Commissie Financiën en Algemene Zaken Concept verslag commissievergadering Financiën en Algemene Zaken van 23 januari 2013
Aanwezig: de heren Hofstra (voorzitter), Smit (portefeuillehouder), Poelman, Sinnema en Smid en mevrouw Bos-van Dijk de heren J. Bolding, controller (secretaris), H. Wolven, hoofd afdeling Financiële en Algemene Zaken en mevrouw Ampak, bestuurs- en managementassistente (verslag) Afwezig: de heer Bartelds en mevrouw Hospers-Spiegelaar Op de tribune aanwezig: de heer T. Beishuizen, verslaggever Dagblad van het Noorden
1.
Opening De heer Hofstra opent de vergadering van 23 januari 2013 van de commissie Financiën en Algemene Zaken (FAZ) en heet een ieder welkom. De heer Bartelds is verhinderd. De heer Smit is namens het dagelijks bestuur aanwezig.
2.
Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
3.
Verslag vergadering d.d. 28 november 2012 Mevrouw Bos-van Dijk verzoekt de zin “De heer Poelman geeft aan dat bekendmakingen via e het internet bekend worden gemaakt.” (agendapunt 5 Vaststellen Inspraakverordening 2013, 2 alinea, pagina 2) te wijzigingen in “De heer Poelman geeft aan dat bekendmakingen via de internetsite van het waterschap worden gepubliceerd.” Het verslag wordt gewijzigd vastgesteld. Mevrouw Bos-van Dijk merkt naar aanleiding van agendapunt 6. Baggeren en beschoeien Zuidlaardervaart (pagina 4) op dat haars inziens niet alleen van de betreffende rwzi maar van het gehele gebied een overzicht van ongecontroleerde overstorten wordt gevraagd. De heer Smit geeft aan het antwoord in een kader in het verslag op te nemen (en merkt op dat deze vraag eigenlijk niet in deze commissie thuishoort). Vanuit de gemeentelijke riolering en vanuit de rwzi’s wordt geloosd op het oppervlaktewater. Deze lozingen zijn gereguleerd en vinden dus niet ongecontroleerd plaats. Vanuit het gemeentelijke rioolstelsel wordt bij regen verdund rioolwater geloosd op oppervlaktewater. De ligging van deze overstorten worden gesitueerd op een zo efficiënt
1
mogelijke plek geredeneerd vanuit het stelsel en vanuit de effecten op de omgeving. De overstorten zijn opgenomen in het GRP en voldoen aan de geldende algemene regels. Voor de rwzi’s geldt dat de lozingen voldoen aan de eisen vanuit de Waterwetvergunning, maar in het effluent bevindt zich altijd zwevende stof.
4.
Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 6 februari 2013 De agenda wordt voor kennisgeving aangenomen.
5.
Financiële zaken RioNoord De commissie vraagt een toelichting met betrekking tot hoe deze financiële situatie is ontstaan, hoe de verhoudingen liggen (wie zijn de partners), wat er met het geld is gedaan, waarom gekozen is om nu de balans vrij te maken en niet te wachten tot eind mei 2013 en wat hebben we van deze situatie geleerd met betrekking tot samenwerking in de toekomst. De heer Smit zegt toe een toelichting in een kader in het verslag op te nemen. Op 28 mei 2008 heeft het algemeen bestuur ingestemd met de deelname in het startkapitaal van een gemeenschappelijk rioleringsbedrijf RioNoord B.V. Dit is een samenwerking tussen de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest en het Waterbedrijf Groningen. Deze samenwerking was een eerste poging om (op regionaal niveau) te komen tot een structurele kostenbesparing in de waterketen en het vergroten /waarborgen van de kwaliteit van de rioleringszorg. Met dit initiatief is proactief invulling gegeven aan het landelijke waterketenbeleid door een structurele samenwerking tussen partijen in de waterketen te bewerkstelligen. RioNoord was hiermee één van de eerste gestructureerde samenwerkingsverbanden in Nederland. De deelname in het startkapitaal is besteed aan aanloopkosten/acquisitiekosten voor deelname van gemeenten aan RioNoord. Verwacht werd dat RioNoord zodanig levensvatbaar zou zijn dat deze aanloopkosten verrekend konden worden zodra er gemeenten aan zouden haken. Deze kosten bestaan in hoofdzaak uit studies en inventarisaties rondom de riolering bij diverse gemeenten en organisatiekosten. De afgelopen jaren is de acquisitie van RioNoord B.V. moeizaam verlopen. In deze perioide is er intensief contact geweest tussen vertegenwoordigers van RioNoord en de diverse gemeenten om te komen tot een gezamenlijke uitvoering van rioleringswerkzaamheden onder de vlag van RioNoord. Met de gemeenten Delfzijl, Appingedam, en Loppersum is in 2011 een samenwerking gestart. De samenwerking betreft het beheer en onderhoud aan de gemeentelijke riolering en is als een proefproject voor twee jaar aangegaan (einddatum mei 2013). Ook het onderhoud van de IBA inrichtingen van waterschap Noorderzijlvest worden door RioNoord uitgevoerd. Op beleidsmatig terrein zijn geen werkzaamheden door de gemeenten bij RioNoord ondergebracht. Als gevolg van het voorlopig achterblijven van activiteiten binnen RioNoord is op grond van de financiële resultaten een deel van de aan RioNoord verstrekte geldlening in de jaarrekening 2011 afgewaardeerd ( € 177.000,-) op grond van de geldende verslaggevingsvoorschriften. Het achterblijven van het aanhaken van gemeenten bij RioNoord (in aantal en aard van de werkzaamheden) vindt naar onze mening zijn oorsprong in de aanpak van het traject. 2
Samenwerking is hierbij vanuit het “voertuig” Rionoord getracht te ontwikkelen door het (laten) aanhaken van gemeenten bij een samenwerkingsverband van waterschappen en het waterleidingbedrijf. Dit is bij de verdere verkenningen in de stuurgroep waterketen ook onderkent en is er gekozen voor een andere aanpak ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen. Bij deze nieuwe aanpak volgt de vorm vanuit de inhoud. Het regionale feitenonderzoek dat recent is uitgevoerd, in het gebied van Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s, laat zien dat er zoals destijds de verwachting was een groot potentieel aan besparingen in het ketenbeheer kan worden gerealiseerd door samen te werken. Die gedachte die ook de basis voor het ontstaan van RioNoord was staat derhalve nog steeds overeind. De grootste winst in de waterketen zit in het slim aanpakken van de toekomstige investeringen. Afgesproken is dat we dit op zuiverings-kring/cluster niveau gaan aanpakken. Een eerste start met de nieuwe aanpak is gemaakt binnen de zuiveringskring Delfzijl waarvoor in de plaats van drie nieuwe gemeentelijke rioleringsplannen en een plan voor onze rwzi Scheve Klap, één integraal afvalwaterplan is opgesteld. We doen dit met een low-profile aanpak vanaf de werkvloer. Daarnaast kunnen de kosten van beheer en onderhoud van de waterketen worden verlaagd door een opschaling van deze werkzaamheden. Deze opschaling is groter dan één zuiveringskring en zou de omvang van beide waterschappen kunnen hebben. In de in de juli vergadering van 2013 behandelde meerjarenraming 2013-16 is in de risicoparagraaf het volgende opgemerkt: Deelname aan RioNoord Voor onze deelname aan het rioleringsbedrijf RioNoord dragen wij bij in het startkapitaal. Totaal is hiermee voor ons waterschap € 283.500,- gemoeid. Dit bedrag kan door de verwachte structurele kostenbesparing in de waterketen in vijf jaar worden terugontvangen. Doordat RioNoord momenteel een negatief eigen vermogen heeft is onze bijdrage afgewaardeerd met € 177.000,-. Deze afwaardering is verwerkt in de jaarrekening 2011. Als bijdrage in het startkapitaal resteert € 106.500,-. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat het waterschap een deel van de niet verrekenbare aanloopkosten voor zijn rekening moet nemen. Deze aanloopkosten worden in principe in rekening gebracht bij nieuw toetredende gemeenten. Mocht het toetreden van gemeenten tot het rioleringsbedrijf uitblijven dan komen deze kosten uiteindelijk voor 25% voor rekening van het waterschap. Hiermee is een bedrag van € 75.000,- gemoeid. Totaal bedraagt het financiële risico € 181.500,-. Naar de huidige inzichten zal, zoals in het bestuursvoorstel is aangeven, het resterende bedrag niet € 181.500 maar € 135.116 bedragen (€ 283.500 - € 177.000 + € 28.616). Dit bedrag zal op basis van de verslaggevingsvoorschriften in de jaarrekening 2012 worden verwerkt. De bestuurlijke vraag die voor ligt betreft de vraag of RioNoord schuldenvrij aangeboden kan worden aan de beoogde ketenpartners als potentieel platform voor samenwerking op het gebied van beheer en onderhoud. Hiervoor is een formele kwijtschelding van de in het verleden verstrekte lening noodzakelijk.
3
Bevindingen De commissie geeft aan kritisch te zijn wat dit voorstel betreft en wacht de toelichting af.
6.
Aanpassing rwzi Veendam De heer Smid geeft aan het een goed en positief voorstel te vinden. De heer Hofstra geeft aan dat de kosten voor de wijzigingen terugverdiend zullen worden. Zijn er reeds ervaringen in andere projecten die aangeven dat er daadwerkelijk terugverdiend wordt en dat er minimale risico’s zijn? De heer Smit antwoordt dat er twee onzekerheden zijn waar in het voorstel geen rekening mee is gehouden. Ten eerste de afzet van fosfaat in de landbouw. Gedacht wordt dat dit in de toekomst mogelijk zal zijn. Het is nu in de berekeningen opgenomen als zijnde te storten afval. Er kan in de toekomst dus sprake zijn van een meevaller. Een andere onzekerheid is de kilowatt uur-prijs voor elektriciteit. Op dit moment is er een overcapaciteit in Nederland. Het is een onzekere markt. De huidige kilowatt uur-prijs is gelinkt aan het huidige productievermogen in Nederland. De verwachting is dat de prijs voor fossiele brandstof gaat stijgen. Dit kan zich dan op een gegeven moment gaan uiten in de kilowatt uur-prijs voor elektriciteit. De heer Smid vraagt of in verband met de (toekomstige) markt het geïsoleerd storten van struviet mogelijk en rendabel is voor eventueel toekomst hergebruik. De heer Smit geeft aan een antwoord in een kader in het verslag op te nemen. Voor de berekening van de kosten zijn we uitgegaan van de situatie waarbij we het struviet niet kunnen afzetten en moeten storten. De verwachting is dat met de herziening van de (Europese) meststoffenverordening, struviet erkend wordt als anorganische meststof en dat dan afzet mogelijk is. Dit zal medio 2014 op zijn vroegst het geval zijn. Bij de verdere uitwerking van het project zal eventuele opslag tot dat moment als mogelijkheid mee worden genomen. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om in te stemmen om op de rwzi Veendam: - het chemicaliënverbruik te verlagen door struviet te gaan vormen en door een tweede bandindikker te plaatsen; - het energieverbruik te verlagen door bellenbeluchting te plaatsen en de menging van de slibbuffers te wijzigen en hiervoor een krediet beschikbaar te stellen van € 2.695.000,-.
7.
Rondvraag Er wordt geen gebruik gemaakt van dit agendapunt.
4
8.
Sluiting De heer Hofstra sluit de vergadering en dankt een ieder voor zijn/haar inbreng.
Ongewijzigd/gewijzigd vastgesteld in de vergadering van 27 februari 2013.
Jans Bolding, secretaris
Pieter Hofstra, voorzitter
5