Congres Hartrevalidatie 2012: “How to do it?!” Vrijdag 7 december 2012, De Eenhoorn, Amersfoort Georganiseerd door de Commissie Cardiovasculaire Preventie en Hartrevalidatie (CCPH) en het CARDSS team i.s.m. het CardioVasculair Onderwijs Instituut
09:00 – 09:30
Ontvangst en inschrijving
09:30 – 09:40
Opening: Hartrevalidatie 2012: “How to do it?!” Dr. Roderik Kraaijenhagen (dagvoorzitter), cardioloog, NIPED Instituut Amsterdam en voorzitter NVVC-CCPH
09:40 – 10:05
Leefstijlverandering na een doorgemaakt acuut coronair syndroom: wat kan de cardioloog eraan doen? Dr. Wilma Scholte op Reimer, opleidingsdirecteur verpleegkunde, Hogeschool van Amsterdam, specialisatie: klinische epidemiologie en methodologie
10:05 – 10.35
The HeartQoL: a questionnaire to assess, make between diagnose comparisons and evaluate change in quality of life of heart patients Dr. Neil Oldridge, University of Wisconsin-Milwaukee, USA
10.35 – 11.00
KOFFIE/ THEE (Posterpresentaties en informatiemarkt)
11.00 – 11.25
Wat levert het op? Mortaliteit en kosteneffectiviteit van de hartrevalidatie in Nederland Drs. Han de Vries, senior onderzoeker Kenniscentrum Achmea en Research for Decisions
11:25 – 11:45
Het patiëntenperspectief – revalideren met en zonder hartrevalidatie Drs. Inge van den Broek, beleidsadviseur De Hart&Vaatgroep, Den Haag (inleiding) Patiënt(en), lid Hart & Vaatgroep
11:45 – 12:10
Hoog-intensieve intervaltraining bij patiënten met chronisch hartfalen: ervaringen uit Antwerpen Prof. dr. Paul Beckers, bewegingsagoog, Universiteit Antwerpen
12:10 – 13:00 13:00 – 13:50 13.50 – 14.00
LUNCH (Posterpresentaties en informatiemarkt) Workshop ronde 1 Wisselen van ruimte
14:00 – 14:50 14.50 – 15.00
Workshop ronde 2 Wisselen van ruimte
15.00 – 15.50
Workshop ronde 3
15:50 – 16:10
KOFFIE/ THEE (Posterpresentaties en informatiemarkt)
16:10 – 16:30
Met goede bedoelingen dempt men de gracht? Ontwikkeling en evaluatie van twee zelfmanagementprogramma’s voor leefstijl en psychosociale klachten na hartrevalidatie Dr. Veronica Janssen, gezondheidspsycholoog, Universiteit Leiden en voorzitter Landelijke Werkgroep Cardiopsychologie (PAZ/NIP)
16:30 – 16:50
Telemedicine in cardiac rehabilitation Dr. Ines Frederix, Universiteit Hasselt
16:50 – 17:00
Afsluiting: samenvatting en blik op de toekomst Dr. Roderik Kraaijenhagen (dagvoorzitter), cardioloog, NIPED Instituut Amsterdam en voorzitter NVVC-CCPH
Presenteer uw project op een poster! Wij nodigen u van harte uit om een interessant project in uw regio of een onderzoek op het terrein van hartrevalidatie op een poster te presenteren. Wij stellen het op prijs als u door het geven van praktijkgerichte informatie op de poster aandacht wilt besteden aan het congresthema “How to do it?! Deadline voor het indienen van abstracts is 15 november 2012. De abstracts kunnen worden ingediend via
[email protected]
Accreditatie is aangevraagd bij de NVVC, VRA, NVHVV, NIP, NVD, NVAB, KNGF, NVMW, VSG, V&V, KR/ZP en VSR. Inschrijfgeld bij aanmelding vóór 1 november 2012: € 125,Inschrijfgeld bij aanmelding na 1 november 2012: € 175,-
Workshops Congres Hartrevalidatie 2012: “How to do it?!”
INSPANNING 1. Inspanningstesten bij patiënten met chronisch hartfalen: waarom en hoe Dr. Hareld Kemps, cardioloog/sportarts, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven Dr. Victor Niemeijer, sportarts, Elkerliek Ziekenhuis, Helmond en promovendus, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven 2. Lopend onderzoek inspanning: FysioCARDSS en HIT bij hartfalen a. FysioCARDSS: optimaliseren van het beweegprogramma binnen de hartrevalidatie Drs. Tom Vromen, arts/cardioloog i.o., Maxima Medisch Centrum, Veldhoven en promovendus, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam b. Hoog-intensieve intervaltraining (HIT) bij patiënten met chronisch hartfalen: cardiale effecten Drs. Ruud Spee, arts, cardioloog i.o. en promovendus, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven c. Hoog-intensieve intervaltraining (HIT) bij patiënten met chronisch hartfalen: perifere effecten Drs. Victor Niemeijer, sportarts, Elkerliek Ziekenhuis, Helmond en promovendus, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
PSYCHISCH FUNCTIONEREN 3. Motiverende gespreksvoering als bijdrage aan zelfmanagement: hoe pak je dat aan? Inhoudelijk: Drs. Danielle D. Otten, GZ psycholoog, afdeling Hartrevalidatie, sector Hart- en Longrevalidatie, Rijnlands Revalidatiecentrum, Leiden Projectmatig: Sandra Doesburg, coördinator behandelteam longrevalidatie, sector Hart- en Longrevalidatie, Rijnlands Revalidatiecentrum, Leiden 4. Lopend onderzoek psychisch functioneren: In the Mood en Hart voor uw hart a. In the Mood: Invloed van psychologische factoren op aritmieën en mortaliteit bij patiënten met een ICD Drs. Madelein Hoogwegt, psycholoog/promovendus, Universiteit Tilburg b. Hart voor uw hart: implementatie en evaluatie van psychosociale screening volgens de MRH 2011 in het MC Zuiderzee Dr. Joke Fleer, gezondheidspsycholoog, Universitair Medisch Centrum Groningen 5. Stress is gezond! Een workshop over anders leren omgaan met stress volgens het CAPRI-model Danielle Scholten, maatschappelijk werker, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam Marga van Rhoon, psycholoog, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam
SOCIAAL FUNCTIONEREN 6. How to do it: aan het werk met de bedrijfsarts. Wat hebben hartrevalidatie en bedrijfsarts elkaar te bieden? Drs. Jaap van Dijk, bedrijfsarts/klinisch arbeidsgeneeskundige, Polikliniek Mensenarbeid, Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, AMC 7. Cognitieve revalidatie na reanimatie: balans tussen cognitie en hartrevalidatie. Presentatie van het Leidse zorgpad reanimatie met uitkomsten op participatieniveau Mw. dr. Paulien H. Goossens, revalidatiearts, Rijnlands Revalidatiecentrum, Leiden Drs. Henk J. van Exel, cardioloog, Rijnlands Revalidatiecentrum, Leiden
RISICOGEDRAG 8. Beïnvloeden van risicogedrag van de cardiale patiënt: van bewustwording tot gedragsverandering. Ervaringen met de implementatie van preventiemodule en nazorgtraject Blijven bewegen Bettina Zwarts, physician assistant, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie, Amsterdam Gerwalt Spijkerman, fysiotherapeut, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie, Amsterdam 9. Zorgmodule ‘Stoppen met roken’: hoe kunnen we hier binnen de hartrevalidatie gebruik van maken? Dr. Catherine Bolman, associate professor health psychology, Faculteit Psychologie, Open Universiteit, Heerlen Drs. Nadine Berndt, promovendus, Faculteit Psychologie, Open Universiteit, Heerlen 10. Lopend onderzoek leefstijlverandering: HartCOACH en Actieve leefstijlmodule a. HartCOACH: Telefonische coaching voor gezonde leefstijl en zelfmanagement van patiënten Dr. Chantal Leemrijse, onderzoeker, NIVEL Verpleegkundige Achmea, uitvoerder telefonische coaching b. Actieve leefstijlmodule: een waardevolle aanvulling? Hoe incorporeren van aangeleerde actieve leefstijl in het dagelijks leven: hoe pak je dit aan? Nienke ter Hoeve, bewegingswetenschapper/promovendus, afdeling Revalidatie, Erasmus MC, Rotterdam en CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam 11. Zorg op maat: S of XL? Gezonde voeding en afvallen: individuele versus groepsbegeleiding Yvonne ter Telgte, voedingsdeskundige, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam FINANCIERING EN ORGANISATIE VAN DE HARTREVALIDATIE 12. Ontwikkelingen in de financiering van hartrevalidatie Dr. Roderik Kraaijenhagen, cardioloog, NIPED Instituut Amsterdam en voorzitter NVVC-CCPH Vertegenwoordiger Beroeps Belangen Commissie NVVC
13. Uitwerking Praktijkrichtlijn Hartrevalidatie NVVC - het beweegprogramma bij de fysiotherapie in de eerste lijn: organisatie en financiering Margriet Vesters, cardiologieverpleegkundige, Kennemer Gasthuis, Haarlem Fysiotherapeut eerste lijn, Haarlem 14. Opzet volledig nieuw hartrevalidatieprogramma: financiering en organisatie Drs. Dirk van der Heijden, cardioloog, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp Drs. Dieke Kok, sportarts, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp 15. Lopend onderzoek financiering en organisatie: CARDSS-II, CAPI/DAMI en OPTICARE a. CARDSS-II: Implementatie van de Beslisboom Hartrevalidatie met feedback en outreach visits (eerste resultaten) Drs. Mariëtte van Engen, gezondheidswetenschapper/promovendus, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam b. Wetenschap binnen hartrevalidatie: stand van zaken in regio Rotterdam * CAPI/DAMI studie: wel of geen hartrevalidatie voor patiënten na MI behandeld met primaire PCI? (eerste inzichten) * OPTICARE studie: is verlengde revalidatie zinvol? Drs. Madoka Sunamura, cardioloog, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam 16. Groepsvoorlichting hartfalen: inhoud en organisatie Madelon Klunder, diëtist, UMC Groningen Astrid Koops, verpleegkundig specialist cardiologie, UMC Groningen
PATIENTENPERSPECTIEF 17. Lopend onderzoek naar patiëntenperspectief: MyCARDSS-I en II, CARDSS FIT@Home en Informatiebehoefte patiënten a. MyCARDSS-I: Zelfmanagement voor hart- en vaatpatiënten Sandra Vosbergen, MSc, promovendus, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam b. MyCARDSS-II: Online vragenlijsten invullen en advies voor hartrevalidatiepatiënten Anne-Marieke Wiggers, MSc, gezondheidswetenschapper/promovendus, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam c. CARDSS FIT@Home: Bewegen en monitoren in de thuissituatie Jos Kraal, MSc, bewegingswetenschapper/promovendus, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam 18. Laaggeletterdheid in de zorg (health literacy) en informatiebehoefte van patiënten Dr. Marcel Twickler, senior staflid UZA Antwerpen en consulent Endocrinologie, Diabetologie en Metabole Ziekten in AZ Monica, Antwerpen Drs. Simone Traa, medisch psycholoog, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
De uitgebreide omschrijving van de diverse workshops (voor zover deze reeds is ontvangen) vindt u hieronder.
INSPANNING
Workshop 1 Inspanningstesten bij patiënten met chronisch hartfalen: waarom en hoe - Dr. Hareld Kemps, cardioloog/sportarts, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven - Dr. Victor Niemeijer, sportarts, Elkerliek Ziekenhuis Helmond en promovendus, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
Workshop 2 Lopend onderzoek inspanning: FysioCARDSS en HIT bij hartfalen a. FysioCARDSS: Optimaliseren van het beweegprogramma binnen de hartrevalidatie - Drs. Tom Vromen, arts/cardioloog i.o., Maxima Medische Centrum, Veldhoven en promovendus, Academisch Medisch Centrum Amsterdam HIT is HOT Fysieke training wordt beschouwd als de hoeksteen van hartrevalidatie. De laatste jaren is er toenemend aandacht voor hoog intensieve interval training (HIT). Steeds meer studies bij verschillende patiëntengroepen laten positieve effecten zien op het inspanningsvermogen ten opzichte van de veel gebruikte matig intensieve duurtraining. Daarnaast werd in een kleine studie bij patiënten met chronisch hartfalen ook een verbetering van de pompfunctie gezien. In het MMC lopen momenteel een aantal studies die de effecten van HIT op zowel de cardiale functie als de skeletspier bij patiënten met chronisch hartfalen evalueren. In de workshop zal worden ingegaan op de achtergronden van HIT en de gebruikte meetmethoden. Tevens zullen enkele praktijkvoorbeelden worden besproken.
b. Hoog-intensieve intervaltraining (HIT) bij patiënten met chronisch hartfalen: Cardiale effecten - Drs. Ruud Spee, arts/cardioloog i.o. en promovendus, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
c. Hoog-intensieve intervaltraining (HIT) bij patiënten met chronisch hartfalen: Perifere effecten - Drs. Victor Niemeijer, sportarts, Elkerliek Ziekenhuis Helmond en promovendus, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
PSYCHISCH FUNCTIONEREN
Workshop 3 Motiverende gespreksvoering als bijdrage aan zelfmanagement: hoe pak je dat aan? - Inhoudelijk: Drs. Danielle D. Otten, GZ psycholoog, afdeling hartrevalidatie, sector Harten Longrevalidatie, Rijnlands Revalidatie Centrum, Leiden - Projectmatig: Sandra Doesburg, coördinator behandelteam longrevalidatie, sector Harten Longrevalidatie, Rijnlands Revalidatiecentrum, Leiden
Hoe motiveer je patiënten in de revalidatie? Bij wie ligt de verantwoordelijkheid en de regie, is dat bij de behandelaar of bij de patiënt? Wat is je rol als behandelaar hierin? Hoe pak je dit aan? Vragen die in de dagelijkse praktijk van de revalidatie regelmatig gesteld worden. Zo ook binnen de sector Hart-Longrevalidatie van het Rijnlands Revalidatiecentrum. Van 2007 tot 2012 zijn de behandelteams er geschoold en getraind in motiverende gespreksvoering, een manier om het gesprek aan te gaan met patiënten over hun revalidatiedoelen en wensen op het gebied van leefstijl en het omgaan met hun ziekte en eventuele risicofactoren. Aan de hand van de ervaring binnen hun eigen sector gaan Sandra Doesburg en Danielle Otten in op verschillende aspecten rondom deze uitnodigende, respectvolle manier van werken. Hoe pak je het aan in je organisatie en in je team? Welke valkuilen kom je tegen? Wat is de invloed op de manier van werken? Hoe reageert het team? Hoe reageren patiënten? Binnen de workshop zal er aandacht zijn voor zowel de procesmatige, logistieke kant, als ook voor de opzet en inhoud van de cursus.
Workshop 4 Lopend onderzoek naar psychisch functioneren a. In the Mood: Invloed van psychologisch factoren op aritmieën en mortaliteit bij patiënten met een ICD - Drs. Madelein Hoogwegt, psycholoog/ promovendus, Universiteit Tilburg
b. Hart voor uw hart: implementatie en evaluatie van psychosociale screening volgens de MRH 2011 in het MC Zuiderzee - Dr. Joke Fleer, gezondheidspsycholoog, UMC Groningen
Workshop 5 Stress is gezond! Een workshop over anders leren omgaan met stress volgens het CAPRI-model - Danielle Scholten, maatschappelijk werker, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam - Marga van Rhoon, psycholoog, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam
Stress is een onderwerp dat veel hart en vaatpatiënten bezighoudt. Vragen als: Is stress de oorzaak van mijn hartinfarct? Waarom kan ik geen stress meer verdragen na mijn hartprobleem? Hoe vind ik een nieuwe balans (inspanning/ontspanning) in mijn leven? Is stress altijd ongezond? zijn regelmatig aan de orde. Voor de CAPRI wordt stress gezien zowel als risicofactor als (mogelijk) gevolg van hart en vaatziekten. Als onderdeel van de PEPmodule biedt CAPRI een cursus ‘Anders leren omgaan met stress’ aan. In de workshop over de cursus wordt aan de volgende onderdelen aandacht besteed: 1. Korte introductie CAPRI programma 2. Uitleg opzet cursus ‘Anders leren omgaan met stress’ - Wat is stress? - Gezonde stress versus ongezonde stress - Anders omgaan met stress. - Methoden en technieken. - Ontspanningsoefeningen en inzicht in de werking hiervan. 3. Ruimte voor vragen en discussie
SOCIAAL FUNCTIONEREN
Workshop 6 How to do it: aan het werk met de bedrijfsarts. Wat hebben hartrevalidatie en bedrijfsarts elkaar te bieden? - Drs. Jaap van Dijk, bedrijfsarts/klinisch arbeidsgeneeskundige, Polikliniek Mensenarbeid, Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, AMC
In de herziene multidisciplinaire richtlijn Hartrevalidatie is sociale participatie, waaronder werkhervatting, een belangrijk doel geworden. Dit raakt direct het werkterrein van bedrijfsartsen. Zij hebben een eigen richtlijn om hartpatiënten weer te reintegreren in hun werk. De nieuwe hartrevalidatie richtlijn sluit hierop aan. Om werkhervatting optimaal te laten verlopen is een goede samenwerking met de bedrijfsarts van belang. Hoe gaat dit in de praktijk vorm krijgen? Wat kunnen we van elkaar verwachten en wat zijn de knelpunten? Na een inleidende presentatie over de werkhervatting, de rol van de bedrijfsarts en het hartrevalidatie team, is er gelegenheid tot het stellen van vragen en discussie. How to do it als het gaat om communicatie en samenwerking met de bedrijfsarts.
Workshop 7 Cognitieve revalidatie na reanimatie: balans tussen cognitie en hartrevalidatie. Presentatie van het Leidse zorgpad reanimatie met uitkomsten op participatieniveau. - Mw. dr. Paulien H. Goossens, revalidatiearts, Rijnlands Revalidatiecentrum, Leiden - Drs. Henk J. van Exel, cardioloog, Rijnlands Revalidatiecentrum, Leiden
Alle patiënten die in de Leidse regio een reanimatie overleven worden gescreend op cognitieve problemen. Om ook echt alle patiënten te bereiken werkt het Rijnlands Revalidatie Centrum nauw samen met de Regionale Ambulance Dienst Hollands Midden en de afdelingen Spoed eisende Hulp en cardiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Patiënten krijgen na de cognitieve screening een passend hart -, cognitief of gecombineerd revalidatietraject aangeboden. Tijdens het opzetten van het zorgpad bleken de afdeling hartrevalidatie en de afdeling cognitieve revalidatie de behandeling te benaderen vanuit een verschillend perspectief. In deze presentatie wordt u door middel van interactieve stellingen gevraagd mee te denken over verschillende visies op hartpatiënten met cognitieve problemen. Daarnaast worden kort de eerste resultaten van het Leidse zorgpad gepresenteerd.
RISICOGEDRAG
Workshop 8 Beïnvloeden van risicogedrag van de cardiale patiënt: van bewustwording tot gedragsverandering. Ervaringen met de implementatie van preventiemodule en nazorgtraject Blijven Bewegen. - Bettina Zwarts, physician assistant, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie, Amsterdam - Gerwalt Spijkerman, fysiotherapeut, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie, Amsterdam
In de workshop wordt een presentatie gegeven van de secundaire preventiemodule binnen de hartrevalidatie in Reade, waarbij de patiënt betrokken wordt bij zijn/ haar eigen risicoprofiel. De patiënt krijgt meer invloed op de inhoud van het eigen revalidatieproces en wordt gevraagd een bewuste keuze te maken welke risicofactor in eerste instantie wordt aangepakt op het gebied van leefstijl. Door deze aanpak hopen we een beter effect te sorteren, door in te steken op datgene waartoe de patiënt op dat moment toe gemotiveerd is en kunnen overige risicofactoren in een later stadium aan bod komen. Als het gaat om aanpassen van leefstijl is een van de dingen waartoe patiënten gemotiveerd zijn, vaak het aanpassen van het bewegen. In de workshop wordt globaal beschreven hoe het fysieke programma bij Reade eruit ziet en zal specifiek worden ingegaan op dat wat vaak zo moeilijk is: het behouden van een actieve leefstijl ná revalidatie. Hiervoor is de module ' Blijven Bewegen ' ontwikkeld. Dit is een module van vijf tot zeven bijeenkomsten verdeeld over een half jaar, in een groep van acht maximaal revalidanten. In de bijeenkomsten wordt o.a. aandacht besteed aan de beweegnormen, gedragsverandering, zelfmanagement, sterkte- en zwakteanalyse en wordt aan het begin en het einde een shuttle- walktest afgenomen.
Workshop 9 Zorgmodule ‘Stoppen met roken’: hoe kunnen we hier binnen de hartrevalidatie gebruik van maken? Dr. Catherine Bolman, associate professor health psychology, Faculteit Psychologie, Open Universiteit, Heerlen - Drs. Nadine Berndt, promovendus, Faculteit Psychologie, Open Universiteit, Heerlen
Momenteel worden de resultaten onderzocht van ons onderzoek naar de effecten van telefonische coaching en persoonlijke coaching (2 verschillende interventies) in combinatie met nicotine vervangende middelen op stoppen-met-roken bij rokende hartpatiënten. Deze zijn met elkaar vergeleken en met de gebruikelijke zorg voor stoppen-met-roken. Medio november wordt verwacht een goed inzicht te hebben in de lange termijn effecten (12 maanden) en kosten effectiviteit. Dit zal in de presentatie worden meegenomen en kan tevens worden gecombineerd met praktische informatie over hoe de interventies in de praktijk gebruikt kunnen worden en wat verpleegkundigen die er mee hebben gewerkt ten tijde van het onderzoek daarbij tegenkwamen. Verder zal worden in gegaan op de landelijke ontwikkelingen op het gebied van stoppen-met-roken begeleiding.
Workshop 10 Lopen onderzoek naar leefstijlverandering: HartCOACH en Actieve leefstijlmodule a. HartCOACH: Telefonische coaching voor gezonde leefstijl en zelfmanagement van patiënten - Dr. Chantal Leemrijse, onderzoeker, NIVEL - Verpleegkundige Achmea, uitvoerder telefonische coaching
b. Actieve leefstijlmodule: een waardevolle aanvulling? Het incorporeren van aangeleerde actieve leefstijl in het dagelijks leven: hoe pak je dit aan? - Nienke ter Hoeve, bewegingswetenschapper/promovendus, afdeling revalidatie Erasmus MC, Rotterdam en CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam
Workshop 11 Gezonde voeding en afvallen: individuele vs. groepsbegeleiding - Yvonne ter Telgte, voedingskundige, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam
FINANCIERING EN ORGANISATIE VAN DE HARTREVALIDATIE
Workshop 12 Ontwikkelingen in de financiering van hartrevalidatie - Dr. Roderik Kraaijenhagen, cardioloog, NIPED Instituut Amsterdam en voorzitter NVVC-CCPH - Vertegenwoordiger Beroeps Belangen Commissie NVVC
Workshop 13 Uitwerking Praktijkrichtlijn Hartrevalidatie NVVC – het beweegprogramma bij de fysiotherapie in de eerste lijn: organisatie en financiering - Margriet Vesters, cardiologieverpleegkundige, Kennemer Gasthuis, Haarlem - Fysiotherapeut eerste lijn, Haarlem
Met de komst van de nieuwe richtlijnen Hartrevalidatie is hartrevalidatie voor een veel grotere groep patiënten geïndiceerd. Dit heeft ons geïnspireerd tot het ontwikkelen van zorgaanbod samen met andere zorgaanbieders. Een groot gedeelte van de revalidatie, het beweegprogramma, wordt aangeboden door geaccrediteerde eerste lijns fysiotherapeuten, de intake, verwijzing, informatie-module en eindevaluatie wordt aangeboden door de tweede lijn. Dit gezamenlijk ontwikkelen vraagt veel afstemming. Er zijn afspraken gemaakt over verwijscriteria, MDO, prestatie-indicatoren etc. Wat zoal komt kijken bij de ontwikkeling van dit zorgaanbod en wat kritische succes- en faalfactoren zijn, presenteren we in de workshop die gepresenteerd zal worden door een medewerker uit eerste lijn met een medewerker uit de tweede lijn.
Workshop 14 Opzet volledig nieuw hartrevalidatieprogramma: financiering en organisatie - Drs. Dirk van der Heijden, cardioloog, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp - Drs. Dieke Kok, sportarts, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp
Workshop 15 Lopend onderzoek naar financiering en organisatie: CARDSS-II en CAPI/DAMI a. CARDSS-II: Implementatie van de Beslisboom Hartrevalidatie met feedback en outreach visits (eerste resultaten) - Drs. Mariëtte van Engen, gezondheidwetenschapper/promovendus, Academisch Medisch Centrum Amsterdam
Samenvatting: Binnen de CARDSS-II studie worden ziekenhuizen en revalidatieinstellingen begeleid bij de implementatie van de Beslisboom Hartrevalidatie en ontvangen zij feedback over de prestaties van de eigen afdeling in vergelijking met de prestaties van alle deelnemers. Onderzoeksvraag - Leidt het geven van feedback (met betrekking tot de prestaties van de afdeling) in combinatie met outreach visits aan zorgverleners en managers van hartrevalidatiecentra, tot een hogere kwaliteit van zorg? Dit in aanvulling op elektronische beslissingsondersteuning. Deelnemers: Ziekenhuizen en revalidatiecentra die al hun patiënten digitaal registreren in een van de beschikbare software pakketten voor de hartrevalidatie intake met beslissingsondersteuning. Deelnemende instellingen richten tijdens de studie een lokaal een kwaliteitsverbeterteam op wat bestaat uit de (verpleegkundig) coördinator, en minimaal één andere discipline en, indien mogelijk de manager. Onder begeleiding van het CARDSS team wordt basis van de eigen data en prioriteiten een kwaliteitsverbeterplan opgesteld en uitgevoerd. Status: Op 1 juli zij de eerste vier instellingen gestart met het digitaal registreren van al hun patiënten en daarmee ingestroomd in de CARDSS-II studie. In september zal er nog een instelling instromen. Daarnaast zijn er nog ongeveer 12 instellingen die de komende maanden gaan starten met registreren en hebben aangegeven serieuze interesse te hebben in deelname aan de studie. Meer informatie: Zie de www.cardss.nl of neem contact op met Mariëtte van Engen via
[email protected]. Workshop: Tijdens de workshop zullen ervaringen en resultaten van de eerste deelnemers (anoniem) gepresenteerd worden. Komen hun data overeen met de verwachtingen? Welke punten nemen zij op hun kwaliteitsverbeterplan? Tijdens de discussie is er ruimte voor uitwisseling van ideeën en ervaringen omtrent kwaliteitsverbetering van de hartrevalidatie in Nederland.
b. Wetenschap binnen hartrevalidatie: stand van zaken in regio Rotterdam. * CAPI/DAMI studie: wel of geen hartrevalidatie voor patiënten na MI behandeld met primaire PCI? (eerste inzichten) * OPTICARE studie: is verlengde revalidatie zinvol?! - Drs. Madoka Sunamura, cardioloog, CAPRI Hartrevalidatie, Rotterdam
Workshop 16 Groepsvoorlichting hartfalen: inhoud en organisatie - Madelon Klunder, diëtist, UMC Groningen - Astrid Koops, verpleegkundig specialist cardiologie, UMC Groningen
PATIENTENPERSPECTIEF
Workshop 17 Lopend onderzoek naar patiëntenperspectief: MyCARDSS, CARDSS FIT@Home en Informatiebehoefte a. MyCardss-I: Zelfmanagement voor hart- en vaatpatienten - Sandra Vosbergen, MSc, promovendus, Academisch Medisch Centrum Amsterdam
In deze workshop worden 3 projecten uit het AMC gepresenteerd waarin zelfmanagement en ICT centraal staan. Sandra Vosbergen (MyCARDSS-I) zal de resultaten van haar onderzoek naar de ervaringen van hartpatiënten in verschillende fasen van hun ziekte presenteren. Hierbij zal ook worden ingegaan op wat dit betekent voor zelf-management.
b. -
MyCardss-II: Online vragenlijsten invullen en advies voor hartrevalidatiepatiënten Anne-Marieke Wiggers, MSc, gezondheidswetenschapper/promovendus, Academisch Medisch Centrum Amsterdam
Anne-Marieke Wiggers (MyCARDSS-II) zal een demonstratie geven van het MyCARDSSsysteem. Met dit systeem kunnen onder andere de vragenlijsten uit de beslisboom voor hartrevalidatie door patiënten thuis via internet worden ingevuld..
c. CARDSS FIT@Home: Bewegen en monitoren in de thuissitatie - Jos Kraal, MSc, bewegingswetenschapper/promovendus, Academisch Medisch Centrum Amsterdam
Jos Kraal presenteert het FIT@Home-project, waarin patiënten het bewegingsprogramma binnen de hartrevalidatie thuis uitvoeren, en via internet begeleid worden door de fysiotherapeut
Workshop 18 Beperkte Health Literacy: een struikelblok voor de patiënt in zijn zelfzorgmomenten binnen de cardiovasculaire zorgketen - Dr. Marcel Twickler, senior staflid, Dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metable Ziekten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Tevens consulent Endocrinologie/ Diabetologie, Algemeen Ziekenhuis Monica, locaties Deurne en Antwerpen - Drs. Simone Traa, medisch psycholoog, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
Steeds meer patiënten met hart en vaatziekten overleven het acute moment, maar ervaren de belasting als chronisch hartpatiënt. In hun zorgtraject zijn leefstijl en zelfzorg telkens terugkerende elementen. Als informatiebron wordt hen vaak folders, boekjes en (medische) websites aangeboden. Ook wordt steeds meer thuis gemeten, zoals lichaamsgewicht, bloeddruk en het capillaire suiker . Vaak vult de patiënt de verkregen gegevens zelf in een dagboek in. Vervolgens wordt verwacht dat deze gegevens tot zelfstandige beslissingen zullen leiden (bijvoorbeeld, neem meer vochtafdrijvende medicatie (of neem contact met de hartfalenverpleegkundige op) als het lichaamsgewicht met bepaald aantal kilogram is toegenomen of corrigeer de suikerwaarden volgens dit insuline correctieschema). De laatste jaren is duidelijk geworden dat participatie van de patiënt in zijn eigen zorgtraject een optimale Health Literacy (in het Nederlands vertaald als gezondheidsvaardigheden) vraagt. Uit eigen onderzoek is naar voren gekomen dat een op de vijf Nederlandse patiënten een zeer beperkt is in gezondheidsvaardigheden. Een op de tien Nederlanders is tevens zeer beperkt in het lezen en schrijven en een meervoud van hen in het rekenen. Europese cijfers tonen gelijksoortige resultaten; gemiddeld een op de drie patiënten in Europa heeft een slechte tot beperkte Health Literacy. In de zorg wordt met deze kennis weinig rekening gehouden. Een beperkte Health Literacy veronderstelt dat deze patiënten slechter zelfstandig zullen presteren in hun zorgtraject en dientengevolge meer risico hebben op heropname in het ziekenhuis, complicaties en overlijden. In Europa is dergelijk onderzoek nog maar spaarzaam verricht (in tegenstelling tot de Noord-Amerikaanse regio), maar het dunkt me een serieus dilemma in onze moderne informatiemaatschappij met een groeiende gezondheidszorg. Het classificeren van Health Literacy niveau van de patiënt is thans nog geen standaard procedure tijdens de anamnese, maar bij een toename van zelfzorgmomenten in huidige zorgketens kan dit zeker een overweging zijn. In deze workshop zal het begrip Health Literacy worden toegelicht, alsook de vertaling van dit begrip naar de cardiovasculaire zorgketen in Nederland. Herkenning van een beperkte Health Literacy bij uw patiënt en hoe dit gegeven praktisch te gebruiken om de patiënt in het vervolgtraject te kunnen ondersteunen in zijn zelfzorgmomenten zullen de belangrijkste leerdoelen zijn. Natuurlijk zal de uitwisseling van eigen ervaringen een instrument zijn binnen de workshop.