ComputerWijs Op weg naar pc en internet DOCENTENHANDLEIDING
Hannie van Osnabrugge Isabelle Klompenhouwer
Deze docentenhandleiding hoort bij ComputerWijs van Hannie van Osnabrugge en Isabelle Klompenhouwer © 2006 Van Osnabrugge ComputerEducatie . Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Van Osnabrugge ComputerEducatie Docentenhandleiding
Pagina 2
ComputerWijs
Postbus 427 2100 AK Heemstede
[email protected] www.v-osnabrugge.nl
Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.
Docentenhandleiding
Pagina 3
ComputerWijs
Inhoud
ALGEMENE INFORMATIE 5 HANDLEIDING PER LES 8 LES 1 DE MUIS 8 LES 2 HET TOETSENBORD 10 LES 3 SCHRIJVEN 12 LES 4 TEKENEN 14 LES 5 INTERNET 16 LES 6 E-MAIL 18
Docentenhandleiding
Pagina 4
ComputerWijs
Docentenhandleiding
Pagina 5
ComputerWijs
Algemene informatie
ComputerWijs Dit boek is een vervolg op Dubbelklik. Dubbelklik verscheen in maart 2004. Na de eerste cursussen bleek al snel dat de Dubbelklik-cursisten méér willen leren. Tijdens het werken met Dubbelklik wordt de cursist - geheel “beschermd” - door de lessen geleid. Het kan eigenlijk niet fout gaan. Dat is uitstekend voor een eerste kennismaking maar daarna is het tijd voor het echte werk. Vandaar dit boek, een vervolg op Dubbelklik, in zes lessen.
Voor wie is ComputerWijs bedoeld? In principe is het boek bedoeld voor gebruik in een vervolgcursus na Dubbelklik De doelgroepen zijn dan ook hetzelfde als de Dubbelklik-doelgroep (uitgezonderd die groepen die na Dubbelklik niet verder willen of kunnen leren). Die groepen zijn: · laagopgeleide allochtone volwassenen die het Nederlands enigszins beheersen. · laagopgeleide (oudere) autochtone volwassenen zonder computerervaring · mensen met een verstandelijke handicap · (semi-)analfabeten (laaggeletterden). Het boek kan echter ook op andere manieren worden ingezet, bijvoorbeeld in een beginnerscursus, zonder dat de deelnemers een cursus Dubbelklik hebben gevolgd. Te denken valt aan autochtone en allochtone volwassenen met de volgende kenmerken: · enige ervaring met de computer (vaak een pc thuis) · schoolervaring: tot maximaal enkele jaren vervolgonderwijs · voldoende taalvaardigheid om de opdrachten in het boek (met begeleiding) door te werken · weinig studievaardigheid · leeftijd: voornamelijk 55-plus · men kan al redelijk zelfstandig werken.
Zelfstandig gebruik Het boek is zo gemaakt dat er ook zelfstandig – thuis – mee kan worden gewerkt, als men het Nederlands voldoende beheerst. ComputerWijs kan ook worden gebruikt in het Openleercentrum/Studiecentrum van een ROC, bij de open inloop van digitale trapveldjes of in het internetcafé van woonzorgcentra.
Niveaubepaling Een boek betekent lezen. Gebruikers zullen dus wel enigszins Nederlands moeten kunnen lezen. Er is echter alles aan gedaan om het taalgebruik eenvoudig te houden. Het vereiste taalniveau is: Nederlands als tweede taal: minimaal niveau 1B/ op weg naar niveau 2, lezen en schrijven niveau 2). Het boek sluit aan bij de eindtermen Digitale vaardigheden (beschreven onder onderwijseenheid 1-3, 1-4, 2-2, 2-5, 2-6, 2-7, zie: www.blokkendoos.slo.nl/samenhang/dvsamenhang.php).
Docentenhandleiding
Pagina 6
ComputerWijs
Doel van het boek Het boek is vooral een oefenboek. Al het in Dubbelklik geleerde komt in ComputerWijs terug. De gebruikers moeten het nu doen zonder auditieve instructie en zonder feedback. Eén keer nieuwe leerstof aanbieden is niet genoeg. Het geleerde wordt een aantal keren geoefend met steeds andere opdrachten.
Didactische principes Dit boek is gemaakt op basis van dezelfde didactische principes als Dubbelklik. Belangrijke kenmerken: · opbouw van elke les: Over deze les (korte introductie), Werkbladen met opdrachten, Oefenen, Vragen, Onthouden · scheiding van uitleg en opdracht · uitleg is altijd kort in zeer eenvoudig taal · oefenen en nog eens oefenen, dezelfde leerstof herhalen met andere opdrachten · veel afbeeldingen, die geven de noodzakelijke feedback · in de inleiding wordt getoond hoe je met het boek moet werken en wat de symbolen betekenen.
Inhoud van ComputerWijs De onderwerpen zijn hetzelfde als in Dubbelklik. Wel wordt er meer leerstof per onderwerp aangeboden. Verder is het vooral herhaling en oefening. Een overzicht van de inhoud: Les 1
De muis
Les 2
Het toetsenbord
Les 3
Tekstverwerken
Les 4
Tekenen
Les 5
Internet
Les 6
E-mail
Met Rekenmachine oefenen, rekenen door te klikken op de toetsen. Met WordPad oefenen, typen en gebruik van de belangrijkste toetsen Met Wordpad teksten maken, afdrukken, opslaan, openen, corrigeren Met Paint tekeningen maken, opslaan, afdrukken, openen, oefenen met de werkset van Paint. Met Internet Explorer websites bezoeken en oefenen met zoeken via Google en Startpagina Met Outlook Express een mail sturen en ontvangen, een bijlage maken, verzenden en openen
Opbouw Elk les heeft dezelfde opbouw. Over deze les
Korte introductie op de les
Werkbladen
De leerstof in stap-voor-stap opdrachten (met korte uitleg vooraf), aangevuld met schermafdrukken. Zelfstandig oefenen van het geleerde aan de hand van opdrachten
Oefenen
Docentenhandleiding
Pagina 7
ComputerWijs
Vragen
(maar zonder stap-voor-stap instructie) Multiple Choice vragen ter toetsing
Onthouden
Overzicht van de nieuwe woorden uit de les
Technische eisen Voor het werken met dit boek hoeven geen extra programma’s geïnstalleerd te worden. Een computer met Windows XP is voldoende. Standaardprogramma’s zoals, Rekenmachine, WordPad, Paint, Internet Explorer en Outlook Express moeten uiteraard wel toegankelijk zijn. Bij de opdrachten is uitgegaan van de standaardinstellingen. Met Windows 98 is het boek wel te gebruiken, alleen kloppen de afbeeldingen dan niet altijd.
Algemene tips ·
· · ·
·
Voor elke cursist is één computer nodig. Wanneer cursisten toch samen aan één computer moeten werken, let dan op de samenstelling van de koppels. Het werkt het beste om mensen met een gelijk niveau samen te laten werken. Let er op dat cursisten die samen werken aan de computer ook regelmatig wisselen. Werk de werkbladen van elke les zelf van tevoren door om verrassingen te voorkomen. Dit geldt des te meer als u werkt met andere versies van Windows. Handen op de rug! Laat cursisten zelf experimenteren en fouten maken. Geef ze het vertrouwen dat er niets kapot kan gaan. Grijp dus niet te snel in als een cursist worstelt met de muis. Als cursisten thuis geen pc hebben, bespreek dan waar ze toch met de computer kunnen oefenen. Benadruk het belang van oefenen, één keer in de week is niet genoeg!
Deskundigheid van de docent De cursus kan gegeven worden door docenten die enige ervaring hebben in het geven van computercursussen. Kennis van Windows XP en ervaring met internet is een vereiste. In deze docentenhandleiding wordt het verloop van elke les beschreven met veel didactische en organisatorische tips. Het is niet de bedoeling om ervaren docenten de les voor te schrijven, maak vooral gebruik van uw eigen creativiteit en vat de gegeven suggesties op als één van de vele mogelijkheden om de cursus te geven.
Vrijwilligers Tegenwoordig worden veel cursussen ook door vrijwilligers gegeven. RBO-Educatief organiseert op verzoek docententrainingen voor vrijwilligers. Voor meer informatie: Isabelle Klompenhouwer (
[email protected]) Hannie van Osnabrugge (
[email protected]) Ignace Verberk (
[email protected]) RBO Educatief Kruisstraat 70 2011 LG Haarlem T 023 5124080 Docentenhandleiding
Pagina 8
ComputerWijs
www.rbo.nl
Docentenhandleiding
Pagina 9
ComputerWijs
Handleiding per les
Les 1 De muis
Doel van de les · · · ·
Cursisten Cursisten Cursisten Cursisten
kunnen kunnen kunnen kunnen
de computer zelfstandig aan- en uitzetten aanwijzen, klikken en slepen met de muis het programma Rekenmachine starten en afsluiten met Rekenmachine rekenen
Werkwijze in de les Start In een kennismakingsronde kunt u vragen naar de reden om deze cursus te volgen. Vraag of (en ook wanneer) men de Dubbelklik-cursus heeft gevolgd. Informeer of men thuis een pc heeft. Vertel iets over de cursus, de inhoud en de manier van werken. Maak afspraken over op tijd komen, afzeggen bij verhindering en regels die in het lokaal gelden.
Introductie Herhaal (indien nodig) met de cursisten de woorden van de verschillende onderdelen van de computer (computer, beeldscherm, toetsenbord, muis, koptelefoon en printer). Laat de muis zien en vraag wie (nog) weet wat je met de muis doet (aanwijzen, klikken, dubbelklikken en slepen). Schrijf deze woorden op het bord. Deel de boeken uit en leg uit wat de symbolen van de verschillende onderdelen betekenen. Vertel dat er in deze les gerekend wordt met de computer. Laat een rekenmachine zien en vraag wat de toetsen betekenen. Teken de toetsen op het bord (+ - * / = C). Leg uit dat * betekent vermenigvuldigen en / delen. Laat één van de cursisten op de rekenmachine een som maken, bijvoorbeeld het uitrekenen van de leeftijd van iemand die in 1949 is geboren. Geef aan dat rekenen met de computer gaat door met de muis op de toetsen te klikken.
Praktijk Ga met de cursisten bij één computer staan en laat een cursist de computer aanzetten. Laat de cursisten daarna allemaal bij een pc gaan zitten, de pc aanzetten en beginnen met de eerste les. In de werkbladen staat stap-voor-stap beschreven wat ze moeten doen. Leg uit hoe het boek werkt: laat één van de cursisten “Over Docentenhandleiding
Pagina 10
ComputerWijs
deze les” voorlezen. Wijs op de symbolen, lampje: uitleg van de opdracht, muis: doen, stap voor stap.
Nabespreking Na afloop kunnen ervaringen worden uitgewisseld, hoe ging het? Wat was moeilijk? Vond men het leuk? Informeer of het gelukt is om de les helemaal door te nemen. Schrijf van elke cursist op hoe ver hij/zij is gekomen.
Huiswerk · ·
·
Vraag de cursisten die de les niet af hebben, of zij het thuis verder willen gaan. Laat ze op een blaadje schrijven welke problemen ze daarbij tegenkomen. Vraag of ze thuis naar hun computer willen kijken, aanzetten en opletten of de computer start met Windows 98, 2000 of XP. Laat ze opschrijven welke pictogrammen (plaatjes, hulpmiddelen) er op het bureaublad liggen. Laat de cursisten thuis de vragen van les 1 bekijken en zo mogelijk de antwoorden bedenken.
Materiaal voor de les · · · ·
Cursusboeken voor alle cursisten Een A4-tje met de antwoorden in het onderdeel Oefenen. Een rekenmachine Een paar losse muizen
Aandachtspunten voor de docent · ·
·
· · ·
Controleer of Rekenmachine gestart kan worden vanuit Bureau-accessoires. Zorg voor een rekenmachine en demonstreer hoe een rekenmachine werkt, laat een paar cursisten dit uitproberen. De toetsen / (delen) en * (vermenigvuldigen) komen op een gewone rekenmachine meestal niet voor. Werkt u met een groep cursisten die de Dubbelklik-cursus niet gevolgd hebben? Wijs dan eerst de verschillende onderdelen van de computer aan, laat zien waar de aan/uit knop zit. Geef dan iedereen een muis en laat zien hoe je de muis moet vasthouden, hoe je de muis beweegt over het tafelblad en hoe je klikt. In deze les starten de deelnemers zelf de computers. Laat één cursist het eerst een keer doen terwijl de anderen toekijken. Maak vooraf extra rekenopdrachten voor snelle cursisten. Laat cursisten die moeite hebben met de muis oefenen met speciale muisprogramma’s. U kunt deze programma’s downloaden van de website www.coutinho.nl/dubbelklik/docent
Docentenhandleiding
Pagina 11
ComputerWijs
Les 2 Het toetsenbord
Doel van de les · · · · ·
De cursisten kunnen het programma WordPad zelfstandig starten en afsluiten De cursisten kunnen in WordPad letters en cijfers typen De cursisten kunnen met Shift en CapsLock hoofdletters maken. De cursisten weten wanneer ze Enter, Backspace, spatiebalk en pijltjestoetsen moeten gebruiken De cursisten kunnen ook de toetsen . , ? ! @ gebruiken
Werkwijze in de les Start · ·
· · ·
Vraag of men thuis nog heeft geoefend. Is iedereen nu klaar met les 1? Vraag naar het huiswerk, wie heeft het gedaan? (aanzetten van de pc, controleren waar de computer mee start, opschrijven welke pictogrammen er op het bureaublad liggen) Zijn er nog vragen naar aanleiding van de vorige keer? Bespreek met de cursisten de vragen van les 1. Ga ook in op de woorden (bij Onthouden), ga na of men de woorden nu beheerst.
Introductie In deze les gaan de cursisten oefenen met typen en het gebruik van de verschillende toetsen op het toetsenbord. Laat een toetsenbord zien, wijs de letters en de cijfers aan. Herhaal (indien nodig) de verschillende toetsen zoals men die (waarschijnlijk) in Dubbelklik heeft geleerd (Enter, spatiebalk, Backspace, Shift en pijltjestoetsen) Wijs ook op de nieuwe toetsen zoals: CapsLock, punt, komma, vraagteken, uitroepteken en apenstaartje. Demonstreer hoe je typt, met twee handen (of in ieder geval twee vingers, duimen voor de spatiebalk). Vertel dat ze gaan werken met het programma WordPad en laat op één pc zien hoe WordPad gestart kan worden.
Praktijk De cursisten zetten de computer aan, starten het programma WordPad en gaan zelfstandig werken aan les 2.
Nabespreking Docentenhandleiding
Pagina 12
ComputerWijs
Na afloop kunnen ervaringen worden uitgewisseld, hoe ging het? Wat was moeilijk? Vond men het leuk? Informeer of het gelukt is om de les helemaal door te nemen.
Huiswerk · ·
Vraag de cursisten die de les niet helemaal af hebben, of zij thuis verder willen gaan. Laat ze op een blaadje schrijven welke problemen ze daarbij tegenkomen. Laat de cursisten thuis de vragen van les 2 maken en oefenen met de woorden uit de les.
Materiaal voor deze les ·
een los toetsenbord
Aandachtspunten voor de docent ·
· · · ·
Controleer of WordPad gestart kan worden vanuit Bureau-accessoires. Deelnemers die nooit eerder met een toetsenbord gewerkt hebben, kunnen eventueel ook beginnen met het programma Toets en Bord (te downloaden op de website van Dubbelklik - voor docenten). Een schermafdruk van het toetsenbord en uitleg van de belangrijkste toetsen is te downloaden op website van Dubbelklik (www.coutinho.nl/dubbelklik/docent) Gebruik eventueel (minimaal A3 formaat) schermafdrukken van het WordPad-venster tijdens de uitleg. In deze les worden de gemaakte opdrachten niet geprint. U kunt de opdrachten zelf printen en uitdelen, bijvoorbeeld tijdens de pauze of na afloop van een les U kunt voorbeeldbladen maken van de teksten uit de opdrachten en oefeningen en deze uitdelen. De deelnemers kunnen deze voorbeelden gebruiken ter controle.
Docentenhandleiding
Pagina 13
ComputerWijs
Les 3 Schrijven Doel van de les · · ·
De cursisten weten het verschil tussen schrijven met een pen en schrijven met de computer De cursisten kunnen zelfstandig het programma WordPad starten en afsluiten De cursisten beheersen de basisvaardigheden van het programma WordPad (tekst invoeren, verbeteren, opslaan, afdrukken, openen).
Werkwijze in de les Start Ga na welke vragen er zijn naar aanleiding van de vorige les, informeer of men thuis heeft geoefend, is iedereen nu door de les heen? Bespreek met elkaar de vragen en de antwoorden uit les 2. Ga ook na of men de woorden uit Onthouden nu beheerst.
Introductie Vertel dat er deze les weer met WordPad wordt gewerkt, maar dat het nu niet alleen gaat om typen maar ook om tekstverwerken, dwz corrigeren, opslaan, openen, afdrukken etc. Ga met de cursisten na wat het verschil is tussen schrijven met een pen en schrijven met de computer (verbeteringen, bewaren zodat je er later verder aan kan werken, opmaken). Ga in op wat opslaan betekent, normaal bewaar je een brief in een mapje of in een la. Een elektronische brief bewaar je op de computer of op een diskette, dat is een document. Vraag of de cursisten nog weten hoe je WordPad moet starten
Praktijk De cursisten zetten de computer aan, starten het programma WordPad en gaan zelfstandig werken aan les 3.
Nabespreking Na afloop kunnen ervaringen worden uitgewisseld, hoe ging het? Wat was moeilijk? Vond men het leuk? Informeer of het gelukt is om de les helemaal door te nemen.
Huiswerk · ·
Vraag de cursisten die de les niet helemaal af hebben, of zij thuis verder willen gaan. Laat ze op een blaadje schrijven welke problemen ze daarbij tegenkomen. Laat de cursisten thuis de vragen van les 3 maken en oefenen met de woorden (bij Onthouden) uit de les.
Docentenhandleiding
Pagina 14
ComputerWijs
Materiaal voor deze les Voorbeeld van een handgeschreven brief (uit opdracht 10 van les 3) en daarnaast dezelfde brief, maar dan gemaakt met de computer. Een toetsenbord om te demonstreren hoe je de handen moet houden bij het typen.
Aandachtspunten voor de docent · · · · · · · · ·
Gebruik eventueel schermafdrukken van het WordPad-venster en van het venster van Opslaan. Controleer of er met elke computer vanuit WordPad kan worden geprint. U kunt voorbeeldbladen maken van de teksten uit de opdrachten en oefeningen en deze uitdelen. De deelnemers kunnen deze voorbeelden gebruiken voor controle. Controleer of documenten standaard in de map Mijn documenten worden opgeslagen. Controleer ook of deze documenten in de map blijven staan of dat het systeem bij opnieuw opstarten alle wijzigingen wist. Adviseer de deelnemers bij het opslaan hun naam of initialen achter de bestandsnaam te zetten. De documenten zijn dan gemakkelijker terug te vinden. U kunt de bestanden natuurlijk ook laten opslaan op een diskette of ander opslagmedium. Bij opdracht 10 kunnen de deelnemers hun eigen naam in de brief vermelden. Laat aan snelle cursisten zien wat opmaak is, bijvoorbeeld hoe je lettertype, lettergrootte en letterkleur kunt veranderen.
Docentenhandleiding
Pagina 15
ComputerWijs
Les 4 Tekenen
Doel van de les · · · ·
De cursisten kunnen De cursisten kunnen tekening maken De cursisten kunnen De cursisten kunnen
zelfstandig Paint starten en afsluiten. met de verschillende tekengereedschappen van Paint een een nieuw (leeg) tekenblad openen hun tekening opslaan, openen en afdrukken
Werkwijze in de les Start Bespreek met de cursisten het huiswerk. Vraag of ze deze week nog iets hebben kunnen doen, Misschien zijn er nog vragen. Kijk samen naar de vragen van les 3 en bespreek de antwoorden.
Introductie In deze les wordt getekend met de computer. De cursisten die een Dubbelklik cursus hebben gevolgd, hebben hier kunt u inventariseren wat men nog weet van het programma Paint en de verschillende tekengereedschappen. Als u voor af zelf de les heeft doorgewerkt, laat dan zien welke tekeningen de cursisten in deze les gaan maken. Herhaal nog eens het proces van opslaan of bewaren, zoals ze dat in de vorige les hebben gedaan met WordPad. De tekening worden opgeslagen in de map Mijn afbeeldingen (in de map Mijn documenten).
Praktijk De cursisten zetten de computer aan, starten het programma Paint en werken les 4 zelfstandig door. U geeft hulp indien dat nodig is.
Nabespreking Na afloop kunnen ervaringen worden uitgewisseld, hoe ging het? Wat was moeilijk? Vond men het leuk? Informeer of het gelukt is om de les helemaal door te nemen. Schrijf van elke cursist bij hoe ver hij/zij is gekomen. Stimuleer dat de cursisten hun tekeningen aan elkaar laten zien.
Huiswerk · ·
Vraag de cursisten die de les niet helemaal af hebben, of zij thuis verder willen gaan. Laat ze opschrijven welke problemen ze daarbij tegenkomen. Laat de cursisten thuis de vragen van les 4 maken en oefenen met de woorden (bij Onthouden) uit de les.
Docentenhandleiding
Pagina 16
ComputerWijs
·
Vraag –ter voorbereiding van les 5- of men een www-adres wil meenemen.
Materiaal voor deze les · ·
Het programma Paint vanuit de Bureau-accessoires van Windows. Voorbeeld tekeningen om tijdens de introductie te laten zien.
Aandachtspunten voor de docent · · · ·
·
Controleer of Paint gestart kan worden vanuit de Bureau-accessoires. Zorg dat Paint start met de werkset links in het venster en de kleurenset onderaan. Controleer of er vanaf elke computer kan worden geprint. De tekeningen zijn te groot om op een diskette te bewaren. De cursisten kunnen de tekeningen dus niet mee naar huis nemen. Veel instellingen werken met een systeem waarbij wijzigingen op de harde schijf niet worden bewaard. U kunt de tekeningen eventueel op een USB-stick bewaren zodat de cursisten ze in les 6 weer kunnen gebruiken. Controleer of de tekeningen standaard worden bewaard in de map Mijn Afbeeldingen (dit is een map in de map Mijn documenten).
Docentenhandleiding
Pagina 17
ComputerWijs
Les 5 Internet
Doel van de les · ·
· ·
De cursisten kunnen Internet Explorer zelfstandig starten en afsluiten. De cursisten beheersen de basisvaardigheden van het surfen: een www-adres invoeren, klikken op een link, een formulier invullen en verzenden, de knop Vorige gebruiken. De cursisten kunnen met Google gericht informatie zoeken De cursisten kunnen www.startpagina.nl gebruiken.
Werkwijze in de les Start Bespreek met de cursisten het huiswerk. Vraag of ze deze week nog iets hebben kunnen doen, Misschien zijn er nog vragen. Kijk samen naar de vragen van les 4 en bespreek de antwoorden.
Introductie Informeer bij de cursisten waelk www-adres ze hebben meegenomen. Kijk met de cursisten welke begrippen en termen men al kent (internet, website, link, handje, Vorige etc. Als de cursisten al een Dubbelklik-cursus hebben gevolgd, ga dan na wat ze nog weten van internet.
Praktijk De cursisten zetten de computer aan, starten het programma Internet Explorer en werken les 5 zelfstandig door. U geeft hulp indien dat nodig is.
Nabespreking Na afloop kunnen ervaringen worden uitgewisseld, hoe ging het? Wat was moeilijk? Vond men het leuk? Welke websites heeft men bezocht of gevonden? Informeer of het gelukt is om de les helemaal door te nemen. Schrijf van elke cursist bij hoe ver hij/zij is gekomen. Informeer of er nog vragen zijn.
Huiswerk · · ·
Vraag de cursisten die de les niet helemaal af hebben, of zij thuis verder willen gaan. Laat ze opschrijven welke problemen ze daarbij tegenkomen. Laat de cursisten thuis de vragen van les 5 maken en oefenen met de woorden (bij Onthouden) uit de les. Laat de cursisten uitzoeken welke provider ze hebben en ook of ze internet hebben via de kabel of via de telefoon (al of niet met adsl). Vraag –ter voorbereiding van les 6- of men een e-mail-adres wil meenemen.
Docentenhandleiding
Pagina 18
ComputerWijs
Materiaal voor deze les Een afdruk van de homepage van de website van HuurHuis. Aan de hand van deze pagina kunt u de belangrijkste begrippen herhalen.
Aandachtspunten voor de docent · · · · ·
Internet Explorer moet geïnstalleerd zijn en als pictogram op het bureaublad liggen Controleer of de internetverbinding op alle computers naar behoren werkt. De computers moeten niet alleen informatie kunnen ontvangen maar ook versturen. Controleer of vanaf elke computer kan worden geprint. WWW-adressen veranderen nogal eens. Bekijk van tevoren of de genoemde internetadressen in de werkbladen nog kloppen. De verbinding met internet is soms traag. Misschien helpt het om met minder computers gelijk te werken. Laat twee cursisten dan samen aan één computer werken.
Docentenhandleiding
Pagina 19
ComputerWijs
Les 6 E-mail
Doel van de les De cursisten kunnen zelfstandig Outlook Express starten en afsluiten. De cursisten beheersen de basisvaardigheden van het programma Outlook Express: een e-mail sturen, ontvangen, beantwoorden en doorsturen. De cursisten weten wat een bijlage is en kunnen een bijlage bij een e-mail versturen.
Werkwijze in de les Start Bespreek met de cursisten het huiswerk. Vraag of ze deze week nog iets hebben kunnen doen, Misschien zijn er nog vragen. Kijk samen naar de vragen van les 5 en bespreek de antwoorden.
Introductie Vraag een of enkele cursisten welk e-mail adres ze hebben meegenomen en schrijf dit op het bord. Herhaal samen met de cursisten de belangrijkste begrippen en termen die men tijdens de Dubbelklik-cursus over e-mailen: apenstaartje, e-mail adres, bijlage, paperclip. Vraag of men thuis kan e-mailen en informeer wie er een e-mail adres heeft.Als de cursisten geen Dubbelklik-cursus hebben gevolgd, ga da na wat ze al weten van e-mailen. Vraag ook welk e-mail p[rogramma ze gebruiken.
Praktijk De cursisten zetten de computer aan, starten het programma Outlook Express en werken les 6 zelfstandig door. U geeft hulp indien dat nodig is.
Nabespreking Na afloop kunnen ervaringen worden uitgewisseld, hoe ging het? Wat was moeilijk? Vond men het leuk? Informeer of het gelukt is om de les helemaal door te nemen. Schrijf van elke cursist bij hoe ver hij/zij is gekomen. Informeer of er nog vragen zijn.
Evaluatie Besteed aan het eind van de les tijd aan evaluatie, mondeling (in een vraaggesprek) en schriftelijk (met een formulier of vragenlijst). Probeer te achterhalen wat men aan de cursus heeft gehad en of en hoe men verder wil leren over de computer.
Materiaal voor deze les Een afdruk van het scherm van Outlook Express kunt u gebruiken om met de cursisten de Docentenhandleiding
Pagina 20
ComputerWijs
belangrijkste begrippen van e-mailen te herhalen.
Aandachtspunten voor de docent · ·
·
·
· ·
Outlook Express moet geïnstalleerd zijn en als pictogram op het bureaublad liggen. Ook deze les staat of valt met de kwaliteit van het materiaal en de verbinding: de mogelijkheid tot het versturen en ontvangen van e-mail. Maak hierover duidelijke afspraken met de systeembeheerder. Elke cursist (eigenlijk: elke computer) heeft een eigen e-mailadres. Dit adres kunt u vinden in Outlook Express. Klik op Extra, Accounts en dan op Eigenschappen. In één van de vakjes staat het e-mailadres in gevuld. Laat de cursisten bij het versturen van e-mail eventueel gebruik maken van de e-mailadressen die ze hebben meegenomen (familie, bekenden). Indien u zelf een e-mailadres heeft, kunt u de cursisten ook een e-mail naar uzelf laten sturen. Schoon de binnengekomen en verzonden berichten zoveel mogelijk op. In deze les wordt in een aantal opdrachten en oefeningen gebruik gemaakt van eerder gemaakte documenten. Controleer of deze documenten nog aanwezig zijn in de mappen Mijn documenten of Mijn Afbeeldingen.
Docentenhandleiding
Pagina 21
ComputerWijs