CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering
RSG Hoeksche Waard afdeling vmbo vmbo basisberoepsgerichte leerweg vmbo kaderberoepsgerichte leerweg vmbo gemengd/theoretische leerweg
Plaats: Oud - Beijerland BRIN-nummer:15XV Onderzoek uitgevoerd op: 31 mei 2011 Conceptrapport verzonden op: 10 juni 2011 Rapport vastgesteld te Breda op: Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 31 mei 2011 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd op RSG Hoeksche Waard afdeling vmbo- b/k en –g/t, om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 10 november 2008 zijn tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten en in het primaire proces van alle vmbo-leerwegen. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voerde de inspectie op 14 september 2010 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uit om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen waren opgeheven. Hierbij werden alle normindicatoren van de aspecten leerstofaanbod, schoolklimaat, didactisch handelen, zorg en begeleiding als voldoende beoordeeld. Omdat de opbrengsten nog onvoldoende waren, werd het geïntensiveerd toezicht voortgezet. Het traject van geïntensiveerd toezicht wordt met dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering afgesloten omdat de opbrengsten van de kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengd/theoretische leerweg weer voldoende zijn. In dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering worden de opbrengsten van de basisberoepsgerichte leerweg nader geanalyseerd en besproken. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan een aantal vooraf bepaalde wettelijke voorschriften voldoet. Onderzoeksopzet Bij het onderzoek van 14 september 2010 werden alle kernindicatoren als voldoende beoordeeld. De inspectie heeft zich bij dit onderzoek beperkt tot verificatie van de normindicatoren en een hernieuwde beoordeling van de indicatoren van het aspect kwaliteitszorg. Daarnaast zijn de opbrengsten van alle vmbo-leerwegen nader geanalyseerd en besproken. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. Analyse van de doorstroom- ,school- en eindexamencijfers. Schoolbezoek, waarbij de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren een gesprek heeft gevoerd met het management. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en het bevoegd gezag.
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 alsmede van aanvullende normeringen die opgenomen zijn in de opbrengstenkaarten 2008, 2009 en 2010. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
BEVINDINGEN RSG Hoeksche Waard afdeling vmbo basisberoepsgericht, kaderberoepsgericht, gemengde- en theoretische leerweg. 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten.
Resultaten 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
1.8
1.9
1.10
* De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-b. * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-k. * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-g/t. * De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. * De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. * De leerlingen van de opleiding vmbo-g/t behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. * Bij de opleiding vmbo-b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. * Bij de opleiding vmbo-k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. * Bij de opleiding vmbo-g/t zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
2
3
4
• • • • • • • • • •
5
Leerstofaanbod 1 2.1 2.2 2.3
2
* De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s. * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
3
4
• • •
Schoolklimaat 1 4.4
4.7 4.9
2
* De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen.
3
4
• • ●
Didactisch handelen 5.1
* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
5.2
* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
5.3
* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
1
2
3
4
1
2
3
4
• • •
Begeleiding 7.1
* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
•
Zorg 8.2
1
2
3
4
1
2
3
4
* De school voert de zorg planmatig uit.
•
Kwaliteitszorg 9.1 9.2
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
9.6
De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van
•
•
• • • •
Kwaliteitszorg andere toetsinstrumenten. 9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.
• •
Wet- en regelgeving nee N1
N2
N3
N4
N5
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 10h). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31). De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).
ja
• • • • •
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo, alle leerwegen, als voldoende. Hiermee wijkt de inspectie voor de basisberoepsgerichte leerweg af van de geldende beslisregels. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen. De opbrengsten van de afdelingen kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengd/theoretische leerweg zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaar, voldoende. Dit geldt niet voor de basisberoepsgerichte leerweg. In deze afdeling is het rendement bovenbouw gemiddeld over drie jaren onvoldoende, zij het dat dit rendement op de opbrengstenkaart 2011 weer voldoende is. Daarnaast is het rendement onderbouw van de afdelingen vmbo-b en -k op de locatie Koninginneweg (gezamenlijk) onvoldoende, zij het dat ook dit rendement op de opbrengstenkaart 2011 voldoende is. Nadere analyse wijst uit dat in de afgelopen jaren de opstroom van vmbo-b naar vmbo-k met resp. 32% (2008), 20% (2009) en 25% (2010) groter was dan de afstroom vanuit vmbo-k naar vmbo-b. Om deze reden wordt het rendement onderbouw voor de basisberoepsgerichte leerweg niet als onvoldoende aangemerkt. Het onderwijsproces is naar het oordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit. De school werkt in haar kwaliteitszorg voldoende systematisch en planmatig. De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na. Toelichting
Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Opbrengsten Bij het kwaliteitsonderzoek van 14 september 2010 beoordeelde de inspectie de opbrengsten van alle vmbo-leerwegen als onvoldoende. Deze zijn nu voor de afdeling vmbo-k en vmbo-g/t voldoende! Het rendement onderbouw is – gemeten over drie jaren – stijgend maar gemiddeld nog wel onvoldoende. Nadere analyse wijst uit dat het onvoldoende rendement onderbouw niet wordt veroorzaakt door tekortschietende doorstroom vanuit vmbo-b. Het rendement bovenbouw van zowel de kaderberoepsgerichte als de gemengd/theoretische leerweg is nu – in tegenstelling tot voorgaande jaren- voldoende. Voor de basisberoepsgerichte leerweg is dit – gemeten over drie jaren – nog onvoldoende, zij het dat dit op de opbrengstenkaart 2011 ook voldoende is. De gemiddelde cijfers die bij het centraal examen worden behaald, zijn op deze school al vele jaren achtereen voldoende. Tussen de cijfers van het centraal examen en de schoolexamencijfers was er in de afgelopen jaren nauwelijks verschil. Onderwijsproces Bij het onderzoek van 14 september 2010 werden alle indicatoren van de aspecten leerstofaanbod, schoolklimaat, didactisch handelen, zorg en begeleiding als voldoende beoordeeld. Uit de evaluatiedocumenten en de gesprekken die de inspectie voerde met de schoolleiding is gebleken dat deze oordelen ook in de huidige situatie nog van kracht zijn. Kwaliteitszorg Bij het onderzoek van 14 september 2010 werd vastgesteld dat de zorg voor kwaliteit op deze school een flinke verbeterslag had doorgemaakt. De grootste vooruitgang is geboekt in het planmatig handelen. De verbeteracties zijn goed in de gehele beleidscyclus ingebed. Alle afspraken zijn gericht op duidelijk vastgelegde doelen en tijdpaden. Goede voorbeelden zijn het ingevoerde toets- en taalbeleid en het gehele traject rondom de leerlingenbesprekingen. Tekortkomingen bestonden nog op het gebied van evaluatie en borging en de verantwoording van de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Ook was de visie op actief burgerschap en sociale integratie niet vastgelegd. Bij dit onderzoek stelt de inspectie vast dat de school de evaluatiesystematiek goed heeft geïmplementeerd. Daarnaast is de verantwoording van de gerealiseerde onderwijskwaliteit na het vorige onderzoek direct op de website van de school geplaatst. Inmiddels is ook het integraal personeelbeleid – waaronder de cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken – volledig ingevoerd. De school heeft de PDCA-cyclus (Plan-DoCheck-Act) in tijd nog niet volledig (kunnen) doorlopen, waardoor nu nog niet kan worden geconcludeerd dat er sprake is van borging van het onderwijsleerproces. Het doorlopen van de cyclus heeft tijd nodig. Naar verwachting van zowel de directie als de inspectie kan er -mits het beleid wordt voortgezet- over één jaar mogelijk wel worden gesproken over voldoende borging. Het schoolbeleid met betrekking tot actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving zal worden vastgelegd in het nieuwe schoolplan. Wet- en regelgeving De inspectie stelt vast dat de school voldoet aan de wettelijke vereisten voor wat betreft de schoolgids, het schoolplan, het zorgplan, het examenreglement, de PTA’s en de geplande onderwijstijd.
3.TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs vertoont geen tekortkomingen in de opbrengsten, het onderwijsproces en de kwaliteitszorg en is daarom als voldoende beoordeeld. Om deze reden kent de inspectie van het Onderwijs aan RSG Hoeksche Waard vmbo basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengd/theoretische leerweg een basisarrangement toe.