Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 25
Onderwerp Vaderdag Doel
Aandacht voor Vaderdag.
Voor de
Vaderdag vraagt opmerkzaamheid van de verzorgers. Er zijn misschien
verzorgers kinderen die geen vader meer hebben of waar het door een
scheidingssitua e moeilijk is.
Verhaal
De sterkste vader …
De allersterkste vader …
Dat is de pappa van Piep.
Later wordt Piep ook zo sterk.
Gesprek
Vragen voor een gesprekje:
Is jouw pappa ook sterk?
Is hij lief? Waarom?
Wat voel je dan als je iemand lief vindt?
Hoe kun je iemand laten voelen dat je die lief vindt?
Knutselen Memohouder: Een wasknijper laten versieren/beschilderen. Tussen de wasknijper een paar memoblaadjes.
Boekenlegger: Benodigdheden: gekleurd karton, schaar, lijm. Knip een gekleurd stuk karton uit van 20 bij 8 cm. Knip de hoeken rond. Maak een gaatje op het einde. Plak je poppetje op de boekenlegger. Versier hem nu bijvoorbeeld met een leuke tekst of beplak hem met gli ers. Haal een touwtje met kraaltjes door het gaatje.
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 26
Onderwerp Beloven Doel
De waarde van op elkaar kunnen rekenen.
Verhaal
Piep had een kistje met spulletjes die bijzonder voor hem waren. ‘Ollie, wil je zien wat er in mijn kistje zit? Allemaal dingen die belangrijk voor me zijn. Ik wil het verstoppen, zodat ik ze niet kwijt kan raken. Maar dan moet je me wel beloven dat je het aan niemand vertelt. Beloof je dat, Ollie?’, vroeg Piep. ‘Dat beloof ik’, zei Ollie. Samen bekeken ze het. Voorzich g deden ze alles er weer in. Daarna liepen ze naar het bos. Bij de grote dikke boom groeven Ollie en Piep een diepe kuil. Daar stopten ze het kistje in. Ze maakten de kuil weer helemaal dicht en stampten de aarde goed aan. Ze legden er een grote steen op. Daarna liepen ze samen weer naar huis. Piep drukte Ollie nogmaals op het hart dat hij aan niemand moest vertellen wat er in zijn kistje zat en zeker niet dat hij moest vertellen waar het kistje begraven lag.
Gesprek
Vragen voor het gesprek: Heb jij weleens iets beloofd? Vind je het eerlijk als je het niet doet? Kan al jd alles wat je beloo ?
Knutselen Fopspelletje ‘k Heb een stuiver: ‘k Heb een stuiver in mijn hand die gaat reizen door het land. Is hij hier, is hij daar? Als je ’m ziet, dan zeg je ’t maar. Spelletje/ De kinderen staan in een kring. Eén kind staat in het midden. Tijdens het liedje
zingen geven de kinderen een muntstuk ( grote kraal, een steentje) achter
hun ruggen door. Er mogen schijnbewegingen gemaakt worden.
Aan het eind van het lied steken alle kinderen de vuisten naar voren en het
kind in de kring mag raden in welke vuist het muntje zit. Dan mag het kind
dat het muntje in de hand hee , gaan raden.
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 27
Onderwerp Verjaardag oom Apostel Doel
Vieren dat oom Apostel er is.
Verhaal
Uit Piep en Ollie: Jarig bladzijde 40.
Gesprek
Bij het gesprek over de verjaardag kan het goed zijn om een of meer foto’s uit De Stroom te laten zien van de Apostel.
Vragen voor het gesprekje: Weten jullie wie er vandaag echt jarig is? Weet je hoe oom Apostel eruitziet? Wat doen we al jd als iemand jarig is?
We versieren de kamer (bijzaal), zingen liedjes, geven cadeautjes en eten lekkere dingen. Zo laten we de jarige blijken dat we blij zijn met de jarige, in dit geval zijn we erg blij met oom Apostel.
Liedje
Lang zal hij leven
Er is er een jarig
Happy Birthday
Knutselen De bijzaal versieren met zelfgemaakte slingers. Benodigdheden: Veel kleuren papier, schaar, lijm. Knip van allerlei kleuren papier heel veel repen van circa 5 bij 20 cm. Lijm eerst één reep tot een ring en haak daarin steeds de volgende. Maak zo een hele lange mooie gekleurde slinger. Boeken
Krokodil is jarig. Ingrid en Dieter Schubert. ISBN: 10 90 563 7673 X.
Kikker en een heel bijzondere dag. Max Velthuis.
Kikker’s verjaardag! Max Velthuis.
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 28
Onderwerp Bidden, amen Doel
Ervaren wat bidden is.
Gesprek
Aan de hand van de strip uit Ons Maandblad nr. 5 1997
Wat zie je op deze plaatjes?
Hoe noemen we wat dit kindje doet?
Doe jij dat ook weleens?
Doen we dit ook in de dienst?
Hoe doen we dat?
Gedichtje Op de vingers van de handen, bij de duim beginnen:
Bidden
Bidden
even s l zijn
het stemmetje vanbinnen
het stemmetje vanbinnen
’s morgens vroeg
denken aan mezelf
of voor het slapen gaan
even s l zijn
en aan de ander
Amen (we vouwen beide handen samen) Lied
Kinderkoor, nr. 7 Stemmetje
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 29
Onderwerp Logeren Doel
Ervaren dat je je bij een ander ook thuis kunt voelen.
Verhaal
Uit Piep en Ollie: ‘Vakan e’ bladzijde 20.
Gesprek
Vragen voor het gesprekje: Heb jij weleens in een ander bed geslapen? Wat stop jij in jouw koffertje?
Knutselen Een bed maken van een doosje. Van stof een lakentje en dekentje maken. Het doosje kan ook beplakt worden. Voorlezen Nijntje gaat logeren. Dick Bruna.
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 30
Onderwerp Aan zee Doel
Met plezier samen op het strand zijn.
Gesprek
Aan de hand van de praatplaat Strand
Wat zie je allemaal op de plaat?
Ben jij weleens aan zee geweest?
Waar heb je toen mee gespeeld?
Heb je nog iets meegenomen van het strand?
Knutselen Het strand (per kind of op een heel groot vel voor de hele kring)
Smeer een blad papier in met lijm (bijvoorbeeld behangerslijm) en doe daar het zand op. Schud het overtollige zand eraf. Dit is het strand.
Knip van stukjes stof rechthoekjes voor de badlakens en plak die op het strand. Nu kun je ook nog mensen maken die op het strand liggen. Dat kan van papier of de poppetjes van lego of playmobil kunnen gebruikt worden om ermee te spelen. Zet ook hier en daar nog een tasje neer, een luchtbed of een strandbal.
Een deel van het blad kunnen we ook met blauw papier beplakken, zodat de zee er ook is.
Lied
Kinderkoorlied 14, Wat bleef bestaan.
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 31
Onderwerp Nederland Doel
Genieten van het eigen land.
Gesprek
Er zijn veel ooms en tantes die alleen of met hun kinderen op vakan e gaan. Dat kan naar een ver land zijn, maar ook in Nederland. Of zomaar een dagje uit. Ons land is zo mooi! We hebben weidse stranden, uitgestrekte bossen en interessante dorpjes en steden. Er zijn veel toeristen die naar ons land komen om de molens te zien, de klompen en de tulpen. Zien wij al dit moois nog?
Vertel eens wat jullie mooi vinden in ons eigen land. Heb je weleens op het strand een zandkasteel gebouwd? Met een gracht eromheen? Ben je weleens in een molen geweest? Heb je weleens op klompen gelopen? Boompje klimmen, wie van jullie kan dat al? We hebben in ons land ook grote kastelen. Wie van jullie is weleens in zo’n kasteel geweest? Hoe zag dat eruit? Zijn jullie weleens in een dorp of stad geweest waar ze huizen hebben met heel mooie gevels en daken? Wat vinden jullie nog meer bijzonder aan ons eigen land?
Zingen
In Holland staat een huis … In Den Haag daar woont een graaf …
Ac viteit
Eens op klompen lopen: een parcours afleggen op klompen. Een kasteel bouwen van blokken of duplo. Een tulp vouwen en op een blaadje plakken. Ieder maakt een huis (of meer) met een speciaal dak (trapgevel, klokgevel en dergelijke). Al deze huizen naast elkaar op een lang vel papier (bijvoorbeeld rol tekenpapier IKEA of behangrol) plakken.
Lezen
Nederland. Charlo e Dematons. Prentenboek over Nederland.
Overal en ergens. Arend van Dam.
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 32
Onderwerp Woorden in een andere taal Doel
Het is belangrijk dat we elkaar verstaan.
Filmpje
Ik leer Engels.
h p://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20120618_liedikleerengels01
Gesprek
Wij spreken allemaal Nederlands en soms wat Engels. Dat komt omdat we in Nederland geboren zijn. Misschien ga je in de vakan e naar een land waar ze geen Nederlands spreken. Ken je nog een andere taal?
Ein, zwei, drei, vier … dat is?
Un, deux, trois, quatre … dat is?
Hoe moet dat nu als je wat wilt kopen in een winkel?
Spel
Beeld bovenstaande eens met elkaar uit.
Liedje en
The Hokey Pokey
dansje
h p://www.youtube.com/watch?v=QfPg_GzC‐HA
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 33
Onderwerp Thuiskomen Doel
De waarde van een thuis ervaren.
Verhaal
Kijk, daar is … Hallo Piep! Piep krijgt een hand. En daar zijn ook … en … Ze kennen allemaal Piep. Piep weet de weg. Hij is weer thuis. Piep kijkt om zich heen: zijn eigen speelgoed, zijn eigen spulletjes. Wat is fijn om thuis te zijn!
Gesprek
Op reis gaan is fijn, maar na een jdje heb je ook weer zin om naar huis te gaan.
We maken er een klein feestje van als iemand weer thuiskomt.
We gaan naar het vliegveld om iemand af te halen.
We geven een hand of een dikke kus.
Soms hang je slingers op of je hangt de vlag uit.
Bijvoorbeeld als je thuis uit het ziekenhuis komt.
Spel
Een hut bouwen: samen met de kinderen een ‘eigen’ huisje maken, bij‐ voorbeeld door een groot kleed of doek over de tafel te leggen.
Huizen bouwen van blokken, duplo.
Lied
Kinderkoorlied 21, Heerlijk om weer thuis te zijn
In Holland staat een huis
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 34
Onderwerp De zee Doel
Verwondering over de natuur.
Verhaal
Ollie en Piep spelen op het strand. Het zand is nat en als ze achteromkijken, zien ze hun voetstappen in het na e zand. De golven komen heel hoog en hebben wi e schuimkoppen. Daar zien ze vissen zwemmen, een heleboel grote en kleine visjes. Ollie rent het water in om met ze te spelen, maar de visjes zwemmen snel weg. Piep ziet een mooie schelp en wil hem pakken. Er komen plotseling pootjes uit en de schelp rent weg. Piep staat een beetje beteuterd te kijken. Hoe kan dat nou? Er is zoveel te zien!
Gesprek
Wie is er weleens naar het strand geweest? Ben je ook in het water geweest? Wat voor dieren heb je allemaal gezien? Heb je ook schelpen gezocht? Als je een schelp tegen je oor houdt, is het net of je de zee hoort. Luister maar eens. Wat kan je nog meer doen op het strand? Een mooi strandkasteel bouwen of een kanaal graven. Je kan ook gaan vissen. Misschien vang je wel een visje of wat garnalen. Wat voor dieren leven er allemaal in de zee?
Knutselen Een strand maken. Zie week 30.
Voetstappen in nat zand maken.
Voorlezen Bobbi gaat naar zee. Ingeborg Bijlsma.
De mooiste vis van de zee. Marcus Pfister.
Film
De kleine zeemeermin. Walt Disney.
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 35
Onderwerp Op zoek naar de schat Doel
Samenwerken
Voor‐
Ergens wordt een schat verstopt. De kinderen moeten deze later gaan
bereiden
zoeken. Een manier om aanwijzingen te geven is s ckers met pijltjes of
gebruik van kleine vlaggetjes in de rich ng van de schat. Misschien een
schatkaart? Er zijn natuurlijk nog veel meer manieren, leef u uit! Een beetje
geheimzinnigheid doet het al jd goed bij kinderen.
De schat kan van alles zijn. Een mooie steen, een (nieuwe) knuffelbeer of een boek.
Tip: Jeugd van de eerste of tweede kring vindt het vast leuk om een mooie schatkaart te maken.
Gesprek
We gaan op zoek naar een schat. Wat zou die schat zijn? Hoe kunnen we hem vinden. Als we samenwerken, vinden we hem vast heel snel.
Als de schat gevonden is, kan er verder gesproken worden over wat scha en kunnen zijn. Is er iemand die een leuke verzameling hee ? Of mooie stenen in een vitrine thuis? Wat is voor jou een schat?
Knutselen Zelf een schat maken. Grote kiezelstenen goud verven.
Zelf een eigen schatkaart maken. Als u met een brandende kaars de randen zwart blakert, is het helemaal mooi.
Voorlezen Kikker vindt een schat. Max Velthuis. ISBN 90 25 856 292.
De verborgen schat van Kapitein Sladrop. K. Paul. ISBN 90 89 417 265.
Film
Schat zoeken en zo vrienden vinden. Duurt 5½ minuut. h p://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101210_schatzoeken01
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 36
Onderwerp Op zoek naar de schat in jezelf. Doel
Ontdek je talenten. Het vermogen om van elkaar te houden, vrienden te maken en lief te zijn voor een ander is een geweldige schat.
Gesprek
Leidraad voor het gesprek
Iedereen hee een schat in zichzelf. Jullie ook. Daar bedoelen we dan geen goud of geld mee. Wat dan wel? Jullie hebben vast wel iets waar je heel erg goed in bent. De een kan heel goed touwtje springen, de ander op één been staan. Wat kunnen jullie nog meer goed? Is dat een schat die we in ons hebben? Ja natuurlijk, maar er is meer … Vrienden maken, lief zijn voor een ander … Dat zijn dingen die nog veel belangrijker zijn. Want als je door een ongeluk of door het ouder worden niet meer touwtje kan springen, kan je nog wel lie ebben. Kan die schat ook groeien?
Voorlezen Rikki. Guido van Genechten. Een prentenboek over anders zijn en je eigen plekje vinden. ISBN 97 89 068 226 263 Gedicht
Liefste
Ik zoek een woord een heel nieuw woord een woord dat niemand kent ik zoek een woord dat zeggen wil dat jij de liefste bent
Hans & Monique Hagen
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 37
Onderwerp Leren Doel
Hoewel het leuk is om iets nieuws te leren, moet je er wel je best voor doen en soms leren geduld te hebben.
Verhaal
Piep hee een potlood en papier. Hij maakt mooie krullen en streepjes. Hij doet zo goed zijn best dat hij niet ziet dat Ollie eraan komt. Ollie staat eens te kijken. ‘Wat ben je aan het doen?’, vraagt hij. Piep schrikt even, maar legt dan uit dat hij een brief aan het schrijven is. Dat wil Ollie ook. Hij krijgt een potlood en een papier en maakt ook streepjes en krullen. Piep kijkt er eens naar en schudt dan zijn hoofd. ‘Dat is geen brief,’ zegt hij ‘dat zijn alleen maar streepjes en krullen.’ Ollie snapt er niets van. Hij doet toch hetzelfde als Piep?
Gesprek
Piep zit al een jaartje op school en hee geleerd om le ers te schrijven. Daar hee hij veel op moeten oefenen. Wat hebben jullie allemaal al geleerd? Als je iets wilde leren, ging dat dan meteen goed? Of moest je er op oefenen? Moet je ook oefenen om van iemand te houden?
Spel
Het is leuk om eens iets te doen wat vroeger of elders in de wereld heel gewoon was/is, maar waar onze kinderen nauwelijks iets van weten. Bijvoorbeeld hoelahoepen, eten met stokjes, bliklopen, tollen, enz. Er zijn vast wel ‘ervaringsdeskundigen’ te vinden in de gemeenschap die hun ‘specialiteit’ aan de kinderen willen leren.
Voorlezen Guus leert vliegen. Peter van Rheenen. ISBN: 94 61 500 05X
Jongste Jeugd
Zomer 1 / week 38
Onderwerp Eten Doel
Blij met ons eten.
Verhaal
Ollie hee honger. Hij vraagt aan zijn moeder wanneer ze gaan eten. ‘Dat duurt nog wel even’, zegt mama. ‘Mag ik dan een koekje?’, vraagt hij. ‘Nee Ollie, nu even niet, we gaan straks eten’, zegt mama. Ollie gaat naar buiten en loopt naar zijn vriendje Piep. ‘Zullen we samen spelen?’, vraagt Ollie. ‘Oef,’ zegt Piep, ‘ik wil wel, maar niet meteen. Ik heb net gegeten en zit zo vol.’ Ollie vertelt dat hij zo’n honger hee , maar dat zijn moeder nog geen eten klaar hee . ‘O,’ zegt Piep, ‘wij hebben nog genoeg over.’ ‘Kijk eens wat een heerlijke hapjes, het is allemaal heel erg lekker.’ Ollie proe van alles wat. ‘Lekker’, zegt hij. ‘Dit eten wij nooit. Hoe maakt jouw moeder dat?’
Gesprek
Wat eten jullie ’s morgens en ’s middags en ’s avonds? Wat kunnen wij toch kiezen uit heel veel soorten eten! Er is ook voedsel dat niet zo gezond is. Kunnen jullie eten opnoemen dat niet zo gezond voor je is? Waarom vinden wij dat niet zo gezond? Wat gebeurt er met ons lichaam als wij alleen ongezond voedsel zouden eten?
De verzorgers nemen allerlei soorten voedsel mee, bijvoorbeeld een mandarijn, druiven, prei, thee, suiker, een ei, een appel, een bloemkool. een leeg pak melk, etc. Zet al het voedsel op een tafel in het midden van de kring en vraag aan de kinderen welk voedsel op tafel ze het lekkerst vinden, hoe het groeit of waar het vandaan komt. Alles wat wij eten, komt uit en van de aarde. Wat een geluk dat wij in een rijk land leven en dat wij iedere dag wel drie keer kunnen eten. Want dat is niet overal zo …
Knutselen Plaatjes van voeding zoeken in jdschri en. Knip die plaatjes uit en plak ze op grote vellen papier. Op een A4 een blanco bord tekenen en kopiëren. Iedereen een bruine bo‐ terham geven (zelf uitknippen of al uitgeknipt) en deze laten beleggen met bijvoorbeeld gekleurde muisjes, hagelslag (reepjes knippen en opplakken). Koekhappen. Snij van ontbijtkoek plakken af en rijg ze aan een schone stevige draad. Beide kanten van de draad ergens aan vastmaken of vast‐ houden. De kinderen moeten met hun handen op de rug proberen om een plak koek van de lijn af te happen. Voorlezen Finn kookt zelf. B. Muller. Nijntje in Luilekkerland. Dick Bruna. Mmm, lekker. B. Marchon (baby’s / peuters). Zingen
Smakelijk eten, smakelijk eten. Zeg bakkertje. Pindakaas of hagelslag en Geef mij maar appelmoes. (Het grote liedjesboek van Marianne Busser – Ron Schröder – Jean van Vugt)