Commissie Regionaal Overleg luchthaven Teuge
Notulen Commissie Regionaal Overleg luchthaven Teuge d.d. 6 november 2013 in de Raadzaal van de gemeente Voorst, H.W. Iordensweg 17, 7391 KA te Twello. Aanwezig: G.Woudstra E.J. Hilgeman M. de Groot J. van Muyden O. Prinsen W. Iding J. Zwarts F. Van Vessem M. van der Jagt W. Geense D. Rasing W. Burgering
namens: beroepsmatige gebruikers van de luchthaven directeur Stella aviation ( vervangt P. Griffioen) luchthavendirectie gemeente Voorst gemeente Apeldoorn recreatieve gebruikers van de luchthaven omwonende van de luchthaven omwonende van de luchthaven plaatselijke milieuorganisaties plaatselijke milieuorganisaties provincie Gelderland (secretaris/notulen) Voorzitter
Gast: J. Meijers V. Pollé G. van Eijk
Gedeputeerde luchtvaart, provincie Gelderland KLPD, luchtvaart politie afdeling Vergunning en Handhaving, provincie Gelderland
1. Opening door de voorzitter De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. 2. Vaststellen agenda en mededelingen De voorzitter licht toe, dat bij dit agendapunt ieder vanuit zijn/haar eigen discipline onderwerpen aan de agenda kan inbrengen c.q. aan de orde kan stellen. Bij voorgaande vergaderingen kwam dat nog wel eens aan de orde bij de rondvraag, dat vind de voorzitter niet wenselijk. De heer Van der Jagt geeft aan dat Milieuorganisaties meer initiatief hadden verwacht van de provincie Gelderland aan de Alderstafel Lelystad. De huidige input vinden zij teleurstellend. De milieuorganisaties hadden graag gezien dat de provincie Gelderland aan de Alderstafel vaststelt wat ze wenst te bereiken, en hoe zich dit verhoudt tot haar visie op de toekomst van luchthaven Teuge. Mevrouw Meijers geeft als reactie hierop dat de provincie Gelderland zeker niet over zich laat lopen. Zij geeft aan dat de provincie actief aanwezig is bij de Alderstafel, echter is het punt nog niet aan de orde waarop echt knopen moeten worden doorgehakt. Er wordt daarom niet op zaken vooruitgelopen. De heer Van der Jagt merkt op dat het onwaarschijnlijk is dat de provincie Gelderland nu nog niet in gedachten heeft wat zij wil bereiken. Mevrouw Meijers laat het bij die constatering. 3. Notulen vorige vergadering Tekstueel: Geen opmerkingen.
inlichtingen bij
mw. D. Rasing
telefoonnummer
(026) 359 80 79
e-mailadres
[email protected]
BNG 's-Gravenhage, rekeningnummer 28.50.10.824 Rabobank, rekeningnummer 14.39.37.529 ING, rekeningnummer 869762 btw-nummer NL001825100.B03 IBAN-nummer NL74BNGH0285010824 SWIFT/BIC: BNGHNL2G
Naar aanleiding van: Pagina 4, alinea 4 onder agendapunt 5. Mevrouw Zwarts …. Havengebouw. Wordt vervangen door: Mevrouw Zwarts merkt op dat de luchthaven een subsidie van de provincie Gelderland heeft ontvangen ten behoeve van duurzaamheidsvoorzieningen in het nieuwe havendienstgebouw. De voorzitter stelt het verslag met bovengenoemde wijziging vast, met dank aan Debbie Rasing. 4. Hindersituatie rondom Teuge De heren Wardenier en Pollé van het KLPD en de heer Van Eijk van de provincie Gelderland hebben een notitie geschreven over de hindersituatie rondom luchthaven Teuge en de (on)mogelijkheden om hierop te handhaven. De heer Van Eijk licht toe dat in de notitie getracht is om twee vragen naar aanleiding van de vorige vergadering te beantwoorden, te weten: - Hoe komt het dat er in bepaalde delen van de omgeving meer klachten zijn dan elders? - Wat heeft het KLPD ondernomen ( in de notitie onder hfdst 5) De heer Pollé vervolgt dat samen met de heer Van Eijk is gesproken over de vraagstelling die in de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Teuge is neergelegd. De heer Pollé licht toe dat bij het KLPD een kleine personeelsbezetting van 10 medewerkers de wetgeving voor de burgerluchtvaart in het hele land moet uitvoeren. Dit brengt beperkingen met zich mee. Daarnaast wijst de heer Pollé erop, dat de manier waarop het Gelderse Provincieloket klachten en meldingen over het gebruik van Teuge registreert en aanbiedt nagenoeg uniek voor Nederland is: bij de andere provincies/vliegvelden gebeurt dit doorgaans niet zo structureel en gedegen. Hij is positief over deze aanpak van de provincie. Dit maakt ook dat het KLPD relatief veel van haar beschikbare tijd voor de kleine luchtvaart steekt in het onderzoeken van klachten/meldingen uit Gelderland in het algemeen en de omgeving van Teuge in het bijzonder. De heer Iding verzoekt om een redactionele aanpassing. Onder het kopje “Omgeving van Hall” staat in de eennalaatste zin van deze alinea: om Natura 2000-gebieden te passeren op een hoogte van minstens 1000 voet. De heer Iding wenst de formulering aangepast te zien naar minimale hoogte. Hij licht toe dat deze minimale hoogte zo goed als nooit wordt gevlogen, maar altijd hoger. De heer Van Eijk zegt toe dit aan te passen. Mevrouw Zwarts geeft aan dat de notitie een onvolledig beeld geeft van het gebied rondom Teuge. Zij mist gebieden als Twello-West, omgeving Hall, Twello-Oost, Wilp, Wilp Achterhoek, etc. Er zijn veel meer gebieden waar hinder wordt ervaren. De notitie geeft een onvolledig patroon, aldus mevrouw Zwarts. Daarbij betreft het niet alleen vliegtuigen die te laag vliegen. Het gaat ook over de frequentie waarmee gevlogen wordt en om het vliegen met lawaaierige toestellen. Mevrouw Zwart maakt ook bezwaar tegen de veelgehoorde verklaring dat onervaren piloten nu eenmaal de bocht niet kunnen halen bij Twello-West. Automobilisten die nog niet kunnen rijden, mogen ook de weg niet op. Het betreft een onacceptabel excuus, dat aangepast moet worden, aldus Zwarts. Ook de hinder door de baanverlenging die wordt ervaren door veel mensen in Twello-West, is niet leuk. De heer Van Eijk geeft aan dat de voorliggende notitie gebaseerd is op deelgebieden waar het klachtenpatroon hoger ligt dan gemiddeld. Daarmee is niet gezegd dat dit de enige gebieden zijn waarvan klachten ontvangen worden bij het Provincieloket. Het aanvullen van de notitie op dit punt is geen enkel probleem, aldus de heer Van Eijk.
2
De voorzitter stelt vast dat de aan de notitie het klachtenpatroon van de overige gebieden wordt toegevoegd. Over de situatie in de omgeving van Hall merkt mevrouw Zwarts op dat de provincie hier een afspraak eenzijdig heeft opgezegd waarin staat dat er boven Natura 2000-gebieden op minimaal 1000 voet moet worden gevlogen. De heer van Eijk antwoord dat er van eenzijdig opzeggen geen enkele sprake is, al was het maar omdat de provincie op dit punt ook nooit iets heeft ondertekend. Het betreft hier een convenant tussen natuurorganisaties, rijksoverheid en luchtvaartorganisaties dat wordt echter nageleefd op basis van vrijwilligheid, en dus geen wettelijke status heeft. Bovendien zijn de natuurdeskundigen bij de provincie van mening dat er in de landgoederenzone bij Brummen géén sprake is van instandhoudingsdoelstellingen die worden geschaad door de kleine luchtvaart. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw de Groot. Zij licht toe dat het opnemen van natura2000 gebieden op de luchtvaartkaart Europees geregeld zou moeten worden, aangezien deze gebieden erg omvangrijk zijn. Dit ook omdat er uit het oogpunt van vliegveiligheid door Luchtverkeersleiding Nederland strenge eisen gesteld worden aan de vliegkaart die piloten gebruiken. De directie van luchthaven Teuge heeft de provincie gevraagd om zo expliciet mogelijk aan te geven welke natuurwaarden wèl gevoelig zijn voor verstoring door de kleine luchtvaart, en dus op vliegkaarten zouden moeten staan. De heer van Eijk antwoordt dat hij daar nog mee bezig is, maar dat het hier hoogstwaarschijnlijk alleen zal gaan om de aanduidingen “wetlands” en “vogelreservaten” De heer Pollé licht toe dat het KLPD geen controle verricht bij gebieden waar geluidsoverlast ervaren wordt. Het KLPD handhaaft of vliegprocedures gevolgd worden door rondvluchten, lesvluchten en regulier verkeer van andere velden. Naar mate er meer verkeer in de lucht is, wordt de uiterste begrenzing opgezocht, om te voorkomen dat er boven Twello gevlogen wordt, wordt het uiterste circuit opgezocht. Veiligheid staat hierbij voorop. Bekend is dat onervaren piloten soms een kortere bocht nemen dan in de regeling is opgenomen. De voorzitter stelt de vraag of er nog een ander grijs gebied is, waarvoor de KLPD verantwoordelijkheid heeft. Is er in het havengebied bijvoorbeeld sprake van grijze gebieden waar door de omgeving overlast van wordt ervaren? De heer van Eijk licht toe dat de handhaving van de provincie Gelderland is gericht op de geluidszone van de luchthaven. Handhaving van het luchtruimgebruik valt echter niet onder de bevoegdheid van de provincie. De voorzitter vraagt of er op dit punt geen “grijs gebied” is. De heer Van Eijk, benoemt als grijs gebied het warmdraaien van de motoren. Het warmdraaien van de motoren gebeurt aan de grond, waarna vervolgens getaxied wordt naar de startbaan. Zodra het vliegtuig zijn banden van de startbaan heeft en de lucht in vliegt, spreken we van luchtzijdig gebruik, waarbij de verantwoordelijkheid naar het KLPD over gaat. Het antwoord op de vraag of het taxiën luchtvaartwetgeving of omgevingswetgeving betreft is wettelijk nog niet goed geregeld; dit aspect valt wat dat betreft tussen wal en schip. Dat brengt de voorzitter naar het bruggetje richting het informeel overleg, waarin voor dit soort zaken getracht wordt oplossingen te zoeken. Mevrouw De Groot geeft aan dat mensen last hebben van geluid. wat met name mooi-weerseizoen gerelateerd is. De heer Pollé merkt op dat het KLPD constateert heeft dat vliegverkeer zich aan de wettelijke vlieghoogte houdt.
3
Het KLPD constateert feiten die niet leiden tot overtreding. De hinder die door het geluid wordt ervaren betreft geen strafbaar feit, maar wordt door mensen wel als last ervaren, dat blijft dilemma. De heer Van der Jagt merkt op, wanneer je een vliegtuig vergelijkt met oude buggati, waarbij in het open veld de klep open getrokken wordt en er flink geluid uit komt. Stel dat er zo n vliegtuig zou zijn, dat wanneer hij in de lucht trekt is en zijn klep open trekt, dat kan dan wel. Op dat geluid wordt niet dus niet gehandhaafd. Mevrouw Zwarts haalt nog een grijs gebied aan: de manier waarop de geluidszone van Teuge in elkaar zit. Teuge mag tachtig duizend vliegbewegingen per jaar maken, waarvan veel hinderlijke rondvluchten en lesvluchten. Het lawaai dat deze vluchten maken wordt niet meegenomen in de geluidszone. Daarin vallen alleen start en landing. Mevrouw Zwarts wijst er op dat de provincie veel bevoegdheden heeft, waarmee zij heel wat zou kunnen doen aan lawaaierige toestellen. Tachtig duizend vliegbewegingen is echt veel te veel. Door de vliegbewegingen te verminderen kan de provincie Gelderland veel doen aan de geluidoverlast. Die bevoegdheden hebben ze wel. De heer Van Eijk geeft aan dat het betoog van mevrouw Zwarts over de landzijdige bevoegdheden van de provincie in essentie zeker klopt. Het zijn knoppen om aan te draaien, in het nog vast te stellen luchthavenbesluit. Mevouw Zwarts acht de voorliggende notitie een belangrijke notitie. Het geeft weer hoe de controle door de KLPD in zijn werk gaat. Deze controle levert echter bijna niets op. Het uitvoeren van één à twee adhoc controles levert bijna zeker geen constatering van strafrechtelijke feiten op. Daarbij moet de burger bij het doorgeven van een klacht ook nog zelf alle informatie omtrent het vliegtuig aanreiken. Kenmerken, kleur, vlieghoogte, etc. Dat is de omgekeerde wereld. Dit mag je niet vragen van de burger. De politie dient via fatsoenlijk systeem na te kunnen gaan wie het is geweest en daarop kunnen handhaven. Mevrouw Zwarts vraagt aan mevrouw Meijers: “stel dat wanneer er uitbreiding van vliegbewegingen zal plaatsvinden in de toekomst, met de controle en handhaving zoals die nu is georganiseerd, hoe denkt u dat leefbaar te kunnen houden?” De voorzitter haakt hierop in en geeft aan dat we over de huidige situatie praten. De heer Prinsen merkt op dat er in de notitie wordt aangegeven dat het KLPD met een te kleine personeelsbezetting, bizar weinig mensen, dit werk moeten doen. Kan deze commissie geen signaal laten horen, dat wij graag zie dat er meer ingezet wordt, waarmee niet meer adhoc gereageerd hoeft te worden. De voorzitter legt voor: kan er vanuit dit gremium op een of ander manier een signaal bij de hogere leidinggevende neergelegd worden? Helpt dat? De heer van der Jagt merkt op dat we in een digitaal tijdperk leven. Hij kan het zich niet voorstellen dat er geen systeem is waarop men kan zien wat er gebeurt. Zijn voorkeur gaat uit niet meer mensen aan te stellen, maar te investeren in technologie. Mevrouw Meijers wijst er op dat over dit onderwerp de vorige vergadering ook al is gesproken. Daarvoor moeten de vragenstellers niet bij de provincie zijn, maar bij de minister of de Tweede Kamer. De heer Iding geeft aan dat hoogstaande technologie, ook terrorisme gevoelig is. We moeten wel realistisch blijven, om hoeveel klachten hebben we het hier feitelijk op basis van een
4
vliegveld met 80 duizend bewegingen. Het is vervelend dat omwonende hinder hebben, gebruikers van de luchthaven willen mee werken om deze hinder te beperken, maar we gaan niet investeren in systemen die niet werken. De heer Prinsen vraagt of het wenselijk is dat er meer mogelijkheden komen om controles uit te voeren. Uit de controles zal blijken of het daadwerkelijke klachten zijn of dat er anderzijds zaken aangepast moeten worden. De heer Pollé benoemt veel zaken gehoord te hebben. Waarop per zaak, namens de dienst wel een reactie gegeven kan worden. Het representatieve karakter, gaan voor veiligheid, staat echter bij de dienst wel voorop. De opmerking over “adhoc handhaving” vindt hij niet goed geplaatst. Er is al geruime tijd een aanzienlijk hoog klachtenbeeld ontstaan rondom vliegbewegingen. Dát signaal is duidelijk. Bij regionale reorganisatie van de diensten, is de landelijke eenheid luchtvaart van het KLPD niet opgegaan in een van de vier regio’s. Zijn eenheid is niet werkzaam ter ondersteuning van andere diensten, maar sec. voor luchtvaartzaken. Naast het handhaven, is het KLPD landelijk ook verantwoordelijk voor het onderzoeken van incidenten, ongevallen ook op grote luchtvaartvelden. Dat kost veel tijd. Het probleem zit in de handhaafbaarheid. Als er aan de wettelijke taak voldaan wordt is het moeilijk op te treden. Alle medewerkers van het KLPD, zijn zelf in bezit van vliegbrevet om zo de praktijksituatie van de piloot goed te leren kennen en daardoor ook beter te kunnen handhaven. De voorzitter vraagt of de heer Van Eijk het woord nog wenst. Maar de heer Van Eijk geeft aan dat hij niets meer heeft toe te voegen. Daarmee vat de voorzitter samen: de opmerkingen gegeven vanuit deze commissie worden herkend. Zoals de heer Prinsen aangaf, de werkzaamheden zijn de afgelopen jaren verbeterd. De volgende vergadering wordt terug gekomen op dit agendapunt. Het betreft feitelijke zaken, waar we mee in gang moeten gaan. Het takenpakket, kan wel eens botsen. Daarom is de communicatie over en weer van groot belang. De voorzitter vraagt of de heer Pollé de volgende keer weer vanuit zijn ervaring(en) en constateringen mededelingen kan doen. De heer Pollé zegt dit toe. Mevrouw Zwarts geeft aan dat haar conclusie is dat in het hele verhaal de provincie, de gemeente Apeldoorn en het KLPD het laten afweten. De voorzitter maakt bezwaar tegen de formulering “het laten afweten”. Mevrouw Zwarts blijft bij haar woorden. Er zou volgens haar actief naar een oplossing gezocht moeten worden, tot rijksoverheid en Tweede Kamer toe, om meer mankracht en technologische oplossingen te realiseren. Zij vindt het niet van deze tijd dat tien KLPD-medewerkers het hele land komen controleren. De heer Pollé geeft aan dat hij zich aangesproken voelt door de woorden “laten afweten” van mevrouw Zwarts. Hij geeft aan dat de overlast die door omwonende wordt ervaren bekend is, maar dat er wel wettelijk voldaan wordt aan de luchtvaartregels. Dat kan met 20 collega’s geconstateerd worden, maar daar kan het KLPD niets aan doen. De heer Van Muyden geeft aan dat hij zich als wethouder met de portefeuille luchtvaart aangesproken voelt. Maar hij kan zich niet verantwoordelijk voelen voor dingen die zijn portefeuille niet aangaan.
5
Bij een overtreding is duidelijk wat de vervolgprocedure is. Daar waar een overtreding geconstateerd wordt, wordt een verbaal opgemaakt. Maar de gesprekspartners in de CRO Teuge wensen hier juist een ander spoor te bewandelen, benadrukt van Muyden. Hoe kunnen we met elkaar voorkomen dat hinder ervaren wordt? Daar zetten de aanwezigen op in. De heer Prinsen sluit zich aan bij de woorden van de heer Van Muyden. De voorzitter sluit daarmee dit agendapunt met dank aan eenieder voor de gemaakte opmerkingen. 7. Terugmelding vanuit het gevoerd informeel overleg De voorzitter haalt dit agenda punt naar voren op de agenda. Mevrouw De Groot licht toe dat zij sinds 1,5 jaar bijeenkomsten georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn gericht op het uitwisselen van informatie onder leiding van de heer (Gerard) Groen. Het betreffen overleggen waarop een brainstormende manier gekeken wordt wat praktisch opgepakt kan worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de uitleg van de Ldengeluidsnorm begin 2013, waarbij piloten en omwonenden van de luchthaven aanwezig waren. Er is sindsdien op meerdere momenten op een informele wijze met elkaar van gedachten gewisseld. Nu is dit overleg echter toe aan een volgende stap, aldus mevrouw De Groot. In de aanloop naar de discussie over het luchthavenbesluit, de ontwikkelingen van luchthaven Lelystad en de keuze die daarin te maken zijn, komen er nu al zorgen en frustraties naar boven, aldus de beleving van mevrouw De Groot. De voorzitter geeft aan dat de bijeenkomst interessant is voor omwonenden, maar ook voor gebruikers van het vliegveld. Wat wordt geconstateerd en hoe wordt het luchtruim daadwerkelijk benut. Het is nuttig dat het informele overleg gevoerd wordt. De heer Van Muyden voegt toe dat het informeel overleg niet moet voelen als vrijblijvend. Het doel van deze overlegvorm is samen streven naar minder vermijdbare hinder. Daarbij moet je van elkaar leren. De klagers moeten leren waarom zaken soms niet heel veel anders kunnen, piloten moeten leren hoe dingen ervaren worden. Kwestie “van eer” is op vliegveld van Teuge mogelijk, omdat eenieder elkaar kent. De heer Van Muyden is ervan overtuigd dat je hinder niet voor 100 % kan oplossen, maar wel voor een groot deel. Het is een mooie manier om via deze werkwijze van informeel overleg doelen te bereiken. De heer Van Muyden acht voortzetting van het informele overleg, nuttig, en noodzakelijk. De heer Prinsen sluit zich geheel aan bij het betoog van de heer Van Muyden. Mevrouw Zwarts geeft aan dat deze bijeenkomsten goed begeleid worden; compliment aan de heer Groen. Mevrouw Zwarts deelt de mening van de heer Van Muyden over het nut van het overleg niet, zij vindt dat er weinig vooruitgang is geboekt. In de ogen van mevrouw Zwarts schetst de heer Van Muyden een erg idealistisch beeld. Waarvan acte, aldus de voorzitter. De heer Van der Jagt wenst mevouw De Groot een compliment te maken, zij stopt veel energie in deze bijeenkomsten. Helaas blijven de mogelijkheden beperkt, veel zaken blijken in praktijk niet haalbaar. 5. Stand van zaken omgevingsvisie en luchthavenbesluit Mevrouw Meijers geeft een toelichting op de ontwerp-omgevingsvisie. De omgevingsvisie komt in de plaats van de vroegere structuurplannen en het huidige Streekplan uit 2005. Er wordt ook een Omgevingsverordening opgesteld (over mobiliteit, vergunningen etc). Vergunningen die de gehele omgeving aangaan. Dat betreft een intensief traject met alle betrokken partijen, met als centrale vraag hoe we met zijn allen willen zien dat de omgeving ingericht moet worden. Daarbij hebben de
6
waterschappen de passages over de waterhuishouding volledig voor hun rekening genomen. Al met al vindt mevrouw Meijers dit een mooi proces van “cocreatie”. Momenteel is de concept omgevingsvisie door Gedeputeerde Staten van Gelderland vastgesteld. Er zijn ruim 1000 zienswijze binnengekomen, door 450 tot 460 indieners. Deze zienswijzen worden momenteel verwerkt. Het aantal zienswijze komt deels doordat het proces met eenieder is doorlopen. Er zijn veel gespreksonderwerpen en discussies geweest, waarbij de Provincie uiteindelijk knopen heeft doorgehakt. De betrokkenheid leidt tot veel zienswijze. Het lag in de gedachten dat in december 2013 de vervolggesprekken gevoerd zouden worden. Maar dat blijkt net niet haalbaar. Half januari 2014 wordt de conceptversie door Gedeputeerde Staten omgezet in een definitieve Omgevingsvisie; daarna zal het voorstel voorgelegd worden aan Provinciale Staten. Provinciale Staten hebben aangegeven dat zij gesprekken wensen te voeren en hoorzittingen wensen te houden, aangezien de omgevingsvisie zo’n belangrijkdocument is. Provinciale Staten gaan zeker tot de voorjaarsvakantie de tijd nemen om hun gesprekken te gaan voeren met omgeving. Gedeputeerde Staten stellen dus de omgevingsvisie vast, maar daarmee is het document nog niet van kracht. Dat is pas van kracht als het door Provinciale Staten is vastgesteld. Vervolgens vervolgt mevrouw Meijers met een toelichting ten aanzien van het luchthavenbesluit. Mevrouw Meijers geeft aan dat 1 november 2014, de termijn van orde ten aanzien van het luchthavenbesluit, dicht ligt bij de datum van vaststelling van de omgevingsvisie door Provinciale Staten. ‘ De ontwikkelingen rondom luchthaven Lelystad die invloed hebben op het luchthavenbsluit Teuge zijn momenteel nog niet duidelijk. Oftewel: de vraag ligt voor “hoe gaan we het één doen terwijl het andere nog niet duidelijk is”. Hierover wil de provincie op korte termijn het gesprek aangaan met de betrokken partijen rond Teuge. De voorzitter vraagt of het zo kan zijn, dat wanneer het nog niet duidelijk is hoe het met Schiphol en daarmee Lelystad gaat lopen, er regionaal voor luchthaven Teuge wel een informeel gesprek kan worden gevoerd. Mevrouw Meijers geeft aan dat het makkelijker praat als je weet waar je over praat. “Wat als”… is niet mijn sterkste kant, aldus mevrouw Meijers. Mevrouw Meijers hoopt op korte termijn helder te hebben waar we over praten. Ook daarin moeten keuze gemaakt worden, mogelijkheden op een rijtje. Mevrouw de Groot geeft aan dat de lijn die vanuit luchthaven Schiphol, via luchthaven Lelystad nog niet duidelijk is. Dat er ontwikkelingen in aantocht zijn dat is wel helder, maar hoe ze er precies uit zullen zien nog niet. Mevrouw de Groot verwijst naar haar presentatie/toelichting tijdens de vorige vergadering, waarin zij op hoofdlijnen is ingegaan op de ontwikkelingen vanuit Schiphol. Mevrouw de Groot roept op om ons goed voor te bereiden op deze toekomstdiscussie. De vraag die openstaat is, willen wij ter voorbereiding op alle ontwikkelingen met elkaar in debat? Mevrouw de Groot wenst niet te wachten tot het moment er is, maar wenst nu al met elkaar na te denken op de al door haar geschetste manier met een informele “Teugetafel”. Mevrouw Meijers geeft aan dat wat haar betreft eerst de richting helder moet zijn alvorens samen in gesprek te gaan. Samen voorbereiden en niet wachten tot het laatste moment lijkt haar echter nuttig en zinnig. Maar er moet dan wel een richtinggevende notitie liggen.
7
Afgesproken wordt dat in de loop van januari een klein gezelschap zich hierover oriënterend gaat buigen. Voorzitter vraagt aan mevrouw De Groot of haar voorliggende vraag beantwoord is. Mevrouw de Groot geeft aan het prettig te vinden dat gedeputeerde positief staat ten opzichte van nu al voorbereiden op wat er op ons af gaat komen, maar begrijpt dat hieraan een richtinggevende notitie ten grondslag moet liggen. De voorzitter vat samen dat begin volgend jaar een kleine vertegenwoordiging gaat kijken hoe de voorbereiding over wat op ons af komt moet worden vormgegeven. Mevrouw Meijers kan instemmen met de vraag om tijdens een informeel overleg verder nadenken over de toekomst in relatie tot het luchthavenbesluit op basis van een relevante richtinggevende notitie. Op vragen “wat als…” stemt mevrouw Meijers niet is. Met die helderheid kan zij instemmen met een gedegen voorbereiding. Mevrouw Zwarts geeft aan dat omwonende van luchthaven Teuge niet zitten te wachten op extra vliegbewegingen. Mevrouw Zwarts geeft aan dat er een visie wordt gemist. Er wordt gesproken dat luchthaven Teuge een pas op de plaats houdt. Zij vraagt mevrouw Meijers: “Tijdens de PS vergadering op 30 oktober 2013 betreffende wonen en werken, is u door CDA gevraagd naar aanleiding van de effecten van luchthaven Lelystad opluchthaven Teuge en hoe het college hier in staat. U wacht eerst de beslissing van luchthaven Lelystad hierin af. Gelderland is een partner waar naar geluisterd wordt, waarom wacht u af?” Mevrouw Meijers geeft aan dat er een misverstand aan tafel dreigt. De gesprekken die aan de momenteel aan de Alderstafel plaatsvinden, gaan alleen nog over de gevolgen van het toenemend aantal vliegbewegingen op luchthaven Lelystad voor de Veluwe. Op termijn zal er ook worden gesproken over de effecten voor luchthaven Teuge, maar die discussie is nu nog niet aan de orde. Mevrouw Zwarts geeft aan dat het tijdens de commissievergadering op 30 oktober 2013 voor haar net leek of de omgeving van Teuge wat betreft de provincie het “afvalputje van Gelderland” moet worden. Mevrouw Meijers reageert hierop: “ u legt mij woorden in de mond, die ik niet heb gezegd en die mijn inziens ongepast zijn. Dat ik als vertegenwoordiger van de provincie Gelderland aan de Alderstafel zit is goed. Op moment dat er over de effecten op de luchthaven Teuge gesproken wordt zit ik aan tafel. Ik maak bezwaar dat mevrouw Zwarts dit soort suggesties doet. Ik benadruk dat in heel Gelderland absoluut geen regio is die wordt beschouwd als welke soort afvoerpuntje dan ook.” De heer Prinsen haakt in op het voorstel van mevrouw De Groot, gemeente Apeldoorn wenst graag mee te denken, mee te spreken als de Teugetafel daar is. Ook de heer van Muyden geeft aan dat gemeente Voorst hierin wil bijdragen. De voorzitter denkt dat het verstandig is om, in afwachting van hetgeen dat kan komen, met een paar mensen in oriënterende zin te bezien hoe hier vorm aan te kunnen geven. Hierop wordt vastgesteld dat mevrouw De Groot, Mevrouw Meijers en de heer Burgering samen in een informele setting zullen kijken hoe hier vorm aan te geven. Met de intentie tijdens de voorjaarsvergadering in 2014 concrete melding te kunnen maken over hoe de vervolgstappen genomen kunnen worden. 6. Stand van zaken ontwikkelingen luchthaven Teuge
8
Mevrouw De Groot gaat in op een aantal punten betreffende de ontwikkelingen rondom de luchthaven Teuge. Onderzoek beleving van omwonende Mevrouw De Groot komt terug op het belevingsonderzoek van de stagiair Ties Haket (Hogeschool van Amsterdam). Gaandeweg dit onderzoek bleek dat er te weinig respons was op de enquête. Deze was breed gericht op hoe omgeving aan kijkt tegen luchthaven Teuge op het gebied van economie, etc. het is lastig conclusies te trekken als een dergelijk onderzoek geen feitelijk goede onderbouwing heeft. Havendienstgebouw De luchthaven heeft van de gemeente Voorst een vergunning verkregen voor het nieuw te bouwen havendienstgebouw, momenteel ligt de vergunning ter inzage. Het aanbestedingstraject is gebaseerd op een duurzaam, energieneutraal luchthavengebouw; eenvoudige, maar duurzame dus. Baanverlichting De baanverlichting (overigens netverlichting), komt eerste kwartaal 2014 van de grond. De effecten van de verlichting op vleermuizen zijn nihil, aldus onderzoek. De verlichting gaat alleen aan als het buiten donker is en er een vliegtuig binnen komt of vertrekt. De eerste jaren zal daar minimaal gebruik van gemaakt worden. Aangezien de verlichting hooguit enkele uren zal branden, wordt er geen hinder van de baanverlichting ingeschat. Samenwerking met ROC De luchthaven gaat een samenwerking aan met ROC Aventus. De ROC zocht een opleidingsomgeving waar studenten aan werk kunnen om praktijk ervaring op te doen. Op korte termijn, 10 december 2013, wordt een intentie overeenkomst getekend. Diverse bedrijven op de luchthaven werken hierbij aan mee. Denk bijvoorbeeld aan training on the job, die gegeven gaat worden door Evert Jan Hilgeman (hoofd opleidingen Stella Aviation), hier aan tafel als plaatsvervanger van Patrick Griffioen. Uitnodiging bijeenkomst 21 november 2013 Op 21 november 2013 vindt er in restaurant Take Off wederom een informele bijeenkomst plaats die in het teken staat van de toekomstige ontwikkelingen van de luchthaven. De bijeenkomst zal wederom begeleid worden door de heer ( Gerard) Groen. Mevrouw De Groot nodigt iedereen van harte uit om hierbij aanwezig te zijn. Havenmeester Mevrouw De Groot meldt dat zij momenteel directeur en havenmeester is op de luchthaven Teuge. Dat is van oudsher zo georganiseerd. Maar binnenkort wordt de functie van Havenmeester formeel ingevuld door mevrouw Post. Tot zover de mededelingen van mevrouw De Groot. De heer Van der Jagt vraagt wie de vergunning met betrekking tot de baanverlichting behandelt en afgeeft. Mevrouw De Groot geeft aan dat het een omgevingsvergunning betreft die zij bij de Regionale Uitvoeringsdienst ( RUD) te Apeldoorn heeft aangevraagd (officiële naam is de Omgevingsdienst Veluwe IJssel), en ook door die instantie wordt beoordeeld wordt. Mevrouw Zwarts vraagt wanneer de aanvraag wordt ingediend. Mevrouw de Groot geeft aan dat niet te weten. Eveneens weet zij niet waar de omgeving vergunning wordt gepubliceerd en door wie. De heer Prinsen weet ook niet hoe breed de vergunning wordt gepubliceerd. Hij zegt toe dat de omgevingsvergunning rondgestuurd wordt aan de betrokkenen die momenteel aan tafel zitten. Zij kunnen desgewenst de vergunning aan hun achterban doorspelen.
9
7. Terugmelding vanuit het gevoerd informeel overleg Dit agendapunt is eerder op de agenda besproken. 8. Rondvraag en sluiting De voorzitter dankt allen, in het bijzonder de genodigde gasten mevrouw Meijers, de heer Pollé en de heer Van Eijk, voor ieders aanwezigheid en inbreng. Hij kijkt terug op een nuttige en aangename vergadering, waar terdege zaken aan de orde zijn geweest. Onder deze dankzegging sluit de voorzitter de vergadering.
Namens de voorzitter van Commissie Regionaal Overleg Teuge, met vriendelijke groet, Debbie Rasing Secretaris
10