Cultuurhistorie Alkmaar Beleidskader 2009-2019 Authentiek door dynamiek
Inleiding Beslispunten 1. Vaststellen van de archeologische onderzoeksagenda en vaststellen van de archeologische verwachtingskaart 2. Instemmen met het zelf blijven uitvoeren van archeologische onderzoeken tot een oppervlakte van 250 m2 per project 3. Instemmen met een schadevergoeding tot maximaal 50% van excessieve kosten boven de grens van 7% van de totale bouwkosten met een maximum van 14%. 4. Verankeren van de rol van bouwhistorie 5. In stand houden van objectgerichte restauratie(subsidie) en onderhoudsaanpak voor beschermde monumenten 6. Anticiperen op herbestemming van grote monumenten en religieus erfgoed; gebruik is beste garantie voor behoud 7. Vastleggen van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen als inspiratiebron en toetsingskader voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen 8. Communiceren over al deze aandachtsvelden met een zo breed mogelijk publiek in klare taal via alle mogelijke media, maar met een speerpunt in het digitaal beschikbaar maken van alle kennis via internet Participatie en communicatie Participatie Publiciteit en activiteiten Werkplan Communicatie Cultuurhistorie Alkmaar Planning & Evaluatie Financiën Archeologie Bouwhistorie Monumenten Werkplan Communicatie Cultuurhistorie Alkmaar
1
Inleiding De gemeente Alkmaar formuleert met de nota Cultuurhistorie Alkmaar. Authentiek door dynamiek het beleidskader voor de periode 2009-2019. Directe aanleiding is de recente wetswijziging op het gebied van archeologie. Bovendien ontbreekt formeel beleid voor bouwhistorie en is het monumentenbeleid aan actualisering toe. Vanwege de onlosmakelijke samenhang en ten bate van bestuursefficiëntie, burgerservice en ruimtelijke ontwikkelingen zijn de drie werkterreinen archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg verenigd in een gezamenlijke nota cultuurhistorie. Het beleid is een logische voortzetting van de al bestaande werkwijze en ambities. Daarnaast vindt er een vertaling plaats van de landelijke beleidstrends, waarvan de visie Modernisering Monumentenzorg richtinggevend is, naar voor Alkmaar relevant beleid. Bij het behoud van het cultureel erfgoed gaat het om het geheel van boven- en ondergrondse monumenten, straatbeelden, samenhangende bebouwing, stratenpatronen, pleinen, waterwegen, historische groenpartijen etc. We spreken per slot van rekening over een monumentale stad. Dat wil niet zeggen dat de ontwikkeling van die stad stilstaat. Dat is ook in het verleden nooit zo geweest. Het beleid heeft daarom, naast behoud, vooral ook tot doel om cultuurhistorie in te zetten als een van de ontwerpuitgangspunten bij bouwplannen en andere ruimtelijke ontwikkelingen. Waar wordt voortgeborduurd op de historische ontwikkeling behoudt Alkmaar haar kwaliteit, terwijl ook aan de eisen van een moderne centrumstad kan worden voldaan: authentiek door dynamiek. De voornemens uit de voor u liggende nota laten zich samenvatten in de hieronder staande 8 beslispunten. Burgemeester en wethouders van Alkmaar, De Burgemeester,
P. Bruinooge De secretaris,
Drs. J.C.M. Cox
2
Beslispunten 1. Vaststellen van de archeologische onderzoeksagenda en vaststellen van de archeologische verwachtingskaart Het uitgangspunt van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) is om archeologische waarden beter te beschermen en te verankeren in de ruimtelijke planvorming. In hoofdzaak komt het er op neer dat gemeenten met het vaststellen van bestemmingsplannen rekening moeten houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten (archeologische) monumenten. Voorgesteld wordt om de archeologische verwachtingskaart met bijbehorende onderzoeksagenda, opgesteld op basis van jarenlang onderzoek, vast te stellen als beleidskaart die dan in bestemmingsplannen verankerd zal worden. Op deze manier wordt aan de belangrijkste verplichting van de Wamz voldaan. De kaart zal dienen als instrument dat in één oogopslag toont of er in een bepaald gebied archeologische resten worden verwacht en wat de consequenties voor de initiatiefnemer zijn bij de aanvraag van vergunningen. 2. Instemmen met het zelf blijven uitvoeren van archeologische onderzoeken tot een oppervlakte van 250 m2 per project In de nieuwe wet wordt ook het veroorzakerprincipe ingevoerd. Hierbij kunnen de kosten die gemaakt worden om het archeologisch erfgoed te beschermen verhaald worden op de initiatiefnemer van de ontwikkeling, de veroorzaker. Vooral bij de kleine projecten ontstaat er dan een scheve verhouding tussen de kosten van het archeologisch onderzoek en de bouwsom. Om deze verhouding te herstellen en de administratieve belasting te verlichten wordt voorgesteld bij projecten met een oppervlakteverstoring van minder dan 250m2 de optie aan de initiatiefnemer te bieden de opgraving door het team archeologie van de gemeente te laten uitvoeren. Hierbij zullen alleen de kosten van materieel en eventueel extern in te huren personeel door de initiatiefnemer worden gefinancierd. De initiatiefnemer kan uiteraard ook kiezen het onderzoek door een archeologisch bedrijf te laten uitvoeren. In dit geval zijn dan de regels van toepassing zoals geformuleerd in het volgend punt bij projecten met een oppervlakteverstoring van meer dan 250 m2 en is de excessieve kostenregeling van toepassing. 3. Instemmen met een schadevergoeding tot maximaal 50% van excessieve kosten boven de grens van 7% van de totale bouwkosten met een maximum van 14%. Bij projecten met een oppervlakteverstoring van meer dan 250 m2 zal het archeologisch onderzoek aan een archeologiebedrijf aanbesteed moeten worden of wanneer door een initiatiefnemer van een klein project gekozen wordt voor uitvoering door een archeologiebedrijf. Voorgesteld wordt om bij deze projecten een excessievekostengrens te kiezen van 7% van de bouwkosten (zoals opgegeven en nagecalculeerd bij de legesberekening). Deze projecten kunnen voor een gemeentelijke bijdrage in aanmerking komen als de totale kosten voor archeologisch onderzoek (maar zonder kosten van ingehuurde adviseur), zoals beoordeeld en geaccordeerd door de gemeente op basis van het Programma van eisen, de open begroting en het plan van aanpak, groter zijn dan 7% van de bouwsom (zoals opgegeven en nagecalculeerd bij de legesberekening), maar niet meer bedraagt dan 14 %. De schadevergoeding bedraagt dan maximaal 50% van de kosten die liggen tussen de drempel van 7% en de maximale acceptabele kosten van 14%. Het college van B&W is bevoegd deze regels jaarlijks aan te passen. Indien de regeling voor schadevergoeding zoals hierboven omschreven, naar het oordeel van B&W, mede gezien in het licht van het belang van de opgraving, tot kennelijke hardheid leidt, kan B&W besluiten van de regeling af te wijken.
3
4. Verankeren van de rol van bouwhistorie 1 Bouwhistorie is de wetenschap die de geschiedenis van het bouwen, het bouwvak, de constructies en de materialen bestudeert in samenhang met de gebouwde omgeving. De bouwhistorische waardestelling is een onmisbaar onderdeel van de beoordeling van restauratieplannen en daarom integraal onderdeel van monumentenzorg. De kennis is niet alleen te gebruiken voor de beoordeling van bouwplannen, maar ook beschikbaar voor eigenaren en te gebruiken voor het onderzoek naar de geschiedenis van de stad. Het bouwhistorisch onderzoek wordt in principe door de gemeentelijk bouwhistoricus uitgevoerd. De, te ontwikkelen, bouwhistorische verwachtingskaart zal als instrument dienen om snel te kunnen zien waar en wanneer bouwhistorisch onderzoek noodzakelijk, dan wel gewenst, is. Welk onderzoek en met welke diepgang wordt per geval vastgesteld op basis van de aard van de ingreep. Als het gaat om grote of specialistische onderzoeken, zoals dendrochronologisch en kleurhistorisch onderzoek, zal dit onderzoek door de bouwhistoricus worden begeleid. De kosten voor bouwhistorisch onderzoek worden voor gesubsidieerd 2 volgens de nieuwe integrale subsidieverordening. Bouwhistorisch (voor)onderzoek wordt in de bestemmingsplannen voor het beschermd stadsgezicht gekoppeld aan de ontheffing op het verbod op samenvoeging van panden. De 3 huidige eis aan ontheffing dat ‘de bebouwingsstructuur niet onevenredig wordt benadeeld’ is niet meetbaar. De bouwhistorische waarde wordt zo vastgelegd en meegenomen in de afweging.
Bij de modernisering van de Raadzaal in 2008 werden schilderingen aangetroffen op de schouw en op de schijntoren uit 1913. De tekst werd aangebracht in 1932. De achterwand van de oorspronkelijke stookplaats uit 1509-1520 is bouwhistorisch gedocumenteerd en nu weer gedeeltelijk in het zicht.
1
Meer achtergrondinformatie over bouwhistorie kunt u vinden in Hoofdstuk 5 Bouwhistorie van de Cultuurhistorie Alkmaar. Beleidvisie 2009-2019. Achtergronden bij het beleid. 2 De integrale subsidieverordening wordt nader uitgewerkt in Hoofdstuk 6 Monumentenzorg van de Cultuurhistorie Alkmaar. Beleidvisie 2009-2019. Achtergronden bij het beleid. 3 Bestemmingsplan Binnenstad Centrumgebied 08-05-‘01
4
5. In stand houden van objectgerichte restauratie(subsidie) en onderhoudsaanpak voor beschermde monumenten Dankzij ruim 35 jaren monumentenzorg verkeert de monumentale bebouwing in Alkmaar in goede staat. De vele juweeltjes, zoals de Grote Kerk, het Stadhuis, de Waag en de vele woonhuismonumenten, geven de stad een duidelijke eigen identiteit. Een gunstig effect is de bijdrage aan de aantrekkingskracht van de stad voor toeristen en winkelend publiek, zoals gebleken uit het onderzoek Eigen Haard is Goud Waard. Instandhouding van de monumentale kwaliteit is geen zorg, het is de mooiste kans om dit succes uit te bouwen. Het monumentenzorgbeleid voor de komende jaren kent geen grote wijzigingen ten opzichte van de huidige wijze van werken. Het betreft een aantal nuanceringen; er wordt geanticipeerd op de landelijke beleidstrends, er wordt gezocht naar meer samenhang met archeologie en 4 bouwhistorie en tussen individuele objecten en de dynamiek van de stad. Hiertoe wordt voorgesteld dat de bestaande werkwijze van het in stand houden van de object gerichte restauratie- en onderhoudsaanpak voor beschermde monumenten voortgezet zal worden.
In de zomer van 2006 werd de beeldengroep op het attiek van het Moriaanshoofd (ca. 1720) op kleur gezet. De allegorische voorstelling met als thema ‘de goede rechter’ komt hierdoor nog beter tot zijn recht. 6. Anticiperen op herbestemming van grote monumenten en religieus erfgoed; gebruik is beste garantie voor behoud Louter conserveren van de gebouwde omgeving is geen realistische ambitie en verstikt bovendien de ontplooiing van een dynamische stad. Daarom is de kerngedachte behoud door ontwikkeling al jarenlang een motto binnen de monumentenzorg en staat zij in dienst van vooruitgang. Vooral voor monumentale gebouwen geldt dat zij gebaat zijn bij een functie. Langdurige leegstand -en dus het uitblijven van onderhoud- leidt namelijk tot bouwkundige achteruitgang en in ernstige gevallen tot verval en afbraak. Op dit moment is een groeiende vraag naar de ontwikkeling van grote monumentale objecten. Initiatiefnemers erkennen de positieve meerwaarde van een dergelijke investering. Hiervoor is meedenken en inzetten van subsidie van belang. Voor religieus erfgoed is de vraag wat te doen met toekomstig vrijkomende gebouwen. Los van het gebruik en de invulling levert een kerkgebouw maatschappelijke identiteit en ruimtelijke structuur aan de omgeving. Een inventarisatie dient het probleem in kaart te brengen. Voorstel is om vroegtijdig in te spelen op toekomstige herbestemming van grote monumenten en religieus erfgoed met als uitgangspunt dat gebruik de beste garantie voor instandhouding biedt.
4
Meer hierover is te lezen in hoofdstuk 6 Monumentenzorg van de Cultuurhistorie Alkmaar. Beleidvisie 20092019. Achtergronden bij het beleid.
5
7. Vastleggen van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen als inspiratiebron en toetsingskader voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen Het vakgebied is verbreed naar een meer gebiedsgerichte benadering. Met de bundeling van archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg, zoals in deze nota, wordt de aandacht en draagvlak voor cultuurhistorie vergroot. Structuurvisies en de toelichting op bestemmingsplannen bieden de mogelijkheid de karakteristieken van een gebied nader te omschrijven en te gebruiken als toetsingskader bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voorgesteld wordt om de Cultuurhistorische Waardenkaart te ontwikkelen als onderlegger voor de verankering van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen. De gemeentelijke Cultuurhistorische Waardenkaart wordt een verfijning en uitbreiding van de provinciale kaart, waarop ook de specifiek voor Alkmaar bijzonder objecten, structuren en historische locaties worden opgenomen. De basis is de archeologische verwachtingskaart, de monumentenkaart (inclusief de beeldbepalende panden) en de bouwhistorische verwachtingskaart (in ontwikkeling voor het beschermd stadsgezicht). Op de kaart kunnen ook belangrijke waterlopen, wegen, dijken, groenstructuren, molenbiotopen, historische gebeurtenissen en stedenbouwkundige ensembles worden aangegeven. De kaart maakt de cultuurhistorische waarden voor het gehele gemeentelijk grondgebied inzichtelijk. 8. Communiceren over al deze aandachtsvelden met een zo breed mogelijk publiek in klare taal via alle mogelijke media, maar met een speerpunt in het digitaal beschikbaar maken van alle kennis via internet
In 2005 werd er aantasting door bonte knaagkever en houtrot aangetroffen in draagconstructie van de erker van het Moriaanshoofd. Bij de restauratie werd de eiken constructie vervangen en hersteld, evenals delen van het fraaie houtsnijwerk.
6
Participatie en communicatie Participatie In het voortraject van deze beleidsnota is participatie zeer belangrijk geweest. Het voorgenomen 5 6 beleid is in het voortraject binnen het ambtelijk apparaat en met landelijke experts besproken. Hieruit is een conceptnota geformuleerd waarvoor een participatietraject is gevolgd voor geïnteresseerden, belanghebbenden en deskundigen. De participatie is positief verlopen via een goed bezochte informatieavond in de Kapelkerk. Hieruit is een adviesgroep samengesteld van lokale deskundigen en belanghebbenden. Daarnaast heeft de Welstands- en Monumentencommissie Alkmaar geadviseerd. Beide partijen onderschrijven de ingeslagen weg naar integraal beleid, het belang van bouwhistorie en 7 inbedding van cultuurhistorie in ruimtelijke ordening . Publiciteit en activiteiten De gemeente Alkmaar is sterk in het publiceren van onderzoeksresultaten op het gebied van cultuurhistorie. Dit heeft zijn beslag gekregen in de reeks Rapporten Alkmaarse Monumentenzorg & Archeologie en bijdrages aan de Alkmaarse Historische Reeks. De afgelopen jaren zijn diverse publieksgerichte activiteiten ontplooid. Deze lopen uiteen van populaire vertalingen van onderzoeken (bijv. De beerput als bron), via rondleidingen, stadswandelingen en lezingen tot het organiseren van de expositie De verborgen stad in het Stedelijk Museum Alkmaar (2004) en de jaarlijkse Open Monumentendag. In de afgelopen 15-20 jaar is gebleken dat het publiek belangstelling heeft voor cultuurhistorie en op de hoogte wil blijven. Zo tellen thematische publicaties een afname van 250 per jaar, heeft de Nieuwsbrief van de afdeling Monumentenzorg en Archeologie circa 3.000 lezers, en trekt de Open Monumentendag jaarlijks circa 7.000 bezoekers naar Alkmaar. Door succesvolle kennisdeling heeft het werkterrein van cultuurhistorie een groot draagvlak onder het Alkmaarse publiek. Om de bestaande interesse te behouden en een groter bereik te krijgen, zal de aandacht meer doelgroepgericht worden. Publicaties en activiteiten worden planmatiger aangepakt en beter afgestemd op het grote publiek (minder op de wetenschapper). Samenwerking met cultuurhistorische partners werkt hierin onderling versterkend.
5
Middels een workshop van ambtenaren met inhoudelijke betrokkenheid en relevante vakkennis. Aan de hand van stellingen is gediscussieerd over de beleidsvoorstellen. De reacties zijn verwerkt in de conceptnota, die is vrijgegeven voor participatie met de burger. Het gehele interne participatietraject is door alle betrokkenen als zeer positief en productief ervaren. Door deze werkwijze kan de beleidsnota op een groot intern draagvlak rekenen. 6 De beleidsnota is voorgelegd aan organisaties en verenigingen met inhoudelijke kennis. Dit zijn (landelijke) experts, lokaal betrokkenen (o.a. welstands- en monumentencommissie, Historische Vereniging Alkmaar) en vergelijkbare gemeenten (bijv. Delft en Leiden). De reacties zijn verwerkt in de conceptversie die is vrijgegeven voor participatie met de burger. 7 Welstands- en Monumentencommissie Alkmaar: Zij heeft veel waardering voor […] de ambities […] met het oog op de inbedding van cultuurhistorie in het ruimtelijk beleid van Alkmaar. […] De commissie juicht het toe dat Bouwhistorie nu een volwaardige plek in het monumenten- en archeologiebeleid van Alkmaar heeft gekregen, omdat het onderzoek van groot nut is bij de beoordeling van aanpassingen aan cultuurhistorisch belangrijke objecten. Adviesgroep:‘De adviesgroep spreekt haar waardering uit voor de gedegen en uitgebreide opzet van de conceptbeleidsnota. Met deze nieuwe nota bewijst Alkmaar in de voorste gelederen van de grotere monumentengemeenten te willen blijven opereren. Het is een cliëntgericht beleid om eigenaren en initiatiefnemers van monumenten te stimuleren en te begeleiden om de noodzakelijke investeringen ten aanzien van het onderhoud en herstel van monumenten te doen. Daarnaast faciliteert men ook de initiatiefnemers van nieuwe bouwprojecten in gebieden met een (hoge) archeologische verwachtingswaarde bij de uitvoering van verplicht archeologisch onderzoek […] Alkmaar heeft cultuurhistorie hoog in het vaandel staan. De gemeente realiseert zich daarbij dat het monumentale karakter van Alkmaar de unieke kracht is die Alkmaar aantrekkelijk maakt voor bewoners, bezoekers uit de regio en toeristen. De versterking van het cultureel erfgoed in Alkmaar kan daarbij samengaan met de moderne uitbreiding van het centrum in Overstad. Cultuurhistorische lijnen vanuit de stad richting Koedijk, Oudorp , Schermer, Heiloo en Bergen maken van de binnenstad een spin in het cultuurhistorische web dat Alkmaar zo bijzonder maakt. Daar hoort niet alleen een adequaat beleid op het gebied van Monumentenzorg , Bouwhistorie en Archeologie bij, maar er zal daarnaast met andere disciplines moeten worden samengewerkt om tot een ruimtelijk cultuurhistorisch kwaliteitsbeleid te komen. De aanzet tot dit beleid is gegeven in deze Beleidsnota..’
7
Werkplan Communicatie Cultuurhistorie Alkmaar Zoals onder Publiciteit en activiteiten hierboven is aangekondigd zal samenwerking worden aangegaan met o.a. cultuurhistorische en toeristische partners. Het eindproduct is een werkplan waaraan de diverse partners zich verbinden, met de werktitel werkplan Communicatie Cultuurhistorie Alkmaar. De partners zullen volgens het gemeentelijk participatiebeleid als co-producent volwaardig 8 deel nemen aan het samenstellen van het plan . Beoogde doelen Draagvlak creëren voor doelstelling. Kennisdeling op gebied van de stadsgeschiedenis (onderzoeksresultaten). Samenwerking met cultuurhistorische partners. Profileren van de stad als aantrekkelijk (regionaal) centrum. Extra aandacht voor bestaande activiteiten en historische mijlpalen. Beoogde producten Werkplan met betrekking tot de communicatie Sterk en vastgelegd samenwerkingsverband cultuurhistorische partners Publicatie(s), tentoonstelling(en), lezing(en), wandel- fietsroute(s) Thematische activiteiten en Open Dagen Actuele en informatieve website Beoogde participatiepartners Binnen de gemeentelijke organisatie: Sector Stadsontwikkeling: Monumentenzorg en Archeologie Sector Economie, grond en gebouwen: Toerisme, EZ, Vastgoed Sector Realisatie: wijkcoördinatoren binnenstad en Westerhoutkwartier Sector Bestuursondersteuning: Communicatie en City Marketing Sector Maatschappelijke Ontwikkeling: Vrije tijd en participatie Buiten de gemeentelijke organisatie: Woningbouwcorporaties die een hoog percentage monumenten bezitten Historisch georiënteerde partijen uit de regio Welstands- en monumentencommissie Alkmaar Historische Vereniging Alkmaar Belangenverenigingen Binnenstad en Westerhoutkwartier VVV Foca Ondernemend Alkmaar
8
Volgens de trede coproduceren in de participatienota: Politiek, bestuur en deelnemers komen gezamenlijk een agenda overeen, waarna samen naar oplossingen gezocht wordt. De politiek verbindt zich in principe aan deze oplossingen met betrekking tot de uiteindelijke besluitvorming. De rol van de participant is in deze de “samenwerkingspartner”.
8
Planning & Evaluatie Planning 2009 o o o o o o
Integrale verordening en subsidieverordening opstellen Afronden onderzoek juridische bescherming beeldbepalende panden Start opstellen bouwhistorische verwachtingskaart Reglement van Orde voor Welstand- en Monumentencommissie Werkplan Communicatie Cultuurhistorie Alkmaar opstarten Opstellen visie Religieus Erfgoed
2010 o o o
Bedrijfsplan 2010-2015 opstellen Gemeentelijke monumentenlijst actualiseren Bouwhistorische onderzoeksagenda
2014 o
Evaluatie
Evaluatie Na vijf jaar zal het beleid en bijbehorende regelgeving worden geëvalueerd. Hierin zullen de ontwikkelingen rond de Modernisering Monumentenzorg worden meegenomen. Na vaststelling van de nieuwe integrale subsidieverordening wordt o.a. de werking van de nieuwe excessieve kostenregeling geëvalueerd. De gereserveerde bedragen zijn gebaseerd op huidige ervaringscijfers.
Bouwsporen van een geveltop met vlechtwerk in de burgemeestersvleugel; blootgelegd en in het zicht gebracht tijdens de restauratie in 2003.
9
Financiën Bij het formuleren van de ambities in deze nota is het uitgangspunt geweest dat deze binnen de bestaande budgetten en de beschikbare formatie worden uitgevoerd. De enige uitzondering hierop zijn de kosten die gepaard gaan met het Archeologische onderzoek. Dit vloeit voort uit een nieuwe wettelijke verplichting. Hieronder worden de financiën per onderwerp nader toegelicht. Archeologie In de reeds vastgestelde begroting is voor reguliere opgravingen vanaf 2010 een structureel bedrag van € 25.000,- opgenomen. Dit bedrag wordt onder andere ingezet voor de (wettelijk verplichte) publicaties van archeologisch onderzoek en de incidentele inhuur van extra capaciteit bij opgravingen. De invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg leidt onvermijdelijk tot een taakverzwaring. De inzet van het beleid is om de lastendruk bij de initiatiefnemer zoveel mogelijk te beperken. De staande formatie is daarbij wel als uitgangspunt genomen in de bepaling van de mate waarin de initiatiefnemer tegemoet kan worden gekomen. De verwachting is dat bij een gemiddeld gelijkblijvend aantal opgravingen per jaar de voorgestelde aanpak binnen de bestaande formatie aangevuld met de huidige incidentele inhuur kan worden uitgevoerd. Dit wijkt niet af van de huidige werkwijze. De kosten die gepaard kunnen gaan met grotere, complexere of buitengewoon kostbare archeologische onderzoeken kunnen leiden tot verzoeken tot schadevergoeding in het kader van de zogenaamde excessieve kosten. Met ingang van 2009 is jaarlijks structureel €100.000 hiervoor in de begroting opgenomen. Dit bedrag is een aanname van de te verwachten kosten, er zijn in den lande geen ervaringscijfers op basis waarvan nadere onderbouwing mogelijk is. De invoering van de wet is gepaard gegaan met een uitkering in het gemeentefonds van jaarlijks €45.000, - als bestuurslastenvergoeding. In de eerste begrotingswijziging 2009 is dit toegevoegd aan het budget van de afdeling M&A ter dekking van de gestegen bestuurskosten. Dit bedrag wordt gebruikt ten behoeve van de opstartkosten en eventuele benodigde inhuur van specifieke capaciteit die gepaard gaan met de implementatie van de Wamz. Op basis van ervaringen na 5 jaar zal gekeken moeten worden of er structureel een uitbreiding in de capaciteit noodzakelijk is. Bouwhistorie Bouwhistorisch onderzoek kan binnen de bestaande formatie worden uitgevoerd. Daar waar eigenaren voorkeur hebben voor het uitbesteden van werk of de werkzaamheden zo omvangrijk of specialistisch zijn dat de bestaande formatie niet volstaat wordt in onderhandeling met de eigenaar een oplossing gevonden. Zoals hiervoor al aangekondigd zal de subsidieverordening worden geactualiseerd waardoor ook de in deze nota opgenomen beleidsnuanceringen kunnen worden verwerkt. Budget noodzakelijk voor het uitbesteden van het maken van de bouwhistorische verwachtingskaart (methode Leiden). Voor de dekking van de kosten ad € 100.000,- zal gekeken worden naar ruimte binnen de ISV-middelen alvorens tot uitvoering over te gaan. Monumenten De werkzaamheden die gepaard gaan met de vergunningverlening, toezicht en subsidiëring blijven binnen de bestaande capaciteit uitgevoerd worden. Het zelfde geldt voor kortlopende projecten zoals het herijken van de monumentenlijst en plaatsingsprocedures. De omvangrijkere projecten, zoals inventarisatie ten behoeve van de gemeentelijke monumentenlijst en het opstellen van de Bouwhistorische Verwachtingskaart zal, (gedeeltelijk) moeten worden uitbesteed. Het uitgangspunt is dat dit net als voorheen uit de voor het beleidsterrein beschikbare middelen zal worden gedekt. De bestaande subsidiemethodiek is zeer succesvol gebleken en werkt op hoofdlijnen nog steeds zeer goed. Zij is al in belangrijke mate gericht op het faciliteren van regelmatig onderhoud en was daarmee haar tijd vooruit. Zoals hiervoor gesteld blijkt wel dat de bestaande methodiek voor een aantal specifieke vraagstukken onvoldoende soelaas biedt. In het verlengde van deze nota zal het subsidiebeleid op onderdelen worden aangepast. Uitgangspunt hierbij is dat het beschikbare subsidie volume niet zal stijgen. De goede onderdelen zullen worden behouden en op onderdelen worden verbeterd. Voor specifieke knelpunten, zoals onder meer vrijkomend religieus erfgoed en restauratie en of herbestemming van grote objecten, zal het uitgangspunt zijn bij te dragen in de kosten die gepaard gaan met het mogelijk maken van een sluitende exploitatie boven een bijdrage in de restauratie sec. Dit vereist een grotere mate van flexibiliteit. Voorstellen hiertoe zullen in het verlengde van deze nota worden gepresenteerd.
10
Tot en met 2009 worden de gemeentelijke subsidies voor monumenten gedekt uit een reservering in het ISV van ca €325.000 per jaar. In de begroting voor na 2009 is al besloten een structureel bedrag van €275.000, - vrij te maken ten behoeve van deze regelingen. Ook is besloten een reservering van €25.000 te maken voor de kosten die gepaard gaan met publieksactiviteiten als Open Monumenten Dag en een beperkt aantal publicaties.
In 2003 is er een proefsleuf gemaakt langs de achtergevel van het stadhuis (1509-1520) op zoek naar oudere bebouwing. Werkplan Communicatie Cultuurhistorie Alkmaar Het werkplan zal in overleg met de afdeling communicatie vormgegeven gaan worden. Mogelijk zijn externe adviseurs noodzakelijk. Voor het budget voor dit traject wordt ruimte gezocht binnen het communicatiebudget. Indien dit niet toereikend is zal nog een nader voorstel gedaan worden.
11