De moord op de kartuizers docentenhandleiding
Deze handleiding bestaat uit zes katernen: • Katern 1: met instructies voor de docent over de voorbereidende les en het expositiebezoek (blz. 2) • Katern 2: met de voorbereidende les (blz. 3-5) • Katern 3: met de werkbladen (blz. 5-10) • Katern 4: met de instructie van u en de leerlingen bij het expositiebezoek (blz. 11-14) • Katern 5: met een kijkopdracht voor na het expositiebezoek (blz. 15-17) • Katern 6: bevat alle antwoorden (blz. 18-22) • Bronnenverwijzing (blz. 23)
© drs Hellen Janssen, maart 2009 Redactie: drs Nanne van Poll 1
Katern 1: Instructie voor de docent
De moord op de kartuizers Voor het bezoek aan de tentoonstelling Het geheim van de Stilte, verzoeken wij u om uzelf en uw leerlingen voor te bereiden.
1. De leerlingen hebben informatie nodig over geschiedenis van de Nederlanden rond 1572. Hiervoor is in katern 2 een les voor u samengesteld. De leerlingen halen kennis op en bereiden zich voor op het oplossen van de moord in en rond de expositie. 2. Het bezoek aan de tentoonstelling is in feite een voortzetting van het onderzoek naar de moord dat al in de klas is gestart. 3. Voor goed onderzoek moeten ALLE bronnen bestudeerd worden. In dit geval: bronnen BINNEN en BUITEN de expositie. Het bezoek aan de EXPOSITIE wordt geleidt door klassencoaches. De wandeling met de leerlingen BUITEN de tentoonstelling wordt door u zelf begeleidt. Alle info die u hiervoor nodig heeft, vindt u in katern 4. 4. Om een en ander soepel te laten verlopen, vragen we u de volgende punten goed door te nemen: •
• •
De docent verdeelt de klas in twee groepen. Groep 1 begint met onderzoek in de expositie (de Expositiegroep) en Groep 2 begint met onderzoek buiten (de Buitengroep). De groepen wisselen na circa 45 minuten. Alle leerlingen doen dus zowel binnen als buiten onderzoek. Door de gegevens van binnen en buiten te combineren, kunnen ze een afgewogen oordeel vormen over de moord op de kartuizers. Het is aan te raden om de leerlingen in tweetallen of drietallen te laten samenwerken. Ze kunnen dan gemakkelijk onderling overleggen. Aan het einde van de les is er dan ook een spanning wie van de klas het goede antwoord gevonden heeft. Het doel is dus niet alleen WIE maar vooral WAAROM werden de kartuizer monniken vermoord. Het is daarbij gewenst dat de leerlingen de in de opdracht genoemde kenmerkende aspecten kennen en herkennen.
2
Katern 2: Voorbereidende les Voorbereidende les in een oogopslag Onderwerp: Activiteit: Tijdsduur:
Het begin van de Kartuizer-moord. Leerlingen gaan op onderzoek uit aan de hand van een artikel van de moord op de kartuizers. Een les van 50 minuten.
Doelen: • • • Beginsituatie:
Leerlingen leren het verhaal van de Opstand in grote lijnen. Leerlingen kunnen een hypothese / verwachting opstellen. Leerlingen kunnen oorzaken en gevolgen onderscheiden.
Groep 7 en 8, brugklas of 2e klas. De chronologie-opdracht past ook bij de Tweede Fase.
Voorbereiden: • •
• Instrueren:
Groepjes van 2 maken. Voor elk groepje een set maken van: Opdr. 1: Foto’s van de voorwerpen downloaden – per groepje een envelop of klassikaal. Opdr. 2: Poster Opstand downloaden – per groepje een kaart met de 6 plaatjes. Opdr. 5: De chronologie opdracht. Hiervoor moet u de kaartjes op de volgende pagina kopiëren. Het knippen kunt u aan de leerlingen overlaten. U kunt het ook zelf uitknippen en per tweetal in 1 envelop aan de leerlingen uitdelen. Voor elke leerling de opdrachtenbladen kopiëren. U vindt deze in katern 5.
Wat? We gaan onderzoeken: Wat is er gebeurd in Roermond in 1572? Hoe? In tweetallen wordt de informatie gelezen en gecombineerd tot een logische reeks. Waarom? Door nauwkeurig lezen tot een logische volgorde van gebeurtenissen komen. Tenslotte leren overleggen en beargumenteren in tweetallen. De leerlingen komen tot voorspellingen over de Wie-, Wat-, Waar-, Wanneer en Waarom-vragen. De leerlingen onderzoeken: Opdr. 1: De gegevens van de foto’s van de gevonden voorwerpen. Opdr. 2: De gegevens bij de kaart van Europa a.h.v. korte teksten. Opdr. 3 - 5: Leerlingen begeleiden in het maken van keuzes + voorspellingen.
Verder:
• • •
Leerlingen gaan na het (samen) lezen van de eerste bladzijde aan de slag. Tussenbespreking na opdracht 1 en 2: Hoe zijn de verschillende tweetallen bezig? Een kleine tip over signaalwoorden in de tekst. Samen met de leerlingen 1 poster op het bord plakken en van de juiste personen voorzien. Leerlingen gaan verder met voorspellingen doen.
Nabespreken: Wat: Behandeling antwoorden. Vooral het doornemen van 3-5 is belangrijk. Hoe: Hoe hebben jullie het aangepakt? Waarom: Waarom hebben jullie het zo aangepakt? Meer weten over de Opstand?
www.anno.nl, www.Teleblik.nl en www.entoen.nu 3
Kaartjes algemene Chronologie
1. Het kartuizerklooster Bethlehem wordt al in de Middeleeuwen gesticht in Roermond.
9. De kartuizers komen weer terug naar hun klooster Bethlehem in Roermond.
2. Filips II stuurt zijn beste generaal, de hertog van Alva naar De Nederlanden om de protestanten voor het vernielen van de kerken te straffen. Willem van Oranje vlucht naar het kasteel van zijn ouders in Dillenburg (Duitsland). Hier begint de 80-jarige oorlog.
10. Plakkaat van Verlatinghe: de noordelijke gewesten gaan nog een stap verder en zetten Filips II af als hun koning.
3. De prior van de kartuizers monniken uit Roermond vlucht met zijn monniken naar Keulen.
11. Willem zit met Filips op school in Brussel, in het paleis van Keizer Karel de Vijfde.
4. De watergeuzen steunen Willem van Oranje en proberen de hertog van Alva te verslaan. De eerste keer dat ze groot succes hebben, is de verovering van Den Briel in Zeeland op 1 april. Ze benoemen Willem van Oranje weer als stadhouder. Ze gaan proberen ook andere steden los te maken van het strenge regime van Filips II.
12. Willem van Oranje wordt vermoord door Balthasar Gerards.
5. Als Filips volwassen is, wordt hij koning van De 13. Roermond wordt door de soldaten van Willem van Oranje vrij Nederlanden en Spanje. Willem is eregast op het feest als gemaakt van Filips II. Filips gekroond wordt. 6. Omdat de Zuidelijke gewesten van De Nederlanden Filips II helpen, gaan de 7 Noordelijke gewesten samen verder. Zij vormen de Unie van Utrecht.
14. Filips II houdt niet van De Nederlanden, dus hij verlaat al snel dit land en gaat naar Spanje. Zijn zus Margaretha van Parma neemt als landvoogdes het bestuur van De Nederlanden over. Om haar te helpen, benoemt hij Willem van Oranje tot stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.
7. Willem van Oranje wil meer macht voor de adel en steden in De Nederlanden. Filips II is het hier niet mee eens. Hij eist zelfs dat alle mensen die protesteren tegen de katholieke kerk, in de gevangenis moeten komen of vermoord moeten worden.
15. De beste vrienden van Willem van Oranje worden vermoord: de graaf van Horn en de graaf van Egmond. Veel mensen zijn boos.
8. Roermond wordt heroverd door de soldaten van de hertog van Alva.
16. De Beeldenstorm. In reactie op de strenge wetten van Filips II, vernielen de protestanten katholieke kerken. Filips II is woedend. Willem is ook boos, want hij is voor vrijheid van godsdienst. 4
Katern 3: De werkbladen bij de voorbereidende les PERSBERICHT Bloedige pij gevonden!
KARTUIZER VERMOORDT?! Roermond, 1 april 2008. In de late namiddag is er onder de gewelven van een huis aan de Swalmerstraat in Roermond een koffer gevonden. De vondst lijkt te wijzen op een moord. Uit forensisch onderzoek blijkt dat de moord gepleegd moet zijn in 1572. Maar WIE er vermoord is, WAAR WANNEER en WAAROM is niet duidelijk. De politie staat voor een raadsel.
Vertelt het schilderij van de monnik met het geweer de waarheid?
De volgende tekst werd in het Gemeentearchief van Roermond gevonden: Wat een herrie zeg - ’s Ochtends vroeg kijkt mevrouw Neutjes uit het bovenste raampje van haar huis aan de Swalmerstraat. Wat een herrie! Er stormen mannen met wapens door de straat en ze bonken op de deuren van het klooster. Broeder Stephanus van Roermond doet de poort open. Nu stormen de mannen naar binnen. Wat daar aan de hand is? Helemaal precies begrijpt mevrouw Neutjes het niet. Wie zijn die vreemde mannen en wat doen ze bij de monniken? Het zijn arme monniken die juist bijna niks hebben. Hm..raar. Die middag raapt ze een aantal voorwerpen op en bewaart ze in een grote koffer op zolder. Misschien dat iemand uit het klooster dit later wel wil hebben. Een jaar geleden, toen de eerste aankondigingen van deze tentoonstelling in de kranten kwamen te staan, werd een groot koffer naar het klooster gebracht. In het koffer zitten 5 voorwerpen: 1. een rozenkrans 2. een gescheurd hemd 3. een zwaard met het stadswapen van Toledo erop 4. een “arm-band” in drie kleuren 5. en tenslotte een bebloede pij met de letters SvK Het is duidelijk voor de tentoonstellingsmakers: hier is iets vreselijks gebeurd!!! Mevrouw Neutjes kon niet schrijven en heeft geen dagboek achtergelaten. Toch is er veel informatie. Er is een dagboek van de soldaten die de stad bestormen, er zijn brieven van de Burgemeester van Roermond en er is een klein boekje met een verhaal over een moord op de kartuizers in Roermond. Ook gaan jullie naar het klooster waar de voorwerpen gevonden zijn… en we komen zelfs langs het huis van mevrouw Neutjes… 5
Opdracht 1. Het bestuderen van de voorwerpen BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt?
De Rozenkrans Tekening van het symbool op de achterzijde van de Rozenkrans
2. Wie zou het voorwerp hebben gebruikt?
3. Op welke plek werd dit voorwerp gebruikt?
4. Herken je de afbeelding op de achterzijde? Vraag het anders aan je docent.
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: 1. Van welk materiaal is het kledingstuk gemaakt?
Het gescheurde hemd Tekening van het gescheurde hemd
2. Wie zou het voorwerp hebben gedragen? 3. Waarom zal het hemd zo vuil zijn?
4. Hoe zou de scheur in het hemd zijn gekomen?
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt?
Een arm-band in drie kleuren Tekening van de arm-band
2. Wie zou het voorwerp hebben gebruikt? 3. Welke kleuren heeft de armband? Waaraan doet je dat denken?
4. Waar werd dit voorwerp voor gebruikt in 1572?
6
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt?
Het zwaard Tekening van een deel van het zwaard
2. Wie zou het voorwerp hebben gebruikt? Kijk eens goed naar de vorm van het handvat. Kun je iets vertellen over deze persoon?
3. Waarvoor werd dit voorwerp gebruikt?
4. Welke tekst staat er op het plaatje?
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt?
De bebloede pij Tekening van (een deel van) de pij
2. Wie zou het voorwerp hebben gedragen? 3. Waar zit het meeste bloed? Hoe zou dat daar zijn gekomen?
4. Welke letters staan er in de pij?
7
Opdracht 2. Wie is Wie in de Opstand in de Nederlanden? Om te kunnen bepalen welke namen bij de groepen van daders horen, is het belangrijk om gezichten en plaatsen te herkennen. Vraag aan je docent de kaart van de Opstand in de Nederlanden PLUS de zes plaatjes van belangrijke personen. Deze zitten onderaan de poster en kun je afknippen. Hieronder vind je informatie over de belangrijkste personen in de Opstand in De Nederlanden. Lees goed. 1. Zoek welk plaatje bij welke persoon hoort. 2. Plak het plaatje van de belangrijke persoon op de juiste plek in de kaart! Vraag voordat je gaat plakken aan je docent of je goed gekozen hebt! Ik ben Hertog van Alva In Spanje, waar ik vandaan kom, heet dat: Don Fernando Álvarez de Toledo. Zelfs mijn zwaard heeft deze naam. Als generaal in het Spaanse leger ben ik een held. Ze noemen me ook wel de Grote Hertog. In De Nederlanden zijn ze minder blij met me. Ze noemen me de IJzeren Hertog. Ik ben erg goed bevriend met koning Filips II, waardoor hij mij vaak vraagt om hem te helpen. Dit doe ik graag voor hem. Ik heb hem immers trouw gezworen. Ik heb een witte puntige baard. Ik ben Filips II Ik heb in 1555 De Nederlanden en Spanje van mijn vader geërfd. Ik ben er een paar keer geweest, maar ik vind het te nat en te koud. Het liefst blijf ik het hele jaar in Spanje en laat ik mijn zus Margaretha van Parma De Nederlanden besturen in mijn naam. Er is alleen een probleem. Margaretha luistert de laatste tijd niet meer zo goed naar mij. Ze wil de protestanten in De Nederlanden niet streng aanpakken. En de stadhouder van Holland en Zeeland, mijn oudklasgenootje Willem van Oranje, is het met haar eens. Ik denk dat ik mijn vriend Alva naar De Nederlanden stuur om haar te helpen. Ik draag een harnas en draag een stok als teken van macht. Ik ben Willem van Oranje Ik heb in Brussel op school gezeten met Filips II. Nu Filips koning is, heb ik trouw aan hem gezworen. Ik bestuur voor hem en zijn zus Margaretha de gewesten Holland en Zeeland. Deze gewesten zijn erg rijk door de handel via de zee. Filips is streng katholiek. Daarom heeft hij me gevraagd om alle protestanten op te pakken en te vermoorden. Ik vind zijn aanpak te streng. Ik heb hem gevraagd of het niet soepeler kan. Als dat niet kan, sluit ik me aan bij de protestanten. Dan moet hij toch wel minder streng worden? Ik draag een witte kraag en heb een blauwe mutsje op mijn hoofd. Ik ben prior Joachim van Tongerloo Ik ben priester en bestuur het kartuizer klooster Bethlehem in de Swalmerstraat in Roermond. Er zijn in mijn klooster 12 monniken en 6 broeders. De broeders helpen ons in de keuken. Mijn monniken bidden elke dag tot God met een rozenkrans.Je herkent me aan mijn witte pij. Ik ben Stoffer van Muggen broek, burger van Roermond Ze hebben me gevraagd om veldwachter te worden. Er komen steeds meer soldaten in dit deel van het land en de burgemeester vond het slim om extra schutters in dienst te nemen. Toen ik veldwachter werd kreeg ik een wapen: een hellebaard. Ik ben Gilles van Barlymont, stadhouder van het gewest Gelre en Zutphen Ik bestuur dus in naam van Filips II deze twee gewesten. Als er onrust is in mijn gewest, stuur ik soldaten. Je herkent me aan mijn brede kraag en mijn gestreepte hemd. 8
Opdracht 3. Wie bij welk voorwerp? Je kunt nu bij elk voorwerp een persoon koppelen! Soms kunnen er wel 2 personen bij 1 voorwerp passen! Dat is niet erg. In de tentoonstelling zul je ontdekken wie het gedaan heeft!
Het voorwerp De Rozenkrans
De persoon
Het gescheurde hemd Het zwaard De armband De bebloede pij
Opdracht 4. De HYPOTHESE – Wie denken wij dat het gedaan heeft? Zoals in elk moord onderzoek is er een dader, een slachtoffer en een moordwapen. Dader?
Wij verdenken nu:
Slachtoffer?
Wij verdenken nu:
Moordwapen?
Wij verdenken nu:
Plaats?
Wij denken nu:
9
Opdracht 5. Waarom? Om te bepalen Waarom er een moord gepleegd is, moet je eerst iets weten over De Opstand in de Nederlanden. En vooral… wat er tijdens de Opstand gebeurd is in Roermond. Vraag je docent naar de envelop met de gebeurtenissen en lees de kaartjes goed door. Zet de gebeurtenissen van eerder naar later. Leg daarvoor de kaartjes in de goede volgorde. Overleg in tweetallen. Let op! Ieder kaartje geeft een hint naar wat eraan vooraf ging OF wat erop volgt! Werk goed samen met je klasgenootje. Samen kom je er wel uit! De goede volgorde van de nummers is: Schrijf hier je antwoord:
Wat gebeurde er met de stad Roermond tijdens de Opstand? Schrijf hier je antwoord:
Katern 3: De antwoorden. Voorbereidende les 1: Voorbereidende les 2:
Waarom denk je dat er in die tijd een moord is gepleegd? Schrijf hier je antwoord:
Je bent nu klaar om naar de tentoonstelling te gaan. Want… in de stilte van de tentoonstelling vind je de antwoorden!
10
Katern 4. Het expositiebezoek Wat doen de leerlingen in de expositie (de Expositiegroep)? • • • •
De Expositiegroep krijgt een korte instructie over de opdracht door de expositie begeleider: de klassencoach. Elke leerling van de Expositiegroep ontvangt een expositieboekje. In twee- of drietallen gaan de leerlingen na de instructie op onderzoek uit in de tentoonstelling. De klassencoach wijst aan wie waar begint. Zo verspreiden de leerlingen zich over de tentoonstelling. De leerlingen bekijken allemaal vier ruimtes in de tentoonstelling: 1. De Kruisgang – leerlingen bekijken voorwerpen uit het dagelijks leven 2. De Kapittelzaal – leerlingen bekijken twee schilderijen over de moord 3. De bibliotheek – leerlingen bekijken een muurschildering en boeken 4. De Caroluskapel – leerlingen bekijken de relieken en zichtbare rijkdom
• • • • • • •
De leerlingen mogen tussendoor vragen stellen aan de klassencoach. De leerlingen gaan op zoek naar WIE de moordenaar kan zijn en HOE de moord gepleegd is. Zoals bij een echt mysterie, moet ieder groepje alle vier mogelijke moordenaars onderzoeken. De mogelijke moordenaars zijn: burgers, soldaten van Oranje, soldaten van Alva en de monniken. De leerlingen krijgen een boekje voor het Buitendeel en voor het expositiedeel. De boekjes vormen samen twee katernen van een middeleeuws boek. Op school zouden de katernen tot één exemplaar gebonden kunnen worden. De leerlingen beschrijven in het expositieboekje voorwerpen en schilderijen. Hierdoor kunnen ze bewijzen WIE de moordenaar is. De klassencoach geeft aan hoe laat alle leerlingen in de Caroluskapel bij elkaar komen. In de Caroluskapel verzamelen de leerlingen. De klassencoach vraagt bij handopsteken wie ze denken dat de moord gepleegd heeft. Dit is een VOORLOPIGE verdenking. Alleen als de leerlingen al buiten geweest zijn, kan de klassencoach het goede antwoord geven.
11
Wat doen de leerlingen – ONDER UW LEIDING - in buiten (de Buitengroep)? • • • •
De Buitengroep gaat onder begeleiding van de eigen docent op een korte stadswandeling en zoekt bewijsmateriaal in de directe omgeving van de Kapel. De Buitengroep stopt op vijf locaties. Indien er tijdsdruk is, kan de locatie Wernertoren vervallen. Bij elke locatie heeft de docent een “kijkblad met richtvragen”. Het staat de docent vrij om hier gebruik van te maken. Op vier locaties krijgen de leerlingen IN IEDER GEVAL vijf of zes kaartjes die iets vertellen over die plaats. De leerlingen ordenen de informatie in hun Buitenboekje en gaan verder naar de volgende locatie. Ze kunnen de nummers in hun Buitenboekje noteren. Locatie De markt en het stadhuis
Algemene lijn van informatie Hier sprak Willem van Oranje tegen de burgers van Roermond en moest de bevolking kiezen of ze met hem mee zouden vechten of tegen hem zouden vechten. De Rattentoren Een van de oudste torens in de stad. Ideaal om te laten zien hoe de stad verdedigd werd. De kaartjes gaan over de verdediging van de stad. De Wernertoren Deze toren is alleen nog in de gele stenen in de straat en in een gevelsteen terug te zien. Om leerlingen voldoende tijd te geven, is hier geen extra bronnenset. Bij tijdgebrek kan dit geschrapt worden. De Kattentoren Deze toren wordt gerestaureerd. Op deze plek werd door burgers van Roermond de deur geopend om de vijandelijke Oranjesoldaten tot de stad toe te laten. De dubbele houding van de burgers wordt hier duidelijk. Daarnaast zijn er kogels in de muur van een huis te vinden. Het Bij dit klooster speelde de moord zich af. Zowel details in de gevel als de kartuizerklooster tuin en de muren tonen nog sporen van de strijd. Bijv. een kanonskogel en de Carolus in de muur. Hier ook aandacht voor de devotie van de monniken. kapel
• •
In hun boekje kunnen de leerlingen de nummers van de kaartjes noteren bij de verschillende moordenaars. De volledige bronnenset staat aan het einde van deze katern en kan door de eigen docent weer in de klas besproken worden. Terug bij de expositie verzamelen de leerlingen. De eigen docent vraagt bij handopsteken wie ze denken dat de moord gepleegd heeft. Dit is een VOORLOPIGE verdenking. Alleen als de leerlingen al binnen geweest zijn, kan de klassencoach het goede antwoord geven.
Nabespreken op school en suggesties • • •
•
De docent kan op school nog een keer met leerlingen kijken naar de moord en de plaats die de moord heeft binnen De Opstand. Ook is er de extra opdracht waarbij precies wordt ontdekt WELKE monnik, WAAR en met welk WAPEN vermoord werd. In een klassengesprek is het ook mogelijk om de vraag te stellen of hier sprake is van ZINLOOS GEWELD. De docent kan – aansluitend op de les – nog een keer terugkoppelen naar de poster en de hoofdpersonen van De Opstand. Aangezien de schilderijen van de moord over heel Europa verspreid zijn geraakt, is de moord in Roermond door Filips II gebruikt in de propaganda TEGEN de protestanten. De docent kan ingaan op de invloed van propaganda en een link leggen naar de invloed van propaganda nu. De docent kan de leerlingen in een klassengesprek bespreken of burgers de vrijheid hebben om in opstand te komen tegen een koning of president die wetten maakt waar ze het niet mee eens zijn. 12
De bronnenset die de kinderen buiten gaan gebruiken Locatie: Buiten bij de Markt/ bij het Stadhuis 1. 6 mei 1572: Hertog van Alva waarschuwt Roermond voor rebellen, geuzen en vijanden van koning Filips II. 2. 16 juli 1572: De trompetter van de prins van Oranje heeft een brief gebracht voor de stad Roermond. De burgemeester heeft de brief niet aan willen nemen. Hoewel hij niet weet wat er in de brief staat, is hij bang dat de prins de stad aan zal vallen. Ze vragen nog snel hulptroepen uit Maastricht. 3. De hertog van Alva zegt dat GEEN ROERMONDENAAR soldaat mag worden in het leger van Oranje. 4. Willem van Oranje praat luid en duidelijk tegen de mensen op de markt. Hij wil de Roermondenaren helpen om SAMEN met hem in opstand te komen tegen Fillips II. Ze hoeven niet mee te doen – het is een verzoek. 5. De burgers van Roermond vinden dat Willem van Oranje groot gelijk heeft dat hij vecht tegen koning Filips II. 6. De burgers van Roermond zijn bang voor het leger van koning Filips II dat geleid wordt door de hertog van Alva. De soldaten van Alva plunderen en vernielen alles in de stad als ze niet genoeg betaald krijgen door de burgers.
Locatie: Buiten bij de Rattentoren 7. De arme burgers hadden helemaal geen ervaring met het gebruik van vuurwapens in de strijd en vluchtten van de muren weg. 8. De soldaten van Willem van Oranje halen ladders op uit het kamp en brengen de kanonnen in stelling om de stad te beschieten. 9. Als Willem van Oranje de stad binnen is, komen burgers hem de hand schudden. Ze vertellen hem dat ze blij zijn met zijn komst. 10. Fernande Alvarez van Toledo, de hertog van Alva, schrijft aan de stad Roermond dat hij blij is te horen dat er soldaten uit Maastricht zijn gekomen om de burgers te helpen de stad te verdedigen. Hij komt 2 maanden na de moord op de kartuizers op bezoek. De burgers feesten om zijn komst te vieren. 11. Alle burgers, ook de monniken en nonnen die konden, hielpen mee om de stad te verdedigen. Ze droegen daarom ook wapens.
13
Locatie: Buiten bij de Kattentoren 12. Kloosters werden leeggeroofd door soldaten EN burgers uit de achterbuurten van Roermond. 13. Sommige burgers van Roermond willen terug naar een eerlijk geloof. Zij zijn protestants. Zij openden stiekem rond 7 uur ’s ochtends op 23 juli de poort bij de Kattentoren. 14. Een gewonde monnik vlucht naar het huis van een burger. De burger is zo brutaal om geld te vragen voor zijn hulp aan deze arme monnik. 15. Burgers willen mee betalen om de kartuizer monniken vrij te kopen uit de gevangenschap van het leger van Willem van Oranje. 16. Onder de kreet “Geld! Geld!” dringt het volk aan de voorzijde het klooster binnen.
Locatie: Buiten bij het kartuizerklooster en de Caroluskapel 17. Bij de doodshoofdjes: Tijdens de inval in het klooster zegt de prior tegen zijn monniken: We hebben ons hele leven tot God gebeden: Memento Mori – Gedenk te sterven. Laten we God bidden voor kracht en steun en dat we in de Hemel komen. 18. De protestanten vernietigen de beelden in het klooster. Ze hebben een hekel aan de rijkdom en schijnheiligheid van de monniken. 19. De monnik Willem Wellen wordt met een zwaard op zijn hoofd geslagen en naar buiten gesleurd. Ze blijven hem vragen naar geld en kostbaarheden. Bij de kloosterpoort wordt hij tenslotte neergeschoten. 20. De kartuizers vonden dat alle mensen katholiek moesten leven volgens de wil van God. Ze waren blij met hun koning Filips II omdat hij het met hen eens was dat iedereen zuiver en eerlijk moet leven. 21. Monnik Vincentius van Herck zorgde in het klooster voor de zilveren kelken en dure gewaden. De gewapende mannen vonden hem en dwongen hem verkleed als in een carnavalsoptocht door de stad te lopen. Iedereen mocht hem bespugen, slaan en schoppen. Toen zijn neus en oren werden afgesneden en zelfs de huid van zijn gezicht werd gehaald zei Vincentius rustig: “Ik vergeef het jullie. Om de liefde tot God, stop met deze mishandelingen.” Een soldaat krijgt medelijden en schiet! MIS! Vincentius wordt dan maar opgehangen in de poort naar de Caroluskapel. 22. De soldaten van Willem van Oranje waren protestants.
14
Katern 5. Extra opdracht voor na het bezoek Reconstructie van de moord op de kartuizers Hiermee ontdek je precies WELKE monnik, WAAR en met welk WAPEN vermoord werd. Het schilderij hing in de kartuizer tentoonstelling. Het komt uit de collectie van het Stedelijk Museum Roermond en hangt in de vaste presentatie ‘Historie van Roermond’.
Met de tekst op de achterkant van dit blad kun je volgen wat er op die bewuste dag gebeurde. De informatie komt uit het gemeentearchief van Roermond.
15
Deze tekst is een beschrijving van wat er tijdens de inval gebeurde Onder de kreet “Geld! Geld!” drong het volk aan de voorzijde het klooster binnen.
Broeder Albert van Winsen, de kok van het klooster wordt op bed vermoord.
Broeder Jan van Sittard, de bakker, heeft zich verscholen onder een hoop takken. Ook hij wordt vermoord.
De bejaarde monniken Erasmus van Maastricht en Mathias van Keulen zijn te oud om snel weg te komen. Ze worden bij de cel, waar ze slapen, vermoord met het zwaard.
In een kloostercel vragen de mannen de bejaarde Willem Wellen (de oud-prior van het klooster) en zijn neef monnik Leonard van Luik naar het geld. Pas nadat ze hem aan de borst verwonden, geeft hij een zilveren wierookvat, zilveren kelken en sieraden. Zijn leven wordt gespaard. Zijn neef Leonard wordt mishandeld en meegenomen.
In de kerk wordt monnik Hendrik Wellen met een dolk neergestoken.
Monnik Nicolaas van Gangelt wordt biddend in zijn handen geschoten en voor dood achtergelaten.
Monnik Jan van Maastricht krijgt een sabelwond aan zijn hoofd, wordt gevangengenomen en voor losgeld vrijgelaten. Een rondlopend hondje likt direct na de sabelslag het bloed van de grond op…
De soldaat gelooft het niet dat monnik Johannes Leewis niet weet waar het geld verstopt is: “Ik weet wel beter, allemaal praatjes,” en hij steekt Leeuwis neer.
Monnik Asch wordt door een kogel in zijn arm geraakt en met een hamer op zijn hoofd geslagen. Als hij weer een beetje bijkomt, bidt hij tot God. Een soldaat die dat hoort zegt: “Vuile monnik, ophouden met die onzin” en slaat toe.
Monnik Severus van Koblenz was in Roermond op bezoek. Hij wordt met een sabel op zijn hoofd geslagen. Er komt een straal bloed van 18 voet (ongeveer 5,5 meter) hoog uit zijn hoofd spuiten – die de muur naast het Mariaaltaar raakt.
Paul van Waalwijk, de kapelaan van bisschop Lindanus van de St. Christoffelkerk is ook in het klooster. Hij was gekomen om met de kartuizers te sterven. Hij wordt met een kogel en verschillende dolksteken vermoord. Zijn lijf wordt in stukken gehakt en zijn hart wordt uit zijn lichaam gesneden en in zijn gezicht gegooid. 16
Antwoorden Reconstructie moord
monniken Erasmus van Maastricht en Mathias van Keulen Paul van Waalwijk
Leonard Wellen Hendrik Wellen
Jan van Maastricht
Severus van Koblenz
Leewis
Nicolaas van Gangelt
Monnik Asch
17
Katern 6: De antwoorden In deze katern staan de goede antwoorden. De leerlingen kunnen in principe ieder gewenst antwoord invullen + iedere gok maken. Halverwege brengen ze hun gegevens bij elkaar in een voorlopige conclusie. Ze werken verder en komen tot een uiteindelijke conclusie. Bij het verlaten van de expositie of op school kan de docent dan ingaan op het goede antwoord/de goede antwoorden.
Voorbereidingen op school Les 1: Het bestuderen van de gevonden voorwerpen BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: De Rozenkrans 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt? HOUT
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: Het hemd 1. Van welk materiaal is het kledingstuk gemaakt? KATOEN / LINNEN
2. Wie zou het voorwerp hebben gebruikt? EEN MONNIK
2. Wie zou het voorwerp hebben gedragen? EEN BURGER
3. Op welke plek werd dit voorwerp gebruikt? IN EEN KERK OF KLOOSTER
3. Waarom zal het hemd zo vuil zijn? OUDERDOM + NOOIT GEWASSEN
4. Herken je de afbeelding op de achterzijde? Vraag het anders aan je docent. DE AFBEELDING BETEKENT ‘PAX CHRISTI’ EN IS LATIJNS VOOR VREDE VAN CHRISTUS
4. Hoe zou de scheur in het hemd zijn gekomen? GEVOCHTEN
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: Het zwaard 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt? METAAL
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: armband 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt? KATOEN / LINNEN 2. Wie zou het voorwerp hebben gebruikt? EEN SOLDAAT of BURGER
2. Wie zou het voorwerp hebben gebruikt? Kijk eens goed naar de vorm van het handvat. Kun je iets vertellen over deze persoon? EEN SOLDAAT. HET HANDVAT IS MOOI VERSIERD. HET ZWAARD IS VAN EEN RIJKE SOLDAAT GEWEEST 3. Waarvoor werd dit voorwerp gebruikt? OM TE VECHTEN 4. Welke tekst staat er op het plaatje? TOLEDO. DIT IS EEN PLAATS IN SPANJE
3. Welke kleuren heeft de armband? Waaraan doet je dat denken? ORANJE WIT BLAUW DE NEDERLANDSE VLAG! 4. Waar werd dit voorwerp voor gebruikt in 1572? OM AAN TE GEVEN DAT JE BIJ EEN BEPAALDE GROEP HOORDE. SOLDATEN VAN ORANJE DROEGEN DEZE BANDEN TIJDENS DE OORLOG
18
BESCHRIJVING VAN HET VOORWERP: de pij 1. Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt?
KATOEN / LINNEN
2. Wie zou het voorwerp hebben gedragen?
EEN MONNIK
3. Waar zit het meeste bloed? Hoe zou dat daar zijn gekomen?
BIJ DE NEK / HOOFD DOOR EEN WOND AAN HET HOOFD / NEK
4. Welke letters staan er in de pij?
SVK
Les 2: Wie is wie in de opstand in de Nederlanden? Zie de afbeeldingen op de poster.
Les 3: Wie bij welk voorwerp? Het voorwerp De Rozenkrans Het gescheurde hemd
Het zwaard
De armband De bebloede pij
De persoon PRIOR JOACHIM STADSHOUDER GILLES FILIPS II HERTOG VAN ALVA STOFFER VAN MUGGEN BROEK WILLEM VAN ORANJE FILIPS II HERTOG VAN ALVA WILLEM VAN ORANJE WILLEM VAN ORANJE STOFFER VAN MUGGEN BROEK PRIOR JOACHIM
Les 4: De hypothese – Wie denken wij dat het gedaan heeft? EIGEN INTERPRETATIE DOOR DE LEERLINGEN
Les 5: algemene chronologie De goede volgorde van de kaartjes is: 1, 11, 5, 14, 7, 16, 2, 15, 4, 13, 3, 8, 9, 6, 10 en 12.
19
Antwoorden voor het expositie bezoek Expositieboekje Moordenaar Bewijs voor de Monniken onderling Maak hier een tekening van 1 voorwerp of een (deel van een) schilderij dat je een goed bewijs vindt voor de schuld van de monniken. SCHILDERIJ VAN MONNIKEN MET MOORDWAPENS (dit zijn eigenlijk martelaren met een attribuut) Welke redenen hebben de monniken om de monnik te vermoorden? Bekijk 4 plaatsen in de tentoonstelling en schrijf op wat je vindt: 1. In de bibliotheek is een muurschildering over het leven na de dood. Alle mensen in de Middeleeuwen geloofden dat ze na hun dood in de hemel zouden komen bij God OF in de hel bij de duivel. Hoe wordt de hel afgebeeld in deze muurschildering? ALS EEN GROTE MOND En… zouden ze dan nog een moord durven te plegen? NOOIT, ZE WILLEN IN DE HEMEL KOMEN, DAAR BIDDEN ZE VOOR. 2. In de kapittelzaal hangt een portret van een monnik die bidt bij Maria. Waaraan zie je dat hij bidt? GEVOUWEN HANDEN In een gebed vraag je altijd iets voor jezelf of anderen. Wat zou hij Maria vragen? EIGEN ANTW. 3. In de kapel is veel te zien. Wat zou voor de monniken hier belangrijk zijn? KRUISBEELD – ALTAAR – BEELDEN 4. Het dagelijks leven van de monniken was ARM EN SOBER De monniken hadden medelijden met SvK WANT HIJ WERD VERMOORD
Moordenaar Bewijs voor de Soldaten van Alva Maak hier een tekening van 1 voorwerp of een (deel van een) schilderij dat je een goed bewijs vindt voor de schuld van de soldaten van Alva. -SCHILDERIJ VAN DE MOORD, JE ZIET SOLDATEN Welke redenen hebben de soldaten van Alva om de monnik te vermoorden? Bekijk 4 plaatsen in de tentoonstelling en schrijf op wat je vindt: 1. In de kapittelzaal hangt een groot schilderij met soldaten. Zullen dit de soldaten van Alva zijn geweest? Waaraan herken je ze? NEE – HET ZIJN DE SOLDATEN VAN WILLEM VAN ORANJE 2. In de kapel is veel te zien. Wat zou de soldaten van Alva hier willen stelen of komen redden? GOUD – RELIEK VAN DYONISIUS DE KARTUIZER – KRUISBEELD (WANT KATHOLIEK) 3. Het dagelijks leven van de monniken was ARM EN SOBER De soldaten van Alva hadden medelijden met de monniken WANT ZE WERDEN AANGEVALLEN 4.In de bibliotheek is een muurschildering over het leven na de dood. Alle mensen in de Middeleeuwen geloofden dat ze na hun dood in de hemel zouden komen bij God OF in de hel bij de duivel. Hoe wordt de hel afgebeeld in deze muurschildering? GROTE MOND En… zouden ze dan nog een moord durven te plegen? NEE, ZE WAREN KATHOLIEK
20
Moordenaar
Bewijs voor de Soldaten van Willem van Oranje
Teken een voorwerp of een (deel van een) schilderij dat je een goed bewijs vindt voor de schuld van de Soldaten van Willem van Oranje. -SOLDATEN VERMOORDEN DE MONNIKEN OP SCHILDERIJ MOORD – BOEKJES EN PRENTEN WAARIN DIT OOK STAAT – IN DE FILMRUIMTE WORDEN DE PRENTEN OOK GETOOND. Welke redenen hebben de soldaten van Willem van Oranje om de monnik te vermoorden? Bekijk 4 plaatsen in de tentoonstelling en schrijf op wat je vindt: 1. In de kapel is veel te zien. Wat zou de soldaten van Oranje hier willen stelen? GOUD – ZILVER – KELKEN – LOOD VAN DE RAMEN VOOR KOGELS 2. Omcirkel het goede antwoord. Het dagelijks leven van de monniken was ARM EN SOBER De soldaten van Oranje waren boos op de monniken, want ZIJ WAREN KATHOLIEK/ LEEFDEN IN LUXE TERWIJL ZE SOBER MOESTEN LEVEN 3.In de bibliotheek is een muurschildering over het leven na de dood. Alle mensen in de Middeleeuwen geloofden dat ze na hun dood in de hemel zouden komen bij God OF in de hel bij de duivel. Hoe wordt de hel afgebeeld in deze muurschildering? GROTE MOND Zouden ze dan nog een moord durven te plegen? NEE – ZE GELOOFDEN IN GOD 4. In de kapittelzaal hangt een schilderij met soldaten. Zullen dit de soldaten van Oranje zijn geweest? Zo ja, waaraan herken je ze? JA, ZE DRAGEN DE KLEUREN VAN ORANJE/ ZE ZIEN ERUIT ALS SOLDATEN.
Moordenaar Bewijs voor de Burgers Teken een voorwerp of een (deel van een) schilderij dat je een goed bewijs vindt voor de schuld van de burgers. -SCHILDERIJ MET DE BURGERS Welke redenen hebben de burgers om de monnik te vermoorden? Bekijk 4 plaatsen in de tentoonstelling en schrijf op wat je vindt: 1.Omcirkel het goede antwoord. Het dagelijks leven van de monniken was ARM EN SOBER. De burgers hadden medelijden met de monniken/ waren jaloers op de monniken / waren boos op de monniken, want…. MEERDERE ANTWOORDEN ZIJN GOED. BOOS EN JALOERS VANWEGE RIJKDOM EN MEDELIJDEN VANWEGE DE GRUWELIJKHEID VAN DE MOORD 2. In de bibliotheek is een muurschildering over het leven na de dood. Alle mensen in de Middeleeuwen geloofden dat ze na hun dood in de hemel zouden komen bij God OF in de hel bij de duivel. Hoe wordt de hel afgebeeld in deze muurschildering? GROTE MOND En..zouden ze dan nog een moord durven te plegen? NEE – ZE GELOVEN IN GOD 3. In de kapittelzaal hangt een schilderij met woest uitziende mannen. Zullen dit de burgers zijn geweest? (denk aan kleding/wapens) NEE – HET ZIJN SOLDATEN VAN ORANJE – DIE DOOR FILIPS II ALS BARBAREN WORDEN AFGEBEELD 4. In de kapel is veel te zien. Wat zou de burger hier willen stelen? GOUD – ZILVER – GLAS IN LOOD
21
Buitenboekje Moordenaar Burgers Soldaten van Willem van Oranje Soldaten van Alva Monniken
Bewijs dat zij WEL de moordenaar zijn 5, 6, 9,12, 13, 14 4, 8, 16, 18, 19, 21, 22
Bewijs dat zij NIET de moordenaar zijn 3, 7, 10, 11, 15 4, 9
6 11
1, 2, 10 17, 20
De Moordenaar Wij denken dat de dader is: EIGEN ANTWOORD LEERLING – GOEDE ANTWOORD: SOLDATEN VAN ORANJE De belangrijkste reden voor ons vermoeden is: 1. DE SOLDATEN STAAN OP HET SCHILDERIJ 2. DE SOLDATEN HEBBEN DE STAD AANGEVALLEN 3. ZE ZIJN PROTESTANT We vonden de informatie in de tentoonstelling in de zaal genaamd: KAPITTELZAAL Dit klopt met de informatie die we buiten gevonden hebben, want: JA WANT DE SOLDATEN VAN ORANJE VIELEN DE STAD AAN. ZE ZOUDEN HULP KUNNEN HEBBEN GEHAD VAN BURGERS. We denken dat het moordwapen is: ZWAARD
Het slachtoffer Extra opdracht Je hebt nu gezocht naar de moordenaar… maar weet je al van wie de pij is? Vraag bij de klassencoach naar het blad met de aanwijzingen. Zoek in de kapittelzaal naar het schilderij met de soldaten erop. Kijk achterop het blad voor wie wie is…. Hoe heet de monnik waarvan de letters SvK in de pij staan? SEVERUS VAN KOBLENZ Maak hier een schets van het slachtoffer! DE MONNIK MET DE BLOEDSTRAAL Het moordwapen is….EEN ZWAARD
22
Bronnenlijst Basis voor de schriftelijke bronnen en schilderijen Oud Archief van de Gemeente Roermond – Stadsarchief Roermond. Stedelijk museum Roermond. VVV Roermond. Gebruikte literatuur Bree, G.W.G. van, Inventaris van de oude archieven van de stad Roermond, 1259-1796 [Roermond 1989]. Hesse, Gijsbertus, ‘De martelaren van Roermond’. Een bronnenstudie’ in: Limburgs Jaarboek [1911]170-209 en 164-290. Scholtens, J.J., Het Roermondse kartuizerconvent in de zestiende eeuw overgedrukt uit:: Publications de la Société historique et archéologique dans le Limbourg à Maestricht [1940]16-23. Basis voor de kaart van de poster http://www.ppsimons.nl/stamboom/kaarteuropa1500.htm
23