DB-vergadering 29-06-2009
Agendapunt 13
Onderwerp Evaluatie waterschapsverkiezingen 2008 Portefeuillehouder(s) J.J. Schrijen Afdeling Middelen Bestuursprogramma / Waterbeheersplan Niet van toepassing Programma begroting Bestuur, externe communicatie en belastingen Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie WS Dagelijks bestuur Algemeen bestuur
29 juni 2009 25 augustus 2009 – – 14 september 2009 29 september 2009
Voorstel 1. kennis nemen van de Evaluatie waterschapsverkiezingen 2008; 2. deze evaluatie ter kennisneming agenderen voor de commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden.
Toelichting De waterschapsverkiezingen 2008 worden landelijk geëvalueerd door de Unie van Waterschappen, door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en door de Commissie van Advies Waterstaatswetgeving. Bij deze evaluaties is ons waterschap berokken via deelname aan enquêtes, interviews en consultatierondes.
./.
In de commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden is al enige informatie over de landelijke evaluaties verstrekt en is afgesproken dat de uitkomsten van de landelijke evaluaties in de vergadering van 25 augustus 2009 besproken zullen worden. De commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden heeft gevraagd om aanvullend op de landelijke evaluaties ook de aspecten die niet landelijk zijn opgepakt kort te evalueren. Daartoe is de bijgevoegde evaluatie opgesteld. De landelijke evaluaties zijn daarin niet meegenomen.
090730/DRU
1/2
Om toch een totaalbeeld te verkrijgen zal tijdens de vergadering de stand van zaken met betrekking tot de landelijke evaluaties en het Uniestandpunt dienaangaande mondeling worden toegelicht. Deze toelichting zal ook worden gegeven tijdens de vergadering van de commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden van 25 augustus 2009. ./. ./. ./.
Ter informatie treft u bijgaand verder nog aan een brief van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 19 juni 2009 naar aanleiding van de landelijke evaluaties, alsmede een persbericht van het Ministerie van verkeer en Waterstaat dienaangaande. Tenslotte is bijgevoegd een brief van Waterschap Aa en Maas van 16 juni 2009 naar aanleiding van de evaluatie ‘Samen naar beter’, die is uitgevoerd in opdracht van de Unie van Waterschappen. Beoogd effect Het algemeen bestuur informeren over de uitkomsten van de verschillende evaluaties van de waterschapverkiezingen 2008. De secretaris/directeur wnd.,
ing. J.M.G. In den Kleef
090730/DRU
2/2
EVALUATIE VERKIEZINGEN 2008 WATERSCHAP ROER EN OVERMAAS Inleiding De waterschapsverkiezingen van 2008 worden landelijk geëvalueerd door de Unie van Waterschappen, door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en door de Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving (CAW). Deze evaluaties zijn voor alle waterschappen van belang en hebben betrekking op de aspecten die bij de verkiezingen landelijk zijn georganiseerd en gecoördineerd. Door middel van enquêtes, interviews en consultatierondes neemt ons waterschap deel aan de evaluaties van de unie en van het ministerie. De evaluatie van de CAW heeft met name betrekking op de wetstechnische aspecten. Ofschoon het grootste deel van de waterschapsverkiezingen wordt meegenomen in de landelijke evaluaties is een aanvullende evaluatie specifiek betrekking hebbend op het Waterschap Roer en Overmaas gewenst omdat deze van belang zijn voor de keuzes die gemaakt moeten worden met betrekking tot de volgende verkiezingen in 2012. Ook het waterschap Peel en Maasvallei moet daarbij genoemd worden omdat beide Limburgse waterschappen nauw hebben samengewerkt bij de aspecten die niet landelijk zijn aangepakt. De samenwerking met waterschap Peel en Maasvallei heeft zich met name gemanifesteerd op het gebied van communicatie en afstemming van werkwijze en presentatie. In deze evaluatie worden de onderdelen uit de landelijke evaluaties niet meegnomen. De inhoud daarvan wordt als bekend verondersteld en kortheidshalve wordt daarnaar verwezen. Projectorganisatie In november 2007 is het Projectplan vastgesteld voor de in 2008 te houden waterschapsverkiezingen. In het projectplan zijn de doelen van de verkiezingen geformuleerd. De verkiezingen moesten democratisch en rechtsgeldig verlopen en ertoe leiden dat ons waterschap in januari 2009 zou beschikken over een nieuw algemeen bestuur. Wat betreft de opkomst is in het projectplan als doel gesteld om een opkomstpercentage te bereiken dat vergelijkbaar of hoger zou zijn dan in 2004. Ter uitvoering van het projectplan is naast de projectleiding een stuurgroep ingesteld, een projectgroep en een werkgroep communicatie. Verkiezingsproces Het verkiezingsproces kan worden opgedeeld in fasen: de opbouw van de bestanden, het registreren van groeperingen en kandidaten en als derde fase de stemming en de uitslag. Bestandsopbouw In een goede samenwerking tussen enerzijds de Limburgse waterschappen en het Waterschapsbedrijf Limburg en anderzijds het automatiseringsbedrijf Midex is de voorbereiding getroffen voor de opbouw van het kiezersbestand en als voorbereiding daarop een registratie van belangengroeperingen, kandidatenlijsten en toets van ondersteuners en gemachtigden. Het feit dat het automatiseringsbedrijf een dependance had in het gebouw van het waterschapsbedrijf zorgde voor 'korte lijnen' en heeft dan ook zijn voordeel gehad. De feitelijke bestandsopbouw is zondermeer goed verlopen. Als basis zijn de GBAbestanden, in combinatie met de belastingbestanden gebruikt. Gebleken is dat de belastingbestanden in vergelijking met 2004 zeer actueel waren. Dit bleek temeer nu na verzending van de stempakketten slechts ± 150 pakketten wegens onbestelbaar zijn terugontvangen.
090730/DRU
1/4
Aan de nabestaanden van overledenen, na de datum van bestandsfixatie, is vóór de toezending van het stempakket een excuusbrief gezonden. Deze actie is positief ontvangen. Het Waterschapshuis verzorgde het beheer van de landelijke bestanden. Uit veiligheidsoogpunt had het waterschap alleen toegang tot de bestanden via een beveiligde internetlijn met wachtwoord en –dagelijks gewijzigde- toegangscode. Slechts enkele personen bij ons waterschap waren geautoriseerd, ieder voor hun eigen taakonderdeel. Het betrof de bestanden rond de registratie van groeperingen, de kandidaatstelling, het verstekken van vervangende stempakketten/blokkeren van uitgegeven pakketten, GBA, stemopneming en uitslag. De projectleider en een medewerker AJZ hebben meerdere instructiedagen gehad. Zowel de toegang als het invoeren van gegevens was zeer bewerkelijk hetgeen relatief veel tijd heeft gekost. Er zijn momenten geweest dat de landelijke capaciteit onvoldoende bleek en het systeem haperde. Onder andere door buiten kantooruren te werken werd piekbelasting verminderd. Registratie groepringen en kandidaten Ondanks publiciteit is de animo voor het laten registreren van groeperingen uiteindelijk beperkt gebleven tot negen groeperingen. Wettelijk is bepaald dat een groepering een stichting of vereniging dient te zijn. Vijf groeperingen blijken ieder het zelfde bestuur te hebben en alle vijf zijn geregistreerd onder de naam 'Waterbelang', gevolgd door een lokale aanduiding. Dit heeft de landelijke pers gehaald. Bij Waterschap Peel en Maasvallei hebben zich op gelijke wijze vier groeperingen gemanifesteerd. De verkiezingswetgeving sluit deze constructie niet uit. Het vooraf aanbieden van concept-kandidaatstellingsstukken heeft zijn vruchten afgeworpen. In totaal hebben de negen groeperingen 143 kandidaten geleverd. Stemming en uitslag Het opkomstpercentage bij ons waterschap bedroeg 23,6%. Dit was lager dan in 2004 (26,3%), maar landelijk gezien niet afwijkend. 11% van de stemmen bij ons waterschap was ongeldig. Een hoog percentage ‘fout geboortejaar ingevuld/ongeldige kandidaat aangegeven’ is hier debet aan. Communicatie Vanuit de Unie van Waterschappen (met bijdragen van alle waterschappen) is een grootschalige landelijke campagne opgezet. Aanvullend aan de landelijke campagne heeft ons waterschap samen met Peel en Maasvallei een communicatiecampagne opgezet om de opkomst bij de waterschapsverkiezingen te bevorderen. De communicatiecampagne van de Unie van Waterschappen en van de beide Limburgse waterschappen heeft een breed publiek bereikt. De campagne was zeer herkenbaar (groene vlot in het water) en duidelijk aanwezig in het straatbeeld en op radio en TV. Vrijwel iedere inwoners is wel een keer met de campagne in aanraking gekomen. Om die reden was het een goede keuze om als Limburgse waterschappen mee te liften op de herkenbaarheid van de landelijke campagne, en om niet een eigen campagnestijl te ontwikkelen. Door het algemeen bestuur is gekozen voor een sobere aanvullende campagne met een maximumbudget van € 100.000,-. Aan de verwachting dat de groeperingen en de kandidaten zelf ruime aandacht zouden besteden aan campagneactiviteiten is in de praktijk niet voldaan.
090730/DRU
2/4
De communicatiemiddelen die regionaal zijn ingezet waren het plaatsen van verkiezingsborden bij de gemeenten (werd niet zo veel gebruik van gemaakt en was relatief duur; een brief staatssecretaris met een beroep aan de gemeenten om dit gratis te doen kwam te laat), het aanbrengen van eigen posters op de verkiezingsborden (waren te klein), het stickeren van de dienstauto’s, het plaatsen van artikelen op gemeentepagina’s, een verkiezingsbijlage in de nieuwsbrief, Freecards (gratis ansichtkaarten), doorplaatsen van de landelijke commercials op lokale radio en TV, verkiezingsdebat (opkomst was minimaal en de publiciteit in de pers was negatief), perscontacten en info op de eigen website (was goed en de toekomstige mogelijkheden zijn nog veel ruimer). Ondanks de campagne is de opkomst achtergebleven bij die van vier jaar geleden. Dit rechtvaardigt de conclusie dat de inzet van meer, of andere communicatiemiddelen waarschijnlijk slechts een marginaal effect zou hebben op de opkomst. Enkele waterschappen hebben een grootschalige eigen campagne opgezet, met een groot aantal opvallende communicatiemiddelen en (waarschijnlijk) een groter budget dan de Limburgse waterschappen. Desondanks vertalen deze inspanningen zich niet in een hogere opkomst. Zowel het aanhaken bij de landelijke campagne als de regionale samenwerking met WPM zijn goede keuzes geweest en voor herhaling vatbaar. Wel moet gesteld worden dat de twee Limburgse waterschappen soms uiteenlopende ideeën hadden over de aanpak van bepaalde zaken. Op de keuze om samen te werken dient te worden aangevuld: samenwerken waar mogelijk en gewenst, en daar waar dit niet gewenst is elkaar vrijlaten om eigen keuzes te maken. Kosten Voor het totale project heeft ons bestuur een krediet beschikbaar gesteld van € 840.000,-. Van dit bedrag is als taakstellend budget een bedrag € 100.000,- voor eigen communicatie bestemd. De kosten van de collectieve activiteiten zoals landelijke communicatie, automatiseringskosten en kosten van drukwerk stempakketten en responseverwerking heeft de Unie van Waterschappen voorgeschoten. De waterschappen betalen, via een verdeelsleutel, het totaal aan landelijke kosten. Geraamd: • Bijdrage landelijk project • Eigen communicatie • Onvoorzien Gerealiseerd: • Bijdrage landelijk project • Eigen communicatie
€ € € €
708.000,-100.000,-32.000,-840.000,--
€ € €
745.396,-94.585,-839.981,--
Conclusie − Het verkiezingsproject is procesmatig goed verlopen (Alle acties en formele besluiten zijn conform wetgeving en planning genomen), maar het opkomstpercentage is lager dan gewenst (landelijk gezien echter niet afwijkend) − De communicatiecampagne heeft niet geleid tot een hogere opkomst. (Samenwerking met WPM was goed, maar in de toekomst elkaar meer vrijlaten om eigen keuzes te maken)
090730/DRU
3/4
−
−
− −
De wettelijk vereiste opname van het geboortejaar op het stembiljet heeft tot veel verwarring en ongeldige stembiljetten geleid. In combinatie met het op een ongeldige manier, of geheel niet, aankruisen van een kandidaat heeft dit bij ons waterschap per saldo geleid tot 11% ongeldige stemmen Er hebben zich geen procedures aangediend, behalve dat na de verkiezingen de Stichting 'Wij vertrouwen stemcomputers niet' een beroep heeft gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur. Bij alle waterschappen is een verzoek ingediend om inzage in alle relevante stukken rond de verkiezingen. De Unie van Waterschappen coördineert de behandeling van dit verzoek. Het kiezersbestand was actueel en van goede kwaliteit. De verkiezingskosten zijn binnen het budget gebleven. ■
090730/DRU
4/4
1
1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG
Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070 351 61 71 F 070 351 78 95 Contactpersoon T Ons kenmerk VenW/DGW- 2009/680
Datum 19 juni 2009 Onderwerp Effecten Wet modernisering Waterschapsbestel
Uw kenmerk 2009Z10469/2009D29639 Bijlage(n) 4
Geachte voorzitter, In december 2007 is de Wet modernisering waterschapsbestel in werking getreden. De wet betreft een vereenvoudiging en modernisering van het belastingstelsel, de bestuurssamenstelling en het verkiezingsstelsel van waterschappen. In november 2008 hebben de eerste waterschapsverkiezingen “nieuwe stijl” plaatsgevonden en in 2009 wordt voor het eerst belasting geheven conform het gemoderniseerde belastingstelsel. Om de effecten van de Wet modernisering waterschapsbestel in beeld te brengen is een viertal evaluaties uitgevoerd. Bijgevoegd bied ik u mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties de eindrapportages van deze vier studies aan. Eén evaluatie gaat over de effecten van het nieuwe belastingstelsel. De drie andere evaluaties zien op de waterschapsverkiezingen.
Effecten belastingstelsel In opdracht van de Unie van Waterschappen is het rapport Evaluatie effecten nieuw belastingstelsel. Advies aan de Unie van Waterschappen (Tauw B.V. en Van den Bosch & Partners) opgeleverd. Bevindingen In de evaluatie worden de effecten van het in de Wet modernisering waterschapsbestel vereenvoudigde belastingstelsel bekeken. Er kwamen onder andere minder mogelijkheden voor de algemene besturen om variaties aan te brengen in de toedeling van de kosten aan de verschillende categorieën van belastingplichtigen. Hierdoor zijn de verschillen tussen tarieven afgenomen. Deze stelselwijziging brengt een lastenverschuiving met zich mee. Over deze lastenverschuiving zijn in de memorie van toelichting uit juni 2006 verwachtingen uitgesproken. In de evaluatie is gekeken hoe de tarieven en de kostenverdeling feitelijk zijn uitgepakt.
a
Pagina 1 van 6
De evaluatie laat het volgende beeld zien inzake de verdeling van de kosten over de groepen van belastingplichtigen: De totale opbrengst in 2004 was € 1.828 miljoen. Huishoudens betalen hiervan € 1266 miljoen en in 2009 gecorrigeerd € 1345 miljoen. Bedrijven dragen hier € 401 miljoen aan bij en in 2009 gecorrigeerd € 381 miljoen. De agrarische sector brengt € 116 in en in 2009 gecorrigeerd € 81 miljoen. Het aandeel van natuurterreinen bedraagt € 14 miljoen en in 2009 gecorrigeerd € 1 miljoen. Overige ongebouwd ten slotte, betaalt hiervan € 30 miljoen en in 2009 gecorrigeerd € 21 miljoen.
Datum 19 juni 2009 Ons kenmerk VenW/DGW- 2009/680
De relatieve verschuivingen in vergelijking met de bedragen uit de memorie van toelichting zien er als volgt uit: - In zijn algemeenheid geldt dat de lastenverschuivingen voor de groepen huishoudens (stijging), bedrijven (daling), agrarische sector (daling), eigenaren van natuurterreinen (daling) en eigenaren van overige ongebouwde terreinen (daling) zich bewegen in de richting zoals in de memorie van toelichting is ingeschat. - De lastenstijging voor de huishoudens is € 79 miljoen in plaats van € 90 miljoen; stijging 6,2% in plaats van 7,1%. - De lastendaling voor de bedrijven is € 22 miljoen in plaats van € 8 miljoen; daling 5,4% in plaats van 2,0%. - De lastendaling voor de agrarische sector is € 35 miljoen in plaats van € 56 miljoen; daling 29,8% in plaats van 48,2%. - De lastendaling voor de natuurterreinen is € 13 miljoen in plaats van € 12 miljoen; daling 94,0% in plaats van 86,0%. - De lastendaling voor de overige ongebouwde terreinen is € 9 miljoen in plaats van € 14 miljoen; daling 30,7% in plaats van 46,7%. Uit de analyse blijken ook de oorzaken van de verschillen. Met name een veel hogere waarde van de (spoor)wegen dan waarmee is gerekend voor de memorie van toelichting, een hoger gemiddeld ingezetenenpercentage en een hogere overheveling dan verwacht van de kosten voor passief kwaliteitsbeheer (deze zijn als basis voor de waterzuiveringsheffing overgegaan naar de watersysteemheffing) blijken ten grondslag te liggen aan de afwijkingen tussen de inschattingen in de memorie van toelichting en de werkelijkheid in 2009. De memorie van toelichting is beperkt tot een verwachting op macroniveau. In het rapport is, naast de effecten op macroniveau, ook gekeken naar de veranderingen per waterschap voor een aantal standaardprofielen tussen de tarieven in 2008 en die in 2009. Uit deze microcijfers per waterschap blijkt dat de mate van lastenontwikkeling sterk verschilt per profiel en per waterschap. Gevolgen voor regelgeving De uitkomsten van de evaluatie van het belastingstelsel geven mij geen aanleiding tot een nieuwe wijziging van het belastingstelsel. Op macroniveau wijken de daadwerkelijk optredende effecten van de vereenvoudiging niet wezenlijk af van de verwachte effecten. Daarbij is in de periode 2006 – 2009 de stijging van de belastingopbrengsten van de waterschappen 7%; dit is ongeveer gelijk aan de inflatie in dezelfde periode.
Pagina 2 van 6
Twee groepen van belastingplichtigen verdienen extra aandacht: de agrarische sector en de huishoudens. Uit de evaluatie blijkt dat de lastenvermindering voor de agrarische sector achterblijft bij de verwachting uit de memorie van toelichting. De totale bijdrage van de sector is echter aanzienlijk verminderd, namelijk met bijna 30%. Absoluut gezien draagt de sector een gering aandeel van de totale kosten, namelijk ruim 4% van het totaal.
Datum 19 juni 2009 Ons kenmerk VenW/DGW- 2009/680
De bijdrage van de huishoudens is toegenomen tot bijna 75%. De toename is echter lager dan verwacht in de memorie van toelichting. Deze verhoging wordt voornamelijk opgebracht door de eenpersoonshuishoudens en de eigenaren van de duurdere koopwoningen. Dit is een logische verschuiving als de rekening voor de zuiveringsheffing wordt gebaseerd op vervuilingseenheden. Met de gemoderniseerde Waterschapswet hebben de waterschappen een nieuw instrument ter beschikking om de verdeling over één- en meerpersoonshuishoudens te veranderen. De gemoderniseerde Waterschapswet introduceert de mogelijkheid om de zuiveringsheffing te baseren op feitelijk drinkwaterverbruik. De waterschappen hebben tot nu toe nog geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid die de wet biedt om te komen tot een verdeling die minder lasten bij éénpersoonshuishoudens legt. Ik zal deze mogelijkheid benadrukken in een gesprek met de Unie van Waterschappen. Al met al zie ik geen aanleiding om het systeem op dit moment te herzien. Bij de evaluatie van de gehele Waterschapswet (vijf jaren na inwerkingtreding) zal het systeem, met name als het gaat om de wijze waarop de kosten worden toebedeeld aan de agrarische sector, worden meegenomen.
Verkiezingen Ter evaluatie van de waterschapsverkiezingen zijn drie rapporten opgeleverd. -
De stemming gepeild. Evaluatie waterschapsverkiezingen 2008 (Research voor Beleid) Dit is een feitelijke evaluatie uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat op basis van artikel IVa van de Wet modernisering waterschapsbestel naar het verloop van de waterschapsverkiezingen in 2008 met de focus op de uitwerking van de wijzigingen in de Waterschapswet.
-
Samen naar beter. Evaluatie landelijke waterschapsverkiezingen 2008 (BMC Onderzoek) Hierbij gaat het om een evaluatie in opdracht van de Unie van Waterschappen met de focus op de uitvoeringsaspecten van de door de waterschappen gezamenlijk georganiseerde waterschapsverkiezingen.
-
Belangenrepresentatie in het waterschapsbestuur (Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving (CAW) met medewerking van de staatsrechtgeleerden Kortmann en Elzinga) Het betreft het door mij gevraagde en in mijn brief aan de Eerste Kamer van 21 oktober 2008 (Kamerstukken I 2008-2009, 30601, F) aangekondigde advies van de CAW over de samenstelling van het waterschapsbestuur in het licht van de taak van de waterschappen en de procedure van de invulling van
Pagina 3 van 6
het bestuur, in het bijzonder de verkiezingsmethodiek voor de geborgde zetels. Bevindingen Het beeld dat naar voren komt uit de evaluaties van de onderzoeksbureaus Research voor Beleid en BMC Onderzoek komt op hoofdlijnen overeen. Zij concluderen dat bij alle waterschappen rechtmatige verkiezingen hebben plaatsgevonden en tijdig nieuwe besturen zijn ingesteld. De verdeling van zetels over de verschillende categorieën in de algemene besturen van de waterschappen is veranderd. Ook de dagelijks besturen van de waterschappen hebben een andere samenstelling gekregen, onder meer veroorzaakt door een proces van coalitievorming. De benoemingsprocedures voor de geborgde zetels zijn conform de afspraken hierover met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat verlopen en hebben goed gewerkt. Voor de categorie ingezetenen is de opkomst ongeveer gelijk aan de opkomst in 2004, grofweg tussen de 20 en 30 procent. Verstedelijking lijkt de belangrijkste verklaring voor regionale verschillen in opkomst tussen waterschappen. In verstedelijkte gebieden blijft de opkomst achter ten opzichte van het platteland.
Datum 19 juni 2009 Ons kenmerk VenW/DGW- 2009/680
Uit de evaluaties komt verder naar voren dat de verkiezingscampagne geleid heeft tot een grotere bekendheid van de waterschapsverkiezingen, maar dat deze het belang dat aan de waterschapsverkiezingen gehecht wordt, niet heeft vergroot. Vooral de rol van de waterschapsbesturen en daarmee die van de verkiezingen blijft onduidelijk voor de kiezer. De onderzoekers stellen dat tijdig met de voorbereidingen voor de volgende verkiezingen in 2012 moet worden begonnen. Uit de evaluatie in opdracht van de Unie van Waterschappen komt ook naar voren dat het opkomstpercentage hoger zou zijn geweest als naast poststemmen ook internetstemmen zou zijn aangeboden. Het percentage ongeldige stemmen was hoog, bijna 10 procent. Dit werd veroorzaakt door onvolkomenheden in het stembiljet. Het lijstenstelsel heeft ervoor gezorgd dat verschillende groeperingen hebben meegedaan aan de verkiezingen en zetels hebben behaald. Bij de verkiezingen voor ingezetenen hebben de politieke partijen meegedaan, de partij Water Natuurlijk, de Waterschapspartij en lokale lijsten. De adviesaanvraag aan de CAW had betrekking op de samenstelling van het waterschapsbestuur in het licht van de taak van de waterschappen en de procedure van de invulling van het bestuur, in het bijzonder de verkiezingsmethodiek voor de geborgde zetels. Reservering van zetels voor specifieke belangencategorieën in het waterschapsbestuur past naar het oordeel van de CAW bij de taak en het functionele karakter van het waterschap. De belangenafweging door de waterschappen is de afgelopen decennia verbreed. De taak van het waterschap is wettelijk echter steeds beperkt gebleven tot de waterstaatszorg. Anders dan bij het algemeen bestuur van Rijk, provincie en gemeente het geval is, heeft het waterschap geen 'open' maar een 'gesloten huishouding'. Gegeven de afgebakende taak van het waterschapsbestuur is het volgens de CAW nog steeds terecht om te spreken van 'functioneel bestuur'.
Pagina 4 van 6
De CAW concludeert dat de gehanteerde benoemingsmethodiek voor geborgde zetels niet in strijd is met artikel 4 van de Grondwet. De Grondwet laat de wetgever vrij om specifieke zetels in het waterschapsbestuur te doen bezetten door benoeming dan wel door verkiezing. Vanuit staatsrechtelijk oogpunt is de ene vorm niet minder aanvaardbaar dan de andere. De keuze dient op politiekbestuurlijke gronden gemotiveerd te worden.
Datum 19 juni 2009 Ons kenmerk VenW/DGW- 2009/680
Gevolgen voor regelgeving Gezien de enorme opgave waar we de komende jaren voor staan op het gebied van waterveiligheid is de uitvoeringskracht van de waterschappen van essentieel belang om voortvarend aan de slag te blijven. De inbreng van expertise vanuit de waterschappen is daarbij van groot belang. De kracht van waterschappen is dat zij uitsluitend het belang van goede waterstaatszorg behartigen. Via hun heffingen genereren zij middelen om hun taken te bekostigen, terwijl deze niet kunnen worden aangewend voor andere belangen 1 . Om de belastingen te legitimeren zijn democratisch gekozen waterschapsbesturen een vereiste. Het voortbestaan van waterschappen met de huidige taken en bevoegdheden zonder verkiezingen is daarom niet mogelijk. Om deze redenen ben ik voorstander van waterschappen, waarin besturen van waterschappen democratisch worden gekozen. Gezien de evaluaties en debatten in de Tweede Kamer wil ik wel de komende tijd een aantal alternatieve mogelijkheden voor de waterschapsverkiezingen verkennen om eventueel verbetering aan te brengen in het verkiezingsproces. Ik wil hierbij twee richtsnoeren hanteren: De democratische legitimiteit voor het heffen van belastingen moet worden gewaarborgd op een efficiënte en effectieve wijze en met draagvlak. De waterschappen zijn een functioneel bestuur waarbinnen een juiste balans tussen de inbreng van specifieke belangengroeperingen en politieke partijen moet zijn. Op basis van deze constellatie blijven er vier mogelijkheden over die ik in de komende periode verder wil onderzoeken en bespreken: De mogelijkheid dat de leden van het waterschapsbestuur worden verkozen door de leden van de gemeenteraden van de inliggende gemeenten of door leden van de provinciale staten van de provincie(s) waarin het waterschap is gelegen; De mogelijkheid waarin de geborgde (of gereserveerde) zetels verder worden uitgebreid of juist afgeschaft; Een combinatie van deze modellen; en De mogelijkheid waarbij de waterschapsverkiezingen, door gelijktijdig stemmen, aanhaken bij de gemeenteraadsverkiezingen of de verkiezingen van provinciale staten. Bij de nadere uitwerking hiervan wordt ook de mogelijkheid betrokken om de verkiezingen onder de Kieswet te brengen.
1
Uit de rijksmiddelen wordt alleen de aanleg van de primaire waterkeringen gefinancierd. Pagina 5 van 6
Verdere procedure
Datum 19 juni 2009
De keuze voor een hiervoor geschetste mogelijkheid of een variant hierop kan een fundamentele wijziging van het huidige verkiezingsstelsel betekenen. Dit vereist een zorgvuldig traject waarin de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden in kaart worden gebracht, en tevens overleg plaatsvindt met betrokken organisaties zoals Interprovinciaal Overleg, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Unie van Waterschappen, Vereniging Eigen Huis, het Bosschap, de Kamers van Koophandel, Land- en Tuinbouworganisatie Nederland, enzovoorts. Na deze consultatie zal ik de Tweede Kamer nader informeren. Graag ga ik het debat hierover met uw Kamer aan.
Ons kenmerk VenW/DGW- 2009/680
Parallel aan dit traject wil ik binnen het kader van de huidige wet voor de waterschapsverkiezingen in 2012 bezien op welke wijze de huidige systematiek van poststemmen kan worden geoptimaliseerd. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Pagina 6 van 6
Kabinet wil verkiezingen waterschappen verbeteren Nieuwsbericht | 19-06-2009
Uit de evaluatie van de waterschapsverkiezingen blijkt dat er aanleiding is om onderzoek te doen naar alternatieve mogelijkheden voor deze verkiezingen. De opkomst van de verkiezingen is laag, maar de waterschappen verdienen een stevig democratisch draagvlak. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat, mede namens staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ingestemd met toezending van een brief over dit onderwerp aan de Tweede Kamer. Het kabinet wil onderzoeken of bijvoorbeeld gemeenteraden of Provinciale Staten de waterschapsbesturen voortaan zouden moeten kiezen in plaats van de burger. Daarnaast wordt bezien of de directe waterschapsverkiezingen wellicht beter gelijktijdig met gemeenteraadsverkiezingen of de verkiezingen van Provinciale Staten georganiseerd kunnen worden. In 2007 is de Wet modernisering waterschapsbestel in werking getreden. Met deze wet is het belastingstelsel vereenvoudigd, de samenstelling van het bestuur veranderd en het verkiezingsstelsel gewijzigd. Het streven is om daarmee te komen tot een transparanter belastingstelsel, een sterkere band tussen kiezer en kandidaten en een hogere democratische legitimiteit. Om te toetsen of de nieuwe wet inderdaad deze effecten heeft gehad zijn vier verschillende evaluaties uitgevoerd. Eén daarvan gaat in op de effecten van het nieuwe belastingstelsel, drie andere evaluaties hebben betrekking op de verkiezingen. De evaluaties wijzen uit dat bij alle waterschappen rechtmatige verkiezingen hebben plaatsgevonden en dat er tijdig nieuwe besturen zijn ingesteld. De verdeling van zetels over de verschillende categorieën in de besturen is conform de verwachtingen veranderd. De nieuwe samenstelling van de besturen geeft een betere invulling aan de relatie betaling - zeggenschap door de toename van het aantal vertegenwoordigers van ingezetenen. Ook zijn de lastenverschuivingen tussen de verschillende categorieën (agrarisch, eigenaren natuurgronden, bedrijven en huishoudens) in lijn met de verwachtingen. Om deze reden is er geen aanleiding om het nieuwe belastingssysteem te herzien. Uit deze onderzoeken blijkt verder dat ondanks het nieuwe verkiezingsstelsel de opkomst van de verkiezingen ongeveer gelijk is gebleven aan de opkomst in 2004, gemiddeld tussen de 18 en 28 procent. Het lijstenstelsel en het organiseren van gelijktijdige verkiezingen voor alle waterschappen heeft de opkomst niet verhoogd. De waterschappen staan ver van de burger af, terwijl zij met hun unieke kennis en vaste budget aan de basis van de waterveiligheid van Nederland staan. De betrokken organisaties zoals de Unie van Waterschappen, het IPO, LTO en de Kamers van Koophandel worden bij het onderzoek naar de alternatieven betrokken. Omdat de volgende verkiezingen al in 2012 zijn en een verandering van het systeem vóór die tijd niet haalbaar is, wordt parallel aan het onderzoek ook bekeken hoe het huidige systeem van poststemmen kan worden verbeterd.
Meer informatie z z z z z
z
2009680 Effecten Wet modernisering Waterschapsbestel.pdf Kamerstuk | 19-06-2009 | PDF-document, 43 kB 2009680 bijlage 1 Evaluatie effecten nieuw belastingstelsel.pdf Kamerstuk | 19-06-2009 | PDF-document, 562 kB 2009680 bijlage 2 Belangenrepresentatie in het waterschapsbestuur.pdf Kamerstuk | 19-06-2009 | PDF-document, 1669 kB 2009680 bijlage 3 Samen naar beter Evaluatie landelijke waterschapsverkiezingen 2008.pdf Kamerstuk | 19-06-2009 | PDF-document, 1340 kB 2009680 bijlage 4 De stemming gepeild Evaluatie waterschapsverkiezingen 2008.pdf Kamerstuk | 19-06-2009 | PDF-document, 679 kB Stuur door
Kabinet wil verkiezingen wat... Page 1 of 1 http://www.verke...
25-06-2009
Waterschap
Aa en Maas
T 073-6156666 F 073-6156600 E
[email protected] W www.aaenmaas.nl Pettelaarpark 70 5216 PP 's-Hertogenbosch Postbus 5049 5201 GA 's-Hertogenbosch
Het bestuur van de Unie van Waterschappen (in afschrift aan de collega waterschapsbesturen). 200904575
j
Datum
16juni2009
Kenmerk
2009/8331
Uw kenmerk
48324 LB
Doorkiesnr
073 615 66 31/gcabroers
Onderwerp
Evaluatie Waterschapsverkiezingen 2008
i _
O"'ner dingen
Geacht bestuur en collega waterschapsbesturen, Met de aanbieding van het Evaluatierapport "Samen naar Beter" bij brief van 13 mei jl. door het Uniebestuur is het traject ingezet om te komen tot een standpuntbepaling over het achter ons liggende verkiezingstraject. In relatie tot het genoemde rapport is tevens aangeboden de notitie "Concept Uniestandpunt evaluatie waterschapsverkiezingen". Tengevolge van de formulering van het Uniestandpunt dient daarbij tevens te worden betrokken het advies van de Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving (CAW) van april 2009. Het Uniebestuur baseert zich bij haar standpuntbepaling in sterke mate op dit advies. In opdracht van de bestuurlijke commissie Algemene en Financiële Zaken vanuit het Algemeen Bestuur van het waterschap Aa en Maas geef ik hierbij onderhavige reactie. Deze reactie zal integraal worden ingebracht op 26 juni as. tijdens de behandeling van dit dossier in de algemene ledenvergadering. Het Algemeen Bestuur van waterschap Aa en Maas onderschrijft in meerderheid de hoofdconclusies uit het rapport "Samen naar Beter", met de nadrukkelijke kanttekening dat sprake is van een vooral technische en procedurele evaluatie. De bestuurlijke en politieke aspecten van de verkiezingen zijn echter niet in de beschouwingen betrokken. Voorts is de evaluatie van de CAW beperkt tot met name de juridische aspecten in relatie tot de grondwet en gaat voorbij aan de effecten, zoals deze na de verkiezingen in de bestuursformaties zijn gebleken. Op de tweede plaats wordt opgemerkt dat het waterschap weliswaar een vorm van functioneel bestuur is, waarbij men naast directe verkiezingen ook andere vormen van benoeming en aanwijzing van bestuursleden aantreft, doch dat, anders dan de door de CAW genoemde voorbeelden van Universiteitsraad, Orde van Advocaten of Productschap, de waterschappen activiteiten ontwikkelen die zich richten op alle burgers. Voorts hebben de waterschappen verordende bevoegdheid die met strafbepalingen worden gehandhaafd en kunnen zij via zelfstandige heffing tot belastinginkomsten komen. Met het oog daarop is ons bestuur van mening Bijlage(n): -
Met water in de weer
dat alle leden van het Algemeen Bestuur, inclusief die van de geborgde zetels binnen de eigen geleding, op een rechtstreekse en democratische wijze dienen te worden gekozen. Verder wordt het volgende opgemerkt. 1. De door de CAW ingenomen stelling, dat de groep van rechtstreeks gekozen ingezetenen een belangencategorie is, vergelijkbaar met de categorieën ongebouwd, natuur en bedrijven, gaat voorbij aan de politieke werkelijkheid, de beleving van de betrokken ABleden dat zij voor alle relevante belangen c.q. het algemeen belang opkomen. Daarbij wordt evenmin rekening gehouden met het feit dat een aanmerkelijk deel van die gekozen ingezetenen personen betreft uit de agrarische wereld, het bedrijfsleven en/of de wereld van de zorg voor natuur en milieu. 2. Daarnaast kan in de praktijk worden vastgesteld dat het aantal zetels van rechtstreeks te kiezen ingezetenen beperkt is, vanwege het aantal geborgde zetels, en zich bij de verkiezingen over een relatief groot aantal kleine fracties verdeelt. Dat heeft er toe geleid dat de benoemde vertegenwoordigers van de geborgde zetels meestal de grootste fracties vormen binnen het Algemeen Bestuur en daarmee een dominante positie hebben gekregen. Dat uit zich onder meer in de samenstelling van de dagelijkse besturen van vrijwel alle waterschappen. 3. Door de geringe opkomst bij de waterschapsverkiezingen is er sprake van een zodanig lage kiesdeler dat op relatief gemakkelijke wijze personen binnen de ingediende lijsten met voorkeurstemmen kunnen worden gekozen. Met name voor zover het betreft vertegenwoordigers van groeperingen die om specifieke belangen bij waterschapszaken zijn betrokken. Overigens zou een eventuele, door ons als ongewenst beschouwde, keuze voor indirecte verkiezingen het effect van het verlagen van de kiesdeler nog verder versterken, hetgeen zal leiden tot dezelfde incidenten zoals deze zich ook bij de verkiezingen van de Eerst Kamer geregeld voordoen. 4. Het brengen van de waterschapsverkiezingen onder de Kieswet zal ertoe leiden dat de Minister van Binnenlandse Zaken ter zake de eindverantwoordelijkheid zal krijgen, terwijl toepassing van de Kieswet tevens zal leiden tot een ander systeem van restzetelverdeling. Aan deze hiervoor genoemde, en andere relevante aspecten, wordt in het voormelde evaluatierapport, alsmede in het CAW advies, voorbij gegaan. 5. Tot slot is het van belang aan te geven dat bij de discussie over samenstelling van het toekomstig Algemeen Bestuur wellicht ook betrokken kan worden de vraag waarom afgeweken wordt van een meer dualistische bestuursstructuur, zoals die in de algemene democratie wordt aanvaard. Gelet op het vorenstaande wordt het bestuur van de Unie opgeroepen om het Evaluatierapport, alsmede het CAW advies, enkel voor kennisgeving aan te nemen en het thans geformuleerde standpunt als een voorlopig standpunt te beschouwen, dat nog aangevuld zal worden met standpunten en conclusies ten aanzien bovenstaande zaken. In dat licht doen wij de aanbeveling om een commissie te benoemen met als opdracht, met name via een nadere maatschappelijke consultatie, voor 1 oktober as. te komen tot een rapportage met een bredere visie op de gewenste toekomstige bestuurssamenstelling van de waterschappen. Vervolgens kan die visie binnen de waterschapswereld worden besproken, om op basis daarvan tot definitieve standpunten te komen. Het bestuur van waterschap Aa en Maas hecht er aan u vooraf van deze reactie te voorzien en u zodoende van diens opvatting op de hoogte te stellen. Hoogachtend,
';
drs. L Verheijen dijkgraaf. 2 van 2