5 8 d e p s yc h o lo o g / d e c e m b e r 2 0 1 3 de verzekeraar of de cliënt g e e rt j e k i n d e r m a n s
dbc-declareren in de praktijk
zwart–
De zorg was niet transparant genoeg, daarom werd het systeem van diagnosebehandelcombinaties (dbc’s) ingevoerd. Dan weten we wat er gebeurt, zo luidde de gedachte, kunnen we op kosten sturen en beter rekening houden met wat de markt wil. Nu het systeem nog te duur blijkt, worden er dbc-categorieën geschrapt. De behandeling van problemen wordt niet meer vergoed, die van stoornissen nog wel. En misbruik, gesjoemel – of erger, fraude – moeten worden aangepakt. ‘Fraude, dat plegen de anderen, voor jezelf ligt het vaak minder zwart-wit.’
d e p s yc h o lo o g / d e c e m b e r 2 0 1 3 5 9 de verzekeraar of de cliënt
–wit of grijs?
6 0 d e p s yc h o lo o g / d e c e m b e r 2 0 1 3 de verzekeraar of de cliënt g e e rt j e k i n d e r m a n s
H
et declaratiesysteem binnen de ggz gaat weer op de schop. Het moet nog beter, nog transparanter. Maar hoe pakte het dbc-systeem eigenlijk de afgelopen tijd in de praktijk uit? Die vraag moest nodig beantwoord worden. En ook: wordt er veel mee gesjoemeld? Daarover zou dit verhaal gaan, want er deden geruchten de ronde. Veel psychologen die benaderd werden, wilden niet meewerken. Vaak uit angst voor wat zo’n verhaal teweeg kan brengen en voor de reactie van verzeke-
Fraude in de ggz? Ik noem het eerder een potje worstelen raars. Andere hulpverleners deden wel mee. Een paar van de geïnterviewden declareren niet volgens het dbc-systeem, maar proberen zich er verre van te houden. Daarnaast komen een aantal hulpverleners aan het woord die in instellingen werken en er wel mee te maken hebben (zie kader).
Op de vraag of ze sjoemelen, reageerden de tegenstanders van het systeem soms geprikkeld: niet zij sjoemelen, de verzekeraars maken er een potje van. Anderen gaven meer genuanceerde antwoorden. Het is soms lastig om het goed te doen. Of zoals een geïnterviewde het verwoordde: ‘Fraude, dat plegen de anderen, voor jezelf ligt het vaak minder zwart-wit, kun je het uitleggen.’ En dat bleek het geval. Mogelijk vertegenwoordigen de geïnterviewden niet het hele werkveld waardoor we geen volledig beeld hebben gekregen, maar degenen die zich uitspraken, vertelden over hun worstelingen, hun boosheid soms. Er kwam vooral antwoord op de vraag: in hoeverre is er met het systeem te werken? Want daar zijn kanttekeningen bij te plaatsen. Soms moeten behandelaars kiezen tussen de cliënt (en het vak) en de verzekeraar. Dit artikel heeft als doel de hierboven geschetste thematiek uiteen te rafelen, zodat er een beter beeld ontstaat van waar het spaak loopt en waarom.
1
De zorg was niet transparant genoeg. Daarom is het dbc-systeem ingevoerd; dan weten we wat er gebeurt Dat de zorg niet transparant genoeg was, daarover is men het wel eens. Maar het
is de vraag of dat er met de invoering van het dbc-systeem beter op is geworden. Alle geïnterviewden stellen dit ter discussie, omdat het dbc-systeem is gebaseerd op de dsm. ‘Het dbc-systeem sluit niet aan bij wat er in de behandelkamer gebeurt. Mensen hebben vaak niet één heldere diagnose, de werkelijkheid is meestal gecompliceerder,’ zeggen psychologen Thijs Emons en Fred Leffers. ‘Voor een kind dat in een complexe gezinssituatie zit en daardoor in de knel komt, is vaak geen passende dbcclassificatie te vinden,’ stelt Nienke van Sambeek. ‘Ik word geacht de klinische werkelijkheid zo veel geweld aan te doen dat ik er een etiketje op kan plakken, maar dat etiketje past niet op mijn cliënt,’ zegt psychotherapeut Erik Vissers. ‘De dsm is geen diagnose, maar een classificatie. Een psychiatrische diagnose is veelvormiger. De context mag je bijvoorbeeld niet verdisconteren. Als je het toch in de dsm moet onderbrengen, wordt de werkelijkheid vervormd,’ aldus psychiater Marinus Veenman. En psychotherapeut Bert Zandstra stelt dat de dsm geen goede wetenschappelijke onderbouwing heeft. Zo heeft The British Psychological Society vorig jaar juni gezegd dat dsm-5 vooral gaat over de sociale aanpassing van mensen en dat de
even voorstellen De volgende personen zijn voor dit artikel geïnterviewd: 1 Thijs Emons en Fred Leffers zijn
choloog in de jeugd-ggz. 3 Psychotherapeuten Erik Vissers* en Bert Zandstra* zijn kritisch op het
was in het begin bij de ontwikkeling van het systeem betrokken, maar stelt zich nu kritisch op over hoe het
psychologen bij een ggz polikliniek
systeem, ze sluiten beiden geen con-
systeem zich heeft ontwikkeld.
en zijn betrokken bij ‘De ggz laat van
tracten met verzekeraars en leveren
5 Gz-psycholoog Hans Peters* heeft
zich horen’, een groep die zich zorgen
geen gegevens aan bij de dis, omdat
maakt over de bureaucratische en
ze dit niet verenigbaar achten met
politieke ontwikkelingen in de geestelijke gezondheidszorg. 2 Nienke van Sambeek werkt als psy-
hun beroepscode. 4 Psychiater Marinus Veenman* is psychiater bij een kleine instelling. Hij
een eerstelijnspraktijk. (Namen gemarkeerd met een * zijn gefingeerd)
D E P S YC H O LO O G / D E C E M B E R 2 0 1 3 6 1 DE VERZEKERAAR OF DE CLIËNT
wetenschappelijke onderbouwing van de problematiek niet wordt aangegeven. Dat probleem speelde ook al bij dsmIV, aldus Zandstra. ‘Christopher Lane schreef er in 2007 een boek over: Shyness: How Normal Behavior Became a Sickness. Daarvoor doorliep hij de correspondentie van de samenstellers van dsm-IV. Hij concludeerde dat het opnemen van een stoornis in de dsm-IV vooral afhing van de belangengroepen die invloed hadden uitgeoefend en niet zozeer van de wetenschappelijke onderbouwing.’ En psychiater Leon Eisenberg, autismespecialist en ‘bedenker’ van AdHd, zou op zijn sterfbed gezegd hebben dat AdHd een fictieve ziekte is, waarvoor nog geen bewijs gevonden is. Ook de suggestie van de dbc dat aan een bepaalde diagnose een bepaalde behandeling vastzit, klopt niet. Een gebroken been moet je gipsen. Maar een depressie kun je op verschillende manieren behandelen, afhankelijk van factoren als context, ernst, en misschien ook wel eigenschappen van de cliënt.
2
we kunnen op kosten sturen Het lijkt of je via dbc’s beter op kosten kunt sturen, maar dat is de vraag. Want aangezien de werkelijkheid minder overzichtelijk is dan het dbc-systeem, zijn cliënten vaak in verschillende hokjes onder te brengen. En dat gebeurt veelvuldig, zoals we verderop zullen zien. Van Sambeek vraagt zich bovendien af of kortere behandelingen altijd goedkoper zijn. In eerste instantie misschien wel, maar op de lange termijn kunnen ze juist duurder uitvallen. ‘Het dwingt je meer geprotocolleerd te behandelen en eerder te beginnen met medicijnen voorschrijven. En als je iemand behandelt tot zijn klachten zijn afgenomen, zonder te behandelen wat eronder ligt,
lever je dan een goede behandeling? Nu ik hier langer werk, zie ik hoe vaak kinderen terugkomen. Verder kosten medicijnen ook geld, alleen gaat dat niet van ons budget af.’ Instellingen hebben daarnaast met productie te maken en streven daarmee niet naar ‘zo goedkoop mogelijk’. In verschillende instellingen kijken adminis-
ziekenhuizen in. De chirurg in het ene ziekenhuis was een prachtig gebruinde man met schitterende, grote handen, maar hij was een waardeloos chirurg. In het andere ziekenhuis werkte een botte Groninger, maar technisch was hij briljant. Tegen mijn moeder zei ik: “Als je niets hebt, moet je naar die met die grote handen, heb je wel iets, dan moet je naar
Ik moet aan een systeem meewerken dat niet klopt en dat zelfs tegen mijn beroepscode en -eer ingaat trateurs op afstand mee met de behandelaars. Ze houden in de gaten of je vlak voor het aflopen van een dbc zit. En dan wordt gevraagd: moet worden afgesloten of is het inhoudelijk te verantwoorden om nog extra gesprekken te voeren? Dat is onder andere het geval bij Emons en Leffers. En vaak is het te verantwoorden om nog een gesprek extra te voeren. Want alweer: een depressie is geen gebroken been. Veenman noemt een ander probleem: ‘Er wordt gebruik gemaakt van grote marges binnen het dbc-systeem. Voor een behandeling van tussen de 800 en 1800 minuten krijg je hetzelfde bedrag. Dan kun je nooit scherp op kosten sturen.’ Hierover later meer.
3
En beter rekening houden met wat de markt wil ‘Uiteindelijk hoop je natuurlijk dat mensen tevreden zijn,’ stelt Veenman. ‘Daar streef je ook naar, maar het is niet per se het doel van de behandeling.’ Hij illustreert het als volgt. ‘In mijn geboorteplaats woonden we tussen twee
die ander.” Ik wist dat ze ontevreden over de Groninger zou zijn, maar ook dat ze heel goed geopereerd zou worden. Ik krijg mensen die om pillen vragen. Soms schrijf ik ze voor, maar soms zeg ik nee. En dan zijn ze ontevreden.’ Menig instelling stuurt op klanttevredenheid. Emons en Leffers: ‘Als iemand zegt dat hij per se een AdHd-test wil, dan doen we dat. Want dan is hij tevreden en dat wil de instelling van ons. Vroeger weigerde je nog wel eens, omdat je vond dat het niet nodig was. Dat vonden we inhoudelijk beter te verantwoorden en het is bovendien goedkoper.’
4
nu het nog steeds te duur blijkt, worden er dbc-categorieën geschrapt Dat er dbc-categorieën geschrapt gingen worden, daar waren Emons en Leffers al bang voor bij de introductie van het systeem. Nu gebeurt dat inderdaad. Emons: ‘Dit jaar werden de v-codes, de aanpassingsstoornis en relatieproblemen geschrapt. Voor volgend jaar staan de meeste categorieën NAO (‘niet anderszins omschreven’) op de nominatie. Dat
6 2 D E P S YC H O LO O G / D E C E M B E R 2 0 1 3 DE VERZEKERAAR OF DE CLIËNT G E E RT J E K I N D E R M A N S
zijn juist de categorieën waar de meeste flexibiliteit in zit. En die flexibiliteit is nodig, omdat niet alles in dbc-hokjes te vangen is.’ Kinderen bij wie (nog) geen stoornis kan worden vastgesteld maar die wel zorgelijke psychische klachten hebben – bijvoorbeeld ten gevolge van een verstoorde hechting of ingrijpende gebeurtenissen – kunnen meer begeleiding nodig hebben om te voorkomen dat ze later bijvoorbeeld een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen. Van Sambeek geeft een voorbeeld: ‘Een kind dat opgroeit in een problematische gezinssituatie laat gedragskenmerken
Moet ik dan zeggen: ‘Sorry mensen, sla maar lekker door?’ Dat kan toch niet?
van AdHd zien. Verzekeraars willen dat je evidence based behandelt. Dus ga je psycho-educatie geven. Je gaat de medicatie goed instellen, terwijl je eigenlijk aan de relaties tussen de gezinsleden zou moeten werken, zodat er meer stabiliteit in de gezinssituatie komt.’ Daarmee geef je niet de optimale behandeling, aldus Van Sambeek. ‘Bovendien heeft zo’n behandeling als bijeffect dat het ouders minder motiveert iets aan hun eigen gedrag te doen. Want wij zeggen in feite: “Uw kind heeft AdHd en krijgt daar medicijnen voor.” Maar we zouden moeten zeggen: “Uw kind is druk en ongeconcentreerd, dat
heeft waarschijnlijk te maken met de situatie waarin het opgroeit en daar moet iets veranderen. Laten we dat eerst eens proberen, voor we de drukte bij het kind gaan behandelen.”’
5
Problemen worden niet meer vergoed, alleen stoornissen, want problemen los je zelf maar op of je betaalt ervoor De grens tussen stoornis en probleem is arbitrair en niet altijd goed te trekken. Vooral bij kinderen kan er sprake zijn van veel specifieke klachten, waarbij nog geen individuele stoornis is vast te stellen. Door de klachten in een vroeg stadium te behandelen, probeer je te voorkomen dat het tot een stoornis uitgroeit, aldus verschillende behandelaars die hier aan het woord komen. Maar er is te veel medicalisering. Kinderen krijgen te snel etiketten opgeplakt en de scheidslijn tussen eerste- en tweedelijn is te veel vervaagd, zo vond de overheid. Terechte zorgen, zegt Van Sambeek. ‘Maar door de vergoedingen zo te koppelen aan die classificatie, moedigen ze dat alleen maar aan. Normaal gesproken zou je eerst kijken of een minder zwaar middel aanslaat en daarna ga je verder kijken. Maar als mensen dat niet vergoed krijgen, zeg je nu vaker: “We noemen het vast AdHd en dan kunnen we altijd kijken of we het later moeten aanpassen.”’ Geen ziekte Zandstra windt zich op, niet eens over het onderscheid tussen stoornis en probleem, maar alleen al over het woord stoornis. ‘Weet je waarom het stoornis wordt genoemd en geen ziekte? Omdat het systeem uit Amerika komt. En als een Amerikaans psychiater of farmaceutisch bedrijf het waagt om het een ziekte te noemen, dan loopt die persoon of zo’n bedrijf
een grote kans aangeklaagd te worden. Want het is niet aangetoond dat het een ziekte is.’ Veenman nuanceert dat. ‘Ik vind het lastig, want de mensen die dit roepen, hebben soms filosofische uitgangspunten. Dat is prima, maar dan moet je geen geld vangen van de zorgverzekeraar. Soms is de scheidslijn lastig te trekken, maar het is te doen, er is ook onderzoek naar gedaan. En natuurlijk heb je nog een grijs gebied. De critici focussen op de tien procent die moeilijk is, en hebben het niet over de negentig procent waarbij het wel helder is.’ Afgezien daarvan kan het soms heel vervelend zijn om mensen weg te moeten sturen, realiseert Veenman zich. ‘Ik kreeg laatst een man doorverwezen en wat hij vertelde vond ik erg. Maar ik kon er met de beste wil van de wereld geen psychiatrische aandoening van maken.’ Het argument dat mensen eerst maar eens met hun buurvrouw moeten praten, vindt Veenman echter onzin. ‘De mensen die bij ons komen, hebben allang met hun buurvrouw gesproken. Ze hebben met de hele wijk gesproken! De meeste mensen die bij de ggz aankloppen, hebben een aandoening.’
6
misbruik – of erger: fraude – moet worden aangepakt Niemand is voorstander van fraude of misbruik. En hoewel onbekend is hoe vaak, komt het wel voor. Verzekeraars proberen daarom de touwtjes strakker in handen te krijgen. En daardoor komen hulpverleners steeds vaker voor dilemma’s te staan. Veenman geeft het volgende voorbeeld: ‘Stel ik krijg een melding van het meldpunt huiselijk geweld. Een man slaat zijn vrouw in elkaar – of andersom, dat komt ook vaak voor – met het verzoek behandeling in te zetten. Maar ik mag geen echtpaarbehandeling
D E P S YC H O LO O G / D E C E M B E R 2 0 1 3 6 3 DE VERZEKERAAR OF DE CLIËNT
declareren. Wat moet ik dan doen? Ik zie ernstig geweld, ik zie escalatie van geweld en ik heb de wettelijke plicht er iets aan te doen. Moet ik dan toch zeggen: “Sorry mensen, sla maar lekker door?” Dat kan toch niet?’ En de aanpassingsstoornis is eruit gehaald, maar die bestaat echt, vervolgt Veenman. ‘En daar zijn korte interventies uitermate adequaat. Laat je het lopen, dan kunnen mensen een depressie of angststoornis ontwikkelen en dat wordt duurder en gaat met meer leed gepaard. Dat kun je inhoudelijk bijna niet verantwoorden, dus daar verzin je iets op. Als het niet precies in een hokje past, dan duw je het in een hokje. En worden er hokjes geschrapt, dan duw je het dus in een ander hokje.’ Van Sambeek: ‘Soms heb ik een kind met ernstige klachten, voor wie ik geen passende dbc-classificatie kan vinden. Wat moet ik dan doen? Moet ik voor de verzekeraar kiezen of voor mijn cliënt en mijn vak?’ Emons en Leffers: ‘Het behandelen van relatieproblemen wordt niet meer vergoed. Maar als psychologen vinden dat er echt behandeld moet worden, plakken ze er een ander label op. En dat klopt ook wel. Dan is de vrouw depressief en de man is veel gaan drinken. Dus dan behandel je een depressieve stoornis bij de vrouw en middelenmisbruik bij de man. Dan zijn ze twee keer hun eigen bijdrage kwijt. Dus je kunt er ook voor kiezen om de vrouw te behandelen, met de man als nevencliënt.’
Andere focus Probleem daarbij is dat een andere manier van labelen doorwerkt in de behandeling. Emons: ‘Je krijgt iets minder oog voor de dynamiek tussen mensen, je kijkt meer naar de afzonderlijke
stoornissen. Dat gaat geleidelijk en impliciet en daarmee geef je niet de optimale behandeling.’ Van Sambeek herkent dit: ‘De
volgens – op de psychotische stoornis NAO na. Dan moeten we op zoek naar een nieuwe categorie.’ Behandelaars zoeken naar de
Zo verdien je bij een depressie in plaats van ruim 2100 euro in een paar minuten ineens bijna 4000 euro manier van kijken verandert. Dat is een sluipend proces en gaat niet altijd bewust.’ Ze haalt Amerikaans onderzoek aan waarin een casus werd rondgestuurd van lichte problematiek die niet voldeed aan dsm-criteria. ‘De case werd aan twee groepen psychologen voorgelegd, voor de ene groep liep de vergoeding via een verzekeraar en bij de andere groep niet. Bij de eerste groep was er een drie keer zo hoge kans dat de psychologen een dsm-diagnose vaststelden. Waarschijnlijk is er sprake van overdiagnose, omdat mensen steeds meer gewend raken in die termen te denken.’ Gz-psycholoog Hans Peters: ‘Als een dbc die in eerste instantie in aanmerking komt, niet meer vergoed wordt, kies je een dbc die daar heel dicht in de buurt ligt en die wel wordt vergoed en die je zorginhoudelijk nog net kunt verantwoorden. Iemand maakt iets mee en wordt daar somber van. Eigenlijk is dat een aanpassingsstoornis met depressieve kenmerken, maar dat wordt niet vergoed. Dus kies je voor de depressieve stoornissen NAO, die komen daar het dichtste bij. Vervolgens zien verzekeraars dat de NAO-categorieën toenemen, en die schrappen ze ver-
grens. Ze willen hun vak doen, kunnen dat inhoudelijk verantwoorden, maar helemaal gemakkelijk voelt het niet meer. Als Vissers echtparen behandelt, deelt hij de sessie op in twee keer drie kwartier individuele therapie, die ieder bij zijn eigen verzekeraar als individueel consult kan declareren. Dat ze samen zijn geweest, hoeft de verzekeraar niet te weten. Inhoudelijk kan Vissers dat wel verantwoorden. ‘Ik ervaar het niet als fraude, maar ik vind het wel ongemakkelijk, want het klopt niet helemaal.’ Dat ongemak bleek toen hij een echtpaar in zijn praktijk kreeg. Vissers legde uit hoe het werkte. Daarop legde de man uit dat hij een bobo in de verzekeringswereld was. ‘Ik schrok, maar hij heeft zich keurig aan mijn spelregels gehouden. Dat heeft hij dus voor zichzelf gedaan, terwijl hij met regels bezig was die dit moesten tegengaan. Zo absurd is het.’
Ik sjoemel niet, ik doe mijn werk Tot slot kwamen er ook felle reacties op de vraag: sjoemel je? Zoals Zandstra zegt: ‘Ik sjoemel niet, ik doe mijn werk zoals ik het hoor te doen als psychotherapeut. En ik moet daarbij aan een systeem meewerken
6 4 D E P S YC H O LO O G / D E C E M B E R 2 0 1 3 DE VERZEKERAAR OF DE CLIËNT G E E RT J E K I N D E R M A N S
dat niet klopt en dat zelfs tegen mijn beroepscode en -eer ingaat. Ik weiger dat. Ik kan ook zeggen: “jij bent een hoer! Want kijk maar: je hebt een kort rokje aan.” Als ik de regels stel, dan kan ik dat zeggen. Maar dat klopt toch niet?’ Dat partner/relatietherapie ‘eruit is geflikkerd’ vindt hij heel onredelijk. ‘Dat is een hele school. Ik blijf de techniek gebruiken, maar ik noem het anders. Ik behandel stellen vanuit een systemisch denkkader, want mijn ervaring zegt dat dat de beste resultaten geeft. En dat declareer ik dus zo. Ze krijgen allebei een rekening, maar ik heb ze gezamenlijk uitgenodigd. Dat een ander dat relatietherapie zou noemen, moet hij weten.’
Uutrarief Veenman stelt dat de intentie van het dbc-systeem integer is geweest. ‘Het ging om de vraag: wat doen hulpverleners nou eigenlijk? Maar er is iets wonderbaarlijks uitgekomen. Het idee was dat je voor uiteenlopende diagnoses als angst, depressie en schizofrenie verschillende tarieven kunt rekenen. Maar het uurtarief verschilt eigenlijk niet zoveel. En dan is de vraag: waarom hanteer je geen eenduidig tarief?’ Het lastigste probleem vindt hij het getrapte systeem. ‘Voor een behandeling van 801 minuten krijg ik even veel geld als voor een behandeling van 1799 minuten. En heb ik 1799 minuten achter de rug en ik bel even met de huisarts, dan heb ik 1801 minuut behandeld en in die twee minuten verdien ik een vermogen.’ Zo verdien je bij een depressie in plaats van ruim 2100 euro ineens bijna 4000 euro. Veenman: ‘Dat impliceert dat het systeem niet deugt. Natuurlijk letten hulpverleners daarop. Men vindt dat je geen minuten mag tellen. Maar het systeem roept dat op, omdat het verschil zo enorm is.’
Soms schrijf ik pillen voor, maar soms zeg ik nee. En dan zijn cliënten ontevreden Nuchtere bedrijfsvoering Het uitgangspunt was dat het tarief een gemiddelde is; als je niet op de minuten let, kom je gemiddeld goed uit. Veenman weerspreekt dat. ‘Dat klopt voor grotere instellingen, want dan middelt het uit. Maar als je alleen werkt of in een kleinere praktijk, is dat niet het geval. Als je tien cliënten hebt van 1700 minuten dan vliegt je dbc uurtarief omlaag. Tenminste, als je dat niet compenseert. Als je er niet een beetje over nadenkt, doe je je bedrijf tekort. Hier is fraude absoluut niet aan de orde, dit is een kwestie van heldere en nuchtere bedrijfsvoering. En het perverse van het dbc-systeem is, vind ik, dat als je een parameter in de behandeling introduceert die er eigenlijk niet in thuishoort.’ Dat verzekeraars hier vervolgens rekening mee gaan houden, en voor dit soort uitschieters een lager tarief uitbetalen, maakt hem boos. ‘Ik heb behandeltrajecten die ik integer afsluit, waarbij ik op een hoger tarief uitkom. Vervolgens beschuldigt de verzekeraar mij van fraude. Dat vind ik volkomen onterecht. Ze suggereren dat behandelaars a priori frauderende mensen zijn.’ De financieringsstructuur gaat vanaf januari 2014 veranderen. Volgens Peters kan dat een oplossing zijn voor sommige problemen. Veenman is echter kritisch. ‘Wat er nu gebeurt met de basis ggz: alle verzekeraars hebben besloten om alles wat korter is dan 800 minuten af te titelen als basis ggz. Dat noem ik fraude, want daarmee zet je het dbc-systeem op zijn kop. Het dbcsysteem laat toe dat je in de tweede lijn
kort behandelt. Dat doe je bijvoorbeeld bij bipolaire patiënten die lithium hebben. Die controleer je regelmatig, je moet de vinger aan de pols houden, vroegtijdig interveniëren opdat zij niet manisch gaan ontremmen.’ Inderdaad ziet Veenman een uurtarief van iets meer dan 115 euro als oplossing. ‘Dat kun je maximeren. Dat is een veel hygiënischer manier.’ Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. Of zoals Emons stelt: ‘Gesjoemel? Fraude in de ggz? Ik noem het eerder een potje worstelen – worstelen over de grenzen van wat toelaatbaar is. Want het kán dus niet wat er nu gebeurt.’
Over de auteur Drs. Geertje Kindermans is schrijvend redacteur van De Psycholoog. E-mail: geertje@ psynip.nl.
wordt vervolgd? Wat is uw mening? Vindt u dat er niet te werken is met het systeem? Heeft u voorbeelden van grote dilemma’s waar u regelmatig voor geplaatst wordt? Wordt het vak op deze manier uitgehold? Zijn er andere zaken die u storen? Of vindt u dat het allemaal wel meevalt, het was misschien een beetje wennen, maar het gaat eigenlijk prima? Laat het ons weten. We blijven op zoek naar mensen die erover willen vertellen, anoniem of niet. E-mail:
[email protected].
colofon
Coaching in Organisaties – COACHEN ALS PROFESSIE –
LEERGANG COACHING Competenties coach NOBCO-EMCC
De Psycholoog is het maandblad van het Nederlands Instituut van Psychologen, de beroepsvereniging van psychologen. De Psycholoog verschijnt elke eerste week van de maand (behalve in augustus) in een oplage van 14.000 exemplaren. Voor mensen met een leeshandicap verschijnt De Psycholoog in gesproken vorm op Daisy cd-rom. Informatie: Dedicon, Postbus 24, 5360 AA Grave, telefoon 0486-486486, e-mail:
[email protected]. Redactiebureau: Vittorio Busato (hoofdredacteur), Jeroen van Goor (bureau-/eindredactie) en Geertje Kindermans (schrijvend redacteur). e-mail:
[email protected]. ISSN: 0033-3115. Eindcorrectie: Else de Jonge Vormgeving: Curve, grafische vormgeving bNo, Henk Stoffels en Thomas Gaarthuis. Advertenties, abonnementen en bladmanagement: Performis Media, telefoon 073 6895889, e-mail
[email protected]. Uitgave en ledenadministratie: NIP-bureau, Postbus 2085, 3500 GB Utrecht. Telefoon 030-8201500 (9.00-17.00 uur). IBAN code: NL81INGB00003788 02 , SWIFT code: INGBNL2A. www.psynip.nl, e-mail:
[email protected]. Coverfoto: Herman Wouters. Wilt u reageren op een artikel of wilt u een discussie starten naar aanleiding van een artikel in De Psycholoog, surf dan naar Linkedin: http://alturl.com/wz95u
• Leergang Coaching NOBCO
(HR/MD) managers, professionals en (interne) coaches • Training Coachend Leiderschap • Teamcoachen/
oplossingsgericht coachen
• Persoonlijke coaching • Executive coaching • Loopbaancoaching &
Outplacement
Sponsor NOBCO Conferentie
Coaching in Organisaties PA RTN ERS IN OPLOSSIN G SG ERICH T COA CH EN
MANAGEMENT DEVELOPMENT
06 46065362
ORGANISATIEONTWIKKELING
www.kuincoaching.nl
SENIOR COACHES/TRAINERS
[email protected]
Een greep uit het nieuwe opleidingsaanbod 2014 • Verkorte opleiding tot klinisch psycholoog voor psychotherapeuten • Basiscursus cognitieve gedragstherapie met aandachtsgebied ouderenzorg • Basis- en verdiepingscursus schematherapie • Gedrags- en stemmingsproblemen bij dementie • Autismespectrumstoornissen bij ouderen
De RINO Groep feliciteert het NIP met haar 75-jarig bestaan!
Vraag het programmaboek aan:
www.rinogroep.nl/aanvraag St. Jacobsstraat 12-14 | 3511 BS Utrecht | T (030) 230 84 50 | E
[email protected]
M E N S EN K ENNIS