Katern voor scholing, her- en bijscholing
44
Een uitgave van Intech Elektro & ICT en otib oktober 2010
inHoud 1
Computernetwerken: topologie en apparatuur (2)
4
Otib-nieuws
5
Fotowedstrijd
5
Cursussen
Computernetwerken: topologie en apparatuur (2) De communicatie en gegevensuitwisseling tussen computers wordt gestuurd door protocollen. Sinds het eind van de vorige eeuw wordt hierbij gebruikgemaakt van het osi-model. Dit is een gestandaardiseerde manier om te beschrijven hoe data over een netwerk worden verstuurd en zorgt voor compatibiliteit en interoperabiliteit. Het model bestaat uit zeven lagen: toepassing, presentatie, sessie, transport, netwerk, datalink en fysiek. Bewerking: Noud Heijna In het verleden werden de ict-systemen en -netwerken in een gebouw opgebouwd met componenten van een enkele fabrikant. De functionaliteit werd bepaald door de protocollen die de fabrikant had opgesteld. Deze bepaalden het communicatieproces en de gegevensuitwisseling tussen computers. De fabrikantspecifieke protocollen maakten het echter lastig om netwerken van verschillende fabrikanten aan elkaar te koppelen. Dit veranderde met de komst en het gebruik van internationaal gestandaardiseerde protocollen, onder andere onder toezicht van het ieee (institute of electrical and electronics engineers). Netwerkcomputers gebruiken een zogenoemde protocolstack, een reeks protocollen vanaf de gebruikersinterface tot en met de netwerkinterface. De protocolstack is volgens het osi-model vastgelegd in een zevental lagen. Dit model definieert in elke laag de functionaliteit en de communicatiewijze tussen de onderlinge lagen.
Client/server
Het client/server-model beschrijft de relatie tussen twee computerprogramma’s. Een clientprogramma doet een aanvraag (request) bij het serverprogramma. Deze voert hierop handelingen uit en geeft informatie terug aan de client. Een client-request kan een databaseaanvraag zijn, maar ook het uitprinten van een document op een printer die door de server wordt beheerd. Bij een client/server-model werken de pro-
gramma’s in de client en de server samen. Hierbij stelt de server doorgaans data (gegevens) en functionaliteit (processorcapaciteit) beschikbaar op aanvraag van de client. Een client daarentegen deelt niets, maar vraagt data en/of functionaliteit van de server en neemt daarbij het initiatief tot communicatie. Een bekend voorbeeld van het client/servermodel is de geldautomaat op de hoek van de straat. Als iemand geld wil opnemen stuurt de pinautomaat (client) een aanvraag naar de server van de bank: staat er genoeg geld op deze rekening? De server van de bank controleert vervolgens de rekening en stuurt het antwoord door naar de client (pinautomaat). Die geeft, op basis van dit antwoord (en bij voldoende saldo), het geld en stuurt een aanvraag naar de server om van de betreffende rekening het uitbetaalde bedrag af te boeken. Een ander bekend voorbeeld is internet. Hierbij is de webbrowser (bijvoorbeeld Firefox, Internet Explorer of Google Chrome) de client die een verzoek (een internetadres) indient bij de webserver van de provider. Die gaat op zoek naar de gevraagde pagina en stuurt deze vervolgens door naar de client, waarna de gebruiker de pagina in de browser te zien krijgt. osi-referentiemodel
Het osi-model splitst het netwerkcommunicatieproces op in zeven lagen. De informatieoverdracht van berichten heeft plaats van de ene naar de andere laag. Te beginnen bij de applicatielaag in de ene computer, afdalend tot in de onderste laag (fysieke laag). 44 1
IE10 Impuls 44.indd 1
05-10-10 10:52
computernetwerken: topologie en apparatuur
Hierna vervolgt het bericht zijn weg via een netwerk naar de volgende computer, om in omgekeerde volgorde dezelfde hiërarchie te doorlopen tot aan de gebruiker (applicatielaag) van de andere computer. Het osimodel hanteert een protocolstack van zeven (denkbeeldige) lagen. De lagen bevatten modules (protocollen), die afzonderlijke ontwikkeling mogelijk maken. Sommige modules werken in meer dan één laag. Berichten die via de protocolstack worden uitgewisseld variëren van eenvoudige verzoeken tot en met de overdracht van grote databestanden, waarbij in sommige gevallen zelfs geen enkele bit mag wijzigen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld videostreaming, waarbij het ook gaat om grote hoeveelheden data, maar waarbij snelheid belangrijker is dan 100 procent foutloos).
Communicatie
Elke laag in de protocolstack voegt – voordat het bericht wordt doorgestuurd naar de volgende laag – een header (begininformatie) aan het bericht toe. Afdalend in de procesgang worden door de protocollen steeds meer kenmerken aan het bericht toegevoegd. Zo voortgaand verzamelt het bericht (verdeeld in frames) de benodigde sturingsdata. In de datalinklaag wordt het bericht ten slotte voorzien van een footer (afsluitinformatie). Aan het eind van de stack wordt het bericht geadresseerd op het
netwerk aangeboden. De onderste lagen van zowel de zender als ontvanger communiceren zo met elkaar. Fysieke laag (eerste laag) Deze laag transporteert de datastroom, in de vorm van elektrische impulsen, licht- of radiosignalen, over het netwerk met al zijn elektrische en mechanische aspecten. De fysieke laag voorziet hardwarematig in de wijze van zenden en ontvangen van de op een carrier geplaatste data, inclusief de definitie van kabels, kaarten en alle andere fysieke aspecten. Zo hebben ethernet- en rs232-protocollen betrekking op de fysieke laag. Deze is meer dan alleen het type kabel. De details en kenmerken van de onderdelen in de laag, zoals de nic (netwerk-interfacecard), kabels, routers en hubs zijn per netwerktype op elkaar afgestemd. Het aanleggen van de fysieke laag wordt veelal onderschat. De ethernetnormen leggen protocollen vast met richtlijnen voor een optimale werking: 1. Media-accesscontrol. 2. Conflictdetectie. 3. Maximale lengte kabelsegment. 4. Afstand tussen computers. 5. Maximaal aantal repeaters in het netwerk. Datalinklaag (tweede laag) Hier worden de datapakketten (frames) in bits geëncodeerd of gedecodeerd, dit is het respectievelijk in- of uitpakken van
Een bekend voorbeeld van het client/server-model is de geldautomaat op de hoek van de straat.
(2)
de pakketten. Van en naar de fysieke laag gaan alleen maar de pakketten die door de tweede laag worden opgewekt. De laag daarboven (netwerklaag) verwerkt alleen de bitstroom. De datalinklaag kent de transmissieprotocollen met bijbehorend beheer en foutdetectie voor de transmissiesnelheid en framesynchronisatie (belangrijk voor de fysieke laag). Deze laag is in twee sublagen verdeeld: • Media-accesscontrol (mac-sublaag): in deze laag zijn de toegangsrechten van de pc tot het netwerk vastgelegd, wordt de datastroom in frames (bij ethernet maximaal 1.500 b) verdeeld en worden headers toegevoegd met het mac-adres van de pc. • Logical linkcontrol (llc-sublaag): deze laag regelt de framesynchronisatie, transmissiesnelheid en foutdetectie. Om een dataframe te kunnen controleren wordt aan de header een crc-getal toegevoegd. Dit is het resultaat van een berekening op de bitgrootte van het frame. De computer die het frame ontvangt controleert het ontvangende frame en voert eenzelfde berekening uit. Is de uitkomst gelijk aan datgene wat in de header staat, dan is de transmissie geslaagd. Een eventuele fout wordt naar de laag daarboven overgebracht om daar te worden geïnterpreteerd. Netwerklaag (derde laag) Deze laag kent de switching- en routingtechnieken en creëert logische paden om de data van het ene naar het andere systeem te versturen. Routebepaling en doorsturen zijn de functies van deze laag, net als het adresseren, de foutenbehandeling, handelen bij opeenhoping van data en volgordebepaling van de datapakketten. Netwerklaagprotocollen gebruiken adresseersystemen om de eindbestemming van een pakket vast te leggen. Hieronder vallen bijvoorbeeld: internetprotocol (ip), internetwork packetexchange (ipx) en Netbeui. Deze protocollen worden bij de meeste besturingssystemen meegeleverd. De netwerklaag is dus verantwoordelijk voor de gehele reis van het pakket: van zender tot en met ontvanger. Omdat een pakket over een grote afstand kan reizen, komt het verschillende tussensystemen tegen. De netwerklagen van deze tussensystemen
44 2
IE10 Impuls 44.indd 2
05-10-10 10:52
computernetwerken: topologie en apparatuur
zijn ook betrokken bij het versturen van pakketten tussen zender en ontvanger. Op deze tussensystemen komen de pakketten niet hoger dan de netwerklaag. Op basis van de header stuurt het protocol namelijk het pakket weer naar beneden om te worden ingepakt en doorgezonden. Transportlaag (vierde laag) De transportlaag voorziet in een datatransfer tussen eindsystemen – of hosts – waarbij de gebruiker wordt afgeschermd van de complexiteit van de processen. Deze laag is verantwoordelijk voor de afhandeling van fouten en het herstellen ervan. Tevens regelt deze laag de datastroom van de inkomende gegevens en staat daarmee borg voor de complete dataoverdracht. Dit is vooral belangrijk als de zender de data sneller zendt dan de ontvanger kan verwerken. tcp/ip-protocollen zijn een onderdeel van de transportlaag. Zij gebruiken poortnummers voor hun headers. Poortnummers zijn toevoegingen aan het uiteindelijke systeemadres, waarbij deze het eindpunt van de logische verbinding voorstelt. Poortnummer tachtig ontvangt bijvoorbeeld alle httpdata, het protocol voor de berichtentransfer op internet. Sessielaag (vijfde laag) Een sessie bestaat uit een aantal transmissies tussen netwerknodes. Een node is een pc of een ander apparaat, bijvoorbeeld een printer. Zij hebben een uniek netwerkadres, zoals een dlc- of mac-adres. Deze laag onderhoudt, beheert en beëindigt verbindingen en coördineert de dialoog tussen de applicaties aan beide einden. Op het moment dat er een verbinding tot stand komt, worden de identiteit en de
Ict-acroniemen
crc
cyclic redundance check datalinkcontrol ftp file transferprotocol http hypertext transferprotocol ip internetprotocol ipx internetwork packet exchange llc logical linkcontrol mac media-accesscontrol nic netwerk-interfacecard Netbeui netbios extended dlc
(2)
De zeven lagen van het
OSI-model
verzenden
ontvangen gebruiker
DATA
DATA
applicatielaag (7) presentatielaag (6) sessielaag (5) transportlaag (4) netwerklaag (3) datalinklaag (2) fysieke laag (1)
verbinding (kabel/draadloos) Het
osi-model
splitst het netwerkcommunicatieproces op in zeven lagen. De informatieoverdracht van berichten
heeft plaats van de ene naar de andere laag.
daarbij behorende rechten van de zendende en ontvangende computers en/of gebruikers vastgesteld. De sessielaag bepaalt op basis daarvan wie op een bepaald moment data mag versturen en voor hoe lang. De sessielaag herstelt de verbinding na een onderbreking en onthoudt daarbij de aangemelde namen (logins). De sessielaag deelt met de presentatie- en applicatielaag het Netbios- en Netbeui-protocol. Presentatielaag (zesde laag) De presentatielaag houdt zich bezig met de weergave en het vertalen van data. Zij doet dit op een manier dat de applicatielaag de uitkomst begrijpt. Het vertalen vindt op
userinterface Netbios network basic input/ output-system nrz no return to zero osi open systems interconnection pop post officeprotocol smtp simple mailtransferprotocol ssh secure shell tcp transmission controlprotocol
een dusdanige wijze plaats (met als resultaat een standaardformaat) dat het type eindsysteem (Apple, Windows, Linux) – in principe – niet meer uitmaakt. De presentatielaag fungeert eigenlijk als een soort doorgeefluik. De presentatielaag wordt ook wel de syntaxlaag (syntax legt de taalregels en grammatica van de programmeertaal vast) genoemd. Deze voorziet de applicatielaag van begrijpelijke informatie (bijvoorbeeld audio/video- en grafische informatie) en vertaalt de gegevens van de applicatielaag naar een standaardnetwerkformaat. Applicatielaag (zevende laag) Deze communiceert direct met de applicatie en geeft opdrachten aan de presentatielaag. De applicatie- of toepassingslaag staat het dichtst bij de eindgebruiker. Deze laag vormt de verbinding tussen applicaties en (via de andere lagen) het netwerk. Voorbeelden van applicaties die bij uitstek gebruikmaken van deze laag zijn: • E-mailapplicaties (Outlook, Thunderbird, Apple Mail, Eudora, Pegasus). • Internetbrowsers (Internet Explorer, Firefox, Safari, Google Chrome, Opera). Voorbeelden van protocollen op deze laag zijn: ftp, http, pop3, smtp en Telnet. 44 3
IE10 Impuls 44.indd 3
05-10-10 10:52
otib-nieuws
Coach online
Innovatieve cursussen Om aan de scholingsbehoefte in de technische installatiebranche te voldoen, ontwikkelt Otib nieuwe cursussen en trainingen. Deze cursussen worden uitgebreid getest door docenten en cursisten voor ze worden overgedragen aan de markt. Voor cursisten is deelname aan deze innovatieve cursussen een mooie kans om voordelig kennis op te doen en (bij) te scholen. Dit najaar worden er cursussen gegeven op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (mvo), specifiek gericht op ondernemers in de technische installatiebranche: • Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, mvo-Blikopener (H4110). • Workshop Motivator (H4111). Voor deelname aan deze cursussen wordt een geringe vergoeding gevraagd. Informatie: www.otib.nl, of bel 0800 885 58 85.
De digitale Bop Een bedrijfsopleidingsplan (Bop) is een overzicht van alle afspraken rond scholing en ontwikkeling van de medewerkers in een bedrijf. De Bop helpt bij het in kaart brengen van toekomstplannen, kennis en vaardigheden in het bedrijf. Op www.bop.otib.nl kunnen werkgevers in enkele eenvoudige stappen een eigen bedrijfsopleidingsplan opstellen. De site biedt
een analyse van kansen, bedreigingen, sterke en zwakke punten. Werkgevers uit de technische installatiebranche kunnen de Bop ook direct aanbieden via Otib-online en daarmee een Ontwikkelingsstimuleringsregeling (osr) aanvragen. Informatie: www.bop.otib.nl of www.otib.nl.
Succes Sharkworld en Teched Met Sharkworld en Teched, games die specifiek voor de technische installatiebranche zijn ontworpen, heeft Otib een geweldig instrument voor jongeren in handen. In de afgelopen twee jaar zijn beide games genomineerd voor verschillende awards en hebben ze diverse prijzen gewonnen. De games zijn dan ook razend populair. Sharkworld is een online ‘serious’ game die jongeren helpt verkennen wat het betekent om projectleider te zijn. Teched is voor de jonge leerling (tien tot twaalf jaar) een leuke kennismaking met techniek.
Informatie: www.otib.nl of ga direct naar www.sharkworld.nl en www.tech-ed.nl.
45-plussers zijn goud waard! Otib verzorgt sinds 2005 speciale workshops voor werknemers van 45 jaar en ouder die werkzaam zijn in de technische installatiebranche. Tijdens deze workshops kunnen werknemers ervaringen uitwisselen en de feiten en vooroordelen rondom 45+ en de veranderingen op de werkvloer bespreken. Met de speciale vipkaart kun-
Speciaal voor leermeesters en praktijkbegeleiders in de installatiebranche heeft Otib Coach Online ontwikkeld. Op deze site zijn alle tips en trucs en tools te vinden voor leermeesters en praktijkbegeleiders om hun leerling goed te begeleiden. Naast de handige checklists, inspirerende filmpjes en theoretische kennis over coaching, zijn er ook praktijkvoorbeelden te vinden evenals informatie over opleidingen. Informatie: www.coachonline.otib.nl.
Gezocht: vakvrouwen Otib stimuleert, om het talent voor techniek van vrouwen niet onbenut te laten, op verschillende manieren de deelname van meisjes en vrouwen aan het technisch onderwijs en het technisch bedrijfsleven. Werkgevers in de technische installatiebranche kunnen bijvoorbeeld een tegemoetkoming ontvangen als een werkneemster afwezig is voor activiteiten van de online database Spiegelbeeld. In deze database bevinden zich vrouwen met een technisch beroep die als rolmodel hun passie voor techniek kunnen overbrengen tijdens voorlichtingsbijeenkomsten in basisonderwijs, (v)mbo en havo/vwo. De Otib-flyer ‘Gezocht Vakvrouwen’ is naar alle vrouwen in de branche verstuurd, wat in de eerste week tot tien inschrijvingen in de database heeft geleid. Verder organiseert Otib verschillende bijeenkomsten waarin aandacht wordt besteed aan de vrouw achter de technische ondernemer, van administratief medewerkster tot directeur/eigenaar, of vrouwen met een technische functie. Voor deelname kunnen werkgevers een vergoeding krijgen. Informatie: www.spiegelbeeld.net en www. otib.nl/regelingen.
nen werknemers van 45 jaar en ouder deze succesvolle workshop kosteloos volgen. Na afloop ontvangen de werknemers een waardebon van 500 euro, die na samenspraak met de werkgever kan worden besteed aan scholing en ontwikkeling. Informatie: www.45plus.otib.nl.
44 4
IE10 Impuls 44.indd 4
05-10-10 10:52
cursussen
Cursussen Basiscursus Verlichting
Voor wie? Werkvoorbereider, technicus, projectleider, leidinggevend monteur. Waar? www.cursusloket.nl.
Ledverlichting
Voor wie? Ontwerper lichtreclamebedrijf, constructeur lichtreclamebedrijf, monteur lichtreclamebedrijf. Waar? www.cursusloket.nl.
Workshop Verlichting Energiebesparing
Voor wie? Projectleider, technicus, leidinggevend monteur, werkvoorbereider. Waar? www.cursusloket.nl.
Energiebesparing Verlichting
Voor wie? Projectleider, technicus, leidinggevend monteur, werkvoorbereider. Waar? www.cursusloket.nl.
fotowedstrijd
Lichtopleidingen
Norm verlichting nen en 12464-2
Verlichting: advisering & uitvoering
Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding
Voor wie? Leidinggevend monteur, werkvoorbereider, technicus, projectleider. Waar? www.meutznerlichtdesign.nl/.
Voor wie? Werkvoorbereider, technicus, projectleider, leidinggevend monteur. Waar? www.cursusloket.nl.
Meten van verlichting conform nen 1891
Voor wie? Monteur, werkvoorbereider, projectleider. Waar? www.meutznerlichtdesign.nl/.
Applicaties meten van verlichting nen 1891
Voor wie? Projectleider, technicus, werkvoorbereider, leidinggevend monteur Waar? www.cursusloket.nl.
Voor wie? Monteur, werkvoorbereider, technicus, tekenaar, projectleider. Waar? www.cursusloket.nl.
Voor wie? Monteur laagspanningsinstallaties, elektrotechnicus, veiligheidsfunctionaris. Waar? www.booa.nl.
Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding
Voor wie? Werkvoorbereider, calculator, projectleider, inspecteur. Waar? www.isso.nl.
Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding
Voor wie? Inspecteur noodverlichtinginstallaties, noodverlichtingdeskundige, monteur noodverlichting, medewerker vluchtrouteaanduiding, deskundige vluchtrouteaanduiding. Waar? www.cursusloket.nl.
Fotowedstrijd ‘Zo moet het niet’ Onder het motto ‘Zo moet het niet’ zoekt de redactie van Intech Elektro en ict naar duidelijke voorbeelden van slecht of foutief uitgevoerde installaties. Inzenders van wie de foto’s worden geplaatst winnen een Isso-handboek ter waarde van 245 euro. De foto’s (van goede kwaliteit), vergezeld van een korte beschrijving en naam en adres van de inzender, kunnen – o.v.v. ‘Zo moet het niet’ – worden gemaild naar
[email protected], of per post naar Intech Elektro en ict, t.a.v. redactie, postbus 188, 2700 AD Zoetermeer.
Prijswinnaar van deze maand
Kijk voor meer foto’s van slecht uitgevoerde installaties op www.intechei.nl, Zo moet het niet.
Deze maand gaat het Isso-handboek naar Arjan Swagerman van Elektrobureau C.N. Luitjes in Schagen. Tijdens een nen 3140-keuring bij een kinderdagverblijf in de Kop van Noord-Holland werd hij geconfronteerd met een gevaarlijke situatie.
Hij vertelt: ‘Te meer het hier een kinderdagverblijf betreft lijkt het me toch zaak dat de installatie voldoet aan de veiligheidseisen van deze tijd.’ Het Isso-handboek is inmiddels onderweg. Namens de redactie: van harte gefeliciteerd. 44 5
IE10 Impuls 44.indd 5
05-10-10 10:53