Commissie Financiën en Algemene Zaken Concept verslag commissievergadering Financiën en Algemene Zaken van 19 juni 2013
Aanwezig: de heren Hofstra (voorzitter), Bartelds (portefeuillehouder), Poelman, Sinnema en Smid en de dames Bos-van Dijk en Hospers-Spiegelaar de heer Bolding, controller (secretaris), H. Wolven, hoofd afdeling Financiële en Algemene Zaken en mevrouw Ampak, bestuurs- en managementassistente (verslag) Afwezig:
1.
Opening De heer Hofstra opent de vergadering van 19 juni 2013 van de commissie Financiën en Algemene Zaken (FAZ) en heet een ieder welkom.
2.
Mededelingen Abusievelijk is een aantal bijlagen behorende bij agendapunt 5 van deze vergadering niet bijgevoegd. De bijlagen worden ter tafel uitgereikt. De leden van de commissie FAZ hebben, naar aanleiding van de discussie in de vorige vergadering, een uitnodiging voor een rondleiding in het archief van het waterschap ontvangen. De rondleiding vindt aansluitend aan deze vergadering plaats.
3.
Verslag vergadering d.d. 15 mei 2013 Bij agendapunt 12. Sluiting staat: De heer Hofstra sluit de vergadering en dankt een ieder voor zijn/haar inbreng. Dit moet zijn: De heer Sinnema sluit de vergadering en dankt een ieder voor zijn/haar inbreng. Het verslag wordt gewijzigd vastgesteld.
4.
Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 3 juli 2013 De agenda wordt voor kennisgeving aangenomen.
5.
Voorjaarsrapportage 2013 De heer Hofstra merkt op dat de belastingopbrengst bijna 6 ton lager is. Is dit enkel oorzaak van kwijtschelding?
1
De heer Bartelds antwoordt dat een substantieel deel is veroorzaakt door het niet kunnen innen van belastinggelden (bedrijfsfaillissementen). Ook is het aantal verzoeken tot kwijtschelding en het toekennen hiervan toegenomen. De heer Hofstra vraagt naar aanleiding van het bestuursvoorstel, Fiscale aangelegenheden, kwijtschelding (pagina 8) een toelichting inzake het betrekken van kosten voor kinderopvang bij de beoordeling van een verzoek tot kwijtschelding. De heer Bartelds geeft aan dat het hier een door de overheid ingestelde compensatieregeling betreft. Bij wet is bepaald dat de waterschappen kosten voor kinderopvang bij de beoordeling van verzoeken tot kwijtschelding kunnen betrekken. De Unie van Waterschappen heeft indertijd besloten dat ieder waterschap een deel van de doeluitkering toegekend zou krijgen. Echter, de wet bepaalt nu dat alleen waterschappen die de kosten voor kinderopvang bij de beoordeling betrekt de doeluitkering ontvangt. Waterschap Hunze en Aa’s betrekt kinderopvang niet bij de beoordeling en komt dan ook niet in aanmerking voor de doeluitkering. De heer Smid vraagt of kwijtschelding wordt opgebracht door de betreffende categorie. De heer Bartelds antwoordt dat het waterschap kwijtscheldt per taak. Elke taak financiert zijn eigen kwijtschelding. De heer Poelman geeft naar aanleiding van het bestuursvoorstel, Treasury (pagina 9/10) aan dat de provincie toeziet op het niet overschrijden van het kasgeldlimiet. Bij overschrijding wordt alleen een waarschuwing gegeven. Is het mogelijk om meer rente te reserveren zodat er, indien nodig, krediet beschikbaar is? De heer Bartelds licht toe dat het hier een limiet vanuit de wet Fido betreft. Hier wordt prudent mee omgegaan. Af en toe wordt, in overleg met de accountant, besloten tot een tijdelijke overschrijding. Het is echter niet mogelijk meer rente te reserveren. De heer Hofstra vraagt naar aanleiding van het bestuursvoorstel, treasury (pagina 9/10) of het klopt dat er met schatkistbankieren geen rente voor het waterschap wordt opgebouwd. De heer Bartelds antwoordt dat er momenteel discussie is tussen de nationale en regionale overheden over rentevergoeding. Mocht dit mogelijk worden dan zal de rente voor Hunze en Aa’s minimaal zijn. De heer Poelman vraagt naar aanleiding van bijlage 1. Voortgang programmaplan 2013, Programma watersystemen, 2.4: Herstel van de beek (beheerplan 8.2.4) naar de stand van zaken betreffende mogelijke subsidies uit het Waddenfonds. De heer Bartelds zegt toe een toelichting in een kader in het verslag op te nemen. Het dagelijks bestuur van het Waddenfonds heeft in haar vergadering op 11 april 2013 besloten het project Vismigratie van Aa’s tot Zee te subsidiëren met een bedrag van € 5.459.000,-. Een definitieve beschikking volgt maximaal 13 weken na het besluit. Op het moment van schrijven is deze nog niet ontvangen. Het deelgebied Ter Wupping is onderdeel van dit project. Op dit moment wordt gewerkt aan het bestek. Dit is bijna klaar en wordt dan in de markt gezet. Het streven is om in de tweede helft van dit jaar te beginnen met de uitvoering van het deelproject Ter Wupping – Wessinghuizen. Pas na afronding van dit deelproject wordt gestart met de uitvoering van het tweede deelproject Renneborg – Jipsinghuizen – Ter Apel. Naar verwachting is dit niet eerder dan medio 2015.
2
De heer Hofstra vraagt naar aanleiding van bijlage II Overzicht voor- en nadelen voorjaarsrapportage 2013 of het nadeel van de bestemmingsreserve NWB toegelicht kan worden. De heer Bolding licht toe dat het hier een technische exercitie betreft waarbij het saldobedrag € 5.567,- vrij valt ten gunste van de exploitatie. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om: - kennis te nemen van de voorjaarsrapportage 2013; - de eerste begrotingswijziging 213 vast te stellen.
6.
Meerjarenraming 2014-2017 De heer Sinnema vraagt welke lijn wordt gevolgd als het gaat om projecten waarin inrichting van de natuur een rol speelt en welke koppelingen worden gemaakt met bijvoorbeeld provinciaal natuurbeleid en de EHS. De heer Bartelds licht toe dat in principe het beleid is geen grondaankopen te doen. Echter, als in een WB21- of KRW-doel inrichting van natuur en hierdoor het aankopen van gronden noodzakelijk is (en betreffende gronden niet in de EHS zijn opgenomen), zal dit worden meegenomen. De heer Hofstra merkt op dat het waterschap op een creatieve manier omgaat met de inzet van reserves om een vlakke lastenontwikkeling te realiseren. De heer Bartelds antwoordt dat afgesproken is de kostenontwikkeling zo vlak mogelijk te houden en de reserves hiervoor zo maximaal mogelijk in te zetten. De heer Wolven vult aan dat, als gevolg van het toerekenen van kosten watersysteembeheer, vanwege het lozen door de eigen rwzi’s, voor zuiveren ingezet is op 4%. Deze piek wordt afgevlakt door middel van inzet van de reserves. Verwacht wordt dat in 2017 de tarieven weer zakken. Mevrouw Hospers-Spiegelaar merkt naar aanleiding van hoofdstuk 2. Beschouwingen bij de meerjaren-raming 2014 t/m 2017, D. De ontwikkeling van de waterschapsbelastingen (pagina 27/28) op verbaasd te zijn over de opmerking dat na 2015 een voorlopige stabilisatie van de WOZ-waarden wordt voorzien. De heer Wolven geeft aan dat deze aanname gebaseerd is op een verwachting dat weinig (nieuw)bouwactiviteiten worden verwacht. De heer Poelman vraagt naar aanleiding van hoofdstuk 2. Beschouwingen bij de meerjarenraming 2014 t/m 2017, F. Risicoparagraaf, onzekerheden, Toetsing regionale keringen (pagina 32, laatste zin) of hier sprake is van inmiddels verouderde informatie. De heer Bartelds geeft aan dat het antwoord in een kader in het verslag wordt opgenomen. De provincie Groningen heeft de uitgangspunten voor toetsing regionale keringen in concept aan ons voorgelegd en zijn nog niet formeel vastgesteld. De heer Smid vraagt naar aanleiding van hoofdstuk 2. Beschouwingen bij de meerjarenraming 2014 t/m 2017, G. Investeringsprogramma (pagina 33) of het direct afboeken van investeringen haalbaar is.
3
De heer Bartelds antwoordt dat het inderdaad lastig is om investeringen direct af te boeken en noemt als voorbeeld de verwerking in de exploitatie van de nHWBP-bijdrage. Besloten is om de komende 17 jaar iets meer te betalen met als doel in het vervolg goedkoper uit te zijn. Gekeken wordt of een zelfde werkwijze bij andere projecten ook mogelijk is. Dit wordt meegenomen bij de behandeling van de komende begroting. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om de meerjarenraming 2014 – 2017 vast te stellen.
7.
(Concept) begroting 2014 Gemeenschappelijke Regeling Hefpunt De heer Hofstra vraagt naar de reden van de hoge personeels- en operationele kosten. De heer Smid is van mening dat bij uitblijvende uitbreiding van activiteiten gekort moet worden op de personeelskosten. De heer Poelman merkt op dat als je als organisatie zelf kostenbesparend (op personeels- en operationele kosten) te werk gaat, je als organisatie meer wervend bent om andere organisaties binnen te halen. De heer Poelman merkt op dat het werven van klanten erg moeizaam gaat. Is het niet leerzaam en instructief om onderzoek te (laten) doen naar de oorzaak hiervan? De heer Bartelds licht toe dat Hefpunt kritisch naar zijn eigen processen en handelingen kijkt. Onder andere door het onderzoek Hefboom dat is uitgevoerd door een extern bureau. Dit onderzoek heeft geleid naar een daling in het aantal fte’s. Ook de waterschappen houden de vinger strak aan de pols. De heer Sinnema geeft, mede vanuit zijn rol als algemeen bestuurslid van Hefpunt, aan dat het bestuur van Hefpunt jaarlijks uitvoerig kijkt naar mogelijkheden om als organisatie te kunnen verbreden. Ieder jaar blijkt het erg lastig te zijn andere organisaties, gemeenten te overtuigen van het kunnen van Hefpunt en de kostenverlaging die het hen oplevert. De heer Sinnema geeft aan dat het niet zo moet zijn dat er jaarlijks een kostenverhoging voor de waterschappen is. De heer Hofstra geeft aan het vervelend te vinden dat er opnieuw een verhoging van de bijdrage van de waterschappen is. Zijns inziens moet het een nullijn zijn. Mevrouw Bos-van Dijk vraagt naar aanleiding van de begroting 2014, 3. Financiële begroting, 3.2. Toelichting op de baten en lasten, Operationele kosten (pagina 11) of de kosten diensten derden invordering kosten voor de inhuur van deurwaarders is en wat de inkomsten van de inzet van deurwaarders zijn. De heer Bolding verwijst naar de toelichting op pagina 3 van de “Toelichting begroting 2014”. De opbrengst van de inzet van deurwaarders zitten begrepen in het onderdeel opbrengst vervolgingskosten. De heer Hofstra vraagt naar aanleiding van de begroting 2014, 3. Financiële begroting, 3.2. Toelichting op de baten en lasten, Operationele kosten (pagina 11) wat bedoeld wordt met WOZ-kosten. 4
De heer Bartelds antwoordt dat dit kosten betreft om het traject van WOZ-taxaties te financieren. Hier kreeg Hefpunt jaarlijks een bijdrage vanuit het Rijk voor. Deze wordt echter afgebouwd. Hierdoor ontstaat voor Hefpunt dus een extra kostenpost. De heer Bartelds licht toe dat Hefpunt (inhoudelijk) voldoet aan de afspraken gemaakt met de waterschappen. De gevraagde diensten worden geleverd. Over het algemeen gaat het goed. Er is zeer veel inzet gepleegd en er wordt nog steeds veel inzet gepleegd om gemeenten binnen te halen. Momenteel is hierin wat meer beweging dan de afgelopen jaren het geval is geweest. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om in te stemmen met de zienswijze en het inbrengen hiervan in de vergadering van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Hefpunt op 4 juli 2014. De commissie stelt voor het volgende in de brief op te nemen: Aansluitend hierop verwachten wij dat uitgaande van de positieve effecten van de aansluiting van gemeenten er voor de begroting 2015 sprake is van een nullijn voor wat betreft de bijdragen van de waterschappen.
8.
Wateropgaven nu en in de toekomst De commissie vond het erg jammer dat de geplande toelichting tijdens de plenaire bijeenkomst voorafgaand aan de commissievergadering van vanochtend is komen te vervallen. Gewenst wordt deze toelichting voorafgaand aan de algemeen bestuursvergadering van 3 juli 2013 te geven. De heer Bartelds geeft aan deze wens door te geven. Voorafgaand aan de vergadering van het algemeen bestuur op 3 juli 2013 zal, zoals gebruikelijk bij de laatste vergadering voor het zomerreces, gezamenlijk een maaltijd genuttigd worden. Aansluitend hieraan zal een inleiding inzake “Wateropgaven nu en in de toekomst” gegeven worden. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om: - in te stemmen met de inhoudelijke beleidsanalyse en voortgang van KRW en WB21 maatregen; - bestuurlijke aandachtspunten voor het vervolg aan te geven.
9.
Project Deurzerdiep - Anreeperdiep De heer Sinnema vraagt hoe omgegaan wordt met KRW-projecten binnen het waterschap in EHS-gebied. Had de hermeandering niet in de uitvoering van de EHS meegenomen moeten worden? De heer Sinnema vraagt naar aanleiding van Risico’s en kansen, Grondverwerving (pagina 5/6) waarom, als het EHS-gronden betreft, het waterschap grond moet verwerven? De heer Bartelds licht toe dat dit een noodzakelijk onderdeel is van het kunnen realiseren van een KRW-doestelling. Omdat het grootste deel van het Anreeperdiep geen onderdeel uitmaakt van de EHS, zullen de te verwerven gronden langs de beek in eigendom komen van het waterschap. 5
De heer Smid vraagt of er ontbindende voorwaarden bij aankoop van gronden zijn en/of er pas grond gekocht wordt nadat de externe financiering rond is. De heer Bartelds zegt toe het antwoord in een kader in het verslag op te nemen. De aankoop van gronden buiten de EHS is een verantwoordelijkheid van het waterschap voor het realiseren van de KRW-maatregelen. Conform de besluitvorming, AB-voorstel prioritering KRW-maatregelen, zal het Anreeperdiep – Deurzerdiep uiterlijk eind 2015 uitgevoerd moeten zijn. Om deze deadline te halen zal zo spoedig mogelijk met grondaankoop gestart moeten worden, in casu eerder dan de benodigde subsidies hard zijn toegezegd. Wel is er bij alle betrokken partijen (onder andere de Provincie Drenthe) de intentie om het project financieel gedekt te krijgen. Mocht de financiering niet of te laat rondkomen dan zijn de verworven gronden nodig om zo spoedig mogelijk na 2015 het project te realiseren. Als wij als waterschap alles in het werk stellen om het project tijdig te realiseren dan is de kans op een boete uit Europa niet groot. Het opnemen van een ontbindende voorwaarde zal een blokkerende factor zijn in de onderhandelingen en wellicht kostenverhogend (boeteclausule) werken. Voor de verwerving van gronden is het hoogstwaarschijnlijk noodzakelijk om ook grondruilingen en of grondcompensatie te realiseren, het opnemen van ontbindende voorwaarden zal dit proces frustreren. Mevrouw Bos-van Dijk geeft aan de aangepaste duurzaamheids- en financiële paragraaf erg duidelijk te vinden. Echter, mevrouw Bos-van Dijk is van mening dat de titel van de alinea ‘Geen spijtmaatregelen’ niet juist is en ‘Spijtmaatregelen’ zou moeten heten. Je kunt dan een conclusie trekken of er wel of niet sprake is van spijtmaatregelen. De heer Poelman vraagt welke acties worden ondernomen indien de subsidies niet worden verstrekt. Komt het halen van de KRW-doelen dan in het gedrang en volgen dan boetes vanuit Brussel? De heer Bartelds geeft aan dat de kans hierop gering is. Bevindingen De commissie geeft aan dat de aanwezigheid van ontbindende voorwaarden bij aankoop van gronden voorwaarde is. De commissie neemt kennis van het voorstel om: - een krediet van € 1.363.000,- beschikbaar te stellen voor het project DeurzerdiepAnreeperdiep; - alvast te starten met de benodigde grondaankopen; - het project voor de uitvoering alleen te gunnen onder voorwaarde dat zowel de externe financiering gedekt is en de grondaankopen rond zijn.
10.
Rondvraag De heer Poelman geeft aan dat het GO (Georganiseerd Overleg) al een aantal jaar niet bij elkaar is geweest en vraagt wat hier de oorzaak van is. De heer Bartelds antwoordt dat het GO alleen vergadert indien nodig. De afgelopen tijd is er geen reden geweest om het GO bij elkaar te brengen.
6
11.
Sluiting De heer Hofstra sluit de vergadering en dankt een ieder voor zijn/haar inbreng.
Ongewijzigd/gewijzigd vastgesteld in de vergadering van 11 september 2013.
Jans Bolding, secretaris
Pieter Hofstra, voorzitter
7
