~Q~ Gemeente Breda ~A~
Stadskantoor
Aan de raadsleden van de Gemeente Breda
Uw brief
Claudius Prinsen laan 10 Postbus 90156, 4800 RH Breda Telefoon 14076 Fax (076) 529 3240 E-mail
[email protected] Website www.breda.nl
Datum
Ons kenmerk
27 maart 2013
1111111 IIIU ill 1111 11111 11111 ~III ~IIII~I IIIIIIII~ IW ~II *BRD2Q13S024·
Onderwerp
Informatie
Bijlagen
Agressie tegen medewerkers van de gemeente Breda.
5294751 A. van Bezouw-Hekman
3
Geachte leden van de raad, In de raadsvergadering van donderdag 21 maart jl. heb ik toegezegd u per brief te informeren over het beleid van de gemeente Breda als het gaat om agressie en geweld tegen onze medewerkers. Aanleiding hiertoe was een concreet incident dat heeft plaatsgevonden bij de Atea groep. Veilige Publieke Taak Het is voor ons van het grootste belang dat onze medewerkers hun werkzaamheden op een veilige manier kunnen uitvoeren. AI geruime tijd hebben we hier aandacht voor en voeren we een actief beleid om agressie te voorkomen, onze medewerkers te beschermen en, als zich toch een incident voordoet, op een gepaste manier te reageren. Landelijk is er een trend zichtbaar waarbij agressie tegen publieke dienstverleners toeneemt. Begin 2011 is het ministerie van Binnenlandse Zaken, ondermeer daardoor, het project "Veilige Publieke Taak" gestart. De gemeente Breda heeft meegedaan aan dit project in de regio Midden- en West Brabant, samen met de gemeenten Tilburg, Roosendaal en Bergen op Zoom maar ook o.a. met 2 grote ziekenhuizen, de veiligheidsregio, belastingdienst. Veolia busmaatschappij, de politie en justitie. Daarbij zijn een aantal doelstellingen geformuleerd en er is een prestatiecontract ondertekend door de deelnemers. Eén van de belangrijke aandachtspunten in dit project was het verhogen van de meldingsbereidheid van medewerkers. Een ander speerpunt was de zogenaamde dadervervolging. Vanaf 2011 wordt bij ieder incident waarbij de dader bekend is, een actie ondernomen richting de dader. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een waarschuwingsbrief, toegangsverbod of aangifte politie. Het project "Veilige Publieke Taak" is inmiddels afgerond. De resultaten van het project zijn verwerkt in ons eigen beleid. Zo is het traject van aangifte doen bij de politie vereenvoudigd en wordt de aangever (medewerker) beter beschermd door o.a. domicilie kiezen op het adres van de werkgever en de mogelijkheid om aangifte onder nummer te doen.
~Q~ Gemeente Breda ~A~
Gemeente Breda Ons kenmerk BRD/2013.5024 Paginanummer 2 van 2
Gemeentelijk protocol AI veel langer is er bij ons aandacht voor agressie tegen onze werknemers. De medewerkers met publiekgerichte functies worden op regelmatige basis getraind in het omgaan met agressie. Zo heeft de afdeling Publieksservice in 2012 een meerdaagse training over dit thema gevolgd. De ruimtes waarin gewerkt wordt, zijn zodanig ingericht dat ze veilig zijn en eventueel hulp kan worden ingeroepen d.m.v. alarmknoppen. Het thema wordt besproken op afdelingsoverleggen. In dat kader is in 2008 ook het gemeentebrede protocol "Omgaan met Agressie en geweld bij de gemeente Breda" ingevoerd. Dit protocol is herzien in 2011 en begin 2013. Het protocol beoogt een standaard manier van handelen te geven voor het geval zich onverhoopt toch incidenten met agressie of geweld voordoen. Voor de volledigheid zend ik dit protocol als bijlage 1 mee. Voor een aantal specifieke onderdelen van de organisatie, zoals bijvoorbeeld voor medewerkers met integrale toezicht- en handhavingwerkzaamheden, zijn er bovendien specifieke, van dit protocol afgeleide, varianten beschikbaar. Deze zijn bekend gemaakt bij de betreffende medewerkers en zijn voor alle medewerkers te vinden op intranet. Aantallen meldingen 2012 In 2012 zijn er in totaal 71 meldingen gedaan door middel van het daarvoor bestemde meldingsformulier (bijlage 2). Bijgaand treft u een overzicht aan van de agressie-incidenten per directie die zich hebben voorgedaan bij de gemeente Breda in 2012 (bijlage 3). In dit overzicht wordt eveneens aangegeven wat voor soort agressie het betrof en welke actie is gevolgd op de melding. Het aantal meldingen in 2012 is vergelijkbaar met 2011. In 2011 was er een forse toename van het aantal meldingen ten opzichte van vorige jaren. Zie de overzichten zoals weergegeven in bijlage 3. Hieruit kan niet worden afgeleid dat het aantal agressie-incidenten in 2011 is toegenomen. Vanaf 2011 is er vanuit de arbo en de preventiemedewerkers veel aandacht geschonken aan het belang van het melden van incidenten. Dit heeft zijn uitwerking in de cijfers van 2011 en 212 gehad. Een trend in de zin van een toename of juist een afname van het aantal geweldsincidenten over de jaren is daardoor niet aan te geven. De meldingsbereidheid van medewerkers is zo mogelijk vergroot. In 2012 zijn we gestart met het registreren van de incidenten in het Gemeentelijk Incidenten Registratie systeem (het zgn. GIR). Dit is een landelijk systeem waar inmiddels zo'n 200 gemeenten mee werken. Het systeem biedt ons o.a. het voordeel om een incident vanaf de melding te kunnen volgen en zo nodig actie te ondernemen. Hierdoor blijft het niet bij het registreren van een melding alleen. Conclusie Het gebruik van agressie of geweld tegen ambtenaren is niet acceptabel. De gemeente Breda voert een actief beleid om dit zoveel als mogelijk te voorkomen. Voor het geval dit helaas niet voorkomen is, geldt een standaard protocol waardoor medewerkers weten wat ze moeten en kunnen doen. Een trend in toe of afname is niet concreet zichtbaar. De registratie sluit inmiddels aan op een landelijk systeem waardoor in de toekomst meer vergelijkingscijfers zullen ontstaan. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
Bijlage 1
Omgaan met agressie en geweld bij de Gemeente Breda
2013 SB/ABB/PO
Omgaan met agressie en geweld bij de Gemeente Breda INHOUDSOPGAVE
BLZ.
§ 1. Inleiding
3
§ 2. Uitgangspunten agressiebeleid
3
§ 3. Definitie, aard en oorzaak van agressie
3
§ 4. Bereikbaarheid afdelingsleiding en minimale bezetting
4
§ 5. Gedragsregels medewerkers
4
§ 6. Gedragsregels voor burgers
5
§ 7. Voorlichting en training
5
§ 8. Agressiebeheersing
6
§ 9. Melding van een agressie
6
§ 10. Acties naar aanleiding van een incident
7
§ 11. Aangifte bij de politie
8
§ 12. Nazorg, opvang en begeleiding
9
§ 13. Melding van een schade
10
§ 14. Publiciteit
11
§ 15. Verantwoordelijkheid en zorg
11
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Meldingsformulier Agressie Bedrijf Opvang Team Goede nazorg in 12 stappen: een handreiking voor leidinggevenden Omgang met bommeldingen Omgang met poederbrief Werkinstructie werkgever en werknemer bij aangifte/melding Checklist Agressie Risico Inschatting Huisbezoek
Voor de leesbaarheid van het stuk wordt "hij" gebruikt maar daar wordt uiteraard hij/zij mee bedoeld.
2
Omgaan met agressie en geweld bij de Gemeente Breda § 1. Inleiding Agressief gedrag in de vorm van intimidatie en fysiek geweld is een regelmatig voorkomend verschijnsel geworden in onze samenleving. Het veroorzaakt in het algemeen gevoelens van onveiligheid en machteloosheid. Wat in de samenleving aan de orde is, ondervindt ook het gemeentelijk personeel in de dagelijkse contacten met het publiek, zij het dat ernstige vormen van agressief gedrag nog een incidenteel karakter hebben. Dit protocol is van algemene aard. Bij een aantal directies en afdelingen waar medewerkers al regelmatig geconfronteerd worden met agressief gedrag zijn reeds specifieke protocollen opgesteld die aansluiten bij de aldaar spelende problematiek. (b.v. Integraal toezicht & handhaving, Wijkveiligheid & Parkeren).
§ 2. Uitgangspunten agressiebeleid Agressief gedrag van burgers, dat schade berokkent aan het personeel, persoonlijke bezittingen en de gemeentelijke eigendommen, is niet aanvaardbaar. Hierbij geldt, dat voorkomen van dat gedrag beter is dan het beheersbaar houden daarvan. Het gemeentebestuur en management van de Gemeente Breda ondersteunen de medewerkers in de volste zin en stelt alles, wat redelijkerwijs binnen haar vermogen ligt, in het werk om intimidatie en fysiek geweld te voorkomen. Daar waar toch incidenten plaatsvinden, wordt aandacht besteed aan de gevolgen van het agressief gedrag. Ten eerste geldt dat voor de getroffen medewerker(s) in de vorm van opvang, begeleiding en nazorg en ten tweede met betrekking tot de dader(s), tegen wie passende maatregelen moeten worden getroffen. Een goed agressiebeleid berust op twee pijlers, te weten een preventieve aanpak en een curatieve aanpak. Een preventieve aanpak is gericht op verhoging van de veiligheid van de medewerkers. Het betreft maatregelen die erop gericht zijn incidenten op gebied van agressie en geweld zoveel als mogelijk te voorkomen (bv afspraken maken over bereikbaarheid, veiligheidsmaatregelen, training en voorlichting). Een curatieve aanpak is gericht op het verzachten van de gevolgen van agressie en geweld. Wanneer onaanvaardbaar agressief gedrag heeft plaatsgevonden zijn curatieve maatregelen van belang. De curatieve aanpak is gericht op de opvang van de medewerkers na bedreigende gebeurtenissen aangezien, ondanks een goed veiligheidsbeleid, toch niet alle incidenten voorkomen kunnen worden
§ 3. Definitie, aard en oorzaak van agressie Volgens artikel 3, lid 4 van de Arbo-wet moet de medewerker zoveel mogelijk worden beschermd tegen agressie en geweld en de nadelige gevolgen daarvan. Onder agressie en geweld worden voorvallen verstaan, waarbij een medewerker psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. De aard van het agressief gedrag van burgers is te onderscheiden in de volgende categorieën: I. Verbaal geweld: uitschelden, schreeuwen, discrimineren (huidskleur, sekse); 11. Dreigen met geweld in woord en gebaar met betrekking tot personen en/of gebouwen: .. ik zal jou ", .. ik zal jullie / je gezin / je collega's "; Dreigen met zelfmoord. 111. Het vernielen/danwel poging tot het vernielen van persoonlijke bezittingen, inventaris of gebouw. IV. Fysiek geweld: het op enigerlei wijze toebrengen van pijn en/of letsel zoals b.v. schoppen, slaan, knijpen, krabben, bijten, vastpakken, gericht met iets gooien, steken of schieten. Ook het bedreigen met een mes of ander wapen valt hieronder.
3
Agressief gedrag kan een aantal oorzaken hebben: a. Frustratie: Agressie door frustratie is een gevolg van een opeenstapeling van negatieve ervaringen van de burger met de gemeente. De burger is niet tevreden over de manier waarop hij wordt geholpen, ontvangt tegenstrijdige of onduidelijke informatie of er zijn irritaties door lange wachttijden. De burger is teleurgesteld en boos omdat hij "slecht nieuws" heeft ontvangen en hier moeilijk mee kan omgaan. Daarnaast kan het voorkomen dat een burger reeds gefrustreerd is vóórdat hij het stadskantoor binnenkomt, hetgeen zich kan uiten in agressief gedrag.
b. Instrumentele agressie: Dit is een vorm van agressie die door de burger gebruikt wordt om een tevoren gesteld doel te bereiken. Men gebruikt de agressie om de gesprekspartner onder druk te zetten en zo de besluitvormingsprocessen bij de ander in het voordeel te beïnvloeden. De oorzaak van instrumentele agressie ligt bij de burger. c. Agressie als gevolg van de mentale gesteldheid: Agressie kan veroorzaakt worden door de psychische gesteldheid van de burger. Ook de burger, die onder invloed is van drugs, alcohol of medicijnen kan snel geprikkeld zijn en overgaan tot agressief gedrag.
§ 4. Bereikbaarheid afdelingsleiding en minimale personeelsbezetting De afdelingsleiding is het eerste aanspreekpunt bij incidenten. Het is daarom van belang dat deze bereikbaar is voor de medewerkers, ook buiten zijn werkplek als hij zich elders bevindt. De afdelingsleiding dient er daarom voor te zorgen dat de medewerkers weten waar hij is. Bij afwezigheid dient hij vervanging te regelen. De afspraken over bereikbaarheid en vervanging moeten zo nodig ook bekend zijn bij anderen in de organisatie.
§ 5. Gedragsregels medewerkers De houding van een medewerker ten opzichte van een burger is mede bepalend voor het gedrag van die burger. Een ongeïnteresseerde houding nodigt de burger niet uit om met vragen te komen of een probleem voor te leggen. Agressief gedrag kan dan de reactie zijn op een dergelijke houding. Buiten toedoen van een medewerker kan ook agressief gedrag ontstaan als gevolg van een wisselwerking van een aantal factoren. Eén van die factoren is de gemeentelijke organisatie zelf. Die kan door de burgers als bureaucratisch, traag en weinig flexibel worden ervaren. Ook dit kan aanleiding geven tot agressief gedrag. Aangezien de houding van een medewerker het gedrag van een burger mede bepaalt, kan gesteld worden dat houding een belangrijke factor is in het ontstaan van agressie. Wanneer een medewerker zich in woord of gebaar onduidelijk of onzeker gedraagt, kan dit bij de burger tot ergernis leiden. Dit kan dan uitmonden in agressief gedrag. Ook een te autoritaire houding kan een burger er toe bewegen om met agressie te reageren. Respectvolle bejegening is hierin belangrijk. Respectvolle bejegening is o.a. een kwestie van visie en attitude. In de visie van de Gemeente Breda met betrekking tot de dienstverlening staan de begrippen snel, deskundig en vriendelijk centraal. De attitude is het gedrag dat vertoond wordt, dit gedrag moet aansluiten bij de visie. Uit oogpunt van preventie moet aan medewerkers in publiekgerichte functies de eis worden gesteld, dat zij beschikken over een invoelend vermogen, een inschattingsvermogen, flexibel zijn, zich hulpvaardig, vakkundig, zakelijk en klantgericht opstellen richting de burgers. Noodzakelijk is dat deze medewerkers ook regelmatig worden getraind in het omgaan met publiek.
4
§ 6. Gedragsregels voor burgers Vanuit het oogpunt van agressiebeheersing is het niet alleen van belang dat er regels zijn waaraan het personeel zich dient te houden. Ook de burger zal zich aan een aantal regels moeten houden. Per 1 april 2010 zijn door de directie van de Gemeente Breda gemeentebrede huisregels voor bezoekers van de openbare gebouwen en locaties van de Gemeente Breda vastgesteld. Huisregels Gemeente Breda Van harte welkom bij de Gemeente Breda. De gemeentelijke gebouwen zijn openbaar en dus voor iedereen toegankelijk. Voor uw veiligheid en die van de gemeentelijke medewerkers vragen wij u daarom de huisregels te respecteren. Het uitgangspunt van de huisregels is wederzijds respect.
Tijdens uw verblijf in het gebouw gelden de volgende regels: 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7.
U en andere klanten hebben behoefte aan privacy. Houdt u bij balies daarom gepaste afstand in acht. De Gemeente Breda is niet aansprakelijk voor schade, verlies of diefstal van uw eigendommen in entof rondom de gebouwen veroorzaakt door derden. Zonder geldige reden is aanwezigheid in de gemeentelijke gebouwen niet toegestaan. In de gebouwen zijn niet toegestaan: skates, steppen of andere vervoermiddelen (uitgezonderd rollators, rolstoelen en scootmobiels) huisdieren (uitgezonderd geleidehonden) alcohol en drugs slag-, steek- of vuurwapens. Bezorg andere bezoekers geen overlast. Bij overlast door hinderlijk gedrag, agressie, lawaai, discriminatie, geweld of dreigen met geweld nemen wij passende maatregelen entof schakelen de politie in. Voor uwen onze veiligheid is in sommige gebouwen videoregistratie aanwezig. Overtreedt u de huisregels dan riskeert u een toegangsverbod tot de gemeentelijke gebouwen.
Er zijn ook een aantal regels die voor specifieke locaties gelden, zoals bijvoorbeeld in een sporthal, leslokaal of bibliotheek. Voor deze specifieke regels: zie module 1 t/m .... Per locatie wordt op een zichtbare plaats aangegeven wat de huisregels zijn voor de betreffende locatie zodat bezoekers bij binnenkomst direct attent op de huisregels van de Gemeente Breda worden gemaakt.
§ 7. Voorlichting en training Van medewerkers met publiekgerichte functies wordt verwacht dat zij kennis en vaardigheden bezitten in het omgaan met agressie. Het kunnen omgaan met agressie betekent niet dat zij agressief gedrag moeten kunnen incasseren. Medewerkers moeten daarentegen wel een inschatting kunnen maken van de ernst van de situatie, een burger kunnen aanspreken op zijn gedrag en zich niet laten verleiden tot een agressieve 'tegenzet'. Opleidingen en trainingen kunnen een bijdrage leveren aan medewerkers m.b.t. het daadwerkelijk kunnen toepassen van agressiebeheersing in de praktijk. Deze opleidingen zijn voornamelijk gericht op preventief handelen, erkennen en herkennen van escalerende situaties. Een regelmatige herhaling van de trainingen is belangrijk voor het up-to-date houden van de kennis en vaardigheden. Tevens is het essentieel om het onderwerp agressie en geweld een regelmatig terugkerend thema te laten zijn in het werkoverleg. De leidinggevenden zijn hiervoor verantwoordelijk. Bestuur en management zijn zich ervan bewust dat een negatieve ervaring een grote impact kan hebben op het functioneren van de medewerker door de jaren heen. Een goede training en voorlichting kunnen hierbij een belangrijke preventieve rol hebben. Het is essentieel dat ook nieuwe medewerkers een goed introductieprogramma krijgen voordat zij aan hun taken beginnen.
5
§ 8. Agressiebeheersing 8.1 Basisprincipe agressiebeheersing Een medewerker die met agressie geconfronteerd wordt zal trachten de burger tot bedaren te brengen. Wanneer dit geen resultaat heeft wordt de afdelingsleiding of een deskundige collega ingeschakeld. Deze zal in samenspraak met burger en medewerker een oplossing voor het probleem proberen te vinden. De burger zal er te allen tijde op gewezen worden dat agressief gedrag als ontoelaatbaar wordt beschouwd. Wanneer hij niet voor rede vatbaar is, zal het gesprek worden beëindigd. Daarna neemt de afdelingsleiding/deskundige collega een beslissing over de te nemen vervolgstappen. Wanneer hij van oordeel is dat de medewerker niet juist heeft gehandeld, zal hij dit niet in bijzijn van de burger laten blijken. Indien hier aanleiding toe bestaat zal de burger worden medegedeeld dat de zaak opnieuw zal worden beoordeeld. Na afloop van het incident zal de afdelingsleiding/deskundige collega de zaak met de medewerker bespreken. Afhankelijk van de situatie zal de medewerker desgevraagd een eventuele herziening van de beslissing aan de burger mededelen. Uiteraard blijft de medewerker volledig buiten schot wanneer er sprake is van een ernstig verstoorde relatie met de desbetreffende burger. Indien er sprake was van een agressieve gedraging, geeft dit altijd aanleiding tot het doen van een melding over het incident (zie § 9).
8.2 Agressiebeheersing : Telefonische agressie De medewerker probeert de burger tot rede te brengen. Indien dit niet lukt zal hij aangeven dat de verbinding wordt verbroken wanneer het gesprek geen andere wending krijgt. In geval de verbinding is verbroken zal het incident besproken worden met de afdelingsleiding. In overleg zal besloten worden of de burger teruggebeld wordt om de zaak alsnog te bespreken en zo ja of dit zal gebeuren door de medewerker zelf of door de afdelingsleiding. Termijn waarbinnen teruggebeld wordt De burger waarbij sprake is geweest van telefonische agressie, wordt niet dezelfde dag teruggebeld door de medewerker of zijn/haar afdelingsleiding. Hierdoor wordt er een afkoelingsperiode voor de burger ingebouwd van minimaal één dag, waardoor de kans dat hij/zij wél weer voor rede vatbaar is wordt vergroot. Indien er sprake was van een agressieve gedraging, geeft dit altijd aanleiding tot het doen van een melding over het incident (zie § 9).
8.3 Agressiebeheersing : Schriftelijke agressie Wanneer een medewerker een agressief gestelde brief ontvangt, zal deze in overleg met de afdelingsleiding de schrijver uitnodigen voor een (telefonisch) gesprek. De medewerker zal de schrijver aanspreken over de manier waarop de brief is gesteld en gaat vervolgens achterhalen wat de aanleiding was tot het schrijven van de brief. 8.4 Agressiebeheersing : overig Agressie kan voorkomen aan de balie, tijdens het werken in de buitendienst of bv tijdens een huisbezoek. Voor deze specifieke onderdelen zijn verschillende werkwijzen afgesproken die passen bij de situatie. Deze werkwijzen zijn terug te vinden in de aparte protocollen van de afdeling/directie. Voor de checklist Agressie Risico Inschatting Huisbezoek, zie bijlage 7.
§ 9. Melding van agressie Vindt er ondanks de genomen preventieve maatregelen toch een agressie incident plaats dan is het belangrijk dat dit altijd gemeld wordt. De melding wordt in eerste instantie gedaan bij de leidinggevende. Deze bespreekt het voorval met de medewerker(s) en zorgt ervoor dat er een schriftelijke melding wordt gedaan. Een melding vindt plaats bij alle vormen van agressie (zie paragraaf 3). Een agressie incident moet vastgelegd worden op een meldingsformulier (zie model bijlage 1). Dit formulier is digitaal beschikbaar op IntraneUSSC/Formulieren.
6
Registratie Het meldingsformulier wordt ter registratie verzonden naar afdeling SB/ABB/PO van Gemeente Breda t.a.v. de arbo adviseur. Deze afdeling is verantwoordelijk voor registratie in het GIR (Gemeentelijke Incidenten Registratiesysteem). De leidinggevenden kunnen het registratiebestand desgewenst raadplegen.
§ 10. Acties naar aanleiding van incident Naar aanleiding van een incident wordt bepaald welke actie vanuit de Gemeente Breda wordt genomen richting de dader(s). Deze beslissing wordt genomen door de leidinggevende in overleg met de betrokken medewerker. De volgende acties zijn mogelijk: Een waarschuwingsbrief Een waarschuwingsbrief wordt verzonden wanneer het agressief gedrag van de burger niet aanvaardbaar is. In deze brief wordt tevens aangegeven wat de gevolgen zijn bij herhaling. Een burger krijgt een waarschuwingsbrief: • direct, wanneer het zwaardere incidenten uit de categorieën I, en 11 betreft (zie § 3). • bij het binnen 3 maanden herhalen van een lichter incident uit categorie I en 11. • bij het aangifte doen van het incident bij de politie. Binnen 7 dagen na het incident dient de waarschuwingsbrief verzonden te zijn. De waarschuwingsbrief wordt namens het college van burgemeester en wethouders ondertekend door de afdelingsleiding. Een kopie van de brief wordt voor registratie gezonden naar de arbo adviseur van de gemeente Breda. Het archiefexemplaar wordt opgenomen in het persoonsdossier van de burger en, voor zover aanwezig, in het dossier van de afdeling. Ontzegging toegang gemeentelijk gebouw De ontzegging houdt in principe in dat de burger niet is toegestaan op eigen initiatief het gemeentelijk gebouw te betreden. Er kan echter niet verboden worden, dat hij de openbare raadsvergaderingen, commissievergaderingen, informatie- inspraakbijeenkomsten en festiviteiten die voor publiek/burgers plaatsvinden in het stadskantoor bijwoont (dit is geregeld in artikel 23 van de Gemeentewet). De toegang tot een gemeentelijk gebouw kan ontzegd worden: • direct, wanneer het een incident betreft uit de categorie 111 en IV; • direct, wanneer er sprake is van een strafbare bedreiging (verbale dreiging met geweld) uit de categorie 1en 11; • bij het plaatsvinden van een incident uit de categorie, I of 11, binnen 6 maanden na het verzenden van een waarschuwingsbrief. Op voorstel van de afdelingsleiding neemt de directeur of plaatsvervangend directeur, namens het college van burgemeester en wethouders, de beslissing om de burger de toegang tot het stadskantoor te ontzeggen (dit is geregeld in het mandaatbesluit schema A artikel 6). Termijn De ontzegging is gebonden aan een termijn van maximaal 6 maanden. Bij herhaling kan overgegaan worden tot ontzegging voor een langere duur tot maximaal 1 jaar. Procedure Binnen 7 dagen na het incident dient de brief met de ontzegging per aangetekende post/in persoon aan de burger verzonden te zijn. In deze brief moet opgenomen worden wat de burger moet doen wanneer hij naar het stadskantoor wil komen voor een bezoek en dat bij overtreding van de ontzegging de burger direct strafbaar is. De brief met ontzegging wordt namens het college van burgemeester en wethouders, ondertekend door de directeur of diens plaatsvervanger. De kopie daarvan wordt voor registratie gezonden naar
7
SB/ABB/JZI (Juridische Zaken). Het archiefexemplaar wordt opgenomen in het persoonsdossier van de burger. Een kopie van de brief dient altijd ter kennisname te worden verzonden aan SB/PIO/IDV. SB/PIO/IDV registreert de ontzegging en zorgt voor berichtgeving hierover naar de andere afdelingen/balies. Niet nakomen van de ontzegging Indien een burger die de toegang tot het stadskantoor is ontzegd, toch het gebouw betreedt is deze direct strafbaar (op grond van artikel 139 Wetboek van Strafrecht) en zal zodra dit bekend is de bodedienst worden gewaarschuwd. De dienstdoende bode schakelt direct het hoofd van IDV/hoofd BHV in, die vervolgens de politie waarschuwt en tevens direct aangifte doet van lokaalvredebreuk. Bij deze aangifte moet de brief van ontzegging worden overlegd. In de brief tot ontzegging moet duidelijk staan aangegeven dat bij overtreding de politie wordt gewaarsch uwd. Aangifte bij politie Het beleid van de Gemeente Breda is dat van elk strafbaar feit aangifte wordt gedaan bij de politie.
§ 11. Aangifte bij de politie Wanneer? Het beleid van de Gemeente Breda is dat van elk strafbaar feit aangifte wordt gedaan bij de politie.
Aangifte bij de politie vindt o.a. plaats bij: • ernstige /serieuze dreigementen • incidenten uit categorie III en IV • niet nakomen van een ontzegging Melding in plaats van aangifte Het is ook mogelijk alleen een melding te maken van een incident bij de politie. Dit kan bv worden gedaan als een incident niet aangiftewaardig is. Er wordt dan geen proces-verbaal opgemaakt en er zal geen politieonderzoek plaatsvinden, echter de informatie uit de melding kan wel worden gebruikt voor dossieropbouw. Dit kan belangrijk zijn bij meerdere meldingen of aangiften van eenzelfde dader of op eenzelfde locatie. Wie doet aangifte? Bij schade aan het gebouwen inventaris, dreigementen richting derden of de organisatie en het niet nakomen van de ontzegging wordt er aangifte bij de politie gedaan door het verantwoordelijk afdelingshoofd namens de gemeente Breda.
Bij een strafbaar feit direct tegen een medewerker wordt hij geadviseerd altijd zelf aangifte te doen. De leidinggevende ondersteunt de medewerker bij deze aangifte. Het is belangrijk om bij de aangifte te vermelden dat het om een incident gaat in het kader van de uitoefening van de publieke taak. Indien een medewerker zelf geen aangifte wil doen, is het ook mogelijk dat de gemeente Breda aangifte doet. In artikel 161 Wetboek van Strafvordering staat dat ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit bevoegd is daarvan aangifte te doen. Echter de medewerker zal dan alsnog als getuige gehoord worden door de politie. De volgende standaard tekst kan als hulp dienen bij dergelijke aangifte: "Ik ben werkzaam als (functie) bij de gemeente Breda en uit dien hoofde namens de directie bevoegd tot het doen van aangifte namens de gemeente Breda. Een medewerker van de gemeente Breda is het slachtoffer geworden van een agressie en/of geweldsincident terwijl hij werkzaam was voor de gemeente Breda. Genoemde medewerker is werkzaam binnen de Publieke Taak zoals vastgesteld door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, programma Veilige Publieke Taak. De gemeente Breda voert een actief beleid om agressie en geweld tegen haar medewerkers zoveel als mogelijk te voorkomen. Agressie en geweld tegen medewerkers van de gemeente Breda wordt
8
absoluut niet getolereerd en hiervan wordt door de organisatie dan ook altijd aangifte gedaan bij de politie. Ik zal u aangeven wat er is gebeurd." (hierna volgt een beschrijving van de gebeurtenissen). Domicilie kiezen Slachtoffers en getuigen van een geweldsmisdrijf durven soms geen verklaring af te leggen uit angst voor de dader(s). Daarom zijn de wettelijke mogelijkheden om persoonsgegevens af te schermen in 2010 verbeterd, in de hoop dat de aangiftebereidheid groter wordt. Een van deze mogelijkheden is het kiezen van domicilie. Dit houdt in dat alleen de voor- en achternaam van de aangever of getuige wordt vermeld in het proces-verbaal of de getuigenverklaring. Er wordt dan het adres gekozen van de werkgever. De afscherming van het woonadres werpt een barrière op voor verdachten die het slachtoffer willen benaderen. Iedereen heeft recht op domiciliekeuze en de politie moet dit altijd aanbieden bij functionarissen met een publieke taak. Het beleid van de gemeente Breda is om bij aangifte altijd gebruik te maken van domicilie kiezen op het adres Claudius Prinsenlaan 10 te Breda, ongeacht of een medewerker al dan niet bang is voor represailles van de dader(s). Aangifte doen onder nummer Sinds november 2012 is het voor medewerkers die werkzaam zijn in een publieke taak mogelijk om aangifte te doen onder nummer in plaats van vermelding van de eigen naam. Bij het maken van een afspraak om aangifte te doen is het belangrijk om direct te melden dat aangifte onder nummer wordt gedaan. De aangever krijgt dan een gesprek met de hulpofficier van justitie om de mogelijkheden en onmogelijkheden van zo'n aangifte te bespreken. Uiteindelijk bepaalt de aangever zelf of hij aangifte doet onder nummer of mogelijk op een andere wijze zoals bv domicilie kiezen. Bij de politie blijft de persoon achter het nummer altijd te achterhalen middels een afgeschermde registratie. Bij een eventuele rechtszitting bepaalt uiteindelijk de rechter of hij akkoord gaat met deze manier van aangifte. Mogelijk dat de rechter op de zitting de aangever wil horen. Er zijn ook andere mogelijkheden om anoniem aangifte te doen, zoals de mogelijkheid tot "beperkt anonieme getuige" of "bedreigde getuige". Deze manier van anonieme aangifte is alleen mogelijk met een aparte vordering door de officier van justitie bij de rechter-commissaris. Zo nodig kan de arbo adviseur van SB/ABB/PO hierbij adviseren en ondersteunen. Het is ook mogelijk om anoniem informatie over misdrijven te melden via Meld Misdaad Anoniem. Voor uitgebreide informatie over aangifte doen zie ook bijlage 6: Werkinstructie werkgever en werknemer bij aangiftelmelding (van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Termijn Er dient na het incident altijd zo spoedig mogelijk aangifte te worden gedaan in verband met snelle dadervervolging (zo mogelijk op de locatie zelf). Registratie Een kopie van de aangifte wordt voor registratie gezonden naar de arbo adviseur van SB/ABB/PO én SB/ABB/JZI.
§ 12. Nazorg, opvang en begeleiding Een goede nazorg, opvang en begeleiding van medewerker(s) die betrokken is/zijn geweest bij een agressie-incident, is van groot belang om de lichamelijke en psychische gevolgen zo gering mogelijk te laten zijn. De getroffen medewerker wordt standaard professionele hulp aangeboden. De aard van deze hulp en/of ondersteuning is afhankelijk van de behoefte van de medewerker. De afdelingsleiding is er verantwoordelijk voor dat het hulpverleningstraject wordt ingezet. Uiteraard heeft SB/ABB/PO en/of de bedrijfsarts hier een adviserende en begeleidende rol in. Voor meer praktische informatie voor leidinggevenden, zie bijlage 3: Goede nazorg in 12 stappen) Bij de afdeling Wijkveiligheid & Parkeren (voormalig Stadstoezicht) van de directie Dienstverlening is een BOT-team ingesteld (BedrijfsOpvangTeam). Dit team is in te schakelen voor de eerste opvang bij
9
calamiteiten gemeentebreed. De medewerkers van dit team hebben een speciale opleiding gehad in het opvangen van collega's na traumatische gebeurtenissen. Voor meer uitleg over het BOT-team: zie bijlage 2. Indien er tijdens het incident gewonden zijn gevallen, is het zaak om zo snel mogelijk een BHV-er of EHBO-er naar de plek te laten komen. De medewerkers die in de stadskantoren werkzaam zijn, kunnen het alarmnummer 8888 bellen. Er komt dan snel een EHBO'er ter plaatse in een van de stadskantoren. Slachtofferhulp Bij aangifte is de politie verplicht in overleg met het slachtoffer adequate slachtofferhulp te bieden. Deze hulp komt niet in de plaats van de opvang in de organisatie maar is een aanvulling daarop.
§.13. Melding van schade Als gevolg van agressieve gedragingen kan er schade ontstaan. De schade dient direct gemeld te worden bij de leidinggevende. Ook wanneer er schade is ontstaan aan persoonlijke eigendommen waarbij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de schade voortvloeit uit de functie die de medewerker vervult bij de Gemeente Breda. De VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) heeft in samenwerking met Centraal Beheer een rechtsbijstandsverzekering ontwikkeld, waar de Gemeente Breda ook aan deelneemt. Deze verzekering is o.a. voor juridische bijstand als een ambtenaar ten gevolge van agressie of geweld schade ondervindt. De verzekering is bedoeld om ambtenaren juridisch te ondersteunen, indien zij geconfronteerd worden met agressie of geweld maar ook om hen te begeleiden bij strafrechtelijke vervolging of aansprakelijkheidsstelling voor handelingen die zij hebben verricht in het kader van de functie-uitoefening. Tevens heeft de Gemeente Breda voor de medewerkers die zich bezighouden met handhaving een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Er is ook een aparte "ongevallen- en molestverzekering" afgesloten voor de afdeling Stadstoezicht voor immateriële en letselschade. Voor schadegevallen moet er altijd contact op worden genomen met SB/ABB/JZI. Zij gaan samen met de medewerker bekijken hoe e.e.a. snel en adequaat kan worden opgelost, met zo min mogelijk hinder voor de medewerker. De leidinggevende ondersteunt hierbij de medewerker. Wanneer? bij schade toegebracht aan: a) eigendommen van de organisatie b) eigendommen van een medewerker c) fysiek geweld met letsel Een medewerker kan, indien de schade is voortgekomen uit het werk, de Gemeente Breda als werkgever, hiervoor aansprakelijk stellen. In een voorkomende situatie kan door SB/ABB/JZI of SB/ABB/PO ondersteuning worden verleend. De gemeente Breda streeft ernaar de schade snel af te handelen zodat de medewerker zo min mogelijk materieel verlies lijdt. Zo nodig wordt een voorschot verstrekt op de geleden schade. Wanneer er sprake is van lichamelijk letsel of psychisch trauma, moet dit gemeld worden bij SB/ABB/PO. Deze zal samen met SB/ABB/JZI nagaan welke schade door welke instantie / verzekeraar wordt vergoed en welke vorm van hulp het beste geboden kan worden om de psychische gevolgen te verwerken. Het voegen in een strafzaak Als de gemeente schade heeft geleden kan zij zich, onder een aantal voorwaarden, voegen in de strafzaak. De officier van justitie moet dan wel beslissen dat de verdachte voor de rechter moet verschijnen. Als bij aangifte door de gemeente in het strafproces een vergoeding van schade geëist wordt, dan vraagt de officier van justitie de rechter ook om een uitspraak te doen over de toewijzing van de schadevergoeding aan de gemeente. Dit wordt voegen genoemd. Voor de gemeente zijn hier geen kosten aan verbonden.
10
§ 14. Publiciteit In enkele gevallen zal er naar aanleiding van een incident door de media of andere externen commentaar worden gevraagd. Alle contacten zullen in dit geval verlopen via SB/ABB/Communicatie van de Gemeente Breda. Dit ter bescherming van de ambtenaren. Een incident hoeft niet alleen aanleiding te zijn tot publiciteit. Publiciteit kan ook gezocht worden door de burger als drukmiddel om de zaak geregeld te krijgen. Media, die zich (op welke wijze dan ook) aandienen voor een gesprek worden daarom te woord gestaan door een communicatieadviseur. In enkele gevallen zal er naar aanleiding van een incident door de media of andere externen commentaar worden gevraagd. Alle contacten zullen in dit geval verlopen via SB/ABB/COM van de Gemeente Breda. Dit ter bescherming van de ambtenaren. Een incident hoeft niet alleen aanleiding te zijn tot publiciteit. Publiciteit kan ook gezocht worden door de burger als drukmiddel om de zaak geregeld te krijgen. Media, die zich (op welke wijze dan ook) aandienen voor een gesprek worden daarom te woord gestaan door een communicatieadviseur.
§ 15. Verantwoordelijkheid en zorg Iedere directeur heeft de zorg en verantwoordelijkheid om een zo veilig mogelijke werkomgeving voor zijn medewerkers te creëren. Goede informatievoorziening, het aanbieden van gerichte cursussen en trainingen en het op maat maken van dit algemene protocol voor de eigen directie zijn essentiële onderdelen hierbij.
11
Bijlage 1: Meldingsformulier Agressie
Meldingsformulier agressie Indiener Naam medewerker/slachtoffer: Medewerker is:
I
Afdeling:
Afdeling
Functie:
Generieke functie
Telefoonnummer:
Telefoonnummer
Naam Selecteren...
Vestiging en kamer nummer: Vestigingen lokatie E-mail:
e-mail adres
Naam Leidinggevende:
Informatie Datum: Tijdstip: Locatie van het incident:
Typering soort agressie*
r
Verbaal
r r r r r r
Belediging Vernedering Aantasten goede naam / smaad Treiteren Discriminatie Persoonlijke bedreiging
r r rr r I
Houding, gebaar, volgen, stalken, intimidatie Bemoeilijken of juist dwingen tot handelingen / werkzaamheden Lokaalvredebreuk Schenden, kwetsen van het schaamtegevoel, seksuele intimidatie Poging tot schoppen, slaan, verwonden
FYSle . ke agressie . I
r r
Mishandeling, verwonden, schoppen Aanranding Beetpakken, duwen, trekken, slaan, spugen, gericht gooien met voorwerpen.
12
r r
Wapen gebruikt Vernieling
• aankruisen wat van toepassing is, meerdere opties zijn mogelijk,
Beschrijving Korte beschrijving van het voorval (geef hierbij de letterlijke uitspraken/bedreigingen weer)
Gevolgen Is er sprake van letsel?
Î
Is er schade aan persoonlijke of organisatie eigendommen?
Î
Nee
r.
Ja, namelijk:
r.
Ja, namelijk:
Nee Wordt de schade op de dader verhaald?
("
(."
Ja, namelijk: Nee
Is er sprake van verzuim?
(~
Nee
r.
Ja, aantal dagen:
r.-
Is nazorg gewenst voor het slachtoffer (bv contact met de bedrijfsarts, BOT Î team) Nee
Ja namelijk:
Dader Is de dader bekend:
ê
Ja
Nee
Naam dader: Adres: Woonplaats: Geboortedatum: Bijzonderheden dader: Betreft cliënt van Sociale Zaken
Î
(ê
Nee
Ja
Cliëntnummer: Contactpersoon: r Recidivist / bekende dader rAnders nl. Wat is de aanleiding of oorzaak van het voorval?
I
IWelk bewijs kunt u aanvoeren Waren er getuigen van het incident? IVermeld hier de gegevens van de getuigen. Welk bewijs kunt u aanvoerenl Hoe erg is het incident door het slachtoffer ervaren? Was er een reden om een verhoogd risico op agressief gedrag te verwachten?
r-
I r-
Ja
Î
Nee
ij
Selecteren...
Ja
e
Nee
13
Te nemen maatregelen* I
I I I I I I I I I
Geen Bespreken in werkoverleg Direct aanspreken op gedrag Mondelinge waarschuwing geven Schriftelijke waarschuwing geven Dienstverlening staken. Telefoonverbod Pand-/toegangsverbod Aangifte bij politie Anders namelijk
• aankruisen wal van toepassing is. meerdere opties zijn mogelijk
Voor uitgebreide informatie over de mogelijke maatregelen: zie het Protocol Omgaan met Agressie en Geweld op intranet
Evaluatie Wanneer is het evaluatiegesprek, werkoverleg enz. gepland?
Ondertekening Plaats: Datum Naam en ondertekening medewerker
Naam en handtekening leidinggevende
Het formulier printen en tekenen. Daarna doorsturen naar P&O t. a. v. de arbo adviseur. Kopieën van brieven, aangifte e. d. bijvoegen of nasturen.
Afhandeling van de melding door afdeling P&O Melding binnengekomen d.d. Ondernomen actie:
Terugkoppeling naar medewerker en I of leidinggevende d.d. Afgehandeld d.d. Door (naam medewerker afdeling P&O) 14
Handtekening medewerker P&O
Meldingsformulter agressie versie 1 D6(FORMDD47)
15
Bijlage 2: Bedrijfs Opvang Team (BOT) Inleiding Helaas worden we ook tijdens het uitoefenen van onze taak steeds vaker geconfronteerd met agressie. Een agressieve benadering van een omstander of betrokkene tijdens een actie of je reguliere werkzaamheden is erg vervelend. Schelden, opzettelijk hinderlijk gedrag en zelfs fysiek geweld komen steeds vaker voor. Indien je geconfronteerd bent geweest met zo'n vervelende situatie, schroom dan niet om hierover te praten. Ook het bedrijfsopvangteam zou je bij de verwerking daarvan kunnen helpen.
Bedrijfs Opvang Team (BOT) Een Bedrijfs Opvang Team (BOT) wordt samengesteld uit medewerkers van een organisatie. De gemeente Breda beschikt ook oven een BOT-team, welke geplaatst is binnen de afdeling Stadstoezicht. BOT-leden kunnen binnen een organisatie veel doen om de emotionele schade na het meemaken van een schokkende gebeurtenis te beperken. De functie van de BOT-leden is dat zij collega's die een schokkende gebeurtenis hebben meegemaakt, kunnen helpen bij het onderkennen van de gevolgen op de persoonlijke, psychische en/of fysieke gesteldheid van de betrokkene. Het BOT-lid (her)kent de gevoelens, emoties en gedachten die op zo'n moment kunnen optreden en kan zonder oordeel, commentaar of kritiek, maar met openheid, begrip en steun helpen bij de verwerking. Het BOT-team kan worden ingezet bij voorvallen waarbij een medewerker psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. Gebeurtenis / incident / voorval: "Een gebeurtenis die buiten het patroon van de normale ervaringen valt en leed veroorzaakt bij vrijwel iedereen".
Voordelen Laagdrempelig Een (eigen) BOT-team is bovendien laagdrempelig voor een medewerker, voelt dus veiliger. Een collega, die de context en je werkomstandigheden kent, en zich daardoor makkelijker kan inleven als een vreemd iemand. Preventieve werking Naar een Arbo-arts? Dit is meestal een vreemde situatie. Naar een "instituut" voor de hulpvrager- ga je doorgaans pas in een later stadium. Hierdoor kunnen de gevolgen en het verzuim ook langer duren en dieper ingrijpen in het leven van de hulpzoekende. Pro-actieve benadering Daarnaast signaleren de leden uit het Bedrijfs Opvang Team ook en werken zij pro-actief. Als er tijdens een actie of een dienst een schokkende gebeurtenis heeft plaatsgevonden, kan er gelijk na de inzet of de volgende dag al opvang door het BOT-team worden geregeld. Motivatieverhogende werking. Medewerkers voelen zich door de snelle actie vanuit de organisatie en door de persoonlijke aandacht gehoord en gezien.
16
Veelgestelde vragen Wat is een traumatische ervaring? Een traumatische ervaring door een schokkende gebeurtenis is een gebeurtenis die plotseling, overweldigend of gevaarlijk is waarbij diegene die het overkomt meestal een heftig gevoel van angst heeft en zich machteloos voelt. Een traumatische ervaring is niets meer dan een normale reactie op een abnormale situatie. Iemand met een traumatische ervaring is dus een volkomen normaal persoon. Doordat je gedwongen in een situatie terecht komt kunnen spanningsvelden ontstaan in het verwerkingsproces. Normaal gesproken ben je prima in staat een doorgemaakte ervaring zelf te verwerken. Je praat met je collega's of thuis met je partner en zo krijgen de beelden en het verhaal een plaatsje. Soms zijn de ervaringen echter zo sterk dat je ze zelf niet goed kan verwerken. Het verhaal krijgt dan geen plaats in je dagelijkse structuur. Je komt dan in een neerwaartse spiraal terecht en functioneert niet zoals je dat gewend bent. Het bedrijfsopvangteam helpt dit voorkomen. Waarom een bedrijfsopvangteam? Tijdens het uitvoeren van je reguliere werkzaamheden of deelname tijdens een actie kun je in een situaties terecht komen die emotioneel belastend zijn. Het is belangrijk te voorkomen dat medewerkers hier blijvende gevolgen van ondervinden, waardoor zij niet meer kunnen functioneren zoals wij dat gewend mogen zijn. Het kan tevens zijn weerslag hebben op het dagelijkse gezinsleven met alle gevolgen van dien. Het is dan ook belangrijk om elkaar te helpen problemen te voorkomen en de signalen die kunnen duiden op blijvende schade te herkennen. Uit de praktijk blijkt dat gesprekken het proces op gang brengen om een gebeurtenis goed te kunnen verwerken. Het bedrijfsopvangteam kan daarbij helpen. Voorkomen is beter dan genezen. Hoe werkt het team? Het team wordt ingeschakeld als er een inzet is geweest die door de aard kan leiden tot het krijgen van verwerkingsstoornissen. De leden van het team zijn mensen uit de eigen organisatie. Tijdens de nabespreking van een incident zullen zij aanwezig zijn. Zij zullen de aanwezigen observeren en zonodig het gesprek sturen. Standaard zal na zo'n incident vaker, na enige dagen of weken, worden geëvalueerd. Afhankelijk van wat de bedrijfsopvanger constateert kan een individueel gesprek met je plaats vinden, maar je kan er ook zelf om vragen. De gesprekken zijn strikt vertrouwelijk en worden niet gedocumenteerd of doorgespeeld naar leidinggevenden of anderen. Het doel van het gesprek is namelijk het verwerkingsproces op gang te brengen zodat je zelf weer kunt herstellen en je je weer voelt als voorheen. Een traumatische ervaring moet je eerst verwerken voordat je er weer gezond mee om kan gaan. Het trauma moet een plaatsje krijgen en niet worden weggestopt. Vroeger of later komt het dan toch weer boven en zijn de gevolgen vaak veel groter. Voorkomen is beter dan genezen. Moet je wachten tot er een verwerkingsprobleem bij je wordt geconstateerd? Nee, liever niet. Merk je zelf dat je niet lekker in je vel zit of als je partner merkt dat je niet lekker in je vel zit, dan kun je een geprek aangaan met een bedrijfsopvanger. Ben ik verplicht mijn verhaal te doen bij een van de leden van het BOT-team? Absoluut niet! Als je bij iemand anders Ue partner, je collega of je buurman) een luisterend oor vindt kun je gewoon daar je hart luchten. In principe is het wel raadzaam én het zal je worden gevraagd na een incident deel te nemen aan de nabespreking van het voorval of de actie. Maar alles is op basis van vrijwilligheid. Bedenk wel dat een collega het prettig kan vinden als jij bij een nabespreking aanwezig bent. Hij of zij zou bevestiging en steun kunnen zoeken bij jou. Op die manier kun jij voor je collega en zijn/haar verwerking toch veel betekenen.
Ik moet het dus zelf ook in de gaten houden? Ja. Je kunt zelf het beste aanvoelen dat er iets niet goed gaat. Soms heb je het echter zelf niet in de gaten, maar je collega's of je partner wel. Luister ernaar en neem contact op.
17
Aan welke klachten moet ik denken? De klachten uiten zich vaak als lichamelijke of psychische klachten. Voorbeelden op lichamelijkgebied: slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, lusteloosheid, seksuele problemen, nek-en rugpijn, beven, maagpijn. Voorbeelden op psychisch gebied: onrustgevoelens, bovenmatige schrikreacties, nachtmerries, snel geïrriteerd zijn, zeer vaak denken aan voorval met sterke emoties, concentratieverlies, schuldgevoelens, angst voor een vergelijkbare situatie, twijfel over eigen functioneren. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Natuurlijk treden ze niet bij iedereen op, ieder mens is tenslotte anders en zeker niet altijd komen ze allemaal tegelijk voor. Indien je last hebt van een of meer van de genoemde reacties, neem dan contact op met een van de bedrijfsopvangteam leden. Ter verduidelijking een uitwerking van enkele gevoelens. ./
Herbeleving: bij herinnering aan het de situatie komen pijnlijke gevoelens naar boven
./
Vermijden van gevoelens: het ontlopen van gesprekken of gedachten die herinneren aan de situatie, of juist harder gaan werken om zo er niet aan te hoeven denken
./
Prikkelbaarheid: sneller geïrriteerd zijn dan normaal. Woede-uitbarstingen of stemmingswisselingen hebben
./
Schaamtegevoelens: jezelf schamen voor het maken van een "fout" of het niet hebben
./
Vermoeidheid: traag of lusteloos zijn. Niet op gang kunnen komen.
./
Concentratieproblemen: meer en sneller dan gebruikelijk in gedachten of afgeleid zijn
./
Een "dofgevoel" hebben: je voelt jezelf verdoofd, emoties zoals plezier en liefde zijn niet
./
Schrikreacties: je schrikt eerder dan normaal van plotselinge harde geluiden of plotselingen bewegingen
./
Slaapproblemen: het kost moeite om in slaap te vallen. Gedachten over de situatie komen
kunnen redden van een slachtoffer
meer zo sterk aanwezig. Je voelt je neerslachtig .
steeds naar boven. 's Nachts ben je vaak wakker. ' s Morgens ben je niet uitgerust. Als ik nu iets dergelijks bij mijn collega constateer? Neem contact op met iemand van het bedrijfsopvangteam. Die zal zeker op een gepaste manier contact zoeken en een gesprek aangaan. Jouw naam wordt niet genoemd. Alle informatie wordt strikt vertrouwelijk behandeld.
Wordt iemand doorverwezen naar professionele hulp, en dan? Dan wordt je direct leidinggevende daarvan niet op de hoogte gesteld. Dit gebeurt alleen als je daar zelf om vraagt of daar toestemming voor geeft. Privacy gaat boven alles. Persoonlijke gegevens zijn niet beschikbaar voor de andere leden van het Nazorgteam of leidinggevenden.
Ter afsluiting
Je bezit nu wat informatie over het bedrijfsopvangteam en het ontstaan van verwerkingsproblemen. De gemeente Breda en je collega's willen je helpen gezond te blijven, zodat je door kan gaan met je werkzaamheden. Tenslotte ben je bij de Gemeente Breda komen werken binnen een publieke taak om de burger te helpen, maar laten we voorkomen dat je daar zelf aan onderdoor gaat. Juist diegene die dit durven te onderkennen hebben het vermogen in zich om nog lange tijd werkzaamheden uit te voeren ten behoeve van de burger. Het ontkennen of niet onderkennen van een traumatische ervaring kan snel uitlopen op een ernstig probleem dat je bij niet tijdige onderkenning zeer moeilijk kwijtraakt. Wij willen helpen dit te voorkomen.
18
Tips voor jezelf ./
Krop gevoelens niet op, maar uit ze. Betrek je partner eventueel in je emotie.
./
Door praten zadel je je partner niet op met een trauma. Het is niet overdraagbaar en niet besmettelijk;
./
Stel jezelf kwetsbaar op en wees bereid steun en begrip van anderen te ontvangen;
./
Neem voldoende tijd om te rusten, slapen en bij vrienden of familie te zijn;
./
Probeer dóór te werken of het werk te hervatten. Praat erover met je collega's;
./
Lang thuis blijven helpt je niet verder. Integendeel.
./
Bedenk wel dat niet iedereen begripvol en medelevend zal reageren op je moeilijkheden. Laat je hierdoor echter niet uit het veld slaan;
./
Als je wilt praten houdt er dan rekening mee dat je een ander ermee kunt verrassen. Kies een gunstig ogenblik om je verhaal te doen;
./
De emoties en herinneringen zullen niet snel verdwijnen. Ze zullen je lang vergezellen. Houd hier rekening mee.
Tips voor collega's en leidinggevende ./
Praat en vraag in het begin niet teveel. Laat je partner praten. Schroom de stiltes in het gesprek niet. Je partner denkt dan na. Eventueel kun je dan voorzichtig vragen naar hetzelfde, maar dan op andere manieren;
./
Vul het gesprek niet in. Denk niet te vlug dat je begrijpt wat je partner bedoelt. Het is niet alleen remmend voor je partner, maar je ontneemt voor hem/haar hiermee de kans het nog eens te herbeleven door het te vertellen;
./
Je collega is niet anders dan voorheen. Hij of zij heeft je hulp dringend nodig. Negeer hem of haar niet;
./
Je collega zal vaak hetzelfde vertellen. Denk niet "nou heb ik het wel gehoord," maar stel je open op en laat je collega praten;
./
Stel open vragen als: Wat voelde/dacht je toen? Hoe heb je dat ervaren? Geef géén (goedbedoelde) adviezen; Richt je op het heden en niet op de toekomst; Wees voorzichtig met grapjes; Veroordeel je collega niet; Beloof geen dingen die je niet waar kunt maken; Schroom niet om contact op te nemen met het bedrijfsopvangteam.
Het BOT-team gemeente Breda is bereikbaar: Meldkamer / Wachtchef (076-529) 4701 of 4702 6 dag!lll.Per week (ma. tlm za. + koopzondagen) tussen 07.45 - 22. 15
19
Bijlage 3 : Goede nazorg in 12 stappen: een handreiking voor leidinggevenden Meteen na het incident 1. Geef het slachtoffer een stoel in een ruimte waar hij of zij afgezonderd kan zitten en biedt
eerste hulp aan: een glas water, een pleister. Hoor het verhaal aan. Vraag: hoe help ik je nu het beste? 2.
Bied aan: moet ik je naar huis brengen of vervoer regelen?
3.
Ruim de eventuele rotzooi op of laat deze opruimen.
4.
Regel zo nodig vervanging.
5.
Analyseer hoe je dit de volgende keer kunt voorkomen en onderneem daarop actie. Daarmee geef je niet alleen een signaal af naar het slachtoffer maar ook naar de andere medewerkers die zich misschien ook onveilig voelen.
Na drie dagen: 6. Informeer bij de medewerker of ga bij hem langs als hij nog thuis is.
Vraag: hoe help ik je het beste? Afhankelijk van het antwoord praat je door over wat er is gebeurd. Wil iemand niet praten, dring dan niet aan. 7.
Bied hulp bij het eventueel invullen van een schadeformulier.
8.
Vervang direct wat stuk is gegaan van het slachtoffer (zeg niet: jouw verzekering dekt de schade wel).
Na 10 dagen: 9. Informeer opnieuw bij de medewerker om te peilen hoe het is en vraag opnieuw: Hoe kan ik
je het beste helpen? 10. Bij medewerkers die nog steeds thuis zijn, licht je eigen leidinggevende in en vraag contact op te nemen met de medewerker. Na een maand: 11. Ga weer in gesprek met de medewerker om te peilen hoe het gaat.
12. Als de medewerker nog steeds last heeft van wat er is gebeurd, is dit het moment om professionele hulp in te schakelen.
13. Doe dit in ieder geval niet: • Bagatelliseren van dreiging, agressief gedrag of onprettige gevoelens.
•
Het ontkennen van de psychische gevolgen van de traumatische gebeurtenis ("dit maken we allemaal we een keertje mee")
•
Twijfelen aan de assertiviteit van het slachtoffer ("dat heb ik nou nog nooit meegemaakt" of "maar hoe heb jij dan gereageerd?").
•
Foute grappen.
20
Bijlage 4: Omgang met bommeldingen In deze bjilage zijn richtlijnen opgenomen hoe te handelen bij een bommelding. Bij de telefonistes van de telefooncentrale op het stadskantoor zijn speciale bommeldingsformulieren in gebruik. De telefonische melding Indien een telefonische bommelding bij de gemeente wordt ontvangen, is het voor het politieonderzoek van groot belang dat er een aantal antwoorden worden verkregen. Getracht moet worden om zoveel mogelijk antwoorden te krijgen op de volgende vragen, en deze zo snel mogelijk schriftelijk en letterlijk vast te leggen. Onderstaande vragen dienen direct te worden genoteerd op het bommeldingsformulier: 1. de tijd van ontvangst van het bericht; 2. de letterlijke inhoud van het bericht; 3. hoe laat explodeert de bom; 4. waar ligt de bom (in welk gebouw, op welke verdieping, op welke kamer etc. Kent de melder de indeling van het gebouw of kent de melder de interne situatie?) ; 5. wat is de reden voor het plaatsen van de bom (actiegroep/individueel) ; 6. hoe ziet de bom eruit (ligt deze open en bloot of is de bom verpakt c.q. verstopt in) ; 7. wie bent u? Voor de identificatie van de melder zijn de volgende gegevens van belang: Stem: man/vrouw/kind en eventueel geschatte leeftijd Spraak:
langzaam/normaal/snel/afgebeten/ernstig/lachend/hakkelend/lispelend/hees vreemde taal/accenUdialect
Achtergrondgeluiden:
lachen/praten/kinderen muziek/werkplaats verkeer/vliegtuigen andere geluiden
Overige opvallende bijzonderheden. Schriftelijke melding Wanneer de bommelding schriftelijk wordt gedaan, is het van belang dat deze in zo min mogelijk handen komt (doe de brief direct in een map, zodat geen sporen worden vernietigd!). Afhankelijk van de inhoud zijn de te volgen maatregelen/procedures gelijk aan die van een telefonische melding. Te ondernemen acties door de medewerker Zodra een medewerker aantekeningen heeft gemaakt op het hiervoor ontworpen meldingsformulier aangaande een telefonische bommelding, dienen de navolgende stappen te worden genomen: 1. De ambtenaar die een telefonische/schriftelijke bommelding heeft ontvangen, stelt per omgaande de afdelingsleiding op de hoogte. 2. De ambtenaar die kennis heeft van een telefonische bommelding, dient hier verder geen enkele ruchtbaarheid aan te geven, dit ter voorkoming van het onnodig veroorzaken van onrust en paniek. 3. De afdelingsleiding neemt direct contact op met het hoofd BHV. 4. Het hoofd BHV neemt altijd contact op met de meldkamer van de politie om aan te geven dat de gemeente een bommelding heeft ontvangen. 5. De politie overlegt met het hoofd BHV welke stappen er eventueel moeten worden ondernomen naar aanleiding van de bommelding. 6. De beslissing om al of niet te ontruimen wordt genomen na goed overleg met de politie door het
21
hoofd BHV. Eerste maatregelen te nemen door de organisatie Nadat contact is gezocht met de politie, kunnen er in afwachting van haar komst, reeds een aantal maatregelen door de gemeente zelf worden ondernomen. Deze maatregelen worden genomen in nauw overleg tussen de betrokken afdelingsleiding, hoofd BHV en de gemeentesecretaris. Afhankelijk van de ingeschatte ernst van de melding informeert de gemeentesecretaris de burgemeester. Ontruiming Wanneer na het overleg met de politie wordt besloten dat er overgegaan wordt tot ontruimen, treedt het ontruimingsplan als onderdeel van het BHV-plan in werking. Nazorg De verantwoordelijke afdelingsleiding voert altijd een gesprek met de medewerker dat geconfronteerd is met een bommelding. Tevens dient er, wanneer een bommelding gericht was op een individuele medewerker met de direct bedreigde medewerker een gesprek gevoerd te worden. In samenspraak met de betreffende medewerker wordt door de afdelingsleiding bepaald welke nazorg er nodig is. Uiteraard kan hierin advies gevraagd worden bij P&O. Ook hier geldt dat de desbetreffende afdelingsleiding primair de verantwoordelijkheid draagt. Afhankelijk van de ernst van de bommelding en de indruk welke deze heeft gemaakt op de medewerkers, wordt bepaald of er behoefte is aan nazorg. Evaluatie Na elke telefonische/schriftelijke bommelding dient er een evaluatie plaats te vinden over de wijze waarop deze is afgehandeld. De evaluatie vindt plaats in het bijzijn van de politie.
22
Bijlage 5: Omgang met poederbrief Via de post kunnen er brieven of pakketten bij de gemeente binnenkomen die mogelijk besmet zijn met b.v. miltvuur, de zgn. poederbrief. Hoe kun je een verdachte envelop of pakketje herkennen? • ongewoon gewicht of rare vorm; • geen retouradres op de envelop/pakketje of retouradres dat niet bestaat; • plaatsnaam op poststempel die niet overeenkomt met het retouradres; • vreemde plekken op of vreemde reuk van de envelop/pakketje. Wat te • • • • •
doen bij ontvangst van een verdachte envelop of pakketje? open de envelop/pakketje niet en raak het niet met de blote handen aan; informeer direct het hoofd BHV die vervolgens de politie en/of GG&GD informeert; stop de envelop (met handschoenen aan) in een luchtdichte verpakking (zak of doos); iedereen die de envelop heeft aangeraakt moet de handen wassen; er moet een lijst worden opgesteld van alle personen die met de envelop in aanraking zijn geweest.
Wat te doen indien de envelop/het pakketje per ongeluk is opengemaakt? • als de envelop poeder bevat, zegt dat niets over de aanwezigheid van miltvuursporen (kan ook een ander soort poeder zijn); • trek, voor zover mogelijk, handschoenen aan en adem de stof niet in; • stop de envelop/pakketje direct in een luchtdichte verpakking (plastic zak of doos); • stop de handschoenen en andere kledingstukken die in contact zijn geweest ook in een plastic zak; • evacueer direct de kamer waar de ontdekking is gedaan; • informeer het hoofd BHV (deze neemt contact op met politie en GG&GD); • de blootgestelde medewerkers moeten douchen met water en zeep en schone kleding aantrekken. Het hoofd BHV zal samen met de politie en/of brandweer en GG&GD de verdachte envelop/pakketje laten onderzoeken door een gespecialiseerd laboratorium om te bekijken wat de werkelijke inhoud is. Bovenstaande richtlijnen zijn afgegeven door het Ministerie van Binnenlandse zaken als gevolg van de miltvuurbesmetting in de Verenigde Staten.
Bijlage 6: Werkinstructie werkgever en werknemer bij aangifte/melding: zie aparte bijlage Bijlage 7: Checklist Agressie Risico Inschatting Huisbezoek: zie aparte bijlage
23
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak*
Werkinstructie werkgever en werknemer bij aangifte/melding * Publieke taak
Stap2
Onder de publieke taak vallen medewerkers van diverse organisaties in diverse sectoren die in dienst van of namens de overheid taken uitvoeren: • Veiligheid/Justitie: bijvoorbeeld medewerkers van politie, brandweer, GHOR, DJ], arbeidsinspecteurs , private beveiligers (als zij taken voor de overheid uitvoeren). Zorg: bijvoorbeeld ambulancepersoneel, ziekenhuispersoneel, medewerkers GGZ, medewerkers Jeugdzorg. Onderwijs: bijvoorbeeld leerkrachten, (con)rectoren, conciërges. • Openbaar Vervoer/Infrastructuur: bijvoorbeeld buschauffeurs, trein- en tramconducteurs. Openbaar Bestuur: bijvoorbeeld politici, medewerkers van de gemeente, stadswachten, parkeerwachten, toezichthouders, belastinginspecteurs, belastingdeurwaarders, boswachters. Sociale zekerheid: bijvoorbeeld medewerkers van uitkeringsinsta nties. • Woningcorporaties: bijvoorbeeld baliemedewerkers.
De aangever is: De werkgever die namens de werknemer (het slachtoffer) aangifte doet. Stap 3 De werknemer (het slachtoffer) die zelf aangifte doet. Stap 4
Stap 3 De werkgever doet aangifte namens de werknemer (het slachtoffer).
Het is aIs werkgever verstandig om vooraf contact te hebben met de politie. Maak daarom kennis met een aanspreekpunt bij de politie (bijvoorbeeld uw wijk- of buurta gent of coördinatorveilige publieke taak), bespreek de situatie bij uw organisatie en maak zo mogelijk vooraf afspraken over het doen van aangifte. Dit vergroot het onderlinge begrip bij het aangifteproces.
3a Verzamel alle informatie m.b.t. het incident. Politie, officier van justitie en rechter moeten zich een goed beeld kunnen vormen van wat er precies is gebeurd.
let op: Het gepleegde feit moet gericht zijn tegen de functie en/of de taak van het slachtoffer. Iedereen die kennis draagt van (het begaan van) een strafbaar feit mag aangifte doen, dus ook de werkgever. De politie moet deze aangifte opnemen en dient een aangifte publieke taak prioriteit te geven. Voorkom dat de privé-adresgegevens van het slachtoffer in het dossier terecht komen.
Stap 1 Het incident betreft: • Een strafbaar feit. • Geen strafbaar feit. Twijfel over strafbaarheid feit.
Stap 2 Stap 5 Stap 6
Bij deze informatie gaat het om de 7W's: • Wie kan in verband worden gebracht met het misdrijf (aangever, slachtoffer, getuige, verdachte)? • Wat is er precies gebeurd? • Waar is het misdrijf gepleegd en waar zijn eventuele sporen achtergebleven? • Waarmee is het misdrijf gepleegd (welke voorwerpenl middelen zijn gebruikt)? • Op welke wijze heeft het misdrijf plaatsgevonden? • Wanneer heeft het misdrijf plaatsgevonden en wanneer hebben andere relevante feiten plaatsgevonden? • Waarom is het misdrijf gepleegd? Denk ook aan andere informatie zoals foto's (van de situatie, personen, verwondingen), camerabeelden, de verklaringvan een arts ofvan een getuige.
3b Maak een afspraak voor het doen van aangifte. Dit kan via het algemene nummer van de politie: 0900-8844. Is er sprake van een ernstig incident, dan is het van belang om zo spoedig mogelijk aangifte te doen. Overleg dit met de politie.
3c Wijs de politie erop dat het gaat om de uitoefening van een publieke taak.
Met de politie en het Openbaar Ministerie (OM) zijn afspraken gemaakt over de afhandeling van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. Zo wordt er hoge prioriteit gegeven aan de opsporing en vervolging van daders. Ook worden er hogere straffen geëist. Het is dus van belang dat de politie weet dat u een publieke taak uitoefent.
Voor meer informatie over de ondersteuning die Slachtofferhulp Nederland kan bieden, kunt u terecht op
www.slachto{ferhulp.nl.
3h Informeer uw werknemer over: • Dat hij door de politie of door de rechter kan worden gehoord als getuige. De oproeping gaat altijd via het adres van uw organisatie (in verband met domiciliekeuze, zie 3e). • Het mogelijke verloop van het strafproces tot en met de zitting.
Het is aan te raden om voor het vormgeven van uw agressieen geweldsbeleid gebruik te maken van de Handreiking Agressie en Geweld en van de brochure Aangifte? Gewoon doen!. Deze kunt u aanvragen bij het programma Veilige Publieke Taak via:
in[
[email protected]. 3d Doe aangifte op basis van alle verzamelde informatie. Vertel de politie dat u als werkgever aangifte doet omdat het gepleegde feit is gericht tegen de functie en/of het werk van het slachtoffer.
3e Doe aangifte onder opgave van het adres van uw organisatie (domiciliekeuze). Uzult wel de naam van de werknemer moeten opgeven. Het OM en de rechter accepteren geen bu rgerservicenu mmer en in begi nsel ook geen personeelsnummer in plaats van de naam van de werknemer.
3f. Is er sprake van schade? Zorg ervoor dat de schade die al bekend is op het moment van het doen van aangifte, in de aangifte wordt opgenomen. Dit geldt zowel voor uw schade als die van uw werknemer. Voor het verhalen van de schade kunt u zich voegen in het strafproces. De politie kan u hierover informeren.
De Helpdesk VPT (binnenkort: expertisecentrum Veilige Publieke Taak) geeft advies en ondersteuning aan werkgevers met een publieke taak die schade lijden door agressie en geweld: www.helpdeskvpt.nl.
3g De politie zal u vertellen dat uw werknemer gebruik kan maken van slachtofferhulp. Het is uw werknemer aan te raden om hier op in te gaan.
-~.' ..... ~.
....
~_
'
'
5tap4 De werknemer (het slachtoffer) doet zelf aangifte. 4a Meld het voorval bij uw werkgever en geef aan dat u aangifte gaat doen. 4b Geef uw werkgever aan dat u aangifte gaat doen onder opgave van het adres van de organisatie (domiciliekeuze).
Bij domiciliekeuze geeft u de politie een ander adres dan uw woonadres op. Dat betekent dat uw adres niet in de processtukken komt te staan. Als u aangifte doet op uw eigen adres, is uw identiteit voor de dader gemakkelijk te achterhalen. Verdachte en diens raadsman immers hebben recht op alle processtukken. Uw naam komt wel in de processtukken te staan.
4c Vraag uw werkgever om ondersteuning bij het doen van aangifte en eventueel ook bij het begeleiden naar de zitting. 4d Verzamel alle informatie m.b.t. het incident. Politie, officier van justitie en rechter moeten zich een goed beeld kunnen vormen van wat er precies is gebeurd.
Bij deze informatie gaat het om de 7W's: • Wie kan in verband worden gebracht met het misdrijf (aangever, slachtoffer, getuige, verdachte)? • Wat is er precies gebeurd? • Waar is het misdrijf gepleegd en waar zijn eventuele sporen achtergebleven? • Waarmee is het misdrijfgepleegd (welke voorwerpen/ middelen zijn gebruikt)? • Op welke wijze heeft het misdrijf plaatsgevonden? • Wanneer heeft het misdrijf plaatsgevonden en wanneer hebben andere relevante feiten plaatsgevonden? • Waarom is het misdrijf gepleegd? Denk ook aan andere informatie zoals foto's (van de situatie, personen, verwondingen), camerabeelden, de verklaring van een arts ofvan een getuige.
4e Maak een afspraak voor het doen van aangifte. Dit kan via het algemene nummer van de politie: 0900-8844. Is er sprake van een ernstig incident, dan is het van belang om zo spoedig mogelijk aangifte te doen. Overleg dit met de politie. 4f Wijs de politie erop dat het gaat om de uitoefening van een publieke taak.
Met de politie en het Openbaar Ministerie (OM) zijn afspraken gemaakt over de afhandeling van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. Zo wordt er hoge prioriteit gegeven aan de opsporing en vervolging van daders. Ook worden er hogere straffen geëist. Het is dus van belang dat de politie weet dat u een publieke taak uitoefent.
4g Doe aangifte op basis van alle verzamelde informatie. Kies domicilie op het adres van uw werkgever.
4j
Vraag uw werkgever om ondersteuning bij het verhalen van schade en bij nazorg (bijvoorbeeld door de schade- en letselcoärdinator in uw organisatie). U mag die ondersteuning verwachten.
4k De politie zal u vragen of u gebruik wilt maken van slachtofferhulp. Het is verstandig om hier op in te gaan. Voor meer informatie over de ondersteuning die Slachtofferhulp Nederland kan bieden, kunt u terecht op www.slachtofferhulp.nl.
41
Spreek duidelijk met de politie af hoe u wordt geïnformeerd over de voortgang van een eventueel strafproces tot en met de zitting. Bijvoorbeeld wanneer en hoe u terugkoppeling krijgt.
Stap 5 Deze vorm van agressie is niet strafbaar; het betreft dan een melding en geen aangifte.
sa Werknemer. meld deze vorm van agressie altijd bij uw werkgever. Sb Werkgever: zorg ervoor dat u incidenten/meldingen binnen uw organisatie consequent en systematisch registreert en meld deze bij de politie.
Meldingen zijn belangrijk voor de dossiervorming. Het kan zijn dat een dader zich ook bij andere instanties heeft misdragen, of dat een dader zich bij uw organisatie al meerdere keren (niet strafbaar) heeft misdragen. Als werkgever kunt u met uw contactpersoon bij de politie overleggen waarvan en op welke manier u melding doet.
4h Besef dat u altijd nog opgeroepen kunt worden door de politie of door de rechter om uw verklaring toe te lichten. De oproeping gaat altijd via het adres van uw werkgever (zie 4b en 4g).
Er is twijfel over de strafbaarheid of er zijn andere redenen om te twijfelen aan het doen van aangifte.
4i
6a Overleg met de politie hoe te handelen.
Is er sprake van schade? Zorg ervoor dat de schade die al bekend is op het moment van het doen van aangifte, in de aangifte wordt opgenomen. Voor het verhalen van de schade kunt u zich voegen in het strafproces. De politie kan u hierover informeren.
Stap6
6b U kunt de politie ook vragen zonodig navraag te doen bij de (hulp)officier van justitie. Blijkt het na overleg met de politie een strafbaar feit te zijn? Ja. Stap 2 • Nee. Stap 5
(~: ~l:
ra,
••_
.......
11
Checklist Agressie Risico Inschatting Huisbezoek Naam invulIer: Naam Cliënt enlof dossiernummer: Invuldatum: Indien bekend: datum gepland huisbezoek:
2
3
4
Hoe groot schat je gevoelsmatig de kans in op agressie tijdens dit bezoek? 1 = heel laag - 5 = heel hoog
Hoe veilig voel je je om dit huisbezoek af te leggen? 1 =heel laag - 5 =heel hoog
Kruis aan wat van toepassing is
Ja
Nee
Onbekend
Ga je op huisbezoek om zaken te controleren?
n.v.t.
Ga je slecht nieuws brengen of een correctiebezoek voeren?
n.v.t.
Ga je onaangekondigd op huisbezoek?
n.v.t.
Zijn er belangrijke veranderingen in het leven van de cliënt? Bijvoorbeeld: verandering van school, vethulzmg, huisuitzeltîng, echtscheiding?
Is het pandlwooncomplex bekend om eerdere geweldsltuaties, misdaad e.d.? Is het tijdstip meer risicovol? Bijvoorbeeld buiten kantooruren of in het donker e.d.?
n.v.t.
Brengen factoren in de omgeving risico met zich mee (gevaarlijke buurt, donker tunneltje, enz.)? Is verslaving, alcohol- of drugsgebruik aan de orde? Zijn er zware geweldsdelicten in de historie van het gezin? Zijn er recentelijk agressieve uitingen legen medewerkers aan de orde geweest? Is er sprake of sterk vermoeden van georganiseerde misdaad in of rondom het gezin? Zijn er (vermoedelijk) wapens aanwezig? Zijn er psychische factoren aanwezig die kans op agressie (verbaal, bedreiging, fysiek geweld) vergroten (onvoorspelbaarheid, stemmingswisselingen) Zijn er overige risicofactoren aanwezig? Zo ja, vul hierin en schat het risico in. (laag, gemiddeld hoog)
2
3
4
Hoe weerbaar voel je je op dit moment om in deze casus met mogelijke (non)verbale agressie zoals schelden en bedreiging om te gaan? 1 = heel weerbaar - 5 = helemaal niet weerbaar
In verre voel je je op dit moment in staat om bij deze casus je grenzen te bewaken? 1 =voldoende in staat - 5 =helemaal niet in staat
Hoe vaardig voel je je op dit moment om (non)verbale agressie en bedreigingen in deze casus te hanteren? 1 =zeer vaardig - 5 =helemaal niet vaardig
Hoe is op dit moment de werkrelatie met de cliënt? 1 =heel.goed - 5 =heel slecht
Het invullen van deze vragenlijst en opvolgen van de adviezen draagt bij aan de veiligheid tijdens huisbezoeken maar garandeert niet dat het huisbezoek zonder agressie verloopt.
Voorzorgsmaatregelen GROEN: Heb je alléén groene antwoorden aangekruist (kolom 1 en 2): Op basis van jouw inschatting zijn er geen bijzondere risicofactoren aan dit gesprek verbonden. Denk wel aan de volgende algemene zoorzorgsmaatregelen:
o
Bel, tenzij er sprake is van een onaangekondigd bezoek, de cliënt vooraf en leg bij het maken van de afspraak duidelijk aanleiding en het doel van het gesprek uit. Uit de reactie kun je opmaken hoe de cliënt aan kijkt tegen het bezoek. Op basis van deze reactie bepaal je eventuele voorzorgsmaatregelen.
o o
Zorg dat je op tijd bent en informeer de cliënt als je later komt. Parkeer je auto (of ander vervoermiddel) op een plek die je gemakkelijk kunt bereiken met de neus in de richting van de weg.
o
Houd de auto- of fietssleutels, tas, persoonlijke spullen altijd binnen handbereik.
o
Zorg dat collega's weten waar je bent door bijv. (digitale of groeps-) agenda up-to-date te houden.
o
Neem een mobiele telefoon mee en sla alarmnummers in je telefoon onder een snelkeuzetoets op.
o
Zog ervoor dat de batterij van de telefoon opgeladen is.
o
Ga bij het aanbellen niet frontaal voor de opening staan maar dwars zodat je snel kunt reageren.
o
Ga pas naar binnen als de cliënt je heeft uitgenodigd.
o
Let op hoe de cliënt de deur dicht maakt.
o
Wees ervan bewust dat je het privédomein van een ander betreedt: gedraag je als gast.
o
Bekijk bij het binnengaan de mogelijke vluchtroute.
o
Neem de omgeving in je op.
o
Ga strategisch zitten waar je weg kunt komen.
ORANJE: Heb je één of meer oranje risicofactoren (kolom 3 en 4 en onbekend) aangekruist: Naar jouw inschatting zijn er risicofactoren voor eht optreden van agressie tijdens het huisbezoek aanwezig. Overleg met een collega over de te nemen voorzorgsmaatregelen. Denk, buiten de algemene (groene) voorzorgsmaatregelen, ook aan de volgende maatregelen: o
Plan het gesprek tijdens kantooruren.
o
Ga met een collega op huisbezoek, kondig wel vooraf altijd aan dat je samen komt.
o
Spreek een tijd af voor telefonisch contact met een collega, bijv. tien minuten na binnenkomst.
o
Een andere mogelijkheid is dat je contact houdt via een open telefoonverbinding.
o
Spreek met een collega af om contact op te nemen als het gesprek ten einde is.
o
Plan het risicovolle gesprek op een veilige locatie, kantoor of bijvoorbeeld een veiligheidshuis.
o
Maak werkafspraken met collega's over hoe de veiligheid tijdens het gesprek gewaarborgd is.
ROOD: Heb je één of meer rode risicofactoren aangekruist: Naar jouw inschatting zijn er ernstige risicofactoren voor het optreden van agressie tijdens het huisbezoek aanwezig. Overleg met een inhoudelijk verantwoordelijke (bv. Je leidinggevende) over de te nemen voorzorgsmaatregelen is noodzakelijk. Denk hierbij. naast de eerder genoemde voorzorgsmaatregelen, ook aan de volgende voorzorgsmaatregelen: o
Plan het risicovolle gesprek op een veilige locatie, een kantoor, veiligheidshuis of politiebureau en voer het gesprek
o
samen met een collega. Maak werkafspraken met ploitie/collega's over hoe de veiligheid tijdens het gesprek op deze locatie gewaarborgd is.
o
Als huisbezoek toch noodzakelijk is, ga je samen met een collega of de ploitie.
o
De politie kan zonodig uit het zicht blijven om geen extra agressie op te roepen. Voer dan het gesprek samen met je collega en maak afspraken over hoe je contact houdt met de dichtbij aanwezige politie. Dit kan bijvoorbeeld met een open telefoonverbinding.
Het invullen van deze vragenlijst en opvolgen van de adviezen draagt bij aan de veiligheid tijdens huisbezoeken maar garandeert niet dat het huisbezoek zonder agressie verloopt.
~~~ Gemeente Breda Bijlage 2 Meldingen agressie en geweld in 2012 datum
directie
11-01
Dienstverlening
12-01
Dienstverlen ing
12-01 28-02
Dienstverlen ina Dienstverlening
06-03
Dienstverlening
15-03
Dienstverlening
24-04 02-05 02-07
Dienstverlen ing Dienstverlening Dienstverlening
21-08 29-12 22-08
Dienstverlening Dienstverlening Dienstverlening
06-12 21-12
Dienstverlening Dienstverlening
29-12 14-06
Dienstverlening Dienstverlening
13-03
Dienstverlening
02-02
Dienstverlening
03-01
Dienstverlening
24-01 09-05
Dienstverlen ing Dienstverlening
14-06 16-08
Dienstverlenina Dienstverlening
03-10
Dienstverlening
23-02
Dienstverlening
aantal
.
Soort agressie
Actie
Verbaal en persoonlijke bedreiging Fysieke agressie
Geen
Verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal en persoonlijke bedreigina Verbaal en fysiek Verbaal Verbaal, persoonlijke bedreiging en fysiek verbaal Fysieke agressie Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal Persoonlijke bedreiging en fysiek geweld Fysieke agressie Verbaal en persoonlijke bedreiging Persoonlijke bedreiging Persoonlijke bedreiging Fysieke agressie
verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiging verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiging verbaal
Verbaal en persoonlijke
Aangifte politie Besproken in werkoverleg Geen Wijkagent langs geweest Geen
Gesprek
Geen Geen Aangifte politie Geen Aangifte politie Brief verstuurd
Geen Aangifte politie
Aanaifte politie Aangifte politie
Brief verstuurd Brief verstuurd Mondelinge en schriftelijke waarschuwing Aangifte politie Beaeleider ingelicht Toegangsverbod
Brief verstuurd Telefoonverbod toegangsverbod Aangifte politie Mondelinge waarschuwing en meldina bii politie Brief verstuurd
t:Q~ Gemeente Breda ~A~
datum
directie
aantal
Soort agressie bedreiging Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiclinq Verbaal en persoonlijke bedreiging Fysieke agressie Persoonlijke bedreiging verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal en persoonlijke bedreiging verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiging verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiging verbaal
17-04
Dienstverlening
08-05
Dienstverlening
14-09
Dienstverlening
19-09 20-09
Dienstverlening Dienstverlening
05-11
Dienstverlening
04-05 14-05
Dienstverleninq Dienstverlening
16-05 25-06
Dienstverleninq Dienstverlening
26-06
Dienstverlening
16-04 08-05
Dienstverleninq Dienstverlening
09-05 10-05
Dienstverleninq Dienstverlening
07-12
Dienstverleninq
Totaal
Dienstverlening
24-04
Beheer
13-08
Beheer
18-10
Beheer
23-10
Beheer
Persoonlijke bedreiging
30-10
Beheer
27-11
Beheer
27-11
Beheer
Persoonlijke bedreiging en fysiek geweld Verbaal, persoonlijke bedreiging en fysiek Verbaal, persoonlijke bedreiginq en fysiek
.
Actie Toegangsverbod Aangifte politie Telefoonverbod Aangifte politie Brief verstuurd
Persoonliik gesprek Telefoonverbod
In werkoverleg besproken Brief verstuurd Brief verstuurd Brief verstuurd Mondelinge en sch riftelij ke waarschuwing Brief verstuurd
Telefoonverbod Telefoonverbod
Telefoonverbod Brief verstuurd
Brief verstuurd
41 meldingen Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal, persoonlijke bedreiging en fysieke aqressie Persoonlijke bedreiging
Incident besproken met stadsmarinier Incident besproken met stadsmarinier. Politie qeïnformeerd Voorval intern en met politie besproken Voorval intern en met politie besproken Geen
Melding bij politie Melding bij politie
~~~ Gemeente Breda datum 30-11
directie
Soort agressie
Actie
Beheer
Verbaal
04-12
Beheer
Verbaal
06-12
Beheer
11-01
Beheer
Persoonlijke bedreiging Verbaal
In werkoverleg besproken In werkoverleg besproken Melding politie
28-01
Beheer
03-04 27-04
Beheer Beheer
23-05 06-06 21-12
Beheer Beheer Beheer
05-04
Beheer
03-03
Beheer
14-03
Beheer
Totaal
Beheer
02-05 06-07
Ontwikkeling Ontwikkeling
Totaal
Ontwikkeling
27-02
Voormalig SZW
10-01 12-01 21-02
Voormalig SZW Voormalig SZW Voormalig SZW
21-02 07-03
Voormalig SZW Voormalig SZW
13-02
Voormalig SZW
Totaal
Voormalig SZW
08-02
SSC
Totaal
SSC
aantal
Verbaal, persoonlijke bedreiging en fysiek
.
-
Fysieke agressie Verbaal en persoonlijke bedreiging Verbaal en fysiek Fysieke agressie Verbaal en persoonlijke bedreiging Persoonlijke bedreiging Verbaal, persoonlijke bedreiging en fysiek verbaal
In werkoverleg besproken In werkoverleg besproken Brief verstuurd Brief verstuurd Mondelinge en schriftelijke waarschuwing Aangifte politie Aangifte politie Melding politie
Aangifte politie Extra begeleiding slachtoffer Mondelinge en schriftelijke waarschuwing
20 meldingen Verbaal Verbaal en persoonlijke bedreiging
ToeganQsverbod Brief verstuurd
Verbaal, persoonlijke bedreiginQ en fysiek verbaal verbaal Verbaal en persoonlijke bedreigina verbaal Persoonlijke bedreiginQ verbaal
Brief verstuurd Aangifte politie Brief verstuurd Brief verstuurd Toegangsverbod ,
Verbaal en persoonlijke bedreiQing
Brief verstuurd
2 meldingen
Toegangsverbod Brief verstuurd Brief verstuurd
7 meldingen
1 melding
~~~ Gemeente Breda Actie
Bijlage 3
90
80 70
60 50
40 30
.2011
20
.2012
•
-
10
o
Overzicht in soort agressie 2008 tlrn 2012 Soort agressie
2008
2009
2010
2011
2012
verbaal psychisch fysiek Verbaal en psychisch Verbaal en fysiek
7 7
11 4 1 6
18 2
43 10 4 16
21 8
2 12
3
12
3
24 2 2
Psychisch en fysiek Verbaal, psychisch en fysiek Totaal
7
-
2
1
1
7
28
24
26
77
71
Verbale agressie: bv schelden, schreeuwen, treiteren Fysieke agressie: bv slaan, vastgrijpen, duwen Psychische agressief persoonlijke bedreiging: bv dreigen, chanteren, pesten, stalken