Dubbelklik Beginnen op de computer DOCENTENHANDLEIDING
Isabelle Klompenhouwer Hannie van Osnabrugge
u i t g e v e r ij c o u t i n h o bussum 2004
c
Deze docentenhandleiding hoort bij Dubbelklik – Beginnen op de computer, een interactieve computercursus voor echte beginners van Isabelle Klompenhouwer en Hannie van Osnabrugge. © 2004 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl ISBN 90 6283 392 6 Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.
Inhoud
I Algemene informatie
II Beschrijving van het programma Dubbelklik
III Docentenhandleiding per les Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Les 6 Les 7
Klik met de muis Typ op het toetsenbord Schrijf met de computer Teken met de computer Kijk op internet Stuur een e-mail Toets en Certificaat
IV Huiswerkbladen V Technische informatie over Dubbelklik Server
u i t g e v e r ij cout inho
c
4
7
9 9 12 15 19 22 25 28
31 32
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 3/34
I
Algemene informatie
I NTERACTIEVE
CURSUS VOOR ECHTE BEGINNERS
Computers zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Digitale toepassingen, bijvoorbeeld van banken en de NS, zijn gemeengoed aan het worden. Bij de NS is er nog maar beperkt keuze tussen de oude manier, het loket, en de (goedkopere) digitale manier, de automaat. In de nabije toekomst zullen organisaties hun diensten alleen nog digitaal aanbieden. Vertrouwd zijn met nieuwe media wordt steeds belangrijker om goed te kunnen functioneren in (vrijwilligers)werk en privé-leven. In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd om mensen wegwijs te maken met de pc en internet. Voor bepaalde groepen (laagopgeleide allochtonen, semi-analfabeten, verstandelijk gehandicapten) is het bestaande lesmateriaal te moeilijk. Daarom werd Dubbelklik ontwikkeld. Dubbelklik is een interactieve, multimediale cd-rom waarmee mensen (ook zij die niet of nauwelijks Nederlands kunnen lezen) kennismaken met de computer.
G EBRUIK
IN CURSUSSEN
De gebruikers van Dubbelklik zijn in de eerste plaats laagopgeleide allochtonen die de Nederlandse taal nauwelijks beheersen. Het programma is ook geschikt voor autochtone semi-analfabeten en verstandelijk gehandicapten. Dubbelklik is bedoeld voor gebruik in cursussen ‘Kennismaking met de computer’ van bijvoorbeeld ROC’s (vanaf KSE niveau 0-1 en NT2 niveau 0-1, ANT2 2-3). De cd-rom is ook bruikbaar in cursussen voor volwassenen (oudkomers) die gegeven worden bij digitale trapveldjes, buurthuizen en zelforganisaties. Na afloop van een cursus kan de cursist de cd-rom mee naar huis nemen om er eventueel thuis mee te oefenen.
Z ELFSTANDIG
GEBRUIK
Met de cd-rom kan ook zelfstandig worden gewerkt door mensen die de Nederlandse taal redelijk beheersen. Te denken valt aan cursisten in een inburgeringstraject die de Dubbelklik-cursus zelfstandig kunnen doorlopen in het open leercentrum van een ROC of aan ouderen in het intercafé van een woonzorgcentrum.
L EERDOELEN In deze docentenhandleiding worden de doelen per les uitgebreid beschreven. De algemene doelen van Dubbelklik hebben betrekking op houding, inzicht, kennis en vaardigheden: Houding: Cursisten zijn vertrouwd met de computer, hun houding is positief en enthousiast. Inzicht: Cursisten hebben enig inzicht in de rol van de computer in het dagelijks leven (mobiele telefoon, pinautomaat).
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 4/34
Kennis: De cursisten weten dat er programma’s nodig zijn om met de computer iets te kunnen doen. Vaardigheden: Cursisten beschikken over de vaardigheden die nodig zijn om de computer te bedienen: aan- en uitzetten, met de muis klikken en slepen en het toetsenbord gebruiken. Ook beheersen zij de basisvaardigheden om met enkele toepassingen van de computer te kunnen werken: schrijven (met WordPad), tekenen (met Paint), internetten (Internet Explorer) en e-mailen (Outlook Express).
TAALGEBRUIK
BIJ DE GROEPSINSTRUCTIE
Tijdens het groepsdeel van de les, de inleiding op het praktijkdeel, wordt bij de uitleg gebruikgemaakt van zeer eenvoudige taal. Bij elke les staat een aantal voorbeeldinstructies beschreven. De (onvermijdelijke) basisbegrippen, het vakjargon, worden op deze manier geïntroduceerd. De werkwijze is gebaseerd op de TPR-methode, Total Physical Response. De TPR-methode is een beproefde manier om nieuwe concepten aan te leren via een lijfelijke ervaring. Het gaat hierbij vaak om fysiek voordoen en navolgen, terwijl de docent de bijbehorende tekst spreekt (‘Wijs het beeldscherm aan’). Met behulp van de voorbeeldinstructies wordt duidelijk gemaakt hoe deze manier van instrueren in de les wordt gebruikt. Voor de cursisten die het Nederlands niet goed beheersen is het belangrijk aandacht te besteden aan woorden (vaak geen specifieke computerwoorden) die in de les worden gebruikt. Deze woorden staan in de handleiding bij elke les apart vermeld. U kunt met deze woorden binnen of buiten de les extra taaloefeningen doen voor NT2-deelnemers met een laag taalniveau.
O PBOUW
PER LES
De cursus omvat zes wekelijkse lessen van anderhalf tot maximaal twee uur. Elke les heeft dezelfde opbouw: • Start (ongeveer 10 minuten) • Groepsdeel, uitleg en introductie van nieuwe woorden met behulp van eenvoudige instructietaal (ongeveer 30 minuten) • Praktijk (ongeveer 60 minuten) • Nabespreking en huiswerk (ongeveer 10 minuten) Deze lesindeling kunt u opvatten als een richtlijn gebaseerd op de ervaringen tijdens het testen van de cursus. Afhankelijk van het tempo en het niveau van uw cursisten (en de organisatorische mogelijkheden) kunt u meer of minder tijd per les reserveren en/of meer of minder dan zes lessen aanbieden.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 5/34
V EREISTE
HARDWARE EN SOFTWARE
Computers, één per cursist • met geluidskaart, • met koptelefoon, • aangesloten op een printer, bij voorkeur een kleurenprinter, • met Windows* inclusief Bureau-accessoires met WordPad en Paint, Internet Explorer en Outlook Express, • met internettoegang en mogelijkheid om e-mail te verzenden. * De voorbeeldschermen in het programma zijn gebaseerd op Windows 98, maar Dubbelklik werkt natuurlijk ook onder Windows XP. Technische informatie over de netwerkversie van Dubbelklik, Dubbelklik Server, vind u in deel V van deze docentenhandleiding.
P RAKTISCHE
TIPS
• Werk de lessen van Dubbelklik zelf goed door, om verrassingen te voorkomen. Maak ook vooral fouten opdat u ziet hoe het programma daarop reageert. • Houd tijdens het praktijkdeel de handen op de rug! Cursisten moeten het zelf doen. Als het echt niet lukt, vraag dan altijd eerst toestemming om in te grijpen. • Beperk het gebruik van taal, spreek langzaam en duidelijk, let op of men u begrijpt, herhaal vaak.
D ESKUNDIGHEID
VAN DE DOCENT
De cursus kan gegeven worden door docenten die enige ervaring hebben in het geven van computercursussen. In deze docentenhandleiding is het verloop van elke les minutieus beschreven, met veel didactische en technische aanwijzingen. Het is echter geenszins de bedoeling om ervaren docenten de les voor te schrijven! Maak vooral gebruik van uw eigen ervaring en creativiteit en vat de gegeven voorbeelden en suggesties op als een van de vele mogelijkheden om de cursus te geven. Tegenwoordig worden cursussen ook door vrijwilligers gegeven. De makers van Dubbelklik, werkzaam bij RBO-Educatief in Haarlem, organiseren docentenopleidingen voor vrijwilligers die pc- en internetcursussen geven aan volwassenen. Voor meer informatie: Isabelle Klompenhouwer en Hannie van Osnabrugge RBO-Educatief Kruisweg 70 2011 LG Haarlem T 023 - 512 40 80 F 023 - 542 51 54
[email protected] www.rbo.nl u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 6/34
II
Beschrijving van het programma Dubbelklik Het programma Dubbelklik bestaat uit zes lessen: 1 2 3 4 5 6
Klik met de muis (klikken, slepen, dubbelklikken) Typ op het toetsenbord (letters, cijfers, Enter, Shift, pijltjes, spatiebalk, Backspace) Schrijf met de computer (werken met WordPad) Teken met de computer (werken met Paint) Kijk op internet (werken met Internet Explorer) Stuur een e-mail (werken met Outlook Express)
Dubbelklik start met een overzicht van de lessen.
Elke Dubbelklik-les bestaat uit verschillende onderdelen: • Kijken Dit is de introductie van de les, het onderwerp van de les wordt getoond aan de hand van een animatiefilmpje met geluid. • Leren Het onderdeel Leren bestaat uit acht opdrachten. Elke opdracht wordt voorafgegaan door een korte demonstratie van wat de opdracht inhoudt. Nadat alle opdrachten zijn gemaakt, verschijnt er een verslag van de les met het resultaat. • Doen Een vrije opdracht, de cursisten brengen in praktijk wat ze in de les hebben geleerd. Vanaf les 3 wordt met programma’s gewerkt, niet bij de opdrachten (dat zijn simulaties van programma’s) maar wel bij het Doen-gedeelte.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 7/34
De onderdelen (Kijken, Leren, Doen) lopen automatisch in elkaar over. Door middel van auditieve instructie worden de cursisten door het programma geleid. Daarnaast kunnen zij gebruikmaken van de volgende knoppen:
Help, herhaling van de instructie
Naar de vorige opdracht
Opnieuw beginnen met de opdracht
Naar de volgende opdracht
Naar het beginscherm van Dubbelklik
Stoppen met Dubbelklik (alleen op het beginscherm)
W EBSITE H UUR H UIS In les 5 gaan de cursisten internetten. Hiervoor is een oefenwebsite gemaakt: de website van HuurHuis, een gefingeerde woningbouwvereniging. Deze website bestaat uit de volgende pagina’s: • Home – welkomstpagina • Te huur – foto’s bekijken van te huur staande woningen • Inschrijven – een keuze maken voor een woning, adresgegevens invullen en verzenden • Droomhuis – een foto bekijken van iemands droomhuis • Links – doorklikken naar andere websites die voor de cursisten interessant kunnen zijn.
V ERSLAG De resultaten van de cursist worden tijdens het doorlopen van een les rechtsboven in het venster weergegeven. Per opdracht kan de cursist maximaal 100 punten scoren. Het maximale eindresultaat van een les is dus 800 punten. Aan het eind van de les verschijnen de scores van de verschillende opdrachten op het scherm. De resultaten worden niet bewaard op de computer.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 8/34
III
Docentenhandleiding per les
L ES 1 – K LIK
MET DE MUIS
Doel van de les • De cursisten kunnen de volgende onderdelen van de computer benoemen: computer, beeldscherm, toetsenbord en muis, en kennen de begrippen printer, koptelefoon en aan- en uitknop. • De cursisten kunnen de muis bewegen naar rechts, links, boven en beneden. • De cursisten kunnen klikken, slepen en dubbelklikken met de muis. • De cursisten kunnen door het gebruik van navigatieknoppen (Verder, Nog een keer, Stoppen etc.) het programma Dubbelklik besturen. • De cursisten kunnen de koptelefoon op het juiste moment gebruiken. • De cursisten kunnen het programma Dubbelklik afsluiten. Werkwijze in de les • Start In een kennismakingsronde kunt u vragen naar de reden om deze cursus te gaan volgen. Informeer of men thuis een computer heeft om op te oefenen. Vertel heel kort iets over de inhoud en werkwijze van de cursus. Geef ook aan welke regels er gelden in het computerlokaal. Beperk deze informatie als het taalniveau van de cursisten laag is. • Groepsdeel Maak gebruik van een of meer van de volgende werkvormen: 1 Het woord computer Schrijf het woord computer op het bord en vraag waar je computers tegenkomt. Vraag naar het woord voor computer in de eigen taal. Laat enkele cursisten het woord in hun eigen taal op het bord schrijven. Voorbeeldinstructie Waar zijn computers? [Naam], hoe zeg je computer in het Turks [Berbers, Arabisch, ...]?
2 De onderdelen van de computer Loop naar een computer. Ga met de groep rondom de computer staan en vraag of men weet hoe de onderdelen van de computer heten. Wijs de onderdelen een voor een aan en noem het woord. Vraag de cursisten dit ook te doen.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 9/34
Voorbeeldinstructie [Naam], pak het toetsenbord. [Naam], leg je hand op de muis. [Naam], zet de koptelefoon op je hoofd. [Naam], leg de muis op de muismat. [Naam], raak het beeldscherm aan. [Naam], wijs naar de aan- en uitknop. [Naam], raak de printer aan.
3 De muis Geef iedere cursist een muis. Laat zien hoe je je hand op de muis moet leggen en hoe je de muis beweegt over het tafelblad. Voorbeeldinstructie Leg je hand op de muis. Beweeg de muis naar rechts, naar beneden, naar boven, naar links. Klik met de muis. Druk op de linkermuisknop. Houd de linkermuisknop vast. Sleep met de muis.
4 Tot slot Laat één cursist achter de computer gaan zitten, de koptelefoon opzetten en daarna klikken op les 1. De andere cursisten kijken toe. Laat daarna nog een paar anderen (een voor een) hetzelfde doen terwijl de meest onzekere cursisten toekijken. Voorbeeldinstructie Ga achter de computer zitten. Zet de koptelefoon op. Klik op les 1.
• Praktijk De cursisten zitten achter de computer, zetten de koptelefoon op en klikken op les 1 van Dubbelklik. Zij werken de les zo zelfstandig mogelijk door met behulp van de auditieve instructie via de koptelefoon. Laat de cursisten Dubbelklik wel afsluiten, maar de pc nog niet. • Nabespreking en huiswerk Wat hebben de cursisten geleerd? Het resultaat van de Doen-opdracht kan in de groep worden bekeken en gecontroleerd. Vraag de cursisten of ze het leuk vonden. Stel een of meer van de volgende vragen:
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 10/34
Voorbeeldinstructie Wat is afdrukken? Wat is klikken? Hoe heet twee keer klikken met de muis? Wat heb je op je hoofd als je luistert?
Deel het huiswerkblad uit. Vertel wat de opdracht is. Materiaal • Voor elke cursist een muis. • Huiswerkbladen, kopieën van de bladen achter in deze handleiding. Aandachtspunten en suggesties voor de docent • Tijdens de eerste les hoeven de cursisten de computer nog niet aan en uit te zetten. Ook hoeven ze Dubbelklik niet te starten. Als u wilt dat ze Dubbelklik wel zelf starten, selecteer dan vooraf het pictogram op het bureaublad. Ze hoeven dan alleen nog op Enter te drukken. • Zorg eventueel voor afbeeldingen van verschillende soorten computers (laptop, toren, platte kast). • De ervaring is dat de docent (doordat de cursisten met de koptelefoon werken) niet kan horen op welk punt de cursist precies zit. Ingrijpen is dus lastig; doe het niet te snel. • Wijs de cursisten op de navigatieknoppen als dat nodig is. • Let op: als het verslag is afgedrukt, gaat het programma niet automatisch door naar het onderdeel Doen. De cursisten moeten eerst klikken op Verder (pijltje naar rechts). Dit geldt voor alle lessen. Woorden en begrippen uit les 1 Dubbelklik, Help, Terug, Verder, Opnieuw, Terug naar het beginscherm, Linkermuisknop, Opdrachten, Plaatjes, Onderdelen van de computer, Doolhof, Verslag, Aanzetten, Klikken, Dubbelklikken, Slepen, Bewegen, Indrukken, Afdrukken, Printen.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 11/34
L ES 2 – T YP
OP HET TOETSENBORD
Doel van de les • De cursisten weten dat veel apparaten (tv, mobiele telefoon, pinautomaat) worden bediend door middel van toetsen. • De cursisten kunnen via het toetsenbord gegevens (zoals hun eigen naam en adres) invoeren. • De cursisten kunnen de volgende toetsen van het toetsenbord gebruiken: letters, cijfers, Shift, spatiebalk, Enter, pijltjestoetsen, Backspace. • De cursisten weten wat de functie is van deze toetsen. • De cursisten weten dat ze voor het typen eerst in het witte vak moeten klikken. • De cursisten kunnen de ingevulde gegevens op het scherm afdrukken op papier. Werkwijze in de les • Start Informeer bij de cursisten of zij het huiswerk hebben gemaakt. Vraag enkele cursisten te laten zien wat ze hebben ingevuld op het formulier van de vorige les. Vraag of ze willen vertellen waar de computer thuis staat, hoe de computer eruitziet (een desktop of een toren), en welk merk het is. Vraag of ze de computer thuis al hebben aangezet. • Groepsdeel Gebruik een of meer van de volgende werkvormen: 1 Apparaten met toetsen: telefoon, tv, wasmachine Vraag de cursisten wat je moet doen als je iemand opbelt. (Je drukt op de toetsen van de telefoon.) Vraag de cursisten wat je moet doen om de tv aan te zetten. (Je neemt de afstandsbediening en drukt op een toets.) Voorbeeldinstructie Dit is een telefoon. (Laat een telefoon zien.) Ik druk op de toetsen om iemand te bellen. (Doe het voor.) Dit is een afstandsbediening. Deze heeft ook toetsen. (Laat er een zien.) Met deze toets zet ik de tv aan. Een computer heeft ook toetsen.
2 Toetsenbord Laat een los toetsenbord zien. Vraag wie nog weet hoe het heet. Schrijf het woord toetsenbord op het bord. Vraag of de cursisten het woord in hun eigen taal kennen. Leg uit dat het toetsenbord ook een afstandsbediening is, de afstandsbediening van de computer. Vraag wat ze zien op het toetsenbord (letters, cijfers en andere toetsen). Vraag enkele cursisten om de eerste letter van hun naam op te zoeken en in te drukken.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 12/34
Voorbeeldinstructie Dit is een toetsenbord. (Laat een toetsenbord zien en schrijf het woord op het bord.) [Naam], hoe zeg je toetsenbord in jouw taal? Het toetsenbord is de afstandsbediening van de computer. Wat zijn dit? (Wijs de letters op het toetsenbord aan.) [Naam], met welke letter begint jouw naam? [Naam], wijs de letter van je naam aan. Druk op de letter van je naam. (Herhaal dit met een andere cursist.)
3 Allemaal een toetsenbord Geef de cursisten losse toetsenborden, één toetsenbord per twee cursisten. Vraag een van de cursisten naar zijn of haar leeftijd en schrijf dit getal op het bord. Geef de opdracht de toetsen met deze cijfers in te drukken. Dit kan ook met de datum van vandaag of de datum van iemands verjaardag. Voorbeeldinstructie Ik ben 57 jaar. Ik druk op de 5 en de 7. Dit is de Entertoets. (Wijs de Entertoets aan.) Wijs de Entertoets aan. Druk op de Entertoets. (Doe het voor en laat zien dat je kort moet indrukken en loslaten.)
4 Tot slot Laat één cursist bij de computer gaan zitten. Zorg dat de anderen eromheen staan en kijken. Laat de cursist de computer aanzetten en Dubbelklik starten. Voorbeeldinstructie [Naam], ga bij de computer zitten. Zet de computer aan. Wijs het plaatje van Dubbelklik aan. Dubbelklik op het plaatje. Klik op les 2.
• Praktijk De cursisten zitten bij de computer, zetten de koptelefoon op en klikken op les 2 van Dubbelklik. Zij werken de les zo zelfstandig mogelijk door met behulp van de auditieve instructie via de koptelefoon. • Nabespreking en huiswerk Vraag de cursisten wat ze moeilijk vonden en wat ze leuk vonden. Stel een of meer van de volgende vragen.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 13/34
Voorbeeldinstructie Wat vond je leuk? Wat vond je moeilijk? Welke toetsen zijn er op het toetsenbord? (Laat de cursisten noemen: letters, cijfers, Backspace, Shift, pijltjes, Enter.) Wat doe je met Backspace? Wat doe je met Shift? Wat doe je met de spatiebalk?
Geef het huiswerkblad van les 2. Materiaal • Losse toetsenborden. • Afstandsbediening van de tv (tv is niet noodzakelijk). • Mobiele telefoon (of gewone telefoon met druktoetsen). • Huiswerkbladen. Aandachtspunten en suggesties voor de docent • Het sluit goed aan bij het onderwerp van de les om de cursisten in deze les zelf de computer te laten aanzetten. • De cursisten kunnen Dubbelklik zelf starten. Op die manier brengen ze in praktijk wat ze in de vorige les hebben geleerd, namelijk dubbelklikken. • Houd er wel rekening mee dat dubbelklikken erg lastig is, geef cursisten bij wie dit niet lukt een alternatief: één keer klikken en dan op Enter drukken. • Er is voor gekozen om bij het typen van letters in het begin van deze les de hoofdletters te laten verschijnen. Pas later in de les wordt de Shifttoets uitgelegd. Vanaf dan moet dus de Shifttoets gebruikt worden om een hoofdletter te maken. • Vo0rdat cursisten letters of cijfers kunnen invoeren, moeten ze met de muis in het witte vak klikken. Ze krijgen feedback als ze dit vergeten. Woorden en begrippen uit les 2 Apparaten, Toetsen, Mobiele telefoon, Geldautomaat, Pincode, Afstandsbediening, Het witte vak, Getal, Foute letter, Hoofdletter, Formulier, Typen, Invullen.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 14/34
L ES 3 – S CHRIJF
MET DE COMPUTER
Doel van de les • De cursisten weten dat zij om te schrijven met de computer een programma moeten starten, een schrijfprogramma. • De cursisten kunnen in een tekstverwerkingsprogramma (Wordpad) tekst typen, corrigeren, bewaren en afdrukken. • De cursisten kunnen de cursor door een tekst bewegen (omhoog, omlaag, naar links, naar rechts). • De cursisten kunnen een tekst op een diskette bewaren. • De cursisten kunnen een tekst van een diskette openen. • De cursisten kunnen de Entertoets gebruiken om een nieuwe regel te maken. • De cursisten kunnen het programma afsluiten. Werkwijze in de les • Start Bespreek met de cursisten de huiswerkopdracht van les 2. Bekijk de huiswerkbladen en controleer de opdrachten. • Groepsdeel Gebruik een of meer van de volgende werkvormen: 1 Schrijven met de computer Vertel de cursisten dat je met de computer ook kan schrijven. Neem een voorbeeldbrief mee, bijvoorbeeld de uitnodiging voor deze cursus of een andere zakelijke brief. Leg een met de hand geschreven brief naast de getypte brief. Vraag naar de verschillen (mooier, beter leesbaar). 2 Fouten verbeteren Schrijf op een bord of flap-over de namen van een paar cursisten. Een van de namen schrijf u opzettelijk fout. U verbetert de fout: u streept de letter door en zet de juiste letter erboven. Vertel dat het met de computer makkelijker gaat. Voorbeeldinstructie Ik schrijf de namen van [Naam] op het bord. Deze naam is fout geschreven. Ik streep de foute letter door. Ik schrijf nu de goede letter. Met de computer gaat dit beter. Met Backspace kan ik een foute letter weggummen. (Laat de toets zien op het toetsenbord.)
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 15/34
3 Een diskette Leg uit dat belangrijke brieven bewaard kunnen worden op de computer (het begrip harde schijf wordt in deze cursus niet uitgelegd) of op een diskette, net als brieven op papier, die je in een map opbergt. Op een diskette kun je brieven, tekeningen en verhalen bewaren. Deel diskettes uit. Laat de cursisten hun naam schrijven op de diskette. Leg uit hoe je de diskette vastpakt en in de computer stopt. Laat ze dat een paar keer zelf doen. Voorbeeldinstructie Deze brief wil ik bewaren. Ik bewaar de brief in deze map. (Laat zien hoe je de brief opbergt in een map.) Ik kan de brief ook bewaren op een diskette. Ik pak een diskette. (Pak een diskette uit het doosje.) Ik houd de diskette zo vast. (Laat het zien.) Ik schrijf mijn naam op de diskette. (Doe het voor.) Schrijf nu uw naam op de diskette met de viltstift. Ik stop de diskette in de computer. Ik hoor een klik. De diskette zit nu in de computer. Ik haal de diskette weer uit de computer. [Naam], stop de diskette in de computer. [Naam], haal de diskette uit de computer. (Zorg dat alle cursisten een of twee keer de diskette in en uit de computer doen).
4 Tot slot Laat de cursisten de computer aanzetten en Dubbelklik starten. Voorbeeldinstructie Ga bij de computer zitten. Zet de computer aan. Wijs het plaatje van Dubbelklik aan. Dubbelklik op het plaatje. Klik op les 3.
• Praktijk De cursisten zitten bij de computer, zetten de koptelefoon op en klikken op les 3 van Dubbelklik. Zij werken de les zo zelfstandig mogelijk door met behulp van de auditieve instructie via de koptelefoon. In deze les kunt u uitleggen hoe zij de computer moeten afsluiten.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 16/34
• Nabespreking en huiswerk Ervaringen worden uitgewisseld. Bespreek aan de hand van het WordPad-venster de geleerde knoppen. U kunt de schermafdruk van WordPad vergroten tot A3-formaat en deze voor iedereen zichtbaar op een bord plakken. De Doen-opdracht wordt voorgelezen of getoond aan elkaar. Stel een of meer van de volgende vragen. Voorbeeldinstructie Wijs Opslaan aan. (Laat het venster van WordPad zien.) Met welke knop kunt u printen? Raak Nieuw aan. Wijs de cursor aan. Tik met uw vinger op de sluitknop. Wijs Afdrukken aan.
Het huiswerkblad wordt uitgedeeld. Geef cursisten die thuis een computer hebben de opdracht om WordPad te starten en een briefje te schrijven of een boodschappenlijst te maken. Materiaal • Voor iedere cursist een diskette. • Een zakelijke en een persoonlijke, met de hand geschreven brief. • Een map om brieven in te bewaren. • Huiswerkbladen. Aandachtspunten en suggesties voor de docent • Nieuwe computers hebben niet altijd een diskettestation. Zonder diskettestation klopt de uitleg van opdracht 5 niet want de cursisten kunnen geen diskette in de computer stoppen. De werking van het programma wordt hierdoor niet belemmerd maar in het groepsdeel van de les moet u er wel aandacht aan besteden. Vertel en demonstreer dat er andere mogelijkheden zijn om een brief of lijst te bewaren, bijvoorbeeld op de harde schijf van de computer of op een USB-stick. • In de opdrachten van Dubbelklik (het onderdeel Leren) wordt niet echt met WordPad gewerkt, maar met een simulatie. De cursisten kunnen dan ook alleen maar op de omkaderde knoppen klikken, anders horen ze een foutgeluid. De boodschappenlijst in opdracht 5 wordt ook niet echt op de diskette opgeslagen! • Voor sommige groepen is het wellicht nodig om twee lessen aan WordPad te besteden, of om de theoretische instructie in fasen te behandelen (bijvoorbeeld voor en na de pauze). • Gebruik eventueel schermafdrukken van het WordPad-venster en van het venster van Opslaan. • Bij de Doen-opdracht kan het voor sommige cursisten moeilijk zijn iets te verzinnen. Maak eenvoudige voorbeeldbrieven of -teksten die ze kunnen overtypen.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 17/34
• Indien er voldoende tijd is, kunnen de cursisten bij de Doen-opdracht van plaats wisselen, hun diskette meenemen en hun brief of tekst weer opvragen. • Bij de Doen-opdracht willen cursisten hun bestand misschien opslaan. In de oefeningen van Dubbelklik wordt het bestand automatisch opgeslagen op de diskette. Bij de Doen-opdracht zal in het venster Opslaan automatisch ‘Mijn documenten’ worden geselecteerd. U kunt dit eventueel voorkomen door vooraf (tijdens de pauze) WordPad te starten, een bestand te bewaren op een diskette en WordPad niet af te sluiten. WordPad zal dan het diskettestation selecteren. • Controleer of er met elke computer vanuit WordPad kan worden geprint. • Laat zien hoe de cursisten de computer nu zelf kunnen afsluiten. • U kunt met de woorden en begrippen uit les 3 binnen of buiten de les extra taaloefeningen doen voor NT2-deelnemers met een laag taalniveau. Woorden en begrippen uit les 3 Programma’s, Bureau-accesoires, Boodschappenlijst, Lijst, Knipperend streepje, Venster, Nieuw, Sluitknop, Leeg blad, Starten, Opnieuw beginnen, Opvragen.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 18/34
L ES 4 – T EKEN
MET DE COMPUTER
Doel van de les • De cursisten weten dat zij om te tekenen met de computer een programma moeten starten. • De cursisten kunnen in een tekenprogramma (Paint) gebruikmaken van potlood, gum, kleurenset, kwast, verfspuit en opvullen. • De cursisten kunnen een nieuw tekenblad opvragen. • De cursisten kunnen een tekening printen en op een diskette bewaren. • De cursisten kunnen het programma afsluiten. Werkwijze in de les • Start Informeer bij de cursisten of zij het huiswerk hebben gemaakt. Vraag enkele cursisten te laten zien wat ze hebben ingevuld op het huiswerkformulier van de vorige les. Vraag welke toetsen zij nog kennen. • Groepsdeel Gebruik een of meer van de volgende werkvormen: 1 Tekenen Laat een groot tekenblad zien, hang het op of leg het in het midden. Wijs naar het tekenvel en maak een tekening van een huis. Voorbeeldinstructie Dit is een tekenblad. (Wijs naar het tekenblad.) Ik maak een tekening. Ik pak een potlood. Ik teken een huis. (Er gaat iets fout met de tekening.) Ik pak het gum. Ik haal een lijn weg.
2 Kleuren Vraag vervolgens enkele cursisten een kleur te kiezen en een onderdeel van het huis in te kleuren. Voorbeeldinstructie [Naam], maak de deur blauw. [Naam], maak het raam rood.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 19/34
3 Bewaren Leg uit en laat zien dat de tekening bewaard kan worden in een map. Vertel dat een tekening op de computer bewaard kan worden op een diskette. Laat enkele cursisten een diskette pakken en in en uit de computer doen. Voorbeeldinstructie [Naam], pak een diskette. Stop de diskette in de computer. [Naam], haal de diskette uit de computer. (Herhaal dit met andere cursisten.)
4 Tot slot Vertel dat je met de computer ook kunt tekenen. Het programma waarmee je dat kunt doen is Paint. In Paint heb je ook een potlood, een gum en kleuren. Laat de cursisten de computer aanzetten en les 4 van Dubbelklik openen. Voorbeeldinstructie We gaan tekenen met de computer. Ga bij de computer zitten. Zet de computer aan. Zoek het plaatje van Dubbelklik. Dubbelklik op het plaatje. Klik op les 4.
• Praktijk De cursisten zitten bij de computer, zetten de koptelefoon op en klikken op les 4 van Dubbelklik. Zij werken de les zoveel mogelijk zelfstandig door met behulp van de auditieve instructie via de koptelefoon. • Nabespreking en huiswerk De cursisten laten de tekeningen die zij in de Doen-opdracht hebben gemaakt, aan elkaar zien. Informeer wat ze moeilijk en leuk vonden. Stel verder een of meer van de volgende vragen. Voorbeeldinstructie Hoe noemen we dit? (Wijs de kwast aan.) Waarmee kan je verven? Ik wil een nieuwe tekening maken. Hoe doe ik dat? Met welke knop sluit ik Paint af?
Deel de huiswerkbladen uit.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 20/34
Materiaal • Een groot tekenvel. • Potloden en stiften in verschillende kleuren. • Gum. • Kleurpotloden. • Verf in een spuitbus (eventueel een speelgoedversie). • Diskettes (dezelfde diskettes als in de vorige les). • Huiswerkbladen. Aandachtspunten en suggesties voor de docent • In de opdrachten van Dubbelklik (het onderdeel Leren) wordt niet echt met Paint gewerkt maar met een simulatie. De cursisten kunnen dan ook alleen maar de voorgeselecteerde opdrachten uitvoeren, anders horen ze een foutgeluid. De tekening in opdracht 5 wordt ook niet echt op de diskette opgeslagen! • Nieuwe computers hebben niet altijd een diskettestation. Zonder diskettestation klopt de uitleg van opdracht 7 niet want de cursisten kunnen geen diskette in de computer stoppen. De werking van het programma wordt hierdoor niet belemmerd. • Hebben de computers geen diskettestation? Dan moet u in het groepsdeel daar aandacht aan besteden. Vertel bijvoorbeeld dat er andere mogelijkheden zijn om een tekening te bewaren (harde schijf, USB-stick). Woorden en begrippen uit les 4 Tekenen met de computer, Tekenprogramma, Tekenblad, Lijn, Punt, Kleuren, Kwast, Potlood.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 21/34
L ES 5 – K IJK
OP INTERNET
Doel van de les • De cursisten weten dat zij op het internet informatie kunnen vinden (tekst en foto’s) en via internet gegevens kunnen versturen (inschrijfformulier invullen en verzenden). • De cursisten weten wat je nodig hebt om op het internet te komen: telefoon, kabel, computer, abonnement. • De cursisten weten dat je een programma nodig hebt om op internet te kijken. • De cursisten kunnen Internet Explorer starten en afsluiten. • De cursisten kennen de basiselementen van Internet Explorer: de adresbalk, het adres, het handje, de knop Vorige, en ze kennen de begrippen website, webpagina en www. Werkwijze in de les • Start Vraag de cursisten naar het huiswerkblad en controleer wat ze hebben ingevuld. • Groepsdeel Gebruik een of meer van de volgende werkvormen: 1 www-adressen Schrijf een paar www-adressen op het bord. Kies voor adressen van winkels waar de cursisten komen. Laat een van cursisten een adres voorlezen. Vraag of ze daar wel eens van gehoord hebben. U kunt ook gebruikmaken van reclamefolders waar een www-adres op staat. Voorbeeldinstructie Wat staat hier? (Er staan een paar www-adresen op het bord, bijvoorbeeld www.blokker.nl of www.hema.nl). [Naam], lees eens wat hier staat. Het is een adres. Dat www hoort bij internet.
2 Wat is internet? Maak een tekening op het bord van computers over de hele wereld die met elkaar verbonden zijn, vergelijk het met de telefoon. Voorbeeldinstructie Over de hele wereld zijn miljoenen computers met elkaar verbonden. Net als bij de telefoon. Je kunt met een telefoon bellen naar een andere telefoon. Dat is ook zo bij internet. Alle computers zijn met kabels verbonden.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 22/34
Je kunt daardoor kranten en foto’s bekijken die op een andere computer in een ander land staan.
3 Wat heb je nodig? Schrijf op het bord wat er nodig is om op internet te kijken. Vraag of de cursisten het weten. Voorbeeldinstructie Wat heb je nodig om op internet te kijken? • een computer • een kabelaansluiting of telefoonaansluiting • een computerprogramma • een abonnement Internet is niet gratis. Net als de telefoon.
4 Wat kun je met internet? Vraag of de cursisten weten wat je op internet kunt doen (krant lezen, muziek luisteren, foto’s bekijken, boodschappen doen, de dierentuin of een museum bezoeken). Voorbeeldinstructie Wat doe je op internet? (De krant lezen, foto’s bekijken, muziek luisteren ...)
5 Tot slot Vertel wat de cursisten in de les gaan doen. Laat ze de computer aanzetten en les 5 van Dubbelklik openen. Voorbeeldinstructie We gaan internetten met de computer. Ga bij de computer zitten. Zet de computer aan. Zoek het plaatje van Dubbelklik. Dubbelklik op het plaatje. Klik op les 5.
• Praktijk De cursisten zitten bij de computer, zetten de koptelefoon op en klikken op les 5 van Dubbelklik. Zij werken de les zoveel mogelijk zelfstandig door met behulp van de auditieve instructie via de koptelefoon. Ze bekijken de website van woningbouwvereniging HuurHuis. Deze woningbouwvereniging bestaat niet echt, de website is oefenmateriaal bij Dubbelklik. In de Doen-opdracht start Internet Explorer met deze website (te vinden op www.coutinho.nl/huurhuis). Onder WWW staat een aantal websites die voor de doelgroep interessant kunnen zijn.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 23/34
• Nabespreking en huiswerk Laat de cursisten vertellen wat ze leuk en moeilijk vonden. Gebruik eventueel een schermafdruk van het venster van Internet Explorer om de belangrijkste onderdelen te herhalen. Stel een of meer van de volgende vragen: Voorbeeldinstructie Wat zijn de eerste letters van een internetadres? Wat zie je als je met de muis over het scherm gaat? Is internet gratis? Wat zou je willen bekijken op internet?
Deel de huiswerkbladen uit. Materiaal • Snelkoppeling van Internet Explorer op het bureaublad. • Schermafdruk van Internet Explorer. • Huiswerkbladen. Aandachtspunten voor de docent • In de opdrachten van Dubbelklik (het onderdeel Leren) wordt niet echt met Internet Explorer gewerkt, maar met een simulatie. De cursisten kunnen dan ook alleen maar de voorgeselecteerde opdrachten uitvoeren, anders horen ze een foutgeluid. Pas in het Doen-gedeelte wordt het programma Internet Explorer gestart. • De beginpagina van Internet Explorer is de welkomstpagina van HuurHuis (on line). Op de pagina Links staan www-adressen die voor de cursisten interessant kunnen zijn. Woorden en begrippen uit les 5 Abonnement, Kabelaansluiting, Telefoonaansluiting, Woningbouwvereniging, Driehoekje, Inschrijven, Vorige, Handje, Adres, Adresbalk, Website, Webpagina.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 24/34
L ES 6 – S TUUR
EEN E - MAIL
Doel van de les • De cursisten weten dat zij een programma moeten starten om te kunnen e-mailen. • De cursisten kunnen het programma Outlook Express starten en afsluiten. • De cursisten kennen de begrippen e-mail, post, Outlook Express, e-mailadres, apenstaartje, onderwerp, nieuw bericht, verzenden, ontvangen, beantwoorden. • De cursisten kunnen een nieuw bericht opstellen. • De cursisten kunnen een bericht verzenden. • De cursisten kunnen controleren of er nieuwe e-mailberichten zijn binnengekomen. • De cursisten kunnen een bericht beantwoorden. Werkwijze in de les • Start Vraag de cursisten naar het huiswerkblad. Controleer wat ze hebben ingevuld. Ga na wat ze nog weten van de les over internet. • Groepsdeel Gebruik een van de volgende werkvormen: 1 Brieven sturen Laat een handgeschreven brief zien en demonstreer wat ermee gebeurt als hij verzonden wordt: opvouwen, in een envelop doen, adres erop schrijven, postzegel plakken en naar de brievenbus brengen. Voorbeeldinstructie Ik schrijf een brief. [Naam], doe de brief in een envelop. [Naam], plak de envelop dicht. [Naam], schrijf het adres erop. [Naam], plak er een postzegel op. Ik doe de brief in de brievenbus.
2 Een brief met de computer Vertel dat brieven sturen ook met de computer kan. Leg uit wat je daarvoor nodig hebt. Vertel dat je de brief met de computer typt. Je kunt op een groot vel papier laten zien hoe het venster van Outlook Express eruitziet. Wijs aan waar je het adres typt, het onderwerp en de brief zelf.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 25/34
Voorbeeldinstructie Ik schrijf een brief met de computer. Het is een uitnodiging voor een feest. Het programma is Outlook Express. (Laten zien.) Ik schrijf hier voor wie de brief is. Ik schrijf hier: Feest. Ik schrijf hier de brief. Nu klik ik op Verzenden. De brief is verzonden.
3 Het apenstaartje Schrijf een e-mailadres op het bord. Besteed aandacht aan het apenstaartje. Laat zien hoe je dat maakt. Vertel dat een e-mailadres altijd een apenstaartje heeft. Voorbeeldinstructie Wie heeft een e-mailadres meegenomen? Dit is een e-mailadres. (Schrijf een e-mailadres op het bord.) Kijk, dit is het apenstaartje. Ik lees het e-mailadres: (Lees het voor, bijvoorbeeld isabelle-apenstaartje-regiocollege-punt-nl.) Dit is ook een e-mailadres. [Naam], lees jij dit e-mailadres voor. Waar zit het apenstaartje op het toetsenbord?
4 Tot slot Vertel dat de cursisten in deze les zelf gaan e-mailen. Laat ze de computer aanzetten en les 6 van Dubbelklik openen. Voorbeeldinstructie We gaan e-mailen. Ga bij de computer zitten. Zet de computer aan. Zoek het plaatje van Dubbelklik. Dubbelklik op het plaatje. Klik op les 6.
• Praktijk De cursisten zitten bij de computer, zetten de koptelefoon op en klikken op les 6 van Dubbelklik. Zij werken de les zoveel mogelijk zelfstandig door met behulp van de auditieve instructie via de koptelefoon.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 26/34
• Nabespreking en huiswerk Laat de cursisten vertellen wat ze leuk en moeilijk vonden. Gebruik eventueel een (vergroot) schermafdruk van het venster van Internet Explorer om de belangrijkste onderdelen te herhalen. Stel een of meer van de volgende vragen. Voorbeeldinstructie [Naam], teken een apenstaartje. [Naam], wijs Verzenden aan.
Deel de huiswerkbladen uit. Als dit de laatste les is, kunt u geen huiswerk geven. U moet in deze les dan aandacht besteden aan evaluatie en vervolgcursussen. Materiaal • Handgeschreven brief. • Envelop. • Postzegel. • Schermafdruk van Outlook Express. • Huiswerkbladen. Aandachtspunten en suggesties voor de docent In de opdrachten van Dubbelklik (het onderdeel Leren) wordt niet echt met Outlook Express gewerkt maar met een simulatie. De cursisten kunnen dan ook alleen maar de voorgeselecteerde opdrachten uitvoeren, anders horen ze een foutgeluid. In het Doengedeelte wordt het programma wel gestart. Woorden en begrippen uit les 6 TPG Post, Brievenbus, Postbode, Post, Envelop, Antwoord, Onderwerp.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 27/34
EXTRA (OPTIONEEL): L ES 7 – T OETS
EN
C ERTIFICAAT
Algemeen In deze extra les wordt geen nieuwe leerstof meer aangeboden. Het eerste deel van de les kan worden besteed aan evaluatie van de cursus. Naar aanleiding daarvan wordt, indien cursisten dat wensen, informatie gegeven over vervolgcursussen. Het praktijkdeel van de les bestaat uit het maken van een toets via internet en het downloaden van een certificaat. In dit praktijkdeel kunnen cursisten de kennis en vaardigheden van de afgelopen lessen nogmaals toepassen. Werkwijze in de les • Start Vraag de cursisten naar het huiswerkblad. Controleer wat ze hebben ingevuld. Ga na wat ze nog weten van de les over e-mail. • Evaluatie U kunt mondeling en/of schriftelijk evalueren. Informeer wat de cursisten vonden van de Dubbelklik-lessen. Bespreek wat ze met het geleerde verder gaan doen. • Informatie over vervolgcursussen Waarschijnlijk vond men de cursus te kort. Dan kunt u informatie geven over mogelijke vervolgcursussen in de regio. Ga eventueel in op individuele wensen en behoeften. • Inleiding op het praktijkdeel Toets Om te beginnen: zorg ervoor dat het woord ‘toets’ de cursisten niet afschrikt door het enigszins te relativeren. Ga vervolgens stap voor stap met de cursisten na wat ze moeten doen om de toets te kunnen maken: • Internet Explorer starten. De verbinding met internet wordt gemaakt. • Het opgegeven internetadres (www.coutinho.nl/dubbelklik) intypen in het adresvak. • Klikken op de knop Toets. De toets verschijnt op het scherm. • Naam invullen. • Toets maken. • Toets terugsturen met de knop Verzenden. • Even wachten! De computer op internet kijkt de toets nu na. Als hij klaar is, stuurt hij de toets met de resultaten terug. u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 28/34
• De resultaten bekijken op het scherm. • Eventueel de toets afdrukken. Voor sommige groepen is het wellicht beter de genoemde stappen een voor een klassikaal uit te voeren, zodat u elke stap bij alle cursisten kunt controleren. Bij een wat snellere groep kunt u de stappen op het bord schrijven of er een werkblad voor maken. Certificaat In deze les kunnen de cursisten ook een certificaat van internet halen. Na het maken van de toets klikken ze op Certificaat. Er verschijnt een formulier op het scherm. De cursisten vullen hun persoonlijke gegevens in op dit formulier en ook de naam en plaats van de school, de naam van de docent en de datum. De gegevens worden verstuurd en even later staat het certificaat op het scherm. Het kan in Internet Explorer worden afgedrukt. U kunt klassikaal de verschillende stappen laten uitvoeren en controleren. Bij een wat snellere groep kunt u de stappen op het bord schrijven of er een werkblad voor maken. • Praktijk De cursisten werken aan de computer en voeren stap voor stap de instructies uit om de toets te maken en het certificaat te verkrijgen. • Nabespreking en afsluiting van de cursus Aandachtspunten en suggesties voor de docent • Verzamel voor de cursisten enige informatie over vervolgcursussen (onderwerp, duur, kosten, kwaliteit). • Bij de toets gaat het er in de eerste plaats om dat de cursisten nog eens met internet oefenen. De toets bestaat uit tien multiplechoicevragen die betrekking hebben op de cursus. U kunt ervoor kiezen de cursisten de toets een tweede keer te laten maken als de resultaten onbevredigend zijn. • Als cursisten slecht Nederlands kunnen lezen, kunnen ze de vraag beluisteren. Daarvoor moeten ze op het play-knopje klikken. • Benadruk dat bij het invullen van de gegevens voor het certificaat geen (type)fouten gemaakt mogen worden. Dus controleren vóór verzenden! • Bij het printen van het certificaat moet u de pagina-instelling van Internet Explorer wijzigen, anders wordt er een kop- en voettekst geprint. Na afloop kunt u de standaardinstellingen er weer in zetten. De standaardinstellingen zien er zo uit:
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 29/34
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 30/34
IV
Huiswerkbladen Elke les wordt afgesloten met een huiswerkopdracht. De cursisten krijgen een vel papier (één A4) mee naar huis. De docenten kunnen de huiswerkbladen downloaden vanaf het docentengedeelte van de Dubbelklik website (www.coutinho.nl/dubbelklik). Huiswerkblad Les 1 Op het papier staat een afbeelding van de onderdelen van een computer. Bij elk onderdeel staat een invulvak. De cursisten schrijven de woorden in het betreffende vak: beeldscherm, computer, muis, toetsenbord, koptelefoon, printer. Huiswerkblad Les 2 Op het papier staat een afbeelding van een toetsenbord. Bij verschillende onderdelen staat een invulvak. De cursisten schrijven de woorden in het betreffende vak: letters, cijfers, Backspace, Enter, spatiebalk, Shift en pijltjestoetsen. Huiswerkblad Les 3 Op het papier staat een afdruk van het venster van WordPad. Bij verschillende onderdelen staat een invulvak. Apart staan de woorden die ingevuld moeten worden. De cursisten schrijven de woorden over in het betreffende vak: cursor, Opslaan, Afdrukken, Nieuw, Openen, Afsluiten. Huiswerkblad Les 4 Op het papier staat een afdruk van het venster van Paint. Bij verschillende onderdelen staat een invulvak. Apart staan de woorden die ingevuld moeten worden. De cursisten schrijven de woorden over in het betreffende vak: Potlood, Verfspuit, Opvullen, Afsluiten, Kleuren, Kwast, Gum. Huiswerkblad Les 5 Op het papier staat een afdruk van het venster van Internet Explorer. Bij verschillende onderdelen staat een invulvak. Apart staan de woorden die ingevuld moeten worden. De cursisten schrijven de woorden over in het betreffende vak: adres, handje, Afdrukken, Vorige, Afsluiten. Huiswerkblad Les 6 Op het papier staat een afdruk van het venster van Outlook Express. Bij verschillende onderdelen staat een invulvak. Apart staan de woorden die ingevuld moeten worden. De cursisten schrijven de woorden over in het betreffende vak: e-mailadres, onderwerp, brief, Verzenden en ontvangen, Nieuw bericht, Afdrukken, Afsluiten.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 31/34
V Technische informatie over Dubbelklik Server Dubbelklik Server is de netwerkversie van Dubbelklik. Hieronder vindt u de volgende informatie over Dubbelklik Server: • Systeemvereisten • Dongle • Clientinstaller • Bijzonderheden installatie • Verlengen of uitbreiden licentie • Bij problemen
Systeemvereisten Server: • PC • 133 MHz of meer Pentium-compatible CPU • 64 MB RAM • Cd-romspeler • Netwerkkaart • Vrij USB-slot of parallelle poort (mag in gebruik zijn i.v.m. adapter op dongle) • Videokaart • Monitor • Besturingssysteem: Windows 2000 Server SP4 en Windows Server 2003 (aanbevolen); Windows 2000 Professional SP4 en Windows XP SP2* Client: • PC • P2 200 MHz • 64 MB RAM • Netwerkkaart • Videokaart • Geluidskaart met speakers of hoofdtelefoon • Kleurenmonitor: minimale resolutie 800 x 600 • Besturingssysteem: Windows, versie 98 of recenter • Internet Explorer en Outlook Express (minimaal versie 4) • Macromedia Flash-plug-in (maakt deel uit van clientinstaller) Netwerk: • TCP/IP • IPX/SPX
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 32/34
Dongle • Tijdens de installatie wordt u gevraagd de dongle te plaatsen. Plaats de dongle niet voordat de installer erom vraagt! De installatie van de drivers zal anders mislukken. Na de installatie van Dubbelklik Server dient de dongle geplaatst te blijven, anders hebben de netwerkgebruikers geen toegang meer tot het programma. Mocht u de dongle om wat voor reden dan ook (tijdelijk) willen verwijderen, stop dan eerst Dubbelklik Server: rechtsklik op het pictogram in de taakbalk en selecteer ‘Terminate’ of ‘Stop de service’. Start Dubbelklik Server pas als u de dongle weer heeft geplaatst. Mogelijk start de wizard ‘Nieuwe hardware’ als u de dongle terugplaatst: kies in de wizard dat ‘Windows Update’ niet moet worden gebruikt en klik op ‘Volgende’. Selecteer ‘De software automatisch installeren’. • Voor Windows XP: Als u een USB-dongle plaatst, wordt de wizard ‘Nieuwe hardware’ gestart. Geef aan dat ‘Windows Update’ nu niet moet worden gebruikt en klik op ‘Volgende’. Selecteer ‘De software automatisch installeren’ en ‘Volgende’. Klik ten slotte op ‘Voltooien’ en zet de installatie van Dubbelklik voort door op Volgende te klikken.
Clientinstaller • Installatie op de client voert u uit door op de client te bladeren naar de gedeelde map voor de client-setup en te dubbelklikken op het bestand Client.exe. • Installatie van de Macromedia Flash-plug-in maakt deel uit van de client-installatie. Als de installer een geschikte versie van Flash vindt, wordt deze installatie overgeslagen. Bijzonderheden bij de installatie • Tijdens de installatie wordt u gevraagd een lokale map Dubbelklik aan te maken waarin Dubbelklik Server zal worden geïnstalleerd. Deze map moet na de installatie onder dezelfde naam gedeeld worden, waarbij leesrechten aan alle gebruikers van Dubbelklik moeten worden toegekend. Rechtsklik daartoe de map Dubbelklik en selecteer ‘Delen en beveiliging’. Selecteer ‘Deze map delen’ en daarna ‘Machtigingen’. Voeg in de bovenste helft van het scherm de Dubbelklik-gebruikers toe (of laat de standaardinstelling ‘Iedereen’ staan) en zorg dat onderin onder de kolom ‘Toestaan’ het vakje ‘Lezen’ is aangevinkt. In het geval van de map Netwerkmap zorgt u ervoor dat ook het vakje ‘Schrijven’ is aangevinkt. Klik ten slotte twee keer op ‘Ok’. • In dezelfde map waarin u de map Dubbelklik plaatst, wordt de map Netwerkmap aangemaakt. Na de installatie dient u deze map onder dezelfde naam te delen, waarbij u de Dubbelklik-gebruikers lees- en schrijfrechten toekent (zie hierboven). • Ook wordt u gevraagd een map aan te maken voor de client-setup. Deze map mag u ook situeren op een andere computer. Deze map moet na de installatie onder dezelfde naam gedeeld worden, waarbij leesrechten aan alle gebruikers van Dubbelklik moeten worden toegekend (zie hierboven). NB: In het door u opgegeven pad mag geen underscore (_) of streepje (-) voorkomen!
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 33/34
• Na het kopiëren van de bestanden wordt gevraagd hoe u Dubbelklik Server wil gaan starten: automatisch (aanbevolen) of handmatig. Als u ‘Ja’ kiest, zal het programma na de installatie en na elke herstart van Windows automatisch opstarten (als een Windowsservice). Als u ‘Nee’ klikt, moet u na elke herstart van Windows het programma via het menu ‘Start’ handmatig starten.
Verlengen of uitbreiden licentie Uw licentie op het gebruik van Dubbelklik Server loopt na 1 jaar af. Als u het programma wilt blijven gebruiken, kunt u uw licentie verlengen. U kunt de licentie ook uitbreiden, als u wilt dat meer dan tien personen gelijktijdig van Dubbelklik Server gebruik kunnen maken. Voor het verlengen of uitbreiden van uw licentie kunt u contact opnemen met Uitgeverij Coutinho: Per post: Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum Per e-mail:
[email protected] Telefonisch: 035 - 69 49 991 Bij problemen Bij problemen: deïnstalleer Dubbelklik Server en probeer nogmaals te installeren, met inachtneming van alle aanwijzingen in de installer en deze informatie. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u een e-mail sturen naar
[email protected].
* Als u Dubbelklik Server installeert onder Windows 2000 Professional of Windows XP, dan kunnen maximaal 10 gebruikers gelijktijdig Dubbelklik uitvoeren.
u i t g e v e r ij cout inho
c
Docentenhandleiding bij Dubbelklik – blz. 34/34