COVA 2 - Voorlichtingsgesprek ‘Colonscopie’ -
Naam:
Esmée Keur
Student.nr:
500634892
Klas:
LV12-2B2
Vak:
COVA 2
Docent:
L. te Hennepe
Leerjaar:
2012 – 2013
Inhoudsopgave
Inleiding
Blz.3
Leerdoelen
Blz.4
Sterkte/zwakte analyse
Blz.6
Casus eindgesprek
Blz.8
Gespreksanalyse
Blz.9
Reflectie eindgesprek
Blz.15
Bijlagen: Feedbackformulieren COVA-lessen (6 stuks) Feedbackformulieren eindgesprek (2 stuks)
2
Inleiding In het afgelopen blok heb ik werkcolleges gevolgd voor het vak Communicatieve Vaardigheden 2. Tijdens deze werkcolleges hebben wij geleerd hoe wij verschillende soorten gesprekken moeten voeren. Gesprekken die onder andere terug kwamen in de werkcolleges waren het slechtnieuwsgesprek, het voorlichtingsgesprek en het ontslaggesprek. Buiten de werkcolleges om hebben wij in onbegeleide uren geoefend met deze gesprekken. In dit verslag formuleer ik leerdoelen die betrekken hebben op mijn eigen gespreksvaardigheden. Tevens is er een sterkte/zwakte analyse opgenomen. Hierin reflecteer ik op de feedback die ik van medestudenten heb ontvangen en trek ik mijn conclusies. Ook heb ik met medestudenten een eindgesprek gevoerd. Voor dit eindgesprek heb ik gekozen om een voorlichtingsgesprek uit te voeren. Dit gesprek is opgenomen op video en in dit verslag analyseer ik drie minuten van dit gesprek. Verder reflecteer ik mijn gespreksvaardigheden tijdens dit gesprek en vorm ik een conclusie waaruit leerdoelen ontstaan.
3
Leerdoelen Naar aanleiding van de vorige COVA lessen en mijn gesprekken op stage heb ik de volgende leerdoelen opgesteld: Leerdoel 1: Na de werkcolleges van COVA 2 ben ik in staat om de patiënt op een zodanige manier te betrekken en betrokken te houden in het gesprek, zodat de patiënt een actieve rol in het gesprek heeft en niet alleen het gevoel heeft te moeten luisteren. Keuze leerdoel: Ik heb gekozen voor dit leerdoel, omdat ik het belangrijk vind dat de patiënt een actieve rol speelt in het gesprek en niet het gevoel heeft dat de verpleegkundige alleen maar aan het woord is. Ik heb gemerkt dat ik het moeilijk vind om de patiënt in het gesprek te betrekken. In de gesprekken die ik reeds heb gevoerd ben ik vaak alleen aan het woord en ben ik geneigd de patiënt alleen te laten antwoorden op mijn vragen. Dit wil ik veranderen, zodat hij/zij zelf ook aanvullingen kan geven. Leeractiviteiten: Dit leerdoel wil ik behalen door in de oefengesprekken tijdens de training meer de patiënt in het gesprek te betrekken. Meer vragen stellen, de patiënt zelf het gesprek laten samenvatten en de patiënt genoeg tijd geven om zelf met informatie te laten komen. Leerdoel 2: Na de werkcolleges van COVA 2 ben ik in staat om door te kunnen vragen op de emoties van de patiënt, zodat ik deze emoties kan verhelderen en ik eventueel iets voor de patiënt kan betekenen. Keuze leerdoel: Dit leerdoel heb ik gekozen, omdat ik het lastig vind om op de emoties van de patiënt door te vragen. Ik heb gemerkt dat ik snel dicht klap en niet goed weet wat ik moet zeggen wanneer een patiënt over zijn/haar emoties begint. Zelf vind ik het erg belangrijk dat men dit wel doet, zodat jij ook iets voor de patiënt kan betekenen. Bijvoorbeeld in de vorm van troosten, geruststellen, informeren, etc.
4
Leeractiviteiten: Dit leerdoel wil ik behalen door in de oefengesprekken tijdens de training mij meer op de emoties van de patiënt te focussen. Hierdoor voorkom jij dat jij meteen over een ander onderwerp begint als de patiënt over zijn emoties begint te praten. Ik ga proberen om meer vragen te stellen over de gevoelens van de patiënt. Leerdoel 3: Na de werkcolleges van COVA 2 ben ik in staat om een open houding naar de patiënt toe te hebben en voldoende oogcontact kan maken, zodat mijn houding de patiënt uitnodigt om te spreken. Keuze leerdoel: Ik heb gekozen voor dit leerdoel, omdat ik het belangrijk vind dat men zich op zijn gemak voelt wanneer zij met mij in gesprek zijn. Tijdens eerdere gesprekken heb ik gemerkt dat ik zelf af en toe een nonchalante houding kan aannemen, waardoor men eerder de neiging heeft om geen persoonlijke informatie te verstrekken. Ook heb ik gemerkt dat ik af en toe moeite heb om goed oogcontact met de patiënt te maken. Dit wil ik verbeteren. Leeractiviteiten: Dit leerdoel wil ik behalen door mijzelf voor de gesprekken al voor te nemen welke houding ik ga aannemen en hoe ik over wil komen. Ik ga ervoor zorgen dat ik voldoende oogcontact met de patiënt maak en niet te veel weg kijk.
5
Sterkte/zwakte analyse Om te verhelderen wat mijn sterke en zwakke punten tijdens de lessen waren, heb ik de feedbackformulieren naast elkaar gelegd en van elk feedbackformulier de sterke en de zwakke punten opgeschreven. Dit resulteerde er in dat ik twee rijtjes kreeg, die lieten zien wat ik in de les goed had gedaan en wat ik in de les beter kon doen. Sterke punten: Houding en oogcontact: Ik maak voldoende oogcontact en ik heb een vriendelijke uitstraling. Structuur: Ik heb een goede, heldere structuur in mijn gesprek. Open vragen stellen: Ik stel voldoende open vragen, zodat mijn gesprekspartner meer informatie geeft in zijn/haar antwoorden. Doorvragen: Ik vraag door op de antwoorden die door mijn gesprekspartner zijn gegeven. Zwakke punten: Stiltes laten vallen: Ik laat onvoldoende stiltes vallen, zodat mijn gesprekspartner niet altijd de gelegenheid krijgt om uit te praten of om na te denken. Suggesties geven: Ik geef regelmatig suggesties en laat de zorgvrager niet zelf naar problemen zoeken. Gevoelsreflecties geven: Ik geef te weinig gevoelsreflecties en ga te weinig in op de emoties van de zorgvrager.
Reflectie op ontvangen feedback: Van verschillende medestudenten heb ik een feedbackformulier ontvangen. Toen ik deze feedbackformulieren naast elkaar ging leggen, kwamen eigenlijk allemaal dezelfde soort punten naar voren. Deze punten heb ik uitgesplitst in twee rijtjes; ‘sterke’ en ‘zwakke’ punten. Als ik naar deze punten kijk, ben ik het over het algemeen wel eens met de feedback die is gegeven. 6
Bij de sterke punten kan ik mij goed vinden in de punten ‘structuur’ en ‘open vragen stellen’. Ik vind dat ik een goede structuur in mijn gesprekken behoud en dat ik niet van de hak op de tak spring. Ook vind ik dat ik voldoende open vragen stel. Hierdoor win ik meer informatie in dan wanneer ik gesloten vragen zou gebruiken. De punten waar ik mij minder in kan vinden, zijn de punten ‘houding en oogcontact’ en ‘doorvragen’. Zoals ik al eerder in mijn leerdoelen heb beschreven, vind ik dat hier nog steeds mijn zwakke punten liggen. Tijdens de gesprekken in de training heb ik wel gemerkt dat er al een grote verbetering is met betrekking tot mijn houding in het gesprek, maar dit vind ik nog niet voldoende. Ook vind ik het nog moeilijk om door te vragen in het gesprek. Voornamelijk het doorvragen op de emoties van de patiënt. Hier ga ik, naar mijn mening, nog onvoldoende op in. Met de zwakke punten die zijn aangegeven in de feedbackformulieren ben ik het helemaal eens. Naar mijn mening laat ik onvoldoende stiltes vallen en ga ik te snel door op de volgende vraag. Hierdoor heeft de patiënt te weinig tijd om zelf aanvulling te geven in het gesprek. Dit heeft ook betrekking op leerdoel 1, die ik eerder heb gesteld. Verder heb ik inderdaad nog moeite om op het gevoel van de patiënt in te gaan en mijn eigen gevoel naar voren te laten komen. Conclusie over eigen gespreksvaardigheden: Over het algemeen gaat het prima, alleen moet ik nog wel werken aan mijn leerdoelen. Het is belangrijk dat ik ga oefenen om meer door te vragen op de emoties van de patiënt en om mijn eigen gevoelsreflecties te geven. Mijn houding in het gesprek is al verbeterd, maar kan naar eigen zeggen nog beter. Ik behoud een goede structuur in mijn gesprekken en zorg er voor dat de patiënt zich op zijn gemak voelt. Tevens moet ik meer stiltes in het gesprek laten vallen, zodat de patiënt zijn eigen inbreng in het gesprek kan doen en tijd heeft om over het gesprek en de situatie na te denken.
7
Casus eindgesprek ‘Voorlichting’ Verpleegkundige: Kelly Bakker is 17 jaar en zit in de eindexamenklas van de HAVO. De laatste tijd heeft Kelly vaak buikpijnklachten. Daarom besluit zij om een bezoekje te brengen aan de huisarts. De huisarts stuurt haar door naar de MDL-arts in het AMC om uit te sluiten dat Kelly eventueel de ziekte van Crohn heeft. Omdat de MDL-arts nog onvoldoende bewijs heeft, wilt hij graag door middel van een colonscopie meer informatie verzamelen. Kelly heeft nog nooit een colonscopie ondergaan. De verpleegkundige heeft de taak om Kelly meer informatie over het onderzoek te geven. Kelly: Jij bent 17 jaar en zit in de eindexamenklas van de HAVO. De laatste tijd heb jij erg vaak last van buikpijnklachten. Jij loopt hier al een tijdje mee rond voordat jij besluit om een bezoek aan de huisarts te brengen. De huisarts vertrouwt het niet helemaal en stuurt jou door naar een MDL-arts in het AMC. Deze arts denkt aan de ziekte van Crohn, maar omdat hij nog over onvoldoende informatie beschikt besluit hij om een colonscopie bij jou te laten doen. Jij hebt hier nog geen enkele ervaring mee en vindt het hierdoor ook erg spannend.
8
Gespreksanalyse 00:20 – 03.20 Iter/Itee
In/Ex
F/E/A/Meta
Vorm
+/-
In
F
Samenvatting
+
Alternatief
U bent hier bij mij omdat ik u alles over het onderzoek ga vertellen. Oh ja, dat is wel fijn ja!
Volledig
Ja, over de voorbereidingen en het onderzoek zelf. Ik heb begrepen dat u net bij de arts
In
F/Meta
Samenvatting
+
vandaan komt en dat de arts vermoedt dat u de ziekte van Crohn kunt hebben? Ja, dat klopt.
Onvolledig
Heeft u al een
Had als
afspraak staan voor het onderzoek?
Gesloten Ex
F
vraag
open vraag -
gesteld kunnen worden: “Wanneer heeft u de afspraak?” 9
Ja, ik moet volgende week
Volledig
woensdag om vier uur. Oke. U geeft
Had als
aan dat u nog
open vraag
helemaal geen
gesteld
ervaring met
Ex
Meta/E
het onderzoek
Gesloten
-
vraag
kunnen worden: “Hoe kijkt u
heeft. Vind u het spannend?
tegen het onderzoek aan?”
Ja, ik vind het eigenlijk wel een beetje spannend.
Volledig
Gewoon omdat ik helemaal geen idee heb wat het is. Nee, precies.
Laat de
Bent u een beetje zenuwachtig?
persoon zelf In
E
Suggestieve
-
vraag
proberen om zijn gevoel te omschrijven.
Ja, maar misschien als ik beter weet wat het is sta ik er misschien wat
Volledig
beter in, zeg
10
maar. Want nu heb ik echt geen idee. Ja, inderdaad. Nou ik ga er echt alles over vertellen. Als u vragen heeft, stel ze meteen,
In
F/E
dan kan ik er
Empatische
+
reactie
meteen antwoord op geven! Dat is geen probleem. Ja, is goed.
Volledig
Nou, het onderzoek zelf dat is met een cameraatje. Die gaat dan in
De uitleg is
jouw darmen
goed, alleen
kijken of er
is het beter
ontstekingen
om de
zitten of andere dingen die er niet horen te zitten. Zo kan de arts
zorgvrager In
F/E
Voorlichting, suggestie
+/-
zelf te laten bepalen of het onderzoek
uitsluiten of jij
vervelend is
de ziekte van
of niet.
Crohn hebt. Het is niet zo’n fijn onderzoek,
11
maar jij zou eventueel een roesje kunnen krijgen. Wat is een roesje?
Volledig
Een roesje houdt in dat jij niet onder narcose bent,
In
F
Voorlichting
+
maar jij gaat eigenlijk een soort van slapen. Oh oke..
Onduidelijk
Je merkt dan wat minder van het onderzoek.
In
F/E
Suggestie
+
Het is net wat jijzelf wilt. Nou, ik weet het nog niet zo goed. Ik wil liever thuis nog
Onduidelijk
rustig informatie opzoeken. Hmhm, ja,
Had wat
precies.
meer in Minimal In
E
reinforces
kunnen -
gaan op de onzekerheid van de zorgvrager.
12
Ik houd er niet zo van met dat ‘onder narcose’ enzo. Daar houd ik helemaal niet
Volledig
van. Dus ik wil eerst even zelf kijken hoe dat is enzo. Kan ik het ook later beslissen of moet ik dat nu zeggen? Nee, u kunt op
Had meer
het laatste
door kunnen
moment nog
In
F
Voorlichting
-
beslissen.
gaan op het gevoel van de zorgvrager.
Oke.
Volledig
Want voordat het onderzoek begint, krijg jij een soort van infuusje in jouw
In
F
Voorlichting
+
arm en voordat het onderzoek begint spuiten zij dan een soort medicijn in. Waardoor jij dus een beetje
13
gaat slapen. Oke.
Onvolledig
En als jij op het laatste moment aangeeft of jij het wel of niet
In
E
wilt, kan dat
Empatische
+
reactie
gewoon! Het wordt op het laatste moment pas gedaan. Oke, ja! Dat vind ik wel
Volledig
prettig! Ja, zeker! Ehm, verder.. Voor het onderzoek moet er ook voor gezorgd worden dat jouw darmen leeg zijn en
Ex
F
Voorlichting
+
daarvoor krijg jij een medicijn die je op moet lossen met water. Hiervan moet jij de avond van tevoren één liter drinken en de ochtend voor het onderzoek.
14
Reflectie eindgesprek Model van Korthagen: Fase 1: Handelen Wat wilde ik bereiken? Aan het einde van de training wilde ik mijn leerdoelen, die ik aan het begin van de training opgesteld had, behaald hebben. Ik wilde er voor zorgen dat deze leerdoelen terugkwamen in mijn video van het eindgesprek. Waar wilde ik op letten? Ik wilde er op letten dat mijn drie leerdoelen (patiënt betrekken, doorvragen op emoties en open houding/oogcontact) op een positieve manier terug zouden komen in mijn eindgesprek. Wat wilde ik uitproberen? Ik wilde proberen om, door middel van het gebruik van de verkregen feedback uit de training, een voorlichtingsgesprek op te nemen. In dit voorlichtingsgesprek wilde ik mijn leerdoelen terug laten komen, zodat ik hier later op kon reflecteren om te kijken of ik deze leerdoelen behaald zou hebben.
Fase 2: Terugblikken op het handelen Wat gebeurde er concreet? In mijn eindgesprek gaf ik voorlichting aan een patiënt die mogelijk de ziekte van Crohn zou hebben. Zij moest hiervoor een colonscopie ondergaan. De patiënt had nog geen ervaring met een colonscopie en wist ook niet wat haar te wachten stond. De patiënt gaf aan dat zij het, door gebrek aan kennis, erg spannend vond. Daarom legde ik haar precies uit wat er zou gaan gebeuren voor, tijdens en na het onderzoek. Tijdens het gesprek kreeg ik het idee dat de patiënt het prettig vond om met mij te praten. Het leek er op dat ik de patiënt gerust kon stellen door voorlichting te geven.
15
Wat wilde ik? Ik wilde de patiënt voldoende informatie geven over het onderzoek, zodat het duidelijk zou worden wat er tijdens het onderzoek zou gaan gebeuren. Ik wilde de patiënt op haar gemak laten voelen bij mij en haar geruststellen. Tevens wilde ik tijdens het gesprek meer doorvragen op de emoties van de patiënt en de patiënt betrekken in het gesprek. Wat deed ik? Ik probeerde de patiënt op haar gemak te stellen door belangstelling naar haar en haar ziekte te tonen. Ik liet haar weten dat zij altijd vragen mocht stellen, ook wanneer ik aan het woord zou zijn. Door informatie over het onderzoek aan de patiënt te verstrekken, werd de patiënt gerust gesteld. De patiënt gaf zelf aan het erg prettig te vinden om deze informatie te krijgen en dat zij nu minder gespannen was. Door de patiënt vragen te laten stellen en de informatie kort te laten samenvatten, betrok ik de patiënt in het gesprek. Wat dacht ik? Ik dacht tijdens het gesprek dat ik veel aan het woord was en te veel informatie aan de patiënt gaf. Ik kon op dat moment niet bedenken hoe ik deze informatie op een kortere manier naar de patiënt zou kunnen brengen. Dit kwam ook terug in de feedbackformulieren. Verder dacht ik dat ik te weinig op de onzekerheid van de patiënt in ging, maar dat ik wel voldoende gebruik maakte van minimal reinforces, zoals knikken en ‘hmhm’. Wat voelde ik? Tijdens het gesprek heb ik niet echt een emotie gevoeld. Ik weet niet of dit komt doordat het een “oefen”gesprek is of door het soort gesprek, maar ik denk dat ik in het echt gevoelsmatig wel anders zou reageren dan bij dit gesprek. Ik denk dat ik door het gebrek aan eigen emotie tijdens het gesprek ook niet heb doorgevraagd op de emoties van de patiënt. Toen ik het gesprek ging analyseren, kwam ik er ook achter dat ik heel vaak door ga op een ander onderwerp als de patiënt bijvoorbeeld aangeeft dat zij zenuwachtig is.
16
Fase 3: Bewust worden van essentiële aspecten Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen? Als ik terug kijk naar de antwoorden die ik op de vorige vragen heb gegeven, hangen zij toch allemaal samen met de leerdoelen die ik aan het begin van de training heb opgesteld. In de antwoorden die ik heb gegeven reflecteer ik op het gesprek, waarin ook veel van mijn leerdoelen in terugkomen. Wat is daarbij de invloed van de context als geheel? Als ik terug kijk naar het gesprek, is de invloed van de context als geheel dat ik onvoldoende op de emoties van de patiënt ben ingegaan. De patiënt heeft meerdere keren aangegeven dat zij het spannend vond omdat zij er geen ervaring mee had en dat zij niet wist wat zij kon verwachten. Op dat moment heb ik niet doorgevraagd op de emoties van de patiënt en ben ik er eigenlijk niet op in gegaan. Wel heb ik voldoende voorlichting gegeven over het onderzoek. Hierdoor werd de patiënt wel wat gerustgesteld en zij gaf ook aan dat zij het prettig vond om een gesprek met mij te hebben. Wat betekent dit nu voor mij? Dit betekent voor mij dat ik meer moet gaan werken aan mijn leerdoel ‘doorvragen op de emoties van de patiënt’. Tevens moet ik meer gebruik maken van gevoelsreflecties. Als ik dit zelf zou doen, zal de patiënt waarschijnlijk ook meer open naar mij toe gericht zijn. Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)? Het probleem is dus dat ik te weinig gebruik maak van gevoelsreflecties en te weinig in speel op de emoties van de patiënt. Hierdoor kan het zijn dat het opbouwen van een vertrouwensband met de patiënt bemoeilijkt wordt en de patiënt minder aan mij als verpleegkundige zal vertellen. Fase 4: Formuleren van handelingsalternatieven Welke alternatieven zie ik? De alternatieven die ik zie zijn: - Meer gebruik maken van gevoelsreflecties - Beter doorvragen op de emoties van de patiënt
17
Welke voor- en nadelen hebben die? De voordelen hier van zijn dat het gemakkelijker wordt op een vertrouwensband op te bouwen met de patiënt, omdat jij als verpleegkundige jezelf open stelt naar de patiënt toe. Dit kan er voor zorgen dat de patiënt jou ook meer zal vertellen en jou eerder in vertrouwen zal nemen. De nadelen hier van zijn dat wanneer de patiënt zelf niet graag over zijn gevoelens praat of hier gewoon geen behoefte aan heeft, het vervelend kan vinden dat jij alsmaar doorvraagt over de emoties van de patiënt. Wat neem ik nu mee voor de volgende keer? Ik neem mee voor de volgende keer dat ik meer gebruik maak van gevoelsreflecties en beter op de emoties van de patiënt in ga en doorvraag. Wanneer ik dit doe, houd ik rekening met de behoeftes van de patiënt met betrekking tot het praten over zijn/haar emoties. Reflectie op de verkregen feedback: Ik ben het eens met de feedback die ik heb verkregen van beide observatoren. Het viel mij op dat beide observatoren dezelfde opmerkingen hadden. Deze opmerkingen hadden voornamelijk te maken met mijn gevoelsreflecties en het ingaan op emoties. In de bovenstaande reflecties ben ik zelf ook tot de conclusie dat ik meer aan dit leerdoel moet gaan werken. Verder kan ik in de feedbackformulieren terug vinden dat de patiënt het prettig vond om een gesprek met mij te voeren. Dit kwam voort uit mijn vriendelijke en open houding die ik tijdens het gesprek had. Ik maakte voldoende oogcontact volgens beide observatoren. Hier ben ik het ook mee eens. Ik vind dat ik dit leerdoel behaald heb. Tevens viel het mij op dat in het feedbackformulier stond dat ik te weinig had samengevat. Nu ben ik het er hier deels mee eens. Dit omdat ik de patiënt het gesprek heb laten samen vatten. De aspecten die de patiënt in de samenvatting vergat heb ik aangevuld. Hierdoor betrok ik de patiënt in het gesprek en vatte ik met haar het gesprek samen. Naar mijn idee is dit voldoende en lijkt het mij onnodig om zelf het gesprek nog een keer samen te vatten als de patiënt alles begrepen heeft.
18