Congres Hartrevalidatie anno 2010: kwaliteit, organisatie en financiering Vrijdag 26 november 2010, De Eenhoorn, Amersfoort Georganiseerd door de Commissie Cardiovasculaire Preventie en Hartrevalidatie en het CARDSS team i.s.m. het CardioVasculair Onderwijs Instituut
09:00 – 09:30
Ontvangst en inschrijving
09:30 – 09:45
Opening: hartrevalidatie, secundaire preventie en gedragsverandering Dr. Roderik Kraaijenhagen, cardioloog, NIPED Instituut Amsterdam en voorzitter Commissie Cardiovasculaire Preventie en Hartrevalidatie NVVC
09:45 – 10:15
Secundaire preventie van atherosclerotische complicaties: inzet van een verpleegkundig spreekuur Drs. Harald Jorstad, arts-onderzoeker cardiologie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
10:15 – 10.25
Hartrevalidatie in Nederland gekwantificeerd: hoeveel patiënten met een hartrevalidatie indicatie worden ook daadwerkelijk behandeld? Drs. Han de Vries, actuaris/onderzoeker, Achmea Zorg
10.25 – 10.35
De zorgpaden naar hartrevalidatie Dr. Niels Peek, projectleider CARDSS, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
10.35 – 11.00
MISSION POSSIBLE: Implementatie richtlijnen Prof. dr. Martin Jan Schalij, cardioloog, Leids Universitair Medisch Centrum
11:00 – 11:25
KOFFIE/ THEE (Posterpresentaties en informatiemarkt)
11.25 – 11.40
Juridische aspecten van richtlijnen Prof. mr. Johan Legemaate, hoogleraar Gezondheidsrecht, Universiteit van Amsterdam
11:40 – 12:05
Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie 2010 Drs. Mariëtte van Engen, promovendus CARDSS, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
12:05 – 12:30
De nieuwe richtlijn Hartrevalidatie: herziening van de psychische en sociale doelen Dr. Angelique de Rijk, projectleider PAAHR, Universiteit Maastricht Dr. Petra Kuijpers, cardioloog, Maastricht Universitair Medisch Centrum
12:30 – 13:20
LUNCH (Posterpresentaties en informatiemarkt)
13:20 – 14:15
Workshop ronde 1
14:20 – 15:15
Workshop ronde 2
15:15 – 15:40
KOFFIE/ THEE (Posterpresentaties en informatiemarkt)
15:40 – 16:10
CARDSS-II: Implementatie van de nieuwe beslisboom Dr. Niels Peek, projectleider CARDSS, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
16:10 – 16:45
Interactief klinisch college: vaststellen van de indicaties voor hartrevalidaties met de nieuwe beslisboom Dr. Niels Peek, projectleider CARDSS, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Janine Doornenbal, gedifferentieerd hart- en vaatverpleegkundige, coördinator hartrevalidatie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Madoka Sunamura, cardioloog, Capri Hartrevalidatie Rotterdam
16:45 – 17:00
Afsluiting congres: samenvatting en blik op de toekomst Dr. Roderik Kraaijenhagen, cardioloog, NIPED Instituut Amsterdam en voorzitter Commissie Cardiovasculaire Preventie en Hartrevalidatie NVVC
Presenteer uw project op een poster! Wij nodigen u van harte uit om een interessant project in uw regio of een onderzoek op het terrein van hartrevalidatie op een poster te presenteren. Deadline voor het indienen van abstracts is 15 november 2010. De abstracts kunnen worden ingediend via
[email protected]
Accreditatie: NVVC: VRA: NVHVV: NIP: NVD: FGzP: BAMW:
6 punten 6 punten 6 punten 6 punten 5 punten 3 punten 1 punt
Accreditatieaanvraag nog in behandeling bij KNGF.
Workshops
INSPANNING 1. Inspanningstesten bij patiënten met chronisch hartfalen: waarom en hoe - Dr. Hareld Kemps, cardioloog en sportarts, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven 2. Uitvoering bewegingsprogramma: verschil tussen enkelvoudig en complexe patiënten - Simon van der Voort, fysiotherapeut, Tergooi Ziekenhuizen, Hilversum - Hessel Koers, fysiotherapeut, Hart op Koers
PSYCHISCH FUNCTIONEREN 3. Zelfmanagement bij patiënten: ontspanningscursus in het SLAZ - Ineke Kersten, psycholoog, St. Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam - Ellis Avezaat, fysiotherapeut, St. Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam
SOCIAAL FUNCTIONEREN 4. En nu verder…… Workshop over sociaal functioneren, waaronder de rol van de partner en werkhervatting, binnen de hartrevalidatie - Lenny Visser, maatschappelijk werkster, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie (voorheen Revalidatie Centrum Amsterdam) - Betty Geleijnse, maatschappelijk werkster, Capri Rotterdam en voorzitter Landelijk Overleg Maatschappelijk Werk Hartrevalidatie - Jaap van Dijk, bedrijfsarts, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
CARDIOVASCULAIR RISICOPROFIEL 5. De rol van het cardiovasculair risicoprofiel in de hartrevalidatie; praktijkverhaal uit het Alysis Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem - Myriam Zootjes-Mes, gedifferentieerd cardiovasculair verpleegkundige, Alysis Rijnstate Ziekenhuis 6. Hoe verder na de hartrevalidatie? Follow-up vanuit de zorgstandaard vasculair risicomanagement - Anne-Margreet Strijbis, secretaris Platform Vitale Vaten, Nederlandse Hartstichting - Inge van den Broek, adviseur Hart & Vaatgroep
RISICOGEDRAG 7. Motiverende Gespreksvoering: Weet wat je zegt - Vian Oostendorp, psycholoog, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie (voorheen Revalidatie Centrum Amsterdam) - Gerwalt Spijkerman, fysiotherapeut, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie (voorheen Revalidatie Centrum Amsterdam) 8. Zorgmodule ‘Stoppen met roken’: hoe kunnen we hier binnen de hartrevalidatie gebruik van maken? - Eveline Willems, Projectleider Zorg, STIVORO, Den Haag 9. Goede voeding lager opgeleiden: hoge prioriteit (zie bijlage) - Mw. Ay Lien Gho-The, diëtist, Meander Medisch Centrum, Amersfoort - Dr. Jolein Iestra, diëtist, onderzoeker Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Utrecht
ORGANISATIE VAN DE HARTREVALIDATIE 10. Het opzetten van een ontspanningsprogramma - Jan van Dixhoorn, Hartrevalidatie, Kennemer Gasthuis, Haarlem 11. Ontwikkelingen in de financiering van hartrevalidatie: Hoe wordt prestatie beloond? - Dr. Ed de Kluiver, cardioloog, Isala Klinieken, Zwolle, voorzitter Beroeps Belangen Commissie NVVC - Tsui-Ling Man, student Gezondheidswetenschappen (stagiaire CARDSS project) 12. (Re)organisatie van de hartrevalidatie: van stilstand naar beweging - Janine Doornenbal, gedifferentieerd hart- en vaatverpleegkundige, coördinator hartrevalidatie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam - Angela Nieuwveld M ANP, coördinator hartrevalidatie & hartfalenpolikliniek, Isala Klinieken, Zwolle
De uitgebreide omschrijvingen van de diverse workshops vindt u hieronder.
Workshop 1
Inspanningstesten bij patiënten met chronisch hartfalen: waarom en hoe Spreker: Hareld Kemps, cardioloog en sportarts, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
Aangezien kortademigheid en vermoeidheid de belangrijkste symptomen zijn bij patiënten met chronisch hartfalen en zowel rustmetingen van de linker ventrikelfunctie als het subjectieve beleving van de inspanningscapaciteit niet goed overeenkomen met het inspanningsvermogen, is inspanningsdiagnostiek onmisbaar geworden voor het classificeren van hartfalen patiënten. De beste manier om het inspanningsvermogen bij deze patiënten objectief te meten is spiro-ergometrie, waarbij naast het behaalde vermogen ook ademgasanalyse wordt verricht. In deze workshop wordt ingegaan op de belangrijkste parameters die met spiroergometrie bij hartfalen patiënten kunnen worden bepaald, zoals de VO 2 max, de ventilatoire drempel en de ademequivalenten. Daarnaast wordt ingegaan op de verschillende toepassingen van spiro-ergometrie bij hartfalen, zoals het vaststellen van de ernst en de prognose, het bepalen van de trainingsintensiteit voor start van een revalidatieprogramma en het meten van trainingseffecten.
Workshop 2
Uitvoering bewegingsprogramma: verschil tussen enkelvoudig en complexe patiënten Sprekers: Hessel Koers, fysio-manueeltherapeut, Hart op Koers Simon van der Voort, fysiotherapeut, Tergooi Ziekenhuizen, Hilversum
Het verschil in een bewegingsprogramma voor enkelvoudige en complexe patiënten is multicausaal. De medische historie, de psychosociale omstandigheden, maar ook comorbiditeit en de veranderende fysieke gesteldheid van ouderen zijn elementen, die de uitvoering van het bewegingsprogramma bepalen. In dit geheel zijn de wensen van de patiënt mede bepalend voor de invulling van het uiteindelijke programma. Bij de intake door de fysiotherapeut is het van belang om een goed patiëntenprofiel te maken, waarbij risicostratificatie een van de onderdelen is. Het goed formuleren van de uiteindelijke doelen zijn essentieel en in de workshop zullen we naar aanleiding van de richtlijnen en casuïstiek antwoorden proberen te vinden op het thema van de workshop.
Workshop 3
Zelfmanagement bij patiënten: ontspanningscursus in het SLAZ Sprekers: Ellis Avezaat, fysiotherapeut Sint Lucas Andreas Ziekenhuis Ineke Kersten, psycholoog Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
De afgelopen acht jaar heeft onze oorspronkelijke ‘ontspanningscursus’ voor poliklinische hartpatiënten zich ontwikkeld tot een veel diepgaander groepsaanbod. Het is inmiddels een cursus gericht op zelfmanagement, waarin we ernaar streven dat patiënten bewust keuzen maken voor een gezondere leefstijl. Het zelf invloed kunnen uitoefenen op hoe je je lichamelijk en emotioneel voelt en op hoe je denkt is een centraal uitgangspunt van de cursus. We willen mensen bewust maken van wat ze doen of laten en vanuit deze bewustwording kunnen ze zichzelf de vraag gaan stellen wat ze er eigenlijk mee willen en hoe ze hiermee willen omgaan. Deze cursus bestaat uit een combinatie van het geven van theorie over het herkennen van stress en zelfmanagement, in interactie met de cursisten, eindigend met het doen van een ontspanningsoefening. Sinds kort zijn dezelfde ontspanningsoefeningen ook via de patiëntentelevisie te volgens op alle verpleegafdelingen van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis. Want ook al tijdens opname geven we patiënten graag zelf het heft in handen, daar waar dat mogelijk is. De workshop zal informatie geven over dit klinische en poliklinische aanbod, natuurlijk in interactie met de deelnemers en het doen van een oefening, zoals we dat ook in de cursus gewend zijn om te doen. We hopen dat deelnemers zich geïnspireerd zullen voelen tot het ontwikkelen van een vergelijkbaar aanbod of tot het aanpassen van een bestaand aanbod. En wie weet hebben sommigen er voor zichzelf ook nog wat aan.
Workshop 4
En nu verder........ Workshop over sociaal functioneren, waaronder de rol van de partner en werkhervatting, binnen de hartrevalidatie Sprekers: Lenny Visser, maatschappelijk werkster, Reade Centrum voor Revalidatie en Reumatologie (voorheen Revalidatie Centrum Amsterdam) Betty Geleijnse, maatschappelijk werkster, Capri Rotterdam en voorzitter Landelijk Overleg Maatschappelijk Werk Hartrevalidatie Jaap van Dijk, bedrijfsarts, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
In deze workshop wordt het belang van weer zo optimaal mogelijk kunnen functioneren van hartpatiënten in de maatschappij centraal gesteld. Speciale aandacht wordt besteed aan de omgeving van de patiënt zoals o.a. de partner en werkhervatting. Het leren omgaan van zowel de hartpatiënt als zijn/haar omgeving met een veranderde situatie is belangrijk. Dit kan bijdragen aan een reductie van het risico dat een evt. sociaal isolement met zich meebrengt. Daarnaast is in het kader van optimale participatie van hartpatiënten in de maatschappij werkhervatting in de nieuwe richtlijn een belangrijke doelstelling geworden. Bij hartpatiënten was dit nogal eens problematisch. Er bleek regelmatig een discrepantie te bestaan tussen de objectieve cardiale situatie en de mate van werkhervatting. Om de werkhervatting optimaal te laten verlopen is het van belang dat er, indien mogelijk, tijdens de hartrevalidatie al wordt gestart met de werkhervatting. Zowel de kansen als de knelpunten en valkuilen bij werkhervatting zullen aan de orde komen.
Workshop 5
De rol van het cardiovasculair risicoprofiel in de hartrevalidatie; praktijkverhaal uit het Alysis Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem Spreker: Myriam Zootjes-Mes, gedifferentieerd cardiovasculair verpleegkundige, Alysis Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem
Workshop 6
Hoe verder na de hartrevalidatie? Follow-up vanuit de zorgstandaard vasculair risicomanagement Sprekers: Anne-Margreet Strijbis, secretaris Platform Vitale Vaten, Nederlandse Hartstichting Inge van den Broek, adviseur Hart & Vaatgroep
Workshop 7
Motiverende Gespreksvoering: Weet wat je zegt Sprekers: Vian Oostendorp, GZ-psycholoog Gerwalt Spijkerman, fysiotherapeut Reade, Centrum voor Revalidatie en Reumatologie (voorheen Revalidatie Centrum Amsterdam)
Voor een behandelaar is het soms lastig te begrijpen als mensen hun ongezonde gedrag niet willen veranderen. De manier van communiceren van de behandelaar kan dan niet aansluiten bij de patiënt. De workshop gaat in op enkele principes van de Motiverende Gespreksvoering en op gespreksvaardigheden die vooral zijn gericht op ondervragen, weerstand verkleinen en de motivatie verhogen.
Workshop 8
Stoppen met roken: Hoe kunnen we hier binnen de hartrevalidatie gebruik van maken? Spreker: Eveline Willems, Projectleider Zorg, STIVORO
Stoppen met roken is een belangrijk onderdeel van de hartrevalidatie. Door te stoppen met roken verkleint de kans op herhaling van een hartprobleem en daalt de kans op overlijden. Al na 24 uur neemt de kans op een hartinfarct af. Roken is een verslaving en stoppen is lastig vanwege de lichamelijke en geestelijke ontwenningsverschijnselen. Met adequate zorg is de kans dat stoppen lukt groter. De Zorgmodule Stoppen met Roken beschrijft de norm voor goede zorg bij stoppen met roken. In de workshop staat centraal wat deze norm is en hoe binnen de hartrevalidatie hier gebruik van kan worden gemaakt. De workshop geeft praktische handvatten voor geven van goede zorg bij stoppen met roken.
Workshop 9
Goede voeding lager opgeleiden: hoge prioriteit Sprekers: Mw. Ay Lien Gho-The, diëtist, Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Jolein Iestra, diëtist/onderzoeker Juliuscentrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Utrecht
Lager opgeleide Nederlanders zijn een belangrijke doelgroep voor preventie: als groep hebben ze een hoger cardiovasculair risico en een kortere levensverwachting. Juist bij deze doelgroep kunnen voedings- en leefstijlverandering aanzienlijke gezondheidswinst opleveren. In de praktijk is het echter niet eenvoudig de voorlichting goed af te stemmen op deze doelgroep. In deze workshop wordt ingegaan op de risico’s in voeding en leefstijl van lager opgeleiden. Aan de hand van een voorlichtingsmodel wordt besproken hoe de geschiktheid van de eigen voorlichting voor deze groep geëvalueerd kan worden. Er is gelegenheid om ervaring en visies uit te wisselen over hoe voedings- en leefstijlvoorlichting aan lager opgeleiden kan verbeteren.
Uitgangspunten: 1. 2.
Wij verwachten in de workshop zowel diëtisten als andere disciplines (hartrevalidatieverpleegkundigen, nurse practitioners, praktijkondersteuners en andere). Naast het opfrissen van de bestaande kennis van voeding, willen wij vooral multidisciplinair met elkaar reflecteren over hoe wij de voorlichting aanpakken, wat de rol is van de verschillende disciplines en hoe goed wij in staat zijn bijvoorbeeld de groep laagopgeleiden (de belangrijkste risicogroep) te bereiken en te motiveren.
Doelstelling: Deelnemers kunnen na afloop aan het thuisfront vertellen: a. Welke nieuwe inzichten er zijn bij de reeds bekende doelen voor voedingsvoorlichting. b. Waarom extra aandacht voor de voeding en leefstijl van groepen met een laag sociaal economische status (SES) nodig is. c. Wat aandachtspunten zijn bij de benadering van lage SES-groepen. d. Hoe een voorlichtingsmodel individuele professionals en multidisciplinaire teams kan helpen hier beleid op te ontwikkelen. e. Welke ideeën en ervaringen anderen hebben op dit punt.
Workshop 10
Het opzetten van een ontspanningsprogramma Spreker: Dr. Jan van Dixhoorn, Kennemer Gasthuis, Haarlem
Aan de hand van enkele vragen wordt het onderwerp doorgenomen Waarom ontspanning in de hartrevalidatie en wat is de meerwaarde? De evidentie laat zien dat ontspanning zowel fysieke als sociale als psychische effecten heeft en bijdraagt tot de secundaire preventie. Wat is ontspanningsinstructie eigenlijk? We onderscheiden primaire en secundaire vaardigheden in zelfregulatie van spanning. Primaire vaardigheden zijn het kunnen toepassen van interne modaliteiten, zoals aandacht, beweging, en ademhaling en het kunnen waarnemen van veranderingen in spanning als gevolg daarvan. Effectieve instructies zijn multimodaal en open (niet doelgericht), zodat de deelnemer gestimuleerd wordt de individuele respons te herkennen. Secundaire vaardigheden zijn het herkennen of creëren van geschikte momenten voor ontspanning. Discussie hierover hoort bij ontspanningsinstructie. Instructie bestaat dus voor de helft uit begeleiding van de oefenervaring en is daarmee zowel een fysieke als een psychosociale interventie. In welke vorm? Individuele en groepsgewijze toepassing zijn mogelijk. Belangrijk is dat de begeleider zelf ervaren en geschoold is, zodat van daaruit geïnstrueerd wordt en de mogelijke ervaringen persoonlijk herkend en besproken kunnen worden. Voor wie? De richtlijnen nemen ontspanning op als mogelijkheid naast het bewegingsprogramma en naast het psychosociale programma. Er is geen duidelijkheid voor wie ontspanning juist wel en juist niet daaraan toegevoegd wordt. Logistieke mogelijkheden worden besproken, evenals ervaringen met aparte diagnoses zoals hartfalen, ICD, angina pectoris.
Workshop 11
Ontwikkelingen in de financiering van hartrevalidatie: Hoe wordt prestatie beloond? Sprekers: Dr. Ed de Kluiver, cardioloog, Isala Klinieken, Zwolle, voorzitter Beroeps Belangen Commissie NVVC Tsui-Ling Man, student Gezondheidswetenschappen (stagiaire CARDSS project)
Workshop 12 (Re)organisatie van de hartrevalidatie: van stilstand naar beweging Sprekers: Janine Doornenbal, gedifferentieerd hart- en vaatverpleegkundige, coördinator hartrevalidatie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Angela Nieuwveld MANP, coördinator hartrevalidatie & hartfalenpolikliniek, Isala Klinieken, Zwolle
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat patiënten die deelnemen aan een hartrevalidatieprogramma; een verminderde mortaliteit, minder recidief hartinfarct hebben en daarbij psychisch en sociaal beter functioneren. In deze workshop wordt ingegaan op het implementeren van hartrevalidatie (inclusief randvoorwaarden en projectplan), evalueren en reorganisatie van de aangeboden zorg. Bij de realisatie van een (re)organisatie van de hartrevalidatiezorg spelen allerlei zaken een rol, onder andere: het vaststellen welke disciplines bereid zijn om deel te nemen aan het veranderingsproces; onderzoek van de ruimte en middelen; inhoud van de groepsprogramma’s vaststellen conform de richtlijnen en vraag van patiënten en definiëren aan welke patiënten de zorg aangeboden gaat worden en hoe deze patiënten zullen worden benaderd. In de workshop zullen drie verschillende sprekers aan het woord komen die de afgelopen jaren sterk betrokken zijn geweest bij de (re)organisatie van de hartrevalidatie in hun ziekenhuis. Zij zullen vertellen wat de aanleiding was voor de (re)organisatie, welke stappen er hebben plaatsgevonden, welke positieve en negatieve ervaringen zij hebben, hoe de situatie nu is en de plannen voor de toekomst beschrijven. Na afloop is ruimte voor het stellen van vragen en uitwisselen van persoonlijke ervaringen.