachter die na 9 uur komt opdagen. De sluis is in alarm gegaan om dat er ten gevolge van het felle onweer te veel water staat in het rak tussen sluis 8 & 9. Na een half uurtje wachten kunnen we dan toch vertrekken. Naar Fontenoy le Chateau zijn er 27 sluizen. Alhoewel het schutten zeer vlot gaat tegen 4 sluizen per uur, is dit toch wat te veel in een dag. Na 20 sluizen houden we dan maar halt voor sluis 29. We liggen op 4 km van Bains les Bains, een stadje met een mooi klinkende naam. We halen de fietsen uit, om een kijkje te gaan
nemen. Buiten de mooi klinkende naam is er weinig te beleven in Bains les Bains, een thermen stadje die zijn beste tijden heeft gekend. We hebben dan toch van bij de bakker een vers brood mee voor morgen vroeg.
In Bains les Bains vinden we
een vogelnestje in een oud telelefoonkastje. Dinsdag 8 juni: Sluis 29 – Pont du Bois voor sluis 29. Vandaag staat Fontenoy le Chateau op het programma. Dat is maar 6 sluizen ver over een afstand van 6 km. Het schutten gaat weer zeer vlot, met om de 15min een sluis. Na 2 uur varen meren we af bij het verhuurbedrijf “Le Boat”. Na het middagmaal bezoeken we het stadje.
Fontenoy le Chateau. Fontenoy is het stadje met de vele spreuken die er her en der te lezen zijn op alle hoeken van de straten. Twee spreuken vond ik persoonlijk zeer knap en toepasselijk op de schippers en hun matrozen. Voor de schippers: Les navigateurs sont l’inverse des camamberts. Ceux qui ne coulent pas sont les meilleurs. Olivier de Kersauson. Voor onze matrozen: Quand j’etais jeune J’avais un visage lisse et une robe plissée
Maintenant C’est l’inverse.
Francoise Rosay.
We zijn echter vlug uitgekeken in dit stadje, en varen dan maar 4 sluizen verder, naar een rustig plaatsje dat Pescado op zijn vaarkaart had aangeduid. In Pont du Bois, juist voor sluis 39 brengen we de nacht door.
Op weg naar Pont du Bois. Woensdag 9 juni: Pont du Bois – Corre. We zitten vandaag onze laatste dag op het Canal des Vosges. Ook wel het Canal de l’Est Branche Sud genoemd. Typisch op dit kanaal zijn ook de vele sluizen waarvan de zijwanden in de sluis begroeit zijn. Het is als het ware een kruidentuin op deze sluiswanden. Door het niet drukke scheepvaartverkeer buiten het hoogseizoen, en door dat de sluiskolken van al deze sluizen, in rust stand leeg staan, kan het onkruid welig tieren op deze wanden.
Na 7 sluizen en 3 uur varen meren we af aan de steigers van de Halte Fluvial in Corre. De laatste sluis nr. 45 sluis Corre, is ook de 200e sluis die we nemen van bij ons vertrek uit Brugge. Van Epinal tot Corre zaten we 4 dagen in de groene natuur, ver verwijderd van de bewoonde wereld. We gaan deze namiddag dan ook in de nabij gelegen Eco Marché onze lege koelkast terug aanvullen. Beneden de volgende sluis 200m verder op, ligt de grote Marina van Corre, waar we terug een internet verbinding vinden “Wifi-stop” , en we zodoende het verslag op de web-site kunnen aanvullen.
Halte Fluvial Corre.
Donderdag 10 juni: Corre – Port sur Saone We verlaten het kleine kanaal met de vele sluizen, en komen op een brede prachtige rivier de Saone. De groene rivier met merkelijk minder sluizen, en gemakkelijk om te bevaren. Van Corre tot Port sur Saone, een afstand van 45 km hebben we maar 5 sluizen. Na 4.50 uur varen meren we af in Port sur Saone, een oud schippersstadje. We doen een wandeling naar het stadscentrum om de gevel te bezoeken met muurschildering van zeer bekende personaliteiten.
Bekende figuren.
Hier de populairste figuren !!!. Vrijdag 11 juni: Port sur Saone – Port de Savayeux. We vertrekken zoals gewoonlijk om 9 uur, en willen vandaag 8 sluizen verder tot Ray-sur Saone varen. De vaart gaat bijzonder snel, zonder enig oponthoud aan de sluizen en we meren na 3u30 varen af aan vaste pontonnetjes onder de kerktoren en een imposante burcht van waaruit je een totaal overzicht hebt over de Saone vallei. We trekken er op uit om dit mooie stadje en zijn burcht te bezoeken. Als we om 17 uur terug aan de boot zijn, is het waterpeil van de Saone met een halve meter gestegen, en dreigt de pontons te overspoelen. De laatste dagen hebben we zeer warm weer, maar ’s nachts telkens gevolgd door een fel onweer. De waterstand op de rivier is bijgevolg zeer hoog. Ik en mijn matroos zijn er dus niet gerust in, gezien onze ervaring op stromend water van de Donau, en besluiten dan maar om de nacht te gaan doorbrengen in de eerst volgende jachthaven van Port de Savayeux, 1 sluis en 10km verder stroomafwaarts.
Onderweg naar Ray sur Saone.
Zaterdag 12 juni: Port Sovayeux – Arc les Gray In Port de Sovayeux hadden we terug een uitstekende internet verbinding, zodat we van op de boot al onze achterstallige e-mails konden beantwoorden. Vandaag willen we verder gaan tot Gray en Mantoche. Tot Gray is het 26km met 4 sluizen. Door het vele water op de Saone gingen we zeer snel stroomafwaarts. Op sommige ogenblikken hadden we een snelheid van meer dan 15km/u. We waanden ons zo waar terug op der Schönen blauwe Donau, maar enkel wat minder breed vaarwater. In Gray zelf was het onmogelijk om af te meren. Het water stond er meer dan 1m boven de kaaimuur. Een vijftal jachten lagen daar sinds gisteren door de hoge waterstand, gestrand op deze kaaimuur. Iets verder voor de brug is er een zeer hoge muur waar we even halt konden houden om het nodig proviand in te slaan om het week-end door te komen. Na het winkelen beslissen we maar voor de veiligheid, om verder te varen tot de volgende jachthaven met vlottende steigers. We vinden gelukkig 2 km verder stroomafwaarts, in Arc Les Gray , nog twee vrije ligplaatsen aan een zeer goede vlottende steiger . De ligplaats ligt wel ongelukkig in een bocht, dwars over de stroming, en met de stroming die we vandaag mee maken, is dit wel geen sinecure. Tegen stroom in, en op volle kracht schieten we de vrije box in. Alles moet zeer snel gaan, en met enige hulp van op de wal lukt dat dan wel. We kunnen hier verder veilig overnachten. Na het avondeten merken we ook dat de stroming een heel pak is afgenomen. Waarschijnlijk zal de stroming morgen terug normaal zijn.
Gray.
Te veel water , in Gray.
Ponton in Arc les Gray. Zondag 13 juni: Arc les Gray – Auxonne. Vandaag zijn er verkiezingen voor de federale regering in België. Daar het voor ons onmogelijk is om onze belangrijke !!!. stem uit te brengen, lappen we deze maar aan onze laars. Om 8 uur , vroeg in de morgen zijn we al de pist in, om zeker tegen 9 uur aan de eerst volgende sluis te zijn. Na een halfuurtje passeren we in Mantoche. Zoals we gisteren al vreesden is er hier geen mogelijkheid om aan de kant te komen. Het water staat hier ook nog bijna een meter boven de kaaimuur. We moeten noodgedwongen dit mooi plaatsje links laten liggen. We varen dan maar door tot de stad Auxonne, waar we gemakkelijk kunnen afmeren aan de vlottende stadssteigers. Op zondag lijkt dit stadje echter doods en uitgestorven.
Mantoche.
Ponton in Auxonne. Maandag 14 juni: Auxonne – Canal de Bourgogne sluis 69. We verlaten vandaag de Saone. Om juist te zijn is dit “La petite Saone”, die van Corre tot St Jean de Losne loopt. Hierna gaat de rivier over in “La Saone”, die verder via Chalon, Macon tot Lyon gaat, waar ze uitmond in de Rhone.. Om 11 uur stoppen we even aan het bunkerstation van St Jean de Losne, om te bunkeren. Het is deze morgen grijs weer, en het regende , zodat we geen bezoekje wilden brengen aan het stadje. Om 11u30 beginnen we dan aan het beroemde “Canal de Bourgogne”. De Franse beroepsschippers zouden zeggen: “On attaque le Canal de Bourgogne”.
"Attaque du Canal de Bourgogne." . Na 5 weken varen beginnen we er aan !!. Canal de Bourgogne:
Dit kanaal loopt van St Jean de Losne via Dijon tot Laroche Migennes, is 242 km lang en verbind de Saone met de Seine. Om dit te realiseren moet men 76 sluizen naar omhoog tot Pouilly en Auxois. Op dat hoogste punt loopt het kanaal door een tunnel van 3,333km, om dan met 113 sluizen af te zakken naar Laroche Migennes, en daar uit te monden in de Yonne. Van de Yonne vaart men verder af tot Joigny naar de Seine . Na 8 sluizen, vinden we boven sluis 69 een leuk plaatsje in Longecourt en Plaine, dat zelf een kasteel heeft uit de 12e eeuw, om te overnachten.
Afgemeerd boven sluis 69.
Privé kasteel van Longecourt. Dinsdag 15 juni: Sluis 69 – Dijon. Het stuk van St jean de Losne tot Dijon is wel een heel saai stuk van 29 km recht op recht kanaal met 22 sluizen. Om 9 uur staat de sluiswachter ons op te wachten aan sluis 68 om met ons mee te gaan. Volgens de sluiswachter zal het voor hem een zeer drukke dag worden, want vanuit St Jean de Losne zijn er ook 7 vrachtschepen op komst die met mosterdzaad naar boven komen tot sluis 65 aan het mosterdfabriek van Dijon. Verder op het kanaal zullen we waarschijnlijk geen vrachtschepen meer tegenkomen, op uitzondering van passagiersvaart , hotelboten . Om 14u30 meren we af in de jachthaven in het centrum van Dijon. We blijven hier een paar dagen liggen om de stad te bezoeken. In april zijn we met de wagen op verkenningstocht naar de Bourgogne geweest. In Dijon overnachten we toen in hotel Ibis, die een uitstekend grill restaurant hebben. We konden het niet laten om daar ook eens hun specialiteit te gaan eten, voor Jacques was dit een verrassing, want men serveert er in dit klasse restaurant “Pied de cochon” , de dames lusten dit niet, maar de mannen lieten zich de gegrilde varkenspoot goed smaken.
Middag rust in een sluis voor Dijon. "Van twaalf tot een , eet hier iedereen."
Met een regenscherm op wandel in Dijon !!.
Vrijdag 18 juni: Dijon – Fleurey sur Ouche. Op het ritme van de sluizen, 4 sluizen per uur, stoppen we na 13 sluizen, boven sluis 42 langs de waterkant in het dorpje Fleurey sur Ouche. Er is weinig te beleven, maar we vinden hier wel een “Free Hotspot” , en hebben we wonder wel een internetverbinding .
Voorbij Dijon volgt het kanaal de loop van het riviertje de Ouche, en slingert zich door een groene vallei. Van Dijon tot 5 sluizen verder, Plombieres , zijn er wel veel waterplanten, maar VNF is met een speciaal vaartuig, een soort grasmaaier, maar dan onder water, bezig met deze planten te verwijderen. Hogerop heeft men van die waterplanten geen last meer.
Zaterdag 19 juni: Fleurey sur Ouche – La Bussiere sur Ouche (boven sluis 26) Zoals gewoonlijk starten we om 9 uur, en gaan we verder naar omhoog. We leggen vandaag 18 km af met 16 sluizen. Om 15 uur meren we af boven sluis 26 in een zeer mooie omgeving, enkel de zon laat het nu al een week af weten. In La Bussiere sur Ouche heeft men l’Abbaye de La Bussiere, een oude abdij van Cisterciennen uit 1131. Actueel wordt deze site privé uitgebaat door een Engelse uitbater, en is het een super de luxe Abdij hotel en restaurant. Een 5 daags verblijf in dit luxueus oord kost dan ook tussen de 1400 à 2540€ . Het restaurant heeft een michelin ster, en een “Menu de degustation” kost er ook 110€ p.p. .
Abbay de la Bussiere.
Zondag 20juni: La Bussiere sur Ouche – Vandenesse en Auxois. Het is deze morgen nog wat frisser dan de voorbije dagen. De zon tracht er ook door te komen, maar de regenwolken hebben toch nog de bovenhand. We gaan vandaag 16 km verder naar Vandenesse en Auxois. Hiervoor klimmen we 17 sluizen naar omhoog. Van in sluis 19
zien we in de heuvels het mooie middeleeuws kasteel Chateauneuf liggen. Hier willen we zeker niet zonder stoppen voorbij varen. Morgen blijven we dan ook in “Le port de Vandenesse” een dagje liggen, om dat kasteel en zijn “site Mediaval” te bezoeken.
Port de Vandenesse. Maandag 21 juni: Vandenesse en Auxois. Zoals afgesproken met de sluiswachters blijven we in Vandenesse een dagje liggen. We gaan boodschappen doen in het groot warenhuis Shoppi van Créancy, dat is wel meer dan 4km verderop, met de fiets langs de sluizentrap en tot aan de tunnel naar Pouilly en Auxois. Op dit traject langs deze sluizen is het bijzonder mooi om te fietsen. De weersvoorspellingen geven vanaf vandaag ook beter weer, en na de middag komt de eindelijk terug te voorschijn. De zomer kan dan ook beginnen in de Bourgogne. We fietsen naar het nabijgelegen Middeleeuws kasteel Neufchateau boven op de berg. Jacques en Marie-Claire laten hun fietsen staan aan het begin van de klim. Tot hun grote verwondering zijn hun fietsen verdwenen als ze terug beneden komen. Hun hangslot is eenvoudigweg doorgeknipt en weg is hun fietsgerief.
Laatste fotoke met de fietsen van Pescado !!!!.
Kasteel Chateauneuf.
Dinsdag 22juni: Vandenesse en Auxois – Pouilly en Auxois. Deze morgen nemen we de laatste 8 sluizen bergop op het kanaal. Deze sluizentrap gaat zeer snel, want binnen het anderhalf uur liggen we voor de tunnel naar Pouilly. Deze tunnel is 3,333 km lang, en alvorens aan de doorvaart te beginnen controleert VNF de lichten van de boot, de zwemvesten, en we krijgen een nood VHF toestel mee voor in geval er zich problemen zouden voordoen tijdens de doorvaart. De doorvaart van de tunnel is geen enkel probleem, hij is mooi afgewerkt en zeer goed verlicht. Na een halfuurtje zijn we er dan ook door, en meren af in “Port de Pouilly”. Het uitzicht hier boven op de berg is eerder vlak, en minder mooi dan de haven van gisteren.
Doorvaart van Tunnel Pouilly.
Oude Toueur, elektrische boot die vroeger , van 1893 tot 1983 de schepen door de tunnel trok.
Port de Pouilly en Auxois. We zijn onder die berg in de achtergrond door gekomen. Donderdag 24 juni: Pouilly - --Als we deze morgen willen vertrekken horen we op de radio dat er een dag van Nationale staking is in Frankrijk. Op de radio is er een vervang programma, er rijden geen bussen, geen treinen, de leraren in de scholen staken, en wat dacht je, op de sluis is er geen enkele beweging, bij VNF staken ze dus ook. We blijven dus noodgedwongen een dagje liggen. Met de fiets trekken we er dan maar op uit . Langs het kanaal, over de berg via Créancy terug naar Vandenesse , waar we op de middag in het plaatselijk restaurantje kunnen lunchen.
Op de top van de berg boven de tunnel moest mijn fietsgezel toch even uitrusten !!!!.
Donderdag 24 juni: Pouilly – Pont Royal. Voor we vertrekken haal ik noch even met de fiets brood bij de bakker in het centrum van Pouilly . “Un grand pain” is hier wel degelijk heel groot.
Om 9 uur draaien ze voor ons de eerste sluis open van de 113 sluizen die ons naar de Yonne en Seine bekken gaan brengen. We doen vandaag een sluizentrap van 13 sluizen , met tussen sluis 12 en 13 een heel lang stuk van 13 km . Dit stuk is denkelijk wel het minst diepe gedeelte van het kanaal. We hebben nog 0.30m à 0.40m onder de boeg. VNF garandeert ons hier een diepgang van 1m65. We doen het dus maar kalmpjes aan, en om 13u30 meren we af in de rustige inham van Pont Royal. Om de fietsen boven te halen is het vandaag veel te warm, en er is weinig te ontdekken in de omgeving. ‘S avonds komt er nog een hotel boot en drie jachten bij , zodat het hier aardig vol komt te liggen.
De jachthaven van Pont Royal wordt verlicht met 11 verticale lichtzuilen opgezet door een locale kunstenaar.
Vrijdag 25 juni tot maandag 28 juni: Pont Royal naar Montbard Van pont Royal gaan we in drie dagen naar Montbard. Dat is 35km verder met 50 sluizen. Onderweg hebben we een sluizentrap van 34 sluizen gespreid over 12 km. We varen bij gevolg gedurende 3 dagen onder een verschroeiende zon van sluis tot sluis met een stop in Marigny le Cahouet en Pouillenay. In Montbard blijven we twee dagen liggen om het middeleeuws stadje Semur te bezoeken, van uit Monbard nemen we aan het station voor 3€ de bus, en staan 20 min later in Semur, en met de fiets gaan we naar de nabij gelegen abdij van Fontenay .
Afgemeerd voor de sluis van Pouillenay
Semur.
Abdij van Fontenay
Donderdag 1 juli: Montbard - Cry (sluis 73 ). Na 1u30 varen en 4 sluizen passeren we Buffon, en zijn we vlak bij “Les Grandes Forges de Buffon”. We stoppen hier tot na de middag, om dit beschermd monument uit de 18e eeuw, de oude grote smidse van Buffon te bezoeken.
Na de middag meren we 5 sluizen verder af in een rustige inham midden de natuur . Het is verschroeiend heet, en zoeken snel verkoeling onder de bomen.
Ligplaats in Cry.
Vrijdag 2 juli: Cry – Ancy le Franc. Na zeven sluizen stoppen we op de middag in Ancy le Franc. Om 15u. gaan we het kasteel van Ancy bezoeken. Een mooi renaissance kasteel gebouwd vanaf 1546, en pas in 1622 werd dit prachtig gebouw voltooid. Het is verder veel te warm om nog iets te doen. ’S avonds steken we de BBQ aan.
De BBQ smaakte heerlijk !!!.
En onze Trix luste ook wel een schapencoteletje !!!.
Zaterdag 3 juli: Ancy le Franc – Tanlay. Na 9 sluizen zijn we om 14u. in Tanlay. Men heeft hier ook een mooi kasteel, ditmaal volledig omwald. Buiten het kasteel is er in het stadje weinig te beleven. Om 15uur meert Lillo (Eddy Deroo van VYCA) ook achter ons af. Eddy is op 12 juni uit Antwerpen vertrokken, en loopt ons hier op. Tegen 26 juli moet hij terug thuis zijn om te gaan werken. Hij maakt
dan ook wel een pak meer vaaruren per dag. Op het terras van de golfclub wordt het een Belgisch onderonsje met Franse Pastis.
De Lillo van VYCA in de Bourgogne.
Zondag 4 juli: Tanlay – Tonnerre. Van Tanlay tot Tonnerre is het maar een kort stukje van 2u30 varen. Om 11u30 meren we af in een goed gelegen Port de Tonnerre vlak voor de Capitainerie, en belangrijk !!, in de schaduw onder de bomen. We blijven hier een dagje liggen om morgen de broodnodige boodschappen te doen , en de Fosse de Dionne te bezoeken.
De Fosse Dionne: De bron bestaat uit een ondergrondse rivier, met een ingewikkelde loop, die hier in een gestage , maar niet altijd gelijke stroom naar de oppervlakte komt. De bron intrigeerde onze voorouders , die haar goddelijk noemden, “divine”, vandaar de naam Dionne , volgens de overlevering was het bassin bodemloos. In feite heeft het de vorm van een schaal waarin we het begin ontwaren van een gang. Die is 2m50 hoog en 28 meter diep. De gang stuit dan op een vernauwing, waarna hij nog 360 meter doorloopt en een diepte bereikt van 61 meter. Door de grote diepte en de kracht van de stroom, draaikolken van klei en de vernauwingen is de bron een van de moeilijkste om te verkennen. De wasplaats zoals wij die vandaag zien werd gebouwd in 1758.
Dinsdag 6 juli: Tonnerre – St Florentin. Van Tonnerre tot St Florentin is het terug een langer stukje varen t.o.v. de vorige dagen. We nemen 11 sluizen in 6u30. Op de vaarkaarten zien we de “port de plaisance” aangeduid met alle faciliteiten, bij een verhuurbedrijf van huurboten. Maar onze verwachtingen vallen echter volledig tegen. In het kleine haventje liggen alle huurboten nog aan de pontons, en is er voor bezoekers geen plaatsje vrij. De klad in de verhuursector zit er blijkbaar wel fel in. Verleden jaar hadden zij een omzet van -30% t.o.v. de vorige jaren , en ze hebben nu nog eens -20% omzet verlies. We gaan dan maar afmeren vlak voor de sluis 108. We nemen onze fiets en gaan het stadje boven op de berg bezoeken. We ontdekken hier een zeer mooi kerkje. De kerk was gesloten, maar de sleutel om in de kerk te komen krijgen we eenvoudig mee vanuit “office de tourisme”. Morgen vertrekken we maar na de middag, want ik wil eerst in de locale internetcafé mijn e-mail opvragen , en het verslag van onze reis verder aanvullen op mijn website.
Voor sluis Tonnerre
Afgemeerd voorsluis 108 in St Florentin.
Zicht op St Florentin.
Woensdag 7 juli: St Florentin - La Roche Migennes In Migennes meren we af juist voor de laatste sluis 114 van Canal de Bourgogne. Migennes is een modern industreistadje, alle voorzieningen zijn in de buurt, maar we liggen vlak naast de spoorweg en he station. De treinen verstoorden aanhoudend onze nachtrust. Bij een volgende gelegenheid zoeken we wel een andere rustige overnachtingsplaats.
Donderdag 8 juli: Migennes - Auxerre We verlaten vandaag het Canal de Bourgogne, en draaien de Yonne op naar Auxerre. Na 6u30 varen meren we afin de jachthaven Aquarelle van Auxerre , uitgebaat door een Nederlander. In Auxerre ligt de jachthaven aardig vol.
We vinden nog juist een ligplaatsje voor de Capitainerie.
Laatste sluis 114 , uitgang van Canal de Bourgogne. We zijn in 8 weken via Maas, Canal de l'Est, Canal des Vosges , en Canal de Bourgogne naar Auxerre gevaren. Buiten een paar kleine problemen, was het een heel toffe vaartocht. Canal de Bourgogne is ons bijzonder goed mee gevallen. Niet tegenstaande de zeer negatieve kritiek dat dit kanaal krijgt van vele schippers, zijn dit denken we schippers die nooit dit kanaal hebben bevaren. In deze periode van het jaar is dit heel best te doen, en de jachten zijn hier als het ware als God in Frankrijk. In sluis 114 bij het verlaten van het kanaal, gaf de sluismeester ons mee dat Condacum de 900e boot was die dit jaar door zijn sluis versast werd. We komen hier beslist nog wel eens terug. Het vervolg van deze reis kun je verder volgen op de nieuwe file: 2010 Terugreis van uit Auxerre.
2010 : Terugreis van uit Auxerre Bourgogne : terug reis van Auxerre naar Nieuwpoort. Van in Auxerre gaan we eerst nog een dagje verder naar Bailly, verder het Canel de Nivernais op. We gaan hier "Les Caves de Bailly bezoeken, een vermaarde wijnkelder, die Cremant de Bourgogne produseerd.
Jachthaven Auxerre.
In Auxerre was het veel te warm om gaan te winkelen !!!.
Winkelstraten van Auxerre.
Daarna een lekkere pastis onder de bomen !!!.
Zaterdag 10 juli: Auxerre - Bailly. Van Auxerre varen we 7 sluizen het Canal de Nivernais op. In Bailly kunnen we afmeren aan een lange kaaimuur, vlak beneden “Les Caves de Bailly”. In een oude steengroeve , 50m onder de grond, heeft Bailly Lapierre in 1972 deze steengroeve ingericht als wijnkelder, en de productie opgestart van hun Crement de Bourgogne. We krijgen hier een rondleiding met degustatie.
Bachus, heeft blijkbaar te veel wijn op !!!.
Zondag 11 juli: Bailly - Moneteau Van Bailly keren we nu terug via Auxerre huiswaarts. De eerste dag brengt ons na 6 uur varen tot Moneteau, een klein stadje, waar we onder de bomen kunnen afmeren vlak naast het lokaal parkje. Van een lokale bewoner vernemen we echter dat het hier niet zo veilig is, en best onze boot niet alleen laten. Er zijn nog al wat allochtone jongeren die in het park regelmatig vandalenstreken uithalen. Beter is, om een sluis verder in Gurgy af te meren.
Maandag 12 juli: Moneteau - Joigny Van Moneteau varen we in 5 uur naar Joigny. Aan de laatste sluis van vandaag hebben we echter pech. De sluisdeuren weigeren om open te gaan. Een deur is uit zijn hengsels gerukt. De techniekers van VNF moeten ter plaatse komen om het probleem op te lossen. Na twee uur wachten, kunnen we onze reis verder zetten. In Joigny meren we af aan de pontons van de verhuurmaatschappij. We willen hier onze 41e huwelijksverjaardag vieren. Het enige restaurant dat hier open is, was echter volzet. Het etentje voor onze huwelijksverjaardag zal dus voor morgen zijn in Sens.
Jachthaven Joigny, met zicht op de laatste wijnvelden in de Bourgogne. Dinsdag 13 juli: Joigny - Sens In Sens meren we af aan de kade in centrum van de stad. Sens is een mooie winkelstad. We liggen hier een dag stil met de Franse Nationale feestdag. Naast onze afmeerplaats is de openbare weg afgezet, en richt men op 14 juli een Kartingwedstrijd in. Vanop de boot kunnen we de spectaculaire race volgen. Natuurlijk is er dan ook nog het traditionele vuurwerk van 14 juli. Onze Trixi vindt al dat lawaai minder leuk. Zij duikt de ganse dag weg in het laagste puntje van de boot.
Kaaimuur in Sens.
Kart Racing !!!.
We lagen op de eerste rij om het vuurwerk te volgen !!!.
Donderdag 15 juli: Sens - Montereau Na de zeer luidruchtige rustdag in Sens , gaan we verder naar Montereau, voor een lange vaartocht van 8u15. Tussen deze steden is er na twee uur varen, maar een stadje Pont sur Yonne waar men kan halt houden, maar hier is denkelijk weinig te beleven. We varen dan toch maar verder naar Montereau. Hier willen we afmeren aan de steigers voor de monding van de Seine, maar voor onze twee jachten is er geen plaats, en de deining van de scheepvaart op de Seine is zo fel, dat we beslissen om 1km terug de Yonne op te varen om een rustige ligplaats te hebben. We komen hier na twee maand rustig varen terug tussen drukker beroepsvaart terecht. Dat waren we onderhand niet meer gewoon. Op de Yonne zijn de meeste sluizen ook met schuine sluiswanden. Op het toeristisch gedeelte zijn de sluizen dan uitgerust met vlottende pontons om het schutten te vergemakkelijken. Maar op de laatste 4 sluizen zijn deze pontons niet meer te bespeuren. Het is dan ook een hele klus om de sluizen zonder schade te kunnen nemen. Moe en tevreden dat we van deze schuine wanden verlost zijn, beginnen we morgen aan de afvaart van de Seine naar de lichtstad Parijs.
We lagen hier niet aan De Lange Wapperbrug , maar wel voor de laatste brug op de Yonne !!!.
Vrijdag 16 juli: Montereau - Moret sur Loing Na 2 uur varen en de eerste sluis op de Seine, meren we om 11uur af aan de goed uitgeruste steigers van Halte Fluvial de Moret. In de namiddag nemen we de tijd om dit mooi stadje aan de rivier Loing te bezoeken. Dit stadje is een van de mooiste plaatsjes , die we op onze vaartocht tegen kwamen.
Porte de Bourgogne in Moret
Zaterdag 17 juli:
Moret - Draveil
Vandaag willen we maar 3 uur varen tot Melun. Rond de middag meren we hier af aan de kaaimuur tussen de bruggen in het midden van de stad. Maar de voorbijvarende beroepsschepen maken hier zo een deining, dat het onmogelijk is om hier te blijven liggen. In de zijarm van de Seine is er ook geen mogelijkheid om aan de kant te komen, zodat we terug losmaken en verder varen tot Draveil. Zo wordt het nog een lange dag van 7 vaaruren. In Draveil kunnen we wel afmeren in een gloed nieuwe en super de luxe jachthaven, Port aux Cerises . We liggen vlak naast een zeer groot park met fiets en wandelwegen, en een groot kinderspeelplein.
Zondag 18 juli: Draveil - Paris (Arsenal) Op zondag is er merkelijk minder beroepsvaart onderweg , we zijn ook zeer vlot in 2u30 in Parijs. We meren daar af in de ons zeer goed gekende jachthaven van Paris Arsenal, aan place de la Bastille. We liggen hier veilig , de jachthaven wordt ’s avonds afgesloten en er is privé security bewaking. En het metrostation La Bastile ligt pal aan de inkom van de jachthaven. We kunnen dan rustig de drie volgende dagen de stad bezoeken, en zeker eens gaan eten in “Le train bleu, het mooie restaurant van “Gare de Lyon”, dat op loop afstand van de boot ligt.
Paris Arsenal.
Paris Arsenal by nicht !!.
Paris Plage .
Langs de Seine hebben ze van 20 juli tot 20 augustus, de straat over meer dan 3 km, afgezet en er Paris Plage van gemaakt.
Met de fiets langs de Seine en tot op de Champs Elyse , toffe uitstap !!. Donderdag 22 juli :
Vertrek uit Parijs.
Na dat we gisteren avond nog een goede "Plat de fruit de mers" zijn gaan eten chez L'Europeain" , verlaten we op de middag Paris Arsenal, om via Reuil-Malmaison op de Seine, Cergy - Pontoise, Boran , Compiegne op de Oise, en Canal du Nord terug naar Nieuwpoort te varen . Aan de eerste sluis van Canal du Nord staat het licht op groen, en zonder enige wachttijd kunnen we om 11uur aan de vaart op dit kanaal beginnen. We zitten aanstonds in het rithme op dit kanaal. Verder verloopt het zonder enig oponthoud, op een langzaam tempo van 9km/u. Met voor ons en achter ons beroepsvaart. Om 19 uur stopt de bediening en houden we halt voor de volgende sluis. De dag nadien starten we terug om 7uur na dat het beroepsschip voor ons is opgeschut. Na 21 vaaruren verlaten we het Canal du Nord. Pescado gaat stuurboord uit om via Valancienne naar Antoing, Doornik en Gent naar Antwerpen te varen. Wij gaan backboord uit over de Grand Gabarit, via Coucelles, Arques, Coppenaxford,Duinkerke , Veurne naar Nieuwpoort. Op zondag 1 augustus zit onze reis er op, en zijn we terug in onze thuishaven. Het was een heel mooie reis, dat zeker voor herhaling vatbaar is.