IK11 Impuls 21Q7
04-11-2009
12:18
Pagina 1
Katern voor scholing, her- en bijscholing
21 Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB november 2009
inHoud 1 Aansluiten splitunit airco
5 Otib-nieuws
5 Cursussen
Aansluiten splitunit airco Koelinstallaties zijn er in vele soorten en maten. Er zijn koelinstallaties om voedingsmiddelen en andere producten te koelen of in te vriezen. Andere installaties koelen lucht voor bedrijfsprocessen of voor bedrijfsruimten en woningen, al of niet in combinatie met luchtzuivering, droging en/of bevochtiging. Dit soort installaties wordt airconditioner genoemd. In woningen en kleine kantoorruimten worden wel zogenoemde splitunits toegepast. Dat zijn kleine koelmachines die uit een binnen- en een buitendeel bestaan. In zijn eenvoudigste vorm is het alleen een luchtkoeler, maar steeds meer fabrikanten voegen er functies, zoals drogen, filteren en zelfs verwarmen, aan toe. Dit artikel gaat over de montage en aansluiting van splitunits in woningen. Door Han Brouwer-Keij Een splitunit is een koelmachine die de lucht koelt in een vertrek. De unit bestaat uit: een binnen- en een buitendeel. In het buitendeel zitten de condensor en compressor. In het binnendeel zitten de verdamper en thermostaatvoeler. Beide delen zijn door leidingen met elkaar verbonden. In elk deel zit een ventilator. De werking van een splitunit De vier belangrijkste onderdelen van een splitunit zijn: - compressor; - verdamper; - expansieventiel; - condensor. Deze onderdelen zijn door leidingen met elkaar verbonden. Het geheel is gevuld met
een koudemiddel, bijvoorbeeld R410A. Verder zijn er nog twee ventilatoren die de lucht langs de verdamper en condensor blazen, en een regeling met thermostaat. Soms is er ook nog een voorziening om de installatie te ontdooien. De compressor (buitenunit) zuigt het gasvormig koudemiddel uit de verdamper (binnenunit) en pompt dit onder hoge druk en temperatuur naar de condensor (buitenunit). Door de druk te verhogen is het kookpunt van het koudemiddel sterk verhoogd. De ventilator in de buitenunit blaast de buitenlucht langs de condensor. Hierdoor koelt het koudemiddel in de condensor af waardoor het wordt omgezet in een vloeibaar koelmiddel. Bij het condenseren komt warmte vrij zonder dat de temperatuur van het koudemiddel daarbij daalt. De opgenomen warmte wordt dus afgestaan aan de buitenlucht.
Belangrijke normen en richtlijnen Met ingang van 1 januari 2010 treedt de Uitvoeringsregeling gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen koelinstallaties in werking. Tot die tijd gelden in elk geval de volgende richtlijnen nog. - Stek-eisen (vervallen per 1 januari 2010) - Informatieblad l45 Regelgeving voor koelinstallaties - Europese verordening 2037/2000 betreffende de ozonlaagafbrekende stoffen - Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer 2003 - Regeling lekdichtheid koelinstallaties in de gebruiksfase 2006 - Europese verordening 842/2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen - Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer - Warenwetbesluit drukapparatuur
21 1
IK11 Impuls 21Q7
04-11-2009
12:18
Pagina 2
aansluiten splitunit airco
Pas als het koudemiddel is gecondenseerd, koelt het af en stroomt via het expansieventiel terug naar de verdamper. In het expansieventiel wordt de druk en de temperatuur enorm verlaagd. Door de lagere druk wordt het kookpunt ook veel lager. De ventilator van de binnenunit blaast de warme lucht uit het vertrek langs de koude verdamper. In de verdamper zorgt de warmte uit de lucht dat het koudemiddel gaat koken en dus verdampt. Voor verdamping is energie nodig die uit de lucht wordt opgenomen. Hierdoor koelt de lucht af en wordt dus gekoeld opnieuw het vertrek ingeblazen. Koudere lucht kan minder vocht bevatten dan warmere lucht. Bij het afkoelen komt er, zeker in het begin, water vrij dat moet worden afgevoerd. Tijdens dit verdampingsproces blijft de temperatuur van het koudemiddel gelijk. Als de ingestelde temperatuur is bereikt, wordt de compressor uitgeschakeld. De ventilatoren hebben meestal een nadraaitijd om de energie af te voeren.
1. Principewerking splitunit.
2. Mobiele splitunit.
Soorten splitunits Splitunits kunnen op verschillende manier worden ingedeeld. Er zijn bijvoorbeeld stationaire en mobiele units. Verder zijn er mono-splitunits (met slechts één verdamper, voor een vertrek) en multisplitunits (met meerd dan één verdamper, voor verschillende vertrekken). Ook is er nog onderscheid te maken in het binnendeel. Er zijn binnendelen voor in het plafond, aan het plafond, hoog of laag aan de wand en hoog aan de wand in een hoek. Ten slotte kan nog onderscheid worden gemaakt tussen splitunits met uitsluitend koelwerking en splitunits met koelwerking en verwarming (warmtepomp). Bij de splitunits met verwarmingsmogelijkheden zit er een omkeerklep in de unit. Bij omschakeling stroomt het koudemiddel precies andersom door de leidingen. De verdamper en de condensor wisselen hierdoor van functie. Mobiele splitunits zijn vooral handig voor de verhuur aan mensen die geen stationaire splitunit kunnen of mogen installeren. Het voordeel van een mobiele unit is dat deze snel in een andere ruimte is in te zetten en dat er geen installatie in het zicht hangt als er geen koeling nodig is. Het 21 2
3. Voorbeeld van splitunit laag aan de wand (links) en hoog aan de wand en in het plafond.
4. Koelen (links) en verwarmen.
IK11 Impuls 21Q7
04-11-2009
12:18
Pagina 3
aansluiten splitunit airco
nadeel is dat de leidingen naar de buitenunit altijd door een geopend raam of openstaande deur moeten en dat een mobiele unit moeilijk langs de openbare weg is te gebruiken.
Rendement Het rendement van koelmachines en warmtepompen is veel hoger dan honderd procent. Het rendement van een splitunit is in de verwarmingsfunctie (dus als warmtepomp) in het algemeen hoger dan in de koelfunctie. In de verwarmingsfunctie spreken we van de COP (coefficient of performance). Hoe hoger de COP, hoe energiezuiniger het systeem. Bij dit soort installaties is de COP bijvoorbeeld 3,6. Dat betekent dat wanneer de compressor en de ventilatoren 1.000 W verbruiken, de geleverde warmte 3.600 W is. Warmtepompen die hun warmte niet via een buitenunit aan de lucht overdragen, maar aan het grondwater hebben een veel hoger rendement. De COP ligt dan in de buurt van 8. In de koelstand wordt het rendement weergegeven in de EER (energie-efficiëntie ratio). Als de EER 2,6 is en de compressor en de ventilatoren verbruiken 1.000 W, dan is het geleverde koelvermogen 2.600 W.
Logboek- en onderhoudsplicht Koelinstallaties met een koudemiddel inhoud van 3 kg of meer zijn logboek- en onderhoudsplichtig. Aan dit soort installaties mogen alleen hiervoor gekwalificeerde monteurs en bedrijven werken. Tot 1 januari 2010 zijn dat Stek-erkende bedrijven en monteurs met een Stek-diploma. Ook als een installatie niet logboekplichtig is, moeten wel schriftelijke bewijzen van de verrichte handelingen worden afgegeven. Hiervoor kan een standaardwerkbon worden gebruikt. Het origineel gaat naar de eigenaar en/of beheerder, een kopie is voor de bedrijfsadministratie.
Plaats van de binnenunit De standaardlengte van de leidingen tussen binnenunit en buitenunit is meestal 4 of 5 m. Bij langere lengten is vaak extra koudemiddel nodig. Hiervoor is het nodig dat de installatie wordt gevacumeerd. Dit moet door een daarvoor bevoegde persoon worden uitgevoerd. De plaats van de binnenunit en de buitenunit zijn dus erg
afhankelijk van elkaar. Als het een plafondunit betreft onder een plat dak kan de binnenunit meestal wel in het midden van het vertrek worden geplaatst. Een wandunit kun je beter aan een buitenmuur ophangen. Alle units moeten waterpas worden gemonteerd. Een plafondunit kan daarom niet aan een hellend dak worden gemonteerd. In plafondunits zit een klein gootje waarin het condenswater wordt opgevangen, dat vervolgens via het condenswaterpompje wordt afgevoerd. Wandunits hebben standaard geen condenswaterpompje. Plaats de binnenunit niet in de buurt van: - warmtebronnen (lampen, gasbranders, zoninstraling en dergelijke); - plaatsen waar oliedamp of kookdamp wordt geproduceerd; - plaatsen waar ultrasoon geluid wordt geproduceerd, zoals een werkplaats met machines (dit verstoort de afstandbediening); - gordijnen of kasten (dit verstoort de luchtstroom). Verder moet de bovenkant van een hoog hangende wandunit op minstens 2,30 m zitten en moet de vrije ruimte tussen de bovenkant van de unit en het plafond minsten 0,15 m zijn. Tussen de zijkant en de muur moet minstens 12 cm vrije ruimte worden gehouden. Over het algemeen wegen binnenunits niet meer dan ongeveer 10 kg en kunnen aan bijna elke constructie worden bevestigd, maar ze hebben een geluidsproductie van 20 dB (niet hoorbaar) tot 50 dB (duidelijk hoorbaar). Plaats de binnenunit aan een zware wandconstructie. Lichte wandconstructies, zoals gipsplaten, versterken het geluid. Meestal moet het filter van de binnenunit nog worden geplaatst.
Plaats van de buitenunit Een buitenunit moet op een zodanige plaats staan dat de buren geen last hebben van het geluid en de luchtstroom. Verder mag de luchtstroom niet gericht staan op inlaatopeningen, te openen ramen en deuren en dierenverblijven, zoals volières of hondenhokken. De buitenunit wordt bij voorkeur lager geplaatst dan de binnenunit, op muurbeugels aan de gevel of op kunststofbalkjes op een plat dak van bijvoorbeeld een garage. De buitenunit kan beperkt hoger worden gehangen dan de
binnenunit. Hoeveel hoger is afhankelijk van het merk. Wel moet rekening worden gehouden dat de condenswaterafvoer nergens omhoog mag lopen. Is er geen andere mogelijkheid omdat de afvoer bijvoorbeeld in een hoger gelegen goot moet uitmonden, dan moet in de binnenunit een condenswaterpomp worden geïnstalleerd. Als de buitenunit hoog aan de gevel is geplaatst en de installatie kan ook worden gebruikt als verwarming, dan moet een condenswaterafvoer worden aangebracht om te voorkomen dat er condenswater lekt. Ook hier geldt dat een condenswaterpomp moet worden geïnstalleerd als de condenswaterafvoer omhoog loopt. De uiteinden van de condenswaterafvoer(en) moeten vrij uitmonden. De unit wordt met de inlaatzijde naar de muur geplaatst. Tussen de muur en de buitenunit moet een ruimte worden gehouden van 30 cm. Boven de buitenunit moet minsten 60 cm vrij worden gehouden, net als aan de zijkant waar de aansluitingen zitten. Aan de andere zijde moet 30 cm vrij worden gehouden.
Vacumeren Als de installatie is aangelegd, moet de installatie worden afgeperst en de niet-condenseerbare gassen uit de installatie worden verwijderd (vacumeren). Dit gebeurt met een vacuümpomp. Dit moet door een hiervoor erkend bedrijf worden gedaan. Niet condenseerbare gassen zijn stikstof, zuurstof en lucht met daarin waterdamp. Waterdamp in de installatie kan bevriezen en zelfs kapot vriezen van bijvoorbeeld het expansieventiel veroorzaken. Waterdamp condenseert wel binnen de werkingstemperatuur van de installatie. Stikstof en zuurstof pas bij een veel lagere temperatuur. Ze zijn dus alleen in de installatie niet-condensbaar. Het is niet nodig de installatie te vacume5a. Vacuümpomp met koudemiddelfles.
21 3
IK11 Impuls 21Q7
04-11-2009
12:18
Pagina 4
aansluiten splitunit airco
Stappenplan montage hoog geplaatste binnenunit
- lees de installatiehandleiding van de fabrikant; - bepaal de plaats van de binnen- en de buitenunit en controleer of de afstand niet groter is dan de leidinglengte; - controleer of bij de binnenunit een wandcontactdoos met randaarde aanwezig is; - monteer de montageplaat van de binnenunit, 15 cm uit het plafond, waterpas aan de muur; - gebruik bij het boren een stofzuiger; - controleer in de handleiding van de fabrikant waar de leidingen door de gevel moeten worden gevoerd; - teken het hart van het gat af op de binnenmuur; - boor van binnenuit met een lange boor (langer dan 30 cm) met een diameter van 8 mm een gat schuin naar beneden onder een hoek van 5 – 10 graden; - boor met een zeven-gatenzaag door het binnenspouwblad (de diameter is afhankelijk van het merk en het type koppelingen en is meestal 60 – 90 mm); - boor van buitenaf op dezelfde manier door het buitenspouwblad; - verwijder zorgvuldig steenresten, stof en de isolatie uit de spouw; - monteer de voedingskabel(s) en de signaalkabels volgens de handleiding van de fabrikant; - leg de kabels onder de trekontlasting en schroef deze stevig vast; - buig de koelleidingen voorzichtig uit de unit; - monteer de condenswaterafvoerslang; - bundel de geïsoleerde koelleidingen, de condenswaterafvoer en de kabels naar de buitenunit;
21 4
- schuif het gebundelde leidingpakket door het gat; - haak de bovenkant van de binnenunit aan de montageplaat; - klik de onderkant van de binnenunit vast op de montageplaat; - dicht het gat van de leidingdoorvoering aan de binnenzijde af met stopverf, kit of purschuim om vuile tochtstrepen op de muur te voorkomen (wat het handigst is, hangt af van de constructie van de unit); - let op! Steek de stekker niet in het stopcontact zolang de installatie niet helemaal klaar is; - controleer of het filter is geplaatst; - monteer bij muurmontage de muurbeugels met trillingsdempers en de buitenunit volgens instructie van de fabrikant (Buitenunits zijn zwaar, werk daarom met twee monteurs.); - Als de buitenunit niet op beugels maar op een plat dak komt, monteer hem dan op kunststof balkjes - verwijder de beschermkappen en monteer de koelleiding meteen aan de leidingen vanaf de binnenunit. Zorg ervoor dat er geen regenwater in de leiding kan komen; - verleng de condenswaterafvoer; - bundel de koelleidingen, de kabels en de condenswaterslang. Zorg dat de condenswaterslang aan de kant van de gevel zit; - werk de bundel kabels en leidingen netjes weg in een goot; - verwijder de beschermkappen en monteer de koelleidingen aan de buitenunit, draai de koppelingen stevig aan en rol de overtollige leiding voorzichtig achter de unit;
- monteer de voeding- en signaalkabels en zet deze vast met de trekontlasting; - monteer het afdekkapje weer; - controleer of alle verbindingen goed zijn gemaakt; - controleer of de condenswaterafvoer vrij uitmondt; - als geen speciale snelkoppelingen en in de fabriek gevacumeerde leidingen zijn gebruikt, moet nu de installatie worden afgeperst en gevacumeerd. Dit moet door een hiervoor erkend bedrijf worden gedaan. Nu kan de installatie in bedrijf worden genomen: - open de kranen in de volgorde die de fabrikant heeft opgegeven. Dat is altijd eerst de vloeistofleiding en dan de dampleiding. Houd ook de wachttijd aan die de fabrikant opgeeft; - steek de stekker in het stopcontact; - plaats de batterijen in de afstandbediening; - stel de installatie in bedrijf volgens opgave van de fabrikant en controleer alle functies; - ruim gereedschap en rommel op; - leg de gebruiker uit hoe de installatie moet worden bediend. In de instructiefilm op www.installtv.nl is de montage te zien van een plafond splitunit airco van Carrier door installatiebedrijf Warmte Service Utrecht.
Bekijk de video op www.installtv.nl
IK11 Impuls 21Q7
04-11-2009
12:18
Pagina 5
aansluiten splitunit airco
ren als de installatie minder dan 3 kg koudemiddel bevat en de binnenunit, buitenunit en de leidingen al zijn gevacumeerd en met speciale snelkoppelingen met elkaar kunnen worden verbonden, zonder dat er lucht in de leidingen kan treden.
otib-nieuws
5b. Voorbeeld van een speciale snelkoppeling.
woningen met weinig zoninstraling, goede zonwering en dubbel glas kan het benodigde vermogen worden verlaagd naar minimaal 30 W/m3.
Onderhoud
Benodigde koelvermogen Voor de nauwkeurige berekening van het benodigde koelvermogen moet per vertrek een koellastberekening worden gemaakt. Het benodigde vermogen is onder andere afhankelijk van: - de inhoud van de ruimte; - het aantal personen en het werk dat ze verrichten; - de oriëntatie van de vensters; - het raamoppervlak; - enkel of dubbel glas; - de zonwering; - het aantal deuren;
cursussen
- de hoeveelheid elektrische apparaten; - het soort belendende ruimten (geïsoleerd dak, verwarmd vertrek, en dergelijke); - de mate van ventilatie. Als vuistregel kan worden aangehouden dat per m3 ruimte voor een normaal geïsoleerde woning 40 W nodig is. Als er veel factoren zijn die meer koelvermogen vragen, zoals extra zoninstraling, geen isolatie en enkel glas, kan het benodigde vermogen worden verhoogd tot maximaal 50 W/m3. Voor zeer goed geïsoleerde
500 basisscholen ontvangen Tech Ed
Het filter in het binnenunit moet om de veertien dagen worden gereinigd. Dit is iets dat de gebruiker zelf kan doen. Het jaarlijkse onderhoud bestaat uit controleren op lekkage, reinigen van de condensor en filters, controleren van afsluiters, beveiligingen, elektrische aansluitingen, regelapparatuur en roosters. En het smeren en reinigen van de ventilatoren.
Cursussen splitunit airco Aircosystemen: service en onderhoud Voor wie? Monteur koudetechniek (Mk). Waar? www.rovc.nl, www.cursusloket.nl
Aircomonteur Voor wie? Monteur en servicemonteur. Waar? Orka, Buitenkwartier 89, Zwartsluis
Monteur airconditioning (inclusief Stek) Voor wie? Installatiemonteur E&W Waar? www.mijnkenteq.nl, Orka, Buitenkwartier 89, Zwartsluis
Servicemonteur airconditioning De afgelopen weken ontvingen 500 basisscholen een speciaal kennismakingspakket van het online-spel Tech Ed. Met dit educatieve spel wil Otib leerlingen uit de groepen 7 en 8 op een aantrekkelijke en interactieve wijze kennis laten maken met alle aspecten van de technische installatiebranche. Missie: Help Hamster Ed zijn familie te redden! Tech Ed is een educatief online-spel voor leerlingen tussen de tien en twaalf jaar
oud, waarbij de speler elektro- en installatietechniek kan toepassen binnen een herkenbare en grappige context. Het spel sluit aan op het lesprogramma van basisscholen en laat vooral zien dat techniek erg leuk is. Het realiseren van instroom van jonge vaktalenten in de technische installatiebranche begint immers met interesse voor techniek op jonge leeftijd. Meer informatie: www.tech-ed.nl.
Voor wie? Stek-monteur, monteur koudetechniek (Mk) en installatiemonteur. Waar? Orka, Buitenkwartier 89, Zwartsluis
Koude- en luchtbehandelingstechniek aircomonteur Voor wie? Schoolverlater vmbo BB en arbeidsmarktgekwalificeerd assistent. Waar? www.roc.nl
21 5