Cursus AutoCAD (door PA3GER) les 1 van minimaal 4 lessen De basis principes Geschiedenis: Autocad werd in eerste instantie in het Dos-tijdperk uitgebracht als monochrome versie op een XT uiteraard met een monochrome scherm, meestal 14 inch. Deze versies waren versie 2.5, 2.6, latere versies genoemd als release 9, 10, 11 en 12. Na release 12 verscheen release 13 en 14 voor een kleurenscherm onders Windows 95 en 98. De latere versies onder Windows 98, 2000 en XP kregen weer andere namen, zoals Autocad 95, Autocad 97, Autocad 2000, 2002, 2004, 2006, 2007, 2008, 2009 en de allerlaatste 2011 Er zijn complete versies, maar ook LITE-versies, aangeduid met de toevoeging LT Compabiliteit: Probleem hierbij de is compabiliteit met oudere en nieuwere versies, omdat ook steeds het bestandsformaat wordt aangepast. Downwards is alles compatibel, maar upwards NIET. Dus een autocad tekening in versie 2007 is niet meer te openen in oudere versies, tenzij: SAVEAS Bestandsformaat: Autocad kent de extensie .DWG, afkorting voor DRAWING. Er is ook een universeel uitwisselingsformaat, DXF geheten, Drawing eXchange Format, dat is een soort dos-txt bestand, wat door bijna elk tekenpakket ingelezen kan worden. Tekenen op ware grootte: Onthoud altijd dat we tekenen op WARE grootte. Dus NOOIT verschalen, want dan wordt het een drama van hier tot Tokio. Een deurkozijn van dagmaat 850 mm tekenen we dus ook op ware grootte. Later gaan we me plotten (of printen) de tekening verschalen naar schaal 1:10, 1:20, 1:50 of 1:100, zodat de tekening precies op een A4-tje, A3 of zelfs A0 geplot wordt. Hiermee komen we meteen op twee mogelijke Autocad instellingen, Modelspace en Paperspace. Modelspace versus Paperspace: Onthoudt dat we altijd tekenen in MODELSPACE (dus de ware grootte). In paperspace hebben we al rekening gehouden met verschaald afdrukken op een A4 formaat, of een ander, groter formaat, tot A1 en A0 toe. (dus paperspace is de verschaalde, printabel versie van de modelspace. Eenheden (units): In Autocad stellen we de units in op mm, millimeters en geen inches, want je begrijpt het al, dan is alles een faktor 25,4 verschaald. Funktietoetsen: F1 schakelt HELP menu in F3 schakelt het OSNAP-menu in F7 schakelt het GRID in en uit F8 schakelt ORTHO tekenen in en uit F9 schakelt SNAP in en uit
(selectie endpoint, midpoint en dergelijke) (een hulpje met vast raster) (alleen haakse, 90 graden lijnen of juist niet) (snap koppelt de cursor aan de grid-punten)
Tekenopdrachten: Line: Tekent een lijn van een punt naar een ander punt. Gebruik het pictogram of tik in: L Selecteer het beginpunt, dat kan zomaar in de vrije ruimte zijn, of juist gekoppeld aan een eerder getekende lijn. Om eerdere lijnstukken te selecteren, gebruiken we OSNAP menu met F3, of we tikken gewoon END, MID, NEA ( van nearest) of INT (intersection). De richting van deze nieuwe lijn kunnen we aangeven door de muis een bepaalde kant op te trekken, bijvoorbeeld 100 mm. Wat ook kan: @100<45 dus vanaf dit punt 100 mm onder 45 graden. Werken met het OSNAP-menu (met F3 in- en uitschakelen): Het OSNAP menu kunnen we oproepen door hetvolgende in te typen: OSNAP END Endpoint Eindpunt van een lijn MID Midpoint Middenpunt van een lijn INT Intersection snijpunt of kruispunt van 2 of meer lijnen NEA Nearest een willekeurig, door de muis aangegeven punt op een lijnstuk QUA Quadrant de 4 denkbeeldige hoeken van een cicel (noord-oost-zuid-west) PER Perpendiculair haaks op een lijn CEN Center het middelpunt van een circel Circle: Tekent een circel, geef op de R (radius of straal) of D (diameter). Copy: Copieert een lijnstuk, circel of ander object. Kan met het pictogram of tik in CP. Erase: Wissen van aan te klikken lijnstukken, circels, of ander objecten. Kan met pictogram of tik in de E. Move: Verplaatst een lijnstuk, circel of ander object naar nieuwe lokatie. Geef het oppikpunt aan en het punt naar waar het verplaatst moet worden. Gebruik het pictogram of tik in de letter M. Text, Dtext en Mtext: Als je deze opdrachten intikt (er zijn ook pictogrmmen voor) dan krijg je meerdere tekstopmaak mogelijkheden. Text is enkelregelig, Dtext is meer-regelig en Mtext is een tekstkader, waarbij alle tekstopmaak binnen dat kader wordt geplaatst. Experimenteer hier maar eens mee…… Trim: Met de trim-opdracht knip je als het ware een stuk te lange lijn weg. Stel je hebt een lijnstuk die gekruist wordt door een andere, haaks daarop getekende lijn, en deze lijn steekt over de eerste lijn heen, dan knip je dat teveel weg.
voor Trim
Na Trim
Extend: Extend werkt net anderom, het verlengd een geselecteerde lijn precies tot op de andere lijn.
voor Extend
Na Extend
Fillet: Met de fillet-opdracht koppel je 2 lijnen met elkaar, of precies 90 graden of als je een Radius opgeeft, met een door de waarde van die radius bepaalde rondingsstraal.
Fillet, Radius=0
Fillet, Radius=100
Chamfer: Doet hetzelfde als Fillet, echter worden de lijnstukken niet met een boog maar met een rechte lijn met elkaar verbonden. Je moet de Distance 1 en Distance 2 opgeven.
Zonder Chamfer
Met gebruik Chamfer
Polygon: Met deze opdracht teken je veelhoeken, te beginnen met 3-hoeken, 4-kanten, 5- of 6 of 8 hoeken. Er wordt eerst gevraagd om het aantal hoeken, stel bijvoorbeeld 3, dan het basispunt, en vervolgens I van Inscribe (binnen een circel) of C circumscribe, dus buiten de circel. Vervolgens trek je met de muis de grootte van je driehoek. Rectangle: Dit is dus een rechthoek of vierkant, spreekt voor zichzelf denk ik.
Rotate: Roteren van een lijn, block, rechthoek of wat voor ander object of objecten, de hoek kun je met de muis bepalen, maar intikken gaat veel beter, dus 90 graden of zo. Onthoud echter dat AutoCad net zo werkt als een vectordiagram, dus als volgt: 90 graden
180 graden
0 graden
270 graden View-opdrachten: Zoom: Om een bepaald stuk van de tekening beter in beeld te krijgen, kun je het beste gebruik maken van de ZOOM opdracht, gevolgd door de later in te tikken opdracht Window of Extends. Met Window kies je zelf een bepaald deel van de tekening, aagegeven door wat je met de muis als kader selecteerd.. Met Extends krijg je ALLES wat er maar op die tekening staat. Uiteraard zijn hier ook weer pictogrammen voor, maar die gebruik ik nooit, typen gaat veel sneller ! Met het scroll-wieltje van de muis gaat het ook perfect hoor. Er is ook nog de opdracht Zoom ---> Previous, dus vorige scherm. Pan: Met de pan-opdracht kun je de gehele tekening als het ware verschuiven binnen het denkbeeldige passe-partout vlak, welk bepaald wordt door de afmetingen van je scherm. Onthoud dat hoever je ook inzoomt of verschuift met de pan-opdracht, de tekening blijft altijd ware grootte, dus hele millimeters. Stel dat je een tekening hebt van de hele stad Utrecht, dan is die tekening in werkelijkheid circa 4 km bij 4 km groot. Je kunt inzomen op straatnivo of zelfs huisnivo, maar alles blijft werkelijke grootte in millimeters. Opdrachten geven door alleen een lettercombinatie in te tikken: Deze opdrachten staan in oudere Autocad-versies vermeld in het *.pgp bestand en worden aangeduid als Command Alias Definitions: B BLOCK BR BREAK, een lijnstuk afbreken vanaf een bepaald punt C CIRCLE CP COPY DI DISTANCE, de afstand tussen twee punten E ERASE EX EXPLODE BLOCK I INSERT BLOCK OF EXTERNE BLOCK/TEKENING ID X,Y PUNT VAN EEN BEPAALD PUNT L LINE M MOVE MI MIRROR, spiegelen van een stuk tekening, een block of dergelijke OF OFFSET, copiëren van 'n lijn met een vaste afstand parallel aan de oorspronkelijke lijn RO ROTATE, draaien / roteren van een lijn of een complete tekening S STRETCH, uitrekken, langer maken van een lijn, rechthoek, parallele lijnen en dergelijke SC SCALE, verschalen XREF EEN EXTERNE TEKENING AAN DE HUIDIGE TEKENING VERBINDEN (bijvoorbeeld om sparingen te tekenen, of een toegezonden bouwkundige tekening) WB WRITE BLOCK (om een block te maken en deze naar je bibliotheek te saven) Z ZOOM (Z enter E=EXTENDS, Z enter W=WINDOW etc)
Edit text
Erase
Line
Copy Mirror (spiegelen) Offset Array
Polygon Rectangle
Move Rotate
Circel Cloud
Scale Stretch Trim
Ellips Extend Break Chamfer Tekst
Fillet Explode block
Save
Zoom Previous Print / plotten
Pan Zoom in-uit
Zoom Window
Volgende keer: (les 2) Volgende keer gan we wat meer in op de volgende opdrachten: Lijnsoorten (getrokken lijn, stippellijn en dergelijke) Lijndiktes Lijnkleuren Layers Fonts (lettertypes) Dimensionering (maatlijnen) Scale Stretch Solid Hatch
Volgende keer: (les 3) In les 3 gaan we werken met voorgedefinieerde BLOCKS, dat zijn kleine, complete mini-tekeningen die meedere keren gebruikt worden, of bijvoorbeeld een compleet IC, een kozijn, tafel, telefoon, een auto, een boom, en dergelijke.Ook kunnen daar ATTRIBUTES aan worden vastgehangen, dat zijn tekstvelden, die steeds opnieuw kunt veranderen via een tabel. Volgende keer: (les 4) In les 4 hebben we als alles goed gaat een compleet schema getekend. Hier gaan we verder wat mee stoeien, tenslotte: "Learning by doing it"