Veilig op Weg Docentenhandleiding
Inhoudsopgave 1 2 3
2
Inleiding
3
Leeswijzer
4
Modulen
5
Module 1: Klassengesprek • Stappenplan
6
Module 2: Video • Stappenplan • Beschrijving van de video
7
Module 3: Kleurplaat • Stappenplan • Kleurplaten
10
Module 4: In het klein • Stappenplan
13
Module 5: Gastspreker • Stappenplan • Tips voor een gastles
14
Module 6: Project 16 • Stappenplan • Tips voor het maken van een werkstuk (middenbouw / bovenbouw) • Tips voor het houden van een spreekbeurt Module 7: Vrachtauto op school • Stappenplan
20
Module 8: Excursie vrachtauto • Stappenplan
21
4
Lesbladen Middenbouw Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad
A: De agent B: Reporter C: Reclame D: Vertel het door! E: Zoek de dode hoek F: Veilig op Weg G: Vier vrachtauto’s
24 25 26 27 28 29 32
5
Lesbladen Bovenbouw Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad Lesblad
A: Als ik het voor het zeggen had... 34 B: Reporter 34 C: Uitvinder 35 D: Vertel het door! 36 E: Zoek de dode hoek 37 F: Veilig op Weg 38 G: Vier vrachtauto’s 41
Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Kopieerblad Vuistregels Relevante kerndoelen Antwoorden lesbladen Adressen van organisaties
42 43 44 48
1Inleiding Deze handleiding is de printbare variant van de website www.veilig-op-weg.nl. Op de website (en dus ook in dit boekje) vindt u een groot aantal kant en klare lesideeën waarmee uw leerlingen leren veilig om te gaan met vrachtauto’s en andere grote voertuigen. Het doel van Veilig op Weg is kinderen in het basisonderwijs eenduidig te leren veilig om te gaan met vrachtauto’s en andere grote voertuigen. Daarbij benadrukken TLN en 3VO dat elkaar zien en begrijpen in het verkeer van het grootste belang is. Verkeerseducatie Deze lessen passen in het kader van Verkeerseducatie. Ze sluiten met name aan op kerndoel 28 van het domein gezond en redzaam gedrag: De leerlingen kunnen op een veilige manier aan het verkeer deelnemen, als voetganger, fietser en als zelfstandig gebruiker van openbaar vervoer. Een veelgebruikte methode die redelijk uitgebreid aandacht besteedt aan vrachtverheer en de dode-hoekproblematiek, is Straatwerk van Wolters-Noordhoff. Deze methode is inmiddels opgegaan in Wijzer door het verkeer. Verkeersouders Verkeersouders kunnen hun steentje bijdragen aan de voorlichting over veilig omgaan met vrachtauto’s. Samen met de school kunnen ze bijvoorbeeld een praktijkles organiseren met een groot voertuig (zie module 7). De leerkracht kan samen met de verkeersouder een taakverdeling afspreken. Het geven van de lessen in de klas is natuurlijk een taak van de leerkracht, maar juist aan de organisatorische zaken die komen kijken bij een praktijkles kan de verkeersouder een bijdrage leveren. In hoofdstuk 1 van de handleiding Omgaan met vrachtauto’s wordt uitvoerig op het Veilig op Weg-lespakket ingegaan (3VO geeft deze handleiding uit). Veel verkeersouders hebben hier ook al ervaring mee opgedaan. Inmiddels zijn er in Nederland zo’n 2000 verkeersouders actief. Plaatselijke 3VO-afdelingen 3VO heeft zo'n 450 lokale afdelingen in het merendeel van de Nederlandse gemeenten. Een afdeling bestaat uit een actieve groep vrijwilligers die zich inzet voor verkeersveiligheid in het algemeen en Veilig op Weg in het bijzonder. Indien op uw school geen verkeersouder aanwezig is kunt u contact opnemen met de plaatselijke afdeling van 3VO via het hoofdkantoor, tel. 035 - 5248891. Leeswijzer Dit boekje heeft natuurlijk niet de interactieve mogelijkheden van de website. U zult daarom zelf
uw lessen moeten samenstellen uit het materiaal dat u hier vindt. In Hoofdstuk 2 leggen we u uit hoe u dat aan kunt pakken. Hier geven we u ook enkele kant-en-klare suggesties, waarmee u direct aan de slag kunt. In Hoofdstuk 3 vindt u de modulen die de kern vormen van de lessen. Elke module is overzichtelijk beschreven in een praktisch stappenplan en voorzien van verwijzingen naar eventueel extra materiaal. Wanneer dat extra materiaal alleen voor de betreffende module geldt is het er direct bij opgenomen. Geldt het voor meerdere modulen dan vindt u het in de bijlagen. In Hoofdstuk 4 en 5 vindt u een aantal lesbladen dat u als individueel (verwerkings)materiaal kunt gebruiken. Niveaus De niveauverschillen tussen leerlingen in het basisonderwijs vragen om niveaudifferentiatie. We hebben deze beperkt gehouden tot een onderscheid tussen middenbouw en bovenbouw. Hierbij realiseren we ons dat niet alle opdrachten voor bijvoorbeeld de middenbouw ook geschikt zijn voor de hele middenbouw. Sommige zullen te lastig zijn voor een leerling uit groep 3 en andere te eenvoudig voor iemand uit groep 5. U kunt de aanduiding van de niveaus dan ook het beste beschouwen als een indicatie. Uiteindelijk kunt u als docent het beste beoordelen wat voor uw leerlingen interessant en haalbaar is. In de modulen is onder ‘doelgroep’ steeds een indicatie gegeven van de doelgroep waarvoor de module het meest geschikt lijkt. Dit hoeft u er natuurlijk niet van te weerhouden om de module ook voor een andere groep te gebruiken. Omdat de lesbladen direct voor de leerlingen zijn geschreven, zijn deze er steeds in twee versies: een voor de middenbouw en een voor de bovenbouw. Maar ook de lesbladen kunt u desgewenst naar eigen inzicht anders gebruiken. Even voorstellen... Bovenaan deze pagina ziet u Sanne en Simon. Deze twee figuren zullen u en uw leerlingen nog regelmatig tegenkomen.
3
2Leeswijzer In het volgende hoofdstuk vindt u een aantal modulen beschreven. Met behulp van deze modulen kunt u naar wens een lesprogramma samenstellen. Sommige modulen lenen zich vooral als introductie op het onderwerp, anderen doen het beter als afsluiting en weer andere modulen komen het best tot hun recht daar tussenin. U vindt dit terug in de lesideeën. In sommige modulen wordt verwezen naar lesbladen. Deze kunt u gebruiken als verwerkingsmateriaal bij de modulen, maar dat hoeft natuurlijk niet. De lesbladen vindt u in hoofdstuk 4 en 5.
4
Inleiding Het aantal mogelijke lessen met de modulen is groot. Om het u gemakkelijk te maken doen we hierna enkele suggesties voor korte en langere lessen. In deze lesideeën stellen we één module onomwonden centraal: Vrachtauto op school (module 7). Wij zijn ervan overtuigd dat niets de dodehoekproblematiek zo indringend en efficiënt kan duidelijk maken als deze zelf ervaren op de plaats van de chauffeur. Kunt u de vrachtauto niet op school laten komen, dan is een excursie naar een vrachtautobedrijf (module 8) een prima alternatief. Lesideeën Hieronder beschrijven we lesideeën voor een hele dag, een dagdeel en voor twee uur. Ideaal is als u deze perioden aaneensluitend kunt gebruiken. Is dit niet mogelijk dan kunt u bijvoorbeeld het programma voor een dag ook opsplitsen in twee dagdelen. Bij aanvang van het tweede dagdeel roept u dan de ervaringen van het eerste dagdeel terug in herinnering en pakt u vervolgens de draad weer op.
Dagdeel middenbouw Module 2: Video Module 1: Klassengesprek Module 7: Vrachtauto op school
Dagdeel bovenbouw Module 2: Video Module 1: Klassengesprek Module 7: Vrachtauto op school
Twee uur middenbouw Module 2: Video Module 4: In het klein
Twee uur bovenbouw Module 2: Video Module 1: Klassengesprek
Iedere combinatie met onderbouw Module 3: Kleurplaat
Dag middenbouw Module Module Module Module Module
2: 1: 5: 7: 4:
Video Klassengesprek Gastspreker Vrachtauto op school In het klein
Dag bovenbouw Module Module Module Module Module
2: 1: 5: 7: 6:
Video Klassengesprek Gastspreker Vrachtauto op school Project
Andere mogelijkheden Zoals gezegd kunt u de lesideeën als suggesties beschouwen. U kunt natuurlijk zelf uw eigen les samenstellen. Daarnaast is een aantal modulen en lesbladen juist geschikt om individueel of in groepen te gebruiken. Dit geeft u de mogelijkheid om te differentiëren of leerlingen alleen aan het werk te zetten als ze eerder klaar zijn met iets anders.
3Modulen In dit hoofdstuk vindt u 8 modulen waarmee u naar eigen inzicht of volgens de suggesties in Hoofdstuk 2 een lesprogramma op maat kunt samenstellen. Iedere module is zo beschreven dat u in een oogopslag kunt zien of deze iets voor u is. Wilt u met de module aan de slag, dan volgt u simpelweg het stappenplan. Uiteraard staat het u vrij om naar eigen inzicht variaties aan te brengen. In sommige modulen wordt verwezen naar bijlagen. Hierbij gaat het meestal om achtergrondinformatie of kopieerbaar materiaal dat u in de klas uit kunt delen. Daarnaast krijgt u soms de tip om lesbladen te gebruiken die goed bij de module aansluiten. Met deze lesbladen kunnen leerlingen zelfstandig werken. U vindt ze in Hoofdstuk 4 en 5.
5
Module 1 Klassengesprek Met een klassengesprek brengt u het onderwerp dichtbij de leerlingen. U kunt ze zelf over hun ervaringen laten praten en inspringen op de actualiteit. Doelgroep Middenbouw en Bovenbouw Basisschool Duur Totaal 45 minuten
Stappenplan 1 Voorbereiding • Zet de stoelen klaar voor een klassengesprek. • Bedenk gevaarlijke verkeerssituaties. • Zorg eventueel voor een speelgoed vrachtauto ter illustratie.
6
2 Uitvoering • Vraag leerlingen of ze op weg naar school vrachtauto’s zijn tegengekomen. Haak zo mogelijk in op de actualiteit: Is er discussie over verkeersveiligheid met betrekking tot vrachtauto’s? • Stel vragen: • Wat is een vrachtauto? • Welke grote voertuigen kennen de leerlingen nog meer? (Bus, bestelwagen, tractor met aanhanger) • Komen de leerlingen wel eens zulke auto’s tegen op weg naar school? • Wanneer kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan met vrachtverkeer? (Als je vlak voor, achter of naast de vrachtauto bent; als de vrachtauto achteruit gaat rijden) • Wat kun je als fietser/voetganger doen? Hoe moet je je gedragen? • Maak eventueel gebruik van speelgoed om de gevaren te verduidelijken. Zie ook de module In het klein (pagina 13). 3 Afronding • Neem de vuistregels door, schrijf ze op het bord en deel ze eventueel uit. Zie bijlage 1 (pagina 42). • Laat de leerlingen eventueel werken met lesblad A, E of G.
Module 2 Video Veilig op Weg Deze video schotelt uw leerlingen herkenbare verkeerssituaties voor en vraagt hen op beslissende momenten na te denken over de veiligste oplossing. De les helpt uw leerlingen de juiste keuze te maken wanneer zij zelf daadwerkelijk geconfronteerd worden met zo’n situatie. Doelgroep Duur
Middenbouw en Bovenbouw Basisschool Totaal 45 minuten
Stappenplan 1 Voorbereiding • Bestel de video (als u deze nog niet heeft) via www.veilig-op-weg.nl. • Zet van tevoren de videoset klaar en controleer de werking. • Bestudeer de videohandleiding (pagina 8) met betrekking tot de discussiemomenten en de overige in te brengen punten. 2 Vooraf Vertel uw leerlingen wat de bedoeling is: ze krijgen straks een video te zien met beelden uit het verkeer. Na deze video zult u in het tweede deel een paar keer de video stoppen en vragen ‘Wat zou jij nu doen?’ De leerlingen krijgen de tijd om te overleggen (in tweetallen of groepjes) en vervolgens zet u de video weer aan. Hebben de leerlingen een veilige keuze gemaakt? 3 Tijdens de video • Speel de video af. Zet in het tweede deel de band stil bij de discussiemomenten en geef de leerlingen de tijd om te overleggen. • Vraag bij elke situatie aan enkele van de leerlingen wat hun oplossing is. Zijn de andere leerlingen het hiermee eens? • Weef de overige in de videohandleiding genoemde punten in de discussie. • Wanneer de leerlingen allemaal de juiste keuze hebben gemaakt, kunt u de video door laten lopen. Zijn er veel leerlingen die het anders zagen, zet dan de video weer stop en maak duidelijk waarom de oplossing op de video beter is dan hun keuze.
• • • •
4 Afronding Haal de getoonde situaties terug in herinnering. Weten de leerlingen nu wat ze moeten doen? Deel de vuistregels uit en neem ze samen door. Zie bijlage 1 (pagina 42). Rond af met de karaoke. Laat de leerlingen eventueel werken met lesblad C, D, E, F of G.
7
Videohandleiding De video heeft niet alleen als doel de vuistregels te verduidelijken, maar vooral ook de allerdaagse praktijk te koppelen aan de getoonde situaties. Uiteindelijk gaat het erom dat de leerlingen zich op straat zo veel mogelijk van het geleerde herinneren. Daarom is het belangrijk te discussiëren over het getoonde en de leerlingen de kans te geven eigen ervaringen te vertellen. Bespreek tijdens de discussie tevens andere zaken die met vrachtverkeer te maken hebben. Kern is dat wordt benadrukt wat verstandig gedrag is en dat kinderen wordt geleerd veilig om te gaan met vrachtverkeer. Leg steeds uit dat het niet alleen om vrachtauto’s gaat, maar ook om bussen, bestelauto’s, bijzondere voertuigen en landbouwvoertuigen met soms ook een aanhanger. Schrijf de vier vuistregels op het bord. 1
Loop nooit vlak voor of achter een vrachtauto langs.
2
Stop altijd vóór de stopstreep.
3
Gaat de vrachtauto de bocht om? Blijf rechts en ruim erachter.
4
Zorg dat jij de chauffeur ziet, dan kan hij jou ook zien.
8 Toon de video en stop de band bij het eerste discussiemoment. In beeld verschijnen de eerste twee vuistregels (1 en 2) die worden besproken. Aandachtspunten bij het eerste discussiemoment. • Positieve benadering van het vrachtverkeer. De functie van vrachtverkeer laten zien op een manier die kinderen aanspreekt. Verwijzen naar bevoorrading van winkels, vervoer van grondstoffen en tussenproducten. Kinderen voorbeelden van vervoer laten geven en daarbij betrekken dat er nog andere grote voertuigen zijn, zoals vuilnisauto’s, bestelauto’s, bussen en landbouwvoertuigen. • Ingaan op de “dode hoek” en met een plaatje op het bord laten zien wat bedoeld wordt met het risicogebied. Zie voor gedetailleerde informatie de website. • Waarom en wanneer kan de chauffeur door de voorruit iemand niet zien? Loop dus nooit vlak voor een vrachtauto langs. Grijp terug op de scène met de vuilnisauto. • Waarom en wanneer kan de chauffeur iemand niet achter de vrachtauto zien? Loop dus nooit vlak achter een vrachtauto langs. • Waaraan kan worden opgemerkt dat een vrachtauto achteruit rijdt? (Witte lichten / geluidssignaal). Wijs erop dat dit niet altijd het geval is. • Waarom kan de laadklep zo gevaarlijk zijn? • Wat te doen als er bij een kruispunt geen stopstreep of een andere aanduiding, zoals haaientanden, staat. Ook in die situaties goed letten op de draaicirkel van een vrachtauto. (Grijp terug op scène met stopstreep) • Waarom is het verstandig, ook al heb je voorrang, toch uit te kijken en misschien zelfs beter een vrachtauto voor te laten gaan? Betrek zaken als snelheid, remweg en zicht (bomen, struiken, geparkeerde auto’s). • Algemeen; houd aandacht bij het verkeer, omdat veel ongelukken gebeuren door aandachtsafleiding.
Videohandleiding Herstart de video en stop de band bij het tweede discussiemoment. In beeld verschijnen de volgende twee vuistregels (3 en 4) die worden besproken. Aandachtspunten bij het tweede discussiemoment. • Waarom kan rechts inhalen van een vrachtauto gevaarlijk zijn. Laat leerlingen eigen ervaringen vertellen. • Bart ging nog even snel langs de vrachtauto. Leg uit dat Bart wel voorrang heeft, maar dat het verstandig is toch maar even te wachten. Geef aan dat oogcontact, bevestigd door de duim, zekerheid geeft. • Laat zien dat als een vrachtauto of bus naar rechts gaat, deze altijd eerst een beetje naar links gaat om de bocht naar rechts goed te kunnen maken. Letten op richtingaanwijzer dus. • Wat te doen als je als fietser bij een kruispunt staat en er komt een vrachtauto naast je? • Oogcontact zoeken en duim opsteken, waarom? • Hoeveel spiegels kan een vrachtauto hebben en waarom? (linkerbuitenspiegel, rechterbuitenspiegel bestaande uit een hoofdzichtspiegel en een rechter breedzichtspiegel, trottoirspiegel en afhankelijk van het voertuigtype nog een aanvullend dodehoeksysteem. Een dodehoeksysteem is een dodehoekspiegel of een camera/monitorsysteem. • Hoe kan het dat de chauffeur ondanks de spiegels toch niet alles ziet? (Nadruk leggen op het feit dat de chauffeur op vele zaken in het verkeer moet letten en ook nog in meerdere spiegels moet kijken. Het aantal spiegels geeft al een idee van de hoeveelheid “kijkpunten”.) • De zijafscherming is gemaakt, zodat je minder snel onder de vrachtauto kunt komen. • De uitlaat kan erg heet zijn. • Hoeveel banden heeft de vrachtauto? Ben je groter of kleiner dan de wielen? Houd afstand van een vrachtauto. Blijf goed op de stoep, sta dus niet op de stoeprand. • Afsluiten met “Zorg dat je gezien wordt”. Waarom moet je worden gezien? Herstart de video en laat de kinderen met de karaoke meezingen. Als variant kunnen de coupletten wisselend door één leerling worden gezongen en het refrein door de groep. De clip wordt twee keer als karaoke weergegeven.
9
Module 3 Kleurplaat Een kleurplaat voor de jongsten kan aanleiding zijn voor een klassengesprek. Doelgroep Duur
Onderbouw Basisschool 30 minuten
Stappenplan
10
1
Laat de leerlingen een van de kleurplaten (zie hierna) inkleuren.
2
Hou naar aanleiding van de activiteit een klassengesprek over vrachtauto’s in het verkeer.
Kleurplaat
11
Kleurplaat
12
[kleurplaat 1]
Module 4 In het klein Ook een speelgoed vrachtauto heeft ruimte nodig om rechtsaf te slaan. Gelukkig is het hier maar een lego poppetje dat eronder komt. Een speelse manier om een doordringende boodschap te brengen. Doelgroep Duur
Middenbouw Basisschool 30-60 minuten
Stappenplan 1 Voorbereiding • Vraag aan uw leerlingen of ze thuis speelgoed vrachtauto’s, bussen, fietsers of kleine poppetjes hebben. Dit kan ook van bijvoorbeeld lego of playmobil zijn. Vraag of ze dit voor de les willen meenemen. 2 Simulatie • Maak groepjes met leerlingen met tenminste één vrachtauto of bus en één fietser of voetganger. Het is belangrijk dat deze ongeveer dezelfde schaal hebben. • Geef elke groep een groot stuk papier en laat ze daarop een kruispunt tekenen. De wegen mogen niet breder zijn dan 3x de breedte van de vrachtauto of bus. • Laat de leerlingen nu experimenteren met hun speelgoed. • Kunnen ze een bocht maken zonder over de ‘stoep’ te gaan? • Wat gebeurt er als de fietser/voetganger tegelijkertijd met de vrachtauto/bus rechtsaf gaat? • Waar moet de fietser/voetganger staan om niet onder de vrachtauto/bus te komen? • Laat een fietser links afslaan vanuit de straat waar de vrachtauto/bus in wil. Waar moet hij voorsorteren? • Etc. 3 Afsluiting • Vraag elk groepje klassikaal een van de situaties te demonstreren. • Welke conclusies trekken ze als ze zich voorstellen dat zij de voetganger of fietser zijn? • Wijs op de positie van de chauffeur. Met zo’n grote wagen of bus heeft hij soms wat medewerking en begrip van andere weggebruikers nodig. • Laat de leerlingen eventueel werken met lesblad A of G.
13
Module 5 Gastspreker Een vrachtautochauffeur of wijkagent kan de problematiek vanuit de praktijk belichten. Voor de leerlingen hebben zij een zekere status en een spannend beroep. Goede kans dat ze diep onder de indruk zijn van deze gastsprekers. Doelgroep: Duur
Bovenbouw Basisschool 45 tot 60 minuten
Stappenplan 1 Zoek een gastspreker Het kan voorkomen dat u in de theorieles ook gelegenheid wilt geven aan bijvoorbeeld een politieman om een extra toelichting te geven. Zorg er voor dat de persoon in kwestie goed op de hoogte is van het lesmateriaal van Veilig op Weg en een verhaal houdt dat daarop aansluit. Wees alert op partijen die commerciële tarieven vragen.
14
2 Plan de les • Kies samen met de spreker een datum en tijd. Ruim ongeveer een uur in voor de gastles. • Bespreek welke onderwerpen aan de orde komen. Leg de nadruk op het demonstreren in plaats van op het vertellen. • Vraag of de spreker dingen mee kan nemen die zijn verhaal kunnen illustreren: video, dia’s, een modelvrachtauto... • Geef zo nodig tips voor het omgaan met de leerlingen. Een aantal tips vindt u op pagina 15. 3 Bereid de les voor • Vertel de leerlingen van tevoren over de gastspreker die komt. • Laat leerlingen vast nadenken over het onderwerp, bijvoorbeeld met behulp van een van de andere modulen. • Laat de leerlingen vragen bedenken die ze aan de spreker willen stellen. • Zet eventuele benodigdheden klaar (videoset).
• • • • •
4 De gastles Introduceer de spreker bij de leerlingen. (ca 5 minuten) Laat de spreker zijn verhaal doen, spring zo nodig bij en houd de tijd in de gaten. (ca 20 minuten) Laat de leerlingen hun vragen stellen. (ca 15 minuten) Besluit de gastles door de vuistregels te herhalen en bedank de gastspreker (ca 5 minuten) Laat de leerlingen eventueel werken met lesblad B, C, F of G.
5 Evalueer met de spreker • Bel na de gastles de gastspreker op. Vraag hoe hij de gastles vond en vertel hem de reactie van de leerlingen en uzelf. • Vraag of de spreker vaker wil komen. Misschien volgend jaar weer?
Tips voor een succesvolle gastles Zorg voor een goede opbouw Een goede les is opgebouwd uit een korte inleiding, de kern van de les en de afsluiting. • Inleiding: vertel kort wie u bent, wat uw dagelijks werk is, en wat u komt doen. • Kern: laat zien wat u heeft meegenomen, vertel een duidelijk verhaal, praat met de kinderen hierover, laat ze wat doen. Vertel niet teveel in één les: dat overdondert de kinderen. • Afsluiting: vat samen wat jullie hebben gedaan en vertel wat u van het bezoek vond. Prikkel de nieuwsgierigheid Kinderen zijn van nature erg nieuwsgierig. Zorg dus dat ze geprikkeld worden, waardoor ze zelf dingen willen weten en zich bepaalde zaken afvragen. Kinderen leren veel als ze zelf verbanden ontdekken en zelf oplossingen bedenken. Sluit aan op de beleving van kinderen Maak zoveel mogelijk gebruik van concrete ervaringen uit de directe leefomgeving van de kinderen. Houd rekening met verschillen Door vragen aan de kinderen te stellen en de kinderen vragen te laten stellen kunt u voldoende rekening houden met verschillende leeftijden en culturen. Ze geven zelf aan waar hun interesse ligt, wat ze niet of wel begrijpen en wat ze willen weten. Neem dingen mee Kinderen zijn dol op dingen om naar te kijken, waar ze zich over kunnen verwonderen. Zijn dingen moeilijk mee te nemen? Neem er dan plaatjes of brochures van mee. Zorg voor interactie Kinderen leren veel van vragen stellen, uitproberen, kijken, voelen, ruiken enz. Een goed verhaal is echter ook niet te versmaden voor kinderen. Liefst waar gebeurd, spannend en enthousiast gebracht. Sla de juiste toon aan Praat enthousiast en suggestief, wees vriendelijk en duidelijk, spreek niet te luid (dat maakt kinderen druk) en geef korte en duidelijke opdrachten. Links = rechts Houd er rekening mee dat u tegenover de groep staat. Als u naar links wijst is dat voor de kinderen rechts.
15
Module 6 Project ‘Negenjarige jongen overreden door vrachtauto’. Dit soort berichten drukt uw leerlingen met de neus op de feiten. Laat ze zelf zoeken in kranten en op Internet en verslag doen via een spreekbeurt, poster of werkstuk. Doelgroep Duur
Bovenbouw Basisschool minimaal 30 minuten
Stappenplan
16
1 Opdracht • Maak groepjes van 3 of 4 leerlingen. U kunt de opdracht ook alleen geven aan leerlingen die bijvoorbeeld eerder met iets anders klaar zijn of tijdens de les waarbij de leerlingen in groepjes met de chauffeur naar de vrachtauto gaan. • Geef de groepjes de opdracht een werkstuk of presentatie te maken over verkeersveiligheid en het vrachtverkeer. Het kan bijvoorbeeld gaan over het probleem van de dode hoek, mogelijke oplossingen of slachtoffers in het nieuws... • Spreek duidelijk af hoeveel tijd ze hebben en op welke manier ze de resultaten presenteren: via een kort praatje, een spreekbeurt, een poster, een werkstuk, een website... Het zal duidelijk zijn dat de gekozen vorm samenhangt met de beschikbare tijd. • Geef de groepjes eventueel een overzicht met tips voor het maken van een spreekbeurt en/of werkstuk. Zie blzn 18 en 19. U kunt ze ook verwijzen naar de site www.veilig-op-weg.nl, waar de tips zijn te vinden onder de button Kinderen/schooltips • Laat de groepjes op Internet en in kranten en tijdschriften zoeken naar informatie. Zie hieronder voor bronnen. 2 Presentatie • Laat de groepjes een voor een vertellen wat ze zijn tegengekomen. • Geef de andere leerlingen gelegenheid om vragen te stellen. • Sluit gezamenlijk af. Herhaal de vuistregels en inventariseer of leerlingen meer willen doen aan deze problematiek. Zie voor de vuistregels bijlage 1 (pagina 42).
• • • • • • • •
3 Bronnen Kranten en tijdschriften Kranten op internet. Deze hebben vaak een zoekmachine voor hun nieuwsarchief. www.3vo.nl www.3vo.nl/kids www.3vo.nl/ovef www.dodehoek.nl www.veilig-op-weg.nl www.enfb.nl
Tips voor het maken van een werkstuk (middenbouw) • • • • • •
Stel een vraag. Bijvoorbeeld: Wat is een dodehoekspiegel? Waarom kan een vrachtautochauffeur niet alles zien? Waar moet je op letten als je een vrachtauto ziet? Waar kom je in jouw buurt vrachtauto’s tegen? Wat vind je van vrachtauto’s? Welke grote voertuigen ken je nog meer?
Zoek antwoorden op je vraag: • Op Internet / in kranten / in tijdschriften / in folders. Zoek plaatjes die bij je onderwerp horen: • Op Internet / in kranten / in tijdschriften / in folders. Heb je genoeg informatie? • Bedenk dan hoe je het gaat presenteren.
17 • • • • •
Maak je een poster? Bedenk een goede titel. Vertel op de poster welke vraag je hebt gesteld. Vertel op de poster welk antwoord je hebt gevonden. Plak plaatjes op of maak tekeningen. Controleer of je geen fouten hebt gemaakt en of de poster er netjes uitziet.
Maak je een (papieren) werkstuk? • Bedenk een goede titel. • Bedenk welke hoofdstukken je werkstuk krijgt. Bijvoorbeeld: 1. Mijn vraag / 2. Informatie die ik heb gevonden / 3. Mijn antwoord op de vraag • Voeg plaatjes toe of maak tekeningen. • Maak een mooie voorkant die duidelijk maakt waar je werkstuk over gaat. • Controleer of je geen fouten hebt gemaakt en of het werkstuk er netjes uitziet.
• • • • •
Maak je een webpagina? Bedenk een goede titel. Vertel welke vraag je hebt gesteld. Vertel welk antwoord je hebt gevonden. Voeg plaatjes toe. Controleer of je geen fouten hebt gemaakt en of de webpagina er netjes uitziet.
Doe mee aan de prijsvraag! • Doe mee aan de prijsvraag en email je werkstuk of het adres van je website naar Veilig op Weg. Maak gebruik van het prijsvraagformulier op www.veilig-op-weg.nl, te vinden via de button Kinderen/schooltips.Voor de beste inzendingen geeft VoW iedere maand een origineel VoW-t-shirt weg. Bovendien komt jouw school automatisch in aanmerking voor een bezoek van het VoW-team met demotrailer als jouw werkstuk bij de beste drie van het schooljaar behoort.
Tips voor het maken van een werkstuk (bovenbouw) • • • • • • •
Bedenk een vraag waar je het antwoord op wilt vinden. Bijvoorbeeld: Waar kom je in jouw buurt vrachtauto’s tegen? Waarom kan een vrachtautochauffeur niet alles zien? Waar moet je opletten als je een vrachtauto ziet? Wat is een dode hoek? Wat is een dodehoekspiegel? Waarom is een dodehoekspiegel niet genoeg? Wat vind je van vrachtauto’s?
Zoek informatie over je onderwerp. • Kijk op Internet, in kranten, tijdschriften en folders. Als je tijd hebt kun je ook een interview doen met bijvoorbeeld een vrachtautochauffeur of een verkeersagent. Hou wel altijd in gedachten op welke vraag je antwoord zoekt. • Heb je genoeg informatie? Bedenk dan hoe je het gaat presenteren.
18
• • • • •
Maak je een poster? Bedenk een goede titel. Zorg dat de belangrijkste informatie goed opvalt. Schrijf alles in je eigen woorden op en gebruik geen woorden die je niet kent. Plak plaatjes of tekeningen op die de tekst verduidelijken. Controleer of je geen fouten hebt gemaakt en of de poster er netjes uitziet.
Maak je een (papieren) werkstuk? • Bedenk een goede titel. • Bedenk welke hoofdstukken je werkstuk krijgt. Begin met een inleiding en eindig met de conclusie. In de inleiding vertel je welke vraag je hebt onderzocht. In de conclusie vertel je welk antwoord je hebt gevonden. Daar tussenin vertel je welke informatie jou naar het antwoord heeft geleid. • Schrijf alles in je eigen woorden op en gebruik geen woorden die je niet kent. • Voeg plaatjes of tekeningen toe die de tekst verduidelijken. • Maak een mooie voorkant die duidelijk maakt waar je werkstuk over gaat. • Controleer of je geen fouten hebt gemaakt en of het werkstuk er netjes uitziet.
• • • • • •
Maak je een website? Bedenk welke pagina’s je website krijgt. Zet de belangrijkste informatie op de homepagina. Schrijf alles in je eigen woorden op en gebruik geen woorden die je niet kent. Voeg plaatjes of tekeningen toe die de tekst verduidelijken. Maak links tussen pagina’s. Controleer of je geen fouten hebt gemaakt en of de website er netjes uitziet.
Doe mee aan de prijsvraag! • Doe mee aan de prijsvraag en email je werkstuk of het adres van je website naar Veilig op Weg. Maak gebruik van het prijsvraagformulier op www.veilig-op-weg.nl, te vinden via de button Kinderen/schooltips.Voor de beste inzendingen geeft VoW iedere maand een origineel VoW-t-shirt weg. Bovendien komt jouw school automatisch in aanmerking voor een bezoek van het VoW-team met demotrailer als jouw werkstuk bij de beste drie van het schooljaar behoort.
Tips voor het houden van een spreekbeurt Kies een onderwerp dat je interessant vindt.
• • • •
Verzamel informatie en plaatjes over je onderwerp Op Internet In kranten In tijdschriften In folders.
Bedenk wat je de groep gaat vertellen: • Houd rekening met de tijd die je krijgt • Zorg voor een goede opbouw van je verhaal Schrijf de belangrijkste punten van je verhaal op. Leer het verhaal uit je hoofd. Oefen je spreekbeurt voor familie of vrienden. Kijk tijdens de spreekbeurt af en toe de klas in. Laat plaatjes zien die bij je verhaal horen. Vraag aan het einde van je spreekbeurt of er nog vragen zijn.
19
Module 7 Vrachtauto op school Een vrachtauto met chauffeur kan de problematiek op een aansprekende manier duidelijk maken. Zelf op de plaats van de chauffeur zitten en je medeleerlingen in de dode hoek zien verdwijnen is een les om niet snel te vergeten. Doelgroep Duur
Middenbouw en Bovenbouw Basisschool Circa 60 minuten
Stappenplan
20
1 Zoek een chauffeur Veilig op Weg organiseert jaarlijks een schriftelijke prijsvraag. Scholen die de prijsvraag beantwoorden maken kans op een volledig verzorgd schoolbezoek van een lesteam van Veilig op Weg met de Veilig op Weg demonstratievrachtauto. Maar op deze manier kunnen we lang niet alle scholen bezoeken. Daarom biedt Veilig op Weg u ook nog een andere kans om de voorlichtingsles te verzorgen in combinatie met een heuse vrachtauto bij de school. Veilig op Weg beschikt namelijk over een groeiend aantal lesgevers uit (transport)bedrijven met vrachtauto’s dat volledig op de hoogte is van het lesmateriaal. Om te weten of er een erkende lesgever met vrachtauto bij u in de buurt is, kunt u via www.veilig-op-weg.nl zoeken naar een Veilig op Weg erkend bedrijf. Veilig op Weg adviseert vooral gebruik te maken van de Veilig op Weg erkende (transport)bedrijven met vrachtauto’s op deze site. Zij zijn volledig op de hoogte van het lesprogramma en de veiligheidseisen die Veilig op Weg stelt aan de voorlichtingsbezoeken. 2 Plan de les • Kies samen met het Veilig op Weg erkende bedrijf een datum en tijd. • Bedenk een veilige plaats om de vrachtauto te parkeren. Is deze niet bij de school, ga dan naar de module ‘Excursie vrachtauto’. (De volgende pagina) • Bespreek de gang van zaken tijdens de les. • Stem af of en wie een persbericht maakt voor de lokale media. 3 Voer de les uit • Informeer de leerlingen over het bezoek van de vrachtautochauffeur. • Leg de leerlingen de vuistregels van Veilig op Weg uit. Mooier is nog als u dit samen met de chauffeur doet. Hij spreekt immers uit ervaring en zijn verhaal kan daardoor meer impact hebben. U kunt bij de uitleg gebruik maken van de video Veilig op Weg. • Laat leerlingen in groepjes van 4 of 5 met de chauffeur naar de vrachtauto gaan. Om de beurt mogen ze op de plaats van de chauffeur zitten en laat de chauffeur samen met de andere leerlingen de dode hoeken van de auto zien. • Laat de leerlingen die in de klas blijven of terug zijn intussen werken met lesblad A, B, C, F of G. • Bespreek als iedereen terug is wat de leerlingen is opgevallen. Welke conclusies trekken ze? • Besluit met de vier vuistregels. 4 met de chauffeur • Bel na de gastles de chauffeur op. Vraag hoe hij de gastles vond en vertel hem de reactie van de leerlingen en uzelf. • Vraag of de chauffeur vaker wil komen. Misschien volgend jaar weer? • Vul eventueel via www.veilig-op-weg.nl het evaluatieformulier in.
Module 8 Excursie vrachtauto Als er bij de school geen plaats is om een vrachtauto veilig te parkeren, kunt u uw leerlingen meenemen naar een (transport)bedrijf. Daar kan een chauffeur uitleg geven over de gevaren van de vrachtauto en kunnen de leerlingen zelf de dode hoek ervaren. Een spannend uitje dat ze niet snel zullen vergeten. Doelgroep Duur
Middenbouw en Bovenbouw Basisschool Circa 100 minuten
Stappenplan 1 Zoek een (transport)bedrijf Veilig op Weg organiseert jaarlijks een schriftelijke prijsvraag. Scholen die de prijsvraag beantwoorden maken kans op een volledig verzorgd schoolbezoek van een lesteam van Veilig op Weg met de Veilig op Weg demonstratievrachtauto. Maar op deze manier kunnen we lang niet alle scholen bezoeken. Daarom biedt Veilig op Weg u ook nog een andere kans om de voorlichtingsles te verzorgen in combinatie met een heuse vrachtauto bij de school. Veilig op Weg beschikt namelijk over een groeiend aantal lesgevers uit (transport)bedrijven met vrachtauto’s dat volledig op de hoogte is van het lesmateriaal. Om te weten of er een erkende lesgever met vrachtauto bij u in de buurt is, kunt u via www.veilig-op-weg.nl zoeken naar een Veilig op Weg erkend bedrijf. Veilig op Weg adviseert vooral gebruik te maken van de Veilig op Weg erkende (transport)bedrijven met vrachtauto’s op deze site. Zij zijn volledig op de hoogte van het lesprogramma en de veiligheidseisen die Veilig op Weg stelt aan de voorlichtingsbezoeken. Het is echter niet altijd de mogelijkheid om een vrachtauto veilig te parkeren bij de school. In dat geval kunt u vragen aan het Veilig op Weg erkende (transport-)bedrijf om de les bij het bedrijf te laten verzorgen.
• • • •
2 Plan de les Kies samen met het Veilig op Weg erkende bedrijf een datum en tijd. Organiseer vervoer van en naar het (transport)bedrijf. Bespreek de gang van zaken tijdens de les. Stem af of en wie een persbericht maakt voor de lokale media.
3 Voer de les uit • Informeer de leerlingen over het bezoek aan het (transport)bedrijf. • Leg de leerlingen de vuistregels van Veilig op Weg uit. Mooier is nog als u dit samen met de chauffeur doet. Hij spreekt immers uit ervaring en zijn verhaal kan daardoor meer impact hebben. U kunt bij de uitleg gebruik maken van de video Veilig op Weg. • Laat leerlingen in groepjes van 4 of 5 met de chauffeur naar de vrachtauto gaan. Om de beurt mogen ze op de plaats van de chauffeur zitten en laat de chauffeur samen met de andere leerlingen de dode hoeken van de auto zien. • Laat de leerlingen die in de kantine of een andere bedrijfsruimte blijven of terug zijn intussen werken met lesblad A, B, C, F of G. • Neem voldoende kopieën van de lesbladen mee. • Bespreek als iedereen terug is wat de leerlingen is opgevallen. Welke conclusies trekken ze? • Besluit met de vier vuistregels. 4 Evalueer met de chauffeur • Bel na de gastles de chauffeur op. Vraag hoe hij de gastles vond en vertel hem de reactie van de leerlingen en uzelf. • Vraag of het (transport)bedrijf vaker mag worden benaderd. Misschien volgend jaar weer? • Vul eventueel via www.veilig-op-weg.nl het evaluatieformulier in.
21
22
4Lesbladen Middenbouw
Op de volgende bladzijden vindt u een aantal lesbladen dat u als aanvullend materiaal bij de modulen kunt gebruiken. In de stappenplannen van de modulen staat aangegeven welke lesbladen bij welke modulen passen. U kunt natuurlijk ook zelf uw keuze maken. De meeste lesbladen kunt u kopiëren en uitdelen. Sommige opdrachten zijn zo kort dat u ze ook op het bord kunt schrijven. In Bijlage 3 op pagina 44 vindt u antwoorden en eventuele ideeën voor verwerking.
23
middenbouw Lesblad A De agent De agent lacht. Hij ziet twee kinderen die zich aan een vuistregel houden. Welke vuistregel zou dat kunnen zijn? Die mag jij tekenen. Teken de kinderen en de vrachtauto. Kleur daarna de tekening in.
24
middenbouw Lesblad B Reporter Schrijf een verhaaltje voor de schoolkrant of de website. Vertel over het bezoek van de vrachtautochauffeur. • • • •
Vertel wat de vrachtautochauffeur jullie geleerd heeft. Maak tekeningen bij je verhaal. Leg in het verhaal uit welke vuistregels er zijn en waarom ze zo belangrijk zijn. Eindig je verhaal met “Zorg dat je gezien wordt”.
25
middenbouw Lesblad C Reclame Wat een kale vrachtauto! Er staat helemaal geen reclame op. Kun jij er iets op tekenen? Bijvoorbeeld een tekening van een van de vuistregels of met mooi gekleurde letters “Veilig op Weg”. Op de achterdeuren is nog wel plaats voor Sanne en Simon!
26
middenbouw Lesblad D Vertel het door! Je weet nu heel veel over vrachtauto’s in het verkeer. Dat moeten andere mensen ook weten! Maak een poster om ze te vertellen wat jij hebt geleerd. • • • •
Bedenk een goede slagzin. Schrijf de zin groot op de poster. Zoek of maak plaatjes om op de poster te plakken. Vertel in het kort wat mensen moeten weten. Zorg dat de poster opvalt.
Vraag aan je docent waar je de poster op mag hangen.
27
middenbouw Lesblad E Zoek de dode hoek Ook gewone auto’s hebben een dode hoek. Hebben jullie thuis een auto? Vraag maar eens of je de dode hoek mag zien. Hebben jullie geen auto? Vraag dan de buren of de ouders van een klasgenoot. • • • •
Ga achter het stuur in de auto zitten. Kijk goed in de spiegels. Laat je vader, moeder of iemand anders om de auto heen lopen. Kun je hem of haar de hele tijd zien? Hoe komt dat?
Beantwoord nu deze vragen:
1
Is een dode hoek van een personenauto ook gevaarlijk? (Vraag maar aan je ‘helper’!)
2
Waarom is een dode hoek van een vrachtauto gevaarlijker?
28
middenbouw Lesblad F
Vraag 1 Sanne en Simon steken samen de straat over. De vrachtautochauffeur ziet Sanne niet en Simon wel. Hoe komt dat? A
De vrachtautochauffeur let niet goed op.
B
Sanne loopt veel te dicht voor de vrachtauto langs.
C
De vrachtautochauffeur heeft zijn bril niet op.
Vraag 2 Hoe kan Sanne zorgen dat de chauffeur haar wel ziet? A
Sanne moet op stelten lopen.
B
Sanne moet minstens drie meter afstand houden van de vrachtauto
C
Sanne moet een grote rode pet opzetten.
Vraag 3 Simon blijft rechts en ruim achter de bus. Een bus heeft veel ramen. Waarom is het toch verstandig ook bij een bus rechts en ruim erachter te blijven? A
Omdat een bus minder spiegels heeft.
B
Om te kunnen zwaaien naar de kinderen die achterin de bus zitten.
C
Een bus is ook een groot voertuig. Misschien ziet de buschauffeur jou niet.
29
middenbouw Lesblad F Vraag 4 Waarom neemt een vrachtautochauffeur altijd een grote bocht? A
Omdat een vrachtauto veel ruimte nodig heeft om een bocht te maken.
B
Omdat vrachtautochauffeurs dat leuk vinden.
C
Omdat de straten in Nederland veel te smal zijn.
Vraag 5 Waarom heeft een vrachtauto minimaal 4 spiegels? (een linkerbuitenspiegel, een dodehoekspiegel, een rechterbuitenspiegel en een trottoirspiegel)?
30 A
Omdat de chauffeur spiegels erg mooi vindt
B
Vanwege de wet van Koekeloris
C
Omdat de chauffeur zo goed mogelijk het andere verkeer wil kunnen zien
Vraag 6 De vrachtauto moet de bocht om. Kleur het rondje in waar Sanne en Simon op groen licht moeten wachten.
middenbouw Lesblad F
Vraag 7 Sanne en Simon fietsen samen naar school. Onderweg moeten ze stoppen voor een verkeerslicht. Er staat ook een vrachtauto. Waar kunnen ze het best gaan staan? Bij A. Bij B. Bij C.
Vraag 8 Bij “Veilig op Weg”gaat het om één ding: ZORG DAT JE GEZIEN WORDT IN HET VERKEER Leg uit waarom het belangrijk is dat jouw fiets goed zichtbaar is. Denk hierbij aan vuistregel 4.
Kruis hieronder de onderdelen aan waardoor jouw fiets goed zichtbaar is.
31
middenbouw Lesblad G Vier vrachtauto’s Kijk naar de plaatjes. Schrijf op welke vuistregel bij ieder plaatje hoort. Wat vind je zelf van elke vuistregel? Je mag natuurlijk ook de plaatjes inkleuren.
1
2
3
4
32
3
m
Lesbladen Bovenbouw [lesbladen herkenbaar opmaken in Veilig op weg stijl; dus met logo e.d.]
Op de volgende bladzijden vindt u een aantal lesbladen dat u als aanvullend materiaal bij de modulen kunt gebruiken. In de stappenplannen van de modulen staat aangegeven welke lesbladen bij welke modulen passen. U kunt natuurlijk ook zelf uw keuze maken. De lesbladen kunt u kopiëren en uitdelen. Sommige opdrachten zijn zo kort dat u ze ook op het bord kunt schrijven. In Bijlage 3 op pagina 46 vindt u antwoorden en eventuele ideeën voor verwerking.
33
bovenbouw Lesblad A Als ik het voor het zeggen had... Schrijf een opstel over de dode hoek. Begin het opstel met een van de volgende zinnen: • • • • • •
Als Als Als Als Als Als
ik ik ik ik ik ik
vrachtautochauffeur was, dan ... baas was van een (transport)bedrijf, dan ... burgemeester was, dan ... minister van Verkeer en Waterstaat was, dan ... wegenbouwer was, dan ... uitvinder was, dan ...
34
bovenbouw Lesblad B Reporter Schrijf een artikel voor de schoolkrant of de website. Vertel daarin over het bezoek van de vrachtautochauffeur. • • • • •
Vertel wat de vrachtautochauffeur jullie geleerd heeft. Leg duidelijk uit wat de dode hoek is. Niet iedereen weet dat! Maak tekeningen om je verhaal duidelijker te maken. Vertel waar je als voetganger of fietser op moet letten. Vertel waarom het belangrijk is dat kinderen én vrachtautochauffeurs goed de vuistregels moeten kennen. • Maak je verslag niet langer dan 1 pagina.
bovenbouw Lesblad C Uitvinder Stel je voor dat je uitvinder was en je iets moest bedenken om vrachtauto’s veiliger te maken... Bijvoorbeeld: • Iets om de dode hoek kleiner te maken. • Iets om kruispunten veiliger te maken. • Iets om te zorgen dat mensen niet te dicht bij de vrachtauto gaan staan. • Iets om te waarschuwen dat de vrachtauto achteruit rijdt. • Of misschien wel heel iets anders... Kun jij iets handigs bedenken? Maak er een duidelijke tekening van of knutsel een model in elkaar. Schrijf er ook bij waarom het zo’n goede uitvinding is.
35
bovenbouw Lesblad D Vertel het door! Maak een poster om andere mensen te wijzen op de gevaren van vrachtauto’s in het verkeer. • • • •
Bedenk een goede slagzin. Zoek of maak plaatjes om op de poster te plakken. Hou de tekst kort: vertel alleen het belangrijkste wat mensen moeten weten. Zorg dat de poster opvalt.
Vraag aan je docent waar je de poster op mag hangen.
36
bovenbouw Lesblad E Zoek de dode hoek Niet alleen vrachtauto’s hebben een dode hoek. Hebben jullie thuis een auto? Vraag maar eens of je de dode hoek mag zien. Hebben jullie geen auto? Vraag dan de buren of de ouders van een klasgenoot.
• • • •
Benodigdheden: Personenauto Stoepkrijt Helper (met autosleutels) Meetlint
• • • •
Ga achter het stuur in de auto zitten. Kijk goed in de spiegels. Laat je pa, ma of iemand anders op een afstand van ongeveer twee meter om de auto heen lopen. Roep ‘Stop!’ als je hem of haar niet meer in de spiegels kunt zien. Daar begint de dode hoek. Laat je helper hier met krijt een streep op de grond zetten. • Laat je helper weer verder lopen en roep ‘Stop!’ als je hem of haar weer ziet. Laat je helper weer met krijt een streep op de grond zetten. Ga nu naar buiten en meet hoe groot de dode hoek van de auto is. Beantwoord nu deze vragen: 1
Hoe groot is de dode hoek van jullie auto?
37
2
Waarom kan iemand in een personenauto meer zien dan in een vrachtauto?
3
Is een dode hoek van een personenauto ook gevaarlijk? (Vraag maar aan je ‘helper’!)
4
Waarom is een dode hoek van een vrachtauto gevaarlijker?
bovenbouw Lesblad F
Vraag 1 38
Sanne en Simon steken samen de straat over. De vrachtautochauffeur ziet Sanne niet en Simon wel. Hoe komt dat? A
De vrachtautochauffeur let niet goed op.
B
Sanne loopt veel te dicht voor de vrachtauto langs.
C
De vrachtautochauffeur heeft zijn bril niet op.
Vraag 2 Hoe kan Sanne zorgen dat de chauffeur haar wel ziet? A
Sanne moet op stelten lopen.
B
Sanne moet minstens drie meter afstand houden van de vrachtauto
C
Sanne moet een grote rode pet opzetten.
Vraag 3 Simon blijft rechts en ruim achter de bus. Een bus heeft veel ramen. Waarom is het toch verstandig ook bij een bus rechts en ruim erachter te blijven?
bovenbouw Lesblad F Vraag 4 De vrachtauto heeft groen licht. Simon is voorbij het rode licht gereden, maar toch nog gestopt. Wat doet Simon nog meer verkeerd?
39
Vraag 5 De vrachtauto moet de bocht om. Kleur het rondje in waar Sanne en Simon op groen licht moeten wachten.
Vraag 6 Hoeveel spiegels heeft een vrachtauto? A
Twee spiegels: een linkerbuitenspiegel en een rechterbuitenspiegel.
B
Drie spiegels: een linkerbuitenspiegel, een rechterbuitenspiegel en een trottoirspiegel boven het rechterzijraam.
C
Minimaal 4 spiegels: een linkerbuitenspiegel, een dodehoekspiegel, een rechterbuitenspiegel en een trottoirspiegel.
bovenbouw Lesblad F
Vraag 7 Sanne en Simon fietsen samen naar school. Onderweg moeten ze stoppen voor een verkeerslicht. Er staat ook een vrachtauto.
2
Waar moeten ze volgens jou gaan staan? Wat moeten ze doen als de vrachtauto rechtsaf gaat? Waarom?
1
Bij
1
40
omdat
2
Vraag 8 Bij “Veilig op Weg”gaat het om één ding: ZORG DAT JE GEZIEN WORDT IN HET VERKEER Leg uit waarom het belangrijk is dat jouw fiets goed zichtbaar is. Denk hierbij aan vuistregel 4. Welke onderdelen moet jouw fiets hebben, zodat je goed zichtbaar bent?
bovenbouw Lesblad G Vier vrachtauto’s Kijk naar de plaatjes. Schrijf op wat er gebeurt. Op welk plaatje gaat er iets mis? Schijf op een apart vel welke vuistregel bij ieder plaatje hoort en vertel waarom die vuistregel zo belangrijk is.
1
2
41
3
4
3
m
Bijlage 1 De 4 Vuistregels
1
Loop nooit vlak vóór of achter een vrachtauto langs.
3
Gaat de vrachtauto de bocht om? Blijf rechts en ruim erachter.
2
Stop altijd vóór de stopstreep.
4
Zorg dat jij de chauffeur ziet, dan kan hij jou ook zien.
42
Bijlage 2 Kerndoelen gezond en redzaam gedrag Het lesmateriaal van Veilig op Weg sluit aan op kerndoelen van het gebied Gezond en redzaam gedrag. Typering van het gebied Onderwijs in bevordering van gezond en redzaam gedrag is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond en redzaam gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Het zonder meer aanleren van algemeen geldende regels blijkt in de meeste gevallen ongewenst en weinig effectief. Wat voor de een gezond of redzaam is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Daarvoor zijn kenmerken, omstandigheden en opvattingen van mensen te verschillend. Door vanuit de situatie van de kinderen te vertrekken kan aangesloten worden bij de aanwezige kennis, gevoelens en opvattingen van de kinderen, kan positief gedrag dat al aanwezig is, ondersteund worden en kan worden nagegaan waar in het gedrag en in de situatie verbeteringen wenselijk en mogelijk zijn en wat daarbij komt kijken. Leren is bij dit vormingsgebied vooral ervarings- en handelingsgericht. Aangedragen kennis speelt hierbij ‘slechts’ een ondersteunende rol. Wat kinderen leren, moeten ze ook kunnen toepassen. Vaak biedt de dagelijkse schoolpraktijk volop ‘oefensituaties’: veilig gebruik van gereedschappen, rekening houden met anderen, milieuvriendelijk gebruik van materialen, enzovoort. In veel gevallen is echter aparte lestijd noodzakelijk (bijvoorbeeld leren oversteken, kringgesprek over pesten, rollenspel)
Kerndoelen 23 De leerlingen kunnen aangeven, hoe zij kunnen bijdragen aan het behoud en de bevordering van de eigen gezondheid. Dit betekent dat zij weten: • welke verzorging het lichaam nodig heeft met betrekking tot voeding, beweging en rust, frisse lucht en hygiëne; • welke risico's verslavende gedragingen, waaronder in elk geval roken en alcoholgebruik, hebben voor de gezondheid; • hoe ze verantwoord kunnen omgaan met situaties in en om de school die mogelijk gevaar opleveren; • hoe ze zo kunnen omgaan met hun omgeving en het milieu dat de gezondheid geen schade wordt toegebracht. 24 De leerlingen weten dat zijzelf en andere mensen sociale en affectieve behoeften hebben: • ze kunnen opkomen voor zichzelf; • ze kunnen rekening houden met anderen. 25 De leerlingen weten wat ze kunnen doen als zijzelf of anderen ziek worden of een ongelukje krijgen, waarbij een kleine verwonding wordt opgelopen, zoals een bloedneus of een lichte verbranding. 26 De leerlingen beschikken als koper van producten en als gebruiker van diensten over de volgende vaardigheden: • herkennen van en omgaan met verkoopbevorderingstechnieken; • omgaan met geld; • informatie gebruiken over de samenstelling en het gebruik van een product; • vergelijken van prijzen en kwaliteit. 27 De leerlingen kennen de verkeersregels en de betekenis van verkeersborden en kunnen die kennis toepassen als ze deelnemen aan het verkeer. 28 De leerlingen kunnen op een veilige manier aan het verkeer deelnemen, als voetganger, fietser en als zelfstandig gebruiker van openbaar vervoer. Bron: OCW, Kerndoelen basisonderwijs (1998)
43
Bijlage 3 Antwoorden en verwerking lesbladen Hieronder vindt u suggesties om het werk van de leerlingen te beoordelen en eventueel een vervolg te geven.
Lesbladen Middenbouw Lesblad A De leerling heeft de keuze uit meerdere vuistregels. Alleen vuistregel 4 is nauwelijks te tekenen. De leerling kan worden geïnspireerd door de plaatjes van de vuistregels. Ook is het mogelijk later de leerling de keuze te laten toelichten.
Lesblad D Leerlingen kunnen bijvoorbeeld de vuistregels gebruiken en illustreren. Hang eventueel de posters op en bespreek ze klassikaal.
Lesblad E 44
1 2
Jazeker. Bijvoorbeeld als een auto rechts afslaat waar fietsers naast hem rijden. De dode hoek van een vrachtauto is veel groter en een vrachtauto heeft geen binnenspiegel.
Lesblad F Vraag 1 Sanne en Simon steken samen de straat over. De vrachtautochauffeur ziet Sanne niet en Simon wel. Hoe komt dat? Antwoord: B) Sanne loopt veel te dicht voor de vrachtauto langs.
Vraag 2 Hoe kan Sanne zorgen dat de chauffeur haar wel ziet? Antwoord: B) Sanne moet minstens drie meter afstand houden van de vrachtauto.
Vraag 3 Simon blijft rechts en ruim achter de bus. Een bus heeft veel ramen. Waarom is het toch verstandig ook bij een bus rechts en ruim erachter te blijven? Antwoord: C) Een bus is een groot voertuig. Misschien ziet de buschauffeur jou niet.
Vraag 4 Waarom neemt een vrachtautochauffeur altijd een grote bocht? Antwoord: A) Omdat een vrachtauto veel ruimte nodig heeft om een bocht te maken.
Vraag 5 Waarom heeft een vrachtauto minimaal 4 spiegels? (een linkerbuitenspiegel, een dodehoekspiegel, een rechterbuitenspiegel en een trottoirspiegel)? Antwoord: C) Omdat de chauffeur zo goed mogelijk het andere verkeer wil kunnen zien
Vraag 6 De vrachtauto moet de bocht om. Kleur het rondje in waar Sanne en Simon moeten gaan staan. Antwoord: Het rondje vóór de stopstreep, het middelste rondje dus.
Vraag 7 Sanne en Simon fietsen samen naar school. Onderweg moeten ze stoppen voor een verkeerslicht. Er staat ook een vrachtauto. Waar kunnen ze het best gaan staan? Antwoord: C) bij C.
Vraag 8 'Veilig op Weg' gaat om één ding: ZORG DAT JE GEZIEN WORDT IN HET VERKEER. Kruis de onderdelen aan waardoor de fiets van Simon beter gezien wordt. Antwoord: Vlaggetje, achterlicht, koplamp en reflector.
Lesblad G 1 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien dat een uitzwenkende vrachtauto normaal is. 2 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien waarom ze niet rechts naast de vrachtauto moeten gaan staan. Verwijs ook naar plaatje 3. 3 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien waarom dit de goede plek is om je op te stellen, namelijk rechts en ruim (minstens drie meter) erachter. Verwijs ook naar plaatje 2. 4 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien dat ze via de spiegels contact kunnen maken met de chauffeur en dat dit goed is voor hun veiligheid.
45
Lesbladen Bovenbouw Lesblad A • U kunt eventueel sommige leerlingen hun opstel voor laten lezen en andere leerlingen laten reageren. • U kunt de opstellen bundelen in een boekje. • U kunt er een wedstrijdelement aan koppelen door de beste 3 opstellen op de schoolwebsite te plaatsen.
Lesblad C • Maak een tentoonstelling van de uitvindingen en bespreek ze klassikaal. • U kunt er een wedstrijdelement aan koppelen door de leerlingen de beste uitvindingen te laten kiezen en deze op de schoolwebsite te plaatsen.
Lesblad D Maak een tentoonstelling van de posters en laat de leerlingen op elkaars werk reageren.
Lesblad E 46 1 2 3 4
Het antwoord op deze vraag hangt er natuurlijk vanaf hoe ver de ‘helper’ langs de auto loopt. Het gaat er in dit geval om dat de leerling ontdekt dat ook een personenauto een dode hoek heeft. Een personenauto heeft een binnenspiegel. Jazeker. Bijvoorbeeld als een auto rechts afslaat waar fietsers naast hem rijden. De dode hoek van een vrachtauto is veel groter en een vrachtauto heeft geen binnenspiegel.
Lesblad F Vraag 1 Sanne en Simon steken samen de straat over. Waarom ziet de chauffeur Sanne niet? Antwoord: B) Sanne loopt veel te dicht voor de vrachtauto langs.
Vraag 2 Hoe kan Sanne zorgen dat de chauffeur haar wel ziet? Antwoord: B) Sanne moet minstens drie meter afstand houden van de vrachtauto.
Vraag 3 Simon blijft rechts en ruim achter de bus. Een bus heeft veel ramen. Waarom is het toch verstandig ook bij een bus rechts en ruim erachter te blijven? Antwoord: Een bus is een groot voertuig. De ramen zitten hoog en een buschauffeur moet dus ook zijn spiegels gebruiken. Misschien ziet de buschauffeur een medeweggebruiker niet.
Vraag 4 De vrachtauto heeft groen licht. Simon is voorbij het rode licht gereden, maar toch nog gestopt. Wat doet Simon nog meer verkeerd? Antwoord: Simon heeft het rode licht waarschijnlijk wel gezien, maar is achter (na) de stopstreep gestopt. Het gebeurt vaak dat kinderen "alvast" iets verder doorrijden. Een riskante plaats om te wachten dus.
Vraag 5 De vrachtauto moet de bocht om. Kleur het rondje in waar Sanne en Simon moeten gaan staan. Antwoord: Het rondje vóór de stopstreep, het middelste rondje dus.
Vraag 6 Hoeveel spiegels heeft een vrachtauto? Antwoord: C) minimaal 4 spiegels: een linkerbuitenspiegel, een dodehoekspiegel, een rechterbuitenspiegel en een trottoirspiegel.
Vraag 7 Sanne en Simon fietsen samen naar school. Onderweg moeten ze stoppen voor een verkeerslicht. Er staat ook een vrachtauto. Waar moeten ze volgens jou gaan staan? Waarom? Antwoord: 1) Bij C, omdat de chauffeur je dan goed kan zien. 2) Rechts en ruim achter de vrachtauto blijven, want de vrachtauto heeft veel ruimte nodig.
47 Vraag 8 'Veilig op Weg' gaat om één ding: ZORG DAT JE GEZIEN WORDT IN HET VERKEER. Leg uit waarom het belangrijk is dat jouw fiets goed zichtbaar is. Denk hierbij aan vuistregel 4. Welke onderdelen moet jouw fiets hebben, zodat je goed zichtbaar bent? Antwoord: achterlicht, koplamp, reflector en eventueel een boven de fietser uitstekend vlaggetje.
Lesblad G 1 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien dat een uitzwenkende vrachtauto normaal is. 2 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien waarom ze niet rechts naast de vrachtauto moeten gaan staan. Verwijs ook naar plaatje 3. 3 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien waarom dit de goede plek is om je op te stellen, namelijk rechts en ruim (minstens drie meter) erachter. Verwijs ook naar plaatje 2. 4 Het is belangrijk dat de leerlingen inzien dat ze via de spiegels contact kunnen maken met de chauffeur en dat dit goed is voor hun veiligheid. Alleen op plaatje 2 gaat er iets mis.
Bijlage 4 Adressen van organisaties Veilig op Weg Postbus 3008 2700 KS Zoetermeer Telefoon (079) 363 61 11 Fax (079) 363 62 00
[email protected] www.veilig-op-weg.nl
3VO Postbus 423 1270 AK Huizen Telefoon (035) 524 88 00 Fax (035) 526 38 21
[email protected] www.3vo.nl
48
Landelijk Steunpunt Verkeersouders Telefoon (035) 526 27 37 www.3vo.nl/verkeersouder
Transport en Logistiek Nederland Postbus 3008 2700 KS Zoetermeer Telefoon (079) 363 61 11 Fax (079) 363 62 00
[email protected] www.tln.nl