Competenties. Kerntaak 1 - Ontwerpt media-uiting. Kerntaak 1 - Ontwerpt media-uiting

Competenties In deze training ga je aan de slag met de volgende Kerntaken, bijbehorende werkprocessen en competenties:

Kerntaak 1 - Ontwerpt media-uiting Werkprocessen

Competenties

1.3 Maakt concept

Onderzoeken Creëren en innoveren

1.4 Maakt ontwerp

Vakdeskundigheid toepassen Middelen inzetten Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Kwaliteit leveren

1.5 Presenteert ontwerp

Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Materialen en middelen inzetten Met druk en tegenslag omgaan

Kerntaak 1 - Ontwerpt media-uiting Werkprocessen

e.h.v.a. Wilma Bastiaan hoofdfase

Competenties

2.1 Bereidt realisatie voor

Vakdeskundigheid toepassen Middelen inzetten Instructies en procedures volgen

2.3 Maakt de media-uiting

Vakdeskundigheid toepassen Middelen inzetten Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Kwaliteit leveren

techniek

kennismaking Premiere Pro

1

Inleiding Wat is er nu leuker dan op Youtube naar filmpjes te kijken, of het te hebben over die reclame van AXE, waar zelfs op ieder billboard in de buurt en bij de trein een vervolgreclame op te vinden is. Hoe hebben ze het kunnen bedenken. Maar vooral, hoe hebben ze het kunnen maken. En ook al is reclamefilmpje maken een vak apart, is het handig om te weten hoe je een filmpje kunt analyseren. Stel dat je op een productiebedrijfje komt te zitten, zelf een eenvoudig filmpje kunt bedenken en monteren. Dan is inzicht krijgen in de opbouw van een fimpje en het leren werken in een montage-programma wel zo handig.

Deelopdrachten De opdrachten bestaan uit: 1. Een NIKE reclame monteren op muziek. 2. Een muziekclip in twee verschillende talen samenvoegen. 3. Een stopmotion - karaktertje maken. 4. Een stopmotion reclamefimpje maken op muziek - bushalte 5. Een muziekclip reduceren van 12 minuten tot 2.30 minuten.

Werkwijze Iedere les wordt eerst de basis uitgelegd waarna er individueel verder wordt gewerkt aan de opdracht. 1.

2. 3. 4.

5.

In de eerste les wordt via de beamer uitgelegd hoe het programma Premiere Pro werkt. Vervolgens krijg je oefenmateriaal waarmee je een goed lopend en logisch filmpje van gaat maken.. Vervolgens leer je om op precies 1 minuut audio een spannende montage te maken van het aangeleverde materiaal Spelenderwijs zul je uitgelegd krijgen om met overgangen en effecten te werken Om inzicht te krijgen hoe bewegend beeld wordt opgebouwd uit opeenvolgende beeldjes, en hoe ‘stopmotion’ werkt, maak je zelf je ‘lopend’ karaktertje. Deze training wordt afgerond met het reduceren van een bestaande muziekclip tot 2.30 minuten.

Alle opdrachten werk je individueel uit;


techniek


2

Beoordelingsvorm Elke opdracht doet mee in je beoordeling. Zorg dan ook dat al je opdrachten goed uitgewerkt zijn en dat je ze bewaard in de daarvoor aangemaakte inlevermap op de server.

Om de training met een voldoende te kunnen afronden moet je aan bepaalde voorwaarden hebben voldaan. Mocht je aan een of meerdere voorwaarden niet hebben voldaan, is de eindbeoordeling onvoldoende. De vervolg-training/cursus T028b kan pas gevolgd worden als je training T028a met een voldoende hebt afgerond. Je zult bij een onvoldoende in overleg met de docent moeten kijken hoe je je onvoldoende naar een voldoende kunt ophalen. Voorwaarden Je moet 100% en op tijd en op tijd aanwezig zijn. Natuurlijk kan het zijn dat je ziek bent, of naar de dokter moet. Vraag de docent hoe je de les in kunt halen om te zorgen dat er geen achterstand in je voortgang sluipt. - -

In de les wordt van je gevraagd gemotiveerd deel te nemen aan het lesprogramma. Alle opdrachten heb je met een voldoende afgerond.

Bewijslast. De afgeronde opdrachten zijn opgenomen in je inlevermap. De docent heeft je opdrachten als voldoende afgetekend.

Beoordelingswijze -

Opdrachten en onderzoeken worden met minimaal een voldoende beoordeeld door de docent als aan de eisen van de opdracht is voldaan. Voorbeelden van eisen zijn: het programma Premiere Pro beheersen, een logisch opgebouwde montage kunnen maken, leren op tijd en ritme een montage te kunnen maken, en een helder reclamefimpje in ‘stopmotion’ voor de klant kunnen bedenken en uitvoeren.

Werkwijze Als grafisch vormgever zijn behalve kennis en vaardigheden ook inzicht en werkhouding erg belangrijk voor een goed eindresultaat. Naast de beoordelingspunten wordt ook gekeken naar samenwerking, orginaliteit en planning,


techniek


3

Beoordelingsmoment en -planning Na afronding van iedere opdracht zal er een beoordeling plaats vinden. 1.

2. 3.

Je vraagt de docent je afgeronde opdracht na te kijken. Als de docent de opdracht met een voldoende afrondt, begin je aan de volgende opdracht. De afgeronde opdracht neem je op als bewijsmateriaal in je inlevermap. De eindopdracht wordt beoordeeld in les 8. In de laatste les (les9) wordt de opdracht door je groepje gepresenteerd aan de klas en wordt ze door de klas met tips en tops beoordeeld.

Bijlagen - Bijlage 1. - Bijlage 2.

Basisuitleg van het Adobe Premiere Pro programma; Hoe te werken met effecten en overgangen.

- Lesmateriaal: te vinden in de map: .............. - Voorbeelden: ...................


techniek


4

Week Les


37

01

Uitleg inhoud les. Uiteenzetting opdracht 1. Start uitvoeren opdracht 1. Indien nodig opdracht 1 als huiswerk afronden.

38

02

Opdracht 1 af laten tekenen als voldoende en in inlevermap plaatsen. Uitleg opdracht 2. Werken aan opdracht 2. Indien nodig opdracht 2 als huiswerk afronden.

39

03

Opdracht 2 af laten tekenen als voldoende en in inlevermap plaatsen.Uitleg opdracht 3. Werken aan opdracht 3. Indien nodig opdracht 3 als huiswerk afronden.

40

04

Werken aan opdracht 3. Opdracht 3 als huiswerk afronden.

41

05

Opdracht 3 af laten tekenen als voldoende en in inlevermap plaatsen.. Uitleg opdracht 4. Werken aan opdracht 4. Indien nodig opdracht 4 als huiswerk afronden. Uitleg van opdracht 5

42

06

Opdracht 4 inleveren. Werken aan opdracht 5. Indien nodig opdracht 5 als huiswerk.

44

07

Werken aan opdracht 5. Indien nodig opdracht 5 als huiswerk afronden.

45

08

In deze les wordt de laatste hand gelegd aan jullie gezamenlijk eindproduct. In de les wordt per groepje je werk beoordeeld door de docent. Bij een voldoende plaats je je eindopdracht als AVI in je inlevermap.

46

09

Presentatie en beoordeling. Er volgt een presentatieplanning. Dan weet je precies wanneer met je groep aan de beurt bent. Iedereen is de volledige lessen aanwezig. Per groep heb je 10 minuten presentatietijd, dan volgt een 3 minuten durende beoordeling in TIP en TOP van de overige klasgenoten. 10 minuten totaal dus. BELANGRIJK: je presenteert je filmpje als AVI-bestandje. Dan zullen er geen problemen zijn op het gebied van lange wachttijden voor het openen van grote bestanden. Zorg dat je je complete presentatie in je map op de studenten server hebt staan. Geen gedoe met sticks en DVD’s.

techniek


5

Uitleg van het programma Adobe Premiere Pro. In de eerste les ga je kennis maken met het programma Adobe Premiere Pro. Op de beamer wordt het programma geopend en het is de bedoeling dat je goed oplet en meekijkt. Na de eerste uitleg volgt opdracht 1 die je individueel uit gaat voeren. Belangrijk bij het werken in Premiere Pro is dat je de bestanden waar je mee werkt, op een vaste plek zet. Anders krijg je bij het her-openen van je project een melding dat het bijbehorende beeld ontbreekt. Premiere Pro werkt namelijk net als Indesign; hij haalt iedere keer het materiaal binnen. Omdat het nogal ‘zwaar’ materiaal betreft, is het verstandig om op school het benodigde materiaal op je desktop te kopieren. Je kunt dan op elke willekeurige computer werken, en als je afsluit weet je dat je het materiaal altijd weer opnieuw kunt kopieren van de server.

Opdracht 1: - - - - - -

Maak op de server een map aan waar je al je materiaal en projecten opslaat. Premiere Pro heeft net als Indesign een map nodig waar materiaal vandaan gehaald wordt om mee te kunnen werken. Kopieer de map met bronmateriaal voor deze opdracht naar je desktop. Open vervolgens een new project in het programma Premiere Pro. Bij ‘browse’ ga naar je eigen map en plaatst daar het nieuwe project. In de onderste balk geef je het project de naam ‘NIKE commercial 1’. Importeer voor deze eerste opdracht het materiaal ‘ NIKE commercial’ uit de map op je desktop.

Het materiaal bestaat uit verschillende avi-bestandjes. Deze avi-bestandjes bekijk je stuk voor stuk in de werkbalk. Zoals je ziet, staan alle looppasjes achter elkaar, alle close-ups achter elkaar net als passes, shots, space enzovoort. Van dit materiaal probeer je een zo goed mogelijk en logisch opgebouwd filmpje te maken. Natuurlijk gebruik je uit alle avi-bestandjes een of meerdere fragmenten. Je maakt gebruik van het eerste spoor en werkt zo netjes mogelijk. Je montage moet een goed lopend geheel vormen. Als de montage is goedgekeurd door de docent, render je het filmpje en exporteer je je filmpje naar een Quicktime-bestand. Als je je filmpje exporteert naar Quicktime, comprimeer je je bestand. Een Quicktime-bestand kun je gebruiken voor bijvoorbeeld je filmpje te plaatsen op een website of op Youtube.


techniek


6

Plaats het filmpje in je map en laat deze vervolgens door de docent beoordelen. Bij een voldoende, ga je naar Opdracht 2.

Opdracht 2. - Kopieer de map met bronmateriaal voor deze opdracht naar je desktop. - Open vervolgens een new project in het programma Premiere Pro. - Bij ‘browse’ ga naar je eigen map en plaatst daar het nieuwe project. - In de onderste balk geef je het project de naam ‘NIKE commercial 2’. - Importeer voor deze eerste opdracht het materiaal ‘NIKE commercial’ uit de map op je desktop. Het voor deze opdracht te gebruiken materiaal bestaat uit dezelfde avi-bestandjes als uit opdracht 1. Bij deze opdracht is het de bedoeling om op het bijgeleverde audio-bestandje een montage te maken. Het NIKE-audiobestandje duurt precies een minuut. Als eerste plaats je het audio-bestandje van NIKE in de daarvoor bestemde audiolijn en zet hem op slot. Luister vervolgens goed naar het ritme dat in de muziek zit. Probeer de vierkwartsmaat te pakken te krijgen. Tik anders eens mee met je vingers op de beat. Probeer op de muziek een zo goed mogelijk en logisch opgebouwd filmpje te maken. Natuurlijk gebruik je uit alle avi-bestandjes een of meerdere fragmenten. Je maakt gebruik van het eerste spoor en werkt zo netjes mogelijk. Je montage moet een goed lopend geheel vormen op het ritme van de muziek. Het filmpje duurt exact een minuut. Als de montage is goedgekeurd door de docent, render je het filmpje en exporteer je op de hoogste kwaliteit voor een DV-PAL-project.. Volg vervolgens de volgende stappen: - Maak de tijdlijn actief door erin te klikken. Als deze namelijk niet actief is (er is dan geen gele rand om het venster zichtbaar) zal de menu optie Export grijs/inactief zijn. - Kies File -> Export -> Movie uit het menu. - Er wordt nu een dialoogvenster geopend waarin je de lokatie en de bestandsnaam kunt aangeven. - Klik op save. Om je filmpje NIKE-commercial 2 op de hoogste kwaliteit te exporteren hoef je geen instellingen aan te passen. Dus als je bijvoorbeeld een DV-PAL-breed-


techniek


7

beeld-project aan het monteren bent is de instelling bij export -> movie ook DV-Pal-breedbeeld. Dit is handig omdat je geen kwaliteitsverlies hebt. Je filmpje wordt niet gecomprimeerd naar een kleiner bestand. Hierna kun je altijd nog een keuze maken hoe je hem wilt opslaan of op een DVD wilt branden. Na het afronden van je filmpje plaats je het filmpje in je map en laat deze vervolgens door de docent beoordelen. Bij een voldoende, ga je naar Opdracht 3.

Opdracht 3 - - - - -

Kopieer de map met bronmateriaal voor deze opdracht naar je desk top. Open vervolgens een new project in het programma Premiere Pro. Bij ‘browse’ ga naar je eigen map en plaatst daar het nieuwe project. In de onderste balk geef je het project de naam ‘Silencio’. Importeer voor deze derde opdracht het materiaal ‘ muziek samen voegen’ uit de werkmap op je desktop.

Het materiaal bestaat uit twee avi-bestandjes en een audio-bestand. De twee avi-bestandjes bestaan uit beeld van de zangers David Bisbal en Jeroen van der Boom. Het audio-bestandje bestaat als eerste deel uit de vertolking door onze Jeroen van der Boom, en het tweede gedeelte uit de vertolking door David Bisbal. De opdracht bestaat uit het combineren van deze twee muziek-clips tot een goed lopend geheel. De muziek en de video-clips moeten naadloos in elkaar overlopen op het juiste moment. Je maakt gebruik van het eerste spoor en werkt zo netjes mogelijk. Maak bij het monteren gebruik van het tweede spoor en de Razor-tool om de bestanden nauw op elkaar aan te sluiten. Transitions

Als de muziek-clip is gemonteerd in een spannende volgorde, kun je de overgangen vloeiender laten verlopen met een Video Transition uit het effectenpanel.


techniek


8

Volg de volgende stappen: 1. Klik op het tabblad Video Effects in het venster naast de tijdlijn en klap Video Transitions open. In deze map vind je alle overgangseffecten. De map Dissolve bevat het standaard overgangseffect, de overvloeier, fade in of Cross Dis- solve. Deze herken je aan de lichtroze-gearceerde rand. 2. Om de overvloeier te plaatsen, sleep je het effect uit het panel naar de tussenliggende filmpjes in de time-line. 3. Het effect is geplaatst. Bekijk of je het gewenste effect hebt door je filmpje af te spelen. Als je tevreden bent met het resultaat, plaats ze dan op alle overgangsmomenten in je muziek-clip.

Exporteren naar Video-bestand. Als de montage is goedgekeurd door de docent, render je het filmpje en exporteer je je filmpje naar een Quicktime-bestand. Als je je filmpje exporteert naar Quicktime, weet je dat je bestand comprimeert naar een lichter bestandje dat geschikt is voor websites of Youtube. Na het muziek-clipje in je map te hebben geplaatst, ga je deze uploaden op Youtube. Plaats het filmpje in je map en op Youtube onder een zelfbedachte naam en laat deze vervolgens door de docent beoordelen. Bij een voldoende, ga je naar Opdracht 4


techniek


9

Opdracht 4 In de volgende opdracht ga je op een heel andere manier werken dan in de afgelopen opdrachten. In deze opdracht ga je werken met Stopmotion. Bij Stopmotion staat op ieder frame een beeldje. Film werkt op dezelfde manier. Bij het plaatsten van 25 beeldjes per seconde heb je bewegend beeld. Om je door te laten krijgen dat het best wel wat werk vereist om bewegend beeld te krijgen, maak je de volgende opdracht. Opdracht 4 is een oefening om inzicht te krijgen hoe bewegend beeld opgebouwd kan worden uit stilstaand beeld. Op de beamer krijg je verschillende voorbeelden te zien van lopende animaties. Het is de bedoeling dat ook jij een lopende animatie maakt. Het volgende wordt van je gevraagd: - Teken je eigen karikatuurtje en werk hem in kleur uit. - Maak vervolgens verschillende tekeningetjes van je karikatuurtje met een kleine verandering in zijn loopbeweging. - Let niet alleen op de benen die een stapbeweginkje moeten gaan maken; het hele figuurtje maakt een verandering in zijn houding mee. - Werk zoveel tekeningetjes uit tot er een vloeiend stapje ontstaat. Scan de tekeningetjes van je figuurtje in en importeer de beeldjes in een nieuw project onder de naam van je karaktertje - Op de Timeline plaats je in ieder frame een ingescand beeldje. Nu is het aan jou om te kijken welke beeldjes je meerdere keren moet plaatsen om een ‘lopend’ karaktertje voorbij te zien gaan.

Als de montage is goedgekeurd door de docent, render je het filmpje en exporteer je je filmpje naar een Quicktime-bestand. Als je je filmpje exporteert naar Quicktime, comprimeer je je bestand. Een Quicktime-bestand kun je gebruiken voor bijvoorbeeld je filmpje te plaatsen op een website of op Youtube. Plaats je Stopmotion-animatie in je map en laat deze vervolgens door de docent beoordelen. Bij een voldoende, ga je naar Opdracht 5. e.h.v.a. Wilma Bastiaan hoofdfase

techniek


10

Opdracht 5

Elk jaar weer staat de videoclip van ‘November Rain’ weer hoog genoteerd in de top 100 allertijden. Voor velen is de lange versie nog veel te kort...( lengte is 12 minuten). MTV wil graag een korte variant van bovengenoemde clip op hun website vertonen zonder dat dit afbreuk doet aan het origineel. Aan jou de taak om de clip in te korten tot exact 00.02.30.00 minuten. - - - - -

Je zorgt ervoor dat het net zo’n mooi nummer blijft als het origineel; Dat de door jou aangebrachte audiolassen niet hoorbaar zijn; Dat de clip direct uitzendbaar is op de site van MTV en TMF; Dat de beelden nog steeds het tragische verhaal vertellen als de 12 minuten versie; Dat minimaal 1/3 van de clip bestaat uit beelden van het live optreden van Guns and Roses.

Als de montage is goedgekeurd door de docent, render je het filmpje en exporteer je je filmpje naar een Quicktime-bestand. Als je je filmpje exporteert naar Quicktime, comprimeer je je bestand. Een Quicktime-bestand kun je gebruiken voor bijvoorbeeld je filmpje te plaatsen op een website of op Youtube. Plaats je Video-clip in je map en laat deze vervolgens door de docent beoordelen. Bij een voldoende heb je alle opdrachten nu afgerond met een voldoende. Natuurlijk ben je vrij om de opdrachten nogmaals kritisch te bekijken en te verbeteren. Geef dit aan de docent door zodat je voldoendes misschien wel naar een goed worden verhoogd.


techniek


11

Bijlage 1. Basisuitleg Adobe Premiere Pro. Adobe Premiere Pro Voor het monteren van een film maken we gebruik van Premiere Pro. Met Premiere Pro is het mogelijk alle takes die we vastgelegd hebben achter elkaar te zetten en als één geheel weg te schrijven. Natuurlijk laten we daarbij een groot deel van het gefilmde materiaal weg, er moet immers een kort maar krachtig ‘verhaal’ over blijven. Je kan Premiere Pro een beetje beschouwen als het opmaakprogramma (zeg maar Indesign) voor video. Op één punt is deze vergelijking heel belangrijk. In het project-bestand zitten niet de eigenlijke stukken film besloten, er zijn slechts verwijzingen naar de clips, zoals de stukken film in Premiere Pro genoemd worden. Als je je project op een cd, dvd of memorystick wilt opslaan heb je aan het project-bestand niet genoeg, je moet ook de afzonderlijke clips (avi-bestanden) meekopiëren, net als dat je bij een Indesign-bestand de hogeresolutie afbeeldingen niet moet vergeten. Allereerst moeten we ervoor zorgen dat het gefilmde materiaal op de hard Disk terecht komt.

Nieuw project Bij het opstarten van Premiere Pro wordt gevraagd of je een recent bestand (project) wilt openen of dat je met een nieuw project wilt beginnen.

Als je een nieuw project begint moet je een aantal instellingen opgeven. Bij een nieuw project kies je doorgaans voor DV - PAL (PAL is het Europese video-systeem, NTSC is Amerikaans) met als suboptie Standard of Widescreen (breedbeeld), afhankelijk van het opgenomen materiaal. De optie 32kHz of 48kHz zegt iets over de geluidskwaliteit. Het heeft weinig


techniek


12

zin om een hogere geluidskwaliteit te kiezen dan de kwaliteit waarmee het oorspronkelijke geluid is opgenomen. Met de camera’s die we op school gebruiken is dit meestal 32kHz. Kies een naam en een locatie (inlevermap op de harde schijf) waar je het project wilt opslaan. * NB Premiere Pro maakt een map aan waar alle videobestanden in komen te staan. Vergeet niet om je bestanden in je eigen map te zetten! Een project bestaat niet alleen uit het gefilmde materiaal maar kan ook aangevuld worden met foto’s, geluiden, titels, etc.

Van tape naar Hard Disk (Capture) Op school worden de camera’s op de computer aangesloten met een FireWire-kabel. De aansluiting zit (bij de computers in lokaal B210) aan de achterkant. Kies voor File: Capture ... om de takes van de camera naar de computer over te brengen. Zet de camera op Play-mode.

De camera bedien je nu vanaf de computer met de knopjes die onderaan in het Capture-venster zitten. De meeste knoppen zullen bekend voorkomen.


techniek


13

Het Capture venster Aan de rechterkant van het Capture-venster zie je een aantal instellingen staan. Bij Set up: Capture kan je ervoor kiezen niet beeld èn geluid maar één van beide te capturen, over te brengen naar de computer. Bij Log Clips to kan je -als je je project in meerdere mappers (Bins) hebt ingedeeld- kiezen in welke Bin ze terecht komen.

Bij Clip Data is het vooral van belang om een Clip Name op te geven omdat anders alle clips Untitled gaan heten. Een volgnummer komt er vanzelf achter. Tenslotte is het verstandig om bij Capture de optie Scene Detect aan te vinken. ledere keer dat je met de camera een nieuwe take (scène) hebt gemaakt, maakt Premiere Pro daar een nieuwe clip van. Als je nu de Record-knop aanklikt (de rode knop, het meest rechts van de bedieningsknoppen) zal Premiere Pro beginners met het vastleggen van de takes die op de band staan.

Handmatig scènes kiezen Vaak wil je niet alle scènes die je hebt gefilmd naar de computer overbrengen. Er kunnen altijd hele stukken bijzitten die totaal mislukt zijn. Ook kan het zijn dat je slechts een deel van een scène op de computer wilt zetten. Met de twee


techniek


14

knopjes die boven elkaar uiterst links zitten kan je zoeken naar het begin van een volgende of vorige scène op de band. Met de twee accolade-vormige knopjes die ernaast staan kan je met een zogenaamd In Point of Out Point het begin of eind van een stuk film markeren om alleen het gemarkeerde deel te capturen. Hiervoor klik je dan op de knop In/Out bij Capture, rechts van de bedieningsknoppen. Met de knopjes eronder (accolade met pijI) kan je de band naar een In of Out Point spoelen. De functie van de overige knoppen in de bovenste rij in het bedieningspaneel spreken voor zich. Met de schuifknop (Shuttle) in het midden kan je terug of verder spoelen. Hoe meer je de knop naar links respectievelijk naar rechts schuift hoe sneller het gaat. Met het wiel middenonder (Jog) kan je de afspeelkop heel precies op een gewenst moment neerzetten. Met de twee knopjes rechts van het Jogwheel kan je de tape heel langzaam achteruit of vooruit spelen.

Einde van de capture Als de tape aan het eind is zal het capturen automatisch stoppen. Het kan ook voorkomen dat een tape al veel eerder stopt. De melding is dan vaak ‘Capturing stopped because blank tape was detected’. Als na zo’n leeg stuk tape toch nog scènes zijn opgenomen moet je gewoon nogmaals op de Recordknop drukken. Bij de nummering van de clips verschijnt automatisch een nieuw cijfer om aan te geven dat een nieuwe serie clips begint. In een enkel geval -bij oudere camera’s en ook een enkele keer bij een gloednieuw type- zal de optie Scene Detect niet werken. In dat geval moet je handmatig de scènes kiezen of kun je achteraf zelf de hele scène ‘in stukken hakken’ voordat je gaat monteren. Je kan ook tijdens het monteren de stukken kiezen. Bij het sluiten van het Capture-venster moet Premiere Pro mogelijk nog scènes verwerken. Dit kan afhankelijk van de snelheid van de computer even duren. De voortgang wordt rechtsonder in de statusbalk weergegeven.


techniek


15

Montage met Premiere Pro Voordat je de film gaat monteren moet je de scenes al goed kennen en een draaiboek (montageboek) hebben gemaakt. Bovendien moet je goed weten wat de verschillende vensters van Premiere Pro inhouden.

Project-venster Linksboven staat het Project-venster. Hierin staan niet alleen de clips die deel uitmaken van het project maar ook toegevoegde elementen zoals aftiteling en muziek. In dit venster staat ook een aparte tab voor Effects. De effecten zijn onderverdeeld in effecten voor video en geluid, zowel voor speciale effecten als voor vloeiende overgangen (transitions).

Monitor-venster In Premiere Pro wordt een take een clip genoemd, een scene -die uit verschillende takes kan bestaan- wordt een sequence genoemd. In het Monitor-venster staat links de actieve clip, de clip die met een dubbelklik in het Projectvenster is geselecteerd. Rechts staat de sequence.

Tools In de onderste helft van het venster staat geheel links de gereedschapskist. Hierin staan gereedschappen voor het selecteren, verlengen of verkorten, snijden en verplaatsen van clips die in de sequence staan. Hierover later meer


techniek


16

Timeline Het grootste venster is het Timelinevenster. In dit venster zie je de verschillende videoen audio-sporen staan. Vergelijk deze wat video betreft maar even met lagen in Photoshop. Er zijn twee manieren om clips in de tijdlijn te zetten: • Clips kunnen -in een willekeurige volgorde- vanuit het Project-venster naar een spoor in de tijdlijn gesleept worden. • De actieve clip -of een deel van de clip- kan vanuit het linker scherm in het Monitor-venster naar een spoor in de tijdlijn gesleept worden. Een deel van de clip kan met een In en Out Point geselecteerd worden, net als bij het capturen (zie Handmatig scènes kiezen). Bij het gebruik van een deel van de clip blijft het niet-geselecteerde deel nog gewoon beschikbaar om te editen. Als je een clip naar een hoger spoor in de tijdlijn sleept zal dit het beeld eronder afdekken. Geluid in verschillende sporen wordt door elkaar afgespeeld.

History In het History-venster is te zien welke handelingen er het laatst verricht zijn. Ook is het hier mogelijk door een simpele klik een aantal laatste stappen ongedaan te maken.

Info In het Info-venster vind je informatie over de clip die geselecteerd is. Het maakt niet uit in welk venster de clip geselecteerd is. Dit laatste kan sours verwarrend zijn: in de tijdlijn is een clip geselecteerd (donkerder gekleurd) terwijl in het Info-venster informatie over een andere clip getoond wordt omdat die toevallig later -bijvoorbeeld in het Monitor-venster- is geselecteerd.


techniek


17

Eenvoudige montage Bij het behandelen van de Timeline is in feite al een aanzet gegeven voor een eenvoudige montage: het in willekeurige volgorde slepen van clips naar sporen in de tijdlijn.

Een deel van een clip gebruiken In plaats van een hele clip naar een spoor in de tijdlijn te slepen kun je ook een deel selecteren: • Dubbelklik in het Project-venster op de gewenst clip of sleep hem naar het linker scherm in het Monitor-venster. • Speel de clip af en klik op het juiste moment op de accolades om een In en Out Point te zetten. Je kan ook op het toetsenbord op respectievelijk de i en de o drukken. Met de Shuttle en de Jog kan je de afspeelkop precieser plaatsen om een In en Out Point te zetten. • Speel ter controle het geselecteerde deel af door op de knop Play In to Out te klikken, de knop met het driehoekje tussen de twee accolades. • Sleep de clip naar het gewenste spoor in de tijdlijn. Het maakt niet uit of je de clip vanuit het Project-venster of het linker scherm in het Monitor-venster naar de tijdlijn sleept.


techniek


18

De gereedschappen

Selection tool

pijltje

V

Track Selection tool spoorselectie

A

Ripple Edit tool

ripplemontage

B

Rolling Edit tool

rolmontage

N

Rate Stretch tool

snelheid aanpas X

Razor tool

scheermesje

X

Slip tool

slipmontage

Y

Slide tool

schuifmontage U

Pen tool

kroontjespen

P

Hand tool

handje

H

Zoom tool

vergrootglas

Z

Selectiegereedschap Het bovenste gereedschap in de toolbox is het ‘gewone’ selectiegereedschap dal je net als bij Photoshop en Illustrator ook met de v op het toetsenbord kan selecteren. Met dit gereedschap kan je o.a. clips in de tijdlijn verslepen naar een gewenste positie. Als je de afspeelkop op een bepaald moment in de sequence hebt staan dan zal dit magnetisch worden. Bij het verplaatsen van een clip kan je deze dus precies positioneren (tegen de rode lijn die onder de afspeelkop zit).

Track Selection Tool Het volgende gereedschap is de Track Select Tool. Hiermee selecteer je in de tijdlijn niet alleen de clip die je aanklikt maar ook alle clips rechts daarvan in het zelfde spoor. Handig als je een aantal clips wilt selecteren om een gat (ripple) op te vullen. Hierbij worden dan de clips in de tijd verplaatst.

Ripple Edit Tool Het derde gereedschap is de Ripple Edit Tool. Hiermee kan je een clip verlengen om bijvoorbeeld een gat te dichten. Voorbeeld: Als je van een clip van drie minuten slechs één minuut gebruikt, laten we zeggen de tweede minuut van de clip, dan kan je met dit gereedschap de clip nog zowel aan het begin als aan het eind een minuut ‘uitrekken’. Hierbij komt de clip niet van zijn oorspronkelijke positie, hij blijft dus bijvoorbeeld synchroon met achtergrondmuziek die je toegevoegd hebt. Je kan een clip natuurlijk niet Meer verlengen dan tot de oorspronkelijke lengte. Je kan een clip overigens ook juist inkorten.


techniek


19

Rolling Edit Tool Het volgende gereedschap is de Rolling Edit Tool. Hiermee kan je van twee (selecties van) clips die op elkaar aansluiten het aansluitpunt (de beeldovergang) verschuiven. De ene clip wordt exact evenveel verlengd als de ander wordt ingekort. In het rechter scherm van het Monitor-venster wordt in een split screen de exacte beeldovergang getoond. Beide clips worden niet in de tijdlijn verschoven en blijven dus synchroon.

Rate Stretch Tool Met het volgende gereedschap, de Rate Stretch Tool, kan je een clip echt uitrekken, langer maken voor een slow-motion of juist korter maken voor een versneld effect.

Razor Tool Het volgende gereedschap is de Razor Tool waarmee je een clip kan in twee stukken kan snijden om vervolgens bijvoorbeeld een deel te kunnen verplaatsen of verwijderen. Zelfs al heb je met de Razor een stuk van een clip verwijderd, dan nog kan je met de Ripple Edit Tool of de Rolling Edit Tool de clip zonodig verlengen. De overige tools worden zelden gebruikt en hier dus niet behandeld.

Veel gebruikte toetsen en toetscombinaties Een aantal toetscombinaties ken je al uit andere programma’s. Combinaties als Ctrl-s, Ctrl-c, Ctrl-v en Ctrl-z zijn in de Adobe-programma’s hetzelfde. F5 Page Up Page Down Home clip. End Enter ten) en Spatie Backslash Ctrl-i Ctrl-k


techniek

Voor het openen van het Capture-venster. In de tijdlijn terug gaan naar een vorig begin- of eindpunt van een clip. In de tijdlijn verder gaan naar een volgend begin- of eindpunt van een clip. In de tijdlijn gaan naar het beginpunt van de geselecteerde In de tijdlijn gaan naar het eindpunt van de geselecteerde clip. De sequence renderen (doorrekenen van toegevoegde effect vanaf het begin afspelen Play / Pause De sequence in het venster passers (zoom). Importeren De in de tijdlijn geselecteerde clip snijden op de plaats van de afspeelkop.


20

Bijlage 2. Video-effecten en keyframes In deze bijlage wordt uitgelegd hoe je met het effectenpanel kunt werken. Effecten en overgangen (transitions genoemd) zijn bedoeld om het beeld in je montage een filterbewerking te geven, zoals je in Photoshop wel kent, en/of je montage een vloeiende overloop te geven van het ene stukje beeld naar het andere. De bijlage is bedoeld als naslag en extra oefenmateriaal. Na de bijlage te hebben doorlopen, ben je in staat alle effecten uit te proberen en toe te passen. Voor technisch hoogstaaltjes, verwijs ik je naar het Premiere Pro boek dat elke les aanwezig zal zijn zodat je zelf je kennis kunt verdiepen en verbreden.

Drie typen effecten: 1.

Aan/uit effecten.

2.

In te stellen via Effect-Controls.

3.

Instellen via dialoogvenster

Oefening:

1.


Plaats een clip in de timeline. Zoom in en uit en kijk wat er gebeurt. Kort het filmpje in tot 15 seconden. Pas de zoomfactor aan op 15 seconden. Zoek het aan/uit effect Black/White (contains > black..) en pak deze op en sleep naar de gewenste clip (je ziet rode lijn ontstaan). Het videoeffect komt te staan in het venster onder je effecten ‘Motion and Scale’. Dubbelklik op je effect in de Timeline om het werkscherm naar voren te halen, en de mogelijkheden van het effect in te stellen.Knip de film in drie stukken met de Raiser-tool, en zet het middenstuk ‘uit’ zodat je die in kleur ziet. Voeg een Transition (overgang) toe voor een mooiere overgang: Cross Dissolve Transition: slepen naar de naastliggende clips in de timeline. Met de ‘Track Select

techniek


21

Tool’ kun je de clips selecteren om ze bijvoorbeeld weer te verwijderen als je niet tevreden bent over je werk. 2.

Plaats een clip in de timeline. Kort het filmpje in tot 15 seconden. Pas de zoomfactor aan op 15 seconden. Zoek Mosaic effect (contains -> mosaic..) en pak deze op en sleep naar de gewenste clip (zie rode lijn ontstaan). Ga naar effect controls en zie de mogelijkheden. Je kunt parameters instellen voor effecten via ô (de stopwatch) horizontale _standaard 50 <->> ô verticale _ standaard 10 <->> (met dit teken ‘<-->>’ geef je aan dat je met het handje de standaard ook kunt veranderen)

3.

Ga naar Ripple effect en plaats in de timeline. Ripple heeft een set-up pictogram. Stel Ripple settings in en speel + fill color voor achtergrond. Dezelfde parameters zijn te vinden onder het dichte driehoekje. Klik deze open en je ziet het werkvenster en de mogelijkheden.

Video-effecten met keyframes Met Keyframes kun je effecten manipuleren gedurende de looptijd van de clip. En je kunt krachtige toepassingen van effecten combineren. Met Keyframes verandert de waarde van de looptijd van een effect. Begin de clip met een waarde van 10 horizontal/vertical. Eindig de clip op waarde 200 horizontal/vertical. Ga via Monitor naar effect controls->Mosaic en klik de ô aan. Op de Playhead verschijnt een Keyframe. Zet de timeline op 10 sec. en klik op keyframe. Er wordt nu een keyframe geplaatst. Stel de keyframe op 100 horizontal/vertical en plaats nóg een keyframe. Speel dit een af en zie wat je hebt gedaan. Stel de keyframe op 100 h/v en ga naar het begin van het filmpje. ! -> de twee keyframes zijn met elkaar verbonden in tijd. Ga naar het begin van het filmpje.


techniek


22

*Eérst een keyframe plaatsen, en dan pas de waarde instellen! Verwijderen van keyframes kan met de rechtermuisknop. Verschillende typen keyframes zijn aan te geven door te klikken op de keyframe op de timeline (en stel deze in). Je ziet nu de keyframes van uiterlijk veranderen doordat ze zich aan elkaar aanpassen. (Klik op de keyframe en kijk wat er is veranderd in de waarden van de keyframe.) De waarde van twee aan elkaar liggende frames zijn met elkaar gekoppeld. Klik op de stopwatch als je de keyframes wilt verwijderen.

Werken met overgangen -TransitionsBij het werken met overgangen (Transitions) is het belangrijk dat je zorgt voor voldoende reserveframes. Stel bij de geselecteerde clip de ‘in’ en ‘uit’ punten in. Plaats de fimpjes (met groot contrast is het handigst om te zien wat je doet.) in de timeline. Plaats de Transition ‘Cross Dissolve’ om de clips vloeiend in elkaar te laten verlopen. Wil je een overgang vervangen door een ander? Plaats deze nieuwe overgang over de oude heen en hij wordt vervangen. Zo kun je snel zien wat een Transition doet. Probeer ook eens verschillende Transitions uit! Overgangen (Transitions) kun je finetunen via het palet ‘Effect controls’. Dubbelklik op de overgang en je komt in het werkscherm terecht. Lichtgroene frames zijn de frames die zichtbaar zijn in de clip. Donkergroene frames zijn reserveframes.


techniek


23

Duration: hier stel je de gewenste lengte (=tijd) in van de overgang. Je kunt dit ook doen in de boven-timeline via het icoon van de Transition door deze uit te rekken. Sleep langer of korter tot gewenste lengte van de Transition. Je speelt zo met moment en tijd. Alignment: hier stel je in waar je begint. ‘Show Actual Sources’: de A en de B veranderen in beeld, zodat je in het werkscherm kunt zien wat je doet.

Werken met overgangen - TransitionsAls je een clip met te weinig of geen reserveframes hebt, herken je die aan het kleine driehoekje aan het begin en/of einde van je clip in de Timeline. Heb je materiaal zonder reserveframes, dan zul je zien dat als je er een effect op gooit, hij niet in het midden kan staan, maar op het begin of einde van een clip gaat staan. Op het palet ‘Effect controls’ zie je ook duidelijk dat er alleen maar lichtgroene frames zijn, en geen donkergroene (reserveframes). Om tóch een overgang mogelijk te maken, kun je het effect uittrekken. Première Pro maakt dan automatisch ‘Freeze Frames’ aan; stilstaande extra frames die exact dezelfde zijn als de Frames daarvoor: kopieën om toch een overgang mogelijk te maken. Dit doe je alleen als noodoplossing als je geen Reserveframes hebt.

Meer overgangen:

Techniek-aspect! Zorg ervoor dat de overgang aansluit bij het beeld dat getoond wordt! Ga met het beeld mee, of heb er een hoger doel mee als je besluit de Transition in de tegengestelde richting te gebruiken. Overgangen (Transitions) met meer mogelijkheden zijn Page Peel: (zelf de hoek kunnen kiezen), Iris Round: het venster opent veel meer instellingsmogelijkheden. (Via :Show Actual Sources beter te zien.)


techniek


24

Oefening: Zet twee verschillende clips op de Timeline. Gooi op de Timeline de Transition ‘Iris Round’. Dubbelklik in de Timeline op de Transition zodat je in het werkvenster terecht komt. Zie wat deze Transition voor mogelijkheden geeft via het werkvenster. - Voorbeeld: 2 filmpjes naast elkaar -> reverse -> plaats round -> reverse -> speel af. - Mogelijkheden: plaatsing Iris Round-> border-> border color-> anti-aliasing quality (lijnduidelijkheid) Techniekaspect:

overgangen aansluiten bij ritme en beweging van het onderwerp. Laat de overgang niet de vaart uit de montage halen! Het script is de baas!

Tips en tricks Oefening: Landkaart: plaats een landkaart (maak een printscreen landkaart met behulp van Google Eart 1>Selectiecrop tool>Pal Resolutie:720x576, landkaart 2> landkaart met daarop een route getekend van punt A naar punt B. Plaats landkaart 1 op videospoor 1. Klik de rechtermuisknop in en zet de tijd op 10 seconden. Plaats de landkaart 2 op videospoor 2. Zet deze 2e landkaart een paar Frames van de begintijd van het eerste spoor, bijvoorbeeld op frame 10. Rek vervolgens het tweede filmpje uit tot de lengte van het eerste spoor. Gooi hier een ‘Wipe overgang’ (Transition) op het tweede spoor. Rek de overgang uit tot bijna de gehele lengte van het tweede spoor. Speel het fimpje af. Je ziet dat het spoor van A naar B langzaam in beeld komt.

Zoom en Pan effecten met still-images Oefening: Plaats een foto op de Timeline en verleng deze tot 15 seconden. Werk verder in het Monitor-scherm via Effect Controls. Het formaat van de foto moet groter zijn dan het Pan formaat! (bijvoorbeeld: 2272x1712=prima) Werk met effecten ‘Zoom en Pan’ in het venster Monitor. De wijzigingen van de parameters Scale and Position in het Motion venster heet in Première Pro ‘Pannen’. Zet via de stopwatch de Keyframes aan. Zet ‘Fit’ (onder de foto in het rechterwerkvenster) op 10% en pas de foto aan


techniek


25

tot Pal formaat. (Fit is ook erg handig als je beeld wilt verschalen) Zet de tijd op twee seconden en voeg twee Keyframes toe. 1 op Position en 1 op Scale. Zet de tijd op vier seconden en voeg weer twee Keyframes toe. Schaal de foto op 10 % tot de gewenste positie. Zet de tijd op zes seconden en voeg weer twee Keyframes toe en verander de foto. Doe dit tot je het gewenste effect hebt bereikt. ( Denk hier bijvoorbeeld aan een foto waar je verschillende mensen op hebt staan die je allemaal even voor wilt stellen of zoiets) Doordat ‘Uniform Scale’ aangevinkt is, blijft de verhouding van de foto behouden!! Schaal op het laatst uit tot de beginsituatie of de gehele foto als je dit wenst. Hierbij kun je gebruik maken om op Position en Scale de beginwaarden in te vullen. Zoom and Pan wordt dus geheel in Motion gemaakt.

Een focusprobleem simuleren. (dubbelbeeld creëren) Stel de Toggle Take audio en/of video in naar wens. Bij een focusprobleem is het belangrijk dat je de audio niet gebruikt in de Timeline. (Audio zet je ‘uit’, of hebt de film zonder geluid ingeladen). Selecteer een spoor en plaats je clip via de Insert-knop vanuit het linkerwerkvenster als je het gewenste stukje film hebt geselecteerd met ‘In’ en ‘Out’ in dit scherm. Selecteer spoor twee en plaats de clip nóg een keer. Stel je zoomfactor in zodat je de frames duidelijk ziet en verplaats de tweede clip +/- 12 frames (halve seconde). Stel bij de tweede clip zijn doorzichtigheid (Opacity) in het werkvenster Monitor en zet deze op 50% transparantie. Wil je verschillende delen met een heldere Focus (bijvoorbeeld: de acteur onder invloed is af en toe weer helder..). Knip de clip dan in verschillende stukken met de Raisor-tool in het gereedschappenmenu. Door middel van het scheermesje snij je het filmpje in +/- 6 stukken. De stukken die je niet gebruikt, verwijder je van de timeline via de rechtermuis + cut. Het effect kun je verfijnen met de Cross Dissolve Transition. Plaats deze aan alle begin- en eindframes van de stukken op de tweede timeline. Gebruik hier natuurlijk bewegend beeld bij --> bewegend footage.

Split Screen met Garbage Matte. Zet van beide clips de ‘in’ en ‘out’ op de plaats waar je de Split Screen wilt toepassen. Beide ‘in’ en ‘out’ +/- op 15 seconden. Zet de eerste clip op timeline 1 en de tweede op timeline 2 omdat ze tegelijkertijd af moeten spelen.


techniek


26

Geef aan de bovenste clip het effect ‘Garbage Matte’ en stel deze in door middel van er twee keer op te klikken om in het werkscherm terecht te komen. Stel de Garbage Matte in naar wens. Klik op het woord Garbage Matte in je werkvenster om rechts je clip te kunnen bewerken!! Via het oog kun je deze instellen en daarna geef je de strakke waarden aan. Via ‘Motion’ kun je de positie van de clips veranderen zodat ze in het midden staan. Verschuif via <--> in Motion naar het gewenste beeld. Ga naar het venster ‘Project’ en voeg (als je dit wenst) via <><> onder Project> Title Designer een lijn toe in het midden van de beide clips. Vink ‘show video’ aan om gemakkelijker te werken. Sla deze lijn.prtl op en plaats deze op de 3e videospoor. Maak deze net zo lang als de clip.

Bewegende achtergrondvideo’s gebruiken. Plaats een clip en een ‘Loop’ in het Project. Maak via Project een New Sequence: Sequence 2. Geef deze 1 Track (1 audiospoor). Sleep hier de ‘Loop’ naartoe nádat je de ‘Loopfunctie’ ingeschakeld hebt in het werkvenster Monitor. Plaats de Loop meerdere keren op de timeline.

Nesten Plaats vanuit het venster Project Sequence 2 op de Timeline. De Loop plaats je op Timeline 1. De clip die er op geplaatst wordt, plaats je op Timeline 2. Kort de bovenliggende clip tot 16 seconden in. Ga naar venster Monitor-> Effect Controls-> Motion. In Motion: Scale op 80% voor het effect van een rand als je een rand wilt. Voor een rand in de clip:

Project>effect>Bevel Edges> sleep deze naar de clip. Pas de Bevel Edges aan tot het gewenste effect. Voor de slagschaduw> effect> Drop Shadow> sleep naar bovenste clip. Pas de Drop Shadow aan tot het gewenst effect via het werkvenster. *!!! De sequence 2 die op spoor 1 staat duurt niet lang genoeg? Pas deze vervolgens aan door middel van een Slowmotion in te stellen voor de complete Sequence 2. Klik met de rechtermuis op de Sequence 2. Zet clip Speed/ Duration op 50%. Deze timeline komt dan ook op 16 seconden te staan. *Je kunt dit in de hoofd-timeline voor alle clips in één keer instellen., maar weet wel dat álles dan ingesteld wordt. * Effecten kun je naar de hoofdfilm slepen zodat het de gehele film pakt.


techniek


27

Objecten in beeld tonen en laten verdwijnen. Zorg dat het camerastandpunt ongewijzigd blijft. De achtergrond moet ongewijzigd blijven. Werk met gecontroleerde omstandigheden; let op licht/schaduw (in tijd). Planning is hierbij belangrijk: schrijf de scènes goed uit! Maak een filmpje waarin je verschillende voorwerpen plaatst en vervolgens weer weghaalt. Doe dit niet te snel, maar laat het even staan voordat je het voorwerp weghaalt. Knip via de ‘in’ en ‘out’ de clip naar stukjes waar je de voorwerpen plaatst en weer weghaalt. Plaats de geselecteerde stukjes op de Timeline. Ga zo door tot je een filmpje hebt alsof het lijkt dat er zomaar dingen te zien zijn en weer verdwijnen. Gooi hier het effect Cross Dissolve overheen voor mooiere overgang. Bekijk hoe lang je het effect wilt van de Cross Dissolve. Het geeft een totaal ander effect als je het lang- of kortdurend invoert. Cross Dissolve kun je via Duration kun je via het werkvenster aanpassen in de tijd die je wenst. De-interlace: perfecte still images exporteren.

Vanuit een filmpje een stilstaand beeld exporteren. Zoek de juiste frame (CTRL + SHIFT + M), en sla het op als een TIF onder de knop Settings. TIF maakt bestandscompressie mogelijk. BMP niet. Open in Photoshop. Je zult zien dat als je de foto uitvergroot met de loop, er allemaal lijntjes staan. Dit komt omdat film uit twee lagen lijnen is opgebouwd. Oplossing 1: Filter>Video>De-interlace>>kiezen voor :even velden en interpolatie>>> elimineren. 2e mogelijkheid in Premiere Pro: (sneller, maar minder mogelijkheden)> File> Settings> Keyframe and rendering>(aanvinken) De-interlace Video Footage. Photoshop-integratie: Import as Sequence.

* Layers blijven behouden bij uitwisseling tussen Photoshop en Premiere Pro. * Compositioning: animeren en combineren van objecten van afbeeldingen voor het bereiken van special effects. Creëer een logo in verschillende lagen opgebouwd. Geef de lagen een begrijpelijke naam. Importeer de logo.PSD>Import Layered File: logo.PSD. > Import as Sequence. In Project Venster vind je een koffertje. In dit koffertje vind je, náást de Layers ook een Sequence. Elke Layer is op een eigen spoor geplaatst. Geef vanuit venster Project via <><> een Color Matte (achtergrond) aan. Geef hier een Color Matte aan om duidelijk te kunnen te kunnen zien wat je uitwerkt. Importeer deze op de onderliggende laag via Sequence>>> add tracks > add: 1 video track, >Placement: Before First Track,>Audio Track. Gooi de Collor Matte op dit spoor. * Op deze sporen kunnen nu alle effecten losgelaten worden.


techniek


28

Voorbeeld: Allereerst leg je voorafgaand aan de animatie het gewenste eindresultaat vast in een Keyframe. Werkwijze: voeg aan einde van de eerste laag een Keyframe in. Geef daarna eerder in de Timeline een Keyframe. Ga naar Fit en verklein het beeld om er mee te kunnen slepen. Na gewenste versleep-aktie op slot zetten voor de zekerheid. Als je alle lagen hebt bewerkt tot het uiteindelijke resultaat, verwijder je de Target Track via Sequence> Delete Track> Target Track. Vervolgens alles combineren: foto of clip op spoor 1 op de timeline en de gehele sequence slepen naar spoor 2. De Sequence kun je compositioneren via de timeline> motion: verplaatst <><> Kijk onder de Sequence hoe hij in beeld staat. * Aanpassingen aan het beeld kunnen via de Sequence ->dubbelklik veranderd worden in Photoshop. (Het is tenslotte Adobe). Klik op de rechtermuis Editing Original en pas aan. Héél veel plezier bij het maken van je film! Wilma Bastiaan.


techniek


29

Competenties. Kerntaak 1 - Ontwerpt media-uiting. Kerntaak 1 - Ontwerpt media-uiting

Recommend Documents