CTvision Adviesbureau voor Ruimtelijke Ordening

Gemeente Gouda

Ruimtelijke onderbouwing voor het realiseren van een maatschappelijke functie, zoals een kinderdagverblijf, in het voormalige transformatorgebouw aan de Kanaalstraat 1a in Gouda

CTvision Adviesbureau voor Ruimtelijke Ordening

Verantwoording Titel

: Ruimtelijke onderbouwing voor het realiseren van een maatschappelijke functie, zoals een kinderdagverblijf, in het voormalige transformatorgebouw aan de Kanaalstraat 1a in Gouda

Projectnummer

: 1001

Opdrachtgever

: Jan de Jong Bouwmanagement Holding BV De heer J.L. de Jong Jan Tinbergenstraat 19 2811 DZ REEUWIJK

Opdrachtnemer

: CTvision Plataanstraat 14 2803 SW Gouda 06-28062140 of 06-21868038

Datum

: 11 september 2010

Auteurs

: T. Revet en C. de Zoete

E-mail adres

: [email protected]

Website

: www.ctvision.nl

CTvision Adviesbureau voor Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke onderbouwing kinderdagverblijf Kanaalstraat 1a Gouda

2

Inhoudsopgave 1.

Inleiding

4

2.

Bestaande situatie

5

3.

Toekomstige situatie

6

4.

Planbeschrijving 4.1 4.2 4.3

5.

7 9 9 9 9

Onderzoek op het gebied van milieu, natuur, archeologie, cultuurhistorie en water 5.1

5.2 5.3

5.4

5.5

6.

Planbeschrijving Stedenbouwkundige uitgangspunten Verkeer en parkeren 4.3.1 Verkeersontsluiting 4.3.2 Parkeren

Milieu 5.1.1 Bodem 5.1.2 Geluid 5.1.3 Bedrijven en milieuzonering 5.1.4 Luchtkwaliteit 5.1.5 Externe veiligheid Natuur Archeologie 5.3.1 Wet op de archeologische monumentenzorg 5.3.2 Archeologische Basiskaart 5.3.3 Conclusie Cultuurhistorie 5.4.1 Nota Belvedere 5.4.2 Cultuurhistorische hoofdstructuur provincie Zuid-Holland 5.4.3 Nota Cultuurhistorie Gouda 5.4.4 Conclusie Water 5.5.1 Relatie waterbeheer en ruimtelijk beleid 5.5.2 Waterplan Gouda 5.5.3 Watertoets

Economische uitvoerbaarheid


10 10 10 11 11 12 13 13 13 13 14 14 14 14 14 15 15 15 16 16 17

3

1.

Inleiding

In 2009 is aan het accountantskantoor Midden-Holland met toepassing van artikel 19, lid 2 Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) bouwvergunning verleend voor het realiseren van een kantoorpand in het voormalige transformatorgebouw aan de Kanaalstraat 1a in Gouda. Het bouwplan betrof tevens een uitbreiding van het bestaande gebouw waarbij het bestaande bijgebouw gesloopt zou worden. Het accountantskantoor Midden Holland zal per 1 juli 2010 worden overgenomen door een ander bedrijf. Dit bedrijf heeft al een geschikt kantoorpand in Gouda en heeft daarom geen behoefte een kantoorpand aan de Kanaalstraat 1a te realiseren. Dit betekent dat de wens om een kantoorpand te realiseren in het voormalige transformatorgebouw is vervallen. Jan de Jong Bouwmanagement heeft het perceel overgenomen en de heer de Jong is in overleg gegaan met verschillende partijen om het perceel te kunnen verkopen/verhuren. Gebleken is dat vooral belangstelling is vanuit de zorgsector. Door het bedrijf Quadrant kindercentra is interesse getoond. Zij zouden de locatie graag willen invullen met een kinderdagverblijf. In het ontwerpbestemmingsplan Nieuwe Park Wonen, wat tot en met 9 juni 2010 ter inzage heeft gelegen, is op het perceel Kanaalstraat 1a, conform de verleende bouwvergunning, de bestemming ‘Kantoor’ opgenomen. Op grond van deze bestemming is een functie in de zorgsfeer niet mogelijk. Aangezien er geen wens meer bestaat een kantoor te realiseren op het perceel is op 8 juni 2010 een zienswijze ingediend om de bestemming te wijzigen naar ‘Maatschappelijk’, zodat de realisatie van een zorgfunctie, zoals een kinderdagverblijf, mogelijk wordt. Om de wijziging van de bestemming ‘Kantoor’ naar de bestemming ‘Maatschappelijk’ verder te motiveren is deze onderbouwing opgesteld, zodat door de gemeenteraad van Gouda een goede afweging kan worden gemaakt.


4

2.

Bestaande situatie

In 1942 is op de locatie een transformatorgebouw met bijgebouw opgericht door het Gemeentelijk Energie Bedrijf. Het transformatorgebouw diende als extra schakel of reserveverbinding in het hoogspanningsnet naar het EZH station aan de Zuider IJsseldijk. Met de komst van het grotere transformatorstation op het Bolwerk in Gouda verviel echter de functie van het gebouw. In 1998 is het transformatorgebouw verkocht aan derden. Er zijn diverse pogingen gedaan om een nieuwe functie in het gebouw te realiseren. Zowel diverse woningbouwverenigingen als het naastgelegen zorgcomplex hadden geen interesse in het gebouw. Vanwege de sterke wens om het waardevolle gebouw te behouden is in 2009 bouwvergunning verleend voor het realiseren van een kantoorpand in het transformatorgebouw met daarbij een uitbreiding. Bijkomstigheid was dat het bijgebouw gesloopt zou worden. Inmiddels is gebleken dat de wens om een kantoorpand op de locatie te realiseren ook is komen te vervallen.

Afbeelding 1. foto transformatorgebouw en bijgebouw


5

3.

Toekomstige situatie

Zoals al eerder gezegd is er geen behoefte meer om in het voormalige transformatorgebouw een kantoor te realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat er diverse gesprekken hebben plaatsgevonden met mogelijke kopers/huurders. Hieruit is gebleken dat vooral vanuit de zorgsector interesse bestaat. Op dit moment worden de plannen uitgewerkt om het perceel te verhuren aan Quadrant kindercentra. Quadrant wil graag op de locatie een kinderdagverblijf realiseren. Door het architectenbureau Abken Schrauwen wordt op dit moment druk gewerkt aan de uitwerking van de plannen. Ruimtelijk gezien is het realiseren van een zorgfunctie, zoals een kinderdagverblijf, op deze locatie uitermate geschikt. De locatie ligt tussen de woonlocatie Het Rode Dorp en het nieuwe gebouw van het zorgcentrum Gouwestein. De locatie het Rode Dorp ligt op dit moment nog braak, maar hier zal binnen afzienbare tijd een nieuwe woonwijk worden ontwikkeld. De kans is groot dat veel jonge gezinnen en starters in deze nieuwe wijk zullen komen te wonen. Dit brengt met zich mee dat op korte afstand de behoefte zal ontstaan aan kinderopvang. Zeker gezien het feit dat deze voorziening op korte afstand nog niet aanwezig is. Daarnaast kenmerkt de omgeving van de locatie zich vooral door de functies wonen en maatschappelijk. Zoals gezegd ligt direct naast het perceel het nieuwe gebouw van zorgcentrum Gouwestein. Daarnaast liggen langs de Winterdijk en de H.J. Nederhorststraat diverse schoolgebouwen. Ook de locatie aansluitend aan de Kanaalstraat 1a, waar nu de supermarkt Hoogvliet is gevestigd, zal in de toekomst worden herontwikkeld voor wonen. Gelet op de omliggende functies zal niet alleen een kinderdagverblijf een aanvaardbare functie zijn op deze locatie. Ieder andere maatschappelijke functie, mits voldaan wordt aan alle omgevingseisen, zal passend zijn in deze omgeving.

Afbeelding 2. situatie met nieuw zorgcentrum, gedeeltelijke nieuwe invulling Rode Dorp en de bestaande situatie voormalig transformatorgebouw


6

4.

Planbeschrijving

4.1

Planbeschrijving

Zoals al in het vorige hoofdstuk aangegeven is het architectenbureau Abken Schrauwen bezig met de uitwerking van het plan voor het kinderdagverblijf. Uitgangspunt voor het plan is dat het voormalige transformatorgebouw, conform de wens van de gemeente, wordt behouden. Het bijgebouw zal, net als in het plan voor het kantoor, worden gesloopt. Er zal echter geen uitbreiding worden gerealiseerd. De ruimte achter het transformatorgebouw zal worden gebruikt voor het realiseren van een buitenruimte voor de kinderen. De overige ruimte op het perceel wordt ingevuld met de toegang tot de locatie, parkeerplaatsen, een berging en een fietsenstalling. Net als in het vorige plan voor het kantoor zal ook aandacht worden besteed aan het aanbrengen van groen rondom de locatie.

Afbeelding 3. nieuwe situatie met kinderdagverblijf

Het gebouw wordt van binnen opgedeeld in een begane grond en een 1e verdieping met een brutovloeroppervlakte van 380 m2. De entree wordt, vanaf de Kanaalstraat gezien, aan de achterkant gerealiseerd. Zowel op de begane grond als op de verdieping zullen twee groepsruimten worden gerealiseerd. Op de begane grond wordt ook nog een ontvangstruimte/eetkeuken gerealiseerd. Alle groepsruimten worden voorzien van een slaapruimte. De groepsruimten op de begane grond worden ook voorzien van een toiletruimte. Op de begane grond zal ook nog een bergruimte en een extra toiletruimte worden gerealiseerd. Op de verdieping wordt nog een kantoorruimte en een wasruimte gerealiseerd. Zie op de volgende pagina afbeelding 4 en 5: nieuwe situatie begane grond en verdieping.


7


8

4.2

Stedenbouwkundige uitgangspunten

In 2007 is door KOW herstructurering een stedenbouwkundig plan opgesteld voor het woongebied ‘Het Rode Dorp’ en omgeving. Het onderhavige perceel met het voormalige transformatorgebouw maakte onderdeel uit van het gebied Het Rode Dorp en omgeving. De herontwikkeling van deze locatie is daarom destijds meegenomen in het stedenbouwkundige plan ‘Wonen tussen dorp en hof’. In het stedenbouwkundige plan is opgenomen dat het gewenst is het cultuurhistorisch waardevolle transformatorgebouw te behouden. In de visie werd nog uitgegaan van aanpassing van het gebouw en bestemming tot een kantoorfunctie. Bij de inrichting is aangegeven dat de nadruk ligt op het groene karakter. Bij de herontwikkeling van het voormalige transformatorgebouw tot kinderdagverblijf is rekening gehouden met de twee belangrijkste uitgangspunten uit het in 2007 opgestelde stedenbouwkundig plan. Het transformatorgebouw zal worden behouden en er zal aandacht worden besteed aan de groene inrichting van het perceel.

4.3

Verkeer en parkeren

4.3.1 Verkeersontsluiting De locatie wordt op dit moment ontsloten via de Kanaalstraat. Net voor het perceel is vanaf de Nieuwe Gouwe o.z. (N207) een inrit naar de Kanaalstraat. In de nieuwe situatie zal geen verandering worden aangebracht aan de ontsluiting van het perceel. De locatie ligt direct aan het begin van de Kanaalstraat waardoor en snelle ontsluiting mogelijk is.

Afbeelding 6. bestaande ontsluiting via de N207 en de kanaalstraat

4.3.2 Parkeren In de Bouwverordening van de gemeente Gouda zijn parkeernormen vastgesteld. Voor kinderdagverblijven geldt een parkeernorm van 0,6 per arbeidsplaats. Er zullen tegelijkertijd ca 6 werknemers aanwezig zijn. Dit betekent dat minimaal 4 parkeerplaatsen aanwezig dienen te zijn. Daarnaast dient er ruimte te zijn voor het brengen en halen van de kinderen, een zogenaamde kiss & ride zone. Op het perceel is in ieder geval ruimte voor het realiseren van 10 parkeerplaatsen. Daarnaast wordt nog een aparte fietsenstalling gerealiseerd.


9

5.

Onderzoek op gebied van milieu, archeologie, cultuurhistorie en water

5.1

Milieu

natuur,

5.1.1 Bodem In 2009 is bouwvergunning verleend voor het realiseren van een kantoor in het voormalige transformatorgebouw. Voor het beoordelen van de bodemkwaliteit van de locatie is in het kader van deze bouwvergunning op 21 april 2008 door adviesbureau CSO een vooronderzoek uitgevoerd, projectnummer 08L108. Hieruit bleek dat een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd diende te worden. Op 21 mei 2008 is door CSO dit verkennende bodemonderzoek uitgevoerd, projectnummer 08L191. Conclusie van het verkennende onderzoek was dat er sprake is van licht verhoogde gehalten en dat op basis hiervan geen nader onderzoek nodig is. De locatie is geschikt voor het gebruik als kinderdagverblijf. 5.1.2 Geluid Wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai Op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder zijn de volgende bestemmingen geluidsgevoelig: Woningen; Onderwijsgebouwen; Ziekenhuizen en verpleeghuizen; Buitenterreinen (bij gezondheidsgebouwen anders dan ziekenhuizen); Woonwagenstandplaatsen Een kinderdagverblijf valt niet onder het begrip geluidgevoelige bestemming. Dit betekent dat vanwege de wegen, de spoorweg Utrecht-Rotterdam/Den Haag en het industrieterrein Kromme Gouwe geen akoestisch onderzoek uitgevoerd hoeft te worden naar de geluidbelasting ter plaatse. Wel dient te worden voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit. Hiervoor zal een bouwkundig akoestisch onderzoek uitgevoerd dienen te worden. 5.1.3 Bedrijven en milieuzonering Invloed omliggende bedrijven op ontwikkeling In het kader van het woningbouwproject het Rode Dorp is door de milieudienst MiddenHolland een milieuonderzoek uitgevoerd, projectnummer 200923706, d.d. 10-02-2010. Onderdeel van dit onderzoek is Bedrijven en milieuzonering. In het onderzoek wordt het volgende aangegeven: Met behulp van het inrichtingenbestand van de Milieudienst is geïnventariseerd welke bedrijven relevant kunnen zijn voor de geplande ruimtelijke ontwikkeling. Er is gebruik gemaakt van eerdere onderzoeken naar de bedrijvigheid in het kader van het bestemmingsplan Nieuwe Park Wonen (kenmerk 200924004) en de Kanaalstraat 1a (0706023eef). Voor het bepalen van de milieuzones is uitgegaan van de afstandsnormen op basis van de VNG-publicatie en gegevens uit milieuvergunningen en AMvB’s. Indien de milieuzone zich in of in de omgeving van het plangebied bevindt, is de situatie nader besproken. De omgeving van het plangebied is voor wat betreft de aanwezigheid van bedrijven in twee gebieden te verdelen met als grens de rivier de Nieuwe Gouwe. Aan de kant van het plangebied het stadsdeel Nieuwe Park Wonen en aan de overkant het industrieterrein Kromme Gouwe. Uit het onderzoek van Nieuwe Park Wonen kan worden opgemaakt dat bedrijven in dit stadsdeel op grote afstand zijn gelegen van het plangebied en derhalve geen invloed zullen hebben op de ontwikkeling.


10

Aan de overkant van de Nieuwe Gouwe ligt op het industrieterrein Kromme Gouwe het bedrijf De Goudse Betonmortel Centrale B.V. op het adres Nijverheidsstraat 14E. Door zijn activiteiten kan dit bedrijf mogelijk stofoverlast geven in de omgeving. Volgens de VNGpublicatie heeft een betonmortelcentrale voor wat betreft stof een gewenste afstandswaarde van 200 meter. Dit bedrijf ligt op ca. 80 meter van het plangebied en dus ook van de onderhavige locatie. Uit het dossier van dit bedrijf kan worden opgemaakt dat de activiteiten zijn vergund en er geen stofhinder in een recent verleden heeft plaatsgevonden (Bron: Provincie Zuid-Holland). De voorschriften, die betrekking hebben op het voorkomen van stofhinder worden nageleefd. Het treffen van maatregelen zal echter niet kunnen voorkomen dat helemaal geen stofoverlast meer optreedt. Ondanks de korte afstand tussen het bedrijf en de ontwikkellocatie zal dit bedrijf niet worden belemmerd in zijn bedrijfsvoering vanwege de nieuwe ontwikkeling. Er zal naar verwachting bij gewone bedrijfsvoering geen stofoverlast ter plaatse van het plangebied worden ondervonden. Naast dit bedrijf zijn er geen andere bedrijven op het industrieterrein Kromme Gouwe, die invloed kunnen hebben op de ontwikkeling. Invloed ontwikkeling op omgeving Voor de functie kinderdagverblijf zijn in de Wet milieubeheer geen geluidsnormen opgenomen. In aanvulling op de milieuvergunningen en AMvB’s zijn in de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering richtafstanden opgenomen tussen bedrijfsmatige activiteiten en woonwijken. Voor kinderdagverblijven is in een rustige woonwijk een richtafstand opgenomen van 30 meter. Deze afstand is vooral gebaseerd op de factor geluid. Van deze richtlijn kan worden afgeweken. Vooral in binnenstedelijk gebied vindt vaak menging van functies plaats. Zo is een kinderdagverblijf juist gewenst nabij een woonwijk. Op dit moment voldoet de locatie aan de richtafstand van 30 meter. Binnenkort zal echter het woningbouwproject het Rode Dorp weer worden voortgezet. Uit de nieuwste situatie van dit project blijkt dat op een afstand van ca. 5 tot 10 meter vanaf de onderhavige locatie woningen worden gerealiseerd. Dit betekent dat niet zal worden voldaan aan de richtafstand van 30 meter. De eventuele geluidoverlast zal vooral plaatsvinden op het moment dat de kinderen buiten spelen. De buitenruimte wordt aan de achterkant van het perceel gerealiseerd. Deze locatie is gekozen omdat aan de zuidoostkant van het perceel de hoofdontsluiting is met daarbij de parkeerplaatsen. Om geluidoverlast zo veel mogelijk te voorkomen zal, op eigen terrein, tussen de buitenruimte en de omliggende woningen een aardewal worden opgetrokken van maximaal 2 meter (zie situatietekening). Daarnaast zal in deze aardewal nog een berging worden gerealiseerd. Conclusie en advies Ondanks de korte afstand tussen de onderhavige locatie het de Goudse Betonmortel Centrale B.V. op het industrieterrein Kromme Gouwe, zal dit bedrijf door de realisatie van een kinderdagverblijf niet worden belemmerd in zijn bedrijfsvoering. Er zal naar verwachting bij gewone bedrijfsvoering geen stofoverlast ter plaatse van de locatie worden ondervonden. Wat betreft de geluidbelasting ten opzichte van de toekomstige bewoners van het Rode Dorp zal door een deskundig bureau onderzocht worden welke maatregelen kunnen worden genomen om geluidsoverlast zoveel mogelijk te voorkomen. 5.1.4 Luchtkwaliteit De belangrijkste weten regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer, ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. Deze wijziging van de Wet milieubeheer is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De wijziging houdt in dat de in Nederland toegepaste koppeling tussen ruimtelijke ordening en luchtkwaliteit voor een deel wordt ontkoppeld. Dit maakt het mogelijk om niet voor elk ruimtelijk plan te hoeven toetsen aan de normen. Hierbij is met name het begrip “in betekenende mate” van belang.


11

Net als in het Besluit luchtkwaliteit 2005 zijn ook in de nieuwe weten regelgeving grenswaarden opgenomen voor luchtverontreinigende stoffen, te weten in bijlage 2 van de Wet milieubeheer. AMvB en Regeling niet in betekende mate (NIBM) De Wet luchtkwaliteit maakt onderscheid tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het slechts in geringe mate (ofwel niet in betekenende mate) leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De grens ligt bij een verslechtering van maximaal 3% van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Grotere projecten daarentegen kunnen worden opgenomen in het NSL-programma, mits ook overtuigend wordt aangetoond dat de effecten van dat project worden weggenomen door de maatregelen van het NSL. De AMvB en Regeling “niet in betekenende mate” bevatten criteria waarmee kan worden bepaald of een project van een bepaalde omvang wel of niet als “in betekenende mate” moet worden beschouwd. Deze AMvB is gelijktijdig met het NSL in werking getreden. NIBM projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Ook als het bevoegd gezag op een andere wijze, bijvoorbeeld door berekeningen, aannemelijk kan maken dat het geplande project NIBM bijdraagt, kan toetsing van de luchtkwaliteit achterwege blijven2. Het Besluit NIBM heeft een aantal NIBM-grenzen vastgesteld, waarvan met zekerheid kan worden gesteld dat de 3%-grens niet zal worden overschreden, te weten: Woningbouw: ≤ 1500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en ≤ 3000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling; Kantoorlocaties: ≤ 100.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en ≤ 200.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. In alle overige gevallen of combinaties van bovenstaande grenzen zal middels een berekening moeten worden aangetoond of de bijdrage niet in betekenende mate is of dat de grenswaarden niet worden overschreden. Vanwege de kleinschaligheid van het project is niet te verwachten dat het project in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Indien gewenst zal hiervoor een onderzoek worden uitgevoerd.

5.1.5 Externe veiligheid In het kader van het woningbouwproject het Rode Dorp is door de milieudienst MiddenHolland een milieuonderzoek uitgevoerd, projectnummer 200923706, d.d. 10-02-2010. Onderdeel van dit onderzoek is Externe veiligheid. In het onderzoek wordt het volgende aangegeven: Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied en dus de onderhavige locatie zijn geen inrichtingen, (vaar)wegen, of buisleidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen. Ten noorden van het plangebied ligt, op een afstand van ca. 375 meter, de spoorlijn Rotterdam-Utrecht. Over dit spoor vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het plangebied. Het groepsrisico ter hoogte van het plangebied is berekend en het blijkt dat na realisatie van de bouwplannen in de spoorzone het groepsrisico met een factor 12,5 wordt overschreden. De omzetting van de functie kantoor naar kinderdagverblijf of een andere zorgfunctie heeft geen of een te verwaarlozen effect op het groepsrisico, omdat het aantal potentiële slachtoffers niet significant verandert. Wel dient rekening gehouden te worden met de bijzondere kwetsbaarheid van de doelgroep. Het is vanuit dat opzicht gunstig dat deze functie op relatief grote afstand van het spoor wordt gerealiseerd (375 meter). De brandweer zal over het concrete bouwplan adviseren met betrekking tot de veiligheidsaspecten.


12

5.2 Natuur De bescherming van de Nederlandse natuur maakt onderscheid tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De regelingen ter bescherming van kwetsbare natuurgebieden en soorten is geregeld in de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van planten- en diersoorten binnen en buiten de beschermde natuurgebieden. De onder de Flora- en faunawet beschermde soorten mogen niet worden verstoord of gedood en hun leefgebieden mogen niet worden vernietigd. Bij nieuwbouwplannen moet bekeken worden wat het effect is op de aanwezige flora- en fauna. In het kader van het plan een kantoor op de locatie te ontwikkelen is door het ecologische bureau Eco-line onderzoek verricht naar de aanwezigheid van beschermde flora- en fauna op de locatie (5 april 2008). Conclusie van dit onderzoek is dat er zijn geen streng beschermde soorten zijn aangetroffen. Er hoeft daarom geen vergunning op grond van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Wel zijn enkele aanbevelingen gedaan die ook voor het plan voor het kinderdagverblijf gelden.

5.3 Archeologie 5.3.1 Wet op de archeologische monumentenzorg Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: ‘de veroorzaker betaalt’. 5.3.2 Archeologische Basiskaart Sinds 2003 heeft de gemeente Gouda een Archeologische Basiskaart. Op deze kaart staat aangegeven welke gebieden in Gouda archeologisch interessant (zouden kunnen) zijn. Binnen die gebieden gelden bepaalde regels als je wilt bouwen of graven. Zo moet er in bepaalde gebieden eerst archeologisch onderzoek plaatsvinden, voordat er gegraven mag worden. Op de onderhavige locatie zijn lage verwachtingen ten aanzien van vondsten. Mochten er toch vondsten gedaan worden, dan is de ontwikkelaar verplicht dit te melden bij de archeoloog van de gemeente.

Afbeelding 8. Archeologische basiskaart Gouda


13

5.3.3 Conclusie Op grond van de archeologische basiskaart van de gemeente Gouda kan geconcludeerd worden dat op het perceel geen archeologische vondsten te verwachten zijn.

5.4 Cultuurhistorie 5.4.1 Nota Belvedère In de Nota Belvedère is een visie op de samenhang tussen cultuurhistorie en ruimtelijk beleid opgenomen. In het rapport worden vanuit cultuurhistorie de meest waardevolle gebieden van Nederland geselecteerd. De nota is een aanwijzing hoe om te gaan met de aangewezen gebieden (Belvedère gebieden). De binnenstad van Gouda is aangewezen als Belvedèrestad. Gouda is derhalve een stad met cultuurhistorisch belangrijke potenties. 5.4.2 Cultuurhistorische hoofdstructuur provincie Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland heeft de archeologische en cultuurhistorische waarden in kaart gebracht middels de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland. De kaart laat zien dat de Kanaalstraat gelegen is in het gebied zonder trefkans op archeologische sporen. Alleen de Gouwe is aangewezen als een landschappelijk historische lijn met hoge waarde. Daarnaast is het Van Bergen IJzendoornpark aangewezen als een nederzetting, kern, met redelijke waarden. De toekenning van een (zeer) grote, redelijke of lage kans op archeologische sporen (kleuren donker-, middelen lichtbruin) heeft betrekking op de relatieve dichtheid van archeologische vondsten die in een bepaald gebied verwacht wordt.

Afbeelding 9. kaart cultuurhistorische hoofdstructuur provincie Zuid-Holland

5.4.3 Nota Cultuurhistorie Gouda Een paar jaar geleden heeft de gemeenteraad van Gouda de Nota Cultuurhistorie aangenomen. Hierin staat het beleid beschreven dat de gemeente heeft op het gebied van zowel de bovengrondse als de ondergrondse cultuurhistorie. Zo staat er een lijst met onderwerpen in waar bij opgravingen in Gouda aandacht aan moet worden besteed. Verder is een gebied aangewezen waar volgens de richtlijnen een Cultuur Historische Analyse uitgevoerd dient te worden. Het onderhavige perceel ligt in dit gebied. Cultuurhistorische analyse Door het bureau Veenstra\los+sitsen architecten BNA is in april 2003 een cultuurhistorische analyse opgesteld voor het gebied van het Rode dorp e.o. Hierin is de onderhavige locatie ook meegenomen en is het volgende opgenomen.


14

Het voormalige transformatorgebouw uit 1942 heeft historische waarde vanwege de typische Industriele architectuur (een geheel eigen stroming in die tijd en verwant aan het Nieuwe Bouwen). De geometrische opzet is kenmerkend, het gebouw is opgetrokken uit metselwerk en bestaat uit een compositie van gevelvlakken en platte daken met overstekken. Ook de dakopbouw met een geometrische rij ramen heeft een karakteristieke vormentaal. Het gebouw verkeert in redelijke bouwkundige staat en zou een van de beelddragers van de buurt kunnen zijn. Ook wordt mogelijk de status van industrieel erfgoed toegekend. Het gebouw heeft echter al een tijd geen functie meer wat inpassing in de nieuwe plannen voor het gebied bemoeilijkt. Daarnaast zullen ook op bouwkundig vlak aanpassingen als gevolg van een eventuele nieuwe functie nodig zijn. Concluderend zal behoud van het transformatorgebouw afhankelijk zijn van het gemeentelijk beleid en de plannen voor herontwikkeling van het Rode Dorp e.o. Structuur kavel De kavels behorende bij het transformatorgebouw en de in de jaren ‘60 totstandgekomen bebouwing van winkelvoorziening Hoogvliet hebben hun oorspronkelijk vorm en ligging behouden. Beide kavels worden van elkaar gescheiden door water dat ooit een afwaterende functie had. Tussen Gouwestein, Hoogvliet en het transformatorgebouw ligt een waterpartij waarvan de ligging en richting grotendeels overeenkomt met die van de oorspronkelijke verkavelingssloten op die plek. Ook deze waterpartij heeft dus een aanwijsbare ontstaansgeschiedenis. 5.4.4 Conclusie Door herontwikkeling van de onderhavige locatie tot een kinderdagverblijf wordt het waardevolle transformatorgebouw in stand gehouden. Dit geldt ook voor de aanwezge kavelstructuur met het omliggende water. Op grond van cultuurhistorie is het onderhavige plan passend.

5.5 Water 5.5.1 Relatie waterbeheer en ruimtelijk beleid De relatie tussen waterbeheer en ruimtelijke beleid is tot voor kort overwegend eenzijdig geweest. Het gebruik van het land heeft vele decennia lang het waterbeheer en de inrichting van het watersysteem vergaand bepaald. Het waterbeheer en de inrichting werden met technische middelen aangepast om het gewenste grondgebruik. Als gevolg hiervan is de waterkwaliteit veelal onvoldoende, bestaat er kans op wateroverlast en/of watertekort, worden ecologische potenties niet of onvoldoende benut en is het watersysteem vaak ‘onzichtbaar’ geworden. Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten hebben zich daarom uitgesproken voor duurzaam waterbeheer (Waterbeleid 21e eeuw en Nationaal bestuursakkoord water). Hoofddoelstelling is het hebben en houden van een veilig bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. Hiertoe wordt het waterneutraal principe gehanteerd. Concreet houdt dit in dat bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij het verharde oppervlak toeneemt en/of waarbij het waterbergend vermogen afneemt er maatregelen worden getroffen om de negatieve effecten (wateroverlast en droogte) op te kunnen heffen. Uitgangspunt is dat dit plaatsvindt in het plangebied.


15

Bij de keuze van maatregelen is gekozen voor een drietrapsstrategie. Deze drietrapsstrategie krijgt een verplichtend karakter voor alle overheden: 1. Overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden in de bodem en oppervlakte water; 2. Zonodig water tijdelijk bergen in retentiegebieden langs de waterlopen waarvoor ruimte moet worden gecreëerd; 3. Pas als 1 en 2 te weinig opleveren, water afvoeren naar elders of, als dat niet kan, het water bij extreme omstandigheden gecontroleerd opvangen in daarvoor aangewezen gebieden. 5.5.2 Waterplan Gouda Gouda ligt midden in het Groene Hart, een waterrijk veengebied. De stad Gouda en het water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Historisch gezien heeft Gouda haar ontstaan en ontwikkeling voor een groot deel aan het water te danken. Waterbeheer is van oudsher cruciaal voor de leefbaarheid van Gouda. Niet alleen om de veiligheid tegen overstroming en de afvoer van afvalwater te garanderen, maar ook om gezond een aantrekkelijk water in de woon-, werk- en leefomgeving te hebben. Belangrijkste uitgangspunten van het waterplan zijn: Zorgen voor voldoende waterberging door o.a. het percentage open water te vergroten; per wijk moet gemiddeld 10% open water worden gerealiseerd. Het gebruik van niet uitloogbare bouwmaterialen wordt gestimuleerd; Waterneutraal bouwen is uitgangspunt; Verbeteren van de biologische waterkwaliteit door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en plas- en drasbermen; Realiseren van een duurzaam watersysteem. 5.5.3 Watertoets In de gemeente Gouda zijn twee verschillende waterbeheerders actief. Het onderhavige perceel ligt in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. De waterbeheerders en de gemeente streven naar een duurzaam watersysteem en een goede afstemming tussen waterbeheer en ruimtelijke planvorming. Door middel van de verplichte watertoets bij ruimtelijke plannen wordt deze afstemming bereikt. De waterbeheerders kunnen door de watertoets beoordelen wat de effecten zijn van het plan op de waterhuishouding en welke maatregelen genomen dienen te worden. Op het perceel staat een voormalig transformatorgebouw met een bijgebouw. In 2008 is een plan ontwikkeld voor het realiseren van een kantoor in het transformatorgebouw met daarbij een uitbreiding. Het bijgebouw zou worden gesloopt. In juni 2008 heeft het hoogheemraadschap van Rijnland een positief wateradvies voor deze ontwikkeling afgegeven. Het plan voor het kantoorgebouw zal niet worden uitgevoerd. Er is daarom een nieuw plan ontwikkeld voor het realiseren van een kinderdagverblijf. Het bijgebouw zal ook in dit plan worden gesloopt, maar er wordt geen uitbreiding gerealiseerd. Per saldo zal hierdoor de m2 aan verharding niet toenemen.


16

6.

Economische uitvoerbaarheid

Het perceel is in particulier eigendom. Gebleken is dat er geen belangstelling is voor de functie kantoor, terwijl er wel potentiële gebruikers zijn voor een maatschappelijke functie, in het bijzonder kinderdagverblijf. De economische haalbaarheid van de verwezenlijking van de bestemming wordt dus verbeterd. Tussen gemeente en initiatiefnemer zal een planschadeovereenkomst worden gesloten. De ontwikkelaar van het Rode Dorp (Mozaïek wonen) en het wijkteam Nieuwe Park hebben aangegeven positief te staan tegenover deze functiewijziging.


17

CTvision Adviesbureau voor Ruimtelijke Ordening

Recommend Documents