VAARTOCHT BUITENLAND
ETAPPE 4: PLAU - RHEINSBERG
IN HET AA ’As uns Herrgot de Welt erschaffen ded, fung hei bi Mecklenborg an’, schreef de negentiende-eeuwse dichter Fritz Reuter. En inderdaad, de Mecklenburger Seenplatte is met zijn ongerepte natuur, honderden meren en tientallen natuurreservaten adembenemend. Met wat geluk kun je bizons en bevers spotten en het stikt er van de roofvogels. In dit aardse paradijs zorgen historische stadjes als Plau, Waren en Rheinsberg voor afwisseling en gezelligheid.
NOORDZEE
Schwerin
4
3 El
NEDERLAND
5
be
6
Hannover
2
8
7
Gouda
Mittellandkanal
BERLIJN
Münster
Etappe 1 El
n
be
Rij
DUITSLAND
© CARTOGRAPHICS
40 | WATERKAMPIOEN#22 2005
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 40
02-11-2005 17:20:44
ARDSE PARADIJS TEKST JEANNINE VAN TIENEN | FOTO’S DÉSIRÉ WESTSTRATE
I
²
N het kleine havenkommetje van Parchim staan collega’s DW en GP ons ietwat beteuterd op te wachten. ‘Mogen we niet nog een week meevaren?’, probeert GP. We zijn onverbiddelijk. De Tijgerhaai is nu van ons, van Mirjam, Jan en mij. Het mooie weer van de afgelopen dagen is de volgende ochtend ineens verdwenen. Het is grauw en ’t regent. ‘Het blijft zo’, murmelt de dame van de enige andere boot in het haventje. We staan allebei onze tanden te poetsen. ‘Ja hoor, voor de hele week is regen voorspeld.’ Ik houd mezelf voor dat ik haar wel verkeerd zal hebben verstaan. Mijn Duits is immers niet super en bovendien had ze haar gebit niet in. Om 8 uur starten we de motor en de ruitenwissers en manoeuvreren het kommetje uit. We moeten voortmaken om vanavond op tijd bij de sluis van Plau te zijn. Al gauw komen we bij de eerste sluis, bij Neuberg. Het is zelfbediening, maar we weten nog even niet hoe. Mirjam en ik staan wat uiig bij het blauwe knipperlicht op de steiger. ‘Je moet iets met dit hendeltje doen, maar we weten niet wat’, roep ik naar Jan en geërgerd sjor ik de hendel een stuk of vijf keer op en neer. Opeens zetten de sluisdeuren zich in beweging. De sluis bij Bobzin gaat met grof geweld tekeer. Dat verwacht je dan weer niet, op een route als deze. Het is er zo rustig, zo stil. We snorren op het bochtige Eldekanal door het bos en langs enorme rietkragen. Ik zuig m’n stadslongen vol met de frisse natuurlucht en laat het getierelier van de vele onzichtbare vogels tot me doordringen. Reigers kijken ons vanaf de kant na en we zien een reetje weghuppelen. Ik baal een beetje als we de sluis van Plau door zijn. De reis voor vandaag zit erop. Althans, dat was de bedoeling. Maar er ligt nog een hindernis tussen ons en de haven: een brug. Een enorme blauwe constructie met een houten huisje erop. Het hele gevaarte zou omhoog moeten kunnen, maar er is in geen velden of wegen een brugwachter te bekennen. ‘Doorvaarthoogte 2,30 meter’, lezen we. De Tijgerhaai is 2,34. We wagen ’t erop. Stapvoets varen we richting brug, nauwkeurig gadegeslagen door een stuk of tien vutters die zich ernaast hebben verzameld. ‘Geht nicht!’, roepen ze, met weidse armgebaren. ‘Gehen Sie zurück!’. Het lijken wel kleine kinderen bij een poppenkastspel en zo te zien genieten ze ook op die manier. ‘Gehen Sie zurück!’ Ze hebben gelijk, het geht nicht. We leggen aan aan het steigertje en vinden in de haven eindelijk iemand die ons kan helpen. ‘U had in de sluis moeten zeggen dat u ook onder de brug door had willen varen. Maar het staat er inderdaad niet aangegeven.’ Handig. We bellen de sluismeester en 5 minuten later varen we de haven van Plau binnen.
WATERKAMPIOEN#22 2005 | 41
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 41
02-11-2005 16:59:31
VAARTOCHT BUITENLAND De hele binnenstad van Plau staat onder monumentenbescherming, maar ik vraag me af wat dat hier inhoudt. Veel van de oude huizen zien eruit alsof ze elk moment zuchtend en puffend kunnen inzakken. Voor de gebarsten ramen hangen oude posters en kranten, eentje zelfs uit 1989! Wel goed onderhouden is de Burgturm uit 1287. Een toren met 3 meter dikke muren, de deur ergens halverwege (je moet er met een trappetje naartoe) en een 11,7 meter diepe put waar eeuwenlang heksen, bandieten en ander gespuis in werden geknikkerd. Bij de ijssalon kopen we enorme ijscoupes voor 2 euro per stuk en starten dan om 1 uur weer de motor. Op naar Waren. Het belooft een spannende middag te worden. We komen straks in het Wisent-reservaat (een van de tientallen natuurreservaten van de Mecklenburger Seenplatte) en daar lopen wilde bizons! Op de Plauersee is het opvallend rustig. We kunnen het hele meer, 39 vierkante kilometer, overzien, maar meer dan een veerpont, twee zeilboten en wijzelf vaart er niet. Op zaterdag! Net op tijd komen we in Malchov bij de met geraniums en petunia’s volgehangen draaibrug, die elk uur handmatig wordt geopend. Ik mik 1,50 euro in de door de brugwachter deftig uitgestoken velours puntzak. De man verdient zo toch een aardig zakcentje; in een bro-
chure lees ik dat jaarlijks zo’n 18.000 boten de brug passeren. De spanning stijgt. We tuffen nu over de Fleesensee het bizonreservaat binnen. Mirjam en ik turen non-stop door de verrekijkers en Jan houdt de camera in de aanslag. We kunnen natuurlijk niet terugkomen zonder foto van een wilde bizon. Je moet flink afstand van de kant houden, maar in het smalle vaargeultje, waar Jan de Tijgerhaai stapvoets doorheen manoeuvreert, zou je zo op de kant kunnen stappen. Ik sta op het dak van de salon voor een zo optimaal mogelijk zicht. Grote borden met ‘Wisentreservat. Betreten verboten. Lebensgefahr’ volgen elkaar op. Ik houd mijn adem in, voel me een echte National Geographicavonturier. Maar na zo’n drie kwartier is de lol eraf. ‘Waar zitten die stomme beesten?’, vraagt Mirjam en ook ik geef de moed op. ‘Laat mij ’s kijken’, zegt Jan en neemt de kijker over. ‘Heee!’, roept-ie nog geen minuut later. ‘Een zeearend!! Ja echt! En nog één! Die horen hier helemaal niet te zitten!’ Commotie en opwinding alom in de stuurhut. De verrekijkers gaan van hand tot hand en we proberen onze opgelaten kreten te on-
1
FOTO: JEANNINE VAN TIENEN
Drie zeearenden! Wat een enorme beesten
1
Commotie en opwinding alom in de stuurhut. We zien drie zeearenden van dichtbij!
2
Geht nicht, gehen Sie zurück!, roepen toeschouwers, als we in Plau toch onder de brug door proberen te varen.
3
Plau heeft vervallen huizen, maar we vinden ook sfeervolle straatjes.
4
De Tijgerhaai ligt in Waren op de mooiste plek van de haven: direct aan de boulevard.
5
We komen in Waren het restaurant uit en vallen stil. Wat mooi!
FOTO: JEANNINE VAN TIENEN
2
3
42 | WATERKAMPIOEN#22 2005
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 42
02-11-2005 17:05:18
Neuberg
El d e kan al
Parchim
Waren
Fleesensee
ger
Malchow
Plau
Plauersee
See
Kölpinsee
np
lat
te
Müritzsee
0
10
20 km
0
20
40 zeemijl
Müritz National Park Neustrelitz Wesenberg
N NW
NO
W
© CARTOGRAPHICS
Mirow tuin – ondanks de regen zitten we onder het druivenbladerdak droog – serveren ze alle mogelijke soorten bier, zelfs appelen honingbier. Weer terug in de haven maken we een praatje met de enige Nederlanders die we tot Rheinsberg nu toe zijn tegengekomen. Het echtpaar uit Sneek leidt ons trots rond op hun ruime Aquanaut Beauty. Ook zij zijn op weg naar Berlijn. ‘We varen nu voor de vierde keer in dit gebied en hebben het in de loop der jaren wel erg zien veranderen, hoor. In de DDR waren ze niet echt blij met toeristen. Dat is nu heel anders.’
O ZO
ZW
Na het ontbijt – de bakker is open op zondag – verkennen we Waren. Het stadje ligt al acht eeuwen aan de Müritzsee en al die eeuwen bouwnijverheid heeft een paar fraaie huizen opgeleverd. We beklimmen de 177 treden van de Marienkirche-toren en worden rijkelijk beloond met een prachtig uitzicht. Als een speelgoedbootje zien we de Tijgerhaai aan de boulevard liggen en aan de andere kant de Müritzsee. Je ziet vanaf deze hoogte pas goed dat Waren op een soort schiereiland ligt. Het toeristische stadje heeft leuke winkels, galeries, een kuuroord en gezellige terrasjes. In het Müritz museum vergapen we ons aan de vele opgezette dieren en ook de Biergarten is de moeite waard. In de volgegroeide
M e ck le n b u r
Z
derdrukken om de enorme vogels niet weg te jagen. Ze strijken neer in de enige kale boom tussen het groen en vliegen dan weer op. ‘Daar komt er nóg een!’ Vogelfanaat Jan is uitgelaten. En terecht. Wat een enorme beesten! Hun spanwijdte is zeker 2,5 meter. Wat cirkelen ze sierlijk om elkaar heen! En zo dichtbij! We zijn sprakeloos. Toevallig krijg ik op dat moment een sms’je van collega GP. Hoe we het hebben, op de Tijgerhaai. ‘Super!’, sms ik terug, ‘Op dit moment cirkelen drie zeearenden boven ons hoofd!’ Toegegeven, ik zou zo’n bericht zelf ook niet geloven. Over de Müritz koersen we verder naar Waren. De haven ligt midden in de stad en we vinden een perfecte plek: recht aan de boulevard. Mooier kan niet.
De volgende ochtend vertrekken we vroeg. Het is 13 uur varen naar Neustrelitz en we willen nog een keer de zeearenden zien. Fotograaf Dees is gisteravond aan boord gekomen en
4
3 5 WATERKAMPIOEN#22 2005 | 43
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 43
02-11-2005 17:21:36
VAARTOCHT BUITENLAND met zijn paparazzi-telelens kunnen we de roofvogels pas écht goed vastleggen. Precies voor de kale boom waar we ze gisteren zagen gaan we zo dichtbij mogelijk voor anker. Heel stiekem iets buiten de betonning. Maar het doel heiligt de middelen en bovendien, die lebensgefährliche bizons zitten er toch niet. Nog voor het anker ligt zien we alweer twee zeearenden cirkelen. En weer zijn we onder de indruk. Pas als het begint te regenen halen we het anker op en tuffen we verder over het bijna verlaten meer. ‘Wat doet die nou?’ Jan wijst naar de motorboot die net voor ons de versmalling naar de Binnen-Müritz in wil gaan. Of eruit komt? De boot lijkt wel stuurloos. Hij zwabbert van links naar rechts, draait een paar keer scherp en komt dan recht op ons af. Ik sta achter het stuur en wacht af. Ineens draait de boot weer om z’n as en zwalkt weer verder, dwars door een bosje visnetstokken heen. Is de schipper onwel geworden, dronken? Uit de rivierarm komt al een politieboot tevoorschijn, die zal het wel oplossen. Het weer wordt intussen steeds slechter. De ruitenwissers zwieperen op volle toeren en de Tijgerhaai trotseert schommelend de onstuimige golven van de Müritzsee. ‘Dit is gaaf’, zegt Mirjam vanachter het stuur. ‘Alsof we onwijs op zee zitten!’ De Tijgerhaai is minder blij, blijkt even later. Door het ge-
klots is prut in de tank losgekomen, de motor begint te stotteren en de vaart gaat eruit. Het is zover, ook wij ontkomen niet aan het filterleed. Gelukkig hebben we Jan, recordhouder filterwisselen, aan boord. We leggen aan in Hafendorf Müritz – een nieuwbouwpark-met-haven met de sfeer van een begraafplaats – en nog voordat Dees en Mirjam terug zijn met warme hotdogs heeft Jan het karwei gepiept. We gooien weer los en ineens… slaat het weer om. Konden de ruitenwissers het net nog niet bijbenen en tuimelde de Tijgerhaai als een badeend op de golven, nu is het water zo blak als maar kan en de zon schijnt alsof het hoogzomer is. We verlaten de Müritzsee, en kleine meren en stukjes rivier wisselen zich nu af. Wat is het hier mooi! De zon begint langzaam te zakken, het heldere water ligt vol lelies en plompenbladeren, de wateren zijn omzoomd door dichte loofbossen en het enige geluid is het gekwetter van heel veel vogels. Deze prachtige natuur straalt rust uit en ik zen even helemaal weg. Ik had me bij deze etappe, met als insteek ‘vakantie in het Valkenburg van Duitsland’ heel andere taferelen voorgesteld. Filevaren, drukte bij de sluis en overvolle terrasjes met nietgestemde draaiorgels. Maar het is hier tien keer ongerepter dan de Biesbosch of Weerribben en, nu in juni althans, zowat uitgestorven op het water. De sluis bij Neustrelitz gaan we – door het gedoe met de filter – niet meer redden, dus we kiezen Wesenberg als over-
Gelukkig hebben we Jan,
1
1
De omgeving straalt een ongelooflijke rust uit.
2
We geven een paar jonge gedetineerden een sleepje.
3
20 minuten na sluitingstijd schut de sluis bij Wesenberg speciaal voor ons. Dat verdient een flesje Beerenburg!
4
Op een sfeervol terras puffen we even uit. Best vermoeiend, die vouwfietsen.
2
44 | WATERKAMPIOEN#22 2005
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 44
02-11-2005 17:15:38
nachtingsplaats. Op weg naar de sluis bij Mirow worden we toegezwaaid door twee jonge kanoërs. Het is duidelijk dat de dikste van de twee aan ’t eind van z’n Latijn is. ‘Onze groep is al helemaal daarvoor. Mogen we een sleepje?’ We kunnen ons het leed voorstellen en gooien een lijntje uit. De jongens gaan meteen achteruitliggen, steken een sigaret op en lurken aan halve-literflessen bier. In de sluis treffen we hun groep. Allemaal jongens en een vrouw. ‘Dit zijn jonge gedetineerden. Dagje uit’, zegt ze. Na het schutten hangen er ineens vier kano’s aan onze bijboot. We proberen streng te kijken en al snel laten de jongens los. Het is weer tijd om de verrekijkers tevoorschijn te halen. We varen nu op de Labussee dwars door een beverreservaat. En we worden niet teleurgesteld. Niet dat zich ook maar een enkele bever vertoont, maar wel buizerds, een kraanvogel, een wouw, een visarend en weer een zeearend. ‘Het wordt bijna gewoon, al die roofvogels’, zegt Jan. ‘Kijk, hij gaat duiken!’, roept Mirjam vanachter de verrekijker. De zeearend zet de landing in, slaat z’n vleugels naar achteren, steekt z’n enorme klauwen uit, grijpt een vis en met het slachtoffer in z’n poten klapwiekt hij sierlijk weer weg. Wow… Ik ben er even stil van. Hoe vaak zie je zoiets in je leven? Maar back to reality; de sluis bij Wesenberg heeft over 5 minuten z’n laatste schutting en we zijn er nog lang niet. We bellen de sluismeester en hij vindt het geen enkel probleem als we later komen. Het schattige sluisje blijkt onderdeel te
zijn van de man z’n tuin en hij is lekker bezig z’n struiken tot bolletjes te snoeien. Het flesje Beerenburg, als dank dat we nog mochten schutten, wil hij in eerste instantie niet aannemen. Rond 9 uur ’s avonds leggen we aan in het kleine haventje van Wesenberg, direct aan de Wobelitzsee, en we hebben trek. Een echte Wesenbergse Schnitzel of Wurst gaat er wel in, en handenwrijvend stappen we door de klinkerstraten het dorp binnen. Maar het is er doodstil. Een shabby café met drie onsmakelijke stamgasten is het enige wat open is, maar daar kunnen we – gelukkig – niks eten. De waardin belt een taxi die ons naar Mirow brengt. De Italiaan daar is tot middernacht open. De volgende ochtend is het stralend weer. Na het ontbijt pakt Jan de schrobber om de Tijgerhaai een grote beurt te geven. Een goed moment om er tussenuit te piepen. Mirjam en ik klappen de vouwfietsen uit en rijden vanuit Wesenberg direct het Müritz-Nationalpark binnen. Aan land toch weer heel anders dan vanaf het water. We nemen de route om de Wobelitzsee heen en hobbelen afwisselend over een bospaadje en langs het water. Er hangt een frisse dennengeur en we horen een koekoek en het gehamer van een specht. Op het terras van een met
rec ordhouder filterwisselen, aan boord. DOE IETS PER FIETS
3
Klap de vouwfietsen uit en trap gewoon weg! Zo simpel is het in het Müritz-Nationalpark. Vanuit elk stadje of dorp fiets je zo de natuur in en er staan voldoende borden met fiets- en wandelroutes langs de weg. Maar je kunt natuurlijk ook fietsen met een doel. Vanuit Malchov en Waren is het een paar kilometer naar Klink, waar een grote glasblazerij met winkel is. Een paar kilometer buiten Rheinsberg kun je naar het natuurpark Kunssterspring, waar je tussen wolven, bizons, boskatten en andere wilde dieren kunt fietsen. En een paar kilometer verderop ligt Netzeband, een enorm openluchttheater waar geregeld historische spektakels worden opgevoerd.
4 WATERKAMPIOEN#22 2005 | 45
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 45
02-11-2005 17:16:26
VAARTOCHT BUITENLAND MECKLENBURGER SEENPLATTE 650 TOT 1.000 MEREN In de Mecklenburger Seenplatte kun je blíjven varen. De meren vormen samen maar liefst 850 vierkante kilometer vaarwater. De meeste van de huidige meren ontstonden tijdens de ijstijd door het dooien van achtergebleven, vaak met grond overdekte restanten landijs. De kommen vulden zich met water en met het warmer worden van het klimaat veroverden loofbossen het gebied. Niemand weet precies hoeveel meren de Seenplatte telt. Het moeten er in ieder geval tussen de 650 en 1.000 zijn. De meeste zijn door rivierarmen en soms romantische kanaaltjes met elkaar verbonden. Sommige meren zijn alleen via het water te bereiken. Daar vind je dus ongerepte natuur, zeldzame planten
en veel, heel veel vogels. Een groot deel van de Mecklenburger Seenplatte wordt gevormd door het Müritz-Nationalpark. Met 380 vierkante kilometer is dit het grootste natuurreservaat van Duitsland, met de 117 vierkante kilometer grote Müritzsee als grootste meer. Op de grote en kleine meren vaar je omgeven door prachtige flora en fauna. Het Müritz Nationalpark leent zich ook uitstekend voor fiets- en wandeltochten en er worden diverse natuurrondleidingen gegeven. Voor de culturele afwisseling: in de dorpen en steden worden opvallend veel concerten, toneeluitvoeringen en historische spektakels gegeven. Kijk voor meer informatie bij de plaatselijke VVV’s.
In de Rastkeller serveren ze
VAARPRAKTISCH Varen in de Mecklenburger Seenplatte is allesbehalve ingewikkeld. Ondanks dat je op de alles behalve onstuimige wateren prachtig kunt varen, is het niet druk. Er zijn geen grote sluizen, wel enkele kleintjes, met een gemiddeld verval van zo’n 1,5 tot 6 meter. Sommige moet je zelf bedienen door middel van een hendeltje aan een blauwe paal. Het is wel verstandig om goed op de kaarten te blijven
kijken. Het gebied telt honderden meren die door rivierarmen en kanaaltjes met elkaar verbonden zijn. Ondanks de betonning en borden is het soms lastig om in het groen de ingang naar zo’n kanaaltje te ontwaren. Op de Tietzosee hebben wij bijvoorbeeld elk hoekje en inhammetje geprobeerd in de hoop daar de ingang te vinden.
46 | WATERKAMPIOEN#22 2005
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 46
02-11-2005 17:17:00
bloemen volgehangen hotel en met serveersters in klederdracht puffen we even uit. Waarna we snel terugfietsen naar de Tijgerhaai. Vandaag gaan we naar Rheinsberg en dat is nog een dikke 30 kilometer varen met drie sluizen. We brommen nu over de Tietzosee naar de Rheinsbergersee. De omgeving is wederom prachtig en er is geen golfje op het water. Een reiger scheert elegant voor de boot langs, maar na al die vogels die we hebben gezien, zijn we niet meer impressed. De zon schijnt, maar tegelijkertijd pakken donkere wolken zich samen en in de verte bliksemt het. Dat belooft een geweldig onweer te worden. En jawel, net op het moment dat we de haven van Rheinsberg binnenvaren, breekt de hel los. No way, we gaan met dit weer echt niet naar buiten om aan te leggen en varen daarom doelloos wat rondjes. Op een Aquanaut Beauty wordt een dektent opengeritst en een bekend hoofd steekt naar buiten. De man uit Sneek, de man die we in Waren hadden ontmoet, denkt dat we geen plekje kunnen vinden en trotseert de stortbui om ons een plaats te wijzen en de lijnen aan te pakken. Wat aardig. Te aardig, want we willen helemaal niet naar buiten. Maar we kunnen de arme man daar moeilijk laten staan. Nat tot op ons ondergoed bedanken we hem voor zijn hulpvaardigheid. Zonder het te weten strijken we die avond neer bij een toprestaurant. In de Rastkeller serveren ze prachtig opgemaakte, heerlijke en originele gerechten, en voor de helft van de prijs van Nederlandse restaurants. Deze week staat de menukaart
in het teken van Pfifferlinge en de Pfifferlingeknoblauchsuppe is zo heerlijk dat ik blíjf schrapen om maar geen druppel te missen. Na een decadent – namelijk recht voor het Schloss Rheinsberg – ontbijt aan boord, gaan we het statige kasteel vanbinnen bekijken. We bezoeken er de diverse kunstexposities, snuffelen lang rond in de koopziekmakende museumwinkel en sjokken over de symmetrisch aangelegde en kaarsrechte paadjes van de paleistuin. Ook kunnen we in keramiekstad Rheinsberg niet om het keramiekmuseum Carstens-Keramik heen. In de loodsen staan duizenden en duizenden schalen, borden, koppen, potten en vazen op rekken te wachten op de oven of de schilderbeurt. En wij vinden dat het terras van de Rastkeller wacht op ons. We hebben gisteravond gezien dat ze ook grote ijscoupes serveren en dat blijft knagen. Voor vanavond kijk ik vast stiekem of ‘mijn’ soep nog op het menu staat. We genieten er nog maar van, want morgenochtend komt collega Jim. En hij zal net zo onverbiddelijk zijn als wij in het begin; de Tijgerhaai is vanaf morgen van hem.
1
Decadent ontbijten: recht voor het kasteel van Rheinsberg.
prachtig opgemaakte gerechten.
PPE 4: PIN A T E N E K E W OVER DRIENSBERG NAAR NEURUP VAN RHEI
1 WATERKAMPIOEN#22 2005 | 47
ANWW0522-HHH-Tijgerhaai.indd 47
04-11-2005 14:53:25