BIBF | Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten
INHOUD p. 1/ Congres – Forum for the Future p. 2/ CBN haalt herwaarderingsmeerwaarden vanonder het stof
Congres – Forum for the Future
Op donderdag 1 december 2001 bezochten meer dan 3 000 economische beroepsbeoefenaars de derde editie van het initiatief Forum for the Future op de site van Tour & Taxis. De deelnemers aan het Congres konden kiezen uit 130 conferenties en seminaries, verdeeld over 14 zalen. Op het appel waren ook de drie Instituten (BIBF, IAB en IBR), een twintigtal beroepsverenigingen en meer dan 70 exposanten.
van om zijn leden gratis uit te nodigen op het congres. Heel wat deelnemers vonden in het kader van de verschillende voordrachten antwoorden op hun vragen over de toekomst van ons beroep. Nieuw dit jaar was dat het BIBF aan de economische beroepsbeoefenaars een parcours van conferenties voorstelde over thema’s als publiciteit en klantenwerving, rentabiliteit en kantoororganisatie. Het Instituut is verheugd dat het op een groot aantal deelnemers kon rekenen voor zijn seminarieprogramma.
Vandaag voorbereidingen treffen voor de uitdagingen van morgen
Een Minister in de bloemetjes gezet door het BIBF en door alle deelnemers
Het BIBF is er zich van bewust dat we vandaag voorbereidingen moeten treffen om de uitdagingen van morgen aan te gaan, en maakte er een erezaak
Het grote succes van het parcours BIBF was ongetwijfeld de conferentie ‘De economische beroepsbeoefenaar als bevoorrechte partner van kmo’s, zelfstan-
E. Degrève, Voorzitter FFF, S. Laruelle, voogdijminister BIBF en J.M. Conter, Voorzitter BIBF in gesprek
Paneldebat met J.M. Conter, S. Laruelle en M. Vermaut, raadslid BIBF
1
P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012
P 309340 – Afgiftekantoor 9000 Gent X – Tweewekelijks – Verschijnt niet in juli
Meer dan 3000 deelnemers op de afspraak!
digen en vrije beroepen’. In deze conferentie namen mevrouw Sabine Laruelle, Voogdijminister van het Instituut, de heer Jean-Marie Conter, Voorzitter van het BIBF en mevrouw Mirjam Vermaut, Lid van de Nationale Raad, het woord. De nadruk werd gelegd op de verwezenlijkingen van de Minister alsook op de uitdagingen van morgen die economische beroepsbeoefenaars moeten detecteren en aangaan. Parallel met het succes van de conferentie waarin de verwezenlijkingen van Minister Sabine Laruelle centraal stonden, werd haar de trofee uitgereikt van de politieke mandataris van het jaar. Deze prijs is het resultaat van een stemming die op de site van Forum for the Future werd georganiseerd tijdens de weken die voorafgingen aan het colloquium. Tijdens haar aanwezigheid op het Congres maakte mevrouw Sabine Laruelle ook gebruik van de gele-
P. Deleu, raadslid BIBF animeert een seminarie
genheid om de stands van de beroepsverenigingen te bezoeken.
Ontmoetingen met de leden en de studenten Het BIBF is ook verheugd dat het talrijke leden heeft kunnen ontmoeten op de stand van het Instituut en tijdens de conferenties. Op het congres waren ook Franstalige en Nederlandstalige studenten in groten getale aanwezig. Ze woonden verschillende informatiesessies bij die door het BIBF werden georganiseerd. Als we de dag van 1 december in enkele woorden zouden moeten samenvatten, zouden we zonder twijfel zeggen : ‘Dank aan allen voor uw aanwezigheid!’
J. Vanneste, lid stagecommissie BIBF in gesprek met twee confraters
CBN haalt herwaarderingsmeerwaarden van onder het stof De Commissie voor Boekhoudkundige Normen heeft haar veertiende advies van het lopende werkjaar gepubliceerd. Dit advies vat de eerdere bevindingen van de Commissie betreffende herwaarderingsmeerwaarden samen en past ze zelfs aan. Zo stelt de Commissie dat herwaarderingsmeerwaarden niet (meer) kunnen aangewend worden om geleden verliezen aan te zuiveren. Dit nieuwe advies zet de tendens van de CBN om thematisch te adviseren verder en is de nieuwe norm wat betreft herwaarderingsmeerwaar-
den. Het vervangt dan ook meteen een reeks van voorgaande adviezen1.
Algemeen : herwaarderingsmeerwaarden Als herwaarderingsmeerwaarden moeten worden beschouwd de op het passief bijgeschreven, niet
1
2
Advies 2011/14 betreffende herwaarderingsmeerwaarden vervangt de adviezen 109, 112/4, 112/6, 112/7, 113/1, 113/3, 113/3bis, 113/4 en 2009/5.
P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012
gerealiseerde meerwaarden op vaste activa in overeenstemming met artikel 57 van het KB/W.Venn. Ook de terugnemingen van waardeverminderingen in overeenstemming met artikel 100 KB/W.Venn. en de herwaarderingsmeerwaarden bedoeld in artikel 44, vierde lid KB/W.Venn. worden onder deze post opgenomen. Bij aanvang moet duidelijk gemaakt worden dat herwaardering een optie is en geenszins een verplichting inhoudt. Ten tweede moet gesteld worden dat herwaardering van toepassing kan zijn op materiële en financiële vaste activa en dus niet op oprichtingskosten, immateriële vaste activa of vlottende activa. Waarom kiezen onderneming om te herwaarderen ? Herwaarderen zal het getrouw beeld van de jaarrekening positief beïnvloeden en de echte waarde van de onderneming duidelijker naar voor brengen. Herwaardering beperkt op die manier dan ook de informatieasymetrie tussen de onderneming en de buitenwereld. Een ander aspect is dat herwaardering de schuldgraad (of omgekeerd de solvabiliteit) van de vennootschap positief beïnvloedt.2 Echter, er zijn ook een aantal nadelen. Zo beïnvloedt de toename van het balanstotaal en het eigen vermogen de rendabiliteitsratio’s op een ongunstige manier. Bij afschrijfbare activa gaat dat zelfs zowel via de teller, het resultaat daalt door de toegenomen afschrijvingen, als via de noemer, doordat het ingezette vermogen stijgt.3 Bovendien brengt herwaarderen ook extra kosten met zich mee, zoals de extra boekhoudkundige registraties, de kost om meer uitleg te verschaffen in de toelichting, het ereloon van een deskundige,…4 Het afwegen van de voor- en nadelen moet het bestuursorgaan leiden tot de beslissing om al dan niet tot herwaardering over te gaan. De nadelen lijken door te wegen, want in de praktijk wordt er niet bijster veel aan herwaardering gedaan. Uit eerder onderzoek blijkt dat slechts 1,8 % van de kmo’s en 5,8 % van de grote ondernemingen herwaarderin-
2
Mercken, G., 2008, Herwaarderen van materiële vaste activa door Belgische ondernemingen, in : Maandschrift Accountancy & Bedrijfskunde, vol. 6, jrg. 28, p. 3-20.
3
Bemerk dat de gebruiker van de jaarrekening bij de berekening van de ratio’s de effecten van herwaardering in rekening kan nemen door ze uit de berekening te lichten.
4
Mercken, G., 2008, idem.
3
gen op materiële vaste activa op de balans hebben staan.5 De ondernemingen die wel herwaarderen blijken in de praktijk veelal ondernemingen in moeilijkheden te zijn die tot herwaardering overgaan om zo het eigen vermogen (terug) op peil te krijgen6 of om langs deze weg de schuldgraad te verlagen waardoor ze hun ontleencapaciteit kunnen opkrikken.7 De Commissie benadrukt dan ook dat steeds grote voorzichtigheid geboden is bij het boeken van een herwaarderingsmeerwaarde. Ze stelt dan ook dat de herwaardering moet worden verantwoord in de toelichting. De Commissie gaat in haar bespreking diepgaand in op de herwaardering volgens artikel 57 en kort op de bespreking van herwaardering volgens artikel 100. We houden deze structuur aan in dit artikel.8
Herwaardering volgens artikel 57 Een herwaardering volgens artikel 57 KB/W.Venn. is beter gekend als een «gewone herwaardering». Artikel 57 KB/W.Venn. stelt dat een vennootschap haar materiële vaste activa en haar deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen, onder bepaalde voorwaarden mag herwaarderen. De vaststelling van de meerwaarde vloeit voort uit een herschatting van de betreffende vaste activa op een gegeven tijdstip.
1. Voorwaarden Om te herwaarderen, moet voldaan zijn aan de wettelijke voorwaarden zoals omschreven in artikel 57, § 1 KB/W.Venn. Dit artikel stelt vooreerst dat de betreffende vaste activa kunnen geherwaardeerd worden wanneer de waarde ervan op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde. Het komt het bestuursorgaan toe om dit vaststaand en duurzaam karakter te beoordelen.
5
Mercken, G., 2008, idem.
6
Verhoeye, J., 2002, Terugname van waardeverminderingen op terreinen kan onbelast, in : De Tijd, 8 maart.
7
Mercken, G., 2008, idem.
8
De verwijzing naar artikel 44 KB/W.Venn. betreft een overgangsbepaling voor meerwaarden geboekt tijdens het boekjaar dat voorafgaat aan het boekjaar dat ingaat na 31 december 1983. Deze mogen onder deze post geboekt blijven. De Commissie besteedt geen verdere aandacht aan deze bepaling in haar advies 2011/14.
P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012
Ten tweede mogen vaste activa slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rentabiliteit van de vennootschap of van het betrokken bedrijfsonderdeel. Dit lijkt ook logisch : in een exploitatie waarvoor men voor de toekomst verlies verwacht, zou de herwaardering van een MVA met beperkte levensduur via de verhoogde afschrijvingen de verliezen alleen maar verhogen. Ten derde mag het boeken van een herwaarderingsmeerwaarde er niet toe leiden dat de boekwaarde de marktwaarde zou overschrijden. Enige toelichting is noodzakelijk bij de tweede voorwaarde, die zelf verder uiteen valt in twee deelvoorwaarden afhankelijk van de noodzakelijkheid van de vaste activa, met name in een actiefgebonden rentabiliteitsvoorwaarde en in een bijkomende rentabiliteitsvoorwaarde voor activa die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het bedrijf. De eerste deelvoorwaarde dient altijd voldaan te zijn, de tweede enkel voor ‘noodzakelijke’ activa. Voor materiële vaste activa kan de actiefgebonden rentabiliteitsvoorwaarde beantwoord worden door de toekomstige kasstromen van het betroffen actief te verdisconteren. Op basis van de huidige cijfers kan dit door het bedrijfsresultaat van het actief te bepalen (zijnde de bedrijfsopbrengsten van het betrokken actief te verminderen met de verbonden bedrijfskosten, of dus de waarde van 70/…/74, verminderd met die van 60/.../64) en dit te delen door de geherwaardeerde boekwaarde van het actief. Het bekomen percentage dient aanvaardbaar te blijven in vergelijking met het percentage dat bekomen wordt zonder rekening te houden met de effecten van de herwaardering. Het komt opnieuw het bestuursorgaan toe om deze beoordeling te maken. Voor financiële vaste activa, of dus de aandelen die binnen de financiële vaste activa zijn geboekt, kan algemeen gesteld worden dat de rentabiliteit kan berekend worden door het financiële resultaat dat wordt behaald met het betrokken actief (zijnde de financiële opbrengsten) te relateren aan de boekwaarde van het financieel vast actief. Het bekomen resultaat dient aanvaardbaar te blijven in vergelijking met het resultaat dat bekomen wordt zonder rekening te houden met de effecten van de herwaardering. Indien wordt overgegaan tot her-
waardering, dient het bestuursorgaan in de toelichting te verantwoorden waarom zij dit resultaat aanvaardbaar acht. In de regel zullen de financiële opbrengsten de effectieve uitgekeerde dividenden zijn. Bemerkt dient te worden dat de dividendenstroom een duurzaam karakter moet hebben om er rekening mee te kunnen houden. Andere bemerking is dat de reële waarde (al dan niet op de beurs) van een aandeel een indicatie voor herwaardering kan zijn, echter het is geen voldoende verantwoording. Financiële activa worden naar Belgisch boekhoudrecht niet geboekt aan reële waarde. Enkel als hun waarde bepaald in functie van hun nut voor de onderneming uitstijgt boven de boekwaarde is een herwaardering mogelijk. Ook hier geldt dus de rentabiliteitsvoorwaarde. Indien het actief beschouwd wordt als noodzakelijk voor de voortzetting van het bedrijf, dan dient een bijkomende rentabiliteitsvoorwaarde vervuld te worden naast de hierboven besproken actiefgebonden rentabiliteitsvoorwaarde. ‘Noodzakelijk’ wordt door de Commissie omschreven als : «zonder meer nodig of onder de gegeven omstandigheden onvermijdelijk voor de verdere continuïteit van de onderneming». Voorbeelden die de CBN geeft zijn de vrachtwagens voor een distributiebedrijf of belangrijke aandelenpakketten die houdstermaatschappijen aanhouden. Dergelijke noodzakelijke activa mogen slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rentabiliteit van de vennootschap of van het betrokken bedrijfsonderdeel. Theoretisch wordt, om de rentabiliteit te bepalen, het resultaat (als teller) uitgezet tegenover het geïnvesteerde vermogen nodig om het resultaat te behalen (als noemer). Herwaardering zorgt ervoor dat het vermogen (de noemer) verhoogt, of dus dat het rendement zal dalen. In vergelijking met haar eerder advies 2009/5 dat door het nieuwe advies wordt afgeschaft9, geeft de Commissie nu ook een aantal voorbeeldmethoden om het rendement te bepalen, bijvoorbeeld de nettorentabiliteit van het eigen vermogen (winst of verlies van het boekjaar/ eigen vermogen) of de brutorentabiliteit van het eigen vermogen (cashflow/eigen vermogen). Het bestuursorgaan moet oordelen of de rentabiliteit na mogelijke herwaardering al dan niet voldoende blijft. De Commissie bemerkt nog dat wanneer de onderneming onderscheiden bedrijven in econo-
9
4
Commissie voor Boekhoudkundige Normen, 2009, advies 2009/05 – De rentabiliteitsvoorwaarde bij herwaarderingsmeerwaarden.
P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012
mische zin uitoefent, de rentabiliteit binnen het betrokken bedrijfsonderdeel moet worden beoordeeld.
2. Boeking Meerwaarden worden rechtstreeks geboekt op de passiefpost ‘III. Herwaarderingsmeerwaarden’. De herwaardering beïnvloedt initieel niet de resultatenrekening, maar enkel de balans en heeft tot doel een getrouwer beeld te geven van het totale vermogen. De oorspronkelijke boeking van de herwaarderingsmeerwaarde heeft dus geen invloed op de resultatenrekening, het is immers geen gerealiseerde meerwaarde. Vandaar dat de geboekte meerwaarde als een onbeschikbaar gedeelte van het eigen vermogen wordt verwerkt. Voorbeeld : De vennootschap heeft een gebouw met aanschaffingswaarde 750 000,00 euro, gebruiksduur van 30 jaar, dat na 10 jaar een boekwaarde heeft van (750 000,00 – [750 000,00 x 3,33 % x 10] =) 500 000,00 euro, maar in aanmerking komt voor herwaardering met een waarde van 125 000,00 euro. Alle nodige voorwaarden zijn voldaan om de herwaardering tot uitdrukking te mogen brengen.
2218 Gebouwen : geboekte meerwaarden 121
125 000,00
Aan Herwaarderingsmeerwaarden op MVA
125 000,00
In wat volgt bouwen we verder op dit voorbeeld. De geherwaardeerde waarde moet verantwoord worden in de toelichting bij het jaar waarin de herwaardering voor het eerst werd toegepast. Nadien moet het bedrag van de meerwaarde per einde vorig boekjaar, de verandering ervan tijdens het boekjaar en het uiteindelijke bedrag op het einde van het boekjaar worden weergegeven.
3. Herwaardering vs. terugname afschrijvingen Veronderstel dat een afgeschreven vast actief onvoorzien langer kan worden aangewend en na de afschrijvingstermijn toch nog een economische waarde heeft of verwerft. De Commissie stelt dat er in dat geval geen verplichting is om de boek5
waarde van het actief tot deze nieuwe waarde aan te passen. Geen verplichting betekent dat er wel een mogelijkheid is om dat te doen. Doet men dit niet, dan moet dit bij niet-aanpassing duidelijk in de toelichting worden opgenomen. Kiest men om de waarde wel aan de werkelijke toestand aan te passen, dan kan dit via een terugname van (overtollige) afschrijvingen, of door een herwaardering zoals hierboven is beschreven, mits voldaan is aan de hierboven geschetste voorwaarden.
4. Afschrijven op geherwaardeerde activa Wanneer materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden geherwaardeerd, dan wordt op basis van de geherwaardeerde waarde afgeschreven overeenkomstig een afschrijvingsplan waarbij de toerekening van de geherwaardeerde waarde gespreid wordt over de vermoedelijke residuele gebruiksduur van de betrokken activa. Het nemen van de herwaarderingsbeslissing mag dan wel resultaatneutraal zijn, de herwaarderingsmeerwaarde wordt namelijk rechtstreeks toegerekend aan actief- en passiefbalansposten, voor afschrijfbare MVA is op termijn de impact op de resultatenrekening wel negatief, door de toegenomen afschrijvingen. Desgevallend kan het oorspronkelijke afschrijvingsplan worden aangepast om rekening te houden met de bijkomende afschrijvingsverplichting. De CBN adviseert verder nog dat conform artikel 57, § 3, 1° KB/W.Venn. een herwaarderingsmeerwaarde tot het beloop van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen mag worden overgeboekt naar een reserve teneinde een getrouwer beeld van de vermogenstoestand van de onderneming te bekomen. Voorbeeld : Het gebouw zoals hierboven geherwaardeerd heeft nog een waarschijnlijke gebruiksduur van 20 jaar. De looptijd wordt niet aangepast na herwaardering. Jaarlijks kunnen de volgende inventarisverrichtingen geboekt worden : (750 000,00 x 3,33 % =) 25 000,00 als afschrijving op de aanschaffingswaarde en (125 000,00 x 5 % =) 6 250,00 euro als afschrijving op de geboekte meerwaarde én als overboeking van de herwaarderingsmeerwaarde naar de beschikbare reserves.
P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012
6302 22109
22109
121 133
Afschrijvingen op MVA
31 250,00
Aan Gebouwen : geboekte afschrijvingen op AW
25 000,00
Aan Gebouwen : geboekte afschrijvingen op meerwaarde
6 250,00
Herwaarderingsmeerwaarden op MVA
6 250,00
Aan Beschikbare reserves
6 250,00
Herwaarderingsmeerwaarden mogen omgezet worden in kapitaal, echter de Commissie benadrukt dat hier zeer omzichtig te werk moet worden gegaan. Vooreerst wijst ze op het feit dat indien men het actief ooit zou realiseren, er op de gerealiseerde meerwaarde een belasting zal worden geheven. Vandaar dat ze aanbeveelt om de omzetting te beperken tot het bedrag dat overblijft na aftrek van de geraamde belasting die in geval van realisatie op de meerwaarde zou worden geheven. Voorbeeld : De eerder geboekte meerwaarde (t.w.v. 125 000,00 euro) wordt omgezet in kapitaal. We gaan ervan uit dat het tarief van de vennootschapsbelasting 33,99 % bedraagt. We boeken aldus (125 000,00 x 66,01 % =) 82 512,50 euro als kapitaal.
100
Herwaarderingsmeerwaarden 82 512,50 op MVA Aan Geplaatst kapitaal
Herwaarderingsmeerwaarden op MVA
133
Aan Beschikbare reserves
2 124,38 2 124,38
Bemerk dat de omzetting in kapitaal geen impact heeft op de eerdere boeking van de afschrijvingen.
5. Omzetting van herwaarderingsmeerwaarden in kapitaal
121
121
82 512,50
We gaven hierboven aan dat de CBN adviseert om een herwaarderingsmeerwaarde tot het beloop van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen bij de inventarisverrichtingen over te boeken naar een reserve. Na omzetting van de herwaarderingsmeerwaarde in het kapitaal kan dit nog slechts voor het niet in het kapitaal geïncorporeerde bedrag. Voorbeeld : Na omzetting in kapitaal zoals hierboven geïllustreerd, mag bij inventarisverrichtingen nog slechts (125 000,00 x 33,99 % x 5 % =) 2 124,38 euro worden overgeboekt van de herwaarderingsmeerwaarde naar de reserves.
6. Aanwending van herwaarderingsmeerwaarden ter aanzuivering van verliezen De Commissie stelt dat het voortaan uitgesloten is dat bedragen geboekt onder de post Herwaarderingsmeerwaarden direct of indirect zouden worden aangewend om geleden verliezen geheel of gedeeltelijk aan te zuiveren. Met deze bepaling neemt de CBN een nieuw standpunt in. In haar eerder advies 113/3, dat door het nieuwe advies wordt opgeheven, liet ze de deur nog op een kier door te stellen dat herwaarderingsmeerwaarden via een kapitaalvermindering op onrechtstreekse wijze zou kunnen worden aangewend om verliezen aan te zuiveren.10 Deze deur wordt door het nieuwe advies aldus duidelijk gesloten. Verliezen kunnen niet meer aangezuiverd worden via de herwaarderingsmeerwaarden.
7. Terugname van herwaarderingsmeerwaarden De onderneming dient jaarlijks op inventarisdatum na te gaan of de herwaarderingsmeerwaarde nog bestaat. Indien door het optreden van nieuwe feiten de voorheen uitgedrukte meerwaarde niet meer (volledig) bestaat, dan moet de nog niet afgeschreven, overtollige meerwaarde worden afgeboekt door een eenvoudig terugdraaien van de verrichting via een tegengestelde boeking. De correctie kan niet gebeuren door een uitzonderlijke afschrijving op de meerwaarde te boeken. Voorbeeld : Veronderstel geen eerdere omzetting van de herwaarderingsmeerwaarde in het kapitaal en dat 10 jaar na de herwaardering, met dus nog een resterende looptijd van 10 jaar, het gebouw, met boekwaarde 312 500,00 euro, nog slechts 212 500,00 euro waard is. De eerder geboekte herwaarderingsmeerwaarde moet deels teruggenomen worden.
10 Commissie voor Boekhoudkundige Normen, 1981, advies 113-3 Aanwending van herwaarderingsmeerwaarden, in : Bulletin CBN, nr. 8, april 1981, p. 14.
6
P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012
121 2218
Herwaarderingsmeerwaar- 100 000,00 den op MVA Aan Gebouwen : geboekte meerwaarden
100 000,00
Indien de (terug te nemen) herwaarderingsmeerwaarde wel reeds zou zijn omgezet in kapitaal, dan moet de terugname in principe via een kapitaalvermindering gebeuren. Uitzonderlijk kan dit wanneer de algemene vergadering niet akkoord gaat met de kapitaalvermindering, mits verantwoording in de toelichting, via de uitzonderlijke kosten. Voorbeeld : Veronderstel de eerdere herwaardering t.w.v. 125 000,00 euro en de gelijktijdige (gedeeltelijke) omzetting ervan in het kapitaal t.w.v. (125 000,00 x 66,01 % =) 82 512,50 euro. We stellen vast dat 10 jaar later het gebouw, met een resterende looptijd van 10 jaar en met boekwaarde 312 500,00 euro, nog slechts 212 500,00 euro waard is. In eerste instantie moet de nog niet in kapitaal omgezette meerwaarde worden teruggenomen. Dit betreft het saldo op de rekening 121. Gedurende de tussentijdse 10 jaar werd jaarlijks (125 000,00 x 33,99 % x 5 % =) 2 124,38 euro naar de reserves overgeboekt (zie hoger). Uiteindelijk heeft rekening 121 dus nog een saldo van ([125 000,00 x 33,99 %] – [125 000,00 x 33,99 % x 5 % x 10] =) 21 243,75 euro. Het verschil tussen dit saldo en de te maken correctie van 100 000,00 euro moet geboekt worden als een kapitaalvermindering. 121 2218
100 2218
Herwaarderingsmeerwaarden op MVA
Geplaatst kapitaal Aan Gebouwen : geboekte meerwaarden
Voorbeeld : Ons gebouw wordt na 25 jaar, dus 15 jaar na de herwaardering, dewelke niet in kapitaal werd omgezet, verkocht. Vooraleer de meer- of minderwaarde bij realisatie te bepalen moet het actief op boekwaarde geplaatst worden zonder herwaardering. Van de herwaarderingsmeerwaarde werd reeds (125 000,00 x 5 % x 15 =) 93 750,00 euro afgeschreven en na overboeking naar de beschikbare reserves staat nog (125 000,00 – 125 000,00 x 5 % x 15 =) 31 250,00 euro open op de rekening 121. Aldus dient volgende boeking te gebeuren : 121
Herwaarderingsmeerwaarden op MVA
22189 Gebouwen : geboekte afschrijvingen op meerwaarde 2218
21 243,75
78 756,25
31 250,00 93 750,00
Aan Gebouwen : geboekte meerwaarden
125 000,00
Wanneer het afgeschreven deel van de herwaarderingsmeerwaarde nog niet is overgeboekt naar de beschikbare reserves, dient dit bij de realisatie alsnog te gebeuren en boekt men volgende in plaats van vorige boeking : 121
Herwaarderingsmeerwaar- 125 000,00 den op MVA
22189 Gebouwen : geboekte afschrijvingen op meerwaarde
21 243,75
Aan Gebouwen : geboekte meerwaarden
fingswaarde van het betrokken actief, in voorkomend geval na rekening te hebben gehouden met de geboekte afschrijvingen op de aanschaffingswaarde.
2218
Aan Gebouwen : geboekte meerwaarden
133
Aan Beschikbare reserves
93 750,00
125 000,00
93 750,00
78 756,25
8. Realisatie van geherwaardeerde activa Bij de realisatie van de geherwaardeerde activa, dienen alle rekeningen met betrekking tot de voorheen uitgedrukte, niet-gerealiseerde meerwaarde tegengeboekt te worden, waardoor het actief aan zijn oorspronkelijke boekwaarde gewaardeerd in de balans voorkomt. Het bij de realisatie bekomen resultaat wordt vervolgens bepaald in functie van de aanschaf7
Zo de meerwaarde (gedeeltelijk) omgezet zou zijn in kapitaal dan kan bij de realisering de meerwaarde niet worden afgeboekt van de post Herwaarderingsmeerwaarden. Het ‘tekort‘ dient in principe als een kapitaalvermindering geboekt te worden. In uitzonderlijke gevallen, mag een uitzonderlijke kost geboekt te worden Voorbeeld : Veronderstel de eerdere herwaardering t.w.v. 125 000,00 euro en de gelijktijdige (gedeeltelijke) omzetting ervan in het kapitaal t.w.v. (125 000,00 P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012
x 66,01 % =) 82 512,50 euro. Ons gebouw wordt na 25 jaar, dus 15 jaar na de herwaardering, verkocht. Vooraleer de meer- of minderwaarde bij realisatie te bepalen moet het actief op boekwaarde geplaatst worden zonder herwaardering. Er werd reeds (125 000,00 x 5 % x 15=) 93 750,00 euro afgeschreven en na overboeking naar de beschikbare reserves staat nog ([125 000,00 x 33,99 %] – [125 000,00 x 33,99 % x 5 % x 15] =) 10 621,88 euro open op de rekening 121. Het tekort bedraagt dus (125 000,00 – 10 621,88 – 93 750,00 =) 20 628,12 euro en moet als volgt geboekt worden : 121
Herwaarderingsmeerwaarden op MVA
10 621,88
22189 Gebouwen : geboekte afschrijvingen op meerwaarde
93 750,00
100
20 628,12
2218
Geplaatst kapitaal Aan Gebouwen : geboekte meerwaarden
125 000,00
Terugneming van waardeverminderingen Het schema van de resultatenrekening bevat onder de uitzonderlijke opbrengsten afzonderlijke posten met betrekking tot de terugneming van afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële en materiële activa enerzijds, en de terugneming van waardeverminderingen op financiële activa anderzijds. In overeenstemming met artikel 96 KB/W.Venn. moeten onder de post ‘VII.A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa’ worden opgenomen de terugnemingen van waardeverminderingen die tijdens een vorig boekjaar
werden geboekt op immateriële en materiële vaste activa en die te hoog zijn gebleken. Artikel 100 KB/W.Venn. vormt een uitzondering op het algemeen beginsel dat wil dat terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen bij de uitzonderlijke resultaten worden geboekt. Krachtens artikel 100 KB/W.Venn. mogen de terugneming van waardeverminderingen geboekt op immateriële vaste activa en op materiële vaste activa zonder beperkte gebruiksduur (bijvoorbeeld terreinen, kunstwerken, …) rechtstreeks onder de post Herwaarderingsmeerwaarden worden geboekt en gehandhaafd blijven tot op het ogenblik waarop de betrokken goederen gerealiseerd worden. De terugname van een waardevermindering op immateriële en materiële vaste activa met onbeperkte gebruiksduur kan dus beschouwd worden als een herwaarderingsmeerwaarde. Deze terugneming van een waardevermindering moet dus niet noodzakelijk in opbrengst worden geboekt, waardoor de terugname dus ook niet belastbaar is. De belasting kan aldus uitgesteld worden tot op het ogenblik dat actief wordt gerealiseerd en we aldus met een daadwerkelijke gerealiseerde meerwaarde worden geconfronteerd. Opgemerkt dient ten slotte te worden dat artikel 100 KB/W.Venn. een keuzemogelijkheid biedt aan de ondernemingen, met de bedoeling de fiscale neutraliteit te waarborgen, doch het staat de ondernemingen vrij hiervan geen gebruik te maken.
dr. Stijn GOEMINNE Hogeschool Gent, Faculteit Handelswetenschappen & Bestuurskunde
Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : Jean-Marie CONTER, B.I.B.F. – Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/626 03 80, Fax. 02/626 03 90 e-mail :
[email protected], URL : http: //www.bibf.be. Redactie : Jean-Marie CONTER, Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Xavier SCHRAEPEN, Chantal DEMOOR. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. Gerealiseerd in samenwerking met kluwer – www.kluwer.be
8
P a c i ol i N r . 332 B I B F - I P C F / 9- 22 j a n u a r i 2012