Verantwoording 2006
Colofon Verantwoording 2006 Uitgave Gemeente Utrecht Drukwerk Printpartners Ipskamp, Enschede Fotografie Yvonne van Megen Informatie Gemeente Utrecht Bestuurs- en concerndienst Sector Financiën en Personeel Postbus 16200 3500 CE Utrecht
www.utrecht.nl/voorjaarsnota
[email protected]
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Inleiding
7
Leeswijzer
7
Samenstelling bestuur/organogram
8
Kerncijfers
9
Samenvatting
11
Deel 1 - jaarverslag
17
Hoofdstuk 1 – Programma’s
19
1.1 Algemeen
21
1.3 Wonen en monumenten
43
1.4 Stedelijke ontwikkeling
51
1.5 Leidsche Rijn
59
1.6 Stationsgebied
69
1.7 Beheer openbare ruimte
77
1.8 Milieu en duurzaamheid
83
1.9 Economische zaken
91
1.2 Bereikbaarheid
1.10 Cultuur
37
99
1.11 Sport
105
1.12 Openbare orde en (wijk)veiligheid
111
1.13 Onderwijs, educatie en bibliotheek
121
1.14 Welzijn
129
1.15 Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid
137
1.16 Volksgezondheid
145
1.17 Sociale infrastructuur
153
1.18 Lokale democratie en bestuurlijke samenwerking
159
Hoofdstuk 2 – Wijken
171
Hoofdstuk 3 – Paragrafen
175
3.1 Weerstandsvermogen
177
3.2 Onderhoud kapitaalgoederen
187
3.3 Treasury
191
3.4 Bedrijfsvoering
193
3.5 Verbonden partijen
201
3.7 Lokale heffingen
213
Hoofdstuk 4 – Investeringen
221
Investeringen
223
Deel 2 - jaarrekening
227
1.19 Publieksdienstverlening
3.6 Grondbeleid
165
207
Accountantsverklaring
229
Hoofdstuk 5 – Programmarekening met toelichting
231
5.1 Overzicht baten en lasten
233
5.3 Gebeurtenissen na de balansdatum
247
Hoofdstuk 6 – Balans met toelichting
249
6.1 Balans
250
6.2 Toelichting op de balans
253
6.3 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
267
Bijlagen
269
Verklarende woordenlijst
269
Financiële bijlagen
275
Bijlage SISA
312
5.2 Toelichting op de programmarekening
Bijlage wijken
239
293
Voorwoord Raadsvoorstel nummer 101 Utrecht, 11 april 2007 Voor u ligt de verantwoording van de gemeente Utrecht over het jaar 2006. Met dit jaarverslag en deze jaarrekening leggen wij aan de gemeenteraad verantwoording af over het gevoerde beleid in 2006. Bij het opstellen van dit document hebben wij de instructies uit het Besluit Begroting en Verantwoording en uit de Financiële verordeningen gevolgd. Maar bovenal willen wij zo helder mogelijk inzicht geven in wat we in 2006 gedaan hebben in Utrecht en hoe zich dat verhoudt tot de afspraken in de begroting. Deze verantwoording geeft behalve aan de gemeenteraad ook aan de Utrechtse burgers, maatschappelijke instellingen en bedrijven inzicht in onze prestaties. Het voert te ver om hier in dit voorwoord op in te gaan. De belangrijkste resultaten treft u aan in het hoofdstuk Programma’s. Deze is hetzelfde ingericht als de programmabegroting 2006. De resultaten over 2006 leveren ook input voor de discussie in de gemeenteraad over de bepaling van toekomstig beleid. Tijdens de raadsvergadering wordt deze verantwoording dan ook tegelijkertijd besproken met de vaststelling van de financiële kaders in de voorjaarsnota voor het begrotingsjaar 2008. We weten dat hetgeen dat bereikt is in 2006 met enthousiasme en gedrevenheid is uitgevoerd en de nodige inspanning heeft gekost van de ambtelijke organisatie en de samenwerkingspartners in de stad. Daarvoor willen wij onze waardering uitspreken!
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht.
De secretaris,
De burgemeester,
Drs. M.J.C. Heeremans
Mr. A.H. Brouwer-Korf
5
6
Inleiding Leeswijzer De verantwoording 2006 is opgesteld onder het regiem van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit heeft gevolgen voor de opbouw van de stukken. De verantwoording heeft twee delen: het jaarverslag (hoofdstuk 1, 2 en 3) en de jaarrekening (hoofdstuk 4 en 5). Het jaarverslag bevat de meer beleidsmatige verantwoording, zoals de programma- en de paragraafteksten. De jaarrekening geeft inzicht in de balans en in het cijfermatige resultaat over 2006. Beide delen worden voorafgegaan door een inleiding en een samenvatting: de inleiding geeft algemene informatie ter ondersteuning bij het lezen van deze verantwoording, in de samenvatting (van de programmateksten) gaan wij op hoofdlijnen in op het behaalde resultaat in 2006. De volledige programmateksten vindt u in hoofdstuk 1. Hierin geven wij antwoord op de vragen: wat hebben we
bereikt, wat hebben we daarvoor gedaan en wat heeft dat gekost. In hoofdstuk 2 zijn de paragrafen opgenomen: weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen, grondbeleid en belastingen en tarieven. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de gemeente Utrecht op de desbetreffende onderwerpen. Hoofdstuk 3 laat globaal zien in hoeverre ‘de vraag’ uit de wijken is beantwoord via de (stedelijke) programma’s. In hoofdstuk 4, programmarekening met toelichting, gaan wij in op het financiële resultaat over 2006. Hoofdstuk 5, balans met toelichting, geeft wij inzicht in de financiële positie van de gemeente Utrecht. De verantwoording 2006 volgt de opbouw en indeling van de programmabegroting 2006. Dit betekent dat wijzigingen/verbeteringen die ná de programmabegroting 2006 in de structuur van de programma’s zijn aangebracht, niet in de verantwoording 2006 zijn doorgevoerd. Het raadsvoorstel tot vaststelling van de verantwoording 2006 leggen wij afzonderlijk aan de gemeenteraad voor. Hierin zijn alle bestedings- en dekkingsvoorstellen voor het financiële resultaat 2006 opgenomen. Tevens reageren wij in dit voorstel op het accountantsrapport dat naar aanleiding van de jaarrekening 2006 is opgesteld.
7
Samenstelling bestuur/organogram Gemeenteraad
College van burgemeester en wethouders
Griffie
Bestuurs- en
Dienst gemeentelijke
concerndienst
musea
Stadswerken
Stadsschouwburg
Rekenkamer
Brandweer
Projectbureau Leidsche Rijn
Ombudsman
Dienst Wijken
Projectorganisatie
Dienst Ondersteuning
Accountants-
Dienst Stadsontwikkeling
Muziekcentrum
Gemeentebibliotheek
Vredenburg
Utrecht
Dienst Maatschappelijke
Dienst Burgerzaken en
Geneeskundige en
ontwikkeling
Gemeentebelastingen
gezondheidsdienst
Stationsgebied
dienst
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht
Samenstelling gemeenteraad
Samenstelling college
14 PvdA
Portefeuille: Openbare orde en veiligheid
8 Groenlinks
Wethouder H.H. Janssen (loco burgemeester)
5 VVD
Portefeuille: Financiën, Stationsgebied, Sport, Monumenten
5 SP
Wijkwethouder: West, Noordoost
4 CDA
Wethouder M.K.M. Spit
3 D66
Portefeuille: Economische zaken, Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid,
3 Leefbaar Utrecht
Stadspromotie en evenementen
2 ChristenUnie
Wijkwethouder: Zuidwest
Zetelverdeling:
1 Burger en Gemeenschap
Burgemeester A.H. Brouwer-Korf
Wethouder A.C. den Besten Portefeuille: Jeugd, Onderwijs, Volksgezondheid Wijkwethouder: Overvecht, Noordwest Wethouder H.P.A.M. Bosch Portefeuille: Wonen, Leidsche Rijn, Ruimtelijke ordening Wijkwethouder: Leidsche Rijn Wethouder R.J.F. Giesberts Portefeuille: Openbare ruimte, Grondbeleid, Gemeentelijke organisatie Wijkwethouder: Zuid, Oost Wethouder C.J.M. van Eijk Portefeuille: Welzijn, Cultuur, Integratie Wijkwethouder: Binnenstad Wethouder T.H.D. de Weger Portefeuille: Bereikbaarheid, Luchtkwaliteit en milieu, Publieksdienstverlening Wijkwethouder: Vleuten-De Meern
8
Kerncijfers 2004
2005
2006
270.244
275.258
280.949
43%
43%
44%
46%
46%
45%
11%
11%
11%
205.146
202.757
200.326
Oppervlakte land in ha
9.533
9.533
9.533
bevolking per km2 land
2.835
2.887
2.947
Sociale structuur Aantal inwoners
• • 30-64 jaar (relatief) • 65+ jaar (relatief) 0-29 jaar (relatief)
Werkzame personen Fysieke structuur
woningen per km land 2
Aantal woningen (CBS-definitie) waarvan % koopwoningen
1.228
1.240
1.267
117.019
118.206
120.804
46
45
46
2,29
2,30
2,31
Gemiddelde woningbezetting (= bevolking in woningen/bewoonde woningen)
Financiële structuur (bedragen x 1 miljoen euro) Rekening Totaal lasten
1.464
1.403
1.082
Algemene Uitkering Gemeentefonds
277
284
318
Totaal reserves
660
539
525
Totaal voorzieningen
226
294
320
9
10
Samenvatting In deze samenvatting blikken we terug op 2006. Het afgelopen jaar was een veelbewogen jaar waarin na gemeenteraadsverkiezingen in het voorjaar een nieuw college van burgemeester en wethouders aantrad. In de zomer werd Utrecht opgeschrikt door een tragisch incident tijdens het slotconcert van de muzikale botenparade. Met de uitvoering van het gemeentelijk beleid werd in 2006 op verschillende onderdelen voortgang geboekt. Hieronder volgt een kort overzicht van de stand van zaken van de uitvoering van de programma's uit de begroting 2006. Kansen Het college heeft zich ten doel gesteld om zoveel mogelijk Utrechters kansen te bieden om zich te ontplooien. Dat doen we door in te zetten op een gezonde economie, promotie van de stad Utrecht, een gericht arbeidsmarktbeleid, goed onderwijs en een toegankelijke overheid. Na jaren van teruggang is de economische ontwikkeling in Utrecht in 2006 gestabiliseerd. Met het stimuleren van de economie en de werkgelegenheid hebben wij bijgedragen aan de welvaart en het welzijn in Utrecht. We zijn voort gegaan met de promotie van Utrecht als vestigingslocatie voor bedrijven en kantoren. Het gaat goed met de uitgifte van nieuwe Utrechtse bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Utrecht is de tweede kantorengemeente van Nederland. We hebben ons ook ingezet om Utrecht als toeristische bestemming te vermarkten, onder andere met het festival de 7e hemel, subsidies voor diverse festivals en tentoonstellingen en de gezamenlijke huisvesting van de VVV en Rondom op het Domplein. Bovendien hebben we ons ingezet om grote evenementen naar Utrecht te halen, bijvoorbeeld de Grand départ van de Tour de France in 2009 of het Europees Jeugd Olympisch Festival.
Werk is dé manier om mensen bij de samenleving te betrekken. Daarom hebben we in 2006 meer mensen toegerust om in te stromen op de arbeidsmarkt. Zodoende kon het aantal bijstandsgerechtigden dalen. Bij reïntegratie gaan wij uit van de ‘workfirst’ aanpak. Daarin wordt werk gecombineerd met een reïntegratieaanbod. Ook hebben we in 2006 ruimer gebruik gemaakt van scholingsmogelijkheden voor reïntegratie en hebben we meer gebruik kunnen maken van gesubsidieerde arbeid, nu dat ook in de profitsector ingezet kan worden. Een andere manier om mensen kansen te bieden is het verstrekken van voorzieningen aan mensen met een functiebeperking. Het aantal verstrekte voorzieningen lag in 2006 hoger dan verwacht. Voor huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau
hebben we maatregelen getroffen in het kader van de armoedebestrijding. Groot succes was ook in 2006 weer de Upas. Meer mensen dan verwacht maakten er gebruik van. Meer Utrechters dan voorzien haalden in 2006 een startkwalificatie. Dat kon doordat we ook in 2006 stevig hebben ingezet op een gedegen onderwijsinfrastructuur en goede onderwijsvoorzieningen. In 2006 zijn weer acht nieuwe voorschoolgroepen gestart. Door een gerichte aanpak is het gelukt om meer voortijdig schoolverlaters dan aanvankelijk gedacht naar een opleiding te geleiden, zodat ze alsnog een startkwalificatie konden halen. Het afgelopen jaar werd ook veel geïnvesteerd in de schoolgebouwen. Zo werd in het kader van het Masterplan Voortgezet Onderwijs de Sportcampus opgeleverd, maar werden ook tal van andere verbouwingen en nieuwbouw voorbereid of uitgevoerd.
Bovendien is met de schoolbesturen een Masterplan voor het Primair Onderwijs opgesteld. Ook de bibliotheek hebben gezorgd voor makkelijk toegankelijke informatie voor Utrechters. In de bibliotheken kon de dienstverlening worden geïntensiveerd door de selfservicebalies. Door ledenwerfacties kon het bibliotheekgebruik op peil blijven. Om de Utrechters te ondersteunen bij hun maatschappelijke participatie, hebben we in 2006 veel aandacht gegeven aan de publieksdienstverlening van onze eigen organisatie. Zo wisten meer Utrechters ons te vinden via het internet, maar wisten ook meer burgers ons telefonisch te bereiken via het gemeentelijke callcenter. Ook konden we onze diensten en informatie meer in samenhang en vraaggestuurd aanbieden. Aanpakken We bouwen daadkrachtig aan een leefbare, veilige en mooie stad. Dat betekent aanpakken in het Stationsgebied en in Leidsche Rijn, maar ook in de wijken die dat nodig hebben. Ook werken we aan een stad die schoon, heel en veilig is. Een stad bovendien die goed bereikbaar is en waar Utrechters met plezier wonen. 11
Op verschillende plekken in de stad wordt gewerkt aan een nieuw en beter woningaanbod. Door herstructurering van wijken met een te eenzijdig huizenbestand willen we wijkbewoners de gelegenheid bieden een wooncarrière te maken binnen de eigen wijk. Met de corporaties hebben we afspraken gemaakt over de aanpak van wijken. Dat betekent soms sloop en nieuwbouw, maar waar mogelijk kiezen we voor renovatie. Aansprekende voorbeelden van die aanpak zijn De Lessepsbuurt, Groen Zuilen of de Rivierenwijk. De gedachte achter deze aanpak is dat een mooie woonomgeving ook bijdraagt aan de sociale samenhang van wijken. In 2006 hebben we ook een forse inhaalslag gemaakt door voor een aantal wijken de bestemmingsplannen te actualiseren. In Leidsche Rijn hebben we de kans om een helemaal nieuw stadsdeel neer te zetten dat aan vele oude en nieuwe Utrechters een nieuwe toekomst biedt. Vanzelfsprekend horen daar ook sociaal-culturele, medische, maatschappelijke en onderwijsvoorzieningen bij. In 2006 werden ruim 2300 woningen opgeleverd en waren nog eens ruim 2500 woningen in aanbouw. Ook werden diverse multifunctionele schoolgebouwen opgeleverd en werden verschillende bedrijventerreinen aangelegd. Daarnaast werd in 2006 het Masterplan voor het Leidsche Rijn Centrum door de
gemeenteraad goedgekeurd en werd gewerkt aan een Stedenbouwkundig plan voor dat Centrum. Aan het groen in de wijk wordt onder andere gewerkt in de vorm van het Leidsche Rijn Park. Voor de Aanpak Stationsgebied zijn in het afgelopen jaar op allerlei terreinen voorbereidingen getroffen voor de uitvoering. Zo werd op het Vredenburgplein archeologisch onderzoek gedaan, en kwam het Definitief Ontwerp voor de OV-terminal gereed. Verder werden studies verricht naar warmte/koude opslag, ondergronds afvaltransport en de verdere verlenging van de Westpleintunnel. Een belangrijke omgevingsfactor bij de planontwikkeling is de problematiek van Europese voorschriften en jurisprudentie op het gebied van de luchtkwaliteit.
Inwoners van Utrecht noemen criminaliteit nog altijd het belangrijkste stedelijke probleem dat moet worden aangepakt. Ook in 2006 hebben we met onze partners op het gebied van veiligheid samengewerkt onder het motto ‘Utrecht veilig! Dat doen we samen’. Helaas heeft de daling van de geregistreerde criminaliteit in de jaren 2004 en 2005 niet doorgezet in 2006. Met name door een stijging van het aantal autokraken en woninginbraken steeg de geregistreerde criminaliteit in 2006 met 2%. Wel daalde het aantal geweldsdelicten in het afgelopen jaar. In 2006 werd een grote crisisoefening gedaan in het Stationsgebied. De aanpak van wijkveiligheid vond plaats binnen aandachts- en urgentiegebieden. Zo werd op 19 plaatsen een gebiedsgerichte aanpak uitgevoerd om jongerenoverlast en geweld
tegen te gaan. In 2006 werden de bestuurlijke aanpak van de Amsterdamsestraatweg en Lombok-Oost voortgezet. In de urgentiegebieden Kanaleneiland-Noord en Nieuw-Hoograven werd het activiteitenaanbod uitgebreid. Dat gebeurde ook in de nieuwe urgentiegebieden Zuilen-Noordoost en Zambesi/Tigrisdreef. Bovendien werd op het Prins Bernhardplein en de Gagelhof mobiel cameratoezicht toegepast. Verder werden het afgelopen jaar 139 hennepkwekerijen opgerold en werd bij verschillende evenementen en voetbalwedstrijden de orde gehandhaafd. Dat ook ondernemend Utrecht actief meewerkt aan een veilige stad blijkt wel uit de 22 keurmerken Veilig Ondernemen die werden uitgereikt in 2006. We hechten een groot belang aan een schone, groene en prettige openbare ruimte. Daarom hebben we ook in 2006 het onderhoud van de openbare ruimte aangepakt, werden straten geveegd en werden herstelwerkzaamheden aan wegen, bruggen en andere objecten uitgevoerd. Ook werd in 2006 ingezet op de bewustwording van Utrechters op het gebied van milieubewust handelen en verantwoord omgaan met de openbare ruimte. Zo waren de stadsboerderijen het afgelopen jaar zes dagen per week open. Om onze stad ook gezond en leefbaar te houden hebben we ons milieubeleid gehandhaafd en werden vergunningen gecontroleerd. Bovendien hebben we een actieplan Luchtkwaliteit opgesteld, waarin we maatregelen opnemen om de luchtvervuiling tegen te gaan. Ook op het gebied van geluid en bodem hebben we maatregelen genomen om het milieu
te beschermen, al werden in 2006 minder bodemonderzoeken afgerond dan in 2005. Bij een schone stad hoort ook een effectieve afvalinzameling. Sinds 2006 kunnen bewoners op de afvalscheidingstations ook hun spullen voor de kringloopbedrijven kwijt en worden recyclebare plastics nu gescheiden ingezameld. Bovendien zijn we vorig jaar
gestart met een proef om papier huis-aan-huis gescheiden op te halen en deden 15 kinderdagverblijven mee aan een proef met gescheiden luierinzameling. Mobiliteit en bereikbaarheid zijn essentieel voor de economische vitaliteit en aantrekkelijkheid van de stad. Samen met 15 grote werkgevers in de stad en Rijkswaterstaat hebben we afgesproken om ons in te zetten voor een beter beheer van de mobiliteit. Om de autobereikbaarheid te verbeteren zijn diverse infrastructurele projecten in voorbereiding. Ook 12
is gewerkt aan P&R-terreinen en transferia rondom de stad. In verschillende wijken is in 2006 na draagvlakonderzoek betaald parkeren ingevoerd. Bovendien is betaald parkeren uitgebreid naar alle koopzondagen. In 2006 hebben we besloten af te zien van de aanleg van een parkeergarage aan het Lucas Bolwerk. Op het gebied van openbaar vervoer zijn vorderingen geboekt in de voorbereiding van het HOV om de Zuid en voor het tracé Van Zijstweg-Overste den Oudenlaan-Koningin Wilhelminalaan. Ook in Randstadspoor zit goede voortgang. Om het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren zijn strippenkaarten verstrekt aan U-pashouders. Het gebruik van de fiets is in 2006 verder gestimuleerd door de aanleg van fietstrommels en buurtstallingen en ruim 1.000 fietsklemmen in het Stationsgebied. Bovendien hebben we in 2006 opgetreden tegen hinderlijk of langdurig gestalde fietsen. Het verkeerssysteem is in 2006 aangepast waardoor vele verkeerslichten ’s avonds, ’s nachts en in het weekend knipperen en niet onnodig verkeer regelen. Meedoen
In Utrecht kan en mag iedereen meedoen. Of het nu gaat om sport, het theater, of een kaartavond in het buurthuis, voor iedereen is er een aanbod. Ook Utrechters zonder thuisbasis willen we betrekken en meenemen in onze samenleving. En vanzelfsprekend investeren we in onze jeugd. Sporten is gezond, maar brengt mensen ook tot elkaar. In 2006 was 64% van de Utrechters tevreden over de sportvoorzieningen in de stad. Door wijkactiviteiten en ondersteuning van verenigingen hebben we de sportdeelname gestimuleerd. Het aantal jeugdleden van Utrechtse sportverenigingen is met 1.000 leden gegroeid. Het is echter niet gelukt om het aantal bezoekers van onze zwembaden te verhogen. We hebben in 2006 nieuwe sportaccommodaties
opgeleverd, op sommige plaatsen de capaciteit uitgebreid met kunstgrasvelden en op een aantal plaatsen hebben we sportvelden gerenoveerd. In het beheer van de binnenaccommodaties is veel werk verricht in planmatig onderhoud. Alle sporttoestellen in ons beheer werden in 2006 gecontroleerd. Op het gebied van topsport hebben we bijgedragen aan de organisatie van het WK Kempo karate, het internationale Paasworsteltoernooi van de Halter, de Fortismarathon en de Ride for the Roses. Met ons programma Volksgezondheid dragen we bij aan een optimale gezondheid van onze inwoners. In 2006 hebben we diverse activiteiten uitgevoerd om een gezonde groei en ontwikkeling van onze jeugd te bevorderen, om diverse ziekten te voorkomen en te bestrijden en om een gezonde leefstijl van Utrechtser te bevorderen. Zo hebben we
uitvoering gegeven aan ons programma Gezond Gewicht. Daarbij hebben we specifiek aandacht besteed aan het terugdringen van overgewicht bij jeugd in de vier GSB-wijken. Om het ziekteverzuim op VMBO-scholen tegen te gaan zijn 300 kinderen onderzocht en begeleid. Daarnaast hebben we ingezet op voldoende voorzieningen voor eerstelijnszorg. Voor alle sociaal kwetsbare Utrechters hebben we voldoende adequate en toegankelijke zorg en opvang kunnen bieden. In 2006 werd bijvoorbeeld Hostel De Hoek op de Kögllaan geopend. Ons collegeprogramma geeft een extra impuls aan het vergroten van de psychosociale gezondheid en de mogelijkheid om af te kicken. In 2006 zijn de voorbereidingen daarvoor gestart. We hebben het afgelopen jaar geïnvesteerd in sociale verbanden. Zo hebben we veel aandacht gegeven aan de kinderopvang, het peuterspeelzaal- en speeltuinwerk. Maar ook ondersteunen we ouderen en mensen met een functiebeperking in hun zelfstandigheid en willen we de infrastructuur voor sociale ontmoeting en betrokkenheid bevorderen. In dit kader hebben we in 2006 met genoegen ons actieprogramma Vrijwilligersbeleid geëvalueerd. Ons stimuleringsbeleid was erop gericht om jongeren, allochtonen en jonge ouderen tot vrijwilligerswerk te bewegen. We hebben een start gemaakt met een stevig geïntegreerd jeugdbeleid. Er is hard gewerkt aan de voorbereiding van een betere zorgstructuur voor de jeugd, zoals niet ouder-kindcentra, nieuwe jeugdadviesteams en het elektronisch kinddossier. De inzet van 4,5 fte extra ambulant jongerenwerk heeft geholpen om jeugdoverlast en –criminaliteit terug te dringen. Uit de cijfers over 2006 blijkt dat jongeren het aanbod van buurthuizen en wijkwelzijnsorganisaties weten te vinden. Met behulp van rijk en provincie hebben we de behandeling van meervoudig problematische gezinnen kunnen versterken met zeven extra trajecten. Op het gebied van cultuur behoorde Utrecht in 2006 opnieuw tot de top 3 van aantrekkelijke steden, dankzij een combinatie van veelzijdig en interessant aanbod, kunstenaars die zich hier thuis voelen en volop nieuwsgierig publiek. Zo zijn de bezoekcijfers van het Centraal Museum en Muziekcentrum Vredenburg en tal van andere culturele instellingen gestegen ten opzichte van 2005. Ook de culturele zondagen en het programma Vrede van Utrecht waren 13
zeer succesvol. In 2006 zijn belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van de Stefanuskerk tot podium voor de wijk en het nieuwe Muziekpaleis. Financieel resultaat
We hebben het jaar 2006 afgesloten met een positief resultaat van 117,2 miljoen euro. Een groot deel van dit resultaat komt uit de Algemene Middelen en het programma Stedelijke Ontwikkeling Het voordeel op de Algemene Middelen bestaat vooral uit de verkoopopbrengst van het gemeentelijk vervoerbedrijf GVU (23,6 miljoen euro) en het voordeel dat we al bij de Bestuursrapportage 2006 verwachtten (15,5 miljoen). Het resultaat op het programma Stedelijke Ontwikkeling bestaat voor 16,9 miljoen euro uit bijdragen voor investeringswerken, die nog met de daarvoor bestemde reserves verrekend moeten worden. Andere meevallers in dit programma zijn: meeropbrengsten uit erfpachten (3 miljoen euro), hogere verkoopopbrengst van gemeentelijke eigendommen (3,6 miljoen euro), vrijval van het restant van de voorziening huurharmonisatie (2,5 miljoen euro) en het nog niet bestede bedrag voor huisvesting van Het Utrechts Archief (3,3 miljoen euro). Opmerkelijke meevallers uit de andere programma’s zijn:
• Een bedrag van 7,6 miljoen euro in het programma Wonen en Monumenten, dat voor een groot deel voortkomt uit de vele bouwaanvragen en daarmee samenhangende bouwleges • Een bedrag van 7,4 miljoen euro in het programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek, onder andere door geplande, maar nog niet uitgevoerde huisvestingsprojecten. • Een bedrag van 4,7 miljoen euro in het programma Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid, dat onder meer ontstond door een voordelige afwikkeling van oude subsidies. • Een bedrag van 4,7 miljoen uit de grondexploitaties in het programma Leidsche Rijn.
Ook in andere programma’s waren per saldo meevallers te melden.
14
0 Publieksdienstverlening
Lokale democratie
Sociale Infrastructuur
Bereikbaarheid
Milieu en duurzaamheid
Stationsgebied
Leidsche Rijn
Stedelijke ontwikkeling
Beheer openbare ruimte
Wonen en monumenten
Volksgezondheid
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid
Sport
Welzijn
Cultuur
Onderwijs, educatie en bibliotheek
Economische zaken
300.000
Openbare orde en (wijk)veiligheid
Algemene ondersteuning
Ver delin g las ten en baten o v er d e p r o g r am m a' s
lasten
baten
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
15
Bestedingsvoorstellen In deze verantwoording doen wij ook voorstellen voor de bestemming van het behaalde resultaat. Daarbij beperken we ons tot technische verrekeningen. Een en ander leidt tot een gemeentebreed resultaat van 30,2 miljoen euro. Dit is het bedrag dat nog een nieuwe bestemming kan krijgen. Resultaat
117,2
Technische verrekeningen
• Verrekeningen met activareserves • Verrekeningen conform nota reserves en voorzieningen • Afroming bestemmingsreserves boven maximumnorm • Nog niet afgeronde projecten • Verrekeningen met concern • Aanvulling afroming weerstandsvermogen
-22,7 -22,6 0 -22,4 -4,0 0
Resultaat na technische verrekeningen Verrekening dienstbedrijfsreserves
45,5 -15,2
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
30,2
Bedragen zijn in miljoenen euro’s. Afroming van bestemmingsreserves boven de maximumnorm vindt nog niet plaats in deze verantwoording. De maximumnormen van de bestemmingsreserves zullen in de nota reserves en voorzieningen (opnieuw) worden vastgesteld. Deze ontvangt u bij de voorjaarsnota 2007. Aan de hand van deze nota doen wij een voorstel voor het afromen van de bestemmingsreserves boven de maximumnorm.
De nota weerstandsvermogen bepaalt dat bedrijfsreserves die boven het maximum komen, worden afgeroomd. Het meerdere valt vrij in het gemeentebreed nog te bestemmen resultaat. Concreet geldt dit voor de bedrijfsreserve van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (3,1 miljoen euro). In het gemeentebreed nog te bestemmen resultaat van 30,2 miljoen euro zijn deze bedragen al meegenomen. Wij stellen voor het gemeentebreed nog te bestemmen resultaat te betrekken bij de voorjaarsnota 2007. Het resultaat wordt daarmee onderdeel van de integrale afweging richting de begroting 2008. De verantwoording 2006 en de voorjaarsnota 2007 komen in dezelfde vergadering in de raad aan de orde.
16
Deel 1 - jaarverslag
17
18
Hoofdstuk 1 – Programma’s Met de programmaverantwoording willen wij een integrale verantwoording op hoofdlijnen neerzetten. Daarbij staan drie vragen centraal: Wat hebben we bereikt?
• • Wat hebben we daarvoor gedaan? • Wat heeft dat gekost? Wij hebben geprobeerd om deze vragen in onderlinge samenhang te beantwoorden. In de programmabegroting 2006 hebben wij aan de hand van indicatoren aangegeven welke maatschappelijke effecten wij beogen en welke prestaties wij in 2006 verwachtten te leveren. Voor zover daar aanleiding toe was hebben wij die indicatoren in de bestuursrapportage per 1 juli 2006 aangepast. In deze programmaverantwoording laten wij zien in hoeverre wij onze voornemens hebben kunnen realiseren. Per programma is een financiële tabel opgenomen. In deze tabellen geven wij aan welke verschillen er zijn tussen de actuele begroting 2006 en de realisatie 2006. Deze verschillen worden op hoofdlijnen toegelicht, dat wil zeggen dat wij in ieder geval ingaan op verschillen van 500.000 euro of meer, of - als dat minder is - op afwijkingen van 10% of meer. Daarnaast geven wij in de tekst ook onze bestedings- en dekkingsvoorstellen voor de verschillen aan. In de financiële tabel vermelden wij ook de mutaties in de reserves. Deze mutaties zijn gelijk aan de begrote mutaties, en dus expliciet door uw raad geautoriseerd. Hierop is één uitzondering: bij de bestuursrapportage 2006 heeft u
besloten dat onttrekkingen uit vaste activareserves mogen plaatsvinden zonder expliciete toestemming van de raad. Het gaat hier om onttrekkingen die nodig zijn om de afschrijvingslasten van investeringen met economisch nut af te dekken. Daar waar de werkelijke mutaties in de reserves afwijken van de begrote mutaties, betreft dit een mutatie in een vaste activa reserve.
19
20
1.1 Algemeen 1.1.1 Algemene middelen en onvoorzien In dit onderdeel zijn de middelen opgenomen die geen bepaald bestedingsdoel kennen, zoals de onroerendezaakbelasting (OZB) en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Daarnaast zijn de stelposten verantwoord. In paragraaf 3.7 wordt nader ingegaan op de onroerendezaakbelasting en de precario-, toeristen- en hondenbelasting. Nominale
Actuele
begroting
begroting
2006
2006
5.045 269
Verschil
Realisatie
actueel en
2006
realisatie
4.978
4.743
235
343
339
4
0
29
1.445
-1.416
27.110
24.467
23.028
1.439
4.895
1.336
1.219
117
Stelpost investeringen
17.661
2.087
0
2.087
Overige stelposten
-1.654
16.988
3.378
13.610
159
84
0
84
53.484
50.312
34.153
16.160
58.645
58.829
59.492
663
1.822
1.892
2.189
297
302.907
317.497
317.979
482
2.725
15.423
39.700
24.277
58.055
50.053
51.713
1.660
297
0
0
0
8
2.309
4.475
2.166
424.459
446.003
475.548
29.545
-370.975
-395.691
-441.396
45.705
Toevoegingen
25.697
45.506
45.506
0
Onttrekkingen
37.297
66.843
66.843
0
-382.575
-417.028
-462.733
45.705
Lasten Onroerendezaakbelasting Precario-, toeristen-, hondenbelasting Dividenden Financieringsfunctie Budgetstructuur Leidsche Rijn
Onvoorzien Totaal lasten Baten Onroerendezaakbelasting Precario-, toeristen-, hondenbelasting Uitkering gemeentefonds Dividenden Financieringsfunctie Budgetstructuur Leidsche Rijn Overige stelposten Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Onroerendezaakbelasting
De meevaller op de OZB is het gevolg van een grotere toename van het aantal woningen, een hogere gemiddelde taxatiewaarde en meevallende waardevermindering naar aanleiding van waardebezwaren.
21
Uitkering gemeentefonds Het voordeel van 482.000 euro is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
• Een bedrag van 1.852.000 euro aan nog te verrekenen taakmutaties. Zoals gebruikelijk worden deze één op één overgeheveld naar respectievelijk uitgenomen uit het betreffende programmabudget (zie ook de bijlage correspondere posten)
• Een nadeel van 1.011.000 euro dat voornamelijk wordt veroorzaakt door tegenvallend accres • Een nadeel van 359.000 euro op de uitkering voor 2005 en eerder, dat voornamelijk wordt veroorzaakt door een herziening van de WOZ-waarden en een daling van de uitkeringsfactor
Dividenden Het voordeel van 24,3 miljoen euro bestaat uit de opbrengst van het GVU van 24 miljoen euro en het uitgekeerde dividend over 2006 van 0,3 miljoen euro. De lasten betreffen de kosten van externe advisering voor de verkoop van het GVU en een storting van 1 miljoen euro in een voorziening ter dekking van kosten die mogelijk uit de verdere afwikkeling voortvloeien. Financieringsfunctie Het voordelig resultaat is vooral gerealiseerd doordat minder rente is toegevoegd aan de belegde reserves dan begroot. Momenteel wordt slechts aan enkele reserves rente toegevoegd. Wij hadden een reservering opgenomen om aan meer reserves rente te kunnen toevoegen, maar in 2006 is dit nog niet gerealiseerd. Stelpost investering In 2006 is de aanpassing van de waarde van de vaste activa op de vastgestelde afschrijvingstabel afgerond. Ten tijde van de Bestuursrapportage verwachtten wij dat 2,5 miljoen euro ten laste van deze stelpost zou worden gebracht. Bij de afwikkeling in december 2006 bleek dat slechts 0,4 miljoen euro nodig was. Wij stellen voor het voordelig resultaat van 2.087.000 euro toe te voegen aan de bestemmingsreserve investeringen. Overige stelposten Het voordelig resultaat betreft vooral het bij de Bestuursrapportage verwachte voordeel van 15.521.000 euro, waarvan besloten is om de definitieve bestemming daarvan te betrekken bij de resultaatbestemming 2006. Verder laat de afwikkeling van BTW een voordeel zien van 752.000 euro. Conform eerdere besluitvorming storten wij dit bedrag in de reserve BTW-compensatiefonds. Verder wordt voor een bedrag van 591.000 euro rente verrekend met de reserve Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR). Resultaat programma
45.705
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve:
• • Budgetstructuur Leidsche Rijn • Investeringen • BTW-compensatiefonds • Toeristische stadspromotie
Bestedingsvoorstellen bestuursrapportage 2006
Algemene reserve (corresponderende posten)
-18.583 -15.521 -117 -2.087 -752 -106 -1.852
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve Bereikbaarheidsoffensief Randstad Bedrijfsreserve DB&G Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
22
591 83 25.944
Bestedingsvoorstel bestuursrapportage 2006 In de bestuursrapportage per 1 juli 2006 voorzagen wij een positief effect op de gemeentebrede posten van 26,5 miljoen euro. Wij hebben toen richtinggevende uitspraken gedaan voor de besteding van dit voordeel. Voor een bedrag van 11,0 miljoen euro zijn onze voorstellen al verwerkt in de actuele begroting 2006. Dit waren bijvoorbeeld
onvermijdelijke posten, posten die buiten de uitgavenplafonds vallen of posten die het gevolg zijn van eerdere besluitvorming. De voorstellen voor de resterende 15,5 miljoen euro hebben wij nog niet verwerkt, omdat wij eerst zeker wilden weten of het verwachte voordeel ook daadwerkelijk zou worden gerealiseerd. Het gaat om de volgende voorstellen: Cofinanciering
• Sciencepark • Pieken in de Delta (Pinda) • Fonds flexibel budget cultuur • Filmfestival
800 2.500 212 45
Ambities collegeprogramma en bestuurlijke prioriteiten
• Leidsche Rijn park • Het Utrechts Archief • Compensatie taakstelling 2007 GG&GD in het kader van Organisatie 2010 • Olympische spelen • Oprichting multidisciplinaire beoordelingsteams • Winkelproject Vader Rijn college • Fonds integratie en diversiteit • Tijdelijk muziekcentrum Leidsche Rijn • Winkelcentrum Rijnlaan Kwartiermaker Rivierenwijk • Lessepsbuurt • Beheerconvenant Stationsplein • Financiële functie • Milieueffectrapportage • Luchtkwaliteit • Project parkeerhandhaving • Staatsliedenbuurt • Herinrichting Stadhuisplein • Streetcornerwork Kanaleneiland/Gelecop Raadsinitiatieven: Amendement 68_2006: packagedeal begrotingsvoorstel bij de begroting 2007 Totaal
5.315 240 69 100 445 100 600 800 40 500 200 300 100 500 800 400 215 240 1.000 15.521
bedragen zijn in duizenden euro’s
23
1.1.1 Algemene ondersteuning Algemene ondersteuning In de programma’s zijn alleen de middelen opgenomen die direct betrekking hebben op het realiseren van het programma. Dit betekent dat een aantal (concern)posten daarbuiten valt. Deze zijn opgenomen in ‘Algemene ondersteuning’, zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
Verschil
2006
2006
2006
realisatie
Concernondersteuning Stafafdelingen
1.470
3.206
3.430
-223
Concernondersteuning Bestuurszaken
16.679
25.194
27.609
-2.415
7.373
7.220
6.974
246
11.035
10.561
10.875
-315
Beheersproduct Bestuur
3.390
1.022
1.017
5
Assurantiefonds
3.923
5.528
5.531
-3
Beheersproduct POI
2.863
1.121
1.265
-144
0
11.194
11.668
-474
65.950
20.857
111.652
-90.795
112.684
85.903
180.021
-94.118
Lasten
Concernondersteuning Financiën Concernondersteuning POI
Beheersproduct ABU Overhead diensten Totaal lasten Baten Concernondersteuning Stafafdelingen
120
150
218
67
Concernondersteuning Bestuurszaken
3.085
9.217
12.033
2.817
Concernondersteuning Financiën
3.352
1.944
1.720
-225
790
1.107
1.825
718 -15
Concernondersteuning POI Beheersproduct Bestuur
2.806
369
354
Assurantiefonds
3.923
5.528
5.531
3
Beheersproduct POI
2.039
1.820
2.135
315
Beheersproduct ABU
0
10.846
12.104
1.258
Overhead diensten
65.770
19.641
110.388
90.747
Totaal baten
81.886
50.623
146.308
95.685
Saldo lasten en baten
30.798
35.280
33.713
1.567
Toevoegingen
241
4.127
4.127
0
Onttrekkingen
523
4.366
4.366
1
30.517
35.041
33.474
1.567
Mutaties reserves
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Concernondersteuning Bestuurszaken
De lasten en de baten zijn beiden ruim 2 miljoen euro hoger omdat meer D2-subsidie is ontvangen dan begroot (1,1 miljoen euro). Deze hogere bijdrage is in de voorziening D2 gestort. Tevens zijn de doorbelaste overheadlasten en – baten beiden ongeveer 1 miljoen euro hoger, bijvoorbeeld omdat de huurlasten hoger zijn dan begroot. Op de afkoop
24
van een oude GSB-annuïteit is een nabetaling van het rijk ontvangen van 344.000 euro. Wij stellen voor dit bedrag te reserveren voor uitvoeringskosten van het Operationeel Programma 2007-2013 voor Landsdeel West. Concernondersteuning Financiën In verband met de vertraagde opstart van het project ICT 2010 is 244.000 euro niet in 2006 besteed. Wij doen een bestedingsvoorstel om dit bedrag in 2007 alsnog voor het project ICT te kunnen inzetten. Concernondersteuning POI De Raad heeft bij Amendement A70_2006 besloten dat ten laste van frictiekosten ABU 145.000 euro beschikbaar moet komen voor het opknappen Lucas Bolwerk. Hiervoor doen wij een bestedingsvoorstel. Door de vertraagde uitrol van de standaardwerkplek en door een financieel-administratieve correctie is het beschikbare budget met 440.000 euro onderschreden. Wij stellen voor dit bedrag te reserveren voor de vervolguitvoering van de uitrol in 2007. Conform
eerder gemaakte afspraken stellen wij verder voor om het resultaat van de Payroll van 163.000 euro, dat vooral bestaat uit de bemiddelingsprovisie, te reserveren voor de vorming van het Shared Service Centre PSA. Beheersproduct POI In 2006 was minder instroom in de WAO/WIA dan verwacht. Wij stellen voor het hierdoor gerealiseerde voordeel van 274.000 euro te reserveren. Beheersproduct ABU
De lasten en baten zijn beiden ongeveer 600.000 euro hoger, omdat het ABU extra werk heeft verricht op het gebied van telefonie. Dit is doorberekend aan de diensten. Bij de overdracht van het personeel heeft het ABU van de diensten een vergoeding ontvangen om de verlofstuwmeren weg te kunnen werken. Voorgesteld wordt het niet bestede deel van deze vergoeding (324.000 euro) te reserveren, zodat in 2007 het verlofoverschot verder teruggebracht kan worden. Verder hebben de diensten in 2006 hun hard- en software overgedragen aan het ABU. Dit heeft tot diverse voor- en nadelen geleid. Resultaat programma
1.567
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve:
• • ICT 2010 • Opknappen Lucas Bolwerk (amendement A70_2006) • Payroll; vorming Shared Service Centrum • ICT • WAO/WIA • Wegwerken verlofrestant oude jaren • Overig Doelstelling 2
Bedrijfsreserve DO/ABU
-1.975 -344 -244 -145 -163 -440 -274 -324 -41 -460
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve (overig)
289
Bedrijfsreserve Secretarie
532
Bedrijfsreserve Stadswerken Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
47 0
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
25
1.1.3 GSB Doelstellingen Voor de derde GSB-periode (van 2005 tot en met 2009) zijn in overleg met het Rijk de volgende doelstellingen bepaald. het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid
• • het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving • het verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving • het binden van de midden en hogere inkomens aan de stad • het vergroten van de economische kracht van de stad. Meerjarig Ontwikkelingsprogramma en Convenant Voor de derde GSB periode (2005 -2009) heeft Utrecht een Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP) GSB gemaakt. Dit MOP, ‘grotestedenbeleid in uitvoering’ is in november 2004 door de Raad vastgesteld. Op basis hiervan is in maart 2005 een prestatieconvenant met het rijk gesloten, waarin per prestatie-indicator een ambitie voor 2009 is geformuleerd. In dit MOP is geen nieuw beleid geformuleerd. De onderwerpen van GSB III passen in het gemeentelijke beleid en versterken dit. In 2006 is het prestatieconvenant aangevuld met nieuwe afspraken. Vanwege de invoering van een nieuw
inburgeringstelsel was bij de start van de derde GSB periode al bekend, dat definitieve afspraken over inburgering, onderwijsachterstanden en volwasseneneducatie pas voor de periode 2007-2009 aan het convenant zouden worden toegevoegd. Daarnaast is een aantal nieuwe onderwerpen in de loop van 2006 toegevoegd. Uitvoeringsresultaten 2006 In 2006 zijn nieuwe afspraken toegevoegd aan het prestatieconvenant op de volgende terreinen: voorkomen criminele loopbaan allochtone jongeren, meedoen allochtone jeugd door sport, inburgering allochtone vrouwen (PAVEM) en sociale herovering (Overvecht). Tegenover de extra prestaties staat een extra bijdrage van bijna 7 miljoen euro van het Rijk aan de brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid. De bestaande afspraken zijn op onderdelen in overleg met het rijk nader uitgewerkt of verfijnd. Bijvoorbeeld voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang is de financiële verdeelsleutel aangepast en is er extra geld beschikbaar gekomen. Ook de afgesproken prestatie-indicatoren vroegen onderhoud. Sommige prestaties bleken (nog) niet op de afgesproken manier meetbaar, of de nieuw ontwikkelde meetinstrumenten waren niet op tijd operationeel. Bij de start van GSB III is afgesproken in 2007 een midterm review te houden: halverwege de looptijd worden de gemaakte afspraken gezamenlijk nog eens tegen het licht gehouden. In 2006 is daarvoor een plan van aanpak gemaakt. Ten slotte is in 2006 de uitvoering van inburgering voor nieuwkomers en oudkomers in 2005 afgewikkeld. Het jaar 2006 is ook het tweede uitvoeringsjaar van GSB III. Omdat de uitvoering plaats vindt in de lijn zijn de activiteiten en de budgetten over verschillende programma’s verspreid. Hieronder staat een overzicht van de GSBresultaten geboekt in 2006, met verwijzing naar de Utrechtse programma’s, waar de GSB-prestaties in samenhang met het Utrechtse beleid worden gepresenteerd. De GSB-prestaties 2006 (inclusief geld) kunt u ook vinden in de SISAbijlage. Op het moment van opstellen van het jaarverslag zijn de gegevens 2006 op onderdelen nog niet precies bekend. Bijvoorbeeld de resultaten 2006 van de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven (MCB) komen in het voorjaar van 2007 beschikbaar. Ook gesubsidieerde organisaties leveren hun gegevens later op. Waar mogelijk is gewerkt met ramingen, om toch zicht te kunnen geven op de meerjarige ontwikkeling.
26
Nulmeting
Stand
Stand
Afspraak
31-12-04
31-12-05
31-12-06
31-12-09
1. In te burgeren nieuwkomers per jaar
598
636
volgens monitor
Welzijn
2. In te burgeren oudkomers per jaar
485
476
volgens monitor
Welzijn
nog niet via GSB
300
volgens monitor
Welzijn
nog niet via GSB
2.608 van 4.700 (55%)
2.730 van 4.700 (58%)
Outputafspraak
Programma
BDU sociaal, integratie en veiligheid
2a. Inburgering allochtone vrouwe (PAVEM) 3. Aantal peuters en kleuters dat deelneemt aan voor- en vroegschoolse programma’s (ten opzichte van de doelgroep achterstandsleerlingen)
1.755 van 4.677 (37%)
Jeugd
Afspraak (10 klassen) 4. Aantal schakelklassen vanaf 2006: aantal leerlingen in schakelklassen
bij midterm omzetten 8
nog niet via GSB
115
in aantal leerlingen
Onderwijs, educatie en bibliotheek
5. Aantal (ten opzichte van de doelgroep voortijdig schoolverlaters) scholieren dat is herplaatst en alsnog startkwalificatie behaalt.
Onderwijs, educatie en 277 van 759 (36%)
418 van 1.194 (35%)
342 van 976 (35%)
300 van 900 (33%)
bibliotheek
6. t/m 9. Afspraken inburgering, volwasseneducatie en onderwijsachterstanden vanaf 2007 nog niet beschikbaar 10. Gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang 11. Het aantal plaatsen in de vrouwenopvang
(meetinstrument in
afspraak in 2007 bij
nog niet beschikbaar
ontwikkeling)
nog niet beschikbaar
midterm review
Welzijn
108
108
112
115
Welzijn
3.658
3.898
4.389
4.258
Volksgezondheid
1.026
1.280
1.364
1.275
Volksgezondheid
(1) 88% van leerlingen
(1) af te spreken in
12. Ambulante verslavingszorg: aantal cliënten dat per jaar wordt behandeld. 13. Ambulante verslavingszorg: aantal behandelingen dat per jaar wordt afgesloten. 14. Niet van toepassing voor Utrecht. (1) 90% van leerlingen in groep 2 en 6
basisschool wordt
15. Aantal 0-19 jarigen met overgewicht dat (1) via JGZ wordt opgespoord en (2) voor wie
gezondheidsinterventies worden ingezet.
(1) nog niet
gescreend
in groep 2 en 6 wordt
2007
gescreend
(2) in Overvecht en
beschikbaar. (2) 0
(2) 0.
(2) 2.
Zuidwest aanpak
Volksgezondheid
0
1
2
4
Volksgezondheid
16. Aantal nieuwe samenwerkingsverbanden in de eerste lijn in achterstandswijken
27
Outputafspraak
Nulmeting
Stand
Stand
Afspraak
31-12-04
31-12-05
31-12-06
31-12-09
Programma
17. Het percentage veelplegers waarvoor nazorgen/of resocialisatietrajecten worden aangeboden ten
123 trajecten
opzichte van het totale aantal geregistreerde veelplegers.
volwassen
123 volwassen
af te spreken in 2007
50 trajecten jeugd
50 jeugd
bij midterm review
nog niet beschikbaar
nog niet beschikbaar
onbekend
(definitieprobleem)
(definitieprobleem)
meer dan 80%
aanwezig
aanwezig
aanwezig
aanwezig
Welzijn
aanwezig (Veilig Huis)
aanwezig (Veilig Huis)
aanwezig (Veilig Huis)
aanwezig (Veilig Huis)
Welzijn
940
Welzijn
150 van 405 (37%)
18. Het percentage veelplegers waarvoor een nazorg en/of resocialisatietraject wordt afgerond.
Openbare orde en (wijk) veiligheid Openbare orde en (wijk) veiligheid
19. Niet van toepassing voor Utrecht. 20. De aanwezigheid van een convenant tussen lokale
partijen betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld. 21. De aanwezigheid van een advies- en meldpunt huiselijk geweld 22. Het aantal meldingen van huiselijk geweld en van herhaling van huiselijk geweld.
definitie onhelder:
nog niet bekend
961 meldingen
overleg rijk
(meting 2007)
urgentiegebieden: Nw.
urgentiegebieden: Nw.
Hoograven, Bokken-
Hoograven, Bokken-
buurt, Kanaleneil.
23. Het verminderen van criminaliteit in risicogebieden en in de woonomgeving door gebiedsgerichte aanpak
buurt + 16,1%,
aandachts-gebieden:
Kanaleneil. – 2,2%
Zambesi- Tigrisdreef,
aandachtsgebieden:
Zuilen NO, Lombok Leidseweg, Binnenstad
urgentie-gebieden: daling 4%
15% daling in
daling tussen 5,9% en
gegevens
aandachtsgebieden
urgentiegebieden
10,9%
nog niet bekend
aandachtsgebieden
10% in
Openbare orde en (wijk) veiligheid
uitbreiding (exact 24a. Aantal hulptrajecten per jaar voor Marokkaanse risicojongeren (afspraak met ingang van 2006).
n.v.t.
1.500
gegeven nog niet
(regulier JeV)
bekend)
Openbare orde en 1.644
(wijk) veiligheid
24b. Stimuleren georganiseerde sportdeelname bij allochtone jeugd: (1) aantal bonden waarmee wordt
uitbreiding (exact
samengewerkt. (2) aantal sportorganisaties dat wordt
(1) 1
gegeven nog niet
(1) 8
ondersteund. (afspraak met ingang van 2007)
(2) 5
bekend)
(2) 15
gestart
uitvoering projectplan
54.685.626
154.863.000
24c. Doe Mee in Overvecht Rijksbijdrage SIV (cumulatief)
28
23.779.372
Sport
Outputafspraak
Nulmeting
Stand
Stand
Afspraak
31-12-04
31-12-05
31-12-06
31-12-09
0
1.587
3.945
10.000
Programma
BDU fysiek (ISV) 25. Mutaties in de woningvoorraad: aantallen nieuwbouw op uitleglocaties (cumulatief)
Stedelijke ontwikkeling
26. Mutaties in de woningvoorraad: aantallen nieuwbouw binnen bestaand stedelijk gebied van 2000 in verband met uitbreidingsbehoefte
Stedelijke 0
1.005
nog niet bekend
4.000
0
62
nog niet bekend
2.000
ontwikkeling
27. Mutaties in de woningvoorraad: aantallen nieuwbouw binnen bestaand stedelijk gebied van 2000 in verband met vervangingsbehoefte
Stedelijke ontwikkeling Stedelijke
28. Aantal omzettingen huurwoning in koopwoning
0
217
nog niet bekend
1.000
29. Aantal vernietigde woningen
0
148
nog niet bekend
2.600
30. Aantal ingrijpende woningverbeteringen
0
1.000
nog niet bekend
2.000
31. Toename aantal volledig toegankelijke woningen
0
1.134
nog niet bekend
1.500
0
0
10.635 m²
60.000 m²
ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke
ontwikkeling Stedelijke
32. Oppervlakte openbare ruimte waarbij sprake is van een kwaliteitsimpuls
Stedelijke visie-ontwikkeling
33. Aantal grootschalige groenprojecten met bijbehorend oppervlak
35. Bodemsanering: aantal en onderzoek (cumulatief)
gestart: oversteek NRU
tussen wonen en
0
en Haarzuilens
vervolg ontwikkeling
groen, 4 ha
0
0
3
5
28 saneringen
47 saneringen
98 saneringen
0
71 onderz.
386 onderz.
110 onderz.
0
76
89
1.100
0
0
indicator ter discussie
17.000
ontwikkeling ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke
37. Aantal meters wegvak dat onder de normen van het Besluit Luchtkwaliteit wordt gebracht
Stedelijke Stedelijke
36. Aantal A- en railwoningen waar de saneringssituatie is opgelost (cumulatief)
ontwikkeling
2 nieuwe verbind.
34. Aantal wijken waar fysieke culturele kwaliteiten integraal deel uitmaken van de gebiedontwikkeling
ontwikkeling
ontwikkeling 29
Outputafspraak
Nulmeting
Stand
Stand
Afspraak
31-12-04
31-12-05
31-12-06
31-12-09
0
920
nog niet bekend
3.400
0
0
0
6.000
0
0
0
33.000
12.919.386
24.732.957
62.860.000
3
3
13
38. Saldo toe te voegen woningen in bestaand stedelijk gebied 2000
Programma Stedelijke ontwikkeling
39a. Aantal m² sociale infrastructuur in gebouwde
voorzieningen, nieuwbouw of kwaliteitsimpuls, als onderdeel van integrale gebiedsontwikkeling
Stedelijke
ontwikkeling
39b. Aantal m² sociale infrastructuur in semi-
openbare ruimte (nieuwbouw of verbetering als onderdeel van integrale gebiedsontwikkeling)
Stedelijke
Rijksbijdrage ISV (cumulatief)
ontwikkeling
BDU economie 40. Aantal hectare geherstructureerde bedrijventerreinen (Lage Weide)
0
Economische zaken
41. Niet van toepassing voor Utrecht. politiecijfers geven 42. Aantal delicten tegen bedrijven en ondernemers (MCB)
daling aan MCB nog
Openbare orde en
74.100 delicten
5,1% stijging
niet bekend
10% daling
7% ‘zeer slecht’
afname 1%
nog niet bekend.
afname ‘zeer slecht’
22% gew.
stijging 5%
nog niet bekend.
stijging 10%
0
108
nog niet bekend
500
Economische zaken
projecten
0
0
1 (Brunahuis)
2
Economische zaken
Rijksbijdrage economie (cumulatief)
0
1.778.800
3.573.066
8.894.000
43. Onveiligheidsgevoel van het lokale bedrijfsleven (MCB)
(wijk) veiligheid Openbare orde en (wijk) veiligheid
21% diefst. 30% inbr. 44. Aangiftebereidheid ondernemers (MCB)
Openbare orde en (wijk) veiligheid
45. t/m 51. Niet van toepassing voor Utrecht. 52. Verbeteren innovatief vermogen bedrijfsleven: aantal gefaciliteerde starters en doorstarters (cumulatief)
>200, precieze aantal
53. Toerisme: realiseren internationale toeristische
30
Op basis van de tot nu toe bekende gegevens lijken de meeste van de afgesproken prestaties per eind 2009 haalbaar. In het fysieke domein (ISV) liggen de resultaten per eind 2006 nog vrij ver van de doelstelling. Daarbij kan worden aangetekend dat de ISV-projecten een lange aanloop- en doorlooptijd kennen, terwijl de resultaten pas bij oplevering
worden gerealiseerd. De stand van de uitvoering biedt echter zicht op het halen van de doelstellingen eind 2009. Bij de midterm review in 2007 worden de afspraken met het rijk nog eens gezamenlijk tegen het licht gehouden. Dit kan leiden tot bijstelling van de afspraak of tot een andere wijze van meten. Het jaar 2006 is verder gebruikt om de nieuwe wijze van verantwoording per BDU en het principe van ‘single audit’ vorm te geven. Hiertoe is met name aandacht besteed aan het per indicator omschrijven van het registratiesysteem, de administratieve organisatie en de rol van de accountant. De verantwoording van de vorige GSB-periode 1999-2004 ten opzichte van het rijk is grotendeels in 2005 (naar
tevredenheid) afgerond. Alleen het programma ‘Economie-niet fysiek’ wachtte nog op afwikkeling door het ministerie van Economische Zaken. Medio 2006 is de eindbeschikking ontvangen, met een goedkeuring van het gevoerde beleid en de daarvoor gedane uitgaven. GSB II is nu volledig afgesloten. Budgettair kader Voor de periode 2005 t/m 2009 is Utrecht verzekerd van 225 miljoen euro. Deze middelen komen via drie ‘brede doeluitkeringen’ (BDU’s) naar de stad: fysiek (ISV, 63 miljoen euro), sociaal (153 miljoen euro) en economie (9 miljoen euro). Brede doeluitkering
2005-2009
Jaarsnede 2006
Programma Welzijn (inburgering en
maatschappelijke opvang), Onderwijs, educatie en bibliotheek, Volksgezondheid
153.300.000
(exclusief inburgering 2006-2009, Sociaal, Integratie en Veiligheid (SIV)
(verslavingszorg en
onderwijsachterstandenbeleid en
preventie), Openbare orde
volwasseneneducatie 2007-2009)
30.906.254
en (wijk)veiligheid
62.860.000
11.813.571
Stedelijke Ontwikkeling
8.894.000
1.794.266
225.054.000
44.514.091
Fysiek (ISV) Economie Totaal
Economische Zaken
Bedragen zijn in euro’s.
1.1.4 Subsidie D2 Doel Het doel van het programma is versterking van de economische structuur in de Westflank van de stad (Zuilen, Ondiep, Pijlsweerd, Kanaleneiland, Halve Maan, delen van Overvecht en een deel van Leidsche Rijn). De economische ontwikkeling moet leiden tot meer sociale samenhang, leefbare wijken en een grotere zelfredzaamheid van bewoners. Westflankprogramma
Het programma Economische structuurversterking Westflank is het Utrechtse deelprogramma van het nationale Enkelvoudig Programma Document (EPD), dat door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties samen met negen steden is opgesteld in het kader van doelstelling 2 van de Europese Structuurfondsen (D2). De Europese subsidie is toegekend op basis van een programma op hoofdlijnen, dat nog niet was gevuld met concreet benoemde projecten. De invulling van het programma is in 2005 afgerond. 31
Activiteiten 2006 In 2006 zijn belangrijke stappen gezet voor een voortzetting van het D2-programma na 2007. De structuurfondsmiddelen die voor Nederland beschikbaar komen zijn verdeeld over de landsdelen. Utrecht heeft met de andere G4-steden een aandeel in het programma voor Landsdeel West. Voor de periode 2007-2013 komt er voor
Utrecht opnieuw 21,5 miljoen euro EFRO-subsidie beschikbaar. Eind november is het gezamenlijke programma van provincies en steden in Landsdeel West vastgesteld. De formele goedkeuring door de Europese Commissie volgt in 2007. Begin oktober 2006 heeft de Europese Commissie de bevindingen bekendgemaakt van de zogenoemde systeem audit (een reguliere controle naar de besteding van Europese subsidies in Nederland). Ook het D2-stedenprogramma is daarbij gecontroleerd. De Europese Commissie constateert tekortkomingen bij de toepassing van de regels. In reactie heeft Nederland een actieplan met verbetermaatregelen opgesteld. Uitvoering daarvan betekent onder andere dat
procedures en werkwijzen scherper en controleerbaar moeten worden nageleefd, wat met zich meebrengt dat het programmamanagement meer capaciteit zal vragen. Een ander onderdeel van het actieplan is een steekproefcontrole van de uitgaven tot nu toe. Als gevolg van de systeemaudit neemt het uitvoeringsrisico van het Westflankprogramma toe. Er is een risicovoorziening van circa 700.000 euro. Het Westflankprogramma hebben wij in 2005 definitief kunnen invullen met projecten. De gekozen projecten dragen bij aan de programmadoelstellingen en zijn uitvoerbaar binnen de programmaperiode. Wij hebben ervoor gekozen meer subsidie toe te wijzen aan projecten dan de beschikbare ruimte (overprogrammering). Bij de meeste afgeronde
projecten blijkt, dat de subsidie lager kan worden vastgesteld dan het toegekende bedrag op begrotingsbasis. In die gevallen vloeit het restant van de subsidie terug naar het programma. Als de terugvloeiende middelen niet kunnen worden ingezet in alternatieve projecten, blijft het geld onbenut. Eind 2005 was de omvang van de overprogrammering 106%. Na afsluiting van een aantal projecten in 2006 is de overprogrammering teruggelopen tot 102%. Wij gaan ervan uit dat de uiteindelijke subsidievaststellingen binnen het beschikbare budget blijven. Met de vastgestelde projecten worden vrijwel alle voorgenomen outputdoelstellingen gerealiseerd. Alleen op het punt van nieuw gerealiseerd bedrijventerrein en nieuwe bedrijfs- of kantooroppervlakte blijft de output achter. Dat komt doordat De Wetering in de programmaperiode (anders dan verwacht) zonder D2-subsidie is aangelegd. Tegenover
deze achterblijvende indicatoren staan outputs die (soms veel) hoger uitpakken dan begroot, bijvoorbeeld het aantal hectare gerevitaliseerd bedrijventerrein, aantal vierkante meter vernieuwde oppervlakte openbare ruimte, aantal ondersteunde MKB-ondernemingen, aantal samenwerkingsverbanden en aantal veiligheidsprojecten. Of de gerealiseerde output ook daadwerkelijk bijdraagt aan de versterking van de economische structuur van de Westflank, in termen van toenemende werkgelegenheid en afnemende werkloosheid ten opzichte van de rest van de stad, zal moeten blijken bij de eindevaluatie. De tot nu toe beschikbare informatie levert nog geen eenduidig beeld over het effect van het programma. In het verslagjaar hebben wij drie nieuwe subsidieaanvragen (binnen het vastgestelde programma) goedgekeurd en van vijf projecten de eindafrekening vastgesteld. De uitgaven liggen in lijn met de begroting. Subsidiabele uitgaven
D2-bijdrage
Uitgaven t/m 2005
40.671.731
11.154.431
Verwachte uitgaven in 2006
10.329.191
3.466.190
Werkelijke uitgaven in 2006
10.370.711
3.180.380
Uitgaven t/m 2006
51.042.442
14.344.811
Bedragen zijn in euro’s. De jaarlijkse uitgaventaakstelling is hiermee ruimschoots gehaald.
32
Projectenoverzicht per 30 november 2006 De projecten voorzien van ∎ zijn afgerond. De projecten met een ▲zijn in 2006 van start gegaan. De totale D2-bijdrage van 22.003.007 euro overschrijdt de beschikbare subsidie van 21.533.733 euro. Zoals hierboven omschreven is bewust gekozen voor deze overprogrammering, om de beschikbare subsidie optimaal te benutten. Totale Projectnaam
uitgaven
D2-bijdrage
Prioriteit 1: stedelijke economische omgeving 1.1
Verbeteren fysieke bedrijfsomgeving
1.1.1
Lumax∎
6.956.080
989.724
1.1.2
Huis aan de Werf∎
1.468.441
293.688
1.1.3
Bedrijventerrein Overvecht∎
2.137.429
748.097
1.1.4
Fietspad Lage Weide∎
626.339
156.585
1.1.5
CUBE (fysieke deel)
1.220.930
349.434
1.1.6
Tunnel NOUW
6.337.107
2.851.698
1.1.7
Vasco da Gamalaan∎
1.1.8 1.1.9
446.072
133.559
Revitalisering industriehaven
5.130.000
800.000
Europalaan Zuid
6.402.044
1.100.000
30.724.442
7.422.785
Totaal verbeteren fysieke bedrijfsomgeving 1.2
Duurzame economische kwaliteit en bereikbaarheid
1.2.1
Rijnbaan
158.823
44.471
1.2.2
Drommedarislaan∎
373.355
93.339
1.2.3
Lage W.: Laaggel. Knoop∎
122.861
30.715
1.2.4
Lage Weide: beheer∎
63.529
15.882
1.2.5
Theemsdreef∎
108.301
32.490
1.2.6
Overkapel (fysieke deel)∎
304.254
91.404
1.2.7
Park Transwijk
6.804.820
2.358.000
1.2.8
ASW, Ruggengraat fase 1∎
501.490
107.905
1.2.9
Herstel Singelstructuur∎
344.935
145.884
1.2.10
Arno-Tiberdreef∎
192.696
77.611
1.2.11
Stemvork (Ondiep)∎
813.682
149.713
1.2.12
Herinrichting 2e Daalsedijk∎
2.423.454
592.754
1.2.13
Verbetering uitstraling ASW∎
128.194
57.687
1.2.14
Herinrichting Plantage
714.500
105.880
13.054.894
3.903.735
816.804
Totaal duurzame economische kwaliteit en bereikbaarheid Prioriteit 2: bevorderen bedrijvigheid 2.1
Versterken bedrijfsleven en ondernemerschap
2.1.1
Wijk in Bedrijf
2.722.681
2.1.2
Mentor Plus∎
151.563
60.807
2.1.3
Innovatie Westflank
1.149.400
316.440
2.1.4
CUBE (niet-fysieke deel)
798.440
264.721
2.1.5
Frontoffice Zorgondernemers
100.000
25.000 33
Totale Projectnaam
uitgaven
D2-bijdrage
2.1.6
Cultureel ondernemerschap▲
335.000
150.000
2.1.7
Utrechtse ondernemersacademie
100.000
40.000
5.357.084
1.673.772
Totaal versterken bedrijfsleven en ondernemerschap 2.2
Stedelijke uitstraling en netwerken
2.2.1
Parasite Leidsche Rijn Centrum∎
637.135
250.000
2.2.2
Centrum Innovatie en Veiligheid
571.200
250.000
2.2.3.
EU Lab, Community Arts▲
60.200
30.000
2.2.4
Communicatienetwerk bereikbaarheid▲
325.000
100.000
1.593.535
630.000
2.133.857
345.327
294.220
56.723
Totaal stedelijke uitstraling en netwerken 2.3
Verbeteren werking arbeidsmarkt
2.3.1
‘t Groene Sticht∎
2.3.2
Retourshop Gloriantdreef∎
2.3.3
Integrale Wijkaanpak
2.3.4
Do-it
2.3.6 2.3.5
510.119
239.927
2.772.507
1.386.253
Perspectief (ASW Ruggengraat)
625.538
256.470
Goedgekleurd Wijkgericht Werven
178.970
71.588
2.3.7
Utrecht Werkt∎
255.600
122.050
2.3.8
Makelaar Arbeidsmarkt
432.769
100.000
7.203.580
2.578.338
Totaal verbeteren werking arbeidsmarkt Prioriteit 3: sociaal economisch potentieel 3.1
Betrokkenheid, milieu en veiligheid
3.1.1
Wijkserviceploeg Noord West∎
115.607
45.468
3.1.2
Veilig ondernemen∎
107.546
35.849
3.1.3
Overkapel (projectleider)∎
3.1.4
52.213
28.106
Overkapel (niet-fysieke deel)∎
325.597
162.799
3.1.5
Parkmanagement De Wetering
240.000
120.000
3.1.6
Straatmanagement ASW
3.1.7
Park De Watertoren
3.1.8
Zandpad (HAP)
3.1.9
Koepelorganisatie en cameratoezicht
3.1.10 3.1.11
589.785
294.892
1.618.200
809.100
407.300
203.650
2.866.000
1.100.000
Overbrugging Overkapel
51.500
20.350
Bestuurlijke aanpak ASW
275.675
137.175
6.649.423
2.957.389
1.652.346
685.880
Totaal betrokkenheid, milieu en veiligheid 3.2
Sociaal-economische activering
3.2.1
Nieuw Welgelegen
3.2.2
Vorstelijk complex
6.838.000
800.000
3.2.3
Dagbesteding risicojongeren
1.549.736
600.000
Totaal sociaal-economische activering
10.040.082
2.085.880
34
4: Technische bijstand 4.1 Technische bijstand; beheer
962.992
489.041
4.2 Technische bijstand; overig
524.134
262.067
1.487.126
751.108
76.110.166
22.003.007
Totaal technische bijstand Totaal Bedragen zijn in euro’s.
35
36
1.2 Bereikbaarheid 1.2.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Bereikbaarheid garanderen en tegelijkertijd de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de stad waarborgen en de negatieve effecten van het verkeer zoveel mogelijk te beperken. Mobiliteit en bereikbaarheid zijn essentieel voor de economische vitaliteit van de stad en voor de aantrekkingskracht
van Utrecht als woon- en werkgemeente. Het programma Bereikbaarheid is in die zin dan ook randvoorwaardelijk voor de programma’s Wonen, Economische zaken en Stedelijke ontwikkeling. Andersom heeft het bereikbaarheidsprogramma te maken met randvoorwaarden en beperkingen vanuit andere beleidsvelden, zoals leefbaarheid, milieu en veiligheid. Vanuit deze benadering heeft het programma bereikbaarheid raakvlakken met de programma’s Milieu en Duurzaamheid en Openbare orde en (wijk)veiligheid. In dit programmaonderdeel staan beleid, verkeerssystemen en investeringen centraal. Waar het gaat om beheer en onderhoud wordt verwezen naar het programma Beheer openbare ruimte. Effectdoelstelling 1
De gemeentelijke visies en plannen zijn ingebed in en afgestemd met het regionaal en landelijk beleid. In de regionale netwerkanalyse en de MIT-Verkenning Ring Utrecht die in 2006 bestuurlijk zijn vastgesteld, zijn de visie en gewenste ontwikkelingen van de gemeente goed verwoord. Ook is een overeenkomst tussen Rijk en Regio gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over uitwerking van maatregelen en de financiering ervan. Onze bijdrage aan Samen Goed Geregeld heeft geleid tot de vaststelling van een Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de opzet van een digitaal goederenvervoerloket, www.vanAnaarCentrum.nl. Effectdoelstelling 2 Blijvende goede autobereikbaarheid voor de kerngebieden van de stad. De parkeerdruk is in 2006 in sommige wijken boven de 80% geweest. Middels het invoeren van betaald parkeren hebben wij deze parkeerdruk kunnen verlagen tot onder de 80%. De tevredenheid over parkeergelegenheid op straat in eigen buurt was 47% (Nieuw Utrechts Peil (NUP) 2006). De tevredenheid over parkeergarages in het centrum was 43% (NUP 2006). Effectdoelstelling 3 Aandeel van het Openbaar Vervoer in modal split blijft gelijk. Betrouwbare gegevens over de modal split zijn nog niet beschikbaar. De gemiddelde reissnelheid bedroeg op alle busroutes 21 km/uur. Op de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) route Uithof-CS was dat 20 km/uur. Effectdoelstelling 4 Aandeel van de fiets in modal split blijft gelijk. Betrouwbare gegevens over de modal split zijn nog niet beschikbaar. De tevredenheid over de stallingsvoorzieningen fiets in 2006 is gemeten in drie categorieën:
• Tevredenheid bewaakte stallingsvoorzieningen fiets centrum: 45% • Tevredenheid onbewaakte stallingsvoorzieningen fiets centrum: 16% • Tevredenheid stallingsvoorzieningen in woonwijken: 49% Verantwoording 2006
37
In de begroting werd uitgegaan van 62% overall. In feite zijn de gegevens niet met elkaar te vergelijken. De behoefte aan stallingsvoorzieningen in de wijken en in het centrum ligt aan de basis van de mate van tevredenheid. Dit verschilt per wijk en is afhankelijk van ruimtelijke, maar ook economische en sociale factoren. Effectdoelstelling 5 Het bestaande verkeerssysteem op het huidige kwaliteitsniveau handhaven. De tevredenheid over het Openbaar Vervoer (OV) in eigen buurt en over de verkeersveiligheid in eigen buurt is in 2006 nagenoeg gelijk gebleven. Gegevens over ongevallen zijn pas in mei 2007 beschikbaar. Relevante omgevingsfactoren Voor dit document is het van belang te weten dat de verkeersmonitor in mei 2007 verschijnt. Actuele gegevens over 2006 zijn niet altijd voorhanden. De Europese norm voor de luchtkwaliteit zorgt niet alleen voor langere planologische procedures maar ook voor meer rechtszaken, waardoor projecten vertragen.
1.2.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Aandeel gemeente in regionaal en landelijk beleid Prestatie doelstelling 1.1 De gemeentelijke visies en plannen zijn ingebed in en afgestemd met het regionaal en landelijk beleid. Door deelname aan diverse werkgroepen van de Netwerkanalyse/Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT)-Verkenning hebben we een grote inhoudelijke inbreng geleverd aan de totstandkoming van het product (IPnetwerkstudies). De Noordelijke Randweg Utrecht is opgenomen in de pakketstudie ring Utrecht. In het regionale samenwerkingsverband Samen Goed Geregeld hebben wij het onderdeel afstemming regelgeving getrokken samen met het BRU. Daarnaast hebben we bijgedragen aan de uitwerking van maatregelen in het kader van kwaliteitsnet, bewustwording, straatmanagement en het digitaal loket. Binnen de gemeentegrenzen zijn de knelpunten op het kwaliteitsnet geanalyseerd en is het kwaliteitsnet afgestemd op het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) We hebben deelgenomen aan landelijke werkgroepen die zich bezig houden met de voorbereiding van de invoering van ‘anders betalen voor mobiliteit’; daarbij is nauw samengewerkt en afgestemd in G4- en BRU-verband.
Autobereikbaarheid Prestatie doelstelling 2.1 Autoverkeer opvangen en/of reguleren. Voor de regie op de bereikbaarheid tijdens de verbouwing in Utrecht West is in 2006 een grote stap voorwaarts gedaan. Er komt een projectorganisatie die zal zich richten op afstemming van projectplanningen, het nemen van tijdelijke maatregelen zoals omleidingsroutes en Dynamisch Verkeersmanagement (DVM), bouwlogistiek en bevoorrading, mobiliteitsmanagement en de uitvoering van het plan van aanpak voor de communicatie. In december hebben vijftien grote werkgevers van de stad samen met de gemeente Utrecht en Rijkswaterstaat een intentieovereenkomst ondertekend waarin zij aangeven zich in te zetten voor mobiliteitsmanagement. Het Autoproject NOUW 1 is in uitvoering. Dat geldt (nog) niet voor de andere projecten. Voor deze projecten lopen nog procedures. Deze vragen meer tijd, onder meer vanwege de Europese norm voor luchtkwaliteit. De projecten Overste
38
Den Oudenlaan en 24 oktoberplein wachten daarnaast de resultaten af van het onderzoek naar de verlengde ondertunneling van het Westplein. Voor NOUW 2 is de planologische procedure nog niet afgerond. Bouw van de spooronderdoorgang is uitbesteed aan Prorail in het kader van de spoorverdubbelingen; Voor het transferium Lage Weide is het Definitief Ontwerp afgerond en loopt de planologische procedure. Op 1 januari 2007 is een tijdelijk P&R terrein Veemarkt geopend. Een tweede P&R terrein is gepland in Papendorp (2007). Voor transferium De Uithof werkt de gemeente samen met de universiteit (of: de universiteit), de Hogeschool Utrecht en het UMC. De samenwerkingsovereenkomst wordt vernieuwd nu de Hogeschool heeft besloten ook te participeren. De uitbreiding van het transferium Westraven met drie parkeerlagen heeft vertraging opgelopen vanwege het feit dat nader bouwkundig onderzoek nodig was. De uitbreiding zal nu in het voorjaar van 2007 afgerond zijn. Prestatie doelstelling 2.2 Realiseren financiële taakstelling Parkeerbedrijf. Op verzoek van bewoners hebben wij in diverse buurten draagvlakmetingen verricht naar de invoering van betaald parkeren. Op basis van deze draagvlakmetingen en parkeerdrukmetingen hebben wij betaald parkeren ingevoerd in (delen van) de wijken Tuindorp, Sterrenwijk, Schildersbuurt, Watervogelenbuurt, Dichterswijk, Rivierenwijk en Lombok (1812 parkeerplaatsen totaal). Daarnaast hebben wij in 2006 betaald parkeren uitgebreid naar alle koopzondagen tussen 12:00 en 18:00 uur in gebied 1. In 2006 is besloten af te zien van de realisatie van de parkeergarage aan het Lucas Bolwerk. In november heeft de raad, conform het collegeprogramma, ingestemd met de tariefsverhogingen per 1 januari 2007. Aan deze tariefstijging hebben wij in de tweede helft van 2006 uitgebreid aandacht besteed in een informatiecampagne. In samenhang met de verhoging van de tarieven op straat hebben wij eind 2006 in overleg met Connexxion de voorbereidingen getroffen om de tarieven voor een combikaart (één dag parkeren en met vijf personen met OV) in het transferium en op het P+R terrein Veemarkt per 1 januari 2007 te verlagen naar 3,50 euro.
Openbaar Vervoer Prestatie doelstelling 3.1 Realiseren van een hoogwaardig OV-netwerk. Wapenfeiten in 2006 voor het HOV zijn de afronding van inspraak en vaststelling van het IPvE en FO voor zowel de HOV Om de Zuid als voor het tracé Van Zijstweg-Overste den Oudenlaan-Koningin Wilheminalaan. Voor de HOV Om de Zuid wordt nu gekeken naar mogelijkheden om eerder dan oorspronkelijk de bedoeling was de vertramming te realiseren. De brug over de Leidsche Rijn (Kunstwerk 9) én de Hogeweidebrug zijn beide in uitvoering gegaan. De oplevering van de eerstgenoemde vindt dit jaar plaats. De Hogeweidebrug wordt in januari 2008 in gebruik genomen. De realisatie van de HOV De Uithof is in volle gang. Dit jaar wordt dit project afgerond. In 2006 is de tweede ronde van het verstrekken van strippenkaarten aan U-pashouders uitgevoerd. Uit de evaluatie blijkt dat het experiment heeft bijgedragen aan het beperken van het sociaal isolement van minder draagkrachtigen en aan een kleine reductie van het autogebruik. Ook heeft een deel van de doelgroep kunnen kennismaken met deze vorm van vervoer. Voor Randstadspoor is ook een aantal mijlpalen bereikt. De contracten voor de voorfinanciering (100 miljoen euro) zijn ondertekend. Daarnaast zijn de regio en NS contractueel overeengekomen dat de treinfrequenties van Randstadspoor
(RSS) op het traject Breukelen naar vier maal per uur worden gebracht. In 2007 wordt het RSS tracé Amsterdam-Utrecht in gebruik genomen, inclusief de nieuwe halte Zuilen. Voor een halte Lage Weide vond in 2006 een lobby plaats in samenwerking met de ondernemers op Lage Weide. In 2007 zal de gemeente samen met Industrie Platform Leidsche Rijn een planstudie hiervoor verrichten. 39
Fiets Prestatie doelstelling 4.1
Stimuleren van fietsgebruik als alternatief voor de auto voor de korte afstand. De inventarisatie van de bewegwijzering voor fietsers is afgerond. Verbetering van de bewegwijzering voor fietsers is (en wordt) in de lopende fietstrajecten opgepakt. In 2006 zijn acht fietsprojecten zover gevorderd dat ze dit jaar kunnen worden uitgevoerd. In 2006 is een fietsfolder uitgebracht met praktische informatie. Er is een digitale kaart ontwikkeld die de reistijden over hoofdfietsroutes in minuten aangeeft. Fietsvoorzieningen in de wijken In 2006 hebben wij zes fietstrommels geplaatst en twee buurtstallingen gerealiseerd (Abstederdijk en Dichtershof). Voorts hebben wij gewerkt aan de realisatie van nog drie buurtstallingen, die in het voorjaar van 2007 opgeleverd zullen worden. Tevens hebben wij in 2006 het onderhoud van alle buurtstallingen en trommels verbeterd. In 2006 hebben wij in totaal (inclusief Stationsgebied) ongeveer 3000 nieuw fietsklemmen laten plaatsen in diverse wijken (359.542 euro). Daarnaast hebben wij in totaal 430 klemmen bijgeplaatst in diverse buurten waar betaald parkeren is ingevoerd. Om de fietsparkeersituatie in het Stationsgebied te verbeteren hebben wij in 2006 ruim duizend fietsklemmen bijgeplaatst, waarbij ook gebruik gemaakt is van efficiëntere (dubbellaags) rekken. Tevens zijn wij aan de slag gegaan met het verbeteren van de communicatie en informatie omtrent het handhavingsbeleid door bijvoorbeeld het verduidelijken van verbodszones middels markeringen en kruisvakken en het verbeteren van de (telefonische) informatievoorziening. Na een motie van de gemeenteraad is de wijze van handhaving op hinderlijk gestalde fietsen aangepast naar een meer klantvriendelijk systeem, waarbij de fiets pas na 24 uur verwijderd wordt in plaats van na een half uur. In 2006 zijn in totaal 3.250 fietsen verwijderd omdat zij hinderlijk of gevaarlijk gestald stonden. Daarnaast zijn 942 fietsen verwijderd omdat zij langer dan 28 dagen gestald stonden.
Bestaand verkeerssysteem Prestatie doelstelling 5.1 Het bestaande verkeerssysteem op het huidige kwaliteitsniveau handhaven. In 2006 is gestart met functioneel onderhoud van de verkeersregelingen in de vorm van quick wins. Het accent ligt op het verlagen van de wachttijden voor het fietsverkeer. De in-bedrijfstijden zijn aangepast waardoor vele verkeerslichten ‘s avonds, ‘s nachts en in de weekends knipperen en dus niet onnodig het verkeer regelen. Bewegwijzering (tijdelijk en definitief) is vooral binnen de infraprojecten tot stand gekomen. Daarnaast is gestart met
het zoeken naar oplossingen om bij monumentale gebouwen in de stad kleinere, minder ‘opvallende’ bewegwijzering toe te passen. De Beleidsmonitor Verkeer 2005 is begin 2006 uitgebracht. De verkeersgegevens uit Viacontent (verkeersinformatie over wegvakken) worden in 2006 gebruikt bij het dagelijks aansturen van een aantal verkeersregelinstallaties. We ontwikkelen en beheren mede een nieuwe regionale versie van het Veiligheidsregio Utrecht (VRU) verkeersmodel, versie 2.0. De introductie ervan is voorzien medio 2008. In 2006 zijn 182 verkeersbesluiten genomen. We hebben geadviseerd op het gebied van verkeer ten behoeve van ontwikkelingen in de wijken (toetsen plannen aan huidige beleid). Ook hebben we deelgenomen aan het
wijkverkeersoverleg en ter plekke geadviseerd over het aanpakken van ‘kleine’ knelpunten in de wijken. Bovendien hebben we vele vragen en verzoeken van inwoners afgehandeld. Eind 2006 waren alle tien de wijkverkeersplannen na inspraak door het college vastgesteld. De maatregelen van wijkverkeersplannen Leidsche Rijn en Noordwest zijn in 2006 ook uitgevoerd. In 2006 zijn ook de drie black spots kruispunt Eendrachtlaan-Vliegend Hertlaan, kruispunt
40
Carnegiedreef-Gambiadreef, Amsterdamstraatweg: wegvak gemeentegrens-Theo Thijssenplein aangepakt. We werken aan de inrichting van 30 kilometer-gebieden conform de richtlijnen ‘Duurzaam Veilig’.
1.2.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
1.985
1.939
11.883
-9.944 -140
Verschil
Lasten Gemeentelijke visies en plannen Autoverkeer opvangen/reguleren
2.217
814
954
15.913
16.827
16.238
588
1.008
6.320
15.829
-9.509
21.123
25.900
44.905
-19.005
Gemeentelijke visies en plannen
0
94
7.598
7.504
Autoverkeer opvangen/reguleren
0
0
152
152
24.413
17.871
18.362
491
0
0
12.552
12.552
Totaal baten
24.413
17.965
38.664
20.699
Saldo lasten en baten
-3.289
7.935
6.241
1.694
Toevoegingen
6.916
1.844
1.844
0
Onttrekkingen
0
884
884
0
3.626
8.894
7.201
1.693
Taakstelling Parkeernota/Parkeerbedrijf Overige kosten bereikbaarheid Totaal lasten Baten
Taakstelling Parkeernota/Parkeerbedrijf Overige kosten bereikbaarheid
Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Gemeentelijke visies en plannen
De stijging van lasten en baten wordt voornamelijk veroorzaakt door het (in lijn met het BBV) verantwoorden van de lopende investeringenprojecten Auto. Een saldo van ruim 2 miljoen euro moet nog verrekend worden met de reserve investeringen. Over de inhoudelijke voortgang van de projecten wordt u bij de bestuursrapportage geïnformeerd. Verder wordt de stijging van de lasten ondermeer verklaard door de kosten van het organiseren van een autovrije dag (0,036 miljoen euro), het fietsvriendelijker maken van verkeersregelingen (0,031 miljoen euro), de extra inzet voor luchtkwaliteit, bouwplannen en de artikel 19 procedures (0,027 miljoen euro) en het experiment voor U-pashouders (0,140 miljoen euro). Wij stellen voor dit laatste bedrag te dekken door een onttrekking uit de in 2005 ingestelde reserve voor tariefexperimenten. Autoverkeer opvangen/reguleren In het kader van de Stedelijke Gebiedsontwikkeling is een niet begrote bijdrage ontvangen van het Rijk. Hiervoor zijn in 2006 ook projecten uitgevoerd, waardoor de lasten hoger zijn dan begroot. Taakstelling Parkeerbedrijf Door vermindering van de uitgaven voor handhaving en invordering zijn de lasten 0,589 miljoen euro lager dan begroot. De baten zijn 0,491 miljoen euro hoger dan begroot door een hogere opbrengst kortparkeren en de niet 41
begrote verkoop van een aantal parkeerplaatsen. Wij stellen voor het totale voordeel parkeren van 1,08 miljoen euro te storten in de bestemmingsreserve Uitvoering Parkeernota. Bij de instelling van deze reserve heeft u besloten om de hogere inkomsten die samenhangen met de maatregelen uit de Parkeernota in te zetten voor investeringen bereikbaarheid.
In de bestuursrapportage 2006 hebben wij u gemeld dat de nog ongedekte voorbereidingskosten van de parkeergarage Lucasbolwerk zouden worden gedekt uit het hiervoor bij de programmabegroting 2007 bestemde budget van 2,35 miljoen euro. De werkelijke kosten voor de afwikkeling parkeergarage Lucasbolwerk bedragen 1,89 miljoen euro en zijn in lijn met de BBV verantwoord als lasten 2006. Deze kosten zijn lager uitgevallen door een andere berekening van de toegerekende rentelasten en het tijdig intrekken van de bouwvergunningsaanvraag. Wanneer de compensatie hiervoor niet pas in begroting 2007, maar in 2006 beschikbaar was gesteld, had dit geleid tot een hoger jaarresultaat 2006. Bij de bestuursrapportage 2007 (en zo mogelijk bij de Voorjaarsnota 2007) zullen wij een nieuw
voorstel doen voor de bestemming van het incidentele budget van 2,35 miljoen euro.
Het fietsparkeren heeft in 2006 veel aandacht gekregen. Ten opzichte van de actuele begroting zijn we binnen de financiële kaders gebleven, omdat wij extra middelen hebben kunnen inzetten door middel van de daarvoor opgebouwde onderhoudsreserve voor fietsvoorzieningen en de zogenoemde UNA gelden. Overige kosten bereikbaarheid De forse stijging van lasten en baten wordt voornamelijk veroorzaakt door het (in lijn met de BBV) verantwoorden van
de lopende investeringenprojecten HOV (circa 11 miljoen euro). Verder is er een tegenvaller aan de batenkant van 2,6 miljoen euro in verband met nog niet ontvangen inkomsten Randstadspoor/HOV. Dit zal worden gecorrigeerd bij de bestuursrapportage 2007. In het kader van de decentralisatie van investeringsprojecten zijn budgetten verstrekt voor het Realiseren van het Hoofdfietsnetwerk, Wijkverkeersplannen, Black Spots en projecten in het kader van Duurzaam Veilig. De uitvoering van de projecten heeft een meerjarig karakter. De uitgaven 2006 zijn verantwoord. Het restantbudget van 4,6 miljoen euro zal worden toegevoegd aan de exploitatie van 2007 om de verdere uitvoering van deze projecten te waarborgen. Over de inhoudelijke voortgang van de projecten wordt u jaarlijks bij de bestuursrapportage geïnformeerd. Verder is er
voordeel van 1 miljoen euro door lagere rentekosten en door lagere exploitatielasten ICT in verband met de overname ABU Resultaat programma
1.693
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• • Reserve wijkverkeersplannen Reserve hoofdfietsnetwerk
-4.611 -1.985 -2.626
Bedrijfsreserve Dienst Stadsontwikkeling
-959
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• Reserve tariefexperimenten • Reserve Randstadspoor • Reserve uitvoering parkeernota • Reserve investeringen Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
42
3.877 140 1.500 22 2.215 0
1.3 Wonen en monumenten 1.3.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Het ontwikkelen en behouden van de kwaliteit van het wonen in Utrecht, bewaken van passend gebruik van terreinen en gebouwen en het benutten van de cultuurhistorische waarden. Beoogd maatschappelijk effect is dat Utrecht voor alle inwoners een prettige stad is om te wonen (en werken), met een hoge belevingswaarde die ook voor de bezoekers van de stad interessant is. Effectdoelstelling 1 Aanbod en kwaliteit van woningen: vergroten van het aanbod en kwaliteit van woningen voor alle groepen woningzoekenden. Ook in 2006 legden wij het accent op (het faciliteren van) de uitvoering en het maken van afspraken met partijen, gebaseerd op bestaand beleid en het nieuwe collegeprogramma. Dit onder het motto ‘tempo, maatwerk en draagvlak’. In 2006 is het tempo van de woningbouwproductie verder opgevoerd. Er zijn meer woningen opgeleverd dan in 2005.
Naast de productie in Leidsche Rijn is in bijna alle wijken in de bestaande stad gebouwd. Ook rond
studentenhuisvesting is veel opgeleverd. Voorts is huisvesting voor twee woongroepen voor ouderen gerealiseerd in Leidsche Rijn. Het aandeel sociale woningbouw in de productie in 2006 lag (inclusief zelfstandige studentenhuisvesting) op 37%. Uw raad heeft verzocht een indicator aan deze effectdoelstelling toe te voegen: wachttijd op een sociale huurwoning. In 2006 is het regionale aanbodsysteem echter veranderd (het criterium ‘woonduur’ is afgeschaft), waardoor vergelijking tussen 2007 en 2006 straks niet goed mogelijk is. De gemiddelde wachttijd over de laatste twee kwartalen van 2006 was 6,5 jaar. Effectdoelstelling 2 Voldoende kwaliteit, veiligheid en passend gebruik van gebouwen. Met een goed bouw- en woningtoezicht zorgen wij voor een rechtszekere uitvoering en handhaving van wet- en (bouw)regelgeving, zowel in de beheerfase als bij bouw-, sloop- en gebruiksinitiatieven. In 2006 hebben wij in de bestaande voorraad 31 van de 600 slechte panden die in de kwaliteitsmonitor van Bouwbeheer staan vermeld, aangepakt. Daarnaast zijn tegen de 800 matige panden aangepakt. Dat is 10% van de
matige panden in Utrecht. Vooral in de binnenstad en in de wijken Noordwest en West hebben wij het aantal slechte en matige panden in de bestaande woningvoorraad doen verminderen. In alle gevallen betreft het particulier bezit. Aan de kwaliteit van nieuwe gebouwen hechten wij grote waarde. Om dat te waarborgen worden de plannen getoetst en wordt de uitvoering gecontroleerd volgens een afgesproken protocol. Ten aanzien van de rechtszekerheid voor burgers en bedrijven hebben we onze doelstelling gehaald en zijn we er in geslaagd om het aantal gegronde bezwaren te verminderen. Daarnaast hebben wij de publieksdienstverlening verbeterd met als resultaat een stijgende lijn in de klanttevredenheid. Voor de publieksbalie hebben we het cijfer van 8,2 kunnen handhaven. Voor de afhandeling van bouwvergunningen is het cijfer voor de klanttevredenheid gestegen van een 6,4 naar 6,9. In het afgelopen jaar hebben wij de illegale bouw in Leidsche Rijn, illegale oeverbebouwing bij woonschepen, illegaal aangebrachte airco’s in de binnenstad en de fysieke veiligheid van bedrijventerreinen actief aangepakt. 43
De aanpak van illegale bewoning heeft hoge prioriteit. Door intensivering van de handhaving zijn we erin geslaagd om 575 zaken af te handelen. Dat is 50% meer dan in 2005. Effectdoelstelling 3
Behoud en gebruik van monumenten en cultuurhistorische waarden. Wij hebben de uitvoering van het Monumentenbeleidsplan voortgezet. Voor instandhouding van gemeentelijke monumenten zijn de eerste financieringen uit het URF (Utrechts Restauratiefonds) verstrekt, de omslag van subsidies naar financieringen is geëffectueerd. Voor rijksmonumenten is het BRIM ingevoerd, vooral gericht op onderhoud. De restauratieregeling BRRM is beëindigd. De voor 2006 nog beschikbare BRRM-middelen hebben wij ingezet op af te ronden (deel) projecten. De wijziging van de Monumentenwet is in december 2006 afgerond. Daarmee is voor archeologie het Verdrag van Malta (verstoorder betaalt-principe) ingevoerd. Wij hebben een aantal thematische inventarisaties van monumentale objecten gestart of afgerond, waaronder de inventarisatie van de naoorlogse architectuur en stedenbouw. Publieksbereik hebben wij ingevuld door de ondersteuning van projecten en publicaties en inhoudelijke bijdragen aan tentoonstellingen. Relevante omgevingsfactoren Vanaf april 2007 treedt een belangrijke wijziging van de Woningwet in werking. In het wetsvoorstel gaat het ook om de aanscherping van de gemeentelijke handhavingstaak met onder meer de introductie van een beleids- en
verslagleggingsplicht. Het handhavingsprogramma (de Bouwbeheergids) dat wij sinds 2005 vaststellen, voldoet daaraan. Een ingrijpende ontwikkeling is de wettelijk geregelde coördinatie van diverse vergunningen in het omgevingsrecht, de WABO. Wij hebben een plan van aanpak gemaakt voor de invoering van het omgevingsrecht. Hiermee is een goede basis gelegd voor de inwerkingtreding van de WABO. De ontwikkelingen in ICT blijven doorgaan. Dat biedt mogelijkheden voor bijvoorbeeld integrale handhaving door koppeling van bestanden. Ook zal publieksdienstverlening via internet gaan toenemen. Dat is te merken aan de
toename van vragen die via email worden gesteld.
Met de wijziging van de Monumentenwet is marktwerking bij archeologisch onderzoek een feit. Wij hebben ons ingespannen een centrale rol te kunnen blijven vervullen bij uitvoering van onderzoeken om registratie en interpretatie van onderzoeksgegevens te waarborgen. Met de invoering van het BRIM richt het Rijk zich op instandhouding door onderhoud.
1.3.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Aanbod en kwaliteit van woningen Prestatie doelstelling 1.1 Productie in stad en wijk Faciliteren van de productie in stad en wijk. In het programma Utrecht Vernieuwt is in 2006 gewerkt met een nieuwe organisatie. Mede op basis van een evaluatie van het stedelijk protocol DUO is inzet gepleegd op draagvlakverwerving bij projecten en krijgen bewoners betere kansen bij herhuisvesting. Het budget voor ondersteuning van bewonersorganisaties is volledig benut. Met het in
november gesloten convenant ‘Kracht voor Overvecht’ willen gemeente, woningcorporaties en rijk een impuls geven aan de vernieuwing van Overvecht. Voor een deel van de wijk is gestart met het opstellen van integrale gebiedsplannen. Rond de As Kanaleneiland is een samenwerkingsovereenkomst tussen de ontwikkelende partijen 44
getekend en zijn extra middelen voor de herontwikkeling beschikbaar gekomen. Verder hebben wij nieuwe prestatieafspraken met de corporaties voorbereid. Over de voortgang van het woningbouwprogramma hebben wij gerapporteerd met een actualisatie van het Actieprogramma Wonen. De notitie ‘Bouwen aan Wonen’ en het ‘Actieprogramma voor Utrechtse koopstarters’ zijn vastgesteld in de begrotingsraad 2007. De taakstellingen (per eind 2009) zijn ambitieus en kennen weinig marges. Vooral de voortgang van enkele grote Utrecht Vernieuwt-projecten is daarbij kritisch. De moeilijke positie van starters krijgt steeds meer aandacht, ook het aantal initiatieven van ontwikkelaars groeit. Dat geldt (nog) niet voor projecten in zogenoemde tussenvormen tussen huur en koop. Er zijn in 2006 in het kader van de succesvolle startersregeling 86 leningen toegekend. In de uitvoeringsafspraken rond het Regionaal Structuurplan zijn regionale prestatieafspraken (over de productie van sociale woningen) opgenomen en voorzien van een financiële stimulans. De regionale huisvestingsverordening is aangepast. Het criterium woonduur is afgeschaft.
Rond woonruimteverdeling hebben wij de pilot Overvecht geëvalueerd. Wij hebben een nieuw contract met Woningnet gesloten. Voortvloeiend uit het convenant dat in 2005 met de particuliere verhuurders is gesloten hebben wij een werkconferentie georganiseerd, is het hennepconvenant getekend en is het zogenoemde jongerenloket geopend. De Woonadviescommissie wordt omgevormd tot een onafhankelijke stichting ‘Woonster’ die projecten voorziet van een kwaliteitslabel, bezien vanuit de woonconsument. Prestatie doelstelling 1.2 Huisvesting bijzondere doelgroepen Verbeteren van de huisvesting van bijzondere doelgroepen.
In het kader van de verdere ontwikkeling van woonservicezones in Utrecht is een voorbeeldontwerp van de levensloopbestendige wijk Ondiep gemaakt en is een digitale kaart van de woonservicezones in Utrecht gemaakt. Verschillende overeenkomsten rond Levenslustig Ondiep zijn getekend. Gerealiseerd zijn de herinrichting van het Plantageplein en dagopvang in de Plantage. De bouw van levensloopgeschikte woningen aan de Ahornstraat is gestart evenals kleinschalig wonen voor mensen met een verstandelijke handicap aan de Heringastraat. Voor het gebied ‘rondom Rubens’ hebben wij een discussienota opgesteld met verschillende richtingen voor
herontwikkeling; het inrichten van een woonservicezone neemt daarin een prominente plaats in. Het inzicht in de opgave in stad en wijk voor ouderenhuisvesting is opgenomen in de nieuwe monitor wonen, welzijn en zorg. Bij de herontwikkeling van het WA-Huis/Altrecht zetten wij in op een groter aanbod van ouderenwoningen. Daarnaast hebben wij mogelijke locatie(s) voor ouderenhuisvesting in de Binnenstad in onderzoek. In Noordoost is bij het project Majellamavo via de erfpachtregeling met de ontwikkelaar afgesproken om met voorrang aan 55-plussers te verkopen. Ook bij het project van Lieflandlaan zetten wij in op ouderenhuisvesting. Het experiment ‘van groot naar beter’ is succesvol en is omgezet naar regulier beleid. Tot slot zijn wij gestart met het opstellen van gebiedsprogramma’s in vier (sub)wijken, namelijk Overvecht-Noord, West, Kanaleneiland/Transwijk en Zuid/Lunetten. In de nieuwe prestatieafspraken met de corporaties zijn taakstellingen rond huisvesting van lichamelijk en verstandelijk gehandicapten alsmede rond woonoverlast opgenomen. Het stedelijk programma projecten woonoverlast loopt goed. Het 8e overlastnetwerk is geformeerd in Leidse Rijn. Met Het Vierde Huis hebben wij afspraken gemaakt over het Laatste Kans Beleid.
45
Kwaliteit, veiligheid en passend gebruik Prestatie doelstelling 2.1
Het voeren van een goed bouw- en woningtoezicht. Optimaliseren bouw- en woningtoezicht Wet- en regelgeving hebben we nauwlettend gevolgd en waar nodig geïmplementeerd in de organisatie. De kwaliteit van de producten is verder verbeterd. De doorlooptijden zijn teruggebracht, de uitvoeringscontrole gewaarborgd volgens landelijk protocol en de efficiëntie is verhoogd. De publieksdienstverlening is verbeterd. De informatie over bouwregelgeving en over het verbeteren van de kwaliteit van gebouwen op de website is aangepast aan de gebruikerswensen van deze tijd. In 2006 is de totale procesgang van aanvraag tot en met vergunningverlening voor de toestemming voor inneming van openbare grond gedigitaliseerd. De ervaringen worden ingezet om gemeentebreed het digitaliseren van processen in de organisatie in te voeren. Vergunningen en bouwregelgeving In 2006 zijn er aanzienlijk meer aanvragen binnengekomen en vergunningen verleend dan begroot. Daarom is voor de bouwvergunning noodgedwongen een deel van de aanvragen op een lagere niveau getoetst. Minder risicovolle onderdelen zijn alleen getoetst als de plannen daar zichtbaar aanleiding toe geven. Risicovolle onderdelen zijn in ieder geval getoetst. Vanaf 1 januari 2006 zijn alle nieuwe werken die in uitvoering zijn gegaan getoetst volgens het vastgestelde toezichtsprotocol. Het aantal vrijstellingen bestemmingsplannen was hoger dan begroot. Dit hangt samen met de toename van het aantal bouwplannen dat eind 2005 en gedurende 2006 ter visie zijn gelegd. Ook het aantal aanvragen voor woonruimteonttrekking is gestegen. Handhaving Het Handhavingsprogramma 2006 is gerealiseerd. In grote lijnen zijn de gestelde doelen gehaald en de projecten
uitgevoerd. In 2006 zijn in het reguliere handhavingstraject meer zaken afgedaan dan begroot. Daarnaast is veel inzet gepleegd op handhaven. Mede door goede communicatie is het inzetten van zware middelen als het opleggen van dwangsommen en het aanzeggen van bestuursdwang minder noodzakelijk. Onze inzet ter voorkoming van onrechtmatige bewoning (aanpak illegale bewoning) is vergroot. In totaal zijn 331 huisbezoeken afgelegd. Slechts bij acht adressen hebben bewoners het op een daadwerkelijke ontruiming laten aankomen.
Monumenten en cultuurhistorische waarden Prestatie doelstelling 3.1 Monumenten A: Behoud, herstel en gebruik van monumenten. Wij hebben particuliere eigenaren begeleid bij restauratie en instandhouding van monumenten en ondersteund met adviezen en financieringen. Voor gemeentelijke monumenten zijn vier financieringen verstrekt uit het Utrechts Restauratiefonds. De laatste BRRM-middelen zijn ingezet voor tien (deel)projecten, waaronder afronding van twee kerkgebouwen in Vleuten en De Meern, een aantal woonhuizen en het bijzondere Friedrich Meyerorgel van de St. Jozefkerk aan de Draaiweg. Uit de 40 miljoen euro ‘incidentele middelen 2005’ van het Rijk is 10,2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de volgende fase van Kasteel De Haar. De instandhouding van 23 kerkgebouwen hebben wij ondersteund met
46
subsidies voor meerjaren onderhoudsplannen. Wij hebben ons in het bijzonder ingespannen voor de laatste fase van de restauratie van de St. Willibrorduskerk aan de Minrebroederstraat. De kwaliteit van restauratie en verbouw van objecten hebben wij bewaakt middels toetsing van 179 aanvragen
monumentenvergunning aan de vastgestelde cultuurhistorische waarden. In slechts drie gevallen is een vergunning geweigerd of is de aanvraag ingetrokken. Vanuit het streven naar behoud van cultuurhistorische kwaliteit hebben wij het voormalig kantoorgebouw van de UNA aan de Keulsekade uit 1951 aangewezen als gemeentelijk monument. Daarbij kon de oorspronkelijke functie worden gehandhaafd. Wij streven bij de stedelijke vernieuwing ook naar behoud van bijzondere naoorlogse woningbouwensembles. Dit vraagt echter een andere dan de traditionele aanpak. Wij hebben ons daarbij in het bijzonder ingezet voor een passende inrichting van de openbare ruimte.
Wij stelden het gemeentelijk restauratieprogramma vast. De restauraties van het koetshuis Den Engh en een aantal graven op de 1e Algemene begraafplaats Soestbergen zijn afgerond; de restauratie van een kassencomplex in Leidsche Rijn is gestart. Inhoudelijke en financiële bijdragen zijn geleverd aan het herstel van een bijgebouw van boerderij De Balije, Fort De Klop en de Griftbrug, als ook de ontwikkeling van het project ‘Vorstelijk complex’ in de Beatrix- en Christinaschool in Zuilen. Daarnaast zijn diverse kleine projecten ondersteund als geveltekens en het herstel van monumentale stoepen. Voor de voortgang van Wonen boven winkels hebben wij een belangrijke stap gezet voor de oprichting van een nv Wonen boven winkels. Deze met de nv Stadsherstel en de woningcorporatie BOEX op te richten organisatie zal zich vooral inzetten voor meer complexe projecten en de lange termijn aanpak. Daarnaast houden individuele projecten de aandacht. B: Cultuurhistorische kennis vergaren, uitdragen en inbrengen in plannen. Wij hebben inclusief Leidsche Rijn zeventien archeologische (voor)onderzoeken gedaan alsmede twee onderzoeken Ledig erf en Oosterkade. Wij hebben enkele archeologisch waardevolle locaties beschermd middels planologische
bepalingen in bestemmingsplannen; delen van de Romeinse weg in Leidsche Rijn en de kasteelplaatsen Bottenstein en Hinderstein in Vleuten. Wij hebben een inventarisatie van de naoorlogse bouwkunst en stedenbouw uitgevoerd en daarmee meer inzicht gekregen in de kwaliteiten van wijken als Hoograven, Kanaleneiland en Overvecht. De medeorganisatie van de KEI-dag 2006, een landelijke studiedag in Utrecht over naoorlogse architectuur en stedenbouw, sloot hier perfect op aan. De (her)inventarisatie en selectie van te beschermen kerkgebouwen is afgerond en wij hebben een deelinventarisatie uitgevoerd van industrieel erfgoed in het Vaartse Rijngebied. Ook zijn wij gestart met de inventarisatie van naoorlogse schoolgebouwen. Cultuurhistorische waarden zijn betrokken bij herontwikkeling van bijzondere gebouwen en locaties, bijvoorbeeld bij het Cereolcomplex aan het Merwedekanaal en de Vaartse Rijnzone. Wij hebben met het Centraal Museum een permanente tentoonstelling ingericht over het Utrechts Romeinse verleden. Op de Hoge Woerd in Leidsche Rijn hebben wij bijgedragen aan het project Parasites, twee objecten met mogelijkheden voor tentoonstellingen en educatieve activiteiten. Bovendien is een permanente presentatie van Romeinse elementen op de Hoge Woerd gerealiseerd, waaronder de contouren van een badhuis. Particuliere initiatieven en organisaties
hebben wij inhoudelijk en financieel ondersteund, bijvoorbeeld de organisatie van Kerken Kijken en de Open
Monumentendag. Beide evenementen dragen bij aan de promotie van de cultuurhistorische waarden van onze gemeente en hebben meer bezoekers getrokken dan in voorgaande jaren.
47
1.3.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
Productie in stad en wijk
3.605
7.062
7.641
-579
Huisvesting bijzonder doelgroepen
1.431
1.010
1.032
-22
14.888
19.733
19.114
619
3.670
5.022
4.501
521
23.594
32.827
32.289
538
213
3.719
5.623
1.904
Lasten
Bouw- en woningtoezicht Monumentale en cultuurhistorische waarden Totaal lasten
Verschil
Baten Productie in stad en wijk Huisvesting bijzonder doelgroepen Bouw- en woningtoezicht Monumentale en cultuurhistorische waarden Totaal baten Saldo lasten en baten
0
0
86
86
13.120
19.052
24.504
5.452
427
1.305
923
-382
13.759
24.076
31.136
7.060
9.835
8.751
1.153
7.598
Mutaties reserves Toevoegingen
402
4.500
4.500
0
Onttrekkingen
0
1.660
1.660
0
10.237
11.591
3.992
7.599
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Productie in stad en wijk
Het verschil tussen de actuele begroting en realisatie wordt ondermeer veroorzaakt door de van het Rijk ontvangen afkoopsom voor de regeling ‘Subsidie Particuliere Huurwoningen 1985’ ter hoogte van 1,039 miljoen euro. De afhandeling van deze regeling wordt via het Woonfonds geregeld. Van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is verder 0,122 miljoen euro aan rentebaten ontvangen. Er resteert daarna op de baten nog een voordeel van 0,165 miljoen euro door een meevaller bij de eindafrekening van de vangnetregeling. Bij de baten en lasten valt verder door correcties reserves en onderhanden werk 0,579 miljoen euro tegen elkaar weg. Huisvesting bijzondere doelgroepen Het verschil op de baten van 0,86 miljoen euro wordt veroorzaakt, doordat een deel van de lasten is verrekend met het Woonfonds. Bouw- en woningtoezicht
Op het product vergunningen is een voordelig resultaat van 4,1 miljoen euro gerealiseerd (lasten 0,6 miljoen euro voordelig, baten 3,5 miljoen euro voordelig). Het voordelige resultaat op de lasten van 0,6 miljoen euro wordt met name veroorzaakt, doordat vanwege krapte op de arbeidsmarkt er een tekort was aan voldoende gekwalificeerde bouwinspecteurs. Het voordelig resultaat op de baten van 3,5 miljoen euro is met name toe te schrijven aan de opbrengsten van bouwleges. De grote aantallen bouwaanvragen en name de toename van grote bouwplannen leiden voor 2006 tot een substantieel positief saldo. Daarnaast is op de doelstelling ‘bouw en woningtoezicht’ een voordeel van 1,8 miljoen euro op de baten ontstaan door overheveling van het investeringsbudget voor niet-berioolde panden.
48
Monumenten De afwijking tussen realisatie en de actuele begroting wordt vooral bepaald door 0,3 miljoen euro minder uitgaven voor archeologisch onderzoek. De aan de projecten Hamburgerstraat (Rechtbankcomplex), Vredenburg (POS) en Hotel
Karel V gekoppelde onderzoeken worden uitgevoerd in 2007. De uitgaven voor het gemeentelijk restauratieprogramma en archeologische monumentenzorg zijn eveneens lager uitgevallen vanwege het doorschuiven van enkele projecten (0,135 miljoen euro). Het doorschuiven van een aantal opgravingen leidt ook tot minder inkomsten uit de bijdragen van de ontwikkelaars (circa 0,1 miljoen euro). Tevens is de besluitvorming bij het rijk over de Wet op Archeologische Monumentenzorg vertraagd, waardoor de te ontvangen bestuurskostenvergoeding voor de implementatie van de wet (0,12 miljoen euro) is doorgeschoven van 2006 naar 2007. Resultaat programma
7.599
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• • Stimuleringsfonds VH • Niet berioolde panden (IP) • Archeologische monumentenzorg/restauratieprogramma • Woonruimte onttrekkingsfonds • Ondersteuning handhaving Woonfonds (afkoop regeling PHW 1985)
Correctie corresponderende post Gemeentefonds (Monumenten) Bedrijfsreserve Dienst Stadsontwikkeling
-3.447 -1.039 -122 -1.767 -135 -85 -299 -30 -1.106
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve: archeologisch onderzoek Leidsche Rijn Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
70 3.086
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
49
1.4 Stedelijke ontwikkeling 1.4.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Om Utrecht aantrekkelijk te maken en te houden is evenwicht en samenhang nodig tussen leefbaarheid, economische groei en de toenemende behoefte aan woonruimte en bereikbaarheid. Onze samenleving verandert. Individualisering, multiculturaliteit en globalisering vormen het toekomstige woondecor.
Bestaande en nieuwe woonwijken zullen conform dit veranderende beeld worden vorm gegeven. Daarnaast ontstaat er een groeiende behoefte aan ruimte. Hierin kan alleen worden voorzien door de bestaande ruimte intensiever te benutten. Effectdoelstelling 1 Kwaliteit woonwijken: de kwaliteit van de bebouwing en openbare ruimte in de wijken van Utrecht is verbeterd. Woonwijken moeten leefbaar en veilig zijn om huidige bewoners te binden en nieuwe bewoners aan te trekken. De indicator voor de aantrekkelijkheid van de herstructureringswijken is het buurtoordeel over de leefbaarheid en
veiligheid uit de leefbaarheidenquête van bestuursinformatie. Het gemiddelde rapportcijfer voor de GSB-wijken is in 2006 gedaald van een 6,4 (2004) naar een 5,6 (2006). Voor de stad als geheel is ook sprake van een daling van het gemiddelde rapportcijfer, namelijk van een 7,4 naar een 6,8. De daling voor de GSB-wijken is in relatieve zin echter groter. Binnen de GSB-wijken is sprake van grote verschillen. De daling van het cijfer voor Zuilen en Hoograven is beperkter dan de stedelijke daling (respectievelijk 0,4 en 0,5 punten), de daling van het cijfer voor Overvecht, Kanaleneiland en Ondiep is een stuk groter (respectievelijk 1,0; 1,3 en 1,1 punt). De effectdoelstelling is in 2006 zodoende niet gerealiseerd, maar de inspanningen zullen gericht blijven op het bereiken ervan. Effectdoelstelling 2 Samenhangende ruimtelijke structuur: creëren van ‘nieuwe’ ruimte voor wonen, werken, voorzieningen en recreatie. Met inachtneming van de ruimtelijke structuur en kwaliteiten van de stad. Waar nodig en mogelijk is deze structuur verbeterd. Er is een groeiende behoefte aan ruimte voor wonen, werken, voorzieningen en recreatie. Met deze ruimteclaims moeten we evenwichtig omgaan, zodat we de structuur - en daarmee de identiteit - van de stad bewaken en waar mogelijk verbeteren. De eerste indicator voor een samenhangende ruimtelijke structuur is de plaats die Utrecht inneemt op de landelijke woonaantrekkelijkheidsindex voor Nederlandse gemeenten. Utrecht heeft in 2006 haar positie op de tweede plaats geconsolideerd. De effectdoelstelling is op basis van deze indicator bereikt. De tweede invalshoek voor het meten van een samenhangende ruimtelijke structuur betreffen de prestatiedoelstellingen zoals met het Rijk overeengekomen in het kader van stedelijke vernieuwing. In de bijlage over SISA is de voortgang van de productie in het kader van stedelijke vernieuwing weergegeven. Het programma stedelijke vernieuwing is in 2006 op gang gekomen. Het betreft hier projecten die een langdurig traject kennen van aanvang tot daadwerkelijke realisering. Hierdoor lijken de resultaten op de prestatievelden achter te lopen. De verwachting is echter dat voor 2010 voldaan zal zijn aan het realiseren van alle prestaties.
51
Effectdoelstelling 3 Sterke centrumfunctie: in samenwerking met buurgemeenten, andere overheden en marktpartijen is het stedelijk karakter en de centrumfunctie van Utrecht beter benut en versterkt. Het afgelopen jaar hebben wij via het organiseren van (en participeren in) strategische overleggen, het onderhouden van een (intern en extern) contactennetwerk, en het uitwisselen van informatie vormgegeven aan de versterking van de centrumfunctie van Utrecht in de regio. Dit alles ook om te trachten het Utrechtse aandeel in de beschikbare financiële middelen van andere overheden, alsmede draagvlak voor gewenste ontwikkelingen, te maximaliseren. Na vaststelling van het Regionaal Structuurplan 2005-2015 in december 2005 zijn de onderhandelingen over de bijbehorende Uitvoeringsafspraken van start gegaan. Deze zijn in december 2006 verspreid naar de afzonderlijke raden ter goedkeuring. De Uitvoeringsafspraken zijn een onderhandelingsresultaat waar de gemeente Utrecht
voldoende van haar wensen in terug vindt, waarvan regionale afstemming over kantorenmetrage en verdeling van woningbouw(subsidie) en groensubsidie de hoofdmoot vormen. Op 8 februari 2007 zal de Utrechtse gemeenteraad de Uitvoeringsafspraken behandelen. In 2006 is de Ontwikkelingsvisie nv Utrecht 2015-2030 aangepast, mede naar aanleiding van de bespreking in uw raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling in december 2005. Op het gebied van infrastructuur in de nv Utrecht heeft de MIT-Verkenning en geïntegreerde Regionale Netwerkanalyse als basis gediend voor een bestuursovereenkomst tussen rijk en regio. De partijen hebben vastgelegd zich in te spannen voor de benodigde financiële middelen om de
bereikbaarheid van de regio ook op lange termijn te garanderen. Hiervoor worden medio 2007 twee integrale gebiedsgerichte studies gestart, één voor het gebied rond Utrecht en één voor het gebied rond Amersfoort Relevante omgevingsfactoren
Het aantrekken van de Nederlandse economie leidt ook in Utrecht tot een vergrote investeringsbereidheid door marktpartijen. In 2006 zijn meer complexe bouwinitiatieven gemeld bij de gemeente dan de jaren ervoor. De vergrote investeringsbereidheid van de marktpartijen draagt positief bij aan de vernieuwing van de stad.
1.4.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Kwaliteit woonwijken Prestatie doelstelling 1.1 Faciliteren van bouwplannen en -projecten van derden door middel van advies, begeleiding, toetsing en ontwikkeling van kaders. Wij ontwikkelden de kaders waarbinnen corporaties en marktpartijen de vernieuwing in de wijken tot stand brengen. Wij legden de uitgangspunten voor de uitvoering van ruimtelijke plannen vast, zorgden hierbij voor afstemming met bijvoorbeeld stedelijke ontwikkelingen en bewaakten de samenhang. Daarnaast voerden wij onderhandelingen en overleg met betrokken partijen en burgers. Specifieke prestaties die wij in dit kader hebben geleverd zijn onder andere: Er is gestart met de voorbereiding van een discussienotitie voor de Binnenstad. Ook hebben we de Universiteit
• Utrecht begeleid bij hun concentratieplannen in de binnenstad. • De nota van uitgangspunten voor de Talmalaan is in 2006 vastgesteld. • De uitvoering van de herstructurering van de Pedagogenbuurt (pré-DUO) en Ondiep (DUO/Utrecht Vernieuwt!) is vervolgd. • We hebben een discussienotitie Rondom Rubens opgesteld: voor een aantal projecten is een art. 19.1 procedure gestart, dan wel zijn conceptnota’s van uitgangspunten opgesteld.
52
• Er is een start gemaakt met de voorbereiding van integrale gebiedsplannen voor Overvecht De Gagel en de
Spoorzone in het kader van Utrecht Vernieuwt!. We hebben de randvoorwaarden opgesteld voor de toekomstige herontwikkeling van het Mesos-terrein.
• Met het Thomas á Kempisplantsoen en Spinozaplantsoen is een nieuwe start gemaakt. De corporaties hebben het initiatief opgevat om de ontwikkelmogelijkheden te onderzoeken. • De visie Rotsoord is vastgesteld. Binnen het gebied zijn verschillende nota’s van uitgangspunten en artikel 19procedures voorbereid. Aan ‘t Goylaan zijn de eerste woonblokken gesloopt en is begonnen met bouwrijpmaken. • We hebben een concept ruimtelijke Visie Transwijk opgesteld. In Kanaleneiland Noord is gestart met de
herontwikkeling van het Rijnbaancomplex. De transformatie van de Merwedekanaal komt flink op gang, ondermeer met de circa 1.000 studenteneenheden en starterswoningen in MAX/Europaplein.
• Het inrichtingsplan voor de kern Vleuten is afgerond en per deelgebied is gestart met de uitvoering in de vorm van concrete bouwplanontwikkelingen . Voor de kern De Meern is in het voorjaar 2006 de Wet Voorkeursrecht Gemeenten gevestigd en er is een bestuurlijk besluit genomen over de Planvisie en Grondexploitatie. Prestatie doelstelling 1.2 Het binnenstedelijk ontwikkelen van bouwrijpe grond voor met name door derden te realiseren bebouwing met als doel maximaliseren van het rendement van de gemeente. De productie in het kader van gemeentelijke grondexploitaties in bestaand stedelijk gebied is als volgt te specificeren:
Prestatie indicatoren Uitgifte van gronden en terreinen voor de bouw van: woningen (aantal)
• • winkels en horeca (m²) • bedrijven (m²) • kantoren (m²) • overig (m²)
Begroting
MPG
Realisatie
2006
2006
2006
868
204
224
540
240
0
71.513
61.218
46.536
27.000
45.785
20.228
2.400
1.116
116
NB De cijfers zijn exclusief Leidsche Rijn en Stationsgebied. Middels het MPG 2006 zijn de prestatie indicatoren van de begroting bijgesteld. De verminderde afzet van kantoren en bedrijventerrein wordt voornamelijk veroorzaakt door tegenvallende afzet binnen het project Ouderrijn West. Bij
woningbouwprojecten is een lichte toename ten opzichte van het MPG 2006 zichtbaar. Dit is bereikt dankzij extra productie in de projecten Dichterswijk West en Pedagogenbuurt. De lagere realisatie van de voorzieningen is het gevolg van de vertraagde start van het muziekhuis (project Hoogstraat).
Samenhangende ruimtelijke structuur Prestatie doelstelling 2.1 Initiëren en programmeren van strategische studies en ruimtelijke plannen om richting te geven aan de gewenste gebiedsontwikkeling. In gebieden waar veel initiatieven zijn hebben we strategische studies verricht om de initiatieven in een breder perspectief te kunnen plaatsen. We hebben ontwikkelingsplannen opgesteld voor gebieden die een andere functie krijgen. Voor Vleuten en de Meern zijn uitgangspunten vastgesteld voor woninguitbreidingen in naoorlogse woonbuurten. Doel hierbij is om bewoners van veelal 50 jaar oude woonbuurten meer ruimte te bieden om hun woningen weer toekomstgereed te maken. Voor de Graadt van Roggenweg, Weg der VN en de aanpalende gebieden zijn ruimtelijke verkenningen uitgevoerd naar ontwikkelingsmogelijkheden langs deze vitale stadas. Deels omdat hier al enige
dynamiek zichtbaar is door functieverandering in het gebied, deels om te onderzoeken hoe de bereikbaarheid van het stationsgebied kan worden gefaciliteerd en ondersteund met gebiedsontwikkeling. 53
De opdracht van de raad om versneld de bestemmingsplannen te actualiseren heeft in 2006 tot het volgende resultaat geleid:
• Lunetten en De Meern-Noord: vastgesteld, goedgekeurd en onherroepelijk. • Oog in Al: vastgesteld en goedgekeurd, beroep ingesteld bij Raad van State. • Vogelenbuurt/Tuinwijk en Wittevrouwen: vastgesteld, goedkeuring in januari/februari 2007. • Bedrijventerrein Overvecht en Rivierenwijk: vaststellingsprocedure gestart, maar nog niet afgerond. • Lombok: vaststellingsprocedure uitgesteld tot na de vergunningverlening ten behoeve van ontwikkelingen op het Groenewegterrein.
Prestatie doelstelling 2.2 Programmeren en subsidiëren Stedelijke Vernieuwing. Op 1 januari 2005 is ISV2 (2005-2009) van start gegaan. Voor deze periode is in 2004 het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma (MOP) opgesteld. In een convenant zijn met het Rijk prestatieafspraken gemaakt in ruil voor subsidie. In juni 2005 heeft het college het uitvoeringsprogramma ISV vastgesteld. In 2006 is het aantal projecten verder uitgebreid. Enkele voorbeelden van projecten waarvoor in 2006 door het college het startsein is gegeven zijn; integrale aanpak buurtgroen, kwaliteitsimpuls (bouw)speeltuinen, sportpark Elinkwijk/sporthal Zuilen, As Kanaleneiland en sociale wijkaanpak Kanaleneiland.
We hebben met succes een claim gelegd op de 2e tranche van de impulsregeling. De vier gehonoreerde aanvragen hadden allen als gemeenschappelijke deler dat zij inspeelden op tekorten bij woningbouw doordat gebouwde parkeervoorzieningen noodzakelijk bleken. De 2e tranche loopt tot 31-12-2008. In 2006 is verder een begin gemaakt met de behoefteraming ISV3. Voor de periode na 2010 is in G4 verband de ‘pleitnotitie’ opgesteld. Met deze notitie geeft de G4 aan wat de urgentie is om -ook door het Rijk- na 2010 blijvend te
investeren in de stedelijke vernieuwing. Tevens is er om een focus gevraagd bij de verdeling van de beschikbare middelen. Hierbij zou extra aandacht moeten zijn voor die wijken waar problemen zich cumuleren. Prestatie doelstelling 2.3
Om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken, verwerven en exploiteren van gemeentelijke accommodaties en erfpacht. Ook om middelen te genereren voor de stad. Een aantal grote IAB-projecten is opgeleverd en in exploitatie genomen, met name de Sportcampus, cluster ‘t Zand en Hart van Noord. In het kader van conversies erfpacht zijn in 2006 de volgende transacties afgehandeld: 14 voor particulieren, 103 in het kader van de Raamovereenkomst DUO en 2 nagekomen transacties voor conversieregeling 2003. Voor de uitgifte van gemeentelijk eigendom zijn in 2006 totaal 48 uitgiftes afgehandeld. Een aantal erfpachtcontracten met betrekking tot Hoog Catharijne zijn herzien. Binnen het product vastgoedbeheer zijn beheerplannen opgesteld, waarbij alle panden zijn opgenomen in het planmatige onderhoudssysteem. Mede hierdoor zal er een helder beeld ontstaan over de benodigde kosten van onderhoud gedurende de levenscyclus van de panden
Sterke centrumfunctie Prestatie doelstelling 3.1 Een integrale strategie voor stedelijke ontwikkeling ontplooien en de investeringsbereidheid bij andere overheden en private partijen vergroten. In 2006 is begonnen met het ontwikkelen van de zogenoemde Stedelijke OntwikkelingsStrategie (SOS). Dit instrument zal leidend worden voor ‘de Nieuwe Dienst’ (DSO-OGU). Daarnaast hebben we zorggedragen voor een aantal Strategische Dossiers, en voor afstemming tussen die dossiers. Daarbij ging het om RSP, nv Utrecht,
54
Randstadspoorstations, Luchtkwaliteit, Aansluiting Leidsche Rijn-Bestaande Stad, Groeninvesteringen, Rijnenburg, Anders betalen voor Mobiliteit’, Verkiezingen, Bestemmingsplannen Buurgemeenten en Subsidiestromen. Binnen elk van de dossiers is een aantal producten gerealiseerd die bijdragen aan de mogelijke oplossing van de strategische vraagstukken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het Actieplan Lucht, Inbreng in het Groene Hartprogramma, en een Plan van Aanpak Rijnenburg. Kennisuitwisseling Voorwaarde voor het strategisch handelen is kennis. Op verschillende manieren is in 2006 bijgedragen aan het vergroten van de kennis over de strategische agenda binnen de betrokken diensten. Er is een Kennisbank strategische beleid opgericht, er zijn breed opgezette lunchbijeenkomsten georganiseerd over Utrecht Vernieuwt, Klimaatverandering, de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening en over Luchtkwaliteit.
1.4.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
Verschil
Lasten Faciliteren vernieuwing Ontwikkelen bouwrijpe grond Studies en plannen
1.653
2.098
3.878
-1.779
48.002
52.065
51.884
182
2.613
2.686
3.225
-539
Stedelijke vernieuwing
13.724
15.833
14.757
1.076
Accommodaties en erfpacht
68.554
66.801
90.254
-23.454
1.551
1.552
2.130
-578
136.098
141.035
166.127
-25.091
Strategie ontplooien Totaal lasten Baten Faciliteren vernieuwing Ontwikkelen bouwrijpe grond Studies en plannen
266
702
2.077
1.375
46.126
48.670
52.268
3.598
0
75
478
403
Stedelijke vernieuwing
10.287
10.287
11.817
1.530
Accommodaties en erfpacht
76.848
76.780
126.284
49.505
0
0
38
38
133.527
136.514
192.962
56.448
2.571
4.521
-26.836
31.357
Strategie ontplooien Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
573
8.235
8.235
0
Onttrekkingen
5.045
14.409
14.409
0
-1.901
-1.653
-33.009
31.356
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
55
Financiële toelichting Faciliteren vernieuwing De economische groei en de daaraan gekoppelde grotere investeringsbereidheid bij marktpartijen en ontwikkelaars heeft ertoe geleid dat in 2006 meer particuliere initiatieven zijn begeleid dan bij aanvang werd voorzien. Dat heeft
geleid tot een toename van de lasten met een bedrag van 0,292 miljoen euro. De toename van de lasten wordt verder verklaard door niet ingevulde taakstellingen (1,104 miljoen euro) en niet begrote kosten voor het reorganisatietraject OGU (0,135 miljoen euro). Het resterende verschil op de lasten (0,248 miljoen euro) betreft met name interne overboekingen en voordelen op informatiemanagement, voortrajecten en beleidsontwikkeling. Het voordeel op de baten wordt met name veroorzaakt door een voordeel op rente (0,719 miljoen euro), opschoning van oude projecten (0,382 miljoen euro) en interne overboekingen (0,374 miljoen euro). Ontwikkelen bouwrijpe grond Het per saldo voordelige verschil op de baten wordt met name verklaard door;
• het resultaat op de afgesloten grondexploitaties (3,988 miljoen euro positief); • de nagekomen opbrengsten op reeds afgesloten exploitaties (1,845 miljoen euro); • een voordeel op de exploitatie van strategische verwervingen (0,110 miljoen euro); • een toevoeging van 2,739 miljoen euro aan de voorziening negatieve grondexploitaties (ten laste van de baten) op basis van het MPG 2006 en de resultaten 2006; • faseringsverschillen en verrekeningen de baten (0,4 miljoen euro voordelig). Studies en Plannen De afwijking tussen de actuele begroting en realisatie wordt nagenoeg bepaald door een overschrijding op het budget voor planschade van 0,56 miljoen euro. De overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door planschadeverzoeken die voortvloeien uit bouwontwikkelingen in Vleuterweide. Dit leidt ook tot hogere baten, aangezien een deel van deze kosten (0,43 miljoen euro) is doorberekend aan de ontwikkelingsmaatschappij Vleuterweide. Stedelijke vernieuwing Het voordeel op de lasten en baten bedraagt in totaal 2,606 miljoen euro. Hiervan is 0,497 miljoen euro bestemd voor de afwikkeling van diverse ISV-projecten. Het resterende bedrag van 2,109 miljoen euro is bij de decentralisatie van de investeringsplanning toegevoegd aan het ISV-budget, voor de restauraties van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. Uw Raad heeft besloten om voor deze panden over te gaan van subsidiering naar financiering, door leningen uit een revolverend fonds beschikbaar te stellen. De middelen worden beheerd door het ‘Utrechts Restauratiefonds’. Om verder uitvoering te kunnen geven aan uw raadsbesluit stellen wij voor om een bestemmingsreserve in te stellen en het bedrag van 2,109 miljoen euro hieraan toe te voegen. Accommodaties en erfpacht De lasten op deze doelstelling zijn 23,454 miljoen euro hoger dan begroot. Enerzijds is er sprake van lagere lasten van totaal 3,061 miljoen euro door onder andere bezuinigingen en herschikkingen op vastgoedbeheer en een lagere omzet op eigenaarsonderhoud door verschuivingen van opdrachten. Anderzijds zijn de lasten in totaal 26,515 miljoen euro hoger als gevolg van het afsluiten van het voorbereidingskrediet voor het Stadskantoor (3,215 miljoen euro), afschrijving van de boekwaarde van het GVU-gebouw en andere verkochte panden (3,416 miljoen euro), kapitaallasten door herziening van activa-klassen en in exploitatie genomen multifunctionele panden (4,122 miljoen euro), HOV
aankopen (7,373 miljoen euro) alsmede opdrachten uit dienstverlening en interne overboekingen (8,40 miljoen euro). De dekking van het voorbereidingskrediet Stadskantoor komt vanaf 2011 beschikbaar. Wij stellen u voor om deze kosten (3,215 miljoen euro) in de tussenliggende periode voor te financieren uit de algemene reserve. Vanaf 2011 zullen de kosten (inclusief rente voorfinanciering) uit het beschikbare huurbudget gedekt worden en zal het bedrag weer aan de algemene reserve worden toegevoegd Op de baten is een voordelig resultaat van 49,505 miljoen euro gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt door de ontvangen bijdragen voor afgesloten investeringsprojecten (16,914 miljoen euro), meeropbrengsten uit erfpachten (3,005 miljoen euro), het restant van het krediet Utrechts Archief (3,336 miljoen euro), de opbrengst van uitgegeven panden en het GVU-gebouw (6,932 miljoen euro), meeropbrengsten uit dienstverlening en interne overboekingen (7,712 miljoen
euro) en de huuropbrengsten, vergoedingen voor in exploitatie genomen multifunctionele panden en de vrijval van de 56
voorziening huurharmonisatie (6,255 miljoen euro). Verder zijn evenals bij de lasten de baten hoger wegens de aankopen voor HOV (7,373 miljoen euro). Daarnaast zijn de inkomsten lager dan geraamd met name als gevolg van de lagere omzet op het eigenaarsonderhoud (2,022 miljoen euro). Het bovengenoemde krediet voor Huisvesting van Het Utrechts Archief was oorspronkelijk bedoeld voor aankoop en renovatie van het complex Hamburgerstraat. Bij de verdere uitwerking bleek dit plan niet haalbaar. De huisvestingsplannen voor het Utrechts Archief zijn inmiddels drastisch bijgesteld. Wij stellen voor om het restantbedrag van 3,336 miljoen euro in een nieuwe bestemmingsreserve ‘Huisvesting Utrechts Archief’ te storten. Strategie ontplooien De lasten zijn hoger dan begroot, doordat in 2006 een inhaalslag is gemaakt en projecten uit de jaren 2004 en 2005 zijn afgerond. Dit was niet begroot. Resultaat programma
31.356
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• • Grondexploitaties • Diverse activareserves • Huisvesting HUA • Algemene dekkingsreserve • Verbeterplan Vastgoed • Overig • ISV projecten Utrechts restauratiefonds
-33.508 -2.109 -6.939 -16.875 -3.336 -380 -2.585 -787 -497
Bedrijfsreserve Ontwikkelingsbedrijf gemeente Utrecht
-2.752
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• • Integrale beleidsproductie • Planschade • Algemene Reserve • DCF-panden Wijkplannen
4.839 292 481 130 3.215 721
Bedrijfsreserve Dienst Stadsontwikkeling
64
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. GSB gelden ISV I De financiële verantwoording heeft plaatsgevonden in 2005. De doelstellingen zijn toegevoegd aan de prestatie afspraken voor ISV II. De formele bevestiging hiervan heeft nog niet plaatsgevonden. ISV II In 2006 zijn de lasten/baten vastgesteld op een bedrag van 3,414 miljoen euro. Een bedrag van 0,474 miljoen euro is aan de voorziening onttrokken. Het restant, een bedrag van 2,940 miljoen euro is ten laste van de exploitatie van de
gemeente Utrecht gebleven. Aan het eind van de periode 2005-2009 zal een definitieve afrekening worden opgemaakt voor het aandeel van het Rijk en het aandeel van de gemeente Utrecht. Impulsregeling De impulsregeling is bestemd voor het versnellen van de (vertraagde) herstructurering in de steden. In 2006 is een bedrag van 0,485 miljoen euro ten laste van de voorziening gebracht. 57
1.5 Leidsche Rijn 1.5.1 Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1 Gebiedsontwikkeling: door het scheppen van voorwaarden (kaders/contracten en programma’s) bij te dragen aan een goed functionerend stadsdeel. Met als subdoelstellingen: Het ontwikkelen van bouwrijpe grond voor met name door derden te ontwikkelen voorzieningen, woningen,
• bedrijfsruimten en kantoren. • Het bereikbaar maken en houden van het stadsdeel door middel van het ontwikkelen en deels aanleggen van een evenwichtig verkeerssysteem. • Het ontwikkelen van openbaar gebied, waar mogelijk door middel van versterking van aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten in Leidsche Rijn.
Als randvoorwaarde is meegenomen dat de ontwikkeling van het stadsdeel Leidsche Rijn met een minimaal sluitende grondexploitatie afgesloten dient te worden.
Maatstaven doelstelling 1 Bouwrijpe kavels opgeleverd (totaal gerealiseerd in boekjaar)
Begroting
Realisatie
2005
2006
2006
2.231
2.302
2.310
BVO m kantoren opgeleverd (totaal gerealiseerd in boekjaar)
25.598
24.000
6.500
BVO m2 bedrijventerrein opgeleverd (totaal gerealiseerd in boekjaar)
41.000
72.627
59.063
2
Effectdoelstelling 2 Referentiekader voorzieningen: het ontwikkelen van een kwalitatief voldoende niveau van sociaal-culturele, medische, maatschappelijke, en onderwijsvoorzieningen toegesneden op huidige en toekomstige bewoners van stadsdeel Leidsche Rijn. Met als subdoelstelling: Realisatie van al dan niet tijdelijke voorzieningen zo dicht mogelijk op het moment van opleveren van woningen, bedrijven en kantoren. Als randvoorwaarde is meegenomen dat de voorzieningen binnen de financiële kaders voor gemeentelijke voorzieningen gerealiseerd dienen te worden (Referentiekader Voorzieningen Leidsche Rijn). Maatstaven doelstelling 2 Aantal schoollokalen (totaal aantal gerealiseerd in boekjaar) Apotheek (totaal aantal gerealiseerd in boekjaar)
2005
2006
48
52
1
0
59
1.5.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Gebiedsontwikkeling Prestatiedoelstelling 1.1 Woningbouw In 2006 zijn 2.310 woningen opgeleverd. Het totale aantal opgeleverde woningen per 31-12-2006 komt hiermee op 11.701 woningen Opgeleverde woningen
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
Parkwijk
120
59
Veldhuizen
102
162
Terwijde
700
742
Vleuterweide
700
872
Het Zand
500
403
De Woerd
180
72
2.302
2.310
Totaal opgeleverd in 2006
In aanbouw zijnde woningen
31-12-2006
Parkwijk
13
Langerak
240
Veldhuizen
122
Terwijde Vleuterweide
289 1.018
Het Zand
737
De Woerd
119
Totaal in aanbouw zijnde woningen
2.538
Langerak Na een intensief voorbereidingstraject, kon het Mitrosproject aan de Langerakbaan (240 woningen) in aanbouw worden genomen. Alle planologische en technische problemen konden in de loop van het jaar worden opgelost. Parkwijk In 2006 kon het project De Schijf worden opgeleverd. Dit project voor ouderen (inclusief een Surinaamse woongroep) heeft een bijzondere uitstraling gekregen en is een aanvulling op het toch al brede ‘woningpalet’ van Parkwijk. Met Portaal werd overeenstemming bereikt over een woontoren in 17 lagen, waarin 64 starterappartementen ‘te woon’ zullen worden aangeboden. In 2008 zal de toren worden opgeleverd. Veldhuizen Na een moeizame zoektocht kon uiteindelijk onderdak worden geboden aan het project ‘5 kids on the block’ een woonvorm waarin vijf zwaar gehandicapte kinderen zullen gaan wonen onder begeleiding van Abrona. Twee vrije kavels bij de boerderij van Abrona zijn ten behoeve van dit project herbestemd. De bouw zal naar verwachting in 2007 starten.
60
De Balije Aan alle vertraging komt een eind: in De Balije zijn nu alle resterende woningbouwlocaties in ontwikkeling genomen. Overal wordt gebouwd, ook op de strook voor de particuliere kavels. De vraag naar kavels in De Balije was groot, evenals de vraag naar de eengezinswoningen in het noordelijk deel (waar ooit appartementen waren gedacht). Vleuterweide De woningbouwproductie van Vleuterweide was ook in 2006 hoog. Er was veel vraag naar ‘traditionele’ woningen, maar ook het strak vormgegeven en scherp geprijsde project Reykjavik verkocht goed, waarmee ook starters in Vleuterweide een kans kregen op een (beneden/boven)woning. Terwijde In Terwijde was er, naast de productie van woningen, vooral veel discussie. Zowel over de waterwoningen als over het winkelcentrum, dat blijft vertragen, ondanks intensieve pogingen van de zijde van het projectbureau om het proces
vlot te trekken. Met Proper Stok werd overeenstemming bereikt over de herontwikkeling van Nieuwdaan. Hele dure en goedkope woningen wisselen elkaar in dat project - op de kop van Terwijde - af. Veel lof was er voor de architectuur van het grote BPF-project ‘De Boemerang’ (Search Architecten), in het hart van Terwijde. Het Zand Het Zand onderging in 2006 een ware metamorfose: kassen verdwenen, weilanden werden ondergespoten en overal werd gebouwd. Vooral de lichte houtachtige woningen van Bouwfonds trokken de aandacht. Ook kon worden gestart met de bouw van de vrije kavelwoningen in de Rijnsche Hout. Hoewel aanpalende bewoners uit Parkwijk zich
aanvankelijk tot het uiterst wilden verzetten tegen de bouw van de (vooral houten) woningen, smolt het verzet toch weg en staan er nu woningen die een verrijking zijn voor Leidsche Rij. De oplevering van Het Ruimteschip (Venhoeven Architecten), de grote basisschool met voorzieningen, in het Park Groot Zandveld, markeerde de tegenstelling tussen oud en nieuw, maar maakte ook duidelijk dat juist die tegenstelling Het Zand interessant maakt. Alleen De Hortus ontbreekt nog in de school. De Woerd De oplevering van de Woerd liep ook in 2006 door. Dit project, met zijn traditioneel Hollandse woningen, was voor veel
aspirant-bewoners hét motief om naar Leidsche Rijn te verhuizen, of om door te stromen binnen de wijk. Prestatiedoelstelling 1.2 Commercieel vastgoed In 2006 is 6.500 m2 bvo kantoorruimte opgeleverd en 49.511 m2 bvo bedrijventerrein opgeleverd.
Prestatie indicatoren: oplevering kantoren (m2 bvo) Papendorp Zuid
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
6.000
6.500
Papendorp Noord
18.000
0
Totaal opgeleverd in 2006
24.000
6.500
De verwachte oplevering was in de Bestuursrapportage per 1 juli 2006 reeds aangepast naar 6.500 m2. Dit betreft Multi Vastgoed (3.500 m2), Memac (2.000 m2) en Vabo (1.000 m2). De oorspronkelijk geraamde 18.000 m2 bvo in Papendorp Noord verschuift naar 2007 Prestatie indicatoren: oplevering bedrijventerreinen (m2 bvo) De Wetering Noord
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
48.023
18.876
De Wetering Zuid Papendorp Zuid Papendorp Noord
16.258 7.675
7.000
16.929
16.929 61
Totaal opgeleverd in 2006
72.627
59.063
In de Wetering Noord zijn de voor 2006 geraamde transacties met Schmiemann (5.028 m2), Ampco Flashlight (14.593 m2) en Van Ecris (9.438 m2) door externe omstandigheden niet gerealiseerd. Ook deze verschuiven naar 2007. Gerealiseerd zijn EBAG Vastgoed (8.657 m2), BVM Beheer bv (2.300 m2), Arburg bv (3.000 m2) en Kroon Vastgoed Standard Fasel bv (4.919 m2). In Papendorp zijn IPMMC (16.929 m2) en Kroon (7.000 m2) gerealiseerd. Papendorp
Voor Papendorp was 2006 een gunstig jaar. Papendorp Zuid is bijna geheel bebouwd of uitgegeven met minimaal een intentieovereenkomst. Op de laatste twee kavels is een optie. In Papendorp Noord zijn vele intentieovereenkomsten gesloten en veel is inmiddels in de ontwerpfase van de gebouwen, wordt gebouwd of is opgeleverd. Voor de kantorenstrook langs de Ortheliuslaan (Nieuwerijn II) is minimaal een intentie overeenkomst afgesloten. Ook de bedrijven strook in Nieuwerijn II is nagenoeg uitgegeven in minimaal een intentieovereenkomst. In Nieuwerijn III zijn nog twee (grote) kavels beschikbaar. Alleen De Taats loopt achter op de andere ontwikkelingen. Er wordt nu gekeken naar een betere, meer marktconforme verkaveling van De Taats Noord. De Wetering
In De Wetering-noord zijn in 2006 drie grondtransacties afgewikkeld, één daarvan betreft een combinatie van twee kavels. In totaal gaat het om 23.325 m². Dit betekent dat in De Wetering-noord nog twee kavels resteren waarvan de grondtransacties nog niet zijn afgewikkeld. In De Wetering Zuid is in 2006 het bouwrijp maken afgerond. In 2006 zijn twee grondtransacties afgewikkeld, in totaal 16.258 m². Simed is begonnen met de bouw van haar bedrijf. Naast deze grondtransacties is er een uitgifteovereenkomst getekend voor een bedrijfskavel van 5.560 m². Haarrijn In 2006 is begonnen met het maken van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE), waarbij wordt uitgezocht of een deel van het bedrijventerrein kan worden omgezet naar woningbouw. Prestatiedoelstelling 1.3 Infrastructuur Spooruitbreiding In 2006 is ProRail gestart met het plaatsen van de geluidsschermen aan de zuidzijde. De eerste fase - de twee zuidelijke sporen op het dijklichaam - wordt eind 2007 voltooid. Dan worden ook diverse onderdoorgangen opengesteld. Het totale project is medio 2010 klaar. A2 Integratie Rijkswaterstaat heeft in 2006 ingestemd met het geheel dichtleggen van de tunnel. De werkzaamheden voor de tunnel zijn vorig jaar gegund. In 2007 zal daadwerkelijk begonnen worden de bouw van de tunnel zelf. Het Programma van Eisen voor de reconstructie van het verkeersplein Hooggelegen wordt niet in 2006, maar in 2007 vastgesteld. Met de aanleg van het nieuwe tracé van de A2 is reeds een aanvang gemaakt. De gemeente is namelijk (in opdracht van Rijkswaterstaat) begonnen met het grondwerk voor A2. Het zand daarvoor wordt geleverd uit de Haarrijnseplas. Ondanks de vertraging in de planontwikkeling van Hooggelegen, verwacht Rijkswaterstaat nog steeds dat het gehele project A2 in 2010-2011 gereed is. Tweede aansluiting A12 De planning voor de realisatie van de tweede aansluiting A12 was gericht op openstelling eind 2007. Rijkswaterstaat en de provincie hebben aangegeven, dat als gevolg van moeizame voortgang in de grondverwerving en ROprocedures, er vertraging is ontstaan. De nieuwe planning is openstelling noordzijde eind 2008 en openstelling zuidzijde 2009. Haarrijnse Rading Met het aanbrengen van de definitieve asfaltlaag zijn de werkzaamheden aan de Haarrijnse Rading in 2006 afgerond. In de Smalle Themaat is ten bate van het langzaam verkeer een viaduct over de Haarrijnse Rading gebouwd. Het viaduct is medio 2006 in gebruik genomen. 62
Veldhuizerweg Oorspronkelijk was de planning van de uitbreiding van de Veldhuizerweg en de reconstructie van de rotonde
gekoppeld aan de openstelling van de 2e aansluiting A12. De uitbreiding van de capaciteit op de Veldhuizerweg is namelijk pas noodzakelijk/zinvol als de aanvoer/afvoer naar de nieuwe aansluiting zorgt voor meer verkeer. Omdat dit project van Verkeer en Waterstaat vertraagt, is besloten de koppeling los te laten. De planning is dat de werkzaamheden medio/najaar 2007 gereed zijn. Noordelijke Stadsas Eind 2006 is het tracédeel tussen de Parkzichtlaan en het Station Terwijde opengesteld voor autoverkeer (zuidelijke rijbaan, in twee richtingen). In maart wordt de weg doorgetrokken tot de Rijnkennemerlaan. Zuidelijke Stadsas Begin 2006 zijn de werkzaamheden gestart voor de aanleg van de rotonde op de Zuidelijke Stadsas. Deze rotonde ontsluit de Mitrosflats en De Woerd. De werkzaamheden zijn medio 2006 afgerond. Van de Vicuslaan (kortsluiting tussen de Castellumlaan en de rotonde) is begin 2006 de artikel 19 procedure opgestart. Deze weg wordt begin 2008 opengesteld. Taatseviaduct In 2006 is het Voorlopig Ontwerp opgesteld van het viaduct. Gelijktijdig zijn met Rijkswaterstaat afspraken voorbereid voor de gelijktijdig realisatie van het viaduct en de reconstructie van de A2-Hooggelegen Prestatiedoelstelling 1.4 Groen Haarrijnseplas In 2006 is bijna uitsluitend zand gewonnen dienend voor de verbreding/verlegging van de A2 tussen Breukelen en de Leidsche Rijn. De gemeente Utrecht heeft in opdracht van Rijkswaterstaat dit werk uitgevoerd en aan het einde van 2006 grotendeels opgeleverd. De diepte van de winning in de Westplas is op circa vijftien meter min waterniveau gekomen en de industriezandwinning dient nu ter hand te worden genomen. De ecologische zone (de zuidoever) aan de Oostplas is ingericht, ingeplant en in gebruik gegeven voor extensieve recreatie. Van de totale hoeveelheid af te zetten bovengrond rest nog een depot van ca 100.000 m3 klei welke naar verwachting kan worden toegepast voor het afdekken van de onderwater-oevers van de Nedereindse plas nabij Nieuwegein. Leidsche Rijn Park Fase 1 van het Leidsche Rijn Park is volop in ontwikkeling en realisatie. Zo is in 2006 de basale aanleg van de
Binnenhof aan de oostzijde van de Alendorperweg vrijwel gereed gekomen. Voor de westzijde is, in samenspraak met bewoners, een definitief inrichtingsplan gemaakt, waarvan de uitvoering in 2007 zal worden gestart. Voor de sport is het complex van VV De Meern volop in gebruik, en is het complex van UVV opgeleverd. Helaas zijn bij Desto technische problemen opgetreden, waardoor de oplevering van 2006 naar 2007 is verplaatst. Daartegenover staat dat de aanleg van Fletiomare voorspoediger verloopt dan gepland, en is reeds de aanleg van fase 2 gestart. Voor de Buitenhof is in uitvoerig overleg een definitief plan gemaakt, gebaseerd op natuurontwikkeling. De aanleg van de eerste drie kilometers JP Thijsselint is gestart ten oosten van Vleuten en aan de noordkant van het park. Het tempo in de woningbouw zit er goed in. In oktober heeft de Raad het Stedenbouwkundig Plan vastgesteld en zijn
verdere inrichtingsplannen gemaakt en bouwplannen in voorbereiding. In januari 2007 zijn de eerste vijftien kavels in verkoop gegaan. In verband met een verkregen BRU-subsidie is in 2006 een haalbaarheidsstudie gedaan naar de Vikingrijn. Voor de parkmuur wordt grond gereserveerd. Voor Ridderhofstad Den Engh is een openbare inschrijvingsprocedure gestart. De Hoge Woerd is in 2006 ontwaakt, middels een geslaagde publieksactiviteit in september 2006. De eerste visualisaties van de Romeinse weg en het badhuis zijn zichtbaar. Voor diverse projecten, zoals de Nieuwe Tol, tuincentrum Vernooij, scoutingverenigingen, zwembad en politiebureau zijn de bouwwerkzaamheden afgerond, gestart of verregaand in voorbereiding. Het bestemmingsplan is door de 63
gemeenteraad vastgesteld in juni 2006 en inmiddels door de Provincie bekrachtigd. De verwervingen vorderen gestaag en vormen nog geen noemenswaardige belemmeringen voor de voortgang van de uitvoering. Prestatiedoelstelling 1.5 Bijzondere projecten
Leidsche Rijn Centrum Het Masterplan Leidsche Rijn Centrum ‘Het Levende Centrum’ is 12 januari 2006 vastgesteld door de gemeenteraad. Het Masterplan wordt vervolgens in een aantal Stedenbouwkundige Plannen uitgewerkt. In 2006 is begonnen met het opstellen van een Stedenbouwkundig Plan voor Leidsche Rijn Centrum Noord waar de hoogbouw is gepland en het opstellen van een Stedenbouwkundig Plan voor Leidsche Rijn Centrum Kern waar onder meer het kernwinkelgebied gaat komen. Stedenbouwkundige voor Leidsche Rijn Centrum Noord is Kees Rijnboutt, stedenbouwkundige voor Leidsche Rijn Centrum Kern en supervisor voor geheel Leidsche Rijn Centrum is Jo Coenen. Strijkviertel In 2006 is begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor het Stedenbouwkundig Plan Strijkviertel. Het projectplan is geschreven en in concept klaar en het stedenbouwkundig en landschappelijke bureau is geselecteerd. In 2007 wordt het Stedenbouwkundig Plan opgesteld. Haarrijn/Haarzicht/Grauwaart Hoewel er in deze wijken van Leidsche Rijn in 2006 nog niet werd gebouwd, is het toch zinvol om te vermelden, dat er
hard wordt gewerkt aan ruimtelijke plannen voor deze gebieden, opdat er ook in de komende jaren een substantiële productie kan worden gerealiseerd.
Grondexploitatiesaldo Het saldo van de grondexploitatie van Leidsche Rijn bedraagt per 31 december 2006 48,6 miljoen euro negatief. Ter hoogte van deze stand is binnen het Projectbureau Leidsche Rijn een voorziening ten laste van de bedrijfsreserve gevormd. Toelichting op de ontwikkeling 2006 1. Saldo Grondexploitatie 31-12-05
-53,7
Correctie naar prijspeil 2006 Gecorrigeerd saldo prijspeil 2006
-3,9 -57,6
2. Kantoren & Bedrijventerreinen
2,7
3. Woningbouw
p.m.
4.Groen
4,9
5. Infrastructuur
2,1
6. Overige Saldo per 31 december 2006
-0,7 -48,6
Bedragen zijn in miljoenen euro’s In het jaarverslag is een bedrag van 5,1 miljoen euro als bijzondere baat verantwoord. In de bestedings- en dekkingsvoorstellen wordt voorgesteld om dit aan de (negatieve) algemene bedrijfsreserve grondexploitatie toe te voegen.
64
1.5.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
Woningbouwlocaties
61.428
25.446
14.916
10.529
Commercieel Vastgoed
13.230
1.148
-5.048
6.196
Infra
22.856
48.101
42.069
6.033 16.849
Lasten
Verschil
Groen
38.739
42.129
25.280
Bijzondere projecten
28.982
18.731
9.334
9.397
Overige projecten
30.096
51.081
24.260
26.821
Onderhanden werken
-48.311
-5.367
46.618
-51.985
Totaal lasten
147.020
181.268
157.428
23.840
Woningbouwlocaties
90.896
89.698
82.466
-7.232
Commercieel Vastgoed
24.395
19.529
27.437
7.909
6.361
30.856
38.651
7.794
21.491
19.251
4.174
-15.077
509
3.356
31
-3.326
5.276
19.531
10.293
-9.238
0
0
0
0
148.929
182.221
163.051
-19.170
-1.909
-952
-5.622
4.670
Baten
Infra Groen Bijzondere projecten Overige projecten Onderhanden werken Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
-1.909
-952
-5.622
4.670
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Algemeen
Vanuit de grondexploitatie wordt per jaar een inschatting gemaakt van de te besteden en ontvangen bedragen. Deze inschatting kan afwijken van de werkelijke cijfers, waardoor er zich grotere afwijkingen voor kunnen doen. Dit zijn dan in overwegende mate afwijkingen in de tijd en deze afwijkingen blijven binnen de grenzen van de grondexploitatie. Woningbouw De baten zijn lager uitgevallen dan begroot. Voor een belangrijk deel is dit veroorzaakt doordat enkele plannen zijn vertraagd waardoor de opbrengsten verschuiven naar het volgende jaar. In Het Zand is 13,1 miljoen euro minder
gerealiseerd door vertraging en in Terwijde 4,6 miljoen euro minder doordat de verkoop van vrije kavels doorschuift naar 2007. In Langerak en Parkwijk is 1,5 miljoen euro meer ontvangen dan geraamd door een overdracht aan Mitros die stond begroot voor 2007, in De Balije 4,6 miljoen euro meer doordat de eerste fase in de Heuvels oorspronkelijk geraamd was in 2007, en in Vleuterweide is 3,5 miljoen euro meer ontvangen . De hogere baten in Vleuterweide worden veroorzaakt doordat op verzoek van de GEM Vleuterweide een vervroegde inbreng van gronden heeft plaatsgevonden. Marktpartijen hebben de gronden bij de gemeente ingebracht en deze zijn 65
vervolgens weer bij de GEM ingebracht. Hierdoor zijn (naast de baten) ook de lasten 3,5 miljoen euro hoger dan geraamd. In verband met het risico van planuitval wordt 20% extra in ontwikkeling genomen/geraamd. De kosten van het bouwen woonrijpmaken in Het Zand en Terwijde is door deze extra geraamde 20 % respectievelijk 4,9 en 7,8 miljoen euro bij de raming achtergebleven. Commercieel vastgoed De voor 2006 verwachte verwerving op het bedrijventerrein in Haarrijn is niet gerealiseerd. Verder is door vertraging voor bouw- en woonrijpmaken van De Wetering 4,8 miljoen euro minder besteed dan geraamd. In De Wetering is 1,3 miljoen euro meer ontvangen dan geraamd en in Papendorp 6,4 miljoen euro meer. Deze
meeropbrengsten komen deels nog vanwege vertragingen in de uitgifte in 2005 en zijn deels extra opbrengsten die bij de bestuursrapportage nog niet waren voorzien. Infrastructuur Voor de aanleg van de Haarrijnse Rading is 2,3 miljoen euro meer uitgegeven dan geraamd (maar dit blijft wel binnen de grondexploitatie), voor de Noordelijke Stadsas 3,9 miljoen euro minder en voor tijdelijke maatregelen 1,8 miljoen euro minder. Deze afwijkingen betreffen faseringsverschillen. Verder zijn op een stelpost van 1,8 miljoen euro geen uitgaven verricht. De contractueel verschuldigde bijdrage aan ProRail ad 7,2 miljoen euro ten behoeve van de spoorverdubbeling Vleuten-Utrecht is door ProRail nog niet in rekening gebracht. Voor de A2 is 12 miljoen euro meer ontvangen dan was begroot doordat van Rijkswaterstaat een bijdrage eerder is ontvangen dan oorspronkelijk overeengekomen was. Daartegenover is ook een later geplande bijdrage van de gemeente aan Rijkswaterstaat verricht, waardoor de lasten 6,5 miljoen euro hoger zijn uitgevallen dan was begroot. Een bijdrage van 2,3 miljoen euro aan de spoorverdubbeling is nog niet in rekening gebracht. De baten zijn verder 1,7 miljoen lager door een correctie op een in 2005 geboekte ontvangst. Groen Aan verwervingen van gronden voor de realisatie van de Haarrijnseplas is 0,8 miljoen euro minder uitgegeven dan geraamd was, aan verwervingen voor het Leidsche Rijnpark 3,3 miljoen euro minder. Door behoedzame ramingen is aan investeringen ten behoeve van de Haarrijnseplas in 2006 6 miljoen euro minder uitgegeven. Voor het Leidsche Rijnpark is door vertragingen 5 miljoen euro minder geïnvesteerd dan verwacht. De geraamde verkopen in het Leidsche Rijnpark hebben nagenoeg niet plaatsgevonden. Hiervan heeft 3,5 miljoen euro betrekking op de vrije kavels Utrechtseweg Oost en 1,1 miljoen euro op bestaande woningen. Deze zullen in 2007
worden gerealiseerd. De opbrengst voor restaurant De Tol in Vleuten schuift eveneens door naar 2007 net zoals de uitgifte voor de hockeyvelden Fletiomare, de manege en de scouting (totale geraamde opbrengst van deze uitgiftes was 4,5 miljoen euro ). De productie van zand uit de Haarrijnseplas loopt nog steeds achter op de verwachting. Daarnaast zijn er met de exploitant meningsverschillen omtrent leveringen en prijzen. Hiertoe is een arbitrage afgesproken. In het verslagjaar is 6,3 miljoen euro minder ontvangen dan geraamd. Bijzondere projecten Onder dit onderdeel worden enkele bijzondere grote infrastructurele werken verantwoord die door hun aard niet aan andere onderdelen gerekend kunnen worden, zoals het verleggen van de leidingen van Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland (WRK), het verleggen van het 150 kV-leidingnet, grote nutsvoorzieningen en het (hoofd)watersysteem. Daarnaast wordt op dit onderdeel het gebied dat nog niet in exploitatie is (Centrale Zone) verantwoord. De geraamde verwerving ten behoeve van Strijkviertel ad 5,6 miljoen euro is niet gerealiseerd. Voor het verleggen van de 150 kV-leiding is 4,8 miljoen euro besteed. Deze was abusievelijk niet in de begroting 2006 opgenomen. Ten 66
behoeve van het hoofdwatersysteem is 1,9 miljoen euro minder besteed en in de Centrale Zone 6,1 miljoen euro minder. Een bijdrage voor het hoofdwatersysteem ten bedrage van 0,4 miljoen euro is nog niet ontvangen. De geraamde bijdragen van Rijkswaterstaat voor het verleggen van de WRK-1 ad 2,7 miljoen euro is abusievelijk op het project A2 verantwoord (zal in 2007 gecorrigeerd worden). Overige projecten Op dit onderdeel worden algemene en planoverstijgende kosten verantwoord, de deelgebied overstijgende verwervingen en het tijdelijk beheer van het onroerend goed. De geraamde 16,2 miljoen euro voor diverse verwervingen in deelgebieden is niet besteed. Dit was te ambitieus
geraamd in de begroting. Het betreft hier voornamelijk verwervingen ten behoeve van Het Zand (8,6 miljoen euro) en Sportverplaatsingen (5,1 miljoen euro). Hierdoor zijn ook de gebiedsoverstijgende kosten van woonrijpmaken en sloopkosten ten bedrage van 11,3 miljoen euro niet besteed. Hiervan betreft 6 miljoen euro bijdragen in het kader van het Kwaliteitsfonds en Referentiekader en 4,6 miljoen euro sloopkosten. De geraamde bijdrage Actualisering Vinex (VINAC)) ten bedrage van 8,2 miljoen euro is niet ontvangen, omdat er in de regio nog geen overeenstemming bereikt is. Van ProRail was een bijdrage geraamd van 3,7 miljoen euro, maar deze was reeds in 2005 ontvangen. In 2006 is een (niet begrote) opbrengst van 6 miljoen euro gerealiseerd uit de verkopen van bestaande panden aan Rijkswaterstaat in het kader van de A2. De geraamde opbrengsten van bestaande panden in Het Zand (1,9 miljoen euro) zijn in 2006 niet gerealiseerd omdat de betreffende verwerving nog niet is gerealiseerd. De reeds in 2005 ontvangen bijdrage Referentiekader ad 3,4 miljoen euro was abusievelijk nog in 2006 geraamd. In de Bestuursrapportage van 1 juli 2006 is gerapporteerd over de verbetering van het verwachte saldo van de grondexploitatie met 5,1 miljoen euro. Hierdoor kon een bedrag van 5,1 miljoen euro uit de voorziening grondexploitatie Leidsche Rijn vrijvallen. In de bestedings- en dekkingsvoorstellen wordt voorgesteld dit bedrag ten gunste te brengen van de (negatieve) dienstbedrijfsreserve grondexploitatie Leidsche Rijn. Onderhanden werk Het onderhanden werk is de boeking van het verschil tussen de lasten en de baten naar de balanspost onderhanden werk. Omdat in 2006 meer is ontvangen dan uitgegeven, neemt deze balanspost per saldo af. De verbetering van het saldo van de grondexploitatie met 5,1 miljoen euro komt ten gunste van de dienstbedrijfsreserve (zie hierboven onder het kopje overige projecten). Resultaat programma
4.670
Bestedingsvoorstellen Bedrijfsreserve grondexploitatie Projectbureau Leidsche Rijn
-5.100
Dekkingsvoorstellen Onderhanden werk Totaal bestedings- en dekkingsvoorstellen
430 0
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
67
1.6 Stationsgebied Hier wordt verantwoord welke doelen bereikt zijn, wat we daarvoor gedaan hebben en welke investeringen daarmee gemoeid zijn geweest gedurende 2006.
1.6.1 Wat hebben we bereikt? Hier wordt ingegaan op het realiseren van de hoofddoelstellingen en wat dit betekent voor de lange termijn. Algemene doelstelling Samen met de partners het plangebied ontwikkelen tot een vernieuwd centrumgebied met intensief ruimtegebruik, hoogwaardige openbare ruimte, kantoren, woningen, detailhandel en leasurefuncties, alsmede een hoogwaardige OV Terminal door uitbreiding en opwaardering van de transfercapaciteit en de aldaar aanwezige infrastructuur voor trein, tram en hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). Effectdoelstelling 1 Vergroten van de werkgelegenheid en benutten van de economische potentie voor de stad als geheel. Het vergroten van de werkgelegenheid kan wordt bereikt door een netto toevoeging van vierkante meters winkels, voorzieningen en kantoren in het Stationsgebied. Door het creëren van een evenwichtig aanbod en een goed op elkaar afgestemde mix van detailhandel, wonen, kantoren en voorzieningen wordt de economische potentie van het Stationsgebied ten volle benut. Dit uit zich ondermeer in een toename van de werkgelegenheid, een toename van de waarde van het vastgoed en een verbetering van de afzetmogelijkheden op de vastgoedmarkt. Bovendien nemen de jaarlijkse inkomsten voor de Gemeente toe door een stijging van de netto OZB opbrengsten per jaar als gevolg van de toegenomen waarde van het totale vastgoed in het vernieuwde Stationsgebied. Effect Indicatoren Toename aantal banen in het Stationsgebied met Toename Netto Contante Waarde in het Stationsgebied met Toename OZB opbrengsten per jaar met
Streefwaarde 2015 2.220 fte* 144.000.000 euro* 2.000.000 euro**
* Bron: economische effectrapportage BI/Ecorys ** Bron: analyse BI bij Masterplan 2003 Bovenstaande effectindicatoren worden gemeten in 2015. Wij zullen na het afsluiten van de laatste ontwikkelcontracten eind van dit jaar, deze effectindicatoren herijken op basis van de afgesloten contracten en het geactualiseerde Masterplan. Effectdoelstelling 2 Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in het Stationsgebied. De leefbaarheid en veiligheid worden belangrijk verbeterd door het creëren van sociaal veilige en aantrekkelijke routes voor langzaam en snelverkeer (Stadscorridor, de interwijkverbinding), een kwalitatief hoogwaardig ingericht openbaar gebied met aantrekkelijke pleinen (onder andere Jaarbeursplein, Vredenburgplein), toevoeging van groen en water (onder andere herstel singels en Leidsche Vaart), toevoegen van woningen in het gebied en betere afspraken over beheer.
69
Effect Indicatoren
Waardering 2004
Streefwaarde 2015
Toename waardering openbaar gebied, schoon en heel
6
7
Toename beleving gevoel van veiligheid
6
7
Ook hiervoor geldt dat deze effectindicatoren worden gemeten in 2015. In de komende periode van bouwactiviteiten wordt gestreefd naar het minimaal op peil houden van de huidige waardering (6). In 2006 is voortgang geboekt in de planvorming voor de openbare ruimte en de infrastructuur. Met name leefbaarheid en veiligheid waren daarbij belangrijke kwesties. Onder ‘Wat hebben we daarvoor gedaan?’ staat globaal de voortgang. Omdat nog geen plannen gerealiseerd zijn, is voor de leefbaarheid en veiligheid in het stationsgebied nog geen effect bereikt.
Effectdoelstelling 3 Het verbeteren van de bereikbaarheid van het stationsgebied. De nieuwe OV-Terminal zorgt voor optimale transfermogelijkheden. In combinatie met bewaakte en onbewaakte fietsstallingen, de verlegde tram- en busperrons aan oost- en westzijde, zal de bereikbaarheid voor het Openbaar Vervoer verbeteren. Daarnaast wordt de bereikbaarheid voor auto, fiets, HOV, tram, expeditieverkeer en voetgangers verbeterd en toegesneden op de herontwikkelingen van het Stationsgebied . Effect Indicatoren Aantal OV-reizigers
Aantal 2005
Streefwaarde 2015
50 miljoen
100 miljoen
Relevante omgevingsfactoren Het stationsgebied kent een aantal omgevingsfactoren die de haalbaarheid en het tempo van de geplande ontwikkelingen beïnvloeden.
Belangrijk hierbij zijn de ambities en randvoorwaarden van het Rijk (de ministeries VROM en V&W); de commerciële belangen van private partners, waaronder Corio, Jaarbeurs en NS; de nog altijd toenemende vervoersstromen in het gebied; de veelheid van partijen en belangen die zich in dit gebied manifesteren en de ingewikkelde eigendomsrelaties. Een belangrijke omgevingsfactor is de problematiek van luchtkwaliteit (Europese voorschriften en jurisprudentie).
1.6.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Werkgelegenheid en economische potentie Prestatiedoelstelling 1.1 Vergroten van de werkgelegenheid en benutten van de economische potentie voor de stad als geheel. In onderstaand overzicht zijn de resultaatindicatoren genoemd bij bovengenoemde doelstelling voor de lange termijn.
70
Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2015
Toename aantal woningen
2.293
Toename m² kantoren
201.714 m² bvo
Toename m² retail
45.000 m² vvo
Toename m² leisure
65.000 m² vvo
Toename m² cultuur
37.500 m² bvo
Toename m² hotel
16.700 m² bvo
Toename m² horeca
11.518 m² bvo
Bron: Programmatabel Bestuursrapportage september 2006 In onderstaand overzicht zijn de prestatie indicatoren genoemd voor de korte termijn. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2006
Gerealiseerd 2006
Aantal op te leveren Bilaterale Projectovereenkomsten (BPO’s)
9
1
Aantal op te leveren ontwerpdocumenten
5
6
Vrijstellingsprocedure artikel 19 WRO
9
2
Opstellen Structuurplan
1
1
Aantal op te leveren ontwikkelcontracten
1
3
Aantal opgeleverde Bilaterale Projectovereenkomsten (BPO’s): Door de ondertekening van de bilaterale ontwikkelovereenkomsten met de Jaarbeurs, NS Vastgoed en Hoog Catharijne (BOO/BPO) op 3 maart 2006 is 60% van de bovengenoemde prestatie-indicatoren gecontracteerd. Bij de opstelling van
de begroting 2006 is er vanuit gegaan dat het contracteringsproces nog in 2006 zou kunnen worden afgerond met bovengenoemde BPO’S. Nadien is gebleken dat de inschatting van de doorlooptijd van de BOO’s en de BPO’s door Gemeente en private partijen fors is onderschat. Dat heeft de volgende oorzaken; Het proces van de BPO’s is later gestart vanwege de langer dan geplande durende besluitvorming van de Bilaterale ontwikkelovereenkomsten. Het
onderhandelingsproces is vanwege de complexiteit veel gedetailleerder dan van te voren was ingeschat en duurt om die reden veel langer dan was voorzien. De financiële belangen zijn dusdanig groot, dat extra druk op versnelde afronding niet in het voordeel van de gemeente is. De publieke procedures zijn als gevolg hiervan ook vertraagd. Daarnaast zijn de publieke procedures vertraagd door de ontwikkelingen rond luchtkwaliteit en het later vaststellen van het structuurplan (dan gepland). Wij verwachten overigens wel dat in 2007 een aantal BPO’S kunnen worden
afgerond.
Aantal opgeleverde ontwerpdocumenten: De volgende zes ontwerpdocumenten zijn opgesteld: muziekpaleis, winkelgebouw, Casino, bioscoop, parkeergarage, stedenkundig plan NH kwartier/Jaarbeursplein. Vrijstellingsprocedure artikel 19 WRO/Opstellen Structuurplan: Als gevolg van langere procedure tijd om tot vaststelling van het structuurplan te komen en als gevolg van de
totstandkoming van de BOO’s worden de meeste artikel 19 procedures in 2007 gestart. De voorbereidingen van het appartementen/winkelgebouw Vredenburg en Muziekpaleis konden nog wel in 2006 worden gestart. Aantal opgeleverde ontwikkelcontracten: De geplande BOO Radboudkwartier is doorgeschoven naar 2007. De in 2005 geplande ontwikkelovereenkomsten (zie boven) zijn uiteindelijk ondertekend in maart 2006.
71
Leefbaarheid en veiligheid Prestatiedoelstelling 2.1
Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in het Stationsgebied. Prestaties lange termijn In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste projecten opgenomen die aan het einde van de looptijd dienen te zijn gerealiseerd en een grote bijdrage leveren aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in het Stationsgebied. Omschrijving Westpleintunnel Herstel Catharijnesingel en Leidsche Vaart Openbare pleinen (Jaarbeursplein, stationspleinen, Vredenburg Stadscorridor Overige voorzieningen (onder andere groen, water, bruggen en viaducten, fietsroutes en voorzieningen) Prestaties korte termijn Voor de gemeentelijke projecten, met name infrastructuur en openbare ruimte, wordt in eerste instantie een Integraal Programma van Eisen/Functioneel Ontwerp gemaakt. Voor een aantal van deze projecten wordt een voorlopig ontwerp (VO) of in sommige gevallen een definitief ontwerp (DO) opgesteld zoals bijvoorbeeld: Catharijnesingel (deels), Westplein/Leidsche Rijn, Sijpesteijntunnel, Verlengde Van Zijstweg. Prestatie indicatoren Op te starten infraprojecten
Streefwaarde 2006
Gerealiseerd 2006
9
10
Op te starten infraprojecten: In 2006 zijn de volgende ontwerpen en studies inhoudelijk afgerond: Integraal Programma van eisen (IPVE)/Functioneel Ontwerp (FO) Catharijnesingel (herstel singelstructuur).
• • IPVE/FO Vredenburgplein (verblijfskwaliteit). • Plannen om het stationsgebied tijdens de bouwperiode bereikbaar, veilig en leefbaar te houden (conform planning gedeeltelijk gereed). • Voorkeurstracé voor kabels en leidingen in samenwerking met nutbedrijven (ondertekening convenant in voorbereiding). • Plan voor duurzame warmte en koude opslag in samenwerking met private partners (ondertekening overeenkomst in voorbereiding).
Daarnaast is in 2006 gestart met: Een studie naar de verkeersstructuur voor het stationsgebied (met daarin nadrukkelijke aandacht voor fietsers en
• voetgangers). • Een ruimtelijk/functioneel kader voor het openbaar gebied (met aandacht voor de groenstructuur). • Studie naar de Verlengde Westpleintunnel richting het Merwedekanaal (verbetering leefbaarheid). • Studie naar de mogelijkheden van ondergronds afvaltransport (OAT) (verbetering leefbaarheid). • VO Catharijnesingel, IPVE/FO Croeselaan en IPVE/FO Nieuwe Stationsstraat Oost (met aandacht)
Als gevolg van het nieuwe collegeprogramma ‘Utrecht voor elkaar’ zijn extra studies verricht naar Warmte/koude opslag, Ondergronds Afval Transport Systeem en het verder verlenging van de Westpleintunnel.
72
Bereikbaarheid Prestatiedoelstelling 3.1
Verbeteren van de bereikbaarheid van het Stationsgebied Prestaties lange termijn In onderstaand overzicht zijn de projecten opgenomen die leiden tot een betere bereikbaarheid in het Stationsgebied. Deze projecten vormen de gemeentelijke inbreng. Het Rijk zal in samenhang met de genoemde projecten de nieuwe OV-terminal realiseren. Omschrijving HOV banen Bus- en tramterminal Prestaties korte termijn Voor het project HOV-banen zullen wij een functioneel ontwerp maken. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2006
Gerealiseerd 2006
Opstarten milieuvergunning
1
0
Verklaring van geen bezwaar bij Provincie
1
0
Regelen Wegenverkeerswet
1
0
Bij de opstelling van de begroting 2006 was er nog geen afspraak gemaakt over de taken, rollen en verantwoordelijkheden tussen Gemeente en ProRail. In de Projectovereenkomst ProRail-Gemeente zijn hierover gedetailleerde afspraken gemaakt. Het is aan ProRail om de daadwerkelijke procedures te starten. Om die reden kunnen de prestatie indicatoren van gemeentewegen komen te vervallen. De Gemeente blijft als publiekrechterlijke instantie en contractpartner natuurlijk wel nauw betrokken bij de uitvoering. Via voortgangsrapportages zullen wij u hierover informeren. Voor het project HOV-banen is een functioneel ontwerp gemaakt. In samenwerking met ProRail is een definitief ontwerp OV-Terminal opgeleverd. Er is een sluitende businesscase opgesteld voor de OV-Terminal alsmede een Projectrealisatie Overeenkomst tussen ProRail en gemeente. Tevens is dankzij bijdragen van de Rabobank en een subsidie van het Ministerie van Verkeer & Waterstaat de komst van een extra fiets- voetgangersbrug over het spoor zeker geworden. Het aantal te realiseren OV-gerelateerde fietsenstallingplaatsen is uitgebreid van 17.500 naar 22.000. Er wordt onderzocht of een substantieel gedeelte van de fietsenstallingplaatsen (fietsgebouw) in het begin van het project gerealiseerd kan worden in combinatie met de fiets- en voetgangersbrug.
1.6.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil
begroting
begroting
2006
actueel en
2006
2006
realisatie
Lasten Werkgelegenheid en economische potentie Leefbaarheid en veiligheid Bereikbaarheid Totaal lasten
9.051
31.308
2.153
13.577
9.104
2.328
29.155 6.776
500
4.004
726
3.278
23.128
44.416
5.207
39.209
73
Baten Werkgelegenheid en economische potentie
8.134
26.817
0
-26.817
21.068
1.684
0
-1.684
Bereikbaarheid
0
0
0
0
Onderhanden werken
0
11.902
4.698
-7.204
Totaal baten
29.202
40.403
4.698
-35.705
Saldo lasten en baten
-6.074
4.013
509
3.504
Leefbaarheid en veiligheid
Mutaties reserves Toevoegingen
6.570
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
496
4.013
509
3.504
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Werkgelegenheid en economische potentie
De gerealiseerde lasten in 2006 bestaan uit: planvoorbereidingskosten zoals stedenbouwkundige, toerekening, communicatie, juristen, professionele vastgoedonderhandelaars, programmamanager en ondersteunende staf. De forse afwijking ten opzichte van de actuele begroting wordt veroorzaakt doordat er geen uitgaven zijn gedaan voor geplande verwervingen van vastgoed. De verwervingen waaronder poffertjeskraam ‘Victor Consael’, rechten muziekpaleis en garage jaarbeursplein zijn doorgeschoven naar 2007. Tegenover deze lasten stonden ontvangsten van subsidies van Rijk, deze zijn doordat de verwervingen niet hebben plaatsgevonden ook doorgeschoven naar 2007. Met het Rijk is een actueel kasritme overeengekomen gebaseerd op de te realiseren kasstromen van de gemeente. De gerealiseerde lasten van 2,1 miljoen euro worden toegevoegd aan het saldo onderhanden werken. Leefbaarheid en veiligheid De gerealiseerde lasten in 2006 bestaan uit planvoorbereidingskosten zoals stedenbouwkundige, opdrachten aan het Ingenieurs Bureau Utrecht, programmamanager, projectleiders, toerekening communicatie en ondersteunende staf. De forse afwijking ten opzichte van de actuele begroting wordt veroorzaakt door vraagstukken over en onderzoeken naar de luchtkwaliteit in het centrum. Hierdoor hebben er in 2006 geen bouwactiviteiten plaatsgevonden. Deze worden doorgeschoven naar 2007. De hiermee samenhangende rijksbijdrage wordt ook doorgeschoven naar 2007. Als gevolg
hiervan zijn de subsidiebaten van het Rijk niet gedeclareerd. Met het Rijk is een actueel kasritme overeengekomen
gebaseerd op kasstromen van de gemeente. De gerealiseerde lasten van 2,3 miljoen euro worden toegevoegd aan het saldo onderhanden werken. Bereikbaarheid De gerealiseerde lasten hebben betrekking op de regie op het opstellen van het definitief ontwerp, de inpassing in het Masterplan, de afstemming en onderhandelingen met alle betrokken partijen (waaronder Ministeries van VROM en V & W) en vervolgens het opstellen van de projectrealisatie overeenkomst en de regie op de bestuurlijke besluitvorming.
Het verschil ten opzichte van de actuele begroting is ontstaan doordat eerder was aangenomen dat de gemeentelijke bijdrage aan Pro Rail reeds in 2006 moest worden gestort. In de reeds genoemde projectrealisatieovereenkomst zijn nadere afspraken gemaakt over het kasritme. De gerealiseerde lasten van 726.000 euro worden toegevoegd aan het saldo onderhanden werken. Onderhanden werk Het onderhanden werk is de boeking van het verschil tussen lasten en baten naar de balanspost onderhanden werk. Omdat in 2006 meer is uitgegeven dan ontvangen neemt deze balanspost per saldo toe. In 2006 is 4,698 miljoen euro aan deze balanspost toegevoegd. Dit zijn de in 2006 gerealiseerde lasten (in totaal 5,207 miljoen euro) min het jaarlijks beschikbare algemene dienst budget van 509.000 euro voor de Projectorganisatie Stationsgebied.
74
Resultaat De verklaring voor het positieve resultaat van 3,5 miljoen euro op het totale programma is dat de uitvoering van het OV-Terminal project dit jaar niet van start is gegaan en hiervoor in 2006 wel een gemeentelijke bijdrage van 3,5 miljoen euro was begroot. Er zijn wel verplichtingen aangegaan op basis van de afspraken met het Rijk in de Uitvoerings Overeenkomst Rijk en Gemeente (UOK). De uitgaven volgen later. Wij stellen voor om het voor de OVTerminal bestemde bedrag van 3,5 miljoen te storten in een bestemmingsreserve project OV-Terminal. Resultaat programma
3.504
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve: project OVT Totaal bestedings- en dekkingsvoorstellen
-3.504 0
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
75
1.7 Beheer openbare ruimte 1.7.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Utrecht verdient een veilige, schone, hele en (be)leefbare openbare ruimte, die daarom moet voldoen aan maatschappelijke en technische normen. Al enkele jaren onderstrepen wij het belang van technische inspecties die, soms letterlijk, diepgravender zijn dan
visuele schouwen. In de herfst van 2006 kwamen de resultaten beschikbaar van de inventarisatie van de technische
staat van de openbare ruimte. Op grond van de resultaten zijn wij direct aan de slag gegaan om de eerste term, namelijk ‘veilige’ van de doelstelling waar te maken. Voor ongeveer 1,6 miljoen euro werd aan maatregelen getroffen om de openbare ruimte weer veilig te maken. In aansluiting daarop hebben wij moeten besluiten het voorziene groot onderhoud voor 2007 aan te passen. In dat jaar worden nu die objecten van onderhoud voorzien die anders onder de norm van veilig zouden zakken. Voor de benadering van een veilige openbare ruimte hebben wij ons gebaseerd op de technische normen. Effectdoelstelling 1
Heel: De openbare ruimte wordt door de gebruiker als heel en fysiek veilig gewaardeerd. De indicatoren voor deze doelstelling geven duidelijk aan dat de openbare ruimte er op het oog goed bij ligt. Het aantal meldingen in de BMU is weliswaar gestegen (24%), maar dat wordt grotendeels verklaard door een verandering in registratie bij het starten van het gemeentelijk callcentre. De schouw met het kwaliteitsinstrument geeft aan dat de zichtbare kwaliteit ruim voldoende (6,9) is en de bewoners zijn onverminderd tevreden (6,2). Als dat een afspiegeling zou zijn van de daadwerkelijke (technische) staat van de openbare ruimte, dan was er geen reden tot zorgen. Inmiddels is duidelijk geworden uit de technische inspecties dat de dreiging voor de veiligheid veel ernstiger is dan tot nu toe bekend was. Voor 2006 hebben we alle zeilen bij moeten zetten om te zorgen voor de veiligheid voor de gebruikers van de openbare ruimte. In de Nota Onderhoud Kapitaalgoederen wordt de volledige omvang van de
problematiek in kaart gebracht. Uit de inspecties is gebleken dat de jaarlijkse toename van objecten die onveilige situaties opleveren de jaarlijks beschikbare beheergelden overtreft. Effectdoelstelling 2 Schoon: de openbare ruimte wordt door de gebruiker als schoon beleefd. In 2006 waren we in staat om binnen de beschikbare middelen ruimschoots onze doelstellingen te behalen. De indicatoren wijzen hier alle drie op: klachten daalden terwijl het totale aantal signalen steeg als gevolg van de start van het callcentre, de schouw gaf een ruime voldoende (7,0) voor de zichtbare kwaliteit en ook de bewoners gaven de gemeente een dikke voldoende (6,0) voor haar schoonmaakwerk in de openbare ruimte. Effectdoelstelling 3 Het bijzonder gebruik van de openbare ruimte wordt positief gewaardeerd. Met gepaste trots kunnen we melden dat het aantal tevreden bezoekers van stadsboerderijen in 2006 89% bedroeg. Dat komt nagenoeg overeen de doelstelling die we ons voor dit jaar hadden gesteld (90% tevreden bezoekers). Het aantal klachten dat bij de politie werd gemeld over evenementen in de stad was in 2006 gelijk aan de nulmeting in
2004, en daarnaast waren er niet meer dan circa tien schriftelijke klachten over alle evenementen. Niettemin is 2006
een zwart jaar voor de stad Utrecht op het gebied van evenementen. Het ongeluk met de werftrap in augustus van dit jaar heeft ons opnieuw doen beseffen hoe belangrijk het in veilige staat verkeren van de objecten in de buitenruimte is voor gebruikers van de openbare ruimte. Voor het nieuwe jaar zullen we ons dan ook blijven inspannen voor een goed 77
beheer van de openbare ruimte zodat evenementen kunnen blijven plaats vinden. Alleen als er tijdig het juiste onderhoud wordt gepleegd kunnen wij onze verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de gebruikers nemen. Voorafgaand aan het verlenen van een vergunning wordt bekeken of de technische staat van de openbare ruimte het betreffende evenement toelaat.
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
1a
Meldingen kapotte en onveilige zaken
12.225
15.617
1b
Totaal gemiddelde openbare ruimte
6,0
6,8
1c
Waardering heel
6,0
6,2
2a
Waardering schoon
6,0
6,0
2b
Gemiddelde waarde schoon
6.0
7,0
2c
Aantal klachten schoon
9.600
9.130
3a
Aantal tevreden bezoekers stadsboerderijen
min.90%
89%
3b
Aantal klachten bij evenementen blijft gelijk
ca. 20
< 20
3c
Aantal begravingen volgt demografische ontwikkeling
n.v.t.
450
1.7.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Heel Prestatie doelstelling 1.1 Wij beperken groei achterstallig onderhoud, door groot onderhoud en renovatie De meeste projecten die vanuit deze exploitatie zijn geprogrammeerd zijn uitgevoerd of worden begin 2007 afgerond. Dit betreft voornamelijk de kleinschalige werken. Voor de (grotere) projecten die in 2006 geprogrammeerd stonden vanuit de investeringsplanning heeft de lange voorbereidingstijd tot consequentie gehad dat een aantal projecten niet tot uitvoering zijn gekomen. In veel gevallen zijn wel de aanbestedingen gedaan en de opdrachten verstrekt. De voorbereiding van vrijwel alle projecten is in 2006 afgerond. Ondanks de grote financiële inspanningen is het daarom is het des te teleurstellender als uit diepgaander onderzoek blijkt dat de rot veel dieper zit dan tot nu toe gedacht.
Toch is dat het geval. Uit technische inspecties, die we in de zomer 2006 zijn begonnen, blijkt dat de technische staat van veel objecten in de openbare ruimte niet alleen zogelijk, maar dramatisch genoemd moet worden. Bij Voorjaarsnota 2007 ligt de nota Onderhoud Kapitaalgoederen voor. Daarin wordt een integraal beeld van deze harde boodschap gepresenteerd, en de problemen die wij in de komende jaren moeten oplossen. Prestatie doelstelling 1.2 Wij voeren regulier, dagelijks onderhoud uit, en herstellen kleine schades tijdig. Het is opnieuw gelukt om de openbare ruimte in stand te houden met veel lapwerk. Wegen, bruggen en andere
objecten die allang (grotendeels) vervangen hadden moeten worden hebben we dankzij die inzet laten functioneren. Beter was het geweest om deze objecten te vervangen, maar dat laat het beschikbare budget niet toe. De grenzen van deze aanpak naderen echter steeds sneller. Het aantal objecten dat we op deze manier functioneel houden wordt zo groot dat we vervangingsgelden moeten inzetten om te lappen. Daardoor schuift een steeds groter deel van de openbare ruimte naar de grens van het toelaatbare. De veiligheid komt steeds meer in het geding. Dit blijkt niet uit de scores voor oppervlakkige, zichtbare kwaliteit (=7), maar hier geldt dat de schone schijn bedriegt.
78
Schoon Prestatie doelstelling 2.1
Wij houden de openbare ruimte schoon door onderhoud en handhaving. De gehanteerde niveaus zijn ondergrenzen. Zodra een 6,0 (of in geval van de winkelcentra een 7,0) wordt bereikt, dan wordt opnieuw geveegd of anderszins schoon gemaakt. Gevolg van deze handelwijze en rekenmethode is dat een gemiddelde score voor schoon altijd hoger dan 6,0 zal liggen. Het overgrote deel van de stad scoort daarom hoger dan 6,0 gemiddeld, want op het moment dat de kwaliteit op een locatie onder dit cijfer dreigt te zaken, wordt er schoon gemaakt. Indien het schoonmaken te laat komt of er andere factoren in het spel zijn, dan zal een cijfer onder de 6,0 gemeten worden. Het is denkbaar dat door vandalisme, of anderszins het gedrag van bewoners, zorgt dat de kwaliteit sneller achteruit gaat dan door geregeld schoonmaken mogelijk is. Dan zullen andere beheermaatregelen getroffen moeten worden. Als daarna het cijfer voor schoon weer omhoog gaat zegt dit iets over het effect dat bereikt is met de alternatieve maatregel. In 2006 bleek opnieuw dat bewoners niet stil staan bij het belang van een goede riolering. Overstortvoorzieningen, dringend noodzakelijk om te voorkomen dat smerig rioolwater wordt geloosd op de grachten, konden niet worden
gebouwd door bezwaren tegen de bouwvergunningen. Het hiervoor benodigde deel van de rioolgelden wordt daarom doorgeschoven naar een volgend jaar.
Bijzonder gebruik Prestatie doelstelling 3.1 Reguleren bijzonder gebruik Wij reguleren het bijzonder gebruik van de openbare ruimte door vergunningverlening, handhaving en marktconforme exploitatie (reclame, begraafplaatsen en gebouwen). Een marktconforme exploitatie kan, zo heeft de raad al in 1995 gesteld, het beste gebeuren door andere partijen dan de gemeente. Om die reden hebben we dan ook besloten om de exploitatie van reclame in de openbare ruimte, voor zover dat nog niet gebeurd was, aan te besteden. Het verstrekken van relevante informatie kan bijdragen aan het gewenste handelen van bewoners. Op gebied van milieubewust handelen ( bij voorbeeld afvalscheiding) hebben we daar in Utrecht al goede ervaringen mee opgedaan. Meer nog dan in het verleden willen we bewoners niet alleen vertellen hoe verantwoord kan worden omgegaan met de
openbare ruimte. We willen het ze ook laten ervaren, door het in zelfbeheer geven van delen van de openbare ruimte.
De bestaande aanpak wordt fors uitgebreid. Dit hebben we onderstreept door park Bloeyendael niet te verkopen en in zelfbeheer te laten bij de gelijknamige stichting. De steedes waren het afgelopen jaar zes dagen per week open, waardoor de doelstelling op dit punt ruimschoots werd gehaald. Bij alle grote evenementen werd minimaal eenmaal toezicht uitgeoefend en bij meerdaagse evenementen elke dag. Uit het ongeluk met de werftrap blijkt dat vergunningverlening met toezicht niet afdoende zijn om de veiligheid van de
aanwezigen te waarborgen. Allereerst dient de openbare ruimte zelf veilig te zijn. Dan kan regulering van het gedrag, met voorwaarden uit een vergunning en het daarop uitgeoefende toezicht, aanvullend toezien.
79
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
1.2b
Gemiddeld onderhoudsniveau Verhardingen
6
6,7
1.2c
Gemiddeld onderhoudsniveau Bruggen
6
6,7
1.2f
Gemiddeld onderhoudsniveau Groen
6
6,6
1.2g
Gemiddeld onderhoudsniveau Riolering
6
6
2.1a
Schoonniveau winkelgebieden (inclusief centrum)
2.1b
Schoonniveau overige gebieden
3.1a
Evenementen 2x toezicht uitvoeren
3.1b
Kwaliteitsniveau begraafplaatsen
3.1
Aantal uren openstelling
7
7,2
6,0
6,8
80%
> 80%
6
6
8.110
8.110
Noot 1: medio 2006 is een nieuwe inventarisatie van het achterstallig onderhoud is uitgevoerd op basis van technische inspecties. Deze gegevens zijn betrouwbaarder dan voorgaande gegevens. Het achterstallig onderhoud komt aanmerkelijk hoger uit, waardoor de indicatoren met omvang van achterstallig onderhoud niet langer relevant zijn. Noot 2: een aantal onderhoudsniveaus die in begroting 2006 waren vermeld, zijn bij latere metingen niet meer bepaald (openbare verlichting, wegmeubilair) omdat door het lage aantal beoordelingen geen betrouwbare gemiddelden konden worden berekend.
1.7.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
Onderhoud en herstel
43.469
114.839
113.640
1.199
Schoonhouden
53.923
15.572
14.808
763
Reguleren bijzonder gebruik
10.969
15.540
14.665
875
1.690
2.578
2.262
316
110.051
148.528
145.375
3.153
1.982
52.503
44.878
-7.625
38.750
25.882
25.913
31
7.393
10.040
9.727
-313
866
550
425
-125
Totaal baten
48.991
88.975
80.942
-8.032
Saldo lasten en baten
61.059
59.553
64.433
-4.880
Toevoegingen
825
1.990
1.990
0
Onttrekkingen
1.340
1.948
1.948
0
60.544
59.595
64.475
-4.880
Verschil
Lasten
Beheersproducten Totaal lasten Baten Onderhoud en herstel Schoonhouden Reguleren bijzonder gebruik Beheersproducten
Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. 80
Financiële toelichting Onderhoud en herstel
Het voordeel van 1,2 miljoen euro op de lasten vindt zijn verklaring vooral in een viertal factoren. Om te beginnen waren de uitgaven in verband met de impuls achterstallig onderhoud van 10 miljoen euro in 2006 niet begroot. Ook was er sprake van extra noodzakelijk calamiteitenonderhoud van 1,4 miljoen euro. Dit betreft bijvoorbeeld extra lapperswerk. Tegenover deze nadelen stonden voordelen bij de aanleg van bergbezinkbassins met betrekking tot riolering. Als gevolg van bezwaarprocedures van belanghebbenden kon een bedrag van 3,9 miljoen euro aan voorgenomen investeringen nog niet in 2006 gerealiseerd worden. Het resterende voordeel op de lasten van 8,7 miljoen euro wordt vooral verklaard door een lagere omzet van het Ingenieursbureau IBU. De lagere baten van 7,6 miljoen euro worden ook vooral verklaard door de lagere omzet van het IBU. Schoonhouden Het positieve resultaat op de lasten wordt vooral veroorzaakt door lagere personele kosten bij het onderdeel straatreiniging in verband met het later dan verwacht vervullen van vacatures. Reguleren bijzonder gebruik Binnen het onderdeel Commerciële Voorzieningen heeft de groep Havens aanmerkelijk lagere lasten gehad dan gebudgetteerd (0,74 miljoen euro). Dit verschil zit met name in de personeelskosten en de materiële uitgaven. De kosten voor seizoensgebonden medewerkers vielen lager uit. Door uitgestelde vervangingsinvesteringen van
ondermeer de zogenoemde bierboot lieten de materiële uitgaven ook een voordeel zien. Beheersproducten
Bij het onderdeel Aanbestedingen waren in 2006 diverse functies niet volledig bezet, waardoor de lasten 0,125 miljoen euro lager waren dan begroot. Hierdoor zijn ook minder projecten uitgevoerd. Dit leidt tot een nadeel van 0,125 miljoen euro op de baten. In de loop van 2006 is gebleken dat het Programmabureau minder personele inzet nodig heeft dan bij de reorganisatie Stadswerken was geraamd (lagere lasten 0,07 miljoen euro) en dat de organisatie en uitvoering van schouwen en de doorontwikkeling van het Kwaliteitsintrument minder kostten dan begroot (0,12 miljoen euro). Resultaat programma
-4.880
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• • reserve investeringen • reserve investeringen • reserve Talonwerk
egalisatiefonds riolering
-12.848 -4.363 -1.296 -6.942 -247
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• afwikkeling UNA/SIS reserves • reserve achterstallig onderhoud • bestemmingsreserve Strijkviertel
16.976 6.942 8.909 1.125
Bedrijfsreserve Stadswerken
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
825 73
Bedragen zijn in duizenden euro’s. GSB-gelden In 2006 werd een budget van 2,325 miljoen euro aan ISV gelden beschikbaar gesteld voor uitvoering in Overvecht.
81
1.8 Milieu en duurzaamheid 1.8.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Een leefbare en duurzame stad waarin we het ontstaan van risico’s voor veiligheid en gezondheid voorkomen. We willen dat de keuzes die we nu maken de gezondheid en veiligheid van toekomstige generaties niet in de weg staan. We streven naar een duurzame stad. Effectdoelstelling 1 Leefbaarheid: we willen een stad die veilig is, prettig en schoon om in te leven en te werken. Met de instrumenten vergunningverlening en handhaving hebben we milieuoverlast die veroorzaakt wordt door bedrijven teruggedrongen. Met het in 2006 vastgestelde Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht streven we naar gezonde luchtkwaliteit in Utrecht. Bodemonderzoeken en saneringen worden uitgevoerd om gezondheidsrisico’s te beperken. Met deze instrumenten voorkomen we dat de ruimtelijke ontwikkeling en daarmee de ontwikkeling van de bereikbaarheid van de stad Utrecht stil komt te liggen. We willen bereiken dat de inwoners van Utrecht het groen in en om de stad als prettig en voldoende ervaren. Tegelijkertijd streven we naar biodiversiteit in de stad. Effectdoelstelling 2 Duurzaamheid: besparen grondstoffen en energie. Het beoogde maatschappelijk effect is om leefbaarheid, gezondheid en veiligheid voor toekomstige generaties niet in de weg te staan. In een duurzame stad wordt door bewoners en ondernemers zuinig omgegaan met grondstoffen en energie. Volgens de NUP-enquete 2006 (Nieuw Utrechts Peil) vindt 80% van de inwoners van Utrecht zijn gezondheid goed tot uitstekend. Dit percentage is door een veranderde vraagstelling in het NUP niet exact te vergelijken met voorgaande jaren. De conclusie is dat de Utrechter zich even gezond voelt als in 2005. Van de Utrechtse bevolking is 63% tevreden over de kwaliteit van het groen in de buurt. Dit is gedaald ten opzichte van 2004. Voor de evaluatie van het hergebruikpercentage van afval zijn cijfers gebruikt uit 2005. Utrecht had in 2005 een hergebruikpercentage van 40%. De dienstverlening voor het gescheiden inzamelen van grof huishoudelijk afval werd als zeer goed beoordeeld. Dit blijkt uit de landelijke benchmark van SenterNovem waar Utrecht aan mee deed.
1.8.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Leefbaarheid Prestatie doelstelling 1.1 Beperken overlast, onveiligheid en gezondheidsrisico’s van bedrijven.
83
Controle en handhaving In 2006 zijn 904 bedrijven bezocht. We hebben in totaal 1424 controles uitgevoerd, waaronder 416 hercontroles, 105 sanctiecontroles, 90 administratieve controles en 113 inventarisatiecontroles. We richten onze controles vooral op bedrijven met een relevant risico voor leefbaarheid, gezondheid en veiligheid. Klachten over bedrijven We hebben 270 klachten afgehandeld. Deze klachten gingen over 153 bedrijven. Dit is exclusief de 237 geurklachten over de mengveevoederbedrijven. In de periode juni tot en met juli werd meer dan normaal geuroverlast van deze bedrijven ervaren. Uit onderzoek naar aanleiding van deze klachten bleek dat door specifieke weersomstandigheden sprake was van een zeer uitzonderlijke situatie waardoor de vrijkomende geuremissies zeer slecht verspreid werden. Mede daardoor werd in de periode juni-juli meer dan normaal geuroverlast van deze bedrijven ervaren. Door intensief te controleren en aanscherping van de vergunningen proberen we binnen de mogelijkheden van de Wet milieubeheer de overlast door deze bedrijven te beperken. Vergunningen en AmvB-meldingen Steeds meer bedrijven vallen onder een AMvB en steeds minder bedrijven zijn vergunningplichtig. We hebben slechts 84 vergunningen en art. 8.19 Wet milieubeheer-meldingen afgegeven. Er waren er 116 geraamd. Daarnaast zijn nog zeven nadere eisen opgelegd bij AMvB-meldingsplichtige bedrijven. Er zijn 242 AMvB-meldingen afgehandeld. De vergunningen voor het stationsemplacement, een van de twee veevoederbedrijven en de Vechtsebanen zijn gepubliceerd. Hiermee zijn de vergunningen van een aantal belangrijke bedrijven op het gewenste milieuniveau gekomen.
Prestatie doelstelling 1.2 Beperken overlast, onveiligheid en gezondheidsrisico’s van mobiliteit. Lucht We vinden het belangrijk om de effecten van luchtkwaliteit op de gezondheid te beperken. Het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht draagt daar aan bij. Dit Actieplan was nodig omdat de opgave voor luchtkwaliteit aanzienlijk groter is gebleken dan op grond van de ISV-opgave berekend was. Bovendien werd duidelijk dat een integrale aanpak echt zoden aan de dijk zet. Het Actieplan kenmerkt zich doordat alle ruimtelijke opgaven in samenhang met een integraal pakket aan
maatregelen in een meerjarenplan voor verbetering van de luchtkwaliteit zijn gebracht. Het actieplan helpt ook om vertraging van voorgenomen ruimtelijke plannen te voorkomen. Utrecht is ook nauw betrokken geweest bij de
totstandkoming van de regelgeving (Wet luchtkwaliteit, Algemene maatregelen van bestuur), beleid en programmaaanpak (Nationaal samenwerkingsprogramma) en instrumenten (landelijke meet- en rekenmethode). Geluid In 2006 is de sanering van negen woningen aan de Cartesiusweg afgerond. De volgende A-lijst projecten zijn opgestart (totaal 81 woningen): Amsterdamsestraatweg, 4 deelprojecten, 60 woningen
• • Adelaarstraat, 2 deelprojecten, 21 woningen
Verder zijn er voor circa 70 bestaande woningen geluidsmaatregelen in uitvoering. Dit doen we in het kader van de spoorverbreding Utrecht-Amsterdam, de aanleg van de Stroomweg de Tol en de realisatie van de wegenstructuur in Vleuterweide. Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder in werking getreden. Door de wetswijziging is onder andere de manier veranderd waarop we moeten omgaan met bewoners die weigeren deel te nemen aan saneringen. De geluidbelasting op de Raillijst-woningen is sterk gedaald door de afname van treinverkeer op de Oosterspoorbaan ten opzichte van het meetjaar 1986. Daarom hoeven deze woningen waarschijnlijk niet meer materieel gesaneerd te worden. Naar aanleiding van de wetswijziging van 1 januari 2007 maken we een nieuwe planning voor het ISV-II geluidsaneringsprogramma. In 2006 is gewerkt aan de voorbereiding van de geluidskartering in het kader van de EU richtlijn omgevingslawaai. In 2006 hebben we voor minder woningen een verzoek tot ontheffing van de geluidsgrenswaarde ingediend bij 84
Gedeputeerd Staten dan in 2005: een afname van circa 1000 woningen (van 1.400 naar 343). Het aantal procedures was wel hoger: twaalf in 2006 tegen acht in 2005 Transport gevaarlijke stoffen We hebben aan twee leveranciers een verzamelontheffing gegeven voor transportroutes naar zestien LPG-stations. Drie bedrijven hebben een ontheffing gekregen voor transport van gevaarlijke stoffen. We hebben zes verzamelontheffingen afgegeven voor vuurwerktransport voor veertien routes naar zeven verkooppunten, en twee ontheffingen voor transport van evenementenvuurwerk. Prestatie doelstelling 1.3 Beperken gezondheidsrisico’s van bodemverontreiniging. Bodemonderzoek en bodemsaneringen in 2006
Er zijn iets minder onderzoeken afgerond vergeleken met 2005. Ook zijn er door derden iets minder saneringen afgerond. In 2006 zijn er twee ISV-saneringen afgerond. Beschikkingen In 2006 zijn er twee nieuwe besluiten van VROM in werking getreden: ‘instemmen met evaluatieverslag bodemsanering’ en ‘instemmen met nazorgplan’. We hebben met achttien evaluatierapporten ingestemd, en met vier nazorgplannen. Verder zijn er zijn in totaal 21 saneringsplannen beschikt, 22 ernst en spoedeisendheid-besluiten genomen en 1 ernst en urgentie-besluit genomen. In 2006 is de AMvB Besluit Uniforme Saneringen (BUS) van kracht geworden. Een BUS-melding is een verkorte procedure voor kleinschalige en eenvoudige saneringen. In 2006 zijn zeven BUS-meldingen ingediend en goedgekeurd. Eén BUS-melding is afgekeurd. Beleid en regelgeving Zoals elk jaar hebben we de Bodemkwaliteitskaart van Leidsche Rijn vernieuwd. Per 2006 is de nieuwe Wet bodembescherming van kracht, met een nieuwe saneringsdoelstelling voor functiegericht en kosteneffectief saneren. In mei 2006 is de circulaire bodemsanering in werking getreden, waarmee het saneringscriterium is beschreven. Het bodembeleidsplan zal in 2007 worden afgerond en vastgesteld. Kwaliteitszorg Op 3 oktober 2006 hebben B&W besloten (Collegebesluit nr. 602) om mee te doen met het project kwaliteitsimpuls uitvoering Wet bodembescherming van VROM. In 2008 wordt het project geëvalueerd. We krijgen hiervoor subsidie van VROM. Publieksinformatie
In het gemeentelijk Bodeminformatiesysteem zijn van circa 3.600 terreinen bodemonderzoeksgegevens opgenomen. Via internet kwamen 9579 aanvragen binnen, iets minder dan vorig jaar. 99% van de aanvragen is probleemloos en volledig geautomatiseerd afgehandeld. 124 aanvragen zijn handmatig afgehandeld. Toezicht en handhaving In 2006 hebben we 90 controles uitgevoerd in het kader van het Bouwstoffenbesluit. Daarbij zijn twaalf overtredingen geconstateerd. Het aantal overtredingen is ten opzichte van vorig jaar met de helft gedaald. De regels worden dus beter nageleefd. We hebben 105 controles gedaan in het kader van de Wet Bodembescherming (WBB) bij saneringen. Daarnaast hebben we controles uitgevoerd bij 31 tanksaneringen. Prestatie doelstelling 1.4 Bevorderen kwaliteit en kwantiteit groen. Groenstructuurplan We hebben het Groenstructuurplan (GSP) geactualiseerd. Dit zal in het eerste kwartaal van 2007 worden vastgesteld.
85
Nationale en regionale samenwerking We trekken samen met rijk op in de GIOS-agenda (Groen In en Om de Stad). Utrecht werkt mee aan de verbreding van de groenagenda naar andere thema’s als luchtkwaliteit, sociale cohesie, integratie en gezondheid. Met Provincie en BRU werken we samen aan de bereikbaarheid en de kwaliteitsimpuls van het groen om de stad. Utrecht heeft 1,3
miljoen euro gekregen uit de Kwaliteitsimpuls Groene Hart voor de realisatie van het ambitieplan Ruigenhoek. We hebben met het BRU afspraken gemaakt over de regionale cofinanciering van het groen om de stad en van delen van het Leidsche Rijnpark. We dragen met de andere drie grote steden bij aan de agendering bij het rijk van de Stad-Land relatie, waarin de aanleg en bereikbaarheid van het groen om de stad prioriteit heeft. Groenprojecten We hebben de voorbereidingen voor een wandelbrug over de Kromme Rijn gestart ten behoeve van de toegankelijkheid van Maarschalkerweerd. In Overvecht werken we aan de Pilot Voordeurgroen aan de Cleopatradreef, waarin, samen met bewoners van enkele flatgebouwen, de inrichting van een binnentuin wordt aangepakt.
In 2006 hebben we tien Groene webprojecten opgestart. Er zijn drie projecten in uitvoering gegaan en één project is afgerond. Prestatie doelstelling 1.5 Afvalinzameling In 2006 hebben we over de voortgang van de Afvalstoffennota (2004-2006) gerapporteerd. Handhaving De handhavingsacties van de Reinigingspolitie blijven structureel. Kringloopbedrijven Op basis van de eerder afgegeven vergunningen is de samenwerking tussen de kringloopbedrijven en de gemeente in 2006 voortgezet. Afvalscheidingstations
Bewoners kunnen niet alleen diverse afvalstromen, maar sinds 2006 ook hun spullen voor de kringloopbedrijven op het afvalscheidingstation kwijt. Daarnaast zijn we in 2006 gestart met de gescheiden inzameling van PVC en hard polyethyleen. Deze plastics worden, na verwerking, gerecycled. Leidsche Rijn Om nieuwe bewoners van Leidsche Rijn tegemoet te komen is een mobiele, tijdelijke afvalvoorziening voor volumineus afval opengesteld. Bewoners kunnen hier verhuis- (grote kartonnen dozen), verbouw (ijzer, hout)- en overtollig tuingrond kwijt. Daarnaast is hier ook een wekelijks de chemokar te vinden, zodat bewoners ook verfresten en
dergelijke makkelijk kunnen inleveren. In 2006 maakten veel bewoners gebruik van deze voorziening. Daarnaast zijn, met de groei van Leidsche Rijn, het netwerk van ondergrondse kringlooppunten en de route van de chemokar uitgebreid. Innovatie en preventie Voor de aanschaf van nieuwe vrachtwagens eisen wij de EURO-5 norm. Daarnaast is het aantal personenauto’s en vrachtauto’s met een roetfilter van één naar acht uitgebreid.
Duurzaamheid Prestatie doelstelling 2.1 Besparen grondstoffen en energie Afvalscheiding We hebben de resultaten van de sorteeranalyses van het restafval betrokken bij de beleidsontwikkeling. De proef om huis-aan-huis papier in te zamelen is hier een voorbeeld van. 86
In de Utrecht Monitor 2006 zijn een aantal vragen over de afvalbrengkaarten gesteld. Uit de (voorlopige) resultaten blijkt dat een overgrote meerderheid van de bewoners de afvalbrengkaart kent, bewaart en tevreden is over de geboden informatie.
De verspreiding van ja/nee stickers voorkwam in 2006 ongeveer 1100 ton papierafval. Het gebruik van de ja/nee sticker in Leidsche Rijn nam toe van 14% naar 17%. Vijftien kinderdagverblijven deden in 2006 mee aan de proef met gescheiden luierinzameling. Daarnaast is een extern onderzoek naar het milieurendement van gescheiden luierinzameling uitgevoerd. De resultaten van de proef en het extern onderzoek zullen worden gebruikt bij de afweging van een eventueel vervolg op de proef. GFT In 2006 is het inzamelresultaat van de gescheiden GFT inzameling per wijk in kaart gebracht. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor het verbeteren en op maat aanbieden voor tuinafval onderzocht. Op basis hiervan doen wij in 2007 een voorstel voor de toekomstige GFT- inzameling in de stad. Papier Uit de jaarlijkse sorteeranalyses blijkt dat in het restafval veel oud papier zit. In 2006 is in drie wijken bij wijze van proef het papier huis-aan-huis opgehaald met een frequentie van eenmaal in de drie weken. Dit als aanvulling op de
bestaande brengvoorzieningen, zoals de ondergrondse containers en de scholen en verenigingen die actief zijn bij de papierinzameling. Onder de vele vrijwilligers die bij de papierinzameling betrokken zijn, hebben de ‘grote’ papierinzamelaars een bonus gekregen. Glas Om meer aandacht te vragen voor het gescheiden inzamelen van glas zijn in 2006 een aantal publicitaire acties gehouden. KCA
In 2006 is een nieuwe chemokar aangeschaft. Een nieuwe route-indeling maakte het mogelijk om de routes meer gecomprimeerd te rijden in het voor- en najaar. Hierdoor sluiten wij meer aan op de momenten waarop bewoners schoonmaak houden en hun KCA afval kwijt willen. Daarnaast zijn de activiteiten uitgebreid met het inzamelen en demonteren van computers en mobiele telefoons. Verpakkingen De onderhandelaars van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de verpakkingsindustrie hebben in 2006 geen overeenstemming bereikt over het Besluit beheer verpakkingen, papier en karton. Het dossier is eind 2006 in een impasse geraakt, waardoor Utrecht nog geen vergoeding ontvangt voor de inzameling van verpakkingen. Samen met de AVU blijven wij het dossier op de voet volgen. Duurzaamheid en energie Energiebesparing Gemeentelijke gebouwen We hebben de Energiebesparingscampagne gemeentelijke gebouwen voortgezet. We brengen de kwaliteit van het binnenmilieu in scholen en woningen onder de aandacht bij gebouwbeheerders. De gemeente Utrecht heeft het FSC-convenant (Forest Stewardship Council, Raad voor Goed Bosbeheer) ondertekend. Energiebesparing bij huishoudens In 2006 hebben we de Actie €nergiewinst gestart. Uiteindelijk krijgen 13.000 huishoudens advies en een energiebespaarbox. In 2006 hebben we in dit kader 3.500 huishoudens aangeschreven en 1.400 huishoudens bezocht. Dit project loopt door in 2007. We hebben samen met Greenpeace een Spaarlampenactie gehouden.
87
Advisering energie en duurzaam bouwen We hebben in verschillende projectfasen bij particuliere bouwers adviezen gegeven over energie en duurzaam bouwen. Een veelbelovend project is de Toekomstbestendige energievoorziening in Stationsgebied met Warmte Koude-opslag. In het kader van het waterplan hebben we een Plan van aanpak opgesteld over verontreinigende bouwmaterialen. Renovatie woningen We hebben ISV-middelen ingezet voor de renovatie van 194 woningen aan de Robijnhof (BO-EX) met energiebesparingsmaatregelen en binnenmilieu. 80 nieuwbouwwoningen aan de Ahornstraat (Mitros) met stadsverwarming zijn in uitvoering. Aan de Lessepstraat (Mitros) worden 358 woningen gerenoveerd waarbij energiebesparingsmaatregelen en binnenmilieumaatregelen worden getroffen. In Ondiep wordt gewerkt aan de aanleg van de infrastructuur voor Warmtelevering. Netwerken Utrecht is lid van een aantal nationale en Europese netwerken op het gebied van energie/klimaat. Utrecht heeft daar een voorbeeldpositie, die we gebruiken om regelgeving te beïnvloeden en om Utrecht te positioneren als energiezuinig stad.
1.8.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
2006
2006
Lasten Bedrijven Mobiliteit
2.488
2.649
Verschil Realisatie
actueel en
2006
realisatie
2.814
-165
749
1.187
3.691
-2.504
3.956
2.186
1.970
216
Groen
191
1.291
355
936
Besparen grondstoffen en energie
282
585
1.213
-628
Afvalinzameling
37.654
38.196
37.106
1.091
Totaal lasten
45.320
46.094
47.150
-1.056
Bedrijven
236
245
264
19
Mobiliteit
166
195
2.875
2.680
2.524
1.188
1.005
-183
0
0
1
1
11
133
784
651
Afvalinzameling
32.645
34.122
32.993
-1.129
Totaal baten
35.583
35.883
37.922
2.039
9.737
10.211
9.228
983
Bodemverontreiniging
Baten
Bodemverontreiniging Groen Besparen grondstoffen en energie
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
225
655
655
0
Onttrekkingen
1.090
587
587
0
Saldo na mutaties reserves
8.872
10.279
9.296
983
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
88
Financiële toelichting Bedrijven
De lasten zijn 0,2 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt door extra inzet op het verrichten van sanctiecontroles en hercontroles (naar aanleiding van ondermeer klachten). Daarnaast is een extra inspanning geleverd voor het verbeteren van het archief. Dit is een gevolg van het professionaliseren van de vergunningverlening en handhaving. Mobiliteit In 2006 ontvingen we niet begrote Rijksbijdragen (2,5 miljoen euro) voor het verbeteren van de luchtkwaliteit, waardoor de lasten en baten hoger uitvallen. Van de ontvangen 2,5 miljoen euro is 0,5 miljoen ingezet voor luchtkwaliteit. Per saldo is 2 miljoen gestort in de voorziening luchtkwaliteit. Het resterende voordeel op de baten (0,2 miljoen euro) wordt veroorzaakt doordat we meer opdrachten van derden en meer rijksbijdragen voor geluid ontvangen dan was begroot. Hierdoor is een positief saldo ontstaan van 0,2 miljoen. Bodemverontreiniging De baten en lasten zijn 0,2 miljoen euro lager dan begroot. Dit komt door minder ontvangen (rijks)opdrachten dan begroot. Groen In het kader van de decentralisatie van de investeringsprojecten zijn budgetten verstrekt voor het Groene Web van 1,1 miljoen euro. Deze projecten zijn nog niet afgerond. Wij stellen daarom voor een bedrag van 0,9 miljoen euro aan de bestemmingsreserve toe te voegen. Hiervan is 0,4 miljoen al vastgelegd in verplichtingen. Besparen grondstoffen en energie Zowel de lasten als de baten zijn hoger dan begroot. Dit komt hoofdzakelijk doordat het project ‘Actie €nergiewinst’ wel inhoudelijk, maar nog niet financieel in de begroting was opgenomen. Er was toen nog geen zekerheid over de toekenning van de subsidie. Hiervoor is 0,6 miljoen ingezet. Zowel het rijk als de DMO dragen hieraan bij. Afvalinzameling
Bij de personele kosten wordt in 2006 per saldo 0,110 miljoen euro overgehouden op de niet bezette formatie. Een ander voordeel is aan te geven bij de financieringslasten waar 1,166 miljoen euro te hoog is begroot. De verwerkingskosten, de meest relevante kostenpost zijn wel binnen het begrote bedrag (13,7 miljoen euro) in 2006 uitgekomen, voordeel 0,478 miljoen euro. De overige afwijkingen hebben vooral betrekking op hogere overheadkosten op gebied van huisvesting en automatisering, totaal ruim 0,705 miljoen euro, en lagere bedrijfskosten en dergelijke. totaal 0,145 miljoen euro. Daarentegen kan vastgesteld worden dat de inkomsten te hoog begroot zijn in 2006, waardoor een negatief resultaat is opgetreden van 1,234 miljoen euro. Als gevolg van de uiteindelijk positieve ontwikkeling heeft een toevoeging aan de voorziening afvalstoffenheffing kunnen plaatsvinden bij de bestuursrapportage per 1-7-2006 van 0,415 miljoen euro in 2006. Resultaat programma
983
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve: Groene Web investeringsmiddelen Bedrijfsreserve Dienst Stadsontwikkeling
-950 -72
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve: ophaaldienst
96
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
57
89
1.9 Economische zaken 1.9.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Het bevorderen van de economische vitaliteit en werkgelegenheid van de stad Utrecht. Utrecht is een stad waar het goed werken is en moet dat ook blijven. Met het stimuleren van de economie en de werkgelegenheid hebben wij bijgedragen aan de welvaart en het welzijn in Utrecht. De economische ontwikkeling in
Utrecht stabiliseert na jaren van teruggang. Een stevige inspanning blijft daarom de komende jaren noodzakelijk, om de langzame groei en stabilisering door te zetten. De richting waarin wij de Utrechtse economie ontwikkelen hebben wij vastgelegd in het ‘Economisch Profiel Utrecht, ontmoetingsplaats voor talent’. Wij profileren en ontwikkelen ons nadrukkelijk als stad met talent en als gastvrije ontmoetingsplaats. Wij kiezen voor een viertal verder te ontwikkelen sectoren: Sterke dienstverleners, Medisch Cluster, Cluster gastvrijheid en MKB: ondernemerstalent. Effectdoelstelling 1
Een ideaal profiel van Utrecht als vestigingsplaats voor bedrijven en als toeristische bestemming. Het profiel van Utrecht is bevorderd. Met de marketing van Utrecht als vestigingsplaats en als toeristische bestemming zijn bedrijven met de daarbij behorende werkgelegenheid en toeristen met de daarbij behorende bestedingen naar de stad getrokken. Met de uitgifte van vestigingslocaties hebben wij inkomsten voor Utrecht gerealiseerd. Effectdoelstelling 2 Een sterke economische structuur. Door de activiteiten te richten op het zelfstandig ondernemerschap (starters), specifieke economische sectoren, het
voorzieningenniveau en de kennisinfrastructuur en netwerken (relatie onderwijsinstellingen-bedrijfsleven, netwerken met ondernemers), is de economische structuur versterkt. Effectdoelstelling 3 Een optimaal economisch vestigingsklimaat. Het vestigingsklimaat is bevorderd door beschikbare vestigingslocaties uit te geven. De kwaliteit van de bedrijfsomgeving (bedrijfsterreinen en winkelcentra) is verbeterd, de criminaliteit en onveiligheid is verminderd en de arbeidsmarkt (match op de arbeidsmarkt, aansluiting onderwijsarbeidsmarkt) is verbeterd. Door het gerealiseerde
betere economisch vestigingsklimaat zorgen wij voor de directe randvoorwaarden voor bedrijven en instellingen om beter te kunnen functioneren en te kunnen groeien, uitbreiden, te verplaatsen of nieuw te vestigen. Effectdoelstelling 4 Optimale dienstverlening aan ondernemers. De dienstverlening aan ondernemers heeft bestaan uit het verstrekken van informatie en het leveren van dienstverlening aan individuele ondernemers (via de bedrijvenwinkel). Een goede relatie is onderhouden met het georganiseerde bedrijfsleven (industrieverenigingen, winkeliersverenigingen, parkmanagementverenigingen).
91
1.9.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Profiel Utrecht Prestatie doelstelling 1.1 Marketing Marketing van de stad als vestigingsplaats voor bedrijven en als toeristische bestemming. Marketing van de stad als vestigingsplaats voor bedrijven Het in de markt zetten van Utrecht als vestigingslocatie voor bedrijven is in 2006 gecontinueerd en de activiteiten zijn verder uitgebreid. In het najaar is er een bijeenkomst georganiseerd voor de vastgoedrelaties van de gemeente. De presentatie van de actuele plannen voor Stationsgebied en Leidsche Rijn Centrum stond hier centraal. Een nieuwe activiteit is de oprichting van de Holland Business Promotion Office. Deze organisatie heeft als doel de (gehele) Randstad te promoten als goede vestiginglocatie in het internationaal steeds sterker wordende krachtenveld. De
voorbereidingen voor de oprichting hebben in 2006 plaatsgevonden. Daarnaast is samen met de G4 een start gemaakt voor een digitale presentatie van de Randstad op internet in de vorm van een gezamenlijke internetsite en een Google Maps presentatie. Er zijn veel activiteiten ondernomen voor de marketing, acquisitie en verkoop van de Utrechtse bedrijventerreinen. De inzet is vooral gepleegd voor Papendorp, De Wetering en Oudenrijn. Er is tevens algemene promotie gedaan voor de nieuwe en bestaande kantoor-, bedrijfs- en winkellocaties in Utrecht via onder andere, de jaarlijkse vastgoedrelatiebijeenkomst, de website en diverse publicaties in de vakbladen. Daarnaast is gestart met een marketing- en promotieaanpak voor Lage Weide. Dit met als doel om de plannen voor herstructurering van Lage Weide te communiceren en om het imago van dit Utrechtse bedrijventerrein te verbeteren. Er is een subsidie verleend aan de ondernemersvereniging Overvecht om een advies aan de gemeente uit te brengen over wat vanuit ondernemersperspectief gezien de ontwikkelingsmogelijkheden zijn van het bedrijventerrein Overvecht. Het Utrecht Investment Agency richt zich op het acquireren van binnen- en buitenlandse organisaties om zich te vestigen in de regio Utrecht en is mede opgericht als instrument tegen de leegstand van bedrijfspanden. Er zijn vanaf de start op 1 september 2005 forse inspanningen gedaan om bij meerdere van deze partijen op de shortlist te komen. Door het UIA zijn inmiddels vier organisaties van buiten de provincie Utrecht gehuisvest in Utrecht. Hierbij gaat het in totaal om circa 5.900 m² en circa 150 nieuwe arbeidsplaatsen. Daarnaast heeft het UIA een portefeuille opgebouwd van 19 actieve prospects (potentiële vestigers), waarvoor het UIA dienstverlenend optreedt, variërend van hoofdkantoren tot backoffices. Deze portefeuille omvat circa 41.850 m². Het UIA verwacht in de komende maanden mogelijk nog 6 bedrijven te kunnen plaatsen. De ambitie van het UIA is om in drie jaar tijd circa 3.000 extra arbeidsplaatsen en ingebruikname van 75.000 m² kantoorruimte te realiseren. UIA is een samenwerkingsverband van de gemeente Utrecht, provincie Utrecht, ING Real Estate, Fortis Vastgoed Beleggingen, Corio Nederland Kantoren, De Waal Beheer, Bouwfonds MAB en NS Vastgoed. Marketing van de stad als toeristische bestemming Er zijn vele internationale recreatieve gasten en internationale congresbezoekers. Het aantal internationale bezoekers bedraagt naar schatting 251.600 . Het exacte aantal is pas later bekend.
• Februari 2006 opening Dick Brunahuis en toeristische marketing in vooral Japan, maar ook België, USA en GrootBrittannië. • Persbewerking Frankrijk ter ondersteuning van het binnen halen van de Grand Depart van de Tour de France. • In samenwerking met Amsterdam zijn voorstellen ingediend bij het Ministerie van Economische Zaken voor grote
internationale projecten, zoals congressen in samenwerking met de RAI/Jaarbeurs, de internationale Designmaand en gamedagen.
• Subsidies/ondersteuning initiatieven: Internationaal kamermuziekfestival (Janine Jansen) tentoonstelling de Franse Passie in het Centraal Museum, de toeristische site Utrechtyourway.nl en de vertaling ervan in het Engels, en binnenkort in het Japans en Frans.
92
• Internationale pers voor het evenement de 7e hemel, een internationale persconferentie met als gevolg publicaties in onder andere België, Groot Brittannië en Japan. • Met betrekking tot de toeristische stadspromotie wordt ‘Utrecht Toerisme en Recreatie’ gesubsidieerd en zijn onder andere een stadsgids en een wervende brochure gemaakt
Versterking nationaal profiel Activiteiten zijn uitgevoerd ter verbetering van de infrastructuur door gezamenlijke huisvesting VVV en RonDom op het Domplein en er wordt begonnen met de herinrichting van het pand.
Economische Structuur. Prestatie doelstelling 2.1 Stimuleren en ondersteunen van zelfstandig ondernemersschap specifieke sectoren, het voorzieningenniveau en de kennisinfrastructuur. Zelfstandig Ondernemerschap Er is een bijeenkomst georganiseerd voor Utrechtse organisaties en projecten op het gebied van (startend)
•
ondernemerschap. Van de 37 genodigde partijen hebben 23 organisaties deelgenomen aan het speednetworking evenement. 45 (aspirant) ondernemers hebben in 2006 deelgenomen aan het Utrechts Starters Traject. 74
ondernemers (in spé), waarvan 16 uit stad Utrecht en nog eens 10 uit de regio Utrecht, hebben een Starters Masterclass gevolgd
• • Utrecht is sponsor geworden van de Utrechtse Ondernemers Academie (UOA), waarmee ondernemers worden
23 studentbedrijven uit de stad Utrecht hebben in het schooljaar 2005-2006 meegedaan aan Jong Ondernemen. geholpen bij het opzetten en uitbreiden van hun onderneming, en van het programma GO! Ga Ondernemen, een initiatief van de Kamer van Koophandel gericht op het stimuleren van ondernemerschap.
• De Winkeltijdenverordening 1996 is geëvalueerd en de handhaving op de winkeltijden is geïntensiveerd. • Via Wijk in Bedrijf Westflank zijn starters/ondernemers ondersteund. Specifieke Sectoren In het kader van het (landelijke) Convenant Stroomlijning Dienstverlening Ondernemers is het project Strijdige Regels Horeca Utrecht afgerond. Wijk in Bedrijf Westflank heeft het Midden en Klein Bedrijf op diverse gebieden ondersteund. Naast individuele ondernemers zijn ook winkeliers-/ondernemersverenigingen ondersteund naar een professioneler functioneren. Voorzieningenniveau Het wijkconsulentschap voor alle wijken in de stad wordt vervuld. Dit betekent dat ondernemers uit de diverse wijken een duidelijk aanspreekpunt hebben voor eventuele vragen en problemen. Standaardvragen worden via de
bedrijvenwinkel beantwoord, specifieke zaken kunnen direct aan een medewerker van Economische Zaken worden voorgelegd. Problemen worden tijdig gesignaleerd en er wordt actief gezocht naar oplossingen. Ook zijn acties ondernomen om bedrijven voor de stad te behouden. Potentiële nieuwvestigers zijn voorzien van informatie op het gebied van kleinschalige bedrijfshuisvesting mogelijkheden in Utrecht. De contacten met de diverse winkeliers/bedrijvenverenigingen worden onderhouden. Er zijn subsidies verstrekt in het kader van de versterking van het toerisme aan het Dick Bruna Huis, de Sterrenwacht en de historische vereniging Vleuten-De Meern. De inzet van het casinofonds kent diverse evenementen, onder andere
Festival Oude Muziek, Nederlands Film Festival, Lisztconcours en het Geldmuseum. Er is een nieuwe beleidsregel
subsidies toerisme vastgesteld en een nieuwe overeenkomst regeling casinogelden. Een start is gemaakt met het opstellen van een nieuwe hotelnota (2006-2015). Er is een bijdrage geleverd aan de herontwikkeling van winkelcentrum Kanaleneiland en Centrumkwadrant Overvecht, de uitbreiding van winkelcentra in de kernen Vleuten en De Meern, de uitbreiding van winkelcentrum De Gaard de sloop/nieuwbouw van Overkapel, en de realisatie van een nieuw winkelcentrum Ina Boudier Bakkerlaan en het winkelcentrum Rijnbaan. 93
Het UtrechtSE en de bevordering van de kwaliteit van de stad als evenementenstad heeft geresulteerd in het feit dat Utrecht de 2de evenementenstad in Nederland is geworden. Bij de strategische meerjarenagenda is aansluiting gezocht bij de Vrede van Utrecht en de landelijke thema’s van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen. Kennisinfrastructuur en netwerken In het kader van de stedenband Utrecht-Léon (Nicaragua) is een bijdrage geleverd aan kennisoverdracht over stimulering van de stedelijke economie. Utrecht Plus groeit uit tot een ontmoetingsplaats voor het bedrijfsleven en de overheid. Voor nieuwe ondernemers is een start gemaakt een platform te ontwikkelen voor organisaties die deze ondernemers ondersteunen en/of vertegenwoordigen. In samenwerking met de Kamer van Koophandel wordt een start gemaakt met het Platform Nieuwe Ondernemers. Via de Taskforce Innovatie, die ook als koepel van netwerken met kennisinstellingen en bedrijven fungeert worden nieuwe plannen ontwikkeld.
Economische vestigingsklimaat Prestatie doelstelling 3.1 Het realiseren van goede vestigingsmogelijkheden, bedrijfsomgeving, veiligheid en arbeidsmarkt. Vestigingsmogelijkheden Wij hebben geparticipeerd in de twee eerste deellocaties van het Masterplan Leidsche Rijn en in de planvorming voor de bedrijventerreinen Strijkviertel en Haarrijn. Verder hebben wij een bijdrage geleverd aan de verdere planvorming voor de deellocaties van het Stationsgebied ten aanzien van economische functies. Incidenteel is er contact geweest met potentiële vestigingskandidaten voor het Stationsgebied. Voor een aantal deelgebieden en commerciële functies binnen het Stationsgebied wordt nog gewerkt aan de verdere uitwerking waardoor de plannen nog niet concreet genoeg zijn om aan de markt(partijen) aan te bieden. Zoals ieder jaar is er een vastgoedmonitor opgesteld. Hiertoe is een onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen in de Utrechtse vastgoedmarkt op het gebied van kantoorruimte, bedrijfsruime, bedrijventerreinen, winkelruimte en
bedrijfsverzamelgebouwen. Door de vastgoedmonitor ontstaat een structureel en objectief inzicht in de Utrechtse vastgoedmarkt. Straatmanagement Amsterdamsestraatweg Medio 2004 is gestart met de verbetering van de Amsterdamsestraatweg-Midden. Onder leiding van het straatmanagement werken vastgoedeigenaren, ondernemers en gemeente samen aan grotere betrokkenheid bij het gebied en het bevorderen van veiligheid, leefbaarheid en uitstraling. Na 2,5 jaar zijn goede resultaten geboekt. Zo
staan minder panden leeg, oordelen ondernemers en consumenten positiever over het gebied, is het ledental van de ondernemersvereniging fors toegenomen en werkt de veiligheidsaanpak. De aanpak zal verder uitgebreid worden naar het zuidelijke gedeelte van de Amsterdamsestraatweg. Bedrijfsomgeving Via Bedrijvigheid en Veiligheid hebben wij een bijdrage geleverd aan collectieve beveiliging. Voor de herstructurering van Lage Weide is 2,4 miljoen euro GSB III subsidie, 2,5 miljoen euro provincie subsidie en 2,5 miljoen euro Topper subsidie van het Ministerie van Economische Zaken beschikbaar. In februari 2006 is het herstructureringsprogramma Lage Weide vastgesteld en is gestart met de voorbereidingen van de uitvoering van de projecten.
Veiligheid Het programma Bedrijvigheid en Veiligheid is uitgevoerd. Dat gaat in samenwerking met de uitvoering van het programma openbare orde en veiligheid. Verder is een subsidieprijs van 1,2 miljoen euro ontvangen om de Utrechtse "Innovatie van de beveiligings- en alarmeringsketen" (Dienstencentrum Beveiliging) te verbreden en regionaal en landelijk op te schalen.
94
Arbeidsmarkt In het kader van het werkgelegenheidsoffensief versterken wij de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Dit doen wij met het project Makelaar arbeidsmarkt. Dit project is onder de naam VacatureServiceUtrecht inmiddels
met succes actief. Wel is geconstateerd dat mede door de actuele ontwikkelingen van economie en arbeidsmarkt, de matching in toenemende mate arbeids- en tijdsintensiever wordt. Het aanbod aan vacatures groeit, terwijl het aantal vlot te bemiddelen kandidaten sterk afneemt. Tegelijkertijd blijft een groep werkzoekenden aan de kant staan. In het kader van de Regio Business Dagen Utrecht is een symposium georganiseerd onder het motto Utrecht Werkt. Daarnaast zijn bijeenkomsten georganiseerd in Kanaleneiland en Overvecht. Om de dienstverlening die in Utrecht voor werkgevers beschikbaar is op het gebied van personeelswerving te verbeteren, is een flyer ontwikkeld die een goed overzicht geeft van de relevante partijen en de aangeboden diensten. Tender Pieken in de Delta 2006
Op basis van het Programmadocument Pieken in de Delta voor de Noordvleugel van de Randstad zijn concrete projectvoorstellen voor de vijf thema's ‘creatieve industrie’, ‘life sciences en medisch cluster’, ‘innovatieve logistiek en handel’, ‘toerisme en congressen’ en ‘kennis’ ingediend. Op basis van deze projectvoorstellen heeft het ministerie van Economische Zaken de projecten getoetst en gescoord op de subsidiecriteria. Dit heeft ertoe geleid dat de volgende projecten, waarvoor de gemeente Utrecht haar steun heeft uitgesproken, voor subsidieverlening in aanmerking komen:
• Research, valorisatie opkomende Infectieziekten • September Design Maand • De Nederlandse Gamedagen • The Dutch gamefactory • Creative Cities, creative industries Tevreden ondernemers Prestatie doelstelling 4.1 Verstrekken van informatie, leveren van dienstverlening en goede relatie onderhouden met individuele ondernemers en het georganiseerde bedrijfsleven. Individuele ondernemers In de maanden juli -september 2006 hebben wij met de Servicemeter, de tevredenheid gemeten van de bezoekers van de Bedrijvenwinkel. De respondenten gaven aan de dienstverlening van de Bedrijvenwinkel te waarderen met het rapportcijfer 8,3. Hiermee scoort de Bedrijvenwinkel boven het landelijke gemiddelde. Naast de voortzetting van de rapportage over de thema’s economische ontwikkeling en structuur zal het thema arbeidsmarkt nadrukkelijker dan voorheen worden belicht - mede gezien de ontwikkeling van het Werkgelegenheidsoffensief. Het aantal gerealiseerde klantcontacten ten opzichte van het voorgenomen aantal klantcontacten wijkt niet beduidend af. De geprognosticeerde groei heeft niet plaatsgevonden. Voor een deel is dit te verklaren uit het feit dat er voor de Bedrijvenwinkel al jaren geen PR en marketing wordt gedaan. Georganiseerd bedrijfsleven De ambtelijke en bestuurlijke contacten met het georganiseerde bedrijfsleven van de Binnenstad zijn gecontinueerd via het Platform Binnenstad Utrecht. Onderwerpen zoals binnenstadsmanagement en de verhoging van de parkeertarieven zijn in 2006 hot items geweest, evenals de bereikbaarheid van de binnenstad.
95
1.9.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
Profileren Utrecht als vestigingsplaats
1.173
1.599
1.824
-225
Versterken economische structuur
1.118
998
1.078
-80
Bevorderen economisch vestigingsklimaat
1.335
1.694
2.969
-1.275
551
573
579
-6
4.177
4.864
6.449
-1.585
4
146
541
395
Lasten
Optimaliseren dienstverlening aan ondernemers Totale lasten
Verschil
Baten Profileren Utrecht als vestigingsplaats Versterken economische structuur
1
0
192
192
Bevorderen economisch vestigingsklimaat
912
926
2.622
1.696
Optimaliseren dienstverlening aan ondernemers
142
180
210
30
Totale baten
1.059
1.252
3.565
2.313
Saldo lasten en baten
3.119
3.612
2.884
728
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
575
575
0
3.119
3.037
2.309
728
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Profileren Utrecht als vestigingsplaats
De hogere baten en lasten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door opdrachten en bijdragen van derden van 0,3 miljoen euro ( onder andere project Utrecht Investment Agency ). Versterken economische structuur
De hogere baten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door opdrachten en bijdragen van derden ten bedrage van 0,2 miljoen euro. Bevorderen economisch vestigingsklimaat Het verschil tussen begrote en werkelijke lasten bedraagt 1,275 miljoen euro. Dit wordt met name bepaald door een extra storting van 1,1 miljoen euro in de voorziening GSB-III, omdat het Rijk de kasmiddelen voor de komende jaren vervroegd heeft uitgekeerd. Naast enkele kleinere posten resteert een bedrag van 0,124 miljoen euro aangaande nog niet afgerekende subsidietoezeggingen (bestedingsvoorstel). De baten zijn ten opzichte van de begroting toegenomen met 1,696 miljoen euro. Net als bij de lasten betreft het voornamelijk de vervroegde uitkering van 1,1 miljoen euro in
het kader van GSB-III. Van de provincie en derden is een totaal bedrag van 0,596 miljoen euro ontvangen in het kader van diverse projecten, ondermeer herinrichting Plantage, Stichting Wijk in Bedrijf Westflank en Makelaar Arbeidsmarkt. Optimaliseren dienstverlening aan ondernemers De hogere baten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere legesopbrengsten.
96
Resultaat programma
728
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve Economisch vestigingsklimaat, Economische structuur, Dienstverlening
• ondernemers, Profiel Utrecht • Werkgelegenheidsoffensief
Bedrijfsreserve Dienst Stadsontwikkeling
-719 -436 -283 -9
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve
0
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
0
GSB-gelden De uitgaven ten laste van de voorzieningen bedragen voor: GSB-II 1,0 miljoen euro
• • GSB-III
1,3 miljoen euro
97
1.10 Cultuur In het programma Cultuur zijn opgenomen de activiteiten van de diensten Maatschappelijke Ontwikkeling (Culturele Zaken), Muziekcentrum Vredenburg, Stadsschouwburg, Centraal Museum en Gemeentebibliotheek (Kunstuitleen).
1.10.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling
Het verder profileren van Utrecht als aantrekkelijke cultuurstad met internationale allure. Effectdoelstelling 1 Programmering: de stad heeft een publiek van kenners en niet-kenners een veelzijdig, divers, artistiek interessant aanbod van culturele programma’s te bieden, georganiseerd en geprogrammeerd door een breed scala van culturele instellingen. Effectdoelstelling 2 Productie: de stad kenmerkt zich door een bloeiend productieklimaat, dat makers in uiteenlopende disciplines – professioneel en amateur, aankomend en gearriveerd – aan de stad bindt en ze inspireert tot kwalitatief hoogstaande producties en projecten. Effectdoelstelling 3 Participatie: een breed, divers samengesteld publiek van kenners en niet-kenners, afkomstig van binnen en buiten de stad, neemt deel aan het culturele leven in de stad. Vanuit een samenhangende visie op de programmering, productie en participatie van kunst en cultuur is bijgedragen aan de attractieve uitstraling en sterke economische positie van onze stad. Utrecht staat in de top-3 van aantrekkelijke steden en is vooral onder jongeren favoriet, dankzij een combinatie van veelzijdig en interessant aanbod, kunstenaars die zich hier thuis voelen en volop nieuwsgierig publiek. In 2006 zijn belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van het Muziekpaleis, dat naar verwachting in 2011 zijn deuren zal openen. Met activiteiten en investeringen in
accommodaties en broedplaatsen buiten het centrum is bijgedragen aan de vitaliteit en leefbaarheid van diverse wijken. Het programma Vrede van Utrecht heeft zowel op wijkniveau als (inter)nationaal de aandacht getrokken. De Culturele Zondagen waren opnieuw succesvol in het mobiliseren van publiek voor uiteenlopende vormen van kunst en cultuur. Relevante omgevingsfactoren Geen wijzigingen ten opzichte van de begroting.
99
Effect indicatoren
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
nulmeting
indicator vervalt
handhaving positie
positie gehandhaafd
totaal aantal programmeringsactiviteiten culturele 1.1
instellingen * positie in top-3 meest aantrekkelijke steden op grond
van cultureel aanbod
1.1
aantal positief gewaardeerde culturele instellingen in het 2.1
kader van cultuurnota 2005-2008
26
26
3.1
totaal aantal bezoekers culturele instellingen **
1.300.000
1.800.000
3.1
waardering Utrechters voor cultuuraanbod
Nulmeting
86%
* 1.1: Er is afgezien van een nulmeting omdat het optellen van uiteenlopende activiteiten als concerten, workshops, exposities, theater- en filmvoorstellingen, lezingen en verhuur weinig tot niets bijdraagt aan goed inzicht in het behalen van de effect- en prestatiedoelstellingen. Bij de Marap 2007 en de begroting 2008 worden nieuwe indicatoren geïntroduceerd. ** 3.1: Het aantal bezoekers is een globale optelling van bezoekcijfers van Schouwburg, Vredenburg en Centraal Museum en de gesubsidieerde podia, festivals, presentatieplekken. Ook is het aantal bezoekers van de Culturele Zondagen en de Vrede van Utrecht meegeteld, al overlappen deze voor een deel met die van de individuele instellingen. In de begroting 2006 waren lang niet al deze instellingen in deze globale telling meegenomen, wat het verschil tussen begroting en realisatie verklaart.
1.10.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Programmering Prestatiedoelstelling 1.1 Het faciliteren van voldoende goed geoutilleerde culturele accommodaties.
• Het Muziekpaleis: het definitief ontwerp is vastgesteld en de organisatieontwikkeling is in gang gezet. Medio 2007 wordt gestart met de sloop en nieuwbouw. • Cultuurhuis Leidsche Rijn: realisatie op de locatie Azotod bleek niet mogelijk; alternatief is de Hoge Woerd. Andere beoogde functies zijn het Educatiecentrum voor Natuur en Milieu en het Archeologisch Centrum. In 2006 is een
haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Het bedrijfsplan van de beoogd cultureel ondernemer is voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie, die begin 2007 advies uitbrengt.
• De mogelijkheden voor realisering en exploitatie van een voorziening voor grootschalig (amusements)theater in Leidsche Rijn, in aanvulling op de Stadsschouwburg, worden in 2007 nader bezien. • De verbouwing van Museum Speelklok is afgerond. • De Stefanuskerk in Overvecht is met ingang van 2006 voor twee jaar gehuurd en in gebruik als podium voor de
wijk, te programmeren door Zimihc, en als werk-, repetitie- en presentatieruimte voor onder meer Stut Theater en het kunstenaarscollectief De Bonte Koe (onder andere Rosa Ensemble). In 2007 wordt onderzoek gedaan naar
verwerving en exploitatie.
• Er is een begin gemaakt met de verbouwing van de Leeuwenbergh, die vanaf najaar 2007 dienst doet als alternatief podium voor de kleine-zaalprogrammering van Muziekcentrum Vredenburg.
Prestatiedoelstelling 1.2 Het faciliteren van artistiek aantrekkelijke programmeringsactiviteiten van Utrechtse culturele instellingen.
• Muziekcentrum Vredenburg: Een van de hoogtepunten was het Internationaal Kamermuziekfestival onder leiding van Janine Jansen. In Cross Linx, een festival met cross-overs tussen nieuwe, klassieke muziek en andere
muziekgenres, trad Yann Tiersen (bekend van filmmuziek) op. Eveneens bijzonder waren Anne Sofie von Otter, de
100
operadiva, die onder andere populaire liederen van Abba vertolkte, en een avondvullend programma rondom
Franse chansons (Le Grand Parade). Vredenburg verzorgde ook een educatief programma voor scholieren. Het
Muziekcentrum sluit per 1 juli 2007 zijn deuren en gaat gedurende vier jaar verder op de tijdelijke locaties Central
Studio’s (september-december 2007), Leidsche Rijn en Leeuwenbergh. In 2006 zijn de nodige voorbereidingen in gang gezet om deze op tijd operationeel te maken. De projectwerkzaamheden rondom het project Muziekpaleis (gebouw, samenwerkingsovereenkomst deelnemers, etcetera) liepen in 2006 door.
• De Stadsschouwburg heeft zijn 65-jarig bestaan gevierd met onder andere de manifestatie Kunst In Oorlog, in samenwerking met de Vrede van Utrecht. Op verschillende locaties was een groot aantal voorstellingen en
concerten te zien, aangevuld met debatten, lezingen en een tentoonstelling. Growing Up kreeg een schrijf- en
productieopdracht voor een stuk over Mussert. De schouwburg bracht de eigen productie ‘Revue 65’ uit met tekst en regie van Gerardjan Rijnders en tal van meer of minder bekende Utrechtse artiesten in de cast. Ook de serie
voorstellingen van ‘August’ door de Paardenkathedraal gold als lustrumactiviteit. De eigen productie ‘De
Vertolking’ werd voor de vijfde keer uitgebracht. De schouwburg deed mee aan verschillende Culturele Zondagen en gaf onderdak aan de festivals Tweetakt, Nederlands Filmfestival en Oude Muziek.
• Centraal Museum: Op 16 februari 2006 opende prinses Laurentien het Dick Bruna Huis, dat het hele jaar
uiteenlopende bezoekers trekt, van jonge ouders met kinderen tot Japanse toeristen. Velen bezoeken ook het
hoofdgebouw. Ruim 1400 collectiestukken die niet meer binnen de verzameling pasten zijn in 2006 ‘afgestoten’. Ruim 750 stukken die niet ‘herplaatst’ konden worden bij Nederlandse musea en rechthebbenden zijn door
veilinghuis Sotheby’s geveild. De opbrengst van ruim 200.000 euro is deels gebruikt voor aankopen: ‘Osmosis & Excess’ van Aernout Mik, ‘Xteriors XII’ van Desirée Dolron en ‘The Altar’ van Damien Hirst. Het overige deel is
gereserveerd voor restauratie van collectiestukken. De Junior Museumcommissie, begin 2006 geïnstalleerd en
bestaande uit de zeven Utrechtse studenten en werkende jongeren, presenteerde onder de naam ‘Xpose’ diverse
activiteiten en de tentoonstelling ‘Humor vs Art’. Veel belangstelling was er voor de activiteiten rond
tentoonstellingen, zoals debatten. Voor de jongste bezoekers waren er voorleesmiddagen, het knutselatelier en de ‘Welterusten Nijntje’ avonden.
• begrotingsbehandeling 2007 structureel is gemaakt. • Op advies van de adviescommissie Podiumkunst is onderzoek gedaan naar de toekomst voor de programmering Poppodium Ekko ontving in 2006 ten behoeve van de exploitatie een eenmalige extra bijdrage, die bij de
van muziek in kerken in samenhang met een zomerprogrammering. Het onderzoeksrapport wordt begin 2007 voorgelegd aan (potentiële) partners in de stad.
Productie Prestatiedoelstelling 2.1
Het faciliteren van huisvesting en werkruimten ten behoeve van Utrechtse makers.
• De werkruimten aan de Draaiweg (Noord-West) zijn gerealiseerd. • De realisatie van het Huis voor Amateurkunst heeft vertraging opgelopen als onderdeel van de grotere investering in de Christina Beatrixschool (Vorstelijk Complex, Zuilen). Het Definitief Ontwerp is naar verwachting begin 2007 klaar.
• Door vertraging in de artikel-19 procedure kon in 2006 niet begonnen worden met de bouw van het
Muziekgebouw voor Utrechtse muziekensembles (Hoogstraat aan de Vecht, Noord-West). Begin 2007 is de
bouwvergunning verleend. Realisatie is voorzien in 2007.
• Het haalbaarheidsonderzoek naar realisatie gezamenlijke huisvesting Grafisch Atelier Utrecht en Centrum
Beeldende Kunst Utrecht in pand Plompetorengracht (Binnenstad) is afgerond en heeft geresulteerd in samengaan
van GAU en CBK per 1 januari 2007. Het CBK is op die datum verhuisd naar tijdelijke huisvesting naast het GAU. De verbouwing Plompetorengracht start eind 2007.
• Eind 2006 is een haalbaarheidsonderzoek gepresenteerd naar de realisatie werkruimten Grave van Solmsstraat (Noord-Oost). Het plan dient binnen de beschikbare budgetten nader te worden uitgewerkt. • Atelierwoningen in het Witte Pand (Hoogstraat aan de Vecht, Noord-West): overleg met Stichting Werkruimte Kunstenaars en de projectontwikkelaar zal in 2007 leiden tot verdere afstemming en planning van werkzaamheden. • Atelierwoningen Het Zand (Leidsche Rijn): de uitwerking van de plannen is voorlopig uitgesteld tot medio 2007 omdat verwerving van grond niet voorspoedig verloopt (veiling Vleuten).
101
Prestatiedoelstelling 2.2 Het faciliteren van artistiek interessante productieactiviteiten van Utrechtse makers. Geen afwijkingen van de begroting.
Participatie Prestatie doelstelling 3.1 Het bevorderen van de betrokkenheid bij cultuur van een breed publiek van kenners en niet-kenners afkomstig uit Utrecht en daarbuiten.
• De projecten die een meerjarige projectsubsidie ontvangen in het kader van Cultuurbereik 2005-2008 zijn gevisiteerd. • In het kader van het programma Versterking Cultuureducatie in het primair onderwijs (met 1 jaar verlengd t/m
2007) waren 23 basisscholen betrokken bij het door het Utrechts Centrum voor de Kunsten ontwikkelde traject
Kunst en Cultuur Koers.
• Wij ondersteunen Netwerk CS Utrecht, gericht op de implementatie van culturele diversiteit in culturele organisaties, in de periode 2006-2008. Er • zijn twaalf Culturele Zondagen georganiseerd.* Het aantal bezoekers is, mede dankzij gunstige weersomstandigheden, opnieuw gestegen. Uitschieter was het Uitfeest met meer dan 400 gratis activiteiten. • Beyond: medio 2006 zijn op de Hoge Woerd in Leidsche Rijn twee parasites getiteld Ste Bazeille gerealiseerd. Deze bieden onderdak aan het centrum natuur- en milieu educatie en presentaties over archeologie. In 2006 vonden
diverse tentoonstellingen plaats in Het Gebouw van Stanley Brouwn. Het Roulette-project van Manfred Pernice met geselecteerde beelden uit de openbare ruimte van de bestaande stad is mei 2006 van start gegaan. In het kader van het project House for Sale hebben acht beeldend kunstenaars/architecten een woonhuis ontworpen op een
kavel in Leidsche Rijn. Het publiek koos voor het ontwerp van Aarsman/Kessels. In 2007 zullen fondsen worden geworven om realisatie mogelijk te maken.
• Fonds Stadsverfraaiing: het project Stationsgebied bevindt zich in een voorbereidende fase. Er zijn kunstprojecten opgeleverd in het kader van de 1,5% regeling, waaronder een gebrandschilderd raam in het vernieuwde
Bonifatiuscollege. Andere 1,5% opdrachten naderen hun voltooiing, zoals een mozaïektegelvloer op het
buitenterrein van Hart van Noord. De fontein van de kunstenaar Gerhard Mertz wordt begin 2007 opgeleverd als
onderdeel van de As van Berlage.
• Het aantal abonnementen van de Kunstuitleen Utrecht (Gemeentebibliotheek) is met 7% gestegen. De groeiende
beschikbaarheid van een digitale collectie, ook via internet te raadplegen, de aanwezigheid van publiekspc’s in de uitleen en diverse thematische presentaties hebben bijgedragen aan een laagdrempeliger kennismaking met
hedendaagse kunst. Programmering tijdens Culturele Zondagen, het Uitfeest en activiteiten in de tuin trokken circa 13.000 bezoekers. Daarnaast organiseerde de Kunstuitleen educatieve projecten gericht op leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs.
• Neventaak van de lokale omroep is de ondersteuning van de lokale multiculturele jongerenomroep FunX. Het
convenant over FunX tussen het rijk en de vier grote steden is met twee jaar verlengd. Onderzocht wordt wat de beste financieringsmogelijkheid van FunX voor de toekomst is: voortzetting van de bestaande gemengde financiering, rijksfinanciering, onderdeel landelijke publieke omroep of commerciële omroep.
• Onder de paraplu van de Vrede van Utrecht is november 2006 Kosmopolis Utrecht van start gegaan: de Utrechtse variant van het landelijke Kosmopolis-initiatief gewijd aan ontmoeting en dialoog via cultuur in de vier grote
steden. Kosmopolis Utrecht krijgt in de periode 2007-2008 vorm aan de hand van de thema’s community art, spirituele muziek en interreligieuze dialoog en nieuwe media en gaming.
* In de begroting 2006 is per abuis het aantal van twintig culturele zondagen opgevoerd. Het juiste aantal (begroting én realisatie) is twaalf. Prestatiedoelstelling 3.2 Internationale uitwisseling en samenwerking dragen bij aan het vergroten van de belangstelling vanuit het buitenland voor Utrecht Cultuurstad.
102
De Stichting Vrede van Utrecht is in 2006 van start gegaan met de uitvoering van activiteiten in het kader van het meerjarig samenwerkingsprogramma van gemeente en provincie. In 2006 zijn ruim 80.000 bezoekers bereikt met een veelkleurig (internationaal) programma van muziek, lezingen, community arts, theater en exposities. Wij hebben met de provincie een evaluatie uitgevoerd over de periode 2004-medio 2006, als opmaat naar een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2007-2010. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
1
1
1.1
aantal gerealiseerde en/of aangepaste accommodaties
1.2
aantal voorstellingen Stadsschouwburg
445
484
1.2
aantal concerten Muziekcentrum Vredenburg
425
460
1.2
aantal tentoonstellingen Centraal Museum
20
26 indicator
aantal voorstellingen, concerten, presentaties 1.2
gesubsidieerde instellingen *
2.1
aantal gerealiseerde permanente werkruimten **
nulmeting
vervalt
30
51
aantal gehonoreerde projectaanvragen (amateurkunst, 2.1
podiumkunst, beeldende kunst, film/av)
110
118
3.1
aantal gesubsidieerde verenigingen amateurkunst
126
118
3.1
aantal bezoekers Stadsschouwburg
205.000
213.000
3.1
aantal bezoekers Muziekcentrum Vredenburg
330.000
305.000
3.1
aantal bezoekers Centraal Museum
120.000
128.000
450.000
930.000
3.110
3.355
120.000
225.000
nulmeting
bekend mei 2007
aantal bezoekers gesubsidieerde programmerende 3.1
instellingen *
3.1
aantal abonnementen Kunstuitleen Utrecht
3.1
aantal bezoekers Culturele Zondagen
3.2
aantal internationale coproducties en manifestaties
* Zie opmerking bij effectindicatoren; NB met ingang van deze verantwoording 2006 worden bij 3.1 ook de bezoekersaantallen van de Vrede van Utrecht meegeteld. ** In totaal zijn er, in vergelijking met 2005, 101 werkruimten bijgekomen: 51 permanent en 50 tijdelijk; het totale aantal beschikbare werkruimten bedroeg in 2006 706.
1.10.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
605
Verschil
Lasten Programmeringsactiviteiten
39.123
39.896
39.290
Productieactiviteiten
3.040
2.879
2.835
44
Participatieactiviteiten
3.611
4.945
5.043
-98
850
850
946
-96
46.624
48.570
48.115
455
Internationalisering Totaal lasten
103
Baten Programmeringsactiviteiten
13.932
14.145
13.888
0
0
45
45
681
1.414
1.635
221
0
0
137
137
Totaal baten
14.613
15.559
15.704
145
Saldo lasten en baten
32.011
33.011
32.411
600
Productieactiviteiten Participatieactiviteiten Internationalisering
-258
Mutaties reserves Toevoegingen
511
1.536
1.536
0
Onttrekkingen
2.949
3.836
3.853
17
29.574
30.711
30.094
617
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Programmeringsactiviteiten
De lagere lasten van 0,6 miljoen euro worden met name veroorzaakt doordat de lasten van een rijksuitkering ten behoeve van Beeldende Kunst en Vormgeving van 0,95 miljoen euro rechtstreeks ten gunste van een voorziening zijn gebracht. Hierdoor zijn ook de baten lager. Per saldo zijn de baten 0,26 miljoen euro lager, doordat er ook nog hogere inkomsten bij het Muziekcentrum Vredenburg (0,5 miljoen euro) en het Centraal museum (0,21 miljoen euro) zijn, als gevolg van hogere bezoekersaantallen en subsidies. Wij stellen voor de diverse voor- en nadelen op deze doelstelling met de daarvoor beschikbare bestemmingreserves te verrekenen. Participatieactiviteiten De hogere baten van 0,2 miljoen euro betreffen voornamelijk extra inkomsten (en uitgaven) voor Beyond (166.000 euro). Internationalisering De hogere lasten (96.000 euro) en baten (137.000 euro) betreffen extra uitgaven en inkomsten voor de uitvoering van het Programma Vrede van Utrecht (cofinanciering Provincie). Resultaat programma
617
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve Routine-investeringen SSB en MCV Reserve Depot Centraal Museum Overig Bedrijfsreserves MCV/SSB/GBU
-374 -121 -88 -165 -343
Dekkingsvoorstellen Bedrijfsreserve DMO Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
104
101 0
1.11 Sport 1.11.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Bijdrage leveren aan de attractiviteit van de stad door het faciliteren en stimuleren van sport en beweging en door versterking van het (top)sportklimaat. Effectdoelstelling 1 Sportaccommodaties: meer inwoners die tevreden zijn over de sportvoorzieningen in de stad. Door tevredenheid van de inwoners van de stad over onze sportvoorzieningen dragen wij bij aan het faciliteren van sport en beweging. Dit jaar was 64% van onze inwoners tevreden over onze sportvoorzieningen. Effectdoelstelling 2 Zwembaden: lichte groei van het bezoekersaantal van de vier Utrechtse zwembaden. Door een lichte groei van het aantal bezoekers van de zwembaden dragen wij bij aan het stimuleren van sport en beweging. Het verwachte bezoekersaantal van 769.000 bezoekers is niet gerealiseerd in 2006. Het werkelijke
bezoekersaantal is 713.823. Dit lagere aantal is deels te verklaren door de sluiting van zwembad de Kwakel in verband met groot onderhoud. Daarnaast is het recreatiebezoek op hetzelfde niveau gebleven als in 2005, terwijl er een
stijging werd verwacht. Deze tendens sluit aan bij landelijke cijfers voor recreatief bezoek. Daarnaast is het sportzwemmen vanaf 2004 afgenomen met ongeveer 20.000 bezoekers. Effectdoelstelling 3 Buitenaccommodaties: realiseren van een optimale bezettingsgraad met aandacht voor nieuwe toepassingsmogelijkheden zoals kunstgras. Door realisering van een optimale bezettingsgraad van buitenaccommodaties dragen wij bij aan het faciliteren van (vooral) de georganiseerde sport. De bezettingsgraad was zoals begroot 76%. Effectdoelstelling 4 Binnenaccommodaties: realiseren van een optimale bezettingsgraad en een groter aantal huurders. Door realisering van een optimale bezettingsgraad voor sporthallen en een groter aantal huurders van gymzalen dragen wij bij aan het faciliteren van sport en beweging. Het gemiddeld bezettingspercentage van de sporthallen is iets teruggelopen (52,3%). De oorzaak ligt in de opstartproblematiek van sporthal De Paperclip. In de tweede helft van 2006 vertoonde de bezetting al een vergelijkbaar patroon met de andere hallen. Het aantal huurders van gymzalen is sneller gestegen dan verwacht. Het grootste deel van de stijging komt voor rekening van particuliere huurders die gymzalen afhuren voor bijvoorbeeld verjaardagen. Effectdoelstelling 5 Sportstimulering: hogere sportdeelname door het bevorderen van meer jeugdsportdeelname in wijken waar weinig kinderen lid zijn van een vereniging (waar deze onder het gemiddelde van 63% ligt). Wij streven naar een verhoging van het lidmaatschap van verenigingen van 2% in de wijken Zuidwest (38>40%), Overvecht (51>53%), West (54>56%) en Noordwest (56>58%). Door meer jeugdsportdeelname dragen wij bij aan het stimuleren van sport en beweging. Het werkelijke percentage jeugdsportdeelname wordt pas in de loop van 2007 bekend. 105
Effectdoelstelling 6 Topsport: bevorderen van topsport en (top)sportevenementen en vrijetijdsactiviteiten, op stedelijk en wijkniveau. Door meer (top)sportevenementen dragen wij bij aan het versterken van het (top)sportklimaat. Afgelopen jaar was er één evenement meer dan gepland. Effect indicatoren
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
64%
64%
1
Tevreden inwoners van Utrecht
2
Bezoekersaantal zwembaden
769.000
713.823
3
Bezettingsgraad buitenaccommodaties
76%
76%
4.1
Bezettingsgraad sporthallen
53%
52%
4.2
Aantal huurders gymzalen
385
437
5
Jeugdsportdeelname
40-58%
*
6
(Top)sportevenementen
13
14
*Gegevens in de loop van 2007 bekend Relevante omgevingsfactoren
De veiligheidsbeleving van zowel de medewerkers als de klanten is in 2006 in de Utrechtse zwembaden omhoog gegaan. De klanten waarderen de veiligheid bij: Aquacenter Den Hommel met 7,0
• • De Kwakel met 7,2 • Fletiomare met 7,6
De medewerkers geven aan dat het aantal problemen met jongeren is gedaald. In 2006 is voor het plegen van achterstallig onderhoud 1,2 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is 0,6 miljoen euro daadwerkelijk besteed in 2006.
1.11.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Sportaccommodaties Prestatiedoelstelling 1.1 Sportaccommodaties, beleid en ontwikkeling: planning en ontwikkeling van voldoende kwalitatief goede basisvoorzieningen. Er zijn in 2006 drie basisvoorzieningen gerealiseerd. De sportzaal in Forum Hart van Noord en de sporthal en
sportpark de Paperclip zijn opgeleverd. Sportpark Verthoren is daarmee bijna geheel overbodig en is voor een groot deel afgestoten. Een deel van de atletiekbaan Amaliapark is opgeleverd (ander deel zomer 2007) en de sporthal in de Sportcampus, opgeleverd in 2006, maakt deel uit van een groot scholencomplex. De eerste fase van het sportpark voor hockeyvereniging MHC Fletiomare is gereed en in gebruik genomen. De sporthallen De Weide Wereld (voorheen KC Noord) en Fletiomare Oost en de gymzaal in Parkwijk worden pas in 2007 opgeleverd vanwege vertragingen in de realisatiefase. Teneinde binnenstedelijke en wijkgebonden sportaccommodaties naar een hoger kwaliteitsniveau te brengen zijn de plannen voor herontwikkeling van sportpark de Dreef, Welgelegen en Thorbeckepark verder ontwikkeld.
106
Zwembaden Prestatiedoelstelling 2.1
Door middel van activiteiten verkrijgen en behouden van keurmerkcertificaat zwembaden. Ook in 2006 hebben de zwembaden Fletiomare, de Kwakel en den Hommel het landelijk keurmerk zwembaden behaald. Hierdoor is aan de wettelijke normering voor zwembaden voldaan. We hebben gewacht met het maken van een inventarisatie voor het keurmerk van zwembad Krommerijn omdat de inhoud te veel afhankelijk is van de gekozen nieuwbouwvariant. In het kader van het keurmerk zijn ook de toezichtsplannen en het calamiteitenplan verder aangescherpt. Voor zwembad de Kwakel is een plan ingediend en krediet verleend om een verbouwing te realiseren waardoor de arbeidsomstandigheden voor het personeel worden verbeterd. Door een nieuw bestemmingsplan met
geringere bouwmogelijkheden werd de braakliggende grond tussen Aquacenter Den Hommel en het ernaast gelegen tennispark ongeschikt om te gebruiken voor facilitaire sportuitbreiding ten behoeve van het zwembad. Op deze grond zullen nu twee nieuwe Smash Courttennisbanen worden aangelegd. Nieuwe doelgroepen werden benaderd bij aquafitactiviteiten: kidsfit, kids in balans en aquafitness. Nieuw lesaanbod was beschikbaar bij swimfit en zwemmen voor (allochtone) vrouwen.
Buitenaccommodaties Prestatiedoelstelling 3.1 In stand houden van kwaliteit van onder ISA Sport keur aangelegde sportparken. Dit keur is op nationaal niveau geaccrediteerd door de grote nationale sportbonden.
Ook het onderhoud van kunstgrasvelden is inmiddels ingepland in het nieuwe onderhoudsschema. Het materiaal werd aangepast zodat er ook op steilere hellingen gemaaid kon worden. De oplevering van Sportpark Vrijheit (Desto, totaal 119.000 m2) is doorgeschoven naar 2007 vanwege zettingsproblemen van de grond. De grond die tijdelijk uit de Haarrijnse Plas was opgebracht bleek niet geschikt als ophoogmateriaal. Op sportpark Den Hommel werd aan het einde van het jaar gestart met de werkgroep Veilig Ondernemen. Onder leiding van een projectleider en alle partijen waaronder het zwembad, de tennisvereniging en de Nederlandse bridgebond werden de eerste stappen gezet voor een duurzaam beheer van het park. Het onderhoud van veldjes bij geclusterde voorzieningen (Voorn en Waterwin) is opgepakt in 2006. De renovatie van het hoofdveld van Zwaluwen Utrecht 1911 is voltooid.
Binnenaccommodaties Prestatiedoelstelling 4.1 In stand houden kwaliteit binnenaccommodaties door handhaving kwaliteitsniveau sporthallen die ingericht zijn naar eisen NOC*NSF. In de zomer van 2006 zijn wij gestart met het facilitair beheer van vijf multifunctionele clusters. Kindercluster Voorn, Forums Waterwin en ‘t Zand en Hart van Noord zijn in beheer genomen. De 5e cluster Weide Wereld wordt in 2007 opgeleverd. De schoolbesturen en andere huurders zijn heel tevreden over deze nieuwe dienstverlening. De nieuwe accommodaties Paperclip en Sportcampus vragen veel aandacht door de nieuwe samenwerkingsvormen en de daarmee samenhangende administratief complexere contracten. Op het gebied van planmatig onderhoud is veel werk verricht. Diverse vloeren en daken zijn gerenoveerd en de technische installaties van gymzalen zijn grootschalig aangepakt en voldoen aan de noodzakelijke normering. Alle sporttoestellen zijn in 2006 gecontroleerd door een gecertificeerd bedrijf. Afgekeurde toestellen zijn vervangen. De
controle op sleutelplanden is geïntensiveerd. Door meer aandacht te geven aan groenvoorzieningen rond de zalen is de sociale veiligheid verbeterd.
107
Sportstimulering Prestatiedoelstelling 5.1
Effectieve verenigingsondersteuning. De jeugdgerichtheid bij verenigingen is in 2006 verbeterd, het aantal netwerken per tak van sport is van acht naar tien gestegen. Door de extra middelen van de Buurt Onderwijs Sport (BOS) Impuls hebben we in wijken waar te weinig kinderen lid zijn van een sportvereniging vijftien extra verenigingen ondersteund. Het totaal aantal jeugdleden van verenigingen aangesloten bij de Vereniging Sportbelang Utrecht (VSU) is met meer dan duizend leden gegroeid. Prestatiedoelstelling 5.2 Door wijkactiviteiten zorgen dat meer kinderen in aanraking komen met sportverenigingen. Dit gebeurt door meer verenigingen te laten deelnemen aan jeugdsportprogramma’s in wijken waar de jeugdsportdeelname onder het gemiddelde ligt. De subsidies voor sportstimulering in de wijken zijn toegekend op basis van de jeugdsportdeelname per wijk. De programma’s Sport Scoort! en Enjoy Sports, de sport in de wijk activiteiten, het begeleide sportaanbod op de playgrounds en de toernooien vonden plaats in nauwe samenwerking met de sportverenigingen. Met name binnen Sport Scoort!, het programma voor de jeugd in de basisschoolleeftijd, zijn er steeds meer samenwerkingsverbanden met sportverenigingen ontstaan. In elke wijk werd met minimaal drie sportverenigingen samengewerkt. Hierdoor konden steeds meer takken van sport worden aangeboden en werd toeleiding gemakkelijker, omdat de
sportvereniging al enigszins bekend was bij de kinderen. In de hele projectperiode is er met meer dan 50 sportverenigingen samengewerkt. Succesvolle toeleiding is moeilijk meetbaar. Toch is in 2005 een poging gedaan door de wijken. Van de 3500-4000 kinderen die in 2005 sportten bij Sport Scoort! zijn ongeveer 350 kinderen toegeleid om lid te worden of om een proefles te volgen. Dit is bijna 10%. Het aantal deelnemers Enjoy Sports uit de eerste drie klassen van het VMBO steeg in 2006 met 7% waardoor nu bijna 1/3 deel van de VMBO-leerlingen aan sport doet. In 2006 zijn nieuwe BOSprojecten van start gegaan in de wijken West en Noordwest en zijn BOS-aanvragen gehonoreerd voor de start van projecten in de wijken Overvecht, Noordoost/Oost en Leidsche Rijn per 2007.
Topsport Prestatiedoelstelling 6.1 Door acquisitie en stimulering van grote evenementen versterking van het topsportklimaat. Het WK Kempo karate, het internationale Paasworsteltoernooi van De Halter en de sterk groeiende Fortismarathon werden in 2006 met veel succes georganiseerd. Verder werd een groot nationaal evenement, de Ride for the Roses,
georganiseerd waar 10.000 mensen aan deelnamen. Het Europees Jeugd Olympisch Festival 2011 is helaas niet aan Nederland en Utrecht toegekend. Het acquisitietraject voor de start van de Tour de France is in 2006 voortgezet.
108
Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2006
1
Basisvoorzieningen
2
Keurmerkindicatoren zwembaden
3
Aantal realisatie/renovatieprojecten (sportoppervlak in m2)
Realisatie 2006
98
96
Behoud keurmerk
Behoud keurmerk
3 (334.000)
2 (215.000)
4
Aantal sporthallen ingericht naar eisen
13
13
5.1
Aantal jeugdleden aangesloten bij VSU
11.600
12.645*
5.2
Aantal deelnemende verenigingen
45
50
6
Aantal internationale sportevenementen
2
2
* In werkelijkheid is het aantal jeugdleden nóg groter, omdat een aantal verenigingen geen gescheiden jeugd/senioren opgave gedaan heeft. De VSU kan deze gegevens in 2007 leveren, nu schatten wij het aantal jeugdleden op 15.000.
1.11.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
2006
2006
Lasten
Verschil Realisatie 2006
actueel en realisatie
Sportaccommodaties
1.727
1.938
1.873
65
Zwembaden
8.012
9.666
9.527
139
Buitenaccommodaties
5.813
9.928
9.622
306
Binnenaccommodaties
6.043
7.513
7.861
-348
Sportstimulering
1.807
2.139
1.894
245
707
723
704
20
24.109
31.909
31.482
428
Topsport Totaal lasten Baten Sportaccommodaties Zwembaden
0
0
63
63
3.844
3.783
3.488
-295
Buitenaccommodaties
1.213
3.247
3.283
36
Binnenaccommodaties
1.708
2.128
2.504
376
135
468
538
71
0
0
46
46
6.901
9.626
9.922
296
17.208
22.283
21.559
724
240
10.474
10.474
0
9.891
10.121
230
22.865
21.912
953
Sportstimulering Topsport Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen Onttrekkingen Saldo na mutaties reserves
17.448
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
109
Financiële toelichting Zwembaden
De lagere baten worden veroorzaakt door de sluiting van zwembad de Kwakel en lagere inkomsten van sauna Den Hommel. Daarnaast heeft de verwachte stijging van het recreatiebezoek niet plaatsgevonden. Binnenaccommodaties De hogere lasten worden grotendeels veroorzaakt door hogere energiekosten (298.000 euro). Door extra inkomsten als gevolg van de toename van de accommodaties in Leidsche Rijn (235.000 euro), doorbelasting van energiekosten (100.000 euro) en het facilitair beheer van vijf multifunctionele clusters (107.000 euro) zijn de baten gestegen. Sportstimulering
De lagere lasten worden grotendeels veroorzaakt door de spreiding van de uitgaven voor de BOS impuls over meerdere jaren. De inkomsten van het Rijk hiervoor zijn in 2006 ontvangen, wij stellen voor het restant in een specifieke bestemmingsreserve te storten. Het verschil tussen de begrote en werkelijke reserves wordt veroorzaakt door de onttrekkingen aan de vaste activa reserves. Resultaat programma
953
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
-538
BOS impuls
-235
Afkoop Loosdrecht
-250
Overig Bedrijfsreserve DMO
-53 -706
Dekkingsvoorstellen Diverse bestemmingsreserves Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
110
291 0
1.12 Openbare orde en (wijk)veiligheid Algemene doelstelling De inwoners van Utrecht noemen criminaliteit nog altijd het belangrijkste stedelijke probleem dat met voorrang moet worden aangepakt. Een veilige stad is dan ook de hoofddoelstelling van ons programma Openbare Orde en (Wijk)Veiligheid.
1.12.1 Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1 Geregistreerde criminaliteit gedaald: in 2006 is in Utrecht de geregistreerde criminaliteit gedaald; vooral het aantal slachtoffers van geweld en het aantal mensen dat jongerenoverlast ervaart is verminderd. Geregistreerde criminaliteit Ook in 2006 is onder het motto ‘Utrecht Veilig! Dat doen we samen’ intensief samengewerkt tussen gemeente, politie en Openbaar Ministerie, wijkwelzijnsorganisaties, ondernemers, bewoners en andere partners in veiligheid. De sterke daling van de geregistreerde criminaliteit van de voorgaande jaren heeft zich in 2006 helaas niet doorgezet. De
geregistreerde criminaliteit is in 2006 licht gestegen met 2%. Dit in tegenstelling tot 2004 en 2005 toen er nog een duidelijke daling zichtbaar was. De lichte stijging in 2006 wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de autokraken (+13%) en woninginbraken (+21%). Het terugdringen van deze vormen van criminaliteit zal dan ook een van de prioriteiten zijn in 2007. Gelukkig werpt onze gezamenlijke aanpak voor het terugdringen van geweld wel haar vruchten af. Aanpak jongerenoverlast De aanpak van jongerenoverlast is in 2006 voortgezet. De aanpak heeft een integraal karakter, Bij de aanpak zijn het
wijkbureau, de politie en het jeugdwelzijnswerk betrokken. De kern van de aanpak is om op systematische wijze, met weinig extra middelen en op basis van samenwerking, te zoeken naar oplossingen voor overlast van jongeren. Door het inventariseren van klachten en het doen van gerichte inzet van jongerenwerk op groepen (bezoeken en waar mogelijk extra activiteiten zoals sport) wordt een bijdrage geleverd aan de veiligheid en leefbaarheid in de wijk. Het aantal inwoners in Utrecht dat vaak last heeft van jongeren op straat in hun buurt is toegenomen van 16% in 2004 naar 21% in 2006. Ook de door de politie geregistreerde jongerenoverlast is in 2006 toegenomen van 9,7 naar 10,2 incidenten per 1.000 inwoners plus arbeidsplaatsen. Aanpak geweld Het aantal geweldsdelicten is in 2006 ten opzichte van 2005 met 7% afgenomen. Vooral roof en bedreiging namen af. Openlijk geweld tegen personen nam met 13% toe. Sinds medio 2005 is er een integrale aanpak van agressie, geweld en huiselijk geweld. Met verschillende interventies wordt dit verder teruggedrongen en voorkomen. Voorbeelden zijn aanpak problematisch middelengebruik, projecten als Veilige School, Veilig Uitgaan en Veilig Ondernemen, de aanpak van de overlastgevende en criminele jongeren en het convenant over de aanpak van huiselijk geweld. Effectdoelstelling 2 Calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde voorkomen: in 2006 zijn in Utrecht calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde zoveel mogelijk voorkomen en als zich een calamiteit, crisis of verstoring van de openbare orde voordoet zijn slachtofferschap en schade beperkt. Terrorismebestrijding In 2006 zijn geen crisissituaties geweest met terroristische oorzaak. Wel is er een aantal keren een verdacht pakket of voorwerp aangetroffen, dat na onderzoek geen explosief bleek te bevatten. 111
Crisisbeheersing Op 6 augustus 2006 vond in de binnenstad een ernstig ongeluk plaats. Tijdens het slotconcert van de Muzikale
botenparade brak een werftrap af. Hierbij raakten achttien mensen gewond. Een 30-jarige bewoner van de stad zo ernstig, dat hij enkele dagen later aan zijn verwondingen overleed. Het ongeluk heeft het belang benadrukt dat politie, brandweer, geneeskundigen en de gemeente goed voorbereid moeten zijn op ongevallen en rampen. In opdracht van de gemeente heeft de VRU de uitvoering van de crisisbeheersing tijdens en na het ongeval geëvalueerd. De conclusie was dat de hulpverlening over het algemeen adequaat is uitgevoerd. Wel zijn er aanbevelingen gedaan om de hulpverlening op onderdelen te verbeteren. De toedracht van het ongeluk is ook onderzocht door een onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van de heer Schutte. De commissie Schutte heeft de conclusies en aanbevelingen van de VRU-evaluatie overgenomen. Die aanbevelingen worden uitgevoerd. Om goed voorbereid te zijn op crises is het belangrijk om te oefenen. Ook het afgelopen jaar hebben bestuur, medewerkers en de hulpverleningsdiensten deelgenomen aan opleidingen en oefeningen. In oktober hebben hulpverleningsdiensten, ProRail en gemeente samen meegedaan aan de grote oefening ‘Opgespoord’ in het stationsgebied. Het scenario was een terroristische aanslag in een trein. De oefening was geslaagd: de samenwerking verliep goed en met de leerpunten kunnen de draaiboeken verder worden aangescherpt.
Effectindicatoren
1a
Geregistreerde criminaliteit
1b
Jongerenoverlast
Referentiewaarde
Streefwaarde
Werkelijk
2004
2006
2006
37.047 aangiften
35.300
20.538 meldingen
19.500 (-5%)
36.012 (+2%)
4.014 meldingen
3.800 (-5%)
4.887 (+6%)
roof, bedreiging
2.900 (-2,5%)
2.662 (-7%)
Zie Wijkenmonitor 2005
-5%
-4%
Zie Wijkenmonitor 2005
-5%
pm
3.004 aangiften openlijk geweld, mishandeling, 1c
Geweld GSB: geregistreerde criminaliteit in
1d
urgentiegebieden GSB: geregistreerde criminaliteit in
1e
1f
aandachtsgebieden
Diefstal 67.000
64.500
GSB: aantal delicten tegen bedrijven en
Inbraak 5.600
5.400
ondernemenrs
Geweld 1.700
1.630
pm pm
GSB: onveiligheidsgevoel van lokale 1g
1h
bedrijfsleven
7% ervaart onveiligheid als ernstig probleem
6%
21% doet aangifte diefstal
22%
GSB: aangiftebereidheid van
30% doet aangifte inbraak
31%
ondernemers
22% doet aangifte geweld
23%
pm
Bij 1.f t/m 1.h: Het onderzoek voor de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven Utrecht 2006 is afgerond, maar de cijfers zijn ten tijde van het opstellen van deze verantwoording nog niet beschikbaar. Bij effectdoelstelling 2 In 2006 is een offertetraject gestart voor de evaluatie van de projecten Intensieve Outreachende Hulpverlening (IOH), Oudercoaches (project van ‘de Toekomst: aanpak Marokkaanse jongeren’) en het dagbestedingproject Titan. De
uitgebreide evaluatie van de eerste twee projecten zal vier jaar duren. De evaluatiegegevens van het onderzoek naar
Titan zullen in de loop van 2007 bekend zijn.
112
1.12.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Geregistreerde criminaliteit gedaald Prestatiedoelstelling 1.1 We zetten in 2006 in Utrecht een gebiedsgerichte aanpak in, in gebieden waar de onveiligheid bovengemiddeld is. Wijkveiligheid Aandachtsgebieden De aanpak van wijkveiligheid vond plaats binnen aandachts- en urgentiegebieden. Aandachtsgebieden zijn de gebieden met zware veiligheidsproblematiek. De aanpak in deze gebieden richtte zich op het samen met partners als politie, welzijnsinstellingen en justitie terugdringen van de (geregistreerde) criminaliteit, jongerenoverlast en geweld. In 2006 is een gebiedsgerichte aanpak uitgevoerd in negentien gebieden waar problemen als jongerenoverlast en geweld bovengemiddeld voorkomen (Lombok Oost, Oog in Al Welgelegen, Nieuw Engeland, Geuzenwijk,
Amsterdamsestraatweg, Eerste Daalsebuurt/Noordsepark, Ondiep, Wolgabuurt, Henriëtte Obscurabuurt, Staatsliedenbuurt, Griftpark, Abstede/Sterrenwijk, Breedstraatbuurt, Winkel- en uitgaansgebied, Dichterswijk Noord, Kanaleneiland Zuid, Transwijk, Parkwijk, Veldhuizen/Vleuterweide). De aanpak Amsterdamsestraatweg is in 2006 voortgezet. De aanpak bestond uit een combinatie van bestuurlijke en
strafrechtelijke maatregelen en het ondersteunen van ondernemers en eigenaren. Er is in 2006 begonnen met een bestuurlijk aanpak in West. Er is een buurtbeheerder aangesteld die inmiddels veel contacten heeft in de wijk. Ondernemers werken daardoor vaak mee zonder dat directe handhaving nodig is.
De aanpak Veilig Uitgaan in de Binnenstad is in 2006 voortgezet. Het convenant Veilig Uitgaan is geëvalueerd. Op basis daarvan is in 2006 de nadruk gelegd op de aanpak van uitgaansgeweld. Het ‘deurbeleid’ in de Binnenstad is in 2006 voortgezet. Er hebben zich meer horecagelegenheden bij aangesloten. Urgentiegebieden De aanpak in de urgentiegebieden Kanaleneiland-Noord en Nieuw-Hoograven is in 2006 voortgezet. De inzet draagt bij aan de verbetering van de sfeer in beide wijken. In Kanaleneiland lijkt de greep op de jeugd boven de 16 jaar toe te nemen. Het activiteitenaanbod in beide wijken is uitgebreid. Niet alleen ouders (zoals buurtvaders) worden betrokken bij de aanpak van jongerenoverlast, maar ook jongeren. Het gaat goed met de veiligheid en leefbaarheid in het Stationsgebied. De resultaten die de afgelopen jaren behaald zijn met de ‘Aanpak Stationsgebied’ zijn behouden. Inzet van politie (en andere toezichthouders), van de zorgverlenende instanties en van de beheerders in het gebied is in 2006 voortgezet, evenals de samenwerking tussen de partners. In Zuilen Noord-Oost en Zambesi/Tigrisdreef is het activiteitenaanbod uitgebreid. Het jongerenwerk is extra ingezet en ook jongeren zelf hebben zich ingezet voor een veiliger buurt. Op het Bernhardplein en Gagelhof is mobiel cameratoezicht gerealiseerd. Door extra inzet heeft de politie in het urgentiegebied kortere aanrijtijden gerealiseerd met het doel de pakkans van daders te vergroten. Veilig ondernemen Tot en met 2006 zijn 22 Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)-certificaten behaald op twintig verschillende locaties. In 2006 zijn nieuwe KVO-projecten behaald in winkelgebied Kanaalstraat/Damstraat, Sportpark Den Hommel in combinatie met Ibis hotel, winkelcentrum Boudierhof (nieuwbouw), winkelcentrum Hart van Hoograven (nieuwbouw), winkelgebied Binnenstad, winkelgebied Admiraal Helfrichlaan, school ROC ASA en bedrijventerrein Papendorp.
113
In 2006 is het behalen van het KVO-certificaat in winkelgebied Amsterdamsestraatweg voorbereid. Dit certificaat is in januari 2007 behaald. Winkelcentrum Rokade heeft in 2006 naast de eerste ster die men al had ook de tweede ster (veilige omgeving) en de derde ster (veilige winkels) van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) behaald. De aanpak winkelcriminaliteit Binnenstad is voortgezet. De inzet van een centrummanager winkelcriminaliteit werpt zijn vruchten af. Steeds meer winkeliers doen actief mee. In 2006 is samenwerking in de Koepel Bedrijvigheid & Veiligheid voortgezet. Sinds midden 2006 is het Dienstencentrum Beveiliging volledig operationeel. 24 Uur per dag worden de camerabeelden, waar mogelijk met ‘slim’ cameratoezicht (agressiedetectie, scooterdetectie), bekeken. Er worden regelmatig successen geboekt. Steeds meer gebieden sluiten zich aan. In 2006 zijn nieuwe branches betrokken bij het tegengaan van onveiligheid en criminaliteit tegen het bedrijfsleven. Voorbeelden daarvan zijn parkeergarages, vrachtwagenparkeerplaatsen, scholen, hotels, zwembaden en sportverenigingen. Begin januari 2007 is P&R Veemarkt met cameratoezicht aangesloten op het Dienstencentrum Beveiliging. Toezicht In 2006 is een nieuwe gemeentelijke organisatie opgezet voor toezicht en handhaving. De medewerkers van de voormalige Stichting Stadstoezicht zijn daartoe ondergebracht bij de dienst Stadswerken. Het kabinet heeft de Wet Bestuurlijke Boete in 2006 niet ingevoerd. Na Kamervragen heeft het kabinet het wetsvoorstel opnieuw voor advies heeft voorgelegd aan de Raad van State. Wat het nieuwe kabinet met het wetsvoorstel gaat doen is onduidelijk. De G4-gemeenten blijven pleiten voor een snelle invoering van de wet. Bevordering integriteitbeoordelingen openbaar bestuur (Bibob) Er zijn in 2006 vijf Bibob-procedures gevolgd en er hebben vijf Bibob-beoordelingen plaatsgevonden. Een Bibobbeoordeling is een vooronderzoek dat kan leiden tot een Bibob-procedure. De Bibob-procedures zijn met een duidelijk besluit afgerond. Soms door weigering van een vergunning, soms door verlening van een vergunning. Prestatiedoelstelling 1.2 We zetten in 2006 in Utrecht een doelgroepgerichte aanpak in op doelgroepen die aantoonbaar bijdragen aan de onveiligheid in de stad.
Risicojongeren en hun gezinnen De doelgroepaanpak jeugd heeft als doel te voorkomen dat risicojongeren (verder) afglijden naar jeugdcriminaliteit. De aanpak richt zich op risicofactoren in de verschillende leefgebieden van jongeren: gezin, school, werk en vrije tijd. Optimaliseren huidige aanpak In Overvecht is in 2006 onderzoek gedaan naar risicofactoren bij jongeren in groep zeven en groep acht van het primair onderwijs. Het was de bedoeling dit onderzoek te verbreden tot de hele stad. De resultaten in Overvecht
leverden echter niet meer informatie op dan uit de theorie al bekend is. Daarom is besloten het onderzoek niet verder uit te breiden. In 2006 is het hulpaanbod voor risico- en delinquente jongeren voortgezet (dagbesteding Titan: 50 jongeren, Intensieve Outreachende Hulpverlening: 50 jongeren, jongerenteams: 50 jongeren, Pretty Woman: 40 jongeren, reguliere hulpverlening: 30 jongeren). In 2006 is in het kader van ‘De Toekomst’ opdracht verstrekt voor uitbreiding van Intensieve Outreachende hulpverlening naar de wijken Overvecht (20 jongeren), Noordwest (20 jongeren), Leidsche Rijn (5 jongeren) en West (5 jongeren). In 2007 start de uitvoering van deze trajecten.
Om de kwaliteit van de jongeren-op-straat-aanpak (JOS-aanpak) te vergoten is in 2006 een nieuw handboek JOS opgesteld en ondertekend door alle partijen die aan de aanpak meedoen. In het handboek zijn onder meer betere afspraken vastgelegd over signalering, plannen van aanpak, samenwerking en communicatie. 114
Om meer greep te krijgen op overlast gevende jongeren in de categorie 3/4 (voorheen categorie 5/6), is de gemeente in 2006 begonnen met de ontwikkeling van een aanpak voor deze groep. De gemeente heeft samen met politie en jongerenwerk een inventarisatie gemaakt van overlastgevende en criminele groepen jongeren op straat. In het
Veiligheidshuis is deze lijst gescreend. In de loop van 2007 zal de nota over de aanpak van categorie 3/4 jongeren gereed zijn. In Kanaleneiland is gestart met een proef een zwaarder soort jongerenwerk in te zetten ten behoeve van een ‘zware’ groep overlastjongeren op de Bernadottelaan. In Noordwest is in het Christina Beatrix Complex gestart met activiteiten voor en door jongeren (in eigen beheer). Intensiveren aanpak multi-probleemgezinnen
Zie hiervoor de programma’s Welzijn en Sociale Infrastructuur. Veelplegers Aan alle veelplegers die zijn overgedragen aan de gemeente is nazorg geboden. De nazorg die de gemeente biedt bestaat uit indirecte nazorg en directe nazorg. Indirecte nazorg is dienstverlening aan professionals die veelplegers begeleiden tijdens en na detentie (reclassering, Dienst Justitiële Inrichtingen, zorgpartijen). Deze dienstverlening varieert van het beantwoorden van vragen, aanleveren en verschaffen van informatie, zaken uitzoeken en regelen ten behoeve van de nazorg. In 2006 is deze –indirecte vorm van- nazorg ten behoeve van ongeveer 45 veelplegers geboden. Directe nazorg is nazorg op cliëntniveau, waarbij in een casusoverleg met samenwerkingspartners bepaald wordt welke acties noodzakelijk zijn. Een casemanager neemt de begeleiding ter hand. De gemeente volgt en
bespreekt de voortgang van de nazorg op hoofdlijnen in het casusoverleg. In 2006 is aan 35 veelplegers directe nazorg geboden. Het aantal veelplegers waaraan directe nazorg is verleend is lager dan het aantal dat op basis van inschattingen van het OM voor 2006 was verwacht. Het verschil is veroorzaakt doordat de informatieoverdracht tussen penitentiaire inrichtingen, de gemeente en reclassering in de eerste maanden van nog niet optimaal functioneerde. Inmiddels hebben de drie partijen een aantal aanpassingen doorgevoerd die het proces van informatieoverdracht hebben verbeterd. In 2006 waren 150 verslaafde veelplegers ondergebracht in het dwangproject Geïntegreerde Aanpak Verslavingsproblematiek en Overlast (GAVO). 27 verslaafde veelplegers waren ondergebracht in de dwangmaatregel Strafrechtelijke Opvang voor Verslaafden. Huiselijk geweld Afstemming met politie en OM over huiselijk geweld is onderdeel van de samenwerking in het Veiligheidshuis. Voor doelstellingen en aanpak van huiselijk geweld verwijzen we naar het programma Welzijn.
Calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde voorkomen Prestatiedoelstelling 2.1 We voeren in 2006 in Utrecht activiteiten uit gericht op het voorkomen van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde Openbare orde In 2006 is regie gevoerd op de voorbereiding van 174 grote en middelgrote evenementen. Voorbeelden van grote evenementen zijn: de Vrijmarkt, het Bevrijdingsfestival, de Marathon, de Sinterklaasintocht, Ride for the Roses, de Braderie Amsterdamsestraatweg en de Uitmarkt. Bij geen van deze evenementen hebben zich grote problemen voorgedaan op het gebied van de openbare orde. In 2006 is regie gevoerd op de voorbereiding van 25 wedstrijden betaald voetbal. Deze wedstrijden zijn goed verlopen. Met uitzondering van de oefenwedstrijd tussen FC Utrecht en het Marokkaanse nationale elftal, waarbij in en om het stadion vernielingen zijn aangericht. 115
In 2006 zijn 139 hennepkwekerijen aangetroffen, waarvan 111 met planten. In totaal zijn 667 kilo hennep en 41.000 planten in beslag genomen, met een straatwaarde van circa 8 miljoen euro. De burgemeester heeft voor de termijn van 1 maart tot 1 september 2006 een veiligheidsrisicogebied aangewezen. Dit gebied besloeg een groot deel van de Binnenstad, een deel van de wijk Lombok en een deel van het Stationsgebied. Binnen dit gebied heeft de politie op last van de Officier van Justitie diverse fouilleeracties uitgevoerd. De rapportage van de resultaten hiervan vindt plaats in de eerste helft van 2007. In 2006 heeft de politie in de Binnenstad cameratoezicht gehouden ter handhaving van de openbare orde. Dit cameratoezicht was onderdeel van de Aanpak Veilig Uitgaan. Door middel van verplaatsbare camerasystemen is toezicht gehouden in Lombok, de Bernadottelaan en omstreken, rond winkelcentrum De Gagelhof, in Overkapel, in
Rijnbaan, in de Bernadottelaan en bij het Bernhardplein. De burgemeester heeft een raadsmotie overgenomen over de bewaartermijn van camerabeelden. Deze wordt verlengd van 72 uur naar 28 dagen. De overdracht van taken die de politie niet meer tot haar kerntaken rekent aan de gemeente heeft in 2006 niet plaatsgevonden. De overdracht zal uiterlijk 1 januari 2008 plaatsvinden. Radicalisering en terrorisme In januari 2006 is de nota ‘Aanpak terrorisme en Radicalisering’ gepresenteerd. Deze startnotitie formuleert acties uit langs drie hoofdlijnen:
• voorbereid zijn op dreiging en aanslagen; • vroegtijdig signaleren van radicalisering en dreiging; • investeren in integratie en bestrijden van achterstand. In totaal zijn tien actiepunten benoemd, die in 2006 verder zijn uitgewerkt. Op het gebied van terrorismepreventie en voorbereiding op eventuele crisissituaties betrof dat onder andere: actualisering van het Rampbestrijdingsplan Stationsgebied, mede met het oog op terroristische calamiteiten;
• • een bestuurlijke training over de respons op terroristische crisissituaties; • overleg met het Rijk en lokale partners over de toepassing het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding; • het voorbereiden van een Signalerings- en Adviespunt Radicalisering (opening in 2007).
De overige actiepunten hebben geleid tot nieuwe of versterkte accenten in het jeugdbeleid en het integratiebeleid of worden opgenomen in het Signalerings- en Adviespunt (deskundigheidsbevordering professionals). Crisisbeheersing In 2006 is een herziening van het rampenbestrijdingsplan stationsgebied in gang gezet en een start gemaakt met het opstellen van het rampenbestrijdingsplan voor het bedrijf Engelhard in De Meern. Bijna twintig medewerkers van de gemeente Utrecht hebben in 2006 deelgenomen aan de opleiding crisisbeheersing en rampenbestrijding van de Veiligheidsregio Utrecht. Daarnaast is veel aandacht uitgegaan naar evaluatie en leerpunten van het trapincident van 6 augustus 2006. (zie ook bij effectdoelstelling 2). Brandweer De Brandweer Utrecht is in 2006 actief betrokken geweest bij de ontwikkeling van het Stationsgebied en de ontwikkelingen rond de A2. Om het brandveiligheidsniveau in de stad op peil te houden heeft Brandweer Utrecht gedurende 2006 365 gebruiksvergunningen op grond van de Utrechtse Bouwverordening en de Utrechtse
Brandbeveiligingsverordening verleend. Verder heeft de dienst 677 bouwvergunningen getoetst, zijn 34 milieuadviezen verstrekt en 110 milieucontroles gehouden. Het aantal adviezen voor evenementen bedroeg 650. Tijdens de evenementen zijn ruim 350 controles gehouden. Ten behoeve van het eenduidig toetsen van de bouwkundige staat van bestaande gebouwen heeft Brandweer Utrecht in 2006 het ‘Brandpreventiebeleid bestaande bouw’ opgesteld. Verder heeft Brandweer Utrecht zich in 2006 voorbereid op wetswijzigingen die voor 2007 op stapel staan, zoals het Gebruiksbesluit, de Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht (WABO) en het Activiteitenbesluit. 116
Prestatiedoelstelling 2.2 We voeren in 2006 in Utrecht activiteiten uit gericht op bestrijden van incidenten. Openbare orde
De piketregeling heeft naar behoren gefunctioneerd. Er zijn geen klachten over de bereikbaarheid van het OOV-piket. Op cruciale momenten (bijvoorbeeld bij het werftrapincident) was OOV binnen de opkomsttijd aanwezig. In 2006 is een grote operationele oefening gehouden in het Stationsgebied. Het nieuw aangetreden college is in mei voorgelicht over de implicaties van de crisisbeheersing en hun verantwoordelijkheid daarin en is op de hoogte gebracht van de bestuurlijke en ambtelijke piketregeling. In 2006 is in het Centrum voor openbare veiligheid een ruimte ingericht voor het gemeentelijk beleidsteam en voor een werkruimte voor communicatiemedewerkers. Telefoons zijn vernieuwd, piketlijsten zijn aangepast, etcetera. Alle pikethouders hebben een scholingstraject bij de Veiligheidsregio Utrecht gevolgd. De ambtenaar crisisbeheersing is opgeleid en getraind bij diverse gelegenheden. Daadwerkelijke crisisbeheersing heeft plaatsgevonden bij risicowedstrijden voetbal en bij het werftrapincident. Brandweer Gedurende 2006 heeft Brandweer Utrecht verbeteringen in de preparatieve taken en informatiestromen doorgevoerd. Onder meer door de inbedding van het in 2005 vastgestelde opleidings- en oefenplan en bijbehorende registraties in de bestaande werkwijzen en procedures. Daarnaast is het oefenplan geëvalueerd. Eind 2006 is begonnen met de implementatie van de vernieuwde landelijke Leidraad Oefenen. De repressieve taak van de brandweer betreft in de eerste plaats het bestrijden van incidenten op het gebied van de fysieke veiligheid. In 2006 zijn de volgende inzetten gedaan:
Prestatie indicatoren
Referentiewaarde
Streefwaarde
Werkelijk
2004
2006
2006
1.1a
aantal aandachtsgebieden
0
19
19
1.1b
aantal urgentiegebieden
3
5
5
aantal projecten Keurmerk Veilig 1.1c
Ondernemen
1.2a
aantal dagbestedingstrajecten
15
20
22
0
50
50
aantal nazorgtrajecten minderjarige 1.2b
veelplegers
1.2c
hulpaanbod/jeugdmaatschappelijk werk
1.2d
aantal jongeren 5/6 JOS-aanpak
0
50
35
220
220
220
0
60
85
2.1a
aantal verstrekte gebruiksvergunningen
200
220
365
2.1b
aantal adviezen bouwvergunningen
618
625
677
34 adviezen
34 adviezen
2.1c
aantal adviezen milieuvergunningen
122
72 controles
110 controles
2.1d
aantal adviezen evenementenvergunningen
600
650
2.2a
aantal brandmeldingen
2.2b
aantal meldingen hulpverlening
650
1.056
1.354
943
861
117
1.12.3 Wat heeft dat gekost?
Lasten Gebiedsgerichte aanpak
Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
Verschil
2006
2006
2006
realisatie -181
10.706
9.611
9.791
Doelgroepgerichte aanpak
5.794
1.504
1.385
119
Voorkomen incidenten
2.252
2.243
2.462
-219
Bestrijden incidenten
18.624
20.682
19.753
929
Totaal lasten
37.375
34.039
33.391
648
Gebiedsgerichte aanpak
3.449
2.587
3.875
1.288
Doelgroepgerichte aanpak
3.987
32
173
140
167
890
1.307
417
Bestrijden incidenten
1.503
28
24
-3
Totaal baten
9.106
3.537
5.378
1.841
28.269
30.502
28.012
2.490
Baten
Voorkomen incidenten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
30
530
530
0
Onttrekkingen
0
453
453
0
28.299
30.579
28.089
2.490
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Gebiedsgerichte aanpak
Op de doelstelling gebiedsgerichte aanpak is een voordeel gerealiseerd van per saldo (lasten min baten) 1,107 miljoen euro. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat 1,2 miljoen euro van het budget Stadstoezicht niet is besteed. Er waren in 2006 minder Utrechtse toezichthouders dan begroot, en de overschotten uit voorgaande jaren zijn verrekend met de subsidie 2006. Wij stellen voor dit voordeel in te zetten voor de financiering van de frictiekosten (storting in reserve ‘toezicht en handhaving’). Daarnaast willen wij u informeren over enkele ontwikkelingen die per saldo (lasten min baten) niet leiden tot een resultaat, maar die wel leiden tot hogere (danwel lagere) baten en lasten dan geraamd: Niet geraamde opdrachten en bijdragen van derden voor Veilig ondernemen leiden tot hogere lasten en hogere
• baten van 2,5 miljoen euro. • Uitgaven in het kader van de brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid van het grotestedenbeleid zijn
rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. De lasten en baten zijn hierdoor beide 1,1 miljoen lager dan geraamd.
Doelgroepgerichte aanpak De lasten en de baten zijn 0,158 miljoen euro hoger doordat in de begroting geen rekening was gehouden met de subsidie Jeugd en Veiligheid (JeV) van de Provincie. Van de middelen School en Veiligheid schooljaar 2006-2007 is 0,3 miljoen euro niet besteed, omdat wij de plannen hiervoor in 2006 niet hebben kunnen afronden.
118
Voorkomen incidenten In 2006 is de uitvoering van bijzondere wetten 2005 afgerekend met de politie. Dit leidt tot een nadeel op de lasten van 0,160 miljoen euro en een voordeel op de baten van 0,304 miljoen euro. Verder zijn in 2006 meer
gebruiksvergunningen verstrekt dan bij de begroting werd verwacht. Daardoor is 0,109 miljoen euro meer aan baten gerealiseerd. Bestrijden incidenten Bij de voorjaarsnota 2006 zijn middelen beschikbaar gesteld voor meerkosten voortvloeiend uit de CAO 2005-2007. In de CAO zijn afspraken gemaakt over het afschaffen van het Functioneel Leeftijdsontslag voor de brandweer en een tweede carrière (met bijbehorend loopbaantraject en opleidingen) voor brandweermedewerkers in een bezwarende functie. Tussen het beschikbaar komen van de financiële middelen en de besteding daarvan zit een tijdsverschil. Zo zijn in 2006, het eerste jaar waarin de nieuwe regeling van kracht werd, nog niet alle uit de CAO voortvloeiende
activiteiten in volle omvang tot uitvoer gekomen. Hierdoor is 0,481 miljoen euro nog niet uitgegeven. Wij stellen voor dit te reserveren voor benutting in de komende jaren. Het resterende voordeel op de lasten wordt veroorzaakt doordat een afdracht van 0,405 miljoen euro aan het gemeentebrede BTW-compensatiefonds nog moet plaatsvinden. Resultaat programma
2.490
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve:
• • Resultaat 2006 • Nieuwe CAO/afschaffing FLO Brandweer • Routine investeringen Brandweer Toezicht en handhaving
-2.203 -1.200 -434 -481 -88
Bedrijfsreserve Secretarie
-185
Bedrijfsreserve DMO
-298
Bedrijfsreserve Brandweer
-3
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve Projecten OOV (cameratoezicht) Bedrijfsreserve Dienst Wijken Gemeentebreed te bestemmen resultaat
100 99 0
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
119
1.13 Onderwijs, educatie en bibliotheek 1.13.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Mensen in staat stellen door het volgen van onderwijs een economische startkwalificatie (diploma HAVO/VWO of beroepsopleiding) en sociale startkwalificatie (persoonlijke en maatschappelijke redzaamheid) te behalen en zich optimaal te informeren door gebruik van de bibliotheek. In 2006 hebben we samen met schoolbesturen, wijkwelzijnsorganisaties en andere maatschappelijke organisaties de Utrechtse Onderwijs Agenda 2006-2010 gemaakt. Effectdoelstelling 1 Sociale onderwijsinfrastructuur: zoveel mogelijk leerlingen en cursisten behalen een startkwalificatie. Tussen 2004 en 2006 is het percentage jongeren (17-23 jaar) dat een startkwalificatie bezit of nog op school zit, gestegen van 72,2% naar 77,8%. Deze stijging is waarschijnlijk toe te schrijven aan positieve resultaten van het onderwijskansenbeleid op de vmbo’s, voortgaande solide aanpak van het regionaal meld- en coördinatiepunt (RMC)
om dicht op verzuimproblematiek te zitten en de economische ontwikkeling van de afgelopen jaren (een neergaande economie betekent in het algemeen dat jongeren langer op school blijven). Effectdoelstelling 2 Fysieke onderwijsinfrastructuur: adequate en veilige onderwijsvoorzieningen. Door uitvoering van het masterplan voortgezet onderwijs en het gereedkomen van het masterplan primair en (voortgezet) speciaal onderwijs zijn we voortgegaan op de ingeslagen weg om de komende jaren de huisvesting van de scholen op orde te brengen. Effectdoelstelling 3
Gemeentebibliotheek: hét laagdrempelig multimediaal cultuur-, informatie- en kenniscentrum voor alle Utrechters. De bibliotheek heeft het aantal leden kunnen handhaven. In tegenstelling tot de landelijke tendens van dalende ledenaantallen is het ledenaantal in Utrecht meegegroeid met de grootte van de stad. Wel is er een afname te zien in de leeftijdscategorie 18-44 jaar. Het aantal fysieke bezoeken is iets teruggelopen, omdat mensen meer gebruik maken van internet, bijvoorbeeld voor verlenging van de uitleentermijn. Het aantal uitleningen is 2% gestegen. Effect indicatoren 1.1
% leerlingen op weg naar/met startkwalificatie
2.1
% onderwijsgebouwen dat voldoet aan het Masterplan PO
2.2
% onderwijsgebouwen dat voldoet aan het Masterplan VO
3.1
aantal leden bibliotheek
3.2 3.3
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
74%
77,8%
Onbekend
Onbekend*
33%
33%
59.500
59.285
aantal bezoekers bibliotheek
1.570.000
1.458.335
aantal uitleningen
2.200.000
2.250.679
*In 2006 is het Masterplan PO en (V)SO verder uitgewerkt, wat december 2006 heeft geresulteerd in een voorstel aan de gemeenteraad. Streefwaarden waren voor 2006 nog niet van toepassing.
121
1.13.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Sociale onderwijsinfrastructuur Prestatiedoelstelling 1.1 Ontwikkelen en uitvoeren lokaal onderwijsbeleid en bestrijden onderwijsachterstanden. Met ingang van schooljaar 2006-2007 eindigde het Lokaal Onderwijs Achterstandenbeleid 2002-2006. Samen met schoolbesturen, wijkwelzijnsorganisaties en andere maatschappelijke instellingen maakten we de Utrechtse Onderwijs Agenda 2006-2010. In januari 2007 leggen we deze ter vaststelling voor aan de gemeenteraad. Het aantal voorschoolgroepen is uitgebreid naar 60 (oktober 2006); dat is een toename met 8. De uitbreidingen vonden vooral plaats in Overvecht, Zuidwest en Zuid. In Leidsche Rijn en Zuid startte een pilot gemengde groepen. In 2006 is de definitie rondom schakelklassen aangescherpt; beleid richt zich niet meer op het inrichten van aantallen klassen, maar op het behalen van het aantal leerlingen. Per oktober 2006 worden 115 leerlingen geschakeld. Om voortijdig schoolverlaten (VSV) te voorkomen is ook in 2006 ingezet vanuit het Programma ‘Aanpak VSV 20052009’. Dit programma richtte zich vooral op terugdringing van uitval van jongeren van 17 jaar en ouder (bovenleerplichtigen). Deze leerlingen zitten voornamelijk op de twee Regionale Opleidingencentra (ROC’s). De ROC’s voerden projecten uit om nieuwe, aanvullende leerwegen te ontwikkelen. Daarnaast heeft de unit leerplicht/RMC extra afspraken gemaakt met de ROC’s om verzuim en uitval sneller op te sporen en aan te pakken. Deze afspraken hebben een impuls gekregen vanuit het convenant tussen het ministerie van onderwijs en het RMC regio Utrecht (doel: 10% minder voortijdig schoolverlaters in 2006-2007 ten opzichte van 2004-2005). In 2006 zijn 342 (in plaats van de geplande 282) van de 976 voortijdig schoolverlaters naar een opleiding toe geleid om alsnog een startkwalificatie te behalen. In 2006 is het aantal uren schoolmaatschappelijk werk (SMW) in het primair onderwijs met 20% uitgebreid door extra financiële inzet van schoolbesturen. Alle scholen voor primair onderwijs hebben nu schoolmaatschappelijk werk. Invoering van schoolmaatschappelijk werk op vmbo-scholen is gerealiseerd. Het meld- en servicepunt risicoleerlingen is tot stand gekomen. Scholen zijn gestimuleerd jongeren die dreigen uit te vallen sneller te melden. In alle wijken werkten scholen aan verbetering van een veilig schoolklimaat. In 2006 is het aantal locaties met een veilig schoolklimaat uitgebreid van 93 naar 104 (vooral Leidsche Rijn). Dit is minder dan gepland omdat een aantal scholen voor speciaal (basis)onderwijs meer voorbereidingstijd nodig heeft. In Overvecht startte specifiek wijkveiligheidsbeleid in het kader van Utrecht Veilig. We subsidieerden verschillende instellingen voor onderwijs aan volwassenen gericht op het behalen van een startkwalificatie. Het aanbod bestaat onder andere uit voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO), cursussen Nederlands als tweede taal (NT2), een schakelaanbod voor allochtonen die hun inburgeringsexamen hebben behaald en cursussen voor volwassenen met een lage opleiding. Het aantal deelnemers voor VAVO-trajecten in 2006 is lager dan begroot omdat zich niet meer deelnemers hebben aangemeld. Alle deelnemers die zich aanmelden, kunnen deelnemen. Prestatiedoelstelling 1.2 Uitoefenen toezicht op besturen openbaar onderwijs De gemeente vervulde haar rol als toezichthouder op de beide schoolbesturen van de scholen voor openbaar onderwijs. De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht en de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht voldeden beide aan hun verplichtingen door indiening van ontwerpjaarrekeningen en jaarverslagen over 2005 en 122
ontwerpbegrotingen 2007. De gemeenteraad keurde deze documenten goed op respectievelijk 12 oktober 2006 en 11 januari 2007.
Fysieke onderwijsinfrastructuur Prestatiedoelstelling 2.1 Ontwikkelen Masterplan primair onderwijs en uitvoeren Masterplan voortgezet onderwijs Masterplan primair onderwijs (PO) en (voortgezet) speciaal onderwijs ((V)SO) Op 12 januari 2006 stelde de gemeenteraad de Uitgangspuntennotitie Masterplan PO en (V)SO vast. Daarna is de gemeente, samen met de schoolbesturen, hard aan de slag gegaan om de uitgangspunten te vertalen in concrete plannen om te komen tot een meer planmatige en efficiënte aanpak van het onderhoud aan schoolgebouwen. De
samenwerking resulteerde in een raadsvoorstel Masterplan PO en (V)SO waarin uitgewerkte plannen en prioritering van onderwijsgebouwen zijn opgenomen. In totaal is voor 2006 tot en met 2014 voor 122 miljoen euro ingepland; voor 112 miljoen euro is dekking aanwezig. De komende jaren zullen we aanvullende dekking moeten vinden, onder andere uit opbrengsten van vrijvallende onderwijslocaties. De gemeenteraad heeft op 7 december 2006 met het voorstel ingestemd. Masterplan voortgezet onderwijs (VO) In 2006 werden de onderstaande projecten opgestart, uitgevoerd of afgerond: Sportcampus: oplevering najaar 2006. Het Leidsche Rijn en Via Nova College zijn in de herfstvakantie naar hun
• nieuwe onderkomen verhuisd (later dan gepland door vertragingen in de bouw); • Cultuurcampus: start bouw stond gepland in 2006. Helaas is de start vertraagd naar 2007 aangezien
bodemonderzoek verontreiniging aantoonde. Oplevering opgeschoven naar eind 2008. Tot die tijd zal het
Amadeus Lyceum gehuisvest blijven in het tijdelijk gebouw in Veldhuizen;
• Vmbo school Vleuterweide: De voorbereidingen zijn in gang gezet. Oplevering 2009-2010; • St. Bonifatiuscollege: De dependance is inmiddels opgeleverd; • Nieuw Welgelegen: Utrecht Zuid en Delta College zullen fuseren tot één school, Nieuw Welgelegen. De voorbereidingen voor de realisatie van dit multifunctionele complex zijn in volle gang. Oplevering 2008; • Het Meerstroom College en de Wim Sonneveldschool: worden gehuisvest op de huidige locatie van het Meerstroom College. Uitgangspunt is de school op een kleiner deel van de kavel te realiseren. Oplevering medio 2008 (onder voorbehoud van nog te doorlopen procedures inzake ruimtelijke ordening);
• De Passie: Het gebouw is bouwkundig onderzocht. Er blijkt geen sprake van achterstallig onderhoud waarvoor de gemeente aansprakelijk is; • Gerrit Rietveld College: wordt in 2007 ingrijpend verbouwd, teneinde het gebouw geschikt te maken voor domeinenstructuur.
Jaarlijks actualiseren we het Masterplan VO in een voortgangsrapportage. Hierin staan de relevante beleidsontwikkelingen, voortgang, bijgestelde behoefteraming uitvoeringsprojecten, geactualiseerd dekkingsoverzicht, aandachtspunten en vervolgstappen. We hebben 28 november 2006 besloten de vierde voortgangsrapportage aan de gemeenteraad voor te leggen (11 januari 2007). Prestatiedoelstelling 2.2 Uitvoeren Huisvestingsprogramma en herstellen schades aan schoolgebouwen die het gevolg zijn van vandalisme. In kalenderjaar 2006 zijn na toetsing aan de huisvestingsverordening 152 (van de 283 ingediende) aanvragen als noodzakelijk beoordeeld en toegekend. Hiermee is een bedrag gemoeid van 10.901.359 euro. Doordat de meeste projecten van het huisvestingsprogramma standaard een lange doorlooptijd hebben, is een deel nog niet uitgevoerd. Uitvoering hiervan zal grotendeels in 2007 plaatsvinden. Om vandalisme te voorkomen, vroegen we de schoolbesturen in 2006 opnieuw scholen te laten aangeven aan welke vandalismepreventieve maatregelen zij behoefte hadden. Hierop zijn 25 verzoeken binnengekomen (hekwerken, rolluiken of verlichting, opklimbeveiliging, vastzetten computers en uitbreiding alarminstallatie). Een aantal van de maatregelen is al in uitvoering genomen, andere vinden plaats in de loop van 2007. 123
Gemeentebibliotheek Prestatiedoelstelling 3.1
Zorgen voor een actuele en gevarieerde collectie voor raadpleging en uitlening, een cultureel-, educatief- en informatief activiteitenprogramma en optimaliseren van de faciliteiten ter ondersteuning van het informele leren en het onderwijs. We hebben onderzoek gedaan naar klanttevredenheid en collecties. Per vestiging is informatie verzameld voor ontwikkeling van een passender assortiment en verbeterde collecties. Om het bibliotheekgebruik te stimuleren hebben we ingezet met algemene acties zoals een ledenwerfactie die 600 nieuwe leden opleverde en specifiek met activiteiten voor doelgroepen jeugd en inburgeraars. Algemeen De (Centrale) bibliotheek bood wegwijzers met informatiemarkten op het gebied van cursussen, gezondheid, uitfeest en verkiezingen. Literaire en informatieve lezingen in de Centrale bibliotheek trokken per keer 50-100 deelnemers, de slotavond van ‘Nederland Leest’ met 180 deelnemers als maximum. Jeugd en inburgeraars Tijdens de Nationale Voorleesdagen werd in alle wijken voorgelezen aan honderden peuters en hun ouders en werden 475 nieuwe jeugdleden ingeschreven. Het aantal groepsbezoeken leesbevordering steeg. Van de 110 groepen leesbevordering 0-4 jarigen waren 75 groepen van voorscholen en 35 groepen van peuterspeelzalen en
kinderdagverblijven. Op het gebied van schoolgerelateerde contacten gaat het heel goed. De ambitie is om meer te gaan doen met jongeren in educatie- en informatieve bijeenkomsten (58 groepsbezoeken bibliotheek- en catalogusinstructie voor de groepen 6/7). Er werd nauwere samenwerking gezocht met het voortgezet onderwijs (promotie Schoolbieb.nl), vooral met het vmbo. Ten behoeve van het tweede kansonderwijs en ‘een leven lang leren’ kunnen verdere plannen worden ontwikkeld in samenwerking met de Open Universiteit, ROC en Volksuniversiteit. In de Centrale en grotere vestigingen bleven telematicavoorzieningen beschikbaar met op de computers onder andere programma’s om Nederlandse taal te oefenen en materialen ter oriëntatie op de Nederlandse maatschappij. De bibliotheken ontvingen via het Bureau Inburgering en het ROC veel groepen inburgeraars en voortburgeraars, vooral in Lombok (40) en in Zuilen (130). De eerste ‘Taalmarkt’ in maart in bibliotheek Overvecht, met presentaties van het
aanbod en workshops van taalaanbieders, trok 500 bezoekers. Ook in Kanaleneiland, Zuilen en Hoograven (Taaliftar) bezochten honderden bezoekers de taalmarkten. Een deel van het mediabudget per vestiging werd besteed aan beschikbaarstelling van materialen in allochtone talen en culturele achtergronden. Dienstverlening Door invoer van zelfservice bij het uitlenen kwam meer tijd voor begeleiding bij het zoeken naar informatie. Huisvesting De uitbreidingsplannen van vestiging Tuinwijk zijn nog niet gerealiseerd; er is een nieuw plan om deze bibliotheek te verplaatsen naar de Arthur Numankade met dienstverlening van wijkservicecentrum, het Utrechts archief en de bibliotheek vanuit één locatie. In bibliotheek Overvecht kreeg ook de informatiebalie van het wijkbureau onderdak. Deze informatiebalie wordt doorontwikkeld tot het loket Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor de wijk Overvecht. De bibliotheek in Vleuten is nog niet gevestigd bij het wijkservicecentrum. Realisatie van de bibliotheek in het cultuurcluster Vleuterweide en verplaatsing van de bibliotheken Oog in Al en Kanaalstraat naar het Cereolterrein is voortgezet. Een nieuwe bibliotheek in het Stationsgebied/Smakkelaarsveld is onderdeel van het collegeprogramma.
124
Prestatie indicatoren aantal (ten opzichte van de doelgroep achterstandsleerlingen) allochtone en autochtone peuters en kleuters dat deelneemt aan voor1.1.1
en vroegschoolse educatie (GSB)
1.1.2
aantal met schakelen bereikte leerlingen (GSB waarde vanaf 2006) aantal (ten opzichte van de doelgroep voortijdig schoolverlaters)
allochtone en autochtone scholieren dat herplaatst is en alsnog een 1.1.3
startkwalificatie behaalt (GSB)
1.1.4
% wijken met SMW PO en % vmbo-scholen met SMW
Streefwaarde
Realisatie
2006
2006
2450
2688
van
4700
115 leerlingen*
115 leerlingen*
282
342
1020
976
van
PO 100%
1.1.5
van
4677
totaal aantal deelnemers VAVO (GSB)
van
PO 100%
VO 100%
VO 100%
300
261
Tijdig
Tijdig
totaal aantal deelnemers breed maatschappelijk functioneren en 1.1.5.2
toeleiding vervolgonderwijs** (GSB)
1.1.5.3
alfabetisering autochtone Nederlanders)** (GSB)
totaal aantal deelnemers sociale redzaamheid (onderscheid NT2 en 1.1.5.4
totaal aantal deelnemers staatsexamen NT2** (GSB) begrotingen en rekeningen van besturen openbaar onderwijs ter
1.2
goedkeuring voorleggen
7 dec vastgesteld 2.1.1
masterplan po ter vaststelling aanbieden aan raad
Vaststellen
door raad
33%
33%
Onbekend**
Onbekend**
14
16
110
100
% gerealiseerde accommodaties ten opzichte van gewenste % conform 2.1.2
masterplan VO % gerealiseerde onderhoudsvoorzieningen en investeringsprojecten ten
2.2.1
opzichte van gewenste %
2.2.2
totaal aantal schoolgebouwen met een hek er omheen
3.1.1
aantal culturele bijeenkomsten (bibliotheek)
3.1.2
aantal informatieve bijeenkomsten (bibliotheek)
30
26
3.1.3
aantal educatieve bijeenkomsten (bibliotheek)
50
136
3.1.4
aantal groepsbezoeken leesbevordering voor 0-4 jarigen (bibliotheek)
130
110
3.1.5
aantal groepsbezoeken 4-12 jarigen (bibliotheek)
380
438
* Bij schakelen wordt in het vervolg gesproken over het aantal leerlingen in plaats van het aantal schakelklassen. ** Zie voetnoot effectindicatoren.
1.13.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
2006
2006
Sociale Infrastructuur
30.079
Fysieke Infrastructuur
21.802
Verschil
Realisatie
actueel en
2006
realisatie
29.031
30.238
-1.207
29.911
28.087
1.824
Lasten
Openbaar onderwijs
1.107
1.904
1.804
100
Gemeentebibliotheek
12.557
12.860
12.858
2
Totaal lasten
65.545
73.707
72.987
720
125
Baten Sociale Infrastructuur
10.508
10.232
11.372
1.139
Fysieke Infrastructuur
980
1.209
6.095
4.886
0
0
579
579
2.810
2.815
2.857
42
Totaal baten
14.298
14.256
20.902
6.646
Saldo lasten en baten
51.247
59.451
52.085
7.366
Openbaar onderwijs Gemeentebibliotheek
Mutaties reserves Toevoegingen
1.197
11.595
11.595
0
Onttrekkingen
1.925
13.457
13.537
80
50.519
57.589
50.142
7.446
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Sociale Infrastructuur
Het voordeel op de baten van 1,1 miljoen euro bestaat vooral uit een niet begrote bijdrage van 0,53 miljoen euro van schoolbesturen voor schoolgericht maatschappelijk werk en 0,54 miljoen euro voor uitvoering Convenant Voortijdig Schoolverlaten. Deze bijdragen hebben ook geleid tot uitgaven, waardoor de lasten eveneens 1,1 miljoen euro hoger zijn dan begroot. Verder zijn de lasten voor het onderwijsachterstandenbeleid 0,429 miljoen euro hoger, omdat wij meer hebben
uitgegeven dan we van het rijk hebben ontvangen. Dit nadeel dekken wij uit de reserve voor het Lokaal Onderwijs Achterstanden Programma (LOAP). Tenslotte hebben wij voor 0,2 miljoen euro ID-subsidies teruggevorderd en waren de overheadlasten 0,2 miljoen euro lager dan begroot. Fysieke Infrastructuur Het voordeel van 1,8 miljoen euro op de lasten bestaat uit een voordeel van 2,8 miljoen euro op huisvestingsprojecten, doordat een deel van de begrote projecten pas in 2007 of later uitgevoerd wordt en doordat voorzieningen goedkoper zijn dan begroot. Wij stellen voor deze 2,8 miljoen euro te reserveren voor huisvestingsprojecten. Verder is er een voordeel ontstaan doordat in 2006 begrote vergoedingen voor aanpassing van praktijklokalen voor het voortgezet
speciaal onderwijs pas in 2007 aan de schoolbesturen uitgekeerd worden (0,7 miljoen euro) en doordat de uitvoering
van het onderhoud aan verhuurde schoolgebouwen achter is gebleven bij de begroting (0,4 miljoen euro). Wij stellen voor deze bedragen te reserveren voor 2007. Verder zijn er nadelen op de afrekening van Kindercluster ‘t Zand vanwege een nagekomen rekening (0,7 miljoen euro) en op niet begrote huur van de sportcampus (0,9 miljoen euro). Wij stellen voor deze nadelen te dekken uit de reserve budgetstructuur Leidsche Rijn. Het voordeel van 4,9 miljoen euro op de baten betreft grotendeels financieel technische verrekeningen met vaste activa reserves (3,1 miljoen euro). Wij stellen voor dit voordeel te storten in vaste activareserves. Het resterende voordeel op de baten wordt vooral veroorzaakt doordat: de brandverzekering in 2006 0,4 miljoen euro heeft uitgekeerd voor diverse schades;
• • een niet begrote opbrengst is gerealiseerd door de verkoop van een conciërgewoning aan de Homeruslaan (0,4 miljoen euro); • ontvangen bijdragen van schoolbesturen ter dekking van diverse exploitatiekosten (0,2 miljoen euro). Daarnaast zijn zowel de lasten als de baten 0,5 miljoen euro hoger, als gevolg van een foutieve begrotingsopstelling
bij schoollokalen Leidsche Rijn. Dit heeft geen effect op het resultaat.
126
Openbaar Onderwijs In 2006 is de overschrijdingsregeling met het bijzonder onderwijs over 1996 t/m 2000 definitief afgerekend. Dit leidt tot een voordeel op de baten van 0,579 miljoen euro. Wij stellen voor dit bedrag te storten in de daarvoor bestemde
reserve.
Resultaat programma
7.446
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve Vaste activa reserves onderwijshuisvesting
• • Huisvestingsprojecten • Overschrijdingsvergoeding bijzonder onderwijs • Praktijklokalen voortgezet speciaal onderwijs • Onderhoud verhuurde schoolgebouwen • Overig
-8.052 -3.086 -2.833 -564 -747 -397 -425
Bedrijfsreserve DMO
-1.516
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve Loap
• • Budgetstructuur Leidsche Rijn (onder meer huur sportcampus en afrekening ‘t Zand) • Overig
1.979 429 1.471 79
Algemene reserve (corresponderende post) Bedrijfsreserve GBU
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
24 119 0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. GSB-gelden
Ten bate van de GSB-doelstelling ‘Geen leerling zonder diploma van school’ is 2,7 miljoen euro ten laste van voorziening BDU-SIV gebracht.
127
1.14 Welzijn Welzijn maakte een periode van verandering en vernieuwing door. Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de programma’s jeugd en integratie en diversiteit hebben wij mogelijkheden gecreëerd om onze sturing van het welzijnsprogramma aan te scherpen.
1.14.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Met het welzijnsprogramma 2006 willen wij bereiken dat Utrecht een stad is waar iedereen voldoende mogelijkheden heeft om sociale netwerken op te bouwen en zich te ontwikkelen. Voor inwoners die een periode van hun leven ondersteuning nodig hebben zijn er voldoende voorzieningen. De opdracht van welzijnswerk was in 2006: investeren in sociale verbanden. Met het welzijnswerk willen wij vooral inzetten op het versterken van Utrecht als levendige civil society. Hoekstenen daarin waren: actieve cliëntbetrokkenheid (in het kader van de WMO), een actief vrijwilligersbeleid (gehonoreerd met het behalen van een landelijke prijs), ons partnerschap met de Minderheden Zelforganisaties (MZO’s), de invoering van de
Jeugdadviesteams, de woonservicezones, ons plan van aanpak maatschappelijke opvang en ons beleid voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (ex-AMA’s). Als gevolg van het (vooralsnog) ontbreken van eenduidige onderzoeksgegevens is het helaas nog niet mogelijk om de bekendheid en klanttevredenheid in cijfers weer te geven. Effectdoelstelling 1 Beïnvloeding: meer en betere beïnvloeding van de beleidsontwikkelingen in de stad zoals de inrichting van de fysieke en sociale omgeving en de welzijns- en zorginfrastructuur door verschillende belangengroeperingen. Met de initiatieven die wij in 2006 hebben genomen op het gebied van cliëntenparticipatie en activering, hebben de
betrokken burgers op voor hen belangrijke punten een inbreng kunnen leveren. Zo heeft de ouderenadviescommissie het initiatief genomen om met andere adviesorganen van het college een gezamenlijk advies te formuleren over de participatiestructuur WMO. De adviescommissie voor het homo- en lesbisch emancipatiebeleid heeft haar advies ‘Roze Perspectief’ aangeleverd evenals een notitie Integratie en diversiteit. Voor bepaalde doelgroepen is verdere versterking gewenst, met name mantelzorgers en mensen met een verstandelijke beperking. Effectdoelstelling 2 Ontmoeting: meer (wijkgerichte) ontmoeting en sociale interactie tussen verschillende bevolkingsgroepen (jong en oud, autochtoon en allochtoon en mensen met en zonder een functiebeperking). De effecten van het welzijnsbeleid gericht op ontmoeting zijn niet eenvoudig aan te wijzen. Ze moeten vooral blijken uit onderzoek (met name monitor Sociale Infrastructuur (SI)). Dan blijkt dat de sociale cohesie in Utrecht als geheel niet terugloopt en negen van de tien Utrechters voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid in de eigen woonbuurt. De waardering voor de buurt vertoont een duidelijke stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Het welzijnswerk heeft bijgedragen aan deze ontwikkeling. Effectdoelstelling 3 Preventie: psychosociale problemen en overlastgevend gedrag onder kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen nemen af. Met name in de wijken West, Noordwest, binnenstad en Zuidwest willen wij de overlast van jongeren verder terugdringen.
129
Het (jeugd)welzijnswerk speelt actief in op het bestrijden van jongerenoverlast. De buurthuizen worden minstens één keer per week bezocht door 18% van alle VMBO’ers (33% van de Marokkaanse en 16% van de Turkse 12/13-jarigen). Van de brugklassers doet 46% wel eens mee aan een activiteit van een wijkwelzijnsorganisatie (WWO). Effectdoelstelling 4 Zelfredzaamheid: meer ouderen en mensen met een functiebeperking wonen zo lang mogelijk zelfstandig en nemen deel aan het maatschappelijk leven. Uit onderzoek blijkt dat eenderde van alle Utrechters tevreden is over de voorzieningen voor ouderen in hun buurt. Veel Utrechters nemen een neutraal standpunt in omdat zij er (nog) niet mee te maken hebben. Ontevreden was slechts 17%. Van de 65-plussers was 56% positief, 21% minder tevreden. Wat betreft de waardering voor het voorzieningenniveau voor ouderen vraagt met name Leidsche Rijn om extra aandacht. Effectdoelstelling 5
Maatschappelijke opvang: betere preventie, opvang en maatschappelijk herstel van dak- en thuisloze mannen en vrouwen, asielzoekers en vluchtelingen. Daarnaast willen wij het huiselijk geweld aanpakken. Wij hebben bereikt dat in grote steden (G4) verband het Plan van Aanpak is ondertekend met als voornaamste resultaat gemeentelijke regie op in-, door- en uitstroom en een bereik van 60% opvang in 2010. Met het convenant huiselijk geweld hebben wij de voorwaarden gerealiseerd voor een sluitend vangnet rond (potentiële) slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld. Hierdoor wordt huiselijk geweld voorkomen of zo snel mogelijk gestopt en blijven de schadelijke gevolgen tot een minimum beperkt.
1.14.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Algemene doelstelling In 2006 hebben wij de fysieke welzijnsinfrastructuur voor 100% ingevoerd voor de wijken West, Overvecht, Binnenstad, Oost en Zuid. In vervolg hierop zijn wij gestart met het opstellen van een masterplan voor alle 170 welzijnsaccommodaties. Dit plan zal in 2007 worden verwerkt in de nota kapitaalgoederen die wij u bij de voorjaarsnota zullen aanbieden.
Beïnvloeding Prestatie doelstelling 1.1 Het ondersteunen en verbeteren van het netwerk van belangenbehartigingsorganen en emancipatieactiviteiten in de stad en deze betrekken bij de beleidsontwikkeling. In vervolg op de activiteiten van de inmiddels opgeheven commissie PaVem (emancipatiebeleid van allochtone vrouwen) hebben wij het Participatie Team Utrecht geïnstalleerd. De bijeenkomsten die deze heeft georganiseerd zijn door meer dan 5000 allochtone vrouwen bezocht. Voor onze activiteiten gericht op de participatie van geïsoleerde allochtone vrouwen hebben wij meer dan 250 vrijwilligers bereid gevonden.
In het kader van ons streven om de zichtbaarheid van homoseksualiteit te vergroten hebben wij het COC in staat gesteld om op 15 tot 20 Utrechtse scholen voorlichting te geven aan 85 tot 90 groepen.
Ontmoeting Prestatie doelstelling 2.1 Het in stand houden en verbeteren van de infrastructuur voor sociale ontmoeting en betrokkenheid van burgers onder meer in de vorm van buurthuizen, kinderwerk, dienstencentra voor ouderen, activiteiten, opbouwwerk, etcetera. 130
In 2006 hebben wij een nieuw verdeelsysteem van de wijkwelzijnsmiddelen over de wijken gerealiseerd, waarmee de middelen nu overeenkomstig de achterstandsscores van de wijken worden ingezet. Met de evaluatie Actieprogramma Vrijwilligersbeleid hebben wij verslag gedaan van ons succesvolle stimuleringsbeleid. Veel van de uitgevoerde
projecten waren er op gericht om jongeren, allochtonen en jonge ouderen tot vrijwilligerswerk te bewegen. Met het Actieplan 2006-2007 dat u in 2006 hebt vastgesteld hebben wij ons de realisatie van een Vrijwilligershuis ten doel gesteld. In de afgelopen periode hebben wij – met een actieve rol van de commissieleden – de herijking van de MZO’s geëvalueerd. Dit heeft geleid tot een omslag in onze denkwijze. Die is nu gericht op partnership. In vervolg daarop hebben wij een aantal verbeterslagen in gang gezet die wij in het voorjaar van 2007 verwachten met u te bespreken. Jeugd In de kinderopvang, het peuterspeelzaalwerk en het speeltuinwerk hebben wij veel geïnvesteerd. Wij hebben zeven innovatieve projecten gerealiseerd, gericht op nieuwe vormen van laagdrempelige kinderopvang (zoals kinderspeelhoven). Daarmee is een stedelijke dekking bereikt. In het peuterspeelzaalwerk hebben wij geïnvesteerd in extra groepen (momenteel 140) en in de bouwkundige kwaliteit: gesubsidieerde en particuliere zalen zijn op een gelijkwaardig niveau gebracht. De renovatie van de bouwspeeltuinen loopt, de verruiming van de openingstijden is gerealiseerd en de aanleg van twee bouwspeeltuinen in de wijk Vleuten-De Meern wordt voorbereid. Gemiddeld bezoekt circa 60% van de Utrechtse
gezinnen met kinderen <12 jaar de bouwspeeltuinen. In de netwerken 12- en 12+ hebben we bijna tweeduizend kinderen gezien, van wie er meer dan zevenhonderd een hulpverleningstraject hebben gekregen. Wijkdossiers: West: wij zijn bezig de wijkaanpak uit te werken. In Halve Maan is een buurtsteunpunt geopend, hier betrekken wij
• de wijk actief bij. • Noordwest: om de onderlinge contacten te stimuleren hebben wij krachtig ingezet op sportevenementen en de activiteit Meedoen op Straat. • Overvecht: de Sociale Wijkontwikkeling is in Overvecht het leidende wijkdossier. Al onze activiteiten worden in dat kader ontwikkeld. • Noordoost: de gebiedsaanpak Staatsliedenbuurt is wijkdossier geworden. Dit is in 2006 uitgewerkt en zal in 2007 van start gaan. • Oost: de sporttuin Abstede hebben wij gerealiseerd. Deze is in 2006 geopend. • Zuid: wij hebben extra ingezet op de activiteiten in het Moedercentrum, we hebben het maatjesproject Take2 uitgevoerd en we hebben de ondersteuning van de buurtvaders versterkt. • Zuidwest: wij realiseren verbeteringen op accommodatiegebied: Het Hart van Noord is opgeleverd en de Noordzeestraat is ontwikkeling. Voor de Jutter werken wij toe naar een pand in zelfbeheer. Wij onderzoeken de
kansen voor een multifunctioneel wijkcentrum in Kanaleneiland Zuid.
• Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern: in Vleuten-De Meern hebben wij een steunpunt vrijwilligerswerk gerealiseerd en uitgebreid naar Leidsche Rijn. Op die plaatsen waar woningontwikkeling plaatsvindt stimuleren wij actief de bewonersparticipatie.
Preventie Prestatie doelstelling 3.1 In stand houden en verbeteren van de infrastructuur voor signalering en ondersteuning van kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen.
In april 2006 heeft de raad de nota algemeen maatschappelijk werk (AMW) vastgesteld. Met incidenteel extra budget hebben wij een norm van 1 fte op 8.000 inwoners gerealiseerd als stap op weg naar 1:6.000. Wij hebben daarmee goede resultaten bereikt: de wachtlijsten zijn nu geheel weggewerkt, er is een begin gemaakt met outreachende hulpverlening en een aanbod voor specifieke groepen (stille problematiek en huiselijk geweld). 131
Jeugd De ombouw van de wijknetwerken 12- en 12+ tot een zestal Jeugd Advies Teams is op 1 januari 2007 gestart. Wij hebben structureel 4,5 fte extra flexibel ambulant jongerenwerk gerealiseerd op de plekken waar acute overlast van jongeren bestond. Met behulp van rijk en provincie hebben we het casemanagement, gericht op meervoudig
problematische gezinnen (Stade Profiel), versterkt met zeven extra trajecten bovenop de reeds bestaande 37. In Overvecht hebben wij met behulp van het rijk voor 30 extra gezinnen een Marokkaanse oudercoach gerealiseerd. Wijkdossiers: West: wij hebben sterker ingezet op jongeren met extra ambulant jongerenwerk
• • Overvecht: wij hebben de hulpverlening versterkt met extra inzet op multiproblemgezinnen en extra inzet van Marokkaanse oudercoaches. • Oost: ons onderzoek naar risicojeugd is afgerond. De aanbevelingen pakken wij deels op vanuit ons reguliere welzijnsbudget; wij zijn nog op zoek naar andere dekkingsmogelijkheden. • Binnenstad: wij zetten de succesvolle Jongeren-op-straat (JOS) aanpak is in de Binnenstad voort. Daarnaast zoeken wij actief naar mogelijkheden om de overlast te beperken met inzet in andere wijken. • Zuid: wij hebben de projecten in het kader van Utrecht Veilig (schoolmaatschappelijk werk, hulpverlening multiproblemgezinnen, extra openingsuren speel-o-theek en extra opbouwwerk) voortgezet. • Zuidwest: Met de extra impuls voor het algemeen maatschappelijk werk hebben wij ingezet op de outreachende
aanpak voor multiproblem gezinnen. Daarnaast hebben wij met incidentele middelen extra ambulant jongerenwerk ingezet.
• Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern: Ook hier hebben wij extra ambulant jongerenwerk ingezet in verband met de jongerenoverlast. De ontwikkeling van jongerenvoorzieningen hebben wij in 2006 deels afgerond.
Zelfstandigheid Prestatie doelstelling 4.1
Ondersteunen en verbeteren van de infrastructuur ten behoeve van de zelfstandigheid van ouderen en mensen met een functiebeperking. Ons beleid op deze terreinen baseren wij op krachtige richtinggevende kaders. Allereerst de inwerkingtreding van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning. In dat kader hebben wij een reeks voorbereidende acties en maatregelen getroffen: realisering van vijf WMO-loketten per 1 januari 2007, een zorgvuldig communicatietraject: mailing, website en folderlijn, leggen van de juridische grondslag voor de uitvoering, een cliëntenplatform WMO waarvan wij de aanbevelingen over individuele verstrekkingen hebben overgenomen en ten slotte de inkoop van uren huishoudelijke verzorging 2007 en het opstellen van het beleidsmatig inkoopkader huishoudelijke verzorging 2008 en verder.
Ook Wonen-welzijn-zorg wordt steeds sterker. Wij hebben nu woonservicezones in diverse stadia van ontwikkeling. Ondiep is in uitvoering op basis van concrete uitvoeringsafspraken, in vier wijken wordt de inrichting van subgebieden voorbereid middels wijkakkoorden. Twee andere zijn in de initiatieffase. Ten slotte Agenda 22. Wij hebben samen met belangenorganisaties gemeentebreed gewerkt aan het opstellen van een nota beleid voor mensen met een functiebeperking volgens de methode van Agenda 22. In de eerste helft van 2007 denken wij u deze nota met u te kunnen bespreken.
Opvang Prestatie doelstelling 5.1 Het in stand houden en verbeteren van een infrastructuur maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en zo mogelijk completeren van de keten. In 2006 hebben wij in G4-verband het plan van aanpak getekend met als voornaamste doelstelling de gemeentelijke regie op in-, door- en uitstroom en een bereik van 60% in 2010. Om deze rol beter waar te kunnen maken hebben wij ons instrumentarium uitgebreid. Dit is vastgelegd in een aantal convenanten met het uitvoerend werkveld. In 2006 hebben wij de regie verworven over 4 miljoen euro Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gelden (op jaarbasis 132
gaat het om 12 miljoen euro). Dit is vooral ingezet op dagbesteding, begeleid wonen en beschermd wonen. Uit gemeentelijke middelen is jongerenpension Singelzicht (25 plaatsen 24-uurs opvang) gerealiseerd. De 0-meting is in 2006 verricht. Deze heeft zeer bruikbare informatie opgeleverd.
In de vrouwenopvang signaleren wij een spanning tussen de complexiteit van de problematiek en de actuele opvangmogelijkheden voor vrouwen. Wij hebben dit opgepakt in een nota vrouwenopvang die wij u binnenkort aanbieden. Wij stellen ons ten doel het begeleid wonen uit te breiden. In 2006 is het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld stad en regio Utrecht (ASHG) van start gegaan. Door alle betrokken partijen is een convenant ondertekend op basis waarvan bij elke betrokken instelling aandachtfunctionarissen huiselijk geweld zijn aangewezen. Verder hebben wij een plan gemaakt voor het organiseren van casusoverleggen, met als resultaat dat slachtoffers, getuigen en plegers van huiselijk geweld direct worden toegeleid naar de juiste hulpverlening. Bij de aanpak woonoverlast hebben wij stedelijke dekking gerealiseerd. Ex-AMA’s: ons beleid is er op gericht om te voorkomen dat deze groep in de illegaliteit belandt. Utrecht werd hiermee landelijk voortrekker. Onze aanpak is door dertien gemeenten overgenomen en in de Tweede Kamer bestaat brede steun om de Utrechtse aanpak landelijk in te voeren. In 2006 hebben wij circa 180 plaatsen gerealiseerd. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
265
265
1.1a
actief kader emancipatie
1.1b
uren belangenbehartiging
2.1a
uren openstelling speeltuinen
2.1b
kinderen peuterspeelzalen
2.1c
aantal vrijwilligers
3.1a
cliëntcontacten AMW
2.700
extra budget
3.1b
kinderen in buurtnetwerken
1.550
2.000
4.1a
initiatieven woonservicezones
4.1b
monitoring
5.1a
verblijfsduur MO
2.620
2.620
29.000
29.000
1.585
1.960
85.000
92.000 2.814 + 375 uit
5.1b
plaatsen vrouwenopvang
5.1c
meldingen huiselijk geweld
4
4
tweede meting verricht
tweede meting verricht
0-meting verricht
0-meting verricht
110
110
toename
afname
133
1.14.3 Wat heeft dat gekost?
Lasten Beïnvloeding
Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
Verschil
2006
2006
2006
realisatie
763
751
818
-67
Ontmoeting
24.012
25.736
25.503
233
Preventie
11.234
11.872
12.624
-753
Zelfstandigheid
3.952
3.367
3.557
-190
Opvang
13.547
5.791
6.000
-209
Totaal lasten
53.509
47.517
48.502
-985
Baten Beïnvloeding
0
15
0
-15
1.267
1.000
960
-40
Preventie
0
485
618
133
Zelfstandigheid
0
0
495
495
9.080
1.003
1.683
680
Totaal baten
10.347
2.504
3.756
1.252
Saldo lasten en baten
43.162
45.013
44.746
267
Toevoegingen
0
2.804
2.804
0
Onttrekkingen
1.247
5.210
5.289
79
41.915
42.608
42.262
346
Ontmoeting
Opvang
Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Ontmoeting
Het voordeel op de lasten is met name opgebouwd uit: een voordeel als gevolg van verschuivingen tussen doelstellingen (0,43 miljoen euro) en diverse kleine posten (0,45
• miljoen euro); • een nadeel op kinderopvang van 0,69 miljoen euro als gevolg van overschrijding van geraamde projectgelden en
terugvordering van rijksgeld voor tieneropvang. Wij stellen voor dit nadeel te dekken uit de reserve kinderopvang.
In verband met corresponderende posten ontvangen wij 594.000 euro ten laste van de algemene reserve. Om deze gelden in 2007 te kunnen besteden, stellen wij voor om een storting te doen in de reserve resultaat welzijn 2006. Preventie De hogere lasten zijn veroorzaakt door verschuivingen tussen doelstellingen (0,3 miljoen euro) en door de extra inspanning op het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) (0,3 miljoen euro). Wij stellen voor de extra uitgaven AMW ten laste van de hiervoor ingestelde bestemmingsreserve te brengen. De ISV gelden voor Sociale wijkontwikkeling Overvecht (0,2 miljoen euro) zijn niet begroot. Hierdoor zijn zowel de lasten als de baten hoger. Zelfstandigheid Het nadeel op de lasten wordt met name veroorzaakt door de extra lasten voor de invoering van de WMO (0,4 miljoen euro). Het voordeel op de baten wordt vooral veroorzaakt door de extra rijksbijdrage aan de ontvlechtingskosten van Loket 1 (0,3 miljoen euro). Wij stellen voor deze posten met elkaar te verrekenen en het verschil ten laste van de
134
bestemmingsreserve invoeringskosten WMO te brengen. Het resterende voordeel op de baten betreft een van het Rijk ontvangen bijdrage voor de pilot WMO. Opvang De hogere baten (0,7 miljoen euro) worden voornamelijk veroorzaakt door een niet begrote bijdrage voor het project woonoverlast. Daar staan ook hogere lasten (0,7 miljoen euro) tegenover. Het resterende verschil op de lasten wordt veroorzaakt door de vrijval van de balanspost Oudwijkerveldstraat van 0,5 miljoen euro. Wij stellen voor deze 0,5 miljoen euro toe te voegen aan een bestemmingsreserve voor dit doel. Daarnaast willen we 0,3 miljoen euro bestemmen voor de zwerfjongerenvoorziening De Boerderij. Resultaat programma
346
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve Opvang (Oudwijkerveldstraat en De Boerderij)
• • Resultaat welzijn 2006 • Overige voorstellen
-1.690 -779 -615 -296
Bedrijfsreserve DMO
-400
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve AMW knelpunten
• • WMO invoering • Kinderopvang • Overige voorstellen
1.150 300 65 690 95
Algemene reserve (corresponderende posten) Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
594 0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. GSB-gelden De uitgaven ten laste van de voorziening GSB voor de doelstelling maatschappelijke opvang 5,5 miljoen euro, voor vrouwenopvang 2,7 miljoen euro en voor huiselijk geweld 0,2 miljoen euro zijn verantwoord in het programma Sociale Infrastructuur.
135
1.15 Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid 1.15.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Arbeidsparticipatie en zelfredzaamheid van de cliënten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vergroten. Door het bieden van financiële ondersteuning de maatschappelijke stabiliteit vergroten van mensen met een inkomen op of rond het bijstandsniveau. Effectdoelstelling 1 Burgerschap en werk: mensen zijn zo toegerust dat ze kunnen instromen op de arbeidsmarkt of kunnen doorstromen van gesubsidieerd werk naar regulier werk. Werk is belangrijk, dit betrekt mensen bij de samenleving, het vergroot het gevoel dat men er bij hoort. De gemeente Utrecht heeft in 2006 meer mensen zo toegerust dat ze konden instromen op de arbeidsmarkt. Dit heeft er toe geleid dat het aantal bijstandsgerechtigden gedaald is. De gemiddelde uitkeringsduur van bijstandsgerechtigden in doelgroepen 1 tot en met 4 ligt ondanks de daling van het aantal bijstandsgerechtigden boven verwachting. Dit is echter het logische gevolg van de hogere uitstroom van de kortdurende werklozen. Effectdoelstelling 2 Burgerschap en zorg: door het verstrekken van woon- en vervoervoorzieningen aan mensen met een functionele beperking wordt een bijdrage geleverd aan het actief en zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. Het aantal verstrekte voorzieningen ligt in 2006 boven verwachting. Effectdoelstelling 3 Maatschappelijke stabiliteit en inkomen: mensen (tijdelijk) voorzien van een financieel bestaansminimum voor de algemene kosten van het bestaan. Daarnaast het armoedebeleid. Door financiële bijdragen te leveren voor de bijzondere kosten van het bestaan aan een zo groot mogelijke groep rechthebbenden wordt de koopkracht van de groep huishoudens met een inkomen tot 10% boven het belastbaar bijstandsniveau vergroot. Een stringent handhavingsbeleid en de introductie van het project Werk Loont beperkte in 2006 het aantal uitkeringen. Het bereik van de armoedebestrijding ligt boven verwachting.
137
Effectindicatoren
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
3,5 jaar
4,2 jaar
7,9
n.b.
5,4%
3,7%
75%
75%
Gemiddelde uitkeringsduur van cliënten in doelgroep 1 tot en met 4 (mensen die binnen een bepaalde periode uit gaan stromen naar werk)
1.1
Rapportcijfer Utrechtse bevolking over mate van 2.1
zelfredzaamheid
3.1
Bijstandsgerechtigden in % van de beroepsbevolking Streven naar een zo groot mogelijk bereik en
3.2
koopkrachtverbetering
3.1: In tegenstelling tot het cijfer bij de streefwaarde 2006, is bij het cijfer van de realisatie 2006 uitgegaan van de potentiële beroepsbevolking (zie ook toelichting). Het realisatiecijfer 2006 wordt daarom vergeleken met het realisatiecijfer 2005.
1.15.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Burgerschap en werk Prestatiedoelstelling 1.1 Het begeleiden van cliënten waarbij gestreefd wordt naar de volgende resultaten: regulier betaald werk en gesubsidieerd werk. Reïntegratie
In 2006 hebben wij vijf reïntegratiecontracten afgesloten: 2 contracten volwassenen (Alexander Calder voor Utrecht-Noord en Nieuwland voor Utrecht-Zuid). Vanwege het
•
niet nakomen van contractuele verplichtingen is eind 2006 het contract met het reïntegratiebedrijf voor inwoners uit Utrecht Zuid opgezegd. Een nieuwe aanbesteding is in voorbereiding.
• • Contract Dak-en thuislozen (Wesseling), • Contract Jongeren (FourStar).
Contract zelfstandigen (Alexander Calder),
Zowel voor volwassenen als voor jongeren maken wij bij de reïntegratie gebruik van de ‘workfirst’ aanpak. Werken wordt hierin gecombineerd met reïntegratie aanbod Intensivering reïntegratie Vanaf 2006 zetten wij via vier sporen in op de intensivering van de reïntegratie. Dit zijn: Intensivering huidige aanbod van reïntegratievoorzieningen inclusief een sluitende aanpak voor jongeren tot 27
• jaar. • Verruiming van de scholingsmogelijkheden voor lopende en nieuwe trajecten. In 2006 is 160 maal van de gelegenheid gebruik gemaakt om scholing in te zetten als onderdeel van een reïntegratietraject. • Meer inzet van gesubsidieerde arbeid. Vanaf 1 februari kunnen vangnetbanen ook in de profit-sector ingezet
worden. In 2006 zijn 68 vangnetbaan subsidies in de profitsector toegekend. Daarnaast zijn 71 vangnetbanen met
cofinanciering binnen gemeentelijke sectoren ingevuld. Desondanks blijft het aantal nieuwe plaatsingen op
loonkostensubsidiebanen achter bij het geprognosticeerde aantal. Een in 2006 gehouden evaluatie van de werking van loonkostensubsidies heeft een aantal suggesties voor verbetering van het gebruik van loonkostensubsidies
opgeleverd. Zo konden niet alle medewerkers met deeltijdarbeid in aanmerking komen voor subsidie. Inmiddels is dit wel het geval. Daarnaast hebben we nog steeds te maken met de effecten van de afbouw van ID en Wiw-banen
waardoor sommige organisaties geen ruimte hebben voor een baan met loonkostensubsidie en andere organisaties
138
weinig vertrouwen hebben in werknemers met loonkostensubsidie. Anderzijds zijn werkgevers onvoldoende op de
•
hoogte van de mogelijkheden van loonkostensubsidies.
Het ontplooien van nieuwe (tijdelijke) initiatieven gericht op de vraagkant/arbeidsmarkt, zoals het starten met het Matchbureau in april 2006. Het Matchbureau is het aanspreekpunt van de gemeente Utrecht voor werkgevers. Bij het Matchbureau kunnen door werkgevers vacatures ingediend worden met de vraag om binnen ons bestand te
zoeken naar mogelijke passende kandidaten. Wanneer er mogelijk passende kandidaten worden gevonden worden
deze aan de werkgever voorgesteld die vervolgens de keuze maakt om de kandidaat al dan niet een
arbeidsovereenkomst aan te bieden. Het Matchbureau heeft sinds april 2006 131 geslaagde matches gerealiseerd. Dit heeft geresulteerd in 80 plaatsingen op werk. Inmiddels zijn daarvan 23 mensen duurzaam (dat wil zeggen: langer dan zes maanden) aan het werk. Werk Loont Op 1 november 2006 is de pilot Werk loont! van start gegaan. In deze pilot krijgen mensen die een bijstandsuitkering
aanvragen en kunnen werken geen bijstand maar direct een (tijdelijke) baan, inclusief begeleiding naar duurzamer werk aangeboden. Door deze werkwijze verwachten wij meer mensen aan het werk te kunnen helpen. Een eerste tussenrapportage over dit project wordt in februari 2007 opgeleverd.
Mede dankzij de intensivering van de reïntegratie, het inzetten van projecten als Werk loont!, en de invoering van het klantmanagement in april 2006 is de ratio succesvolle trajecten hoger dan verwacht. Gepaard gaande met een gunstige economische ontwikkeling heeft dit geleid tot een daling van het aantal bijstandsgerechtigden als percentage van de potentiële beroepsbevolking van 4,4% in 2005 naar 3,7% in 2006. Wijkgericht Werken 2006 De inzet van middelen op het gebied van sociale zaken en arbeidsmarktbeleid is voor het grootste deel stedelijk aangestuurd en aanbesteed. Extra inzet of pilots vinden meestal plaats in de wijken met een groot aandeel werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden. Hieronder worden de projecten beschreven waarin wijkgericht gewerkt wordt. Tot en met februari 2006 zijn er 40 jongeren ingestroomd in het Project Perspectief Noordwest. De verwachting is dat hiervan tien jongeren duurzaam uitstromen naar onderwijs of werk. Duurzaam wil zeggen dat ze langer dan zes maanden succesvol aan de slag zijn. Jaarlijks wordt aan de tien Wijk Welzijnsorganisaties (WWO) een subsidie toegekend voor het uitvoeren van activiteiten die de kansen op het vinden van werk en/of de maatschappelijke participatie van de cliënt in de wijk bevorderen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om computercursussen, het geven van advies en voorlichting. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
36%
Ratio succesvolle trajecten (= aantal trajecten met uitstroom naar regulier werk ten opzichte van aantal 1.1.1
beëindigde trajecten
28%
1.1.2
Aantal plaatsingen op Loonkostensubsidiebanen (LKS)
600
405
1.1.3
Aantal mensen met een Wsw-baan
1.100
1.160
Burgerschap en Zorg Prestatiedoelstelling 2.1 Het verstrekken van voorzieningen, zoals rolstoelen, vervoer en woningvoorzieningen aan mensen met een functiebeperking (uitvoering van de Wet voorziening gehandicapten (WVG)). De invoering van de WMO (met name toevoeging van enkelvoudige huishoudelijke verzorging aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid) is in 2006 voorbereid. Deze taak is toegevoegd aan het takenpakket van de afdeling Voorziening 139
Gehandicapten binnen de gemeente Utrecht. Daarnaast zijn de WMO-loketten in de wijk voorbereid en is de nieuwe verordening vastgesteld, die op 1-4-2007 in werking treedt. In 2007 zal nog inzet noodzakelijk zijn voor de implementatie en doorontwikkeling. In oktober 2006 werd de nota ‘Ketenaanpak van zorg naar activering vastgesteld’. Deze nota is de uitwerking van het onderdeel activering voor dak- en thuislozen in zowel het collegeprogramma als het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
Aantal WVG rolstoelverstrekkingen
1.000
1.250
Aantal WVG vervoersvoorzieningen
8.000
8.350
Aantal WVG woningvoorzieningen
1.550
2.080
Het aantal verstrekte voorzieningen ligt in 2006 hoger dan verwacht. In december 2006 heeft een toename van het
aantal aanvragen ten opzichte van de rest van 2006 plaatsgevonden. De verklaring hiervoor ligt bij de komst van de WMO. Belangenorganisaties hebben burgers opgeroepen om het zekere voor het onzekere te nemen en nog snel een aanvraag in te dienen.
Maatschappelijke stabiliteit Prestatiedoelstelling 3.1 Tijdig, rechtmatig en doelmatig verstrekken van financiële middelen om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan aan huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau. Een stringent handhavingsbeleid en de introductie van het project Werk Loont beperkte in 2006 het aantal uitkeringen. De realisatie van de instroomratio lag daardoor lager dan de verwachte instroomratio, waardoor we een goed resultaat bereikt hebben op deze indicator. Datzelfde geldt voor de uitstroomratio. Door de invoering van klantmanagement en de intensivering van de reïntegratie inspanningen hebben wij in de loop van 2006 meer de focus op uitstroom gericht waardoor de gerealiseerde uitstroomratio boven de verwachte uitstroomratio is komen te liggen. Per saldo is het aantal bijstandsgerechtigden in Utecht gedaald. Ondanks dit goede resultaat, blijft de Utrechtse daling (4%) voor de leeftijdsgroep beneden 65 jaar achter bij de landelijke daling (8%). Door de inzet van nieuw reïntegratiebeleid in 2007 verwachten wij meer in de pas te gaan lopen met de landelijke daling.
In 2006 is de overdracht van de verstrekking van aanvullende bijstand op een AOW uitkering naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voorbereid. Prestatiedoelstelling 3.2 Financiële ondersteuning voor huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen. In 2006 zijn de voorstellen van de nota Utrecht Extra 2006 uitgevoerd. Over het algemeen ligt het bereik van de armoedebestrijding boven verwachting. Daarnaast zijn de uitvoeringsproblemen van het woonlastenfonds door de wijzigingen in de systematiek en uitvoering van de huurtoeslag grotendeels in 2006 opgelost.
Voor wat betreft School€xtra is het eerste jaar van de uitbreiding naar de basisscholen positief verlopen aangezien 2820 leerlingen in het basisonderwijs gebruik maakten van deze bijdrage. 119 kinderen maakten gebruik van het gratis sportaanbod voor kinderen in de lagere schoolleeftijd. Ook het eerste jaar van de uitvoering ‘Computers voor startende leerlingen in het voortgezet onderwijs’ is met een plaatsing van 406 computers succesvol verlopen. Wel kwam naar voren dat de gemeentelijke bemiddeling voor een ADSL aansluiting in het eerste jaar niet voldeed. Klanten geven de voorkeur aan een eigen keuze. De aanvragen en/of toekenningen bijzondere bijstand blijven achter vergeleken bij andere steden. Het lagere aantal toekenningen heeft te maken met het goede verzekeringspakket, waardoor medische verstrekkingen minder
140
aangevraagd worden of andere vervangende regelingen. Maar er blijkt ook een te hoge drempel voor aanvragen te zijn. Een vergelijking met andere steden levert op dat 30% tot 35% een redelijke score is. In 2006 zijn wij gestart met een ondersteuningsbalie voor indiening van aanvragen voor de inwoners. De reserveringstoeslag is bestemd voor de aanschaf of reparatie van huishoudelijke apparaten, woninginrichting en fietsen. Deze ondersteuning kan niet langer categoriaal verstrekt worden. Er is een eenvoudige aanvraagprocedure ontworpen. Cliënten moeten bonnen van de aankopen bewaren. Op basis van een steekproef vindt controle plaats. In het collegeprogramma ‘Utrecht voor elkaar’ zijn de volgende punten met betrekking tot armoedebestrijding opgenomen: de U-pas wordt (verder) versterkt ;
• • de schuldhulpverlening wordt verbeterd; • er wordt ingezet op bevordering van het gebruik van de voorzieningen.
Deze punten zijn uitgewerkt in de nota MeedoenExtra in Utrecht 2007-2010 die op 19 december 2006 is vastgesteld. In het kader van de vraaggerichte, integrale aanpak zijn in 2006 voorbereidingen voor een pilot getroffen om één loket te openen voor aanvragers van Zorg en Sociale Voorzieningen.
Prestatie indicatoren
Streefwaarde
Realisatie
2006
2006
70%
66,3%
24%
29,8%
9.235
9.031
50%
63,8%
900+1.750
1.200 + 1.500
33.000
36.500
2.000
2.116
Instroom ratio (aantal nieuwe uitkeringen ten opzichte van aantal 3.1.1
aanvragen) Uitstroom ratio ( aantal beëindigde uitkeringen ten opzichte van
3.1.2 3.1.3
gemiddeld aantal lopende uitkeringen) Aantal huishoudens met een WWB-uitkering op 31-12 Aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand in % van alle
3.2.1
aanvragen bijzonder bijstand Aantal mensen in schuldhulpverlening en sociale kredietverlening op
3.2.2
31-12
3.2.3
Aantal U-pashouders op 31-12
3.2.4
Aantal toekenningen langdurigheidstoeslag
1.15.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
2006
2006
Verschil Realisatie
actueel en
2006
realisatie
Lasten Werk Verstrekken bijstand
92.385
85.293
88.382
-3.089 3.960
140.884
140.830
136.870
Armoedebestrijding
15.557
14.143
13.575
569
Zorg
19.261
17.248
18.841
-1.593
268.086
257.514
257.667
-153
Totaal lasten
141
Baten Werk Verstrekken bijstand Armoedebestrijding Zorg Totaal baten Saldo lasten en baten
81.533
73.238
79.746
6.508
131.565
121.987
119.105
-2.882
2.915
2.878
4.142
1.264
172
172
324
152
216.186
198.275
203.317
5.042
51.900
59.239
54.350
4.890
Mutaties reserves Toevoegingen
7.094
2.187
2.187
0
Onttrekkingen
5.248
7.573
7.573
0
53.746
53.854
48.964
4.890
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Werk
De hogere lasten van 3,1 miljoen euro worden veroorzaakt door de besteding van de (uiteindelijk hoger vastgestelde) vergoeding voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) (0,7 miljoen euro), nadelige afwikkeling van oude subsidies (1,7 miljoen euro) en extra toevoegingen aan voorzieningen van niet begrote subsidies (2,4 miljoen euro). Daarnaast zijn de lasten lager doordat het resultaat van Utrechtse Werkbedrijven (UW) door incidentele meevallers naar verwachting 1,4 miljoen euro positiever is dan begroot. De hogere baten van 6,5 miljoen euro bestaan
uit een hogere vergoeding voor de uitvoering van de WSW (0,6 miljoen euro), ontvangst van niet begrote subsidies (2,4 miljoen euro) en de voordelige afwikkeling van oude subsidies (3,5 miljoen euro). Per saldo is er een voordeel op de doelstelling Werk van 3,4 miljoen euro waarvan wij voorstellen dit toe te voegen aan de reserve Werk en Inkomen en aan de bedrijfsreserve van de DMO. Verstrekken bijstand Het voordeel op de lasten van 4,0 miljoen euro worden veroorzaakt door lagere premies ziektekosten en loonheffing op de uitkeringen (3,6 miljoen euro), een daling van het gemiddeld aantal huishoudens met een uitkering (0,3 miljoen euro), lagere kosten op met name de afwikkeling van de oude Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars (1,1 miljoen
euro). Daarnaast zijn de overhead- en apparaatskosten 1,0 miljoen euro hoger dan begroot. Het nadeel op de baten van 2,9 miljoen euro bestaat uit een lagere rijksbijdrage voor het inkomensdeel (0,8 miljoen euro), lagere bijdragen voor overige uitkeringen conform de lagere kosten (1,1 miljoen euro) en lagere ontvangsten als gevolg van afwikkelingen van 2005 en overige verschillen (0,9 miljoen euro). Op het verstrekken van uitkeringen is per saldo een voordeel ontstaan van 1,1 miljoen euro, waarvan wordt voorgesteld deze te verrekenen met de reserve Werk en Inkomen. Armoedebestrijding
Het voordeel op de lasten van 0,6 miljoen euro wordt met name veroorzaakt door lagere kosten bijzondere bijstand ( 0,7 miljoen euro). Het voordeel op de baten van 1,3 miljoen euro wordt veroorzaakt door een extra rijksbijdrage (0,6 miljoen euro), een hogere bijdrage uit het werkdeel voor schuldhulpverleningstrajecten (0,4 miljoen euro), een lagere risicovoorziening uitstaande leningen van de kredietbank (0,2 miljoen euro) en overige verschillen (0,3 miljoen euro). Per saldo levert de uitvoering van de armoedebestrijding een voordeel op van 1,8 miljoen euro, waarvan wij voorstellen dit toe te voegen aan de bestemmingsreserve armoedebestrijding. Zorg Het nadeel op de doelstelling Zorg van per salso 1,4 miljoen euro wordt met name veroorzaakt door hogere
afschrijvingen op voorzieningen van 1,3 miljoen euro. Het nadeel is daarmee van financieel technische aard en heeft
142
geen invloed gehad op (de uitvoering van) het beleid. Wij stellen voor dit nadeel te verrekenen met de reserve risicofonds Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG). Resultaat programma
4.890
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
-4.785
Reserve Werk en inkomen
-2.921
Reserve Armoedebestrijding
-1.864
Bedrijfsreserve DMO
-2.077
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve Reserve Fonds ID-banen Reserve Risicofonds WVG Overig Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
2.029 519 1.238 272 57
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
143
1.16 Volksgezondheid 1.16.1 Wat hebben we bereikt? In de nota Zorg voor morgen 2004-2007 is de missie van de gemeente Utrecht voor het programma Volksgezondheid vastgelegd. Algemene doelstelling Wij werken aan een optimale gezondheid voor onze inwoners. Een optimale gezondheid heeft, behalve met een goed gestel, te maken met een gezonde leefomgeving, een gezonde leefstijl en een goede gezondheidszorg. Uiteraard is iedereen als eerste zelf verantwoordelijk voor zijn gezondheid. Wij kunnen, op basis van onze wettelijke taken en bevoegdheden, deze factoren beïnvloeden door beleid te ontwikkelen en te implementeren. Met onze werkzaamheden willen we bereiken dat onze Utrechtse inwoners zich gezond voelen, gezond zijn en gezond blijven. Effectdoelstelling 1 Preventie: onze activiteiten zijn gericht op het voorkómen van ziekten en aandoeningen en het voorkómen dat de gezondheidssituatie van burgers verslechtert. Ziektepreventie: bevorderen van gezondheid, voorkómen van ziekten en het beperken van de gevolgen van ziekten. Gezondheidsbevordering: onze activiteiten zijn gericht op het bevorderen van een gezonde leefomgeving en een gezonde leefstijl. Effectdoelstelling 2 Zorg dichtbij: wij wensen voor alle burgers voldoende, adequate en toegankelijke gezondheidszorg in de wijk. Versterking eerstelijnszorg: voor alle burgers voldoende toekomstbestendige eerstelijnszorg in de wijk, waarbij vanaf 2010 geen extra inzet van de gemeente meer nodig is.
Zorg en opvang van sociaal kwetsbaren: onze activiteiten richten zich op het verbeteren van de gezondheidssituatie van sociaal kwetsbare mensen en het voorkomen van verergering van hun problematiek. Verder richten wij ons op het verbeteren van de leefbaarheid en de veiligheid in de stad Utrecht. Effectdoelstelling 3 Waakvlam: het bestrijden van alle infectieziekten en het beschikbaar hebben van actuele en adequate kennis en kunde om bij buitensporige situaties te kunnen inspringen om zo de gezondheidsschade te beperken.
145
Effectindicatoren
Streefwaarde
Realisatie
2006
2006
1a
Aandeel gezonde kinderen zonder interventie opgrond van screening
86%
92%
1b
Vaccinatiegraad kinderen
95%
97%
2
Aandeel inwoners Utrecht ingeschreven bij huisartsenpraktijken
Minimaal 96%
Niet beschikbaar
2b
Verandering in waardering leefomgeving hostel
Minimaal gelijk
opening hostel
Gelijk als voor
1b: Dit is gebaseerd op eigen tellingen. Definitieve gegevens van de Provinciale Entadministratie volgen in mei 2007. 2: Door de marktwerking in de zorg worden deze gegevens als bedrijfsgeheim geoormerkt. De Utrechtse HuisartsenVereniging geeft aan dat er op dit moment voldoende huisartsen zijn.
Relevante omgevingsfactoren Preventie Een groot aantal factoren bepaalt de gezondheid van onze inwoners. Veel (landelijke) maatregelen hebben een
indirecte relatie met gezondheidsproblematiek. Een deel daarvan is beïnvloedbaar met gemeentelijke instrumenten, een groot deel ook niet. Zorg Dichtbij Door de invoering van de zorgverzekeringswet en de identificatieplicht is de toegankelijkheid van zorginstellingen meer onder druk komen te staan. Het strikte vreemdelingenbeleid leidt er tevens toe dat mensen zonder geldige verblijfstitel zich meer in de anonimiteit ophouden. Meer mensen leven op de armoedegrens. Dit heeft geleid tot meer sociaal kwetsbaren met ingewikkelde problematiek. Utrecht waarborgt de toegankelijkheid van zorg door de organisatie van laagdrempelige hulpverlening.
Door de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben we nieuwe taken op het terrein van ondersteuning van mantelzorgers gekregen. Er is bij de eerstelijnszorgaanbieders en de zorgverzekeraars in toenemende mate aandacht voor preventie. Waakvlam Door voorlichting en preventie worden verdere verspreiding van infectieziekten voorkomen en verergering van ziekten tegengegaan. Echter, maatschappelijke en medische factoren, zoals voedselveiligheid, beschikbaarheid van vaccins, vogelgriep, ontwikkelingen in het reisgedrag hebben ook grote invloed. Vangnet Wij wensen een sluitend zorgnetwerk voor al onze inwoners. Vallen er voor (groepen) inwoners, om welke reden dan ook, gaten in de zorg en lukt het de zorgaanbieders en de zorgverzekeraar/het zorgkantoor niet de zorg te organiseren, dan kan de gemeente de zorgaanbieders en de zorgverzekeraar daarop aanspreken. Als er toch een gat valt, kunnen wij overwegen om -tijdelijk en onder bepaalde voorwaarden- een regisserende of zelfs uitvoerende taak op ons te nemen om de individuele en/of volksgezondheid te bewaken. In 2006 was het niet nodig om activiteiten in het kader van Vangnet te ontwikkelen.
146
1.16.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Preventie Prestatiedoelstelling 1.1 Een gezonde groei en ontwikkeling van alle kinderen en jongeren 0-19 jaar. Het wettelijk verplichte Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg met voor Utrecht specifieke aandachtsgebieden is
•
onder onze regie uitgevoerd. De consultatiebureaus van Aveant en Zuwe hebben de 0 tot 4–jarigen opgeroepen en
onderzocht, wij de 4 tot 19-jarigen.
• Aan kinderen tussen 0 en 19 jaar zijn gezondheidsonderzoeken aangeboden waarbij de ontwikkeling van de
gezondheid is gevolgd, gezondheidsproblemen zijn gesignaleerd en de zorgbehoefte van ouders/verzorgers in kaart is gebracht, voorlichting en advies is gegeven en, indien nodig, een verwijzing heeft plaatsgevonden.
• Zorg op maat, gericht op risicogroepen of -kinderen is aangeboden en op verzoek van ouders of scholen uitgevoerd. Ook is deelgenomen aan stedelijke en/of wijkgebonden zorgoverleggen. • Alle 1.159 zorgaanvragen zijn gehonoreerd. • De Jeugdmonitor Utrecht 2006 is gepresenteerd. Deze geeft inzicht in de aard van de problematiek van brugklasleerlingen zodat gerichte collectieve interventies kunnen worden ingezet. • Het protocol Vermoeden Kindermishandeling is opgesteld en ingevoerd. • In Leidsche Rijn is gewerkt volgens de ‘ABC-zorgstructuur’. De werkwijze is richtinggevend geweest voor de ontwikkeling van de Jeugdadviesteams. • Er zijn minder intredeonderzoeken uitgevoerd door daling van het aantal nieuwkomers. • Om het ziekteverzuim op vmbo-scholen tegen te gaan zijn 300 kinderen onderzocht en begeleid. • De opvoedingsondersteuning in de wijken Zuid, Noordwest, Overvecht, Kanaleneiland en Leidsche Rijn is uitgebouwd. Er is outreachend gewerkt. • Er is een plan van aanpak opgesteld dat voorziet in een systematische ketenaanpak van Vrouwelijke Genitale
Verminking (meisjesbesnijdenis). Artsen en verpleegkundigen zijn geschoold in het gespreksprotocol en voeren dit uit.
• Er zijn voorbereidingen getroffen voor de verdere implementatie van het Elektronisch Kinddossier (EKD). Een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad en daarmee het zoveel mogelijk voorkomen van een uitbraak van infectieziekten bij kinderen. Het Rijksvaccinatieprogramma is uitgevoerd. De jaarlijkse vaccinatiecampagne heeft plaatsgevonden. Om de vaccinatiegraad te verhogen zijn maandelijkse vaccinatiespreekuren gehouden. Het voorkómen van ziekte bij reizigers in de (sub-)tropen en het voorkómen van ziekte bij risicogroepen:
Er zijn adviezen en vaccinaties gegeven. Door uitbreiding van spreekuren gedurende de zomermaanden is het reizigersbereik verhoogd. 1.1d Preventie en bestrijding van soa/aids We hebben voorlichting gegeven aan individuen, risicogroepen en intermediëren zowel in als buiten de soa-polikliniek. Onze activiteiten hebben we aangepast op risicogroepen met een lage sociaal economische status (SES) (financiering door Agis, Convenant Infectieziektebestrijding, 2006) en op allochtonen van Turkse en Marokkaanse afkomst. 1.1e Het beperken van de gevolgen van ziekten bij mensen met medische problematiek We hebben mensen die in de thuissituatie ondersteuning behoeven geïndiceerd in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) en voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart. 1.1f Het voorkómen van beïnvloedbare gezondheidsbedreigende omstandigheden in de kinderopvang We hebben 158 kindercentra geïnspecteerd op veiligheid, hygiëne en opvoedingsklimaat, 88 kindercentra zijn niet geïnspecteerd. Deze achterstand in inspectie komt door de forse groei van het aantal kindercentra in 2006 én 2005. Deze groei komt deels voort uit de aanpassing van de Onderwijswet waardoor de buitenschoolse opvang door scholen onder de Wet kinderopvang is gaan vallen. Daarnaast waren de inspectrices minder inzetbaar door het lange 147
scholingstraject als gevolg van de verandering van regels en de extra handhavingstaken. Deze combinatie van factoren heeft geleid tot de achterstand in inspecties. Voor 2007 en verder wordt een nieuw werkplan, gebaseerd op de groei in de kindercentra en de nieuwe manier van werken, opgesteld dat moet leiden tot een 100% score. Prestatiedoelstelling 1.2 We voeren het Meerjaren programma Gezondheidsbevordering uit. In samenwerking met wijkparticipanten en bewoners stellen wij interventieprogramma’s op. Deze hebben betrekking op: Het bevorderen van een gezonde leefstijl onder burgers. We hebben de wijkgerichte gezondheidsbevordering uitgebouwd naar de vier GSB-wijken. Bij de ontwikkeling van
•
manifestaties en voorlichtingen lag de nadruk op samenwerking met professionals en buurtbewoners/zelforganisaties.
• Het project Kanaleneiland Gezond is afgerond. Het deelproject Opvoedingsondersteuning voor Marokkaanse vaders is gecontinueerd. Ook hebben we een vrouwengezondheidsdag georganiseerd waardoor 300 (allochtone) vrouwen zijn bereikt met informatie op het gebied van gezondheid en welzijn en is onderlinge ontmoeting gestimuleerd.
• Via weerbaarheidstrainingen zijn sociale competenties van kinderen op basisscholen ontwikkeld. • Stedelijk programma Gezond Gewicht. Het project Gezond Gewicht Overvecht is uitgevoerd en wordt gecontinueerd en uitgebreid. Specifiek hebben we aandacht besteed aan het terugdringen van overgewicht bij de jeugd in de vier GSB-wijken. Dit doen we door een versterkte vroegtijdige signalering door de Jeugdgezondheidszorg en een gerichte aanpak bij kinderen bij wie sprake is van (enig) overgewicht. (Agis Convenant Overgewicht, 2006).
• We hebben voorlichting gegeven over voeding en beweging aan allochtone groepen. • Stedelijk programma Psychosociaal. Het project Big!move in Overvecht is gestart. Gestimuleerd wordt, via de eerstelijnszorgaanbieders, het in beweging krijgen van een doelgroep die lastig te bereiken is met reguliere gezondheidsbevorderende activiteiten.
Het bevorderen van een gezonde leefomgeving We hebben adviezen gegeven bij het plan van aanpak Luchtkwaliteit. Verder hebben wij advies gegeven over het
•
opnemen van gezondheidskundige adviezen bij nieuwbouw en renovatie van scholen.
Zorg Dichtbij Prestatiedoelstelling 2.1 Algemeen: hieraan is gewerkt met diverse partijen in het veld, zoals de zorgaanbieders, de zorgverzekeraar en de woningbouwcorporaties. Specifiek: voor het op peil houden van gezondheidsvoorzieningen in de eerste lijn werden de volgende activiteiten verricht: Monitoren van (eerstelijns)voorzieningen. We hebben een ‘Vraag-aanbod monitor’ ontwikkeld samen met het NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van
•
de gezondheidszorg). Daarnaast is er door onderzoek zicht op de vraag naar eerstelijnszorg in 2020.
Zorgen dat er in Utrecht een aantrekkelijk vestigingsklimaat is voor eerstelijnszorgaanbieders De frontoffice voor zorgondernemers is operationeel. Zorgverleners zijn ondersteund bij vragen over
•
vergunningen, vestigingsmogelijkheden en ondernemerschap.
Bevorderen van samenwerkingsverbanden en van een toename van geïntegreerd aanbod in de eerste lijn
• Het project Big!Move in Overvecht is ondersteund. • Het gezondheidscentrum in Parkwijk is geopend; in Terwijde is de bouw gestart.
148
Voorkomen van uitval van (allochtone) mantelzorgers Het project Turkse Mantelzorg is afgerond met een symposium en wordt in 2007 gecontinueerd. De leerervaringen
•
worden benut voor het Wmo-beleidsplan dat eind 2007 verschijnt.
Prestatiedoelstelling 2.2 Algemeen: Gestart is met de uitvoering van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. 2.2a Voor alle sociaal kwetsbare mensen voldoende adequate en toegankelijke zorg en opvang in de wijken en op stedelijk niveau. Hostel De Hoek op de Kögllaan is geopend. Het convenant ‘Niemand hoort op straat’, een samenwerkingsverband
•
tussen de maatschappelijk betrokken partijen ter voorkoming van dakloosheid, is uitgewerkt en wordt in 2007
geïmplementeerd.
• Zorgcentrum ‘Stationsplein’ is medio 2006 gesloten door daling van het bezoekersaantal van 233 tot 180
personen. Zorg en/of opvang is geboden in de overige twee zorgcentra, in de hostels en middels de sociaalmedische spreekuren.
• De ontwikkeling van een tandheelkundige praktijk gericht op de sociaal medische problematiek van sociaal kwetsbaren is gestart en begin 2007 operationeel. • De verstrekking van heroïne op medisch voorschrift is gecontinueerd. • Het meld- en actiepunt OGGZ is gestart. Middels triage zijn 168 cliënten doorverwezen naar Frontofficepartners. • De Brede Centrale Toegang (BCT) is gestart. Er zijn voor 723 cliënten adviezen afgegeven voor gemeentelijke producten, zoals verblijf in maatschappelijke opvanginstellingen en AWBZ gefinancierde zorg. • De richtlijnen voor het monitoren van mensen in de maatschappelijke opvang zijn met onze partners vastgesteld. April 2007 start de monitoring. • Om de problematiek in de wijken te reduceren is geparticipeerd in overlastnetwerken en is de WoonHygiënische Preventie uitgevoerd, er zijn 106 meldingen behandeld. Ook is een traject gestart om dakloosheid te voorkomen door de preventie van huisuitzettingen.
• Het Ketenregistratie- en informatiesysteem (KRIS) is verder ontwikkeld en in 2007 operationeel, waardoor de samenhang van verschillende trajecten verbetert. KRIS wordt uitgebouwd tot een cliëntvolgsysteem. • Wij overleggen maandelijks met cliëntenorganisaties stichting Goud en Straatadvocaat inzake de belangenbehartiging van dak- en thuislozen. • Regionaal Utrechts Illegalen Samenwerkingsverband (RUIS): op provinciaal niveau zijn met zorgaanbieders afspraken gemaakt over medisch noodzakelijke zorgverlening aan illegalen.
2.2b Zorgen voor een menselijke en veilige omgeving In de wijken rondom de hostels, zorgcentra en de heroïnekliniek zijn beheergroepen opgezet in samenwerking met
•
buurtbewoners, politie, wijkbureaus en de exploitanten om een veilige en menselijke omgeving te bewerkstelligen.
2.2c Ambulante verslavingszorg Het beleidskader ambulante verslavingszorg is vastgesteld met als speerpunten: intensiveren van
•
preventieactiviteiten voor jongeren, ontwikkelen van een behandelaanbod voor jeugdige verslaafden en een
vergroot bereik van alcoholverslaafden door hulpverlening. Hiervoor hebben wij onze preventieactiviteiten
uitgebreid.
Waakvlam Prestatie doelstelling 3.1 Waakvlam 3.1a Infectieziektebestrijding Alleen het hoogstnoodzakelijke van onze wettelijk voorgeschreven taken is uitgevoerd. Dit houdt in het voorkómen
•
van een uitbraak en van verdere verspreiding van infectieziekten. Hier valt onder: het verzamelen, analyseren en interpreteren van gegevens; het afhandelen van meldingen; het treffen van voorbereidingen voor een mogelijke
outbreak en het geven van voorlichting. Daarnaast hebben we TBC-patiënten behandeld en is (verdere) besmetting met TBC voorkómen.
149
• Bij de constatering van Legionella in de Rivierenwijk hebben we voorlichting gegeven aan zorgaanbieders en verontruste burgers advies gegeven over het voorkomen van gezondheidsproblemen.
3.1b Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen Overeenkomstig wettelijke afspraken is deelgenomen aan de gemeenschappelijke regeling van de VRU waarin de
•
Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) regio
Utrecht participeren.
• Per 1 januari 2006 is de GHOR ondergebracht bij de VRU. • Wij waren vertegenwoordigd in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling VRU. 3.1c Medische milieukunde Wij hebben klachten, vragen en meldingen in behandeling genomen die een mogelijke relatie leggen tussen milieu
•
en ongewenste gezondheidseffecten, bijvoorbeeld over binnenmilieu.
Streefwaarde
Realisatie
2006
2006
94%
Nog niet bekend**
25.250
26.021
90%
Nog niet bekend**
Prestatie indicatoren 1.1a
Bereik van jeugdigen bij gezondheidsonderzoeken
1.1c
Aantal reizigersvaccinaties Het aandeel 0-19 jarigen met overgewicht dat via de
1.2
jeugdgezondheidszorg wordt gescreend op overgewicht. * Het aantal achterstandswijken met grootschalige interventies
1.2
op het gebied van overgewicht. *
2
2 600
Interventies gezondheidsbevordering in de GSB-wijken (aantal 1.2
500 à 600 bewoners
bewoners per GSB-
per GSB-wijk
wijk
50
Niet bekend
betrokken bewoners) Aantal eerstelijns zorgverleners dat het frontoffice weet te
2.1b
vinden
Aantal nieuwe samenwerkingsverbanden in de eerste lijn in de 2.1c
vier achterstandswijken. *
2
2
2.2a
Aantal plaatsen in hostels
160
117
Toegang tot zorgcentra Stationsgebied, aantal uitgereikte 2.2a
pasjes
270
147
2.2a
Heroïneverstrekking, aantal deelnemers
100
36
4.018
4.389
1.275
1.364
Ambulante verslavingszorg: aantal cliënten dat per jaar feitelijk 2.2c
wordt behandeld.* Ambulante verslavingszorg: aantal behandelingen dat per jaar
2.2c
wordt afgesloten.*
* Indicatoren zoals vastgelegd in het Prestatieconvenant grotestedenbeleid 2005–2009. ** De cijfers over bereik van de thuiszorginstellingen zijn in mei 2007 beschikbaar. 2.1b: De bedrijvenwinkel blijkt geen specifieke cijfers voor zorgondernemers bij te houden. Vanaf 2007 wordt dit bijgehouden. 2.1c: Dit betreft de Kastordreef (Overvecht) en De Dame (Noordwest). 2.2a: Het begrote aantal van 160 is onjuist, dit had 140 moeten zijn. Door de verlate oplevering van hostel Hogelanden zijn minder plaatsen gerealiseerd. 2.2a: De daling van het aantal pasjes komt door het uitblijven van instroom en door uitstroom (huisvestingsprogramma’s, natuurlijk verloop).
2.2a: In het begrote aantal deelnemers was een tweede unit berekend. Hiervoor is geen toestemming verkregen van het Rijk. De toegestane capaciteit is 45 personen per unit. Het aantal deelnemers is lager dan maximaal mogelijk doordat een aantal cliënten is uitgestroomd en doordat de instroom van nieuwe deelnemers afhankelijk is van toestemming van het Rijk.
150
1.16.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
2006
2006
Lasten Ziektepreventie Gezondheidsbevordering Zorg voor sociaal kwetsbaren Versterking eerstelijnszorg Waakvlam Totaal lasten
Verschil Realisatie
actueel en
2006
realisatie
10.852
12.708
12.700
8
871
1.060
1.218
-158
10.908
15.458
13.407
2.050
303
736
694
41
3.090
3.286
3.756
-470
26.023
33.248
31.776
1.472
5.397
7.080
7.270
190
86
245
306
61
3.457
6.267
7.341
1.074
Baten Ziektepreventie Gezondheidsbevordering Zorg voor sociaal kwetsbaren Versterking eerstelijnszorg
172
553
531
-22
1.735
1.776
2.305
529
Totaal baten
10.847
15.923
17.754
1.831
Saldo lasten en baten
15.176
17.325
14.022
3.303
Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
2.070
2.073
3
15.176
15.256
11.949
3.306
Waakvlam
Mutaties reserves
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Financiële toelichting Ziektepreventie Hier is een voordelig resultaat behaald, voornamelijk door de latere invoering van het EKD. De daarvoor bestemde gelden van 100.000 euro zijn niet aangewend. Wij stellen voor deze gelden aan de bestemmingsreserve toe te voegen. Zorg voor sociaal kwetsbaren Het financieel meevallende resultaat komt vooral voort uit een onderuitputting bij de exploitatie van hostels (BinnenPlaats) en bij de verslavingszorg. Door de gefaseerde bouw van hostels is er in de eerste jaren een voordeel op
de exploitatielasten (in 2006 587.000 euro). Dit is conform het plan van aanpak BinnenPlaats 2003-2008, waarin is aangegeven dat deze voordelen nodig zijn voor de financieringsbehoefte vanaf 2008. De geraamde bijdrage aan de
investering Hogelanden (1.188.000 euro) moet nog in de daarvoor bestemde reserve worden gestort. De uitgaven bij de verslavingszorg zijn 153.000 euro lager vanwege de sluiting van het zorgcentrum Stationsplein, de gefaseerde invoering van het KRIS-systeem en de latere start van de uitvoering van de nota Algemene Verslavingszorg. De extra baten betreffen de cofinancieringsbijdrage (1.140.000 euro) van het zorgkantoor voor de zorgcentra. In 2006 staan hier nog geen uitgaven tegenover. Op basis van het convenant tussen de gemeente en de zorgpartners is de cofinancieringsbijdrage geoormerkt. Wij stellen voor de voordelen op de verslavingszorg toe te voegen aan de bestemmingsreserve.
151
Waakvlam Voor de TBC-bestrijding en -behandeling zijn de uitgaven en inkomsten hoger uitgevallen, onder andere door het convenant met Agis Zorgverzekeringen voor de curatieve tuberculosebestrijding. Daarnaast zijn de inkomsten hoger
door een vergoeding van de VRU in verband de overheveling van de GHOR-organisatie naar de VRU. Deze vergoeding is in de voorziening gestort ter dekking van de ontvlechtingkosten, wat leidt tot hogere uitgaven. Resultaat programma
3.306
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve:
• Binnenplaats (hostels) • Binnenplaats (investeringsbijdrage Hogelanden) • Verslavingszorg • Elektronisch Kinddossier (EKD) Bedrijfsreserve GG&GD
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
152
-3.167 -587 -1.188 -1.292 -100 -139 0
1.17 Sociale infrastructuur 1.17.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Een gemeenschappelijk kenmerk van integrale programma’s is het organiseren van samenhang en het tot stand brengen en bevorderen van samenwerking. Binnen het sociale domein brengen Jeugdbeleid en Integratiebeleid de beleidsvelden onderwijs, welzijn, cultuur, sport en veiligheid met elkaar in verband. In het accommodatiebeleid ligt het accent op de gezamenlijke ontwikkeling van
multifunctionele accommodaties. Tussen het sociale domein en het fysiekeconomische domein gaat de ontwikkeling van maatschappelijke voorzieningen hand-in-hand met de fysieke (her)ontwikkeling van buurten. Bij alle programma’s zijn tal van maatschappelijke partners betrokken: sociale partners, woningbouwcorporaties, migrantenorganisaties, welzijnsorganisaties, politie en anderen. Effectdoelstelling 1 Kwaliteit en spreiding: in 2006 hebben wij ook het laatste uitvoeringsplan voor Utrecht Noordoost vastgesteld. Alle wijkvoorzieningenplannen fungeren nu als referentiekader voor herschikking van functies en ook voor nieuwe
(accommodatie)initiatieven. In diverse wijken zijn accommodaties herschikt of is de voorbereiding daarvan gestart. Dit vond plaats in afstemming met Utrecht Vernieuwt en ISV, met name in de wijken Overvecht en Zuidwest. Effectdoelstelling 2 Inburgering/Toerusting (integratiebeleid-T1): een betere maatschappelijke, sociale en/of economische startpositie voor inburgeraars. De individuele migrant wordt toegerust om in onze samenleving zelfstandig en volwaardig te kunnen functioneren. Dit effect is bereikt door de zelfredzaamheid van inburgeraars te verhogen. Het gewenste effect voor zowel nieuwkomers (43% in plaats van 55%) als oudkomers (38% in plaats van 45%) blijft enigszins achter op de beoogde
effecten. Hiervoor zijn de volgende verklaringen te geven:
• Er is vanuit uitgegaan dat 60% van de cliënten het basistraject voortzet met een vervolgtraject taal. In 2006 zette 40% van de oudkomers en nieuwkomers het traject voort. Een deel van die trajecten is nog niet afgerond.
Bovendien was in 2006 was de inkoop van vervolgtrajecten nog gebonden aan gedwongen winkelnering met het Regionaal Opleidingscentrum (ROC), waardoor tussen het basistraject en vervolgtrajecten overgestapt diende te
worden tussen twee taalaanbieders. Hierdoor valt een gat tussen de twee trajecten en vallen cliënten eerder uit, wat
de resultaten niet ten goede komt.
• Van degenen die het traject vervolgen, bereikt 52% van de nieuwkomers en 47% van de oudkomers het niveau van
sociale zelfredzaamheid. Onder de groep oudkomers bevindt zich een stijgend aantal analfabeten, die moeizamer het niveau bereiken.
Effectdoelstelling 3a: Toegankelijkheid: Utrechtse organisaties, waaronder de gemeente Utrecht zelf, zijn toegankelijk voor alle inwoners van Utrecht en leveren producten en diensten die zijn afgestemd op alle groepen van de samenleving. Om de doelstelling op het terrein van toegankelijkheid van organisaties te realiseren hebben we in 2006 gewerkt met de integratiewijzer. In 2006 hebben we zowel interne als externe afdelingen en organisaties bereikt. Effectdoelstelling 3b Toenadering: mensen uit verschillende groepen ontmoeten elkaar waardoor verschillende culturen en leefstijlen naar elkaar toe groeien. 153
In 2006 hebben we door middel van een aantal gerichte projecten, het aantal ontmoetingen in de stad, de uitwisseling en de dialoog versterkt. Effectdoelstelling 4 Het realiseren van een doeltreffend educatief en recreatief aanbod voor de jeugd en een sluitende zorgstructuur. In 2006 is gewerkt aan het opzetten van een uitgewerkt programma jeugd en de daarbij behorende programmabegroting 2007. De afzonderlijk tien jeugddossiers zijn omgezet in zes programmadoelen (zie verder toelichting bij prestatiedoelstelling 4.1). Streefwaarde
Realisatie
2006
2006
pm
pm
55%
43%
45%
38%
pm
pm
85%
85%
Effect indicatoren 1
Accommodatiebeleid:nog te ontwikkelen Percentage nieuwkomers dat na afronding van het inburgeringstraject
2a
(inclusief plustraject) sociaal zelfredzaam is. Percentage oudkomers dat na afronding van het inburgeringstraject
2b
(inclusief plustraject) sociaal zelfredzaam is
3
% inwoners dat geïntegreerd is
4
% jeugd dat opgroeit tot gezonde, betrokken, zelfstandige burgers.
Ad. 2. Op 28 november 2006 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet Inburgering, die per 1 januari 2007 in werking is getreden. Anticiperend op deze wetswijziging, heeft het college op 18 april 2006 de nota ‘Inburgering in Utrecht. Meerjarenperspectief Inburgering 2007-2010’ vastgesteld waarin de gemeentelijke keuzes voor inburgering zijn vastgelegd. De definitieve inhoudelijke en financiële consequenties van de Wet Inburgering zijn pas in november 2006 duidelijk geworden. Een actualisatie van bovengenoemde nota, waarin de ontwikkelingen in het rijks- en gemeentelijk beleid na 18 april 2006 zijn meegenomen, zal bij de voorjaarsnota worden ingediend.
Op 1 maart 2006 is de Wet Inburgering Buitenland in werking getreden, die bepaalt dat nieuwkomers dienen te slagen voor een examen Nederlands en Kennis van de Nederlandse Samenleving voordat zij naar Nederland komen. Naast de strengere toelatingseisen die vanaf 2005 gelden, heeft dit de instroom van nieuwkomers in de tweede helft van 2006 verder verlaagd. Ad. 4. Landelijk onderzoek toont aan dat 85% van de jeugd zonder noemenswaardige problemen opgroeit tot
volwassene, zo’n 15% van de jeugd heeft te maken met opgroeiproblemen en behoefte aan extra ondersteuning. Ook in Utrecht gaat het met de meeste jeugd goed, dit wordt onder meer aangetoond door de Jeugdmonitor 2005. De jeugdmonitor geeft een beeld van de jeugd in de eerste klas van het voortgezet onderwijs, we hebben nog geen gegevens over alle Utrechtse jeugd.
1.17.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Kwaliteit en spreiding Prestatie doelstelling 1.1 Werken aan de ontwikkeling van drie accommodaties in de wijken Noordwest en Zuidwest.
154
Deze accommodaties bieden aanbod binnen de sectoren welzijn, sport, onderwijs en cultuur. Het betreft eerste fase Nieuw Welgelegen (Zuidwest), Christina-Beatrixcomplex (Noordwest) en Noordzeestraat (Zuidwest). Nieuw Welgelegen is volop in ontwikkeling. De realisatie van het Christina-Beatrixcomplex (Vorstelijk Complex) heeft enige vertraging
opgelopen, als gevolg van het opstellen van een nieuw definitief ontwerp. Voor de realisering van de Noordzeestraat hebben wij een kredietaanvraag vastgesteld. Prestatie doelstelling 1.2 Werken aan de planvoorbereiding van zes locaties in Noordwest, Zuidwest en Overvecht. Het betreffen enerzijds locaties die vrijvallen en anderzijds locaties waar nieuwe voorzieningen kunnen worden gerealiseerd (aangepast). De toekomst van de locaties Amerhof, Spaarnestraat, Vliegend Hartschool (Zuidwest), sportpark Thorbeckelaan, sporthal Zuilen (Noordwest) en buurthuis Einsteindreef (Overvecht) is in onderzoek. Voor alle locaties met uitzondering van de Einsteindreef hebben wij startnotities vastgesteld. De Einsteindreef behoudt haar
huidige functie tot aan oplevering van de multifunctionele accommodatie De Dreef. Amerhof en Spaarnestraat worden afgestoten. De Amerhof blijft ten minste vijf jaar (gedeeltelijk) beschikbaar voor de bewonersorganisatie. Daarnaast zijn voor de Schermerhornstraat en Willem van Noortplein (badhuis) startnotities opgesteld, alsook voor drie locaties met een sociaal maatschappelijke functie in de As van Kanaleneiland (middelbare school, sporthal en sportveld).
Inburgering/Toerusting (integratiebeleid T1) Prestatie doelstelling 2.1 Om het genoemde effect te bereiken worden inburgeringsprogramma’s voor nieuwkomers en oudkomers uitgevoerd. Nieuwkomers In 2006 zijn 373 C1-beschikkingen (ter vaststelling van het inburgeringsprogramma) afgegeven. Dit is conform het aantal dat begroot is in de Bestuursrapportage 2006. Oudkomers In 2006 zijn de volgende oudkomerstrajecten uitgevoerd: De GSB-taakstelling in het kader van de regeling Oudkomers G31 2006 is definitief vastgesteld op 474. In dit kader
• zijn 474 trajecten uitgevoerd. • In navolging van de commissie Pavem zijn in 2006 extra middelen beschikbaar gesteld door de rijksoverheid voor de inburgering van allochtone vrouwen. In het kader van de GSB-regeling Inburgering allochtone vrouwen G31
betrof dit 300 extra inburgeringstrajecten. In het kader van pilot Taal Totaal betrof dit 225 trajecten. Per 1-1-2007 is in dit kader door 603 allochtone vrouwen een inburgeringovereenkomst getekend.
• Overvecht, Noordwest, West, Zuid en Leidsche Rijn. • In samenwerking met de afdeling Onderwijs zijn trajecten aangeboden aan 60 reguliere oudkomers met een De inburgeringstrajecten voor oudkomers zijn voor een groot deel op wijkniveau aangeboden in de wijken
instroomniveau op NT2 niveau 2, zijn 146 nieuwkomers en 275 oudkomers met een vervolgtraject taal gestart.
Extra aanbod voor nieuwkomers en oudkomers
Ter verbetering van de resultaten van de inburgeringsprogramma’s zijn taal- en werkstages, Duo-projecten, conversatiebijeenkomsten, geïntegreerde trajecten, e-learning en het aanvullende lesprogramma Maatschappelijke Participatie en Activering georganiseerd. In totaal hebben 670 inburgeraars geparticipeerd in aanvullende projecten.
Toegankelijkheid en toenadering Prestatiedoelstelling 3.1 Uitvoering van het beleidsschema Een mix aan Utrechters.
155
Op het terrein van toegankelijkheid hebben we de prestatiedoelstelling gerealiseerd door middel van het project ‘integratiewijzer’. We hebben vijftien trajecten voor vijftien eenheden (zowel interne als externe partners) uitgevoerd. In totaal hebben we ongeveer driehonderd medewerkers bereikt in 2006. Op het terrein van toenadering hebben we de circa 25 voorgenomen projecten uitgevoerd. Voorbeelden zijn: de Dialoog, debatten in de wijk, Goedgekleurd werven, Intercultureel besturen voor vrijwilligers, het Wereldfeest, diverse activiteiten voor Migrantenzelforganisaties, internetcafés, Iedere Ouder Telt, Buurtvaders, het Moederkindcentrum, activiteiten over rechten van allochtone vrouwen, het project Wereldschool, ondersteuning van initiatieven uit de wijken en de beleidsvisie Leidsche Rijn. We hebben hiermee ongeveer 25.000 mensen bereikt, dat is meer dan de voorgenomen 14.000. Projecten die in 2006 een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het realiseren van de prestatiedoelstelling zijn het
project de Wereldschool, de ontwikkeling van het integrale project Sport en Spel en het project Dialoog – Verdieping in Ontmoeting.
Breed aanbod voor de jeugd Prestatiedoelstelling 4.1 We pakken de actuele jeugdproblematiek aan door middel van tien jeugddossiers. Negen van de tien jeugddossiers zijn nader uitgewerkt: Voor het dossier ‘risicojeugd en arbeidsmarkt’ is een startnotitie opgesteld en zijn al enkele maatregelen in gang gezet. Er is een nieuwe stedelijke zorgstructuur
vastgesteld, waarin zes Jeugd Advies Teams worden gerealiseerd. Daarnaast is de capaciteit van de pedagogische hulpverlening uitgebreid met vijfhonderd trajecten en zijn er methodieken ontwikkeld voor het Opvoedbureau en Actief casemanagement. Met extra middelen van het rijk wordt het in januari 2006 vastgestelde beleidskader Forum versneld geïmplementeerd. Op dit moment wordt in zes wijken, op zeven locaties gewerkt aan Forumontwikkeling. De opgenomen streefwaarde voor de kinderraad is niet juist. In de jaarlijkse kinderraadsvergadering wordt er door elke wijk een plan ingebracht (totaal maximaal tien). Het winnende plan wordt gerealiseerd. In 2006 zijn daarnaast nog eens vier extra wijkplannen (deels) gerealiseerd. Voor de jongerenraad is gestart met het uitwerken van een nieuw concept voor participatie. In januari 2006 is de Jeugdmonitor Utrecht gepresenteerd. De Jeugdmonitor geeft een beschrijving van de gezondheid, leefstijl, leefwereld, veiligheid en integratie van brugklassers in het voortgezet onderwijs. In de Sluitende aanpak 0-6 jarigen is het aantal voorscholen uitgebreid en het kwaliteitstraject voor peuterspeelzalen afgerond. Het dossier integratie is vanwege capaciteitsgebrek niet verder uitgewerkt.
Prestatie indicatoren
Streefwaarde
Realisatie
2006
2006
1.1a
Accommodaties uitvoering
3
3
1.1b
Wijkvoorzieningen:startnotities
6
5
2.1a
In te burgeren oudkomers (waaronder GSB)
849
1.077
2.1b
In te burgeren nieuwkomers
375
373
2.1c
Deelnemers projecten
445
670
2.1d
Aantal vervolgtrajecten
pm
421
3.1
Uitvoeren beleidsschema
100%
100%
4.1a
Uitgewerkte jeugddossiers
10
9
4.1b
Aantal gerealiseerde plannen Kinderraad
11
5
4.1c
Optimaliseren zorgstructuur
156
Integrale
Opzet nieuwe
zorgstructuur
zorgstructuur
gerealiseerd 4.1d
Aantal wijken met forumconcepten
8
6
1.17.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
Verschil
2006
2006
2006
realisatie
Lasten Realiseren accommodaties
1.670
2.531
3.420
-888
Inburgering
7.301
13.104
6.810
6.294
Interculturalisatie
591
595
599
-4
Jeugdbeleid
992
2.124
2.417
-294
0
34.475
30.906
3.569
10.554
52.829
44.152
8.677
0
613
2.116
1.503
7.565
11.585
6.728
-4.857
GSB Totaal lasten Baten Realiseren accommodaties Inburgering Interculturalisatie
0
0
27
27
Jeugdbeleid
0
1.007
1.758
751
GSB
0
34.475
30.906
-3.569
Totaal baten
7.565
47.680
41.535
-6.145
Saldo lasten en baten
2.989
5.149
2.617
2.532
Toevoegingen
1.139
6.397
6.397
0
Onttrekkingen
709
8.987
9.049
62
3.419
2.559
-35
2.594
Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Realisatie accommodaties
Het nadeel op de lasten wordt veroorzaakt door een extra bijdrage aan het Hart van Noord (1,5 miljoen euro) en lagere kapitaallasten (0,7 miljoen euro). Het voordeel op de baten wordt veroorzaakt door een incidentele investeringsbijdrage (1,5 miljoen euro). Inburgering
De lasten zijn 6,3 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat een bedrag van 2,9 miljoen euro rechtstreeks met een voorziening is verrekend, voor 2 miljoen euro aan kosten voor trajecten de afrekening pas in 2007 plaatsvindt, en lagere uitgaven zijn gedaan, aangezien 1,4 miljoen euro minder aan PAVEM-gelden is ontvangen. De baten zijn 4,9 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt, naast de minder ontvangen PAVEM-gelden, veroorzaakt doordat ook 3,5 miljoen euro aan rijksbijdragen rechtstreeks met een voorziening zijn verrekend. Wij verrekenen deze voor- en nadelen met de daarvoor beschikbare bestemmingsreserves
157
Jeugdbeleid De hogere baten van 0,75 miljoen euro worden veroorzaakt door hogere ontvangen bijdragen voor de regeling Dagarrangementen en Combinatiefuncties (0,47 miljoen euro), de opzet nieuwe zorgstructuur (0,175 miljoen euro) en de organisatie van Stadsdebatten (0,1 miljoen euro). Hierdoor zijn ook de lasten hoger dan begroot en het restant wordt verrekend met de betreffende bestemmingsreserves. GSB-gelden De lasten en baten zijn 3,5 miljoen euro lager dan begroot doordat er minder rijksbijdragen zijn ontvangen voor de doelstelling ‘Geen leerling zonder diploma van school’ (4,4 miljoen euro) en de doelstelling ‘Van de straat en veilig’ (0,3 miljoen euro). Voor de doelstellingen ‘Gezond en Wel in de stad’, ‘Gedeeld burgerschap’ en ‘naar een veiliger samenleving’ is 1 miljoen euro meer ontvangen dan begroot. Resultaat programma
2.594
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
-5.041
Investeringsbijdrage in vaste activa reserve
-1.503
Resultaat BIGU 2006
-1.315
Resterende invoeringskosten wet inburgingen
-458
Nota inburgering 2007-2010
-990
Staatsliedenbuurt Overig
-85 -690
Bedrijfsreserve DMO
-536
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve Bijdrage IAB aan Hart van Noord Overig Algemene reserve CT (corresponderende post wet inburgering) Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
158
1.975 1.467 508 1.008 0
1.18 Lokale democratie en bestuurlijke samenwerking Utrecht wil een moderne stad zijn die met maatschappelijke ontwikkelingen mee gaat. Modernisering wordt bijvoorbeeld gezocht in een andere rolverdeling tussen burgers en overheid. Het college dat in 2006 aantrad heeft dan ook als motto ‘Kansen, aanpakken, meedoen’. Een grote stad als Utrecht kan moet en kan fungeren als kansenmachine. Die kansen op werk, scholing, integratie en ontmoeting moeten mensen zelf aanpakken. Meedoen is belangrijk voor alle groepen in onze divers samengestelde bevolking. In de huidige maatschappij mag van burgers verwacht worden dat zij meer verantwoordelijkheid nemen. Een slagvaardige overheid betekent ook een adequate samenwerking met bestuurlijke partners en bedrijfsleven.
1.18.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling De gemeente Utrecht schept met het programma ‘Lokale Democratie en Bestuurlijke Samenwerking’ in randvoorwaardelijke zin condities die leiden tot een moderne overheid en een eigentijds democratisch proces, waarmee we de betrokkenheid van de Utrechtse bevolking en de andere bestuurslagen bij de ontwikkeling van de stad willen vergroten. In 2006 werden daarbij de aanbevelingen uit het Burgerjaarverslag 2005 op het gebied van publieksdienstverlening, burgerparticipatie, klachtbehandeling en bezwaarschriften meegenomen. In 2006 stonden de gemeenteraadsverkiezingen centraal. Effectdoelstelling 1 Democratisch proces: een eigentijds en goed functionerend democratisch proces in Utrecht, waarin uw raad een kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taak heeft. Effectdoelstelling 2 Betrokkenheid en invloed burger: een grotere betrokkenheid en grotere invloed van de burger op gemeentelijk beleid en besluitvorming door: het bestuur dichter bij de burger te brengen
• • de burger meer invloed te geven op gemeentelijk beleid en besluitvorming
Effectdoelstelling 3 Samenwerking en belangenbehartiging: In 2006 heeft Utrecht invloedrijke samenwerkingsrelaties met alle relevante bestuurslagen.
Effect indicatoren 1
Opkomstpercentage bij raadsverkieziningen
Streefwaarde
Realisatie
2006
2006
50%
54%
9%
15%
29%
27%
Percentage Utrechters dat vindt voldoende mogelijkheden te hebben om 2a
invloed uit te oefenenen op gemeentelijk beleid Percentage Utrechters dat aangeeft in het afgelopen jaar actief te zijn
2b
geweest met beïnvloeding van het gemeentelijk beleid
159
Relevante omgevingsfactoren Het jaar 2006 stond voor de gemeente Utrecht in het teken van verkiezingen. De opkomst van 54% lag boven het G-4 gemiddelde. De uitslag van de verkiezingen hadden een verschuiving van de politieke verhoudingen tot gevolg. Op 16 maart trad de nieuwe gemeenteraad aan en op 27 april werd het nieuwe college van burgemeester en wethouders geïnstalleerd. Het collegeprogramma ‘Utrecht voor elkaar’ werd al op 14 april gepresenteerd. In juni viel het tweede kabinet Balkenende, waardoor er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen waren in november 2006. Verschuivingen in het politieke veld zijn op vrijwel alle onderdelen van dit programma van invloed, hoewel niet altijd direct aantoonbaar. Wij bieden de burger instrumenten aan om te participeren. Soms ligt het initiatief om hiervan gebruik te maken bij de burger, de mate van gebruik is daarom niet voorspelbaar. Utrecht probeert het maximale uit de lobby te halen. Of dat lukt is afhankelijk van bereidheid en middelen van de gesprekspartners om hieraan tegemoet te komen.
1.18.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Democratisch proces Prestatie doelstelling 1.1 In 2006 wordt invulling gegeven aan het democratisch proces in Utrecht door onder andere raadsbezoeken aan de wijken en door invulling te geven aan de controlerende taak van de Gemeenteraad. In 2006 staan de gemeenteraadsverkiezingen centraal. De griffie vervulde een facilitaire rol bij de coalitievorming. De collegeonderhandelingen werden ondersteund door de afdeling Bestuurlijke, Internationale en subsidiezaken (BIS). De Griffie organiseerde voor de nieuwe raad een uitgebreid introductie- en scholingsprogramma in samenwerking met de diensten en BIS verzorgde een inhoudelijk kennismakingsprogramma op een negental grote thema’s. Ook de nieuw aangetreden gemeenteraad bezoekt twee maal per jaar iedere wijk en daarnaast organiseert de raad bijeenkomsten om zich over actuele thema’s te informeren. In 2006 huurde de Rekenkamer extra capaciteit in via detachering, voor de uitvoering van het onderzoek ‘Handhaving van regelgeving’.
Betrokkenheid en invloed burger Prestatie doelstelling 2.1 In 2006 brengen we het bestuur dichter bij de Utrechtse burgers door duidelijker en consistenter te communiceren over participatiemogelijkheden en de daarbij behorende randvoorwaarden van gemeentelijk beleid en besluitvorming. Inwoners werden gestimuleerd om zelf initiatieven te nemen om hun buurt, wijk of stad te verbeteren. Dat kon met behulp van onder meer het Recht van Initiatief, Burgerinitiatief, Raadgevend referendum, Leefbaarheidbudget, Kinderraadsvergadering en U-voice. In 2006 werd door middel van communicatie meer bekendheid aan deze instrumenten gegeven. Hoewel uit de Inwonersenquête 2006 bleek dat de bekendheid van het Recht van Initiatief en het Leefbaarheidsbudget zijn gedaald ten opzichte van 2005, zijn de budgetten geheel verbruikt. In 2006 is het eerste burgerinitiatief ingediend, gericht tegen de verkoop van de GVU-aandelen. Er werden 2800 handtekeningen ingediend. Uiteindelijk besloot de raad de aandelen wel te verkopen. Met het burgerinitiatief waren geen kosten gemoeid. In 2006 besloot de raad dat er voortaan bij ieder raadsvoorstel aangegeven diende te worden of er een referendum over het voorgenomen besluit mogelijk was. In 2006 is onderzocht op welke manier dat het beste kan. Besloten is de 160
applicatie voor bestuursadviezen hierop aan te passen. In 2007 zal dat doorgevoerd worden. Hieraan zijn geen kosten verbonden. Prestatie doelstelling 2.2
In 2006 verbeteren we de interactie tussen burgers en gemeente door transparant te communiceren over de belangenafweging en de beïnvloedingsmogelijkheden van belanghebbenden op het Utrechtse gemeentelijk beleid en de besluitvorming. Hoewel er al sinds 2005 gewerkt wordt aan een nieuwe inspraakverordening, is deze nog niet vastgesteld. Dat komt omdat we zoveel mogelijk de modelverordening van de VNG aan willen houden. De VNG heeft aangekondigd in februari 2007 de modelverordening bekend te maken. Besluitvorming volgt daarna zo snel mogelijk.
Samenwerking en belangenbehartiging Prestatie doelstelling 3.1 In 2006 werkt het Utrechtse gemeentebestuur samen met en/of behartigt belangen in onder andere Bestuur Regio Utrecht, Provincie, G4, Regio Randstad, Brussel. De bestuurlijke samenwerking in de diverse bovenlokale samenwerkingsverbanden verliep in 2006 volgens gebruikelijk stramien. Hieronder worden per samenwerkingsverband de belangrijkste resultaten en gebeurtenissen uit 2006 genoemd. Daarnaast sprak ons college het voornemen uit om de Haagse lobby van onze gemeente te intensiveren en beter te coördineren. Dit gebeurde mede op basis van een aansporing van in Utrechte wonende Eerste en Tweede
Kamerleden, gedaan in het ‘Domstadgesprek’ op 4 september 2006, om Utrecht in ‘Den Haag’ duidelijker voor het voetlicht te brengen. Bestuur Regio Utrecht (BRU) In het najaar van 2006 stelde het BRU de uitvoeringsafspraken in het kader van het tweede Regionaal Structuurplan (RSP II) vast. Deze afspraken gaan over (toekomstige) locaties voor kantoren, bedrijven, woningen en groen in het BRUgebied. In de tweede helft van het jaar vond de voorbereiding plaats van de Regionale Agenda. Dit is een meerjarenagenda voor het BRU (2007-2010) waarop onderwerpen staan als verkeer en infrastructuur, openbaar vervoer, economische ontwikkeling, wonen, groenontwikkeling en democratische legitimiteit. De Regionale Agenda zal in maart 2007 bestuurlijk worden vastgesteld. Samenwerkingsverband Regio Randstad De bestuurlijke samenwerking in de Randstad stond in het teken van de discussie over het toekomstig bestuur van de Randstad. Deze discussie was eind 2005 aangezwengeld door de Holland Acht, de burgemeesters van de vier grote steden en de commissarissen van de Koningin van de vier Randstadprovincies. Ons college sprak zich uit voor de vorming van een nieuwe Randstadprovincie in plaats van de vier bestaande provincies. Eind 2006 was de discussie over het Randstadbestuur nog in volle gang. Een belangrijk inhoudelijk thema was de voorbereiding van de ‘Strategische Agenda Randstad 2040’, een toekomstverkenning over de ruimtelijke ontwikkeling in de Randstad, gemaakt op
initiatief van het ministerie van VROM naar aanleiding van een motie uit de Eerste Kamer. De strategische agenda werd op 23 januari 2007 vastgesteld in het dagelijks bestuur van de Regio Randstad. Provincie Utrecht Het bestuurlijk overleg met de provincie Utrecht bleef in 2006 beperkt tot één ontmoeting van de beide colleges. Daarnaast waren er regelmatige contacten tussen portefeuillehouders. Overigens werkten gemeente en provincie samen in de nv Utrecht, het informele samenwerkingsverband met verder de steden Amersfoort en Hilversum en de regio’s BRU, Eemland en Gooi- en Vechtstreek. Met deze partners werd gewerkt aan actualisering van de
‘Ontwikkelingsvisie nv Utrecht’. Deze ontwikkelingsvisie is een lobbydocument, waarin de betrokken partijen hun visie op de ontwikkeling van de (Noordvleugel van de) Randstad geven. G4-samenwerking De samenwerking tussen de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht stond in 2006 in het teken van de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november. In opdracht van de vier grote steden leverde een externe 161
commissie onder leiding van Unilevertopman Antony Burgmans het advies
[email protected]. Dit advies vormde de basis voor een G4-brief aan kabinetsinformateur Wijffels. In deze brief drongen de G4 aan op een aantal bestuurlijke ‘doorbraken’ in de samenwerking tussen kabinet en grote steden. Utrecht was op 29 september 2006 gastheer van de jaarlijkse conferentie van de voltallige G4-colleges. Onze gemeente vervulde het (roulerende) voorzitterschap van de ambtelijke G4 AgendaGroep, die de G4-samenwerking coördineert, en tekende voor het secretariaat van de commissie-Burgmans. Utrecht in Europa en Europa in Utrecht Wethouder Rinda den Besten werd in 2006 voorgedragen voor het lidmaatschap van het Comité van de Regio’s, het adviesorgaan van de Europese Commissie waarin lokale en regionale besturen zijn vertegenwoordigd. Haar benoeming volgde begin 2007. In aansluiting op ons collegeprogramma krijgt ‘jeugd’ in Brussel prioriteit. Dit betekent dat alle kansen en mogelijkheden die Europa biedt met betrekking tot het onderwerp Jeugd worden uitgediept. Wethouder Robert Giesberts ondertekende tijdens de jaarvergadering van Eurocities (23 november 2006) namens onze gemeente het European Charter of Rights of Citizens in the Knowledge Society. In dit charter leggen de leden van Eurocities zich vast op het streven een ‘digitale tweedeling’ in de samenleving te voorkomen. Onze gemeente vervulde in 2006 het ambtelijk voorzitterschap van het G4-kantoor in Brussel. In 2006 werd besloten dat het G4-kantoor in 2007 wordt verhuisd naar het op te richten House of the Cities in Brussel. Om Europa meer bekendheid te geven in de stad en de ambtelijke organisatie zijn er diverse initiatieven geweest
rondom de Dag van Europa (9 mei). We hebben, in G4-verband, meegedaan aan een wedstrijd voor VMBO-scholieren, waarbij het Via Nova College de tweede prijs heeft gewonnen. Voor de ambtelijke organisatie werd een grote Europaquiz georganiseerd; de winnaars gingen op werkbezoek naar Brussel. Prestatie doelstelling 3.2 Het ontwikkelen van het internationale karakter van stad en gemeente door samenwerking en uitwisseling van kennis en informatie op internationaal niveau. Onder andere via internationale netwerken, stedenbanden (León, Brno) en de ondersteuning van particuliere initiatieven. Utrecht is de afgelopen jaren in vele opzichten een internationale stad geworden. Wezenlijk onderdeel van de
internationale samenwerking in de komende jaren is dan ook dat dit stedelijk netwerk van internationale contacten en relaties in kaart wordt gebracht en verder ontwikkeld. Door de samenstelling van de Utrechtse bevolking worden de ‘landen van herkomst’ een steeds belangrijker onderdeel van de internationale samenwerking. Door meer thematisch te werken (op onderwerpen die zowel in de landen van herkomst, Marokko en Turkije, als in Utrecht actueel en relevant zijn) wordt dit onderdeel versterkt. In onze internationale activiteiten is wederkerigheid een belangrijk criterium. Naast de stedenbanden met Léon (Nicaragua) en Brno (Tsjechië) hebben we in 2006 een start gemaakt met het programma Landen van Herkomst. Er zijn bestuurlijke contacten met Nador en Al Hoceima in Marokko als vervolg op
de steun bij de wederopbouw van een school na de aardbeving in 2005. We hebben in Oudja (Marokko) gesproken over stadsparken als mogelijk samenwerkingsthema als vervolg op een bestuurlijk bezoek uit Marokko bij onze raadsverkiezing in maart 2006. In Suriname werden na de overstromingsramp verschillende wederopbouwprojecten van particuliere organisaties ondersteund. Ons college stelde eind 2006 een beleidskader vast voor de hulpverlening bij rampen in het buitenland. Onderdeel van dit kader is, dat de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht hierin een gezamenlijke lijn volgen.
162
Prestatie indicatoren 1.1a 1.1b
Streefwaarde 2006
Gemeenteraad bezoekt elke wijk Rekenkamer controleert
Realisatie 2006
2x per jaar
2x per jaar
3 rapporten en 2
2 rapporten en 2
rekenkamerbrieven
rekenkamerbrieven
minimaal 16 voorstellen 2.1a
Recht van initiatief
gehonoreerd
19
rond 500 projecten 2.1b
Leefbaarheidsbudget
geïnstalleerd
673
2.2
Tijdige afhandeling adviezen wijkraden
alle adviezen
alle adviezen
12
12
3
3
Aantal stedelijke lobbydossiers dat actief 3.1
uitgedragen wordt Aantal internationale
3.2
samenwerkingsprogramma’s
1.18.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2006
2006
2006
realisatie
8.340
9.681
9.232
449
170
170
169
2
10.753
10.656
11.123
-468
1.363
1.401
1.380
21
474
547
517
31
21.100
22.456
22.421
35
2.388
2.388
1.653
-735
0
0
17
17
1.340
1.392
1.872
480
Samenwerking en belangenbehartiging
0
0
0
0
Ontwikkelen internationaal karakter
0
0
4
4
3.728
3.780
3.546
-234
17.372
18.676
18.875
-199
Verschil
Lasten Democratisch proces Bestuur dichter bij Utrechtse burgers Verbeteren interactie met burgers Samenwerking en belangenbehartiging Ontwikkelen internationaal karakter Totaal lasten Baten Democratisch proces Bestuur dichter bij Utrechtse burgers Verbeteren interactie met burgers
Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
50
504
504
0
Onttrekkingen
9
599
599
0
17.413
18.581
18.780
-199
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
163
Financiële toelichting Democratisch proces Het voordeel op de lasten van 449.000 euro wordt voornamelijk veroorzaakt door het niet vervullen van ontstane
vacatures bij de Accountantsdienst. Gevolg hiervan was dat minder opdrachten konden worden aanvaard en minder inkomsten zijn gegenereerd (zie nadeel op de baten van 735.000 euro). Conform raadsbesluit 2006.222 komt 66.000 euro ten laste van het gemeentebrede resultaat. Wij stellen voor het resterende nadeel (212.000 euro) te onttrekken aan de bedrijfsreserve van de Accountantsdienst. Verbeteren interactie met burgers De lasten van wijkbureaus zijn 468.000 euro hoger dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door overdracht van activa naar het ABU, nog niet volledig gerealiseerde taakstellingen 2006 en personeelskosten. De hogere lasten worden gecompenseerd door meeropbrengsten (480.000 euro), onder andere door ontvangen bijdragen van het ABU voor
overgedragen activa, verhuur van ruimten en incidentele bijdragen. Resultaat programma
-199
Bestedingsvoorstellen Bedrijfsreserve Secretarie Bedrijfsreserve Dienst Wijken
-99 -388
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve: recht van initiatief
400
Bedrijfsreserve Accountantsdienst
212
Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
-74
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
164
1.19 Publieksdienstverlening Publieksdienstverlening betreft de contacten die de gemeente heeft met haar klanten en het leveren van gemeentelijke producten aan individuele burgers, ondernemers en organisaties. Deze verantwoording bevat de gerealiseerde gemeenschappelijke doelstellingen en verbeteractiviteiten van het gemeentebrede ontwikkelingsmeerjarenprogramma Publieksdienstverlening. Daarnaast zijn expliciet project- en/of financiële bijdragen genoemd binnen de diensten Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen, Dienst Wijken, Secretarie, Gemeentebibliotheek, Dienst Raadsorganen en
Dienst Stadsontwikkeling. De financiële verantwoording voor reguliere productie beperkt zich tot een aantal afdelingen binnen de eerste vijf genoemde diensten.
1.19.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling De gemeente Utrecht streeft naar een hoge klanttevredenheid voor haar publieksdienstverlening in een goede kwaliteit/prijsverhouding, met inachtneming van wettelijke voorschriften en rijksbeleid. Deze algemene doelstelling blijft de leidraad waar we ons naar richten bij de reguliere dienstverlening en de ontwikkelactiviteiten. Het geeft daarnaast aan dat de ontwikkelingsmogelijkheden omgeven zijn door landelijke regelgeving. Effectdoelstelling 1 Betere toegankelijkheid: de gemeentelijke informatie, producten en organisatie zijn beter toegankelijk. Burgers vinden op een zo gemakkelijke, eenvoudige en snel mogelijke manier toegang tot informatie en diensten van de gemeente. De informatieverstrekking via de diverse communicatiekanalen (telefoon, internet, balie en post) zal ook steeds meer geïntegreerd zijn. 1a: Burgers kunnen 7x24 uur via internet meer gedetailleerde informatie en digitale producten verkrijgen. Zoals geraamd zijn in 2006 2,4 miljoen bezoekers op de gemeentelijke internetsite geweest. Dit is een stijgende lijn die enerzijds voortkomt uit ontwikkelingen in de maatschappij, - klanten gebruiken steeds meer internet voor hun informatiebehoefte -, en anderzijds door de groei van de informatievoorziening en interactie- en transactiemogelijkheden op het gemeentelijk internetkanaal. 1b: Burgers kunnen via één algemeen telefoonnummer de gemeentelijke organisatie bereiken en steeds vaker direct antwoord krijgen.
Steeds meer klanten weten het algemene gemeentelijke telefoonnummer 030 - 286 00 00 te vinden en zijn tevreden over de snelle service om tot het juiste antwoord of persoon te komen. Het percentage burgers dat aangeeft tevreden te zijn over de snelheid waarmee ze geholpen zijn, is substantieel gestegen van 64% naar 75%. (bron Inwonersenquete). De streefwaarde in de begroting voor 2006 was 60%, met name vanwege het groeimodel van het Gemeentelijk Call Centre dat we voor ogen hadden, waarbij een mogelijke terugslag van dienstverlening tijdens de veranderingen ingecalculeerd was. 1c: Burgers treffen in de wijken een toenemend breed en laagdrempelig scala aan gemeentelijke en niet-gemeentelijke diensten aan op één locatie.
Op zeven locaties in de wijken zijn samenwerkingsverbanden aangegaan tussen gemeentelijke en maatschappelijke partners om dienstverlening dichter bij de burgers te brengen. De synergetische inspanningen en concrete gelegenheden als de implementatie van de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling hebben gezorgd dat er meer dan de geplande vier locaties gerealiseerd zijn. 165
Effectdoelstelling 2 Meer integrale kwaliteit: burgers worden adequaat, klantgericht en deskundig geholpen, burgers ontvangen via elk kanaal dezelfde kwaliteit aan informatie. 2a: Burgers (en frontoffice medewerkers) ontvangen de gewenste informatie en diensten vraaggestuurd en in samenhang. Bij herhaaldelijke contacten met de gemeente, hoeven burgers steeds minder vaak alle basale persoonsgegevens opnieuw op te geven. In gezamenlijkheid met de landelijke overheid en gemeentelijke samenwerkingsverbanden zijn standaarden ontwikkeld voor digitale dienstverlening en de ondersteuning daarbij. Denk daarbij aan de landelijke standaards (organisatieafspraken en techniek) voor de authenticatie via DigiD en digitale formulieren. Deze zijn geïmplementeerd in de Utrechtse internetomgeving en productafdelingen. In 2006 zijn zes gemeentelijke producten via digitale formulieren op internet beschikbaar gesteld voor onze klanten, waarbij de authenticatie met behulp van DigiD verloopt. Vanwege de landelijke versnelde ontwikkeling rond DigiD, hebben we meer digitale formulieren kunnen realiseren dan de geplande twee. 2b: Burgers krijgen te maken met betere professionals in de gemeentelijke dienstverlening en worden deskundig, adequaat en vriendelijk geholpen. Ter ondersteuning van de professionals in de frontoffice zijn vooral voorbereidende werkzaamheden getroffen om de informatie over gemeentelijke producten vraaggestuurd en actueel te krijgen. Zo is bijvoorbeeld de ‘kernregistratie’ medewerkers geactualiseerd voor het vinden van de juiste collega voor een onderwerp en is gewerkt aan de verbetering en uitbreiding van de productinformatie in de productencatalogus en zoekmogelijkheden op
www.utrecht.nl. Het extern effect is dat burgers in de gemeentebrede inwonersenquête aangeven dat 82% tevreden is over de deskundigheid van het gemeentelijk personeel. Met dit hoge cijfer evenaren we de ambitie van 81% (bron Inwonersenquête). Effectdoelstelling 3 Meer transparantie: de gemeentelijke publieksdienstverlening is transparant in haar prestaties. Burgers weten wat ze van de gemeente en de afhandeling van hun vraag of klacht kunnen verwachten. 3: De gemeente communiceert haar servicenormen voor publieksdienstverlening, bijvoorbeeld wacht- en afhandeltermijnen en klachtprocedures en geeft daar jaarlijks rekenschap over.
Er zijn in 2006 geen servicenormen gepubliceerd aan onze klanten. Er zijn wel voorbereidingen getroffen om aansluiting te vinden bij de landelijke ontwikkelde handreikingen. Intern is gewerkt aan besluitvorming voor de aanpak van een kwaliteitshandvest, servicenormen en compensatieregeling in de nieuwe collegeperiode. Er zijn geen klanten bevraagd op hun kennis van de gemeentelijke servicenormen. Effectindicatoren 1a
aantal bezoekers www.Utrecht.nl
1b
% burgers tevreden over snelheid vinden juiste persoon/informatie
1c
Aantal wijklocaties met geclusterde dienstverlening
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
2.400.000
2.400.000
60%
75%
4
7
2a
Aantal digitale producten met burgerservicenummer/DigiD
2
6
2b
% burgers tevreden over deskundigheid personeel
81%
82%
3
% burgers kent servicenormen
25%
Geen indicatie
Relevante omgevingsfactoren Omgevingsfactoren die bij de realisatie een rol spelen zijn enerzijds onze klanten die steeds meer van onze dienstverlening verwachten, en waar het niet snel genoeg voor kan gaan, en anderzijds de gewenste samenwerking met andere overheidspartners waarbij die afhankelijkheidsrelatie soms vertragend werkt.
In landelijk verband krijgt het onderwerp publieksdienstverlening veel aandacht. Het is het laatste jaar van het landelijk meerjarenprogramma van het ministerie van binnenlandse zaken (programma Andere Overheid) waarin nog een eindsprint gemaakt wordt. Daarnaast zijn er veel landelijke samenwerkingsverbanden actief (geworden) waarin Utrecht een vooraanstaande positie wil innemen. 166
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de wens van maatschappelijke partners efficiënt (zorg)informatie aan te bieden, heeft geleid tot verbeterde samenwerkingsverbanden in de wijken.
1.19.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Betere toegankelijkheid Prestatiedoelstelling 1.1 Verbeteren toegankelijkheid via de communicatiekanalen. 1.1a Op maandag 20 november 2006 ging de vernieuwde site www.utrecht.nl de lucht in. De gemeentelijke homepage bevat nu veel meer informatie dan voorheen in de vorm van actuele berichten, handige links en banners. Door
aanpassing van het navigatiesysteem binnen de hele website kunnen bezoekers op een gebruikersvriendelijker wijze dan voorheen hun weg vinden. Ten slotte is de site aangepast aan de gemeentelijke huisstijl, die in 2006 is ingevoerd. De nieuwe site is tijdens de ontwikkeling uitgebreid getest door deskundigen en gebruikers. Door verbetering van de informatievoorziening is nu over 60% van de gemeentelijke producten gedetailleerde productinformatie beschikbaar in het digitale gemeenteloket. 1.1b
Het Gemeentelijk Call Centre heeft samen met een aantal frontoffices bij diensten voor specifieke producten (zogenoemde servicelijnen), de eerstelijns opvang en afhandeling van alle telefonische publiekscontacten gerealiseerd. Daarnaast is gewerkt aan de verbetering van de bereikbaarheid van backoffices, de presentatie van contactgegevens aan onze klanten en de interne informatievoorziening. In 2006 is 75,9% van de bellers van het algemene gemeentelijke telefoonnummer binnen twintig seconden te woord gestaan. Hiermee is de raming ruimschoots behaald. 1.1c Op diverse plaatsen in de stad hebben samenwerkingsverbanden geleid tot gebundelde dienstverlening. Zo is bundeling gerealiseerd tussen Gemeentebibliotheek en Wijkservicecentrum in Overvecht, Wijkservicecentrum
Noordoost en Oost in Oost, Wijkservicecentrum Zuid en het CWI waarbij samenwerking in de keten geleid heeft tot de Vacatureservice Utrecht. Er zijn wijkloketten van de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling geopend in de wijkservicecentra West, Vleuten-De Meern en Zuidwest. Ook hier is samenwerking met maatschappelijk partners in de (zorg)keten aangegaan. De dienst Stadsontwikkeling heeft de balie Bouwen, ondernemen en wonen geopend waar de dienstverlening in de komende jaren nog verder verbreed zal worden door bundeling met Parkeren, Brandweer en Stadswerken. Het Utrechts Archief heeft de voorbereidingen getroffen om in 2007 de (nieuwe) publieksactiviteiten te huisvesten in de
Hamburgerstraat. Het ICU en het Wijkbureau Binnenstad hebben op 11 februari het gemeentelijke Informatiecentrum Utrecht geopend op het Neude, wat binnen het jaar al 35% herkenbaarheid bij onze klanten opgeleverd heeft. Bovenop de geplande vier wijklocaties met gecombineerde dienstverlening zijn er nog drie gerealiseerd.
Meer integrale kwaliteit Prestatiedoelstelling 2.1 Het realiseren van meer samenhang in de gemeentelijke publieksdienstverlening. 2.1a In 2006 zijn ter ondersteuning van digitale dienstverlening een aantal toepassingen en randvoorwaarden gerealiseerd, zoals de landelijke toepassingen voor authenticatie (DigiD) en elektronische formulieren. In 2006 is het aantal voor 167
burgers en bedrijven digitaal verkrijgbare publieksproducten van de landelijke lijst met meest gevraagde producten op het maximaal te behalen digitale niveau (landelijke norm ‘Pact van Pans’), gestegen van elf naar achttien. De geraamde dertien producten zijn overschreden door onder andere de snelle resultaten met elektronische formulieren met gebruik van DigiD. 2.1b In 2006 heeft Burgerzaken en Gemeentebelastingen met voortvarendheid gewerkt aan de verbetering van haar elektronische dienstverlening. Na de landelijke introductie van DigiD, het authenticatiemiddel voor e-dienstverlening van de overheid aan burgers, heeft de dienst vijf populaire producten digitaal toegankelijk gemaakt. Ook Reiniging & Inzameling heeft de dienstverlening uitgebreid met een digitaal aanvraagformulier. De uitwisseling van persoonsgegevens via DDS van de basisregistratie bij Burgerzaken naar Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en voor het hergebruik van persoonsgegevens bij elektronische formulieren in het digitaal loket, zijn in een vergevorderd stadium, maar nog niet volledig gerealiseerd. Door de voortvarende realisatie van e-formulieren met DigiD kunnen burgers in
2006 voor zes digitale producten het burgerservicenummer (in 2006 was er nog sprake van sofinummer) gebruiken in plaats van de geraamde twee. 2.1c De gemeentebibliotheek heeft in 2006 voorbereidingen getroffen voor de start van het digitale ‘cultuurpunt’, wat in 2007-2008 zal worden gerealiseerd. Zij werkt hierin samen met andere bibliotheken uit de provincie. Door bundeling van culturele informatie van stad en provincie in dit digitale ‘cultuurpunt’ zal de publieksinformatie worden verbeterd. De Dienst Stadsontwikkeling ligt op schema bij het implementeren van de landelijke omgevingsvergunning waarbij meerdere soorten vergunningen van een aantal gemeentelijke diensten gebundeld worden. Een deel van het productenpakket van Stadswerken en de Brandweer is gebundeld in de integrale balie Bouwen, ondernemen en wonen. Bundeling van de resterende producten is in voorbereiding. De ontwikkeling van een training klantgerichtheid heeft vertraging opgelopen en is nog niet gerealiseerd om breder aan te bieden.
Meer transparantie Prestatiedoelstelling 3.1 Verwachtingen en prestaties transparant maken. 3.1a Ook voor het publiceren van servicenormen voor klantcontacten en publieksproducten/processen in een kwaliteitshandvest maakt Utrecht gebruik van landelijk opgebouwde kennis. Het handboek Kwaliteitshandvest van de VNG is januari 2007 gereed gekomen. Op diverse terreinen zijn voorbereidingen getroffen om in Utrecht een start te maken met het kwaliteitshandvest gebaseerd op interne servicenormen. Ook in het nieuwe collegeprogramma is het
onderwerp goed verankerd. Dat heeft evenwel nog niet geleid tot concrete publicatie van servicenormen in 2006. De indicator is daarmee niet gerealiseerd. 3.1b Utrecht wil rekenschap geven van de prestaties die zij levert in de publieksdienstverlening. Hiervoor is ook over 2006 een Burgerjaarverslag uitgebracht waarin onder andere gerapporteerd is over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening, de afhandeling van bezwaarschriften en klachten. Klachten over bejegening door ambtenaren en bestuur bij de gemeente en via de gemeentelijke ombudsman, maar ook over de openbare ruimte (meldingen). Naast
verantwoording naar onze klanten en bestuur, toetsen we onze prestaties ook aan andere gemeenten in landelijke
benchmarks, zoals de benchmark Publiekszaken. Om goede aansluiting te vinden bij de behoeften van onze klanten, is in 2006 ook nadrukkelijk ingezet op het onderzoeken van de tevredenheid van onze klanten op een transparante wijze. Om resultaten intern vergelijkbaar te maken is een standaard vragenmodule geïntroduceerd die in 2006 één keer geheel en twee keer deels is gebruikt bij klanttevredenheidsonderzoeken die diensten hebben laten uitvoeren.
168
Prestatie indicatoren 1.1a
Streefwaarde 2006
Realisatie 2006
40%
60%
70%
75,9%
4
7
13
18
2
6
% detailinfo over diensten/producten op internet % bellers Gemeentelijke Call Centre binnen twintig seconden te
1.1b
woord gestaan
1.1c
Aantal wijklocaties met gecombineerde dienstverlening
2.1a
Aantal digitale producten op maximaal niveau
2.1b
aantal digitale producten met DigiD
3.1a
Basale servicenormen gepubliceerd
3.1b
Aantal klanttevredenheidsonderzoeken met generiek blok
Telefonie en post algemeen
geen
2
1 en 2 deels
1.19.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
2006
2006
Verschil
Realisatie
actueel en
2006
realisatie
Lasten Publieksdienstverlening toegankelijker
6.010
6.334
6.490
-155
10.312
12.678
13.207
-529
389
497
457
40
16.711
19.509
20.154
-644
Publieksdienstverlening toegankelijker
1.305
580
739
159
Samenhang Publieksdienstverlening
4.426
4.630
6.991
2.361
0
70
61
-9
5.731
5.280
7.791
2.511
10.980
14.229
12.362
1.866
Samenhang Publieksdienstverlening Verwachtingen en prestaties transparant Totaal lasten Baten
Verwachtingen en prestaties transparant Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
484
0
0
0
Onttrekkingen
0
1.646
1.646
0
11.464
12.583
10.717
1.866
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Publieksdienstverlening toegankelijker De hogere lasten en baten worden met name veroorzaakt door de overdracht van activa aan het ABU en de overgang van de programmastaf Publieksdienstverlening naar de Dienst Wijken. Samenhang publieksdienstverlening Burgerzaken heeft meer producten verstrekt, met name paspoorten en rijbewijzen. Dit leidt tot hogere baten (907.000 euro voordeel), maar ook tot hogere afdrachten aan het rijk (392.000 euro nadeel op de lasten). Over de jaren 2004169
2006 zijn nabetalingen ontvangen voor werkzaamheden aan het Vreemdelingenloket en voor de overdracht van taken van verklaringen omtrent het gedrag. Deze baten (120.000 euro) waren niet begroot. Verder zijn er diverse (kleine) voordelen op de bedrijfsvoering (circa 0,2 miljoen euro). De budgetten voor e-dienstverlening (Top 10) en Call Centre zijn niet volledig besteed doordat in 2006 slechts een pilot is gehouden in plaats van de volledige uitrol. Daarnaast zijn nog niet alle benodigde systemen aangeschaft. Dit leidt tot een voordeel van 0,562 miljoen euro op de lasten. Wij stellen voor de nog beschikbare middelen te reserveren voor verdere invoering in 2007. Het resterende voordeel op de baten (1,247 miljoen euro) en de lasten (0,928 miljoen euro) wordt met name veroorzaakt door de overdracht van hardware aan het ABU. Conform amendement A6_2007 wordt uit het resultaat van dit programma 220.000 euro gereserveerd voor de uitvoering van het burgemeestersreferendum. Resultaat programma
1.866
Bestedingsvoorstellen Bestemmingsreserve
• • Routine-investeringen DBG
E-dienstverlening en Call Centre
-632 -562 -70
Bedrijfsreserve Bibliotheek
Bedrijfsreserve Dienst Wijken Burgemeestersreferendum (amendement A6_2007)
-92 -29 -220
Dekkingsvoorstellen Bestemmingsreserve: reserve verkiezingen
170
Bedrijfsreserve Secretarie Gemeentebreed nog te bestemmen resultaat
6 1.069
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Bestedingsvoorstel buiten het resultaat om Wij hebben in 2006 besloten om het netto resultaat van het project Hamburgerstraat van ongeveer 5,6 miljoen euro beschikbaar te houden voor huisvesting van Het Utrechts Archief, gedeeltelijk op de Hamburgerstraat en gedeeltelijk op de Alexander Numankade. Van de beschikbare 5,6 miljoen euro komt 2,27 miljoen euro uit de reserve investeringsbijdragen (vanuit het programma algemene middelen) en 3,34 miljoen euro uit het niet bestede
voorbereidingskrediet (programma stedelijke ontwikkeling). Wij stellen voor om de bijdragen te storten in een nieuwe bestemmingsreserve ‘Huisvesting Het Utrechts Archief’.
170
Hoofdstuk 2 – Wijken In dit hoofdstuk willen wij u inzicht verschaffen hoe en in welke mate de resultaten van onze inspanningen in 2006 tegemoet zijn gekomen aan wat vanuit de wijken van ons werd verwacht. Die inspanningen zijn gericht op de prioriteiten die de wijken voor de begroting van 2006 naar voren geschoven hebben. Deze prioriteiten zijn gebaseerd op de medio 2004 vastgestelde wijkvisies, met een perspectief voor de periode 2004-2014. Ter uitvoering van de programmabegroting 2006 liepen voor de wijken de wijkprogramma’s 2005-2006 door. Gemiddeld is zo’n 80% van de daarin genoemde projecten en activiteiten volgens planning uitgevoerd. Hieronder volgt per wijk een korte uiteenzetting van de resultaten van de wijkprogramma’s per 31 december 2006. Verder is in de bijlage wijken middels een twee-kolommenstuk per wijk aangegeven ‘wat er in de wijken zou gebeuren in 2006’ en
‘wat daarvan gerealiseerd is’. De kolommen vormen daarmee een dwarsdoorsnede per wijk van de resultaten van de programma’s 2006. De afstemming tussen de vakdiensten en de dienst wijken teneinde de wijkprioriteiten tot
uitvoering te brengen heeft in 2006 weer meer gestalte gekregen. Voor verdere informatie hierover verwijzen wij u naar paragraaf 3.4 Bedrijfsvoering, alinea Wijkgericht Werken.
Evaluatie wijkprogramma 2005-2006 West Het overleg tussen West en Stationsgebied inzake aanpak drugsoverlast was stopgezet maar is inmiddels weer
opgestart vanwege toenemende signalen aan het begin van de zomer 2006. De organisatie van zorgpartners rondom verslavingszorg functioneert naar verwachting medio 2007 goed. Welzijnsorganisatie Portes heeft zich tot eind 2006 extra ingespannen om contact met jongeren in Oog in Al te leggen, activiteiten te organiseren en hen toe te leiden naar jongerencentrum Westside. Het bestemmingsplan Kop van Lombok zullen wij begin 2007 vaststellen. De verwerking van inspraakresultaten heeft veel tijd in beslag genomen, tegelijk is daarmee wel een verbeterslag gemaakt. Oplevering van de nieuwbouw staat nu gepland voor eind 2007. Voor de moskee is de bouwaanvraag ingediend. Noordwest
In het urgentiegebied Zuilen Noordoost is de criminaliteit met 9% gedaald (de jongerenoverlast met 8%). Er zijn twee wijkdossiers opgesteld ten behoeve van de juiste aandacht en afstemming rond jongeren- en gezinsaanpak in de buurten Geuzenwijk en Ondiep. De aanpak van multi-problem gezinnen is gestart. De belangrijkste projecten in Noordwest lopen volgens planning. Het wijkontwikkelingsplan Zuilen wordt uitgevoerd, momenteel met name het project Groen Zuilen (voormalige Pedagogenbuurt). Plannen voor verplaatsing van de sporthal en woningbouw op de oude locatie zijn in de maak, alsmede plannen voor woningbouw op de in 2008 vrijkomende locatie van het Deltacollege. De uitvoering van concrete maatregelen in het kader van de As van Berlage
komt nu in zicht.
In Ondiep is het project Levenslustig Ondiep in uitvoering. Het Thorbeckepark blijft onze aandacht houden. Voor het Zijdebalenterrein is het structuurplan gereed. Overvecht Het merendeel van de strategische en sectoroverstijgende projecten uit het wijkprogramma 2005-2006 is afgerond of - voor zover de projecten een langere doorlooptijd hadden - liggen ze op schema. Zo is het eerste jaar (2006) van de aanpak van het Utrecht Veilig! urgentiegebied Zambesi/Tigrisdreef goed verlopen. Helaas hebben ook wij moeten constateren dat desondanks de wijk Overvecht op het gebied van opleiding, inkomen, werkloosheid/bijstand en
gezondheid in de onderste regionen binnen Utrecht verkeert. De instroom van kansarmen en kwetsbaren trekt een steeds sterkere wissel op de bestaande structuren. Ook de wijkraadplegingen in 2006 over cultuur en gezondheid gaven die signalen af. Met extra projecten en activiteiten op het terrein van gezondheid, cultuur, sociaal-economische 171
ontwikkeling en de herstructurering hebben we getracht het tij te keren, in ieder geval de negatieve spiraal een halt toe te roepen. In 2006 is ook geëxperimenteerd met Lokaal Maatwerk. Op deze wijze wordt -in afwachting van de herstructurering- geprobeerd de instroom van nieuwe kwetsbare groepen in grote wooncomplexen waar de leefbaarheid onder druk staat, te beperken.
Najaar 2006 heeft Overvecht kunnen profiteren van rijksimpulsen: extra middelen voor ‘sociale herovering’ (Pechtold), voor ‘Ruimte voor ontmoeting’ en aandacht van een adoptieteam onder leiding van Minister de Geus in de pilot ‘Wijken voor Nieuwe coalities’. Met het convenant ‘Kracht voor Overvecht’ in november 2006 hebben wij met de drie corporaties en het rijk afspraken gemaakt over de (door-)start van de herstructurering in twee gebiedsplannen, de leefbaarheid en veiligheid in de buurt en inzet op sociaal-economische ontwikkeling. De aandacht en de dynamiek zijn groot en de inzet van
bewonersorganisaties en ook van andere (maatschappelijke) partners neemt toe; dit geeft ons in ieder geval vertrouwen voor de toekomst van de wijk. Noordoost De Talmalaan zal in het najaar van 2007 worden verlegd. Aansluitend start de bouw van de woningen. Het plan van aanpak voor de Staatsliedenbuurt zal in het voorjaar van 2007 worden vastgesteld. De nadruk ligt op het verminderen van de sociale problematiek ‘achter de voordeur’, het terugdringen van overlast en criminaliteit en het verhogen van de leefbaarheid. Nu het onderzoek naar de mogelijke alternatieve locaties voor de Veemarkt langer duurt dan gepland, is het opstellen van het stedenbouwkundig programma van eisen voor herontwikkeling van het Veemarktterrein tijdelijk stil gelegd. In het voorjaar van 2007 zal deze planfase weer gaan lopen. De projecten uit het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Wijkvoorzieningen Noordoost worden zoveel mogelijk in de loop van 2007 gerealiseerd. Het wijkverkeersplan Noordoost is eind 2006 vastgesteld. De verkeersmaatregelen worden naar verwachting in de tweede helft van 2007 uitgevoerd. In 2007 zal de visie Eykmanlaan verder worden uitgewerkt voor het deelgebied bestaande uit de groenstrook langs de Eykmanlaan en het zorgcentrum Tuindorp-Oost. Oost Op het gebied van veiligheid is met name in Sterrenwijk en Abstede flink geïnvesteerd. Risicojongeren en hun gezinssituaties zijn geïnventariseerd en er zijn aanbevelingen gedaan voor een intensievere aanpak. Met de uitvoering is een begin gemaakt. De relatie met bewoners in deze buurten heeft onze expliciete aandacht. Bij de meeste projecten voor stedelijke ontwikkeling wordt voortgang geboekt. Zo worden in het gebied Ina Boudier Bakkerlaan drie sloopnieuwbouwprojecten met woningen, winkels en een schoolgebouw voorbereid. Een discussienota met een visie voor dit gebied ´Rondom Rubens´ is gepubliceerd. De visie op de ontwikkeling van de Uithof is
vastgesteld en kan in een bestemmingsplan worden vastgelegd. Ook hebben wij overeenstemming bereikt met het Universitair Medisch Centrum en de Universiteit Utrecht over de bouw van een transferium. Voor het Delaterrein hebben wij besloten tot een verkleinde parkeergarage voor de buurt. Het voorbereiden van een Europese aanbesteding kost extra tijd. De nieuwbouw op het Ledig Erf is vertraagd door bezwaarprocedures. Het formuleren van een visie voor de Watervogelenbuurt is stilgelegd tot er duidelijkheid is omtrent het HOV om de Zuid. Voor de aanpak van zwembad Krommerijn is gekozen voor een scenario met beperkte herontwikkeling: renovatie van het bad en sloop-nieuwbouw van de gebouwen. Binnenstad
De uitvoering van het wijkprogramma 2005-2006 is op hoofdlijnen volgens planning verlopen, zij het hier en daar met enige vertraging. Op veiligheidsgebied zijn in de binnenstad aansprekende resultaten behaald. Veilig Uitgaan en de veiligheid in het Stationsgebied zijn hier prioriteiten geweest. De Jongeren Op Straat-aanpak in Hoog Catharijne is positief geëvalueerd.
172
De herontwikkelingsprojecten in de Binnenstad kennen wel voortgang, maar die verloopt vaak (net als voorgaande jaren) moeizaam, door onvoldoende maatschappelijk draagvlak, noodzakelijk nader onderzoek, bezwaarprocedures, of door toedoen van de initiatiefnemer. De dichtheid en veelheid van tegenstrijdige belangen maakt ook afstemming over projecten in de openbare ruimte tot een langdurig proces (herinrichting Zocherplantsoen). Onze zorg betreft ook de
jongerenoverlast in de Binnenstad. Het aantal overlastgevende jongeren (inclusief – beginnend - criminele jeugd) dat de binnenstad regelmatig bezoekt, is vergelijkbaar met de wijken Zuidwest en Overvecht. Handhaving en toezicht in de Binnenstad vragen steeds meer onze aandacht, met name de uitdijende terrassen en wildgestalde fietsen leggen meer druk op het functioneren van en de veiligheid in de Binnenstad. Zuid In 2006 zijn buurtpanels uitgevoerd in Zuid. Een buurtpanel is een bijeenkomst met een lage drempel en zonder agenda. Wijkbewoners kunnen alle mogelijke onderwerpen ter tafel brengen. De buurtpanels waren succesvol, er kwam veel bruikbare informatie uit de bezochte buurten naar boven. Met behulp van het leefbaarheidsbudget kon een groot aantal knelpunten worden opgelost. De resultaten werden teruggekoppeld naar de bezoekers. In 2006 bleek dat de planontwikkeling van het Aristo-zalencomplex op het Furkaplateau niet haalbaar was, Aristo gaat mogelijk alleen op eigen terrein ontwikkelen. De voorbereidende werkzaamheden van Prorail voor de spoorverdubbeling lopen. Ook is onderzoek gestart naar de mogelijkheden om het Furkaplateau her in te richten in combinatie met een verbetering van de aansluiting op de as Musketon. Er is gestart met de bouw van kleinschalige bedrijfshuisvesting aan het Zwarte Woud in Lunetten. Wij hebben de Visie Rotsoord vastgesteld en een wijkdossier voor dit gebied opgesteld. Het doel van dit dossier is om naast de fysieke ontwikkelingen op Rotsoord de culturele- en creatieve ontwikkelingen te stimuleren. Er zijn vier grote ontmoetingsbijeenkomsten georganiseerd in de wijk. De sportdeelname is gegroeid. Het beleidskader Speelruimte Utrecht is de besluitvorming ingegaan. Het onderzoek Waterkant zuidwesthoek (ontwikkelingskansen voor roeivereniging, scouting en steenfabriek) is gaande, in 2007 zal er meer duidelijkheid zijn over de mogelijkheden. Voor het Prozeeterrein kan gemeld worden dat de ontwikkelaar bezig is om de ontwerpgrenzen te bepalen. Een groot deel van de sloop van het Hart van Hoograven is uitgevoerd. De bouwwerkzaamheden zullen in 2007 een aanvang nemen. De totaal geregistreerde criminaliteit is in Zuid in 2006 met 20,3 procent gedaald ten opzichte van 2005. In het
urgentiegebied van Nieuw Hoograven is de criminaliteit zelfs met 35,2 procent gedaald. Vooral op het gebied van autokraak zijn goede resultaten behaald; het aantal autokraken is in Zuid met maar liefst 39,9 procent afgenomen, terwijl het aantal voor de gehele stad met 12,6 procent is gestegen. Zuidwest Er is gestart met de bouw van de Rabobank en er is verder gebouwd aan Dichterswijk West. Het bestemmingsplan Rivierenwijk is in verdere procedure gebracht. Voor Transwijk is de concept Ruimtelijke Visie afgerond en er is een Nota van Uitgangspunten opgesteld voor de
herontwikkeling van Huize Transwijk. De uitwerking van het Plan van Aanpak Merwedekanaalzone is afhankelijk van de ontwikkelingen rond het defensieterrein aldaar. De planontwikkeling Sportpark Nieuw Welgelegen ligt op schema. Op Kanaleneiland zijn de nodige inspanningen op het gebied van veiligheid (Utrecht veilig!) verricht, evenals activiteiten voor en begeleiding van jongeren. Zo is onder andere buurthuis Galecop opengesteld. Ook zijn diverse trajecten Keurmerk Veilig ondernemen gelopen. Voor de Mesoslocatie is de wijk geconsulteerd over de opgestelde Nota van Uitgangspunten. De uitvoering van de renovatie van de winkelcentra Vasco da Gama en Rijnbaan verloopt voorspoedig. Voor het Centrumgebied Kanaleneiland is gewerkt aan het structuurplan en er zijn voorlopige ontwerpen ontwikkeld voor de locaties Niels Stensen en voor het sportveld. Diverse hoofdwegen en fietspaden op Kanaleneiland
hebben groot onderhoud ondergaan, waarbij ook de boomwortelproblematiek is aangepakt.
173
Leidsche Rijn Van de 38 sectoroverstijgende projecten die beschreven zijn in het wijkprogramma 2005-2006, zijn er 30 gerealiseerd. Vier projecten zijn enkele maanden vertraagd, vier andere zijn gestopt. Jongeren zijn nauw betrokken bij Jongerenontmoetingsplaats Terwijde en Park de Hoge Weide en zijn via de Jongeren Op Straat-aanpak betrokken bij het aanbod voor jongeren. Het fonds voor overloopeffecten is in het leven geroepen om (tijdelijke) uitstralingseffecten in verband met de infrastructurele werken op te lossen. Het fonds is besteed aan de Loobrug en aan maatregelen voortkomend uit de taskforce Rijkstraatweg/Zandweg. Het project woonoverlast is in september 2006 gestart in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. Buurtbemiddeling speelt daarbij een aanvullende rol voor minder heftige buurtconflicten. De projecten Erfgoed (‘Cultureel Erfgoed’ in schoolwerkplannen), Loertoeters (informatiedragers in de Openbare Ruimte), Leren van beheren (voorlichtingsprenten) en Bouwspeeltuin de Balije zullen in de eerste helft van 2007 tot uitvoering komen. De welkomstbijeenkomsten voor Terwijde en Het Zand zijn afgeschaft. Informatie over de woonomgeving voor nieuwe bewoners komt in de huurders/koper-bijeenkomsten aan bod, ook de welkomstpakketten met informatie blijven gehandhaafd. Ten slotte is ook de pilot senioren en veiligheid gestopt, omdat er onvoldoende signalen waren van ouderen over onveiligheid in en rondom de buurt. Zodra er aanleiding is zal dit project weer opgepakt worden. Vleuten-De Meern In 2006 is het Wijk Verkeers Plan vastgesteld en is begonnen met de uitvoering van de maatregelen uit het pakket van de Task Force Rijksstraatweg/Zandweg. Op het terrein van de publieksdienstverlening is vanaf eind 2005 het call center gehuisvest in het wijkservicecentrum. Tevens is gestart met de voorbereiding van een pilot-loket in het kader van de WMO die per 1 januari 2007 in werking is getreden. De komst van de bibliotheek is in voorbereiding. Het ontwerp voor het landinrichtingsplan rondom
Haarzuilens is door ons vastgesteld; met het opstellen van een bijbehorende bestemmingsplan is een begin gemaakt. De voortgang van het centrumplan Vleuten vordert gestaag. Het stedenbouwkundig plan is door diverse ontwikkelingen in het centrum (horeca, wijkservicecentrum) noodzakelijk aangepast. De ontwikkelaar start de art. 19 procedure voor het winkelblok en de aanpalende woningen daardoor pas in 2007. Ook de nieuwbouw van de Schakel is vertraagd naar voorjaar 2007. Voor de gemeentewerf Vleuten is het bestemmingsplan vastgesteld; gestart is met de bouw van de woningen op het voormalige werfterrein. In 2006 hebben wij voor het centrumplan De Meern een bestuurlijk besluit genomen over de planvisie en de grondexploitatie. Ook is een platform van de diverse bewonersgroepen en de ondernemers in het leven geroepen die sterk betrokken zijn bij de planvorming. Op veiligheidsgebied zijn maatregelen getroffen: Zo zijn lesbrieven op de basisscholen behandeld, is zoveel mogelijk voldaan aan verzoeken om speeltoestellen en is het aantal jongerenwerkers toegenomen.
174
Hoofdstuk 3 – Paragrafen
175
3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (Hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s op te kunnen vangen). Beide komen in het vervolg van deze paragraaf aan de orde en op basis daarvan bepalen wij vervolgens het weerstandsvermogen.
3.1.1 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. De volgende onderdelen maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit: Beschikbare weerstandscapaciteit 1. Totaal algemene reserves** 2. Stille reserves 3. Onbenutte belastingcapaciteit (2 jaar) 4. Niet ingevulde begrotingsruimte (4 jaar) 5. Post onvoorzien (4 jaar) Totaal
31-12-2005*
31-12-2006
-11.261
60.331
10.550
10.050
1.820
2.051
0
0
636
636
1.745
73.068
Bedragen zijn in duizenden euro’s. * De bedragen uit de Verantwoording 2005 zijn gecorrigeerd voor de nieuwe regelgeving zodat een betere vergelijking tussen de verantwoording 2005 en 2006 mogelijk is.
** Deze bedragen sluiten niet aan op het bedrag dat in de balans staat opgenomen onder algemene reserve. Dit wordt veroorzaakt doordat in de beschikbare weerstandscapaciteit de algemene dekkingsreserve niet wordt meegeteld en de dienstbedrijfsreserves niet voor de werkelijke stand maar voor de minimumstand worden meegeteld. Voor meer informatie zie de nota weerstandsvermogen Ad 1. Totaal Algemene reserves De Algemene reserve bestaat uit drie onderdelen. Deze onderdelen worden hieronder verder toegelicht: Algemene reserves
31-12-2005
31-12-2006
Algemeen deel
103.199
126.654
Dienstbedrijfsreserves
-49.432
-9.025
Dienstbedrijfsreserves grondexploitaties
-65.028
-57.297
Totaal
-11.261
60.331
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Het algemene deel van de Algemene reserve is ultimo 2006 ruim 23 miljoen hoger dan ultimo 2005. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste is ruim 36 miljoen euro, dat tijdelijk was gebruikt om de gemeentelijke bijdrage aan het BORfonds voor te financieren, teruggestort in de algemene reserve. Daarnaast is de reserve met 13 miljoen euro afgenomen doordat het voordelig resultaat 2004 en een gedeelte van het voordelig resultaat uit de bestuursrapportage 177
per 1 juli 2005 aan de algemene reserve waren toegevoegd en in 2006, conform uw besluitvorming, alsnog besteed zijn. Het saldo van alle dienstbedrijfsreserves is ruim 6 miljoen positiever geworden. Dit wordt met name veroorzaakt door de verwerking van de bestedingsvoorstellen bij de Verantwoording 2005. De werkelijke stand van het totaal van de dienstbedrijfsreserves is nog positiever. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat voor de weerstandscapaciteit alleen de minimumnorm van de dienstbedrijfsreserves meetelt, of indien de werkelijke stand lager is dan de minimumnorm, de werkelijke stand. De opbouw van de dienstbedrijfsreserves is als volgt: Stand
Stand
Weerstands-
Minimum
Maximum
31-12-
31-12-
capaciteit
capaciteit
Dienst
norm
norm
2005
2006
31-12-2005
31-12-2006
Stadswerken
1.920
Weerstands-
1.920
5.760
2.234
5.246
1.920
Secretarie
650
1.950
908
1.360
650
650
Dienst Stadsontwikkeling
870
2.610
984
2.959
870
870
Brandweer
210
630
362
412
210
210
Gemeentebibliotheek Utrecht
140
140
420
238
241
140
Dienst Gemeentelijke Musea
70
350
-672
-86
-672
-86
Muziekcentrum Vredenburg
140
700
-621
-438
-621
-438
Stadsschouwburg
120
600
374
424
120
120
2.770
8.310
1.035
2.805
1.035
2.770
Maatschappelijke Ontwikkeling GG en GD
260
780
518
363
260
260
Dienst Wijken
160
480
1.332
565
160
160 -196
Accountantsdienst
20
60
-212
-196
-212
190
570
328
820
190
190
Ontwikkelingsbedrijf
1.160
3.480
-53.482
-15.595
-53.482
-15.595
Totaal
8.700
26.700
-46.674
-1.121
-49.432
-9.025
Dienst Burgerzaken
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Er zijn ultimo 2006 nog vier diensten met een negatieve bedrijfsreserve. De bedrijfsreserves van de Dienst Gemeentelijke Musea, Muziekcentrum Vredenburg en de Accountantsdienst zijn met ingang van de begroting 2007 reeds aangevuld tot de minimumnorm, waardoor alleen de bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf nog negatief is. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in regelgeving waardoor voorzieningen moesten worden getroffen - voor huurharmonisatie en achterstallig onderhoud van gemeentegebouwen - ten laste van de bedrijfsreserve. Voor het terugverdienen van dit tekort zijn meerjarige afspraken gemaakt. Overigens wordt de positieve ontwikkeling bij de bedrijfsreserve van het ontwikkelingsbedrijf veroorzaakt door positief afgesloten grondexploitaties bij de jaarrekening 2005 en de bestuursrapportage per 1 juli 2006.
Er zijn ook bedrijfsreserves waarvan (inclusief de bij deze verantwoording voorgestelde bestedings- en dekkingvoorstellen) de stand boven het maximum uitkomt. Bij deze Verantwoording stellen wij voor deze reserves af te romen tot de maximumstand en de daardoor beschikbare middelen toevoegen aan het gemeentebrede nog te bestemmen resultaat. Het laatste onderdeel van de algemene reserves zijn de dienstbedrijfsreserves met betrekking tot grondexploitaties. Deze reserves worden apart gepresenteerd omdat deze negatieve reserves tevens bezien dienen te worden tegen de achtergrond van het voorzichtigheidsbeginsel dat wordt toegepast: voorziene verliezen moeten direct worden genomen en voorziene winsten mogen pas worden genomen als zij daadwerkelijk zijn gerealiseerd.
178
Dienst bedrijfsreserves grondexploitaties
31-12-2005
31-12-2006
Projectorganisatie Stationsgebied
-18.728
403
Projectbureau Leidsche Rijn
-46.300
-57.700
Totaal
-65.028
-57.297
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De verschillen bij de grondexploitaties Stationsgebied en Leidsche Rijn worden veroorzaakt door bijgestelde verwachtingen van de negatieve grondexploitaties. Ad 2. Stille reserves Panden en gronden die niet gebruikt worden voor de publieke taak en die binnen 1 jaar verkocht kunnen worden dragen bij aan de stille reserves indien de marktwaarde groter is dan de waarde op de balans. Rekening
Begroting
Rekening
13.580
13.580
13.070
3.030
3.240
3.030
Stille reserves panden
10.550
10.340
10.050
Marktwaarde gronden
Niet
Niet
Niet
bekend
bekend
Bekend
0
0
0
10.550
10.340
10.050
2005
Marktwaarde panden* Waarde panden op de balans
Waarde gronden op de balans Stille reserves gronden Totaal stille reserves
2006
2006
Bedragen zijn in duizenden euro’s. * Doordat deze panden allemaal verhuurd zijn en de verkoopwaarde in verhuurde staat lager is, wordt een waarde van 80% van de WOZ-waarde gehanteerd. Naast stille reserves op gronden en panden kunnen ook bij de financiële vaste activa stille reserves voorkomen. De gemeente Utrecht bezit in dit kader 763.074 aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Volgens de jaarrekening 2005 van de BNG is de waarde per aandeel 50,09 euro, wat leidt tot een theoretische waarde van 38,2 miljoen euro terwijl de waarde op de balans per ultimo 2006 77.000 euro is. Deze stille reserve behoort niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit omdat de ontvangen dividenduitkeringen onderdeel uitmaken van de exploitatie. Ad 3. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit drie delen: het onbenutte deel van de maximaal toegestane stijging van de onroerende zaak belasting (OZB);
• • de potentiële meeropbrengsten op overige belastingen bij een tariefsstijging van 5%; • het verschil tussen werkelijke kostendekkendheid en maximale kostendekkendheid van retributies.
179
Rekening
Begroting
Rekening
2005
2006
2006
Woningen (maximaal toegestaan)
n.v.t.
25.400
24.900
41.300
25.300
24.800
0
100
100
Niet woningen (maximaal toegestaan)
n.v.t.
32.400
33.100
Niet woningen Utrecht
32,7
32.200
32.900
Niet woningen onbenut
0
200
200
Totaal onbenutte capaciteit OZB
0
300
300
Rekening
Begroting
Rekening
2005
2006
2006
Woningen Utrecht Woningen onbenut
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Parkeerbelasting
810
1.220
845
Toeristenbelasting
60
50
70
Precariobelasting
10
10
20
Hondenbelasting
20
20
20
910
1.300
955
Totaal onbenut overige belastingen Bedragen zijn in duizenden euro’s.
De onbenutte belastingcapaciteit op de OZB bedraagt per ultimo 2006 0,3 miljoen euro. Op overige belastingen bedraagt dit 0,96 miljoen euro. Het grote verschil bij parkeerbelastingen wordt veroorzaakt doordat in de begroting 2006 nog uitgegaan werd van Lucas Bolwerk tarieven. De onbenutte capaciteit op retributies wordt, in afwachting van de uitkomsten naar het onderzoek van de kostendekkendheid van de retributies, vooralsnog geraamd op 0. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt hierdoor ultimo 2006 1,26 miljoen euro. Dit bedrag telt twee keer mee voor de berekening van de weerstandscapaciteit dus dat bedraagt 2,51 miljoen euro. Hierbij wordt overigens wel aangetekend dat reeds genomen beslissingen in het kader van de begroting 2007 niet in deze berekening zijn meegenomen. Ad. 4. Nog niet ingevulde begrotingsruimte In de begroting 2006 opgenomen vrije ruimte is als gevolg van aangenomen amendementen en het nieuwe collegeprogramma geheel ingezet. Er resteert dus geen vrije begrotingsruimte. Ad. 5. Post onvoorzien De post onvoorzien bedraagt structureel 159.000 euro. Voor de komende meerjarenperiode van vier jaar is deze post nog aanwezig dus telt deze post vier keer mee en dus voor een bedrag van 636.000 euro.
3.1.2 Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die onze gemeente loopt. Om die te kunnen bepalen vindt regelmatig een risico-inventarisatie plaats. Hieruit zijn 95 risico’s naar voren gekomen. Van deze risico’s zijn er 41 (43%) op basis van de verwachte omvang met maatregelen volledig afgedekt.
180
De geïnventariseerde risico’s kunnen naar urgentie worden ingedeeld. Hierdoor ontstaat de onderstaande risicokaart waarin per risicoklasse het aantal risico’s opgenomen staat.
Waarschijnlijkheid
score
> € 5.000.000
€ 5.000.000
€ 2.500.000 -
€ 2.500.000
€ 1.000.000 -
€ 1.000.000
€ 250.000 -
< € 250.000
Netto verwachte omvang
1
2
3
4
5
zeer klein
1
20
5
1
0
1
klein
2
9
5
1
1
0
50/50
3
19
6
0
0
4
groot
4
3
3
1
1
1
zeer groot
5
12
1
1
0
0
Legenda: Risicoklasse
Rapportage (bij cyclusmomenten) aan
Minimaal
Dienst intern
Laag
Concerndirectie
Gemiddeld
College
Hoog
Raad
Urgent
Raad
De netto verwachte omvang van alle andere risico’s bedraagt 98,9 miljoen euro. Dit betekent dat als álle risico’s zich
tegelijk voordoen dit de gemeente naar verwachting 98,9 miljoen euro gaat kosten. Bij dit getal is nog geen rekening
gehouden met de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet. Door de netto verwachte omvang te vermenigvuldigen met de kans dat het risico zich voordoet wordt de verwachte impact van het risico bepaald. De totale impact van alle risico’s bedraagt 48,9 miljoen euro. De totale impact wordt nog vermenigvuldigd met de zekerheidsfactor1. Deze factor is vastgesteld op 1,8. Hierdoor komt de verwachte impact van alle risico’s uit op 88
miljoen euro. Daarnaast is er ook nog een minimumnorm aangezien er zich ook tegenvallers kunnen voordoen waar niemand rekening mee heeft gehouden. Hiermee is de benodigde weerstandscapaciteit: Benodigde weerstandscapaciteit Minimumnorm
31-12-2005
31-12-2006
7.000
7.000
Verwachte impact risico’s
Niet bekend
88.083
Totaal
7.000 + pm
95.083
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
1. De zekerheidsfactor is een correctiefactor voor onzekerheden in de berekening van de verwachte impact van risico’s. 181
Zoals afgesproken informeren wij u hieronder over de risico’s uit de risicoklassen hoog en urgent (de gekleurde vakken in de risicokaart). De volledige lijst met risico’s (inclusief vertrouwelijke risico’s) ligt ter inzage in de leeskamer. Plan van aanpak Maatschappelijk Opvang Programma: Volksgezondheid en Welzijn Doelstelling: Zorg en opvang sociaal kwetsbaren (=Volksgezondheid) en Maatschappelijke Opvang (=Welzijn) Risicocategorie: Politiek/bestuurlijk Toelichting: De G4 hebben in het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang met het Rijk afspraken gemaakt over extra inspanningen ten aanzien van de dak- en thuislozen in de G4. Deze extra inspanningen lopen voor Utrecht op tot ruim 32 miljoen euro vanaf 2009 (t/m 2013). 2/3 hiervan wordt gefinancierd via de AWBZ en dat is inmiddels geregeld. 1/3 van dit bedrag moet via de gemeente worden gefinancierd. De dekking hiervan zou via het Rijk (ministerie van VWS) worden gerealiseerd door een gunstiger verdeelsleutel GSB-gelden en overheveling van een deel Openbare Geestelijke
Gezondheidszorg van de AWBZ naar de gemeenten. Dat laatste gaat gebeuren maar levert slechts een klein deel van de benodigde extra middelen op. De herziening van de GSB verdeelsleutel heeft niet plaatsgevonden. Sturing/beheersing: Verminderen. Maatregelen: Overleg met betrokken zorgpartijen en het Rijk Netto verwachte omvang: -3,5 miljoen euro structureel Risicoscore: omvang 5
waarschijnlijkheid 4
Zorgcentra
Programma: Volksgezondheid Doelstelling: Zorg en opvang sociaal kwetsbaren Risicocategorie: Politiek/maatschappelijk Toelichting: Wegvallen AWBZ-bijdrage Sturing/beheersing: Vermijden Maatregelen: Overleg met betrokken zorgpartijen en het Rijk Netto verwachte omvang: -2,0 miljoen euro structureel Risicoscore: omvang 4
waarschijnlijkheid 4
Bestuurlijke boete Programma: Openbare orde en (wijk)veiligheid Doelstelling: Voorkomen incidenten Risicocategorie: Politiek/bestuurlijk Toelichting: Mogelijkheden: 1. de bestuurlijk boete komt er, maar met een zeer beperkte reikwijdte 2. de wet wordt ingetrokken en we krijgen een vergoeding voor elke strafrechtelijke boete die onze Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA’s) uitschrijven. In beide gevallen minder inkomsten. Sturing/beheersing: Afhankelijk van politieke besluitvorming Maatregelen: Afhankelijk van politieke besluitvorming
Netto verwachte omvang: -0,6 miljoen euro structureel Risicoscore: omvang 3
waarschijnlijkheid 5
Calamiteitenonderhoud Programma: Beheer openbare ruimte Doelstelling: Achterstanden wegwerken Risicocategorie: Middelen Toelichting: De gemeente loopt het risico dat de wegen, kunstwerken, havens, etcetera niet meer in bruikbare staat
gebracht kunnen worden. Met het oog op de openbare veiligheid zullen dan delen moeten worden afgesloten voor
gebruik. Hierdoor kan de bereikbaarheid van de gemeente in het geding komen. Het risico van aansprakelijkheid met het oog op economische en letselschade zal ook toenemen. Met name de achterstand in het baggeren vormt vanwege wettelijke verplichtingen een belangrijke rol in dit risico Sturing/beheersing: Verminderen Maatregelen: Er is 40 miljoen euro incidentele middelen ingezet om over een periode van vier jaar, tot en met 2007, de staat van het achterstallig onderhoud terug te brengen. In de nota kapitaalgoederen, die u bij de voorjaarsnota 2007 ontvangt, wordt een actualisatie van het achterstallig onderhoud opgenomen. Netto verwachte omvang: -5 miljoen euro structureel 182
Risicoscore: omvang: 5
waarschijnlijkheid: 3
UW-bedrijven
Programma: Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Doelstelling: Werk Risicocategorie: Politiek/maatschappelijk Toelichting: De financiële positie van UW bedrijven is zorgelijk. Over 2006 is een verlies geleden van circa 1 miljoen euro dat door ons is aangezuiverd. Ook voor de komende jaren wordt een verlies verwacht. Bij een verslechtering van de financiële situatie komt de aflossing van de door de Gemeente Utrecht verstrekte lening in gevaar. Daarnaast staat de gemeente garant voor twee BNG leningen die UW heeft afgesloten. Het uitstaande bedrag is ultimo 2005 5.616.000 euro. Ten slotte dient de gemeente Utrecht over een WSW voorziening te beschikken (instandhouding activiteit). Sturing/beheersing: Vermijden
Maatregelen: Financiële monitoring van de UW bedrijven. Regelmatig overleg en intensivering financieel toezicht. Netto verwachte omvang: -1 miljoen euro incidenteel Risicoscore: omvang 3
waarschijnlijkheid 4
Maatschappelijke functie gemeentelijk zwembad Programma: Sport Doelstelling: Zwembaden Risicocategorie: Politiek/bestuurlijk
Toelichting: Optimaliseren van de exploitatie van het zwembad wordt bemoeilijkt door maatschappelijke functie van het zwembad. Sturing/beheersing: Accepteren Maatregelen: Het risico is inherent aan het exploiteren van een zwembad. Netto verwachte omvang: -0,125 miljoen euro structureel Risicoscore: omvang 2
waarschijnlijkheid 5
Grondexploitatie Leidsche Rijn Programma: Leidsche Rijn
Doelstelling: Gebiedsontwikkeling Risicocategorie: Economisch/markt, politiek/maatschappelijk en Uitvoering Toelichting: In de Bestuursrapportage van 1 juli 2006 is gerapporteerd dat het verwachte saldo van de grondexploitatie 48,6 miljoen euro negatief bedraagt. Ter hoogte van dit verwachte tekort is, vanwege de voorschriften in het BBV, een voorziening gevormd. Deze voorziening is gevormd ten laste van de dienstbedrijfsreserve, die daardoor negatief is (zie het onderdeel algemene reserves in paragraaf 3.1.1.). Het Projectbureau Leidsche Rijn heeft de opdracht op nul te sturen. Er is een risico dat dit niet lukt. Mocht dit risico zich voordoen en de grondexploitatie wordt na afloop van het project met een tekort afgesloten, dan kan de voorziening worden aangesproken. Daarom is dit risico niet meegeteld in de benodigde weerstandscapaciteit. Voorzover de grondexploitatie de komende jaren verbetert, dan zal dit leiden tot een positief effect op de beschikbare weerstandscapaciteit. Door de verbetering van het saldo kan namelijk de getroffen voorziening dan vrijvallen ten gunste van de dienstbedrijfsreserve, met als gevolg een toename van de beschikbare weerstandscapaciteit. Voor het project Leidsche Rijn zijn, afgezien van het verwachte nadelig resultaat waarvoor een voorziening is getroffen verder geen afzonderlijke risico’s meer meegenomen. Dit omdat het project Leidsche Rijn qua planfase al verder in de tijd verkeert waardoor de risico’s rond de ramingen in de grondexploitaties afnemen. Sturing/beheersing: Verminderen Maatregelen: Er is een voorziening getroffen voor het verwachte tekort. Los daarvan geldt voor Leidsche Rijn wel de
taakstelling op nul te sturen. Wezenlijk sturingsmogelijkheid is het verantwoord uitstellen van investeringen. Dit leidt tot een lagere rentelast. Binnen de grondexploitatie Leidsche Rijn worden opbrengsten behoedzaam geraamd. Indien de afzet van woningen, kantoren en bedrijventerreinen zich conform planning voordoet en een marktconform
prijsniveau haalbaar is, lijkt een sluitende grondexploitatie eind 2025 daarmee haalbaar. Vertragingen in afzet dan wel negatieve prijsontwikkelingen binnen woning- kantoren- en/of bedrijventerreinen zullen dit beeld negatief beïnvloeden. Netto verwachte omvang: 0 Risicoscore: omvang 1
waarschijnlijkheid 5 183
Grondexploitatie Stationsgebied Programma: Stationsgebied Doelstelling: Werkgelegenheid en economische potentie, leefbaarheid en veiligheid, bereikbaarheid Risicocategorie: Economisch/markt, politiek/maatschappelijk en Uitvoering
Toelichting: De hieronder gepresenteerde risico’s vormen tezamen een fors risico. Dit wordt naast de omvang en de complexiteit in belangrijke mate veroorzaakt door de startfase waarin dit project zich bevindt. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de risico’s rond de aannames in grondexploitatieprojecten afnemen naarmate het planproces vordert. Uit de risicoanalyse komen de volgende belangrijke risico’s naar voren (in willekeurige volgorde): Niet op tijd bouwrijp opleveren van kavels;
• • Bruikbare en/of onherroepelijke vergunningen worden niet of te laat afgegeven; publiekrechtelijke procedures leiden tot vertraging; • Impact bestuurlijke besluitvorming over ontwerp Catharijneknoop en Entreegebouw; • Archeologische resten in ondergrondse parkeergarage Catharijnesingel moeten geheel of gedeeltelijk onaangeroerd blijven; • Onevenwichtige verdeling openbare ruimte tijdens de bouw (ten bate van bouwplaatsinrichting, tijdelijke maatregelen) leidt tot grote overlast voor gebruikers van het gebied; • Conflicterende belangen projecten Stationsgebied met andere projecten in Utrecht; • Optimalisatie parkeerplaatsen als gevolg van verlies parkeerplaatsen onder HOV-knoop wordt niet gevonden.
Sturing/beheersing: Verminderen
Maatregelen: Vroegtijdig beginnen met voorbereidende activiteiten en conditionering, realistisch plannen en strak sturen op de uitvoering; Vergunningendraaiboek, vergunningencoördinator, gerichte communicatie, planaanpassingen met het oog op milieueisen en bezwaren; Actieve communicatie naar bestuur over afwegingen en afspraken; Financiële
voorziening treffen, slim ontwerpen (minimaliseren verlies aan parkeerplaatsen), zorgvuldige belangenafweging en
zoeken van compensatiemaatregelen ook op stedelijk niveau; Duidelijke kaders ontwikkelen en deze meegeven aan ontwikkelaars/aannemers en zoeken naar haalbare alternatieven; Intensief overleggen, afstemmen en prioriteren; Alternatief plan ontwikkelen. Netto verwachte omvang: -35,8 miljoen euro incidenteel Risicoscore: omvang 5
waarschijnlijkheid 3
Grondexploitatie binnenstedelijk
Programma: Stedelijke Ontwikkeling Doelstelling: Ontwikkeling bouwrijpe grond Risicocategorie: Economisch/markt Toelichting: In het MPG per 1 juli 2006 worden de negatieve risico’s op 9,3 miljoen euro ingeschat (2,7 miljoen euro op afzet van kantoren, 5,2 miljoen euro op de aan subsidies verbonden prestatiedoelstellingen en 1,4 miljoen euro op planuitwerking). In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de risico’s rond de aannames in de grondexploitatieprojecten afnemen naarmate het planproces vordert. In de meeste grondexploitatieprojecten worden eerst aanzienlijke kosten gemaakt alvorens de opbrengsten gerealiseerd kunnen worden. Het financiële risico wordt groter als de kosten en opbrengsten in de tijd verder uit elkaar gaan lopen. Sturing/beheersing: Verminderen
Maatregelen: Uitgangspunt is dat risico’s die zich voordoen op binnenstedelijke grondexploitaties opgevangen worden door de reserve grondexploitaties. De stand van deze reserve per 1 januari 2005 bedraagt 34,1 miljoen euro. Na aftrek van alle op de reserve rustende toekomstige verplichtingen wordt de stand op -18 miljoen euro ingeschat. In deze stand is echter geen rekening gehouden met toekomstig verwachte positieve resultaten ter hoogte van 37,5 miljoen euro. Netto verwachte omvang: -9,3 miljoen euro incidenteel Risicoscore: omvang 5
waarschijnlijkheid 3
3.1.3 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft weer in hoeverre de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de geïnventariseerde risico’s (=benodigde weerstandscapaciteit) te kunnen afdekken. Het uitgangpunt is dat de beschikbare weerstandscapaciteit hier minimaal aan moet voldoen. Door de beschikbare en benodigde
184
weerstandscapaciteit op elkaar te delen moet dan een uitkomst van minimaal 1 ontstaan. Ultimo 2006 is het weerstandsvermogen: Weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit = 73 < 1 Benodigde weerstandscapaciteit
95
Ondanks dat de beschikbare weerstandscapaciteit, ten opzichte van de berekening bij de programmabegroting 2007, is gestegen blijkt uit deze rekensom dat het weerstandsvermogen van onze gemeente nog niet voldoende is. Dit wordt veroorzaakt doordat de benodigde weerstandscapaciteit ook is gestegen. Deze stijging valt met name te verklaren doordat vanaf dit moment ook de (meerjarige) risico’s op de grondexploitaties in de berekening meetellen. Om het weerstandsvermogen op peil te brengen gaan wij de volgende acties ondernemen. Ten eerste gaan wij extra inspanningen doen op het gebied van risicomanagement. Wij willen meer gaan sturen op de beheersing van risico’s waardoor de verwachte impact van deze risico’s, en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit, kan afnemen. Daarnaast gaan wij bekijken in hoeverre het effect van meerjarige risico’s de benodigde weerstandscapaciteit vertroebelen. Op dit moment is bijvoorbeeld de impact van de geïnventariseerde risico’s op de grondexploitatie Stationsgebied erg groot, terwijl we weten dat deze risico’s zich pas op de lange termijn mogelijk voor zullen doen. Bij de vaststelling van de nota weerstandsvermogen en risicomanagement heeft u besloten dat als de REMU-bakstenen beschikbaar komen, deze (indien nodig) aangewend worden voor de aanvulling van het weerstandsvermogen.
185
3.2 Onderhoud kapitaalgoederen Gemeentelijke doelen kunnen niet worden gerealiseerd zonder kapitaalgoederen. Om onderwijs te geven zijn schoolgebouwen nodig. Wegen en bruggen zijn onontbeerlijk voor de economische ontwikkeling van Utrecht. Straatlantaarns en de inrichting van het openbaar groen leveren een belangrijke bijdrage aan de sociale veiligheid. De riolering draagt bij aan de gemeentelijke milieudoelstellingen. Kortom: kapitaalgoederen spelen een belangrijke rol bij programmadoelen die de gemeente Utrecht wil realiseren. Kapitaalgoederen vormen het ‘gezicht’ van onze stad. Gaten
in het wegdek, scheefliggende stoeptegels, kapotte lantaarnpalen, onveilige groenvoorzieningen en dergelijke zijn zaken die hoog scoren op de lijstjes met ergernissen van burgers.
In de Financiële Verordening (door de raad vast gesteld op 13 november 2003) is voorgeschreven dat het college eens in de vier jaar een nota onderhoud openbare ruimte aanbied. Daarin dient het kader benoemd te worden voor de inrichting van het beoogde onderhoudsniveau op gebied van groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. Daarnaast dient iedere vier jaar een rioleringsplan, en elk jaar een nota onderhoud gebouwen aan de raad voorgelegd te worden. Omdat er een verschil bestaat in systematiek tussen gebouwde en ongebouwde omgeving, worden de respectievelijke kapitaalgoederen afzonderlijk besproken.
Gebouwde omgeving Programma Onderwijs, educatie en bibliotheek Naam beleidsnota: Programma 2005 huisvesting onderwijs Jaar van vaststelling: 2004 Doel: Voorzien in adequate huisvesting voor het primair- en speciaal onderwijs middels onderhoud aan schoolgebouwen, uitbreiding, nieuwbouw en eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair. Stand van zaken: In het jaarlijks op te stellen Programma worden voorzieningen opgenomen die door de
schoolbesturen zijn aangevraagd. Alle aanvragen voor onderhoud voor kalenderjaar 2005, die voldoen aan de in de huisvestingsverordening opgenomen criteria, worden uitgevoerd. Dit is mogelijk geworden doordat uw Raad bij de begrotingsbehandeling 2005 8,8 miljoen euro extra beschikbaar heeft gesteld voor het Programma. Programma 2006: Alle als noodzakelijk beoordeelde aanvragen voor onderhoud voor het kalenderjaar 2006 zijn ook gehonoreerd, omdat naar aanleiding van de nota investeringsnota 2005 van de DMO extra geld beschikbaar is gekomen voor achterstallig onderhoud. Realisatie 2006: De uitvoering van het Programma 2006 verloopt naar wens. Een belangrijke mijlpaal in 2006 is het vaststellen van het Masterplan Primair Onderwijs door de Raad. Hierin wordt het achterstallig onderhoud van 2007 tot en met 2014 aangepakt. Naar aanleiding van de investeringsnota 2006 is er extra geld beschikbaar gekomen voor de periode 2007 en later. Hiermee kan het grootste deel van het achterstallig onderhoud aangepakt worden. Er resteert een financieel tekort van 10,4 miljoen euro. Naam beleidsnota: Masterplan Voortgezet Onderwijs Utrecht Jaar van vaststelling: 2002 Doel: Het Masterplan Voortgezet Onderwijs beoogt een oplossing te bieden voor de slechte huisvestingssituatie van een aantal scholen en combineert dit met een sanering van het scholenbestand, zodat spreiding en levensvatbaarheid verbeterd worden. Het is een integraal plan voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs.
Stand van zaken: In 2003 is de 1e voortgangsrapportage voorgelegd aan de raad, in 2004 de 2e, eind 2005 de 3e en inmiddels is eind 2006 de 4e voortgangsrapportage verschenen. In de 4e voortgangsrapportage is het financiële tekort geheel opgelost. De laatste projecten staan gepland in 2009. Na dat jaar zal het achterstallig onderhoud van het voortgezet onderwijs geheel ingelopen zijn. Er zijn vijftien projecten in het Masterplan opgenomen. Deze projecten betreffen renovatie (eventueel inclusief uitbreiding), nieuwbouw en het bieden van tijdelijke huisvesting in afwachting van een definitieve locatie. Inmiddels zijn er vijf projecten uitgevoerd (verbouwing Internationale Schakelklassen, vervangende nieuwbouw Bonifatiuscollege, verbouwing Vader Rijn College en tijdelijke huisvesting voor UNIC en Amadeus). 187
Programma 2006: De voorbereidingen voor de bouw van Nieuw Welgelegen, het Meerstroom college, de Vliegenthart school en de aanpassing van het Gerrit Rietveldcollege zijn in volle gang. Ook is gestart met de voorbereiding voor de bouw van de Cultuurcampus. Realisatie 2006:
In 2006 is de nieuwbouw van het St. Bonifatiuscollege opgeleverd en de bouw van de Sportcampus.
Programma Sport Naam beleidsnota: Sportaccommodaties alles onder controle. Jaar van vaststelling: 2002 Doel: (Sociale) veiligheid van sportaccommodaties verbeteren. Stand van Zaken: De afgelopen jaren zijn er al veel verbeteringen aangebracht aan de diverse accommodaties. Uit de Sportpeiling (2003) blijkt ook dat de tevredenheid over de veiligheid van de sportaccommodaties toeneemt. Programma 2006: Verdergaande verbeteringen aanbrengen op het gebied van de fysieke veiligheid zoals verlichting, het snoeien van groen en verwijderen van graffiti. Het vervangen van sport en spel materiaal en het optimaliseren van
het klein dagelijks onderhoud in de verschillende accommodaties. Intensievere samenwerking met verenigingen om de veiligheid te verbeteren. Realisatie 2006: Er zijn verdergaande verbeteringen aangebracht op het gebied van de fysieke veiligheid zoals verlichting, camerabeveiliging en het plaatsen van elektronische sloten. Er is meer aandacht besteed aan groenvoorzieningen rondom de accommodaties. Sporttoestellen zijn gecontroleerd door een gecertificeerd bedrijf. Afgekeurde toestellen zijn verwijderd en vervangen. Sport en spel materiaal is vervangen en het klein dagelijks onderhoud in de verschillende accommodaties is geoptimaliseerd. Naam beleidsnota: Beleidsplan Sport 2002-2006 ‘Betere tijden’. Jaar van vaststelling: 2002 Doel: Ontwikkelingsvisie die als basis dient voor de verdere uitwerking van de plannen voor publiek en private sportaccommodaties. Onderdeel hiervan is vernieuwing en verbetering van het basisvoorzieningenpakket. Stand van Zaken: In de afgelopen jaren zijn kunstgrasvelden aangelegd en nieuwe accommodaties gebouwd, zoals sportcentrum Galgenwaard en de herbouw van gymzaal Goeree. Daarnaast is er veel sport en spelmateriaal vervangen. In 2004 heeft de dakrenovatie van zwembad den Hommel plaatsgevonden. Ook is in 2004 zwembad de Kwakel in de zomervakantie een aantal weken gesloten geweest voor het plegen van groot onderhoud. In 2005 is in zwembad den Hommel groot onderhoud verricht.
Programma 2006: In 2006 gaan we door met het aanleggen van meer kunstgrasvelden en het verrichten van ‘groot’ onderhoud. Realisatie 2006: In 2006 zijn wederom diverse kunstgrasvelden aangelegd. Daarnaast zijn nieuwe accommodaties in Leidsche Rijn in beheer genomen. Zwembad de Kwakel is in de zomer gedurende een aantal weken gesloten voor het plegen van groot onderhoud. Programma Sociale Infrastructuur Naam beleidsnota: Investeringsnoodzaak DMO Jaar van vaststelling: 2005
Doel: Vaststellen van de investeringsnoodzaak voor de DMO voor vervangende nieuwbouw, jaarlijks en planmatig groot onderhoud. Stand van zaken: Bij de begroting 2006 heeft de gemeente extra middelen beschikbaar (bedrag) gesteld voor het wegwerken van een deel van de grootste problematiek van het achterstallig onderhoud. Programma 2006: De in 2006 extra beschikbaar gestelde middelen zijn vooral ingezet in de sectoren onderwijs en sport. De betreffende afdelingen van de DMO zijn belast met de uitvoering. In het kader van de actualisering van de nota Kapitaalgoederen Sociale infrastructuur (eerste kwartaal 2007) wordt een overzicht gemaakt van alle beschikbare middelen (incidenteel en structureel) en wordt een nieuwe afweging gemaakt inzake noodzakelijke investeringen. Programma Stedelijke Ontwikkeling
In 2005 is bij onderhoud gebouwen in het kader van Vastgoedbeheer een rapportage opgesteld waaruit bleek dat voor de komende tien jaar een extra investeringsbehoefte nodig is van totaal 32,1 miljoen euro (gemiddeld 3,2 miljoen euro per jaar), waarvan een bedrag van 5,5 miljoen euro achterstand kortcyclisch onderhoud betreft. Bovendien wordt er geen structureel geld gereserveerd voor vervangingen. Naar aanleiding van die rapportage is besloten om een verbeterplan op te stellen, waarin de gehele materie rond het vastgoedbeheer transparant in beeld wordt gebracht, zowel inhoudelijk als financieel en waarin concrete oplossingen worden aangedragen om de problematiek op te lossen. 188
Dit plan zal in de eerste helft van 2007 aan het bestuur aangeboden worden in de vorm van een meerjarenprognose vastgoed. Deze prognose zal een reëel beeld geven van de opbrengsten en kosten van het vastgoed op dit moment en de komende vijftien jaar. Tijdens het onderzoek en de ontwikkeling van het plan is onder andere gebleken dat de omschrijving van het conditieniveau ‘sober en doelmatig’ moeilijk te objectiveren valt. Gelijktijdig is duidelijk dat dit een algemeen probleem betreft waarvoor een objectieve onderhoudsnormering de oplossing is. Inmiddels is er een NEN normering ontwikkeld en eind 2006 ingevoerd. Al het gemeentelijk vastgoed in beheer bij het ontwikkelingsbedrijf wordt begin 2007 conform die NEN norm geïnventariseerd. Aan het bestuur wordt vervolgens en naar verwachting bij de voorjaarsnota van 2007 de keuze voorgelegd op welk niveau het vastgoed onderhouden moet worden. Daarbij worden de kosten per niveau inzichtelijk gemaakt. Sinds 1995 brengen wij nieuwbouwprojecten onder in een zogenoemde gesloten gebouwexploitatie. De gedachte hierbij is dat de inkomsten uit de huur over de gehele exploitatieperiode in balans moet zijn met alle te verwachten kosten, inclusief lang cyclisch onderhoud. Via een reservevorming binnen deze gesloten exploitatie worden middelen gereserveerd voor de financiering van het lang cyclisch onderhoud. Uitvoering onderhoud gebouwen, tijdelijk, 2006: De onderhoudskosten voor de tijdelijk beheerpanden kwamen ten laste van de exploitatie van het vastgoed en daarmee ten laste van de betreffende grondexploitatie (evenals uiteraard de opbrengsten). Uitvoering onderhoud gebouwen, permanent, 2006: Het onderhoudsbudget voor het onderhoud van het permanent vastgoed bedroeg voor 2006 4,278 miljoen euro inclusief de kosten voor voorbereiding en toezicht. Hiervan is in 2006 3,242 miljoen euro besteed.
Ongebouwde omgeving Programma Beheer Openbare Ruimte De inspanningen binnen het programma Beheer Openbare Ruimte waren tot medio 2006 gericht op het inlopen van het achterstallig onderhoud in het algemeen. Doordat technische inspecties een veel beter inzicht gaven in de technische staat van de kapitaalgoederen, hebben we de werkzaamheden gericht op het wegwerken van achterstallig onderhoud dat aanleiding gaf tot onveilige situaties of objecten. De snelheid waarmee we op deze actualiteit konden inspelen verschilde per type kapitaalgoed. Zo konden we bij verhardingen snel en soepel bij de nieuwe inzichten aanhaken en nog in hetzelfde jaar andere wegen aanpakken. Voor vierkante meters asfalt vervangen maakt het niet veel uit waar dit in de stad moet gebeuren. Als voorbereidingen langer tijd vergen en op individuele objecten gericht zijn, zoals bij bruggen en waterbouw, of seizoensgebonden zijn zoals bij groen, dan is het mogelijk om de besteding te wijzigen, maar de uitvoering verschuift dan al snel enkele maanden. Dat wordt veroorzaakt doordat niet alleen bestekken moeten worden aangepast, maar ook de aanbestedingsprocedures anders worden doorlopen.
In de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden in 2006 voor het groot onderhoud, waarbij sprake is van vervangingsinvesteringen, komt dit dan ook naar voren. Zo is bij verhardingen het budget grotendeels besteed, terwijl bij bruggen een aanzienlijk deel verschuift naar 2007, of een andere bestemming krijgt, gericht op veiligheid. In onderstaand overzicht wordt per type kapitaalgoed ingegaan op deze aspecten. Uitgegaan wordt van de doelstelling om de openbare ruimte veilig te houden voor bewoners en andere gebruikers. Bron: Gemeentelijk Rioleringsplan Utrecht, 2003-2006 (2003). Programma: Beheer openbare ruimte. Stand van zaken: het nieuwe Rioleringsplan dat de jaren 2007-2010 zal bestrijken (naar verwachting in mei 2007 in de gemeenteraad) richt zich vooral op de nieuwe taken die de gemeenten in Nederland hebben gekregen op gebied van grondwaterbeheer. Uitvoering 2006: In 2006 hebben we ruim drie kilometer riool vervangen van de voorgenomen vijf kilometer. Doordat de rioleringswerkzaamheden gecombineerd uitgevoerd worden met andere projecten die vertraging hebben opgelopen (NOUW, 24 oktoberplein) lopen diverse projecten door in 2007. In 2007 wordt het restant uitgevoerd. In 2006 is ook gestart met het aansluiten van de panden en woonboten op het gemeentelijk rioolstelsel. Dit wordt betaald uit het met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) gevormde fonds. 189
Uitvoering baggeren 2006: ten laste van de middelen 2006 werden in december van dat jaar achttien baggerclusterwatergangen aanbesteed. De uitvoering vindt, in verband met het seizoen, plaats in 2007. Daarbij werden ook de
watergangen op en langs de volkstuinen mee genomen. Van de te baggeren watergangen (26 watergangen/clusters) resteert nog 1/3 deel, waarmee nog 2,1 miljoen euro is gemoeid (circa 2/3 deel van de totale kosten voor het baggeren van de tertiaire watergangen van 3,2 miljoen euro). Uitvoering openbare verlichting 2006: het bedrag van 0,6 miljoen euro is voor 80% in 2006 besteed. Door een vertraging in het opstarten van projecten is er een deel dat uitloopt in het eerste kwartaal 2007. Alle verplichtingen zijn wel aangegaan in 2006. Van deze gelden zijn 20 voedingskasten, 4 kilometer voedingskabel, 100 lichtmasten en 400 armaturen vervangen, waarbij efficiëntievoordeel is gezocht door een combinatie met infrastructurele projecten en Bestratingen/Asfalteringen/Rioleringen (BAR) projecten. Uitvoering groen 2006: het vervangen van de populieren is aanbesteed (0,0138 miljoen euro) maar kon in verband met de afgifte van de benodigde kapvergunningen pas uitgevoerd worden in 2007. Van de beschikbare 0,618 miljoen euro werd voor 0,326 miljoen euro besteed aan het opknappen van acht trapvelden/gazons (totaal: 24.000 m2); vijf paden in het groen (totale lengte circa drie kilometer), en op tien locaties (totaal 8.500 m2) de beplanting. Daarnaast werd een groenstrook van 5.000 m2 heringericht. Uitvoering Verkeersregelinstallaties (VRI’s) 2006: in 2006 zou de 22 jaar oude installatie op de kruising Hooft
Graaflandweg en ‘t Goylaan worden vervangen. Uit de inspecties in het kader van ‘Veiligheid voor alles!’ is gebleken dat een drietal andere VRI’s urgenter waren (kruisingen Prins Bernhardplein-Burg. Norbruislaan, KapelbrugBlauwkapelseweg en Oranjebrug-Jutfaseweg-Waalstraat). Deze werden eind 2006, begin 2007 uitgevoerd. De eerstgenoemde installatie zal samen met de overige regelautomaten bezien worden op prioriteit. Uitvoering verhardingen 2006: het grootste deel van de 34 geplande projecten is in 2006 in uitvoering gegaan, hiervan loopt een deel door in 2007. Enkele wegenprojecten zijn geschrapt. Het gaat dan om: Ringkade (vanwege ruimtelijke ontwikkelingen); Weg der Verenigde Naties (naar 2007); Keulsekade (naar 2008, combinatie met verkeersproject); Muinck Keizerlaan (naar 2007, combinatie met verkeersproject); Van Heemskerklaan (minder prioriteit); Meentweg (minder prioriteit); Leuvenlaan (verkeersomleiding).
Uitvoering bruggen 2006: bij geen van de voorgenomen renovaties is tot uitvoering overgegaan. Ondanks de urgentie is door de projectomvang de Rodebrug nog in voorbereiding, de Meernbrug wordt onderdeel van de studie Centrum De Meern en is nog niet uitgevoerd, de Meentbrug wordt onderdeel van de HOV en in dat kader gedekt, en de Herenbrug is in voorbereiding. Ten laste van het beschikbare budget van 1,18 miljoen euro is 0,118 miljoen euro besteed. Voor de Meernbrug en Meentbrug (0,33 miljoen euro) zullen andere bestedingsvoorstellen worden gedaan. Uitvoering werven en walmuren 2006: met het opknappen van de walmuren van de Nieuwegracht (voor 1 miljoen euro) en de werfmuren (0,212 miljoen euro) is een aanvang gemaakt. Uitvoering havens 2006: uitvoering van het opknappen van diverse damwanden wordt in 2008 uitgevoerd in combinatie met baggeren van de haven. Daardoor kan een belangrijke rijkssubsidie (TOPPER) worden verkregen.
190
3.3 Treasury Algemene ontwikkelingen De rentevisie gebaseerd op de verwachtingen van de grote marktpartijen, ging voor 2006 uit van een lange rente van 4 à 4,5% en een korte rente van 2 à 2,5%. De Europese Centrale Bank heeft in 2006 tweemaal een renteverhoging doorgevoerd. Daardoor zijn in de loop van 2006 alle rentes op een hoger niveau komen te liggen. Als interne omslagrente is een percentage van 5% gehanteerd. Dit percentage is afgeleid van het gemiddelde percentage van de portefeuille opgenomen leningen (ultimo 2006 4,73%). Het omslagpercentage wordt alleen aangepast in geval van significante afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde percentage van de leningportefeuille. (Rente)risicobeheer De kasgeldlimiet stelt een grens aan de financiering met kortlopende leningen (looptijd maximaal twee jaar). De limiet bedroeg voor 2006 106 miljoen euro. Aangezien gedurende 2006 sprake was van een overliquide positie zijn geen kortlopende geldleningen aangetrokken. De renterisiconorm is een in de wet FIDO bepaald maximumbedrag aan nieuw aan te trekken financieringsmiddelen waarover in een jaar renterisico mag worden gelopen. Op basis van een renterisiconorm van 15% en een
leningportefeuille van 277 miljoen per 1 januari 2006 zou de gemeente in 2006 over een bedrag van maximaal 42 miljoen renterisico hebben mogen lopen. Aangezien er voor herfinanciering van reguliere en vervroegde aflossing in 2006 geen langlopende geldleningen zijn aangetrokken is de gemeente onder de norm gebleven. De reserve renterisico bedraagt eind 2006 6 miljoen euro. Dit bedrag is voldoende om de rentenadelen op te vangen die zich kunnen voordien indien de renteveronderstellingen in de meerjarenbegroting 2006 t/m 2009 1% ongunstiger uitkomen dan aangenomen. Liquiditeitsbehoefte Ultimo 2006 bedraagt de overliquide positie 181 miljoen euro. Per saldo een toename van 42 miljoen euro ten opzichte van eind 2005. Deze toename wordt grotendeels veroorzaakt door de storting per 1 juli 2006 van een in 2003 afgesloten lening van 50 miljoen euro. De verwachting is dat de in 2006 ingezette stijging van de rente zich zal voortzetten in 2007. In dat kader zal worden bezien of de overliquide positie verantwoord kan worden afgebouwd door het afstoten van langlopende leningen dan wel door overtollige middelen langlopend te beleggen. De externe rentelasten in 2006 bedragen 13,2 miljoen euro en de externe rentebaten 13,1 miljoen euro; de netto rentelasten bedragen daarom in 2006 0,1 miljoen euro. Verstrekte leningen/garanties; In juni 2003 is een lening van 25 miljoen à 4% verstrekt aan Memid in het kader van de problematiek rond FC Utrecht. Het schuldrestant eind 2006 bedraagt 23,3 miljoen euro. Risico’s Liquiditeitsrisico Door de overliquide positie in 2006 behoefde geen gebruik te worden gemaakt van de omvangrijke kredietfaciliteiten die met de huisbankiers zijn overeengekomen. Debiteuren- en/of kredietrisico Gedurende 2006 zijn tijdelijk overtollige middelen uitsluitend uitgezet bij partijen die voldoen aan de normen zoals die zijn opgenomen in het Treasurystatuut. Deposito’s met een looptijd van één of twee maanden zijn afgesloten bij de 191
BNG, ABN AMRO, ING en RABO Utrecht –Nieuwegein. BNG en RABO bezitten een triple A-rating, ABN AMRO, ING een double A-rating. Koersrisico Bij (verhandelbare) financiële activa (zoals obligaties en Medium Term Notes) bestaat de mogelijkheid dat deze in waarde vermeerderen of verminderen door koersfluctuaties. Van het totaal aan beleggingen van 225 miljoen is een bedrag van 50 miljoen belegd in 4,25% obligaties van de Rabobank. De koers van deze obligaties bedraagt per 31 december 2006 101,20 waardoor deze belegging (van nominaal 50 miljoen euro) een waarde vertegenwoordigt van 50,6 miljoen euro.
192
3.4 Bedrijfsvoering Onder leiding van ons college van B en W heeft de concerndirectie in 2006 intensief gewerkt aan het verandertraject ‘Organisatie 2010’, dat leidt tot een organisatie die niet alleen ‘beter en anders’ functioneert, maar ook ‘kleiner en goedkoper’ wordt. Dit betekent realisatie langs twee sporen: innoveren om te komen tot een moderne en effectieve gemeente en bezuinigen door efficiënter te organiseren en duidelijke keuzes te maken. In het project 2010 zijn om de doelstellingen te bereiken een zevental ontwikkelingslijnen benoemd:
• minder beleid en regelgeving; • programmatisch werken; • inzet ICT; • samenwerking en partnerschap; • bundeling en concentratie; • op afstand zetten; • resultaatgericht management.
De zeven ontwikkelingslijnen dragen op verschillende wijzen bij aan de innovatie van de organisatie. Om de aandacht goed te richten heeft de concerndirectie besloten om drie ontwikkelingslijnen, die het duidelijkst bijdragen aan de noodzakelijke innovatie, te benoemen als hoofdthema’s: programmatisch werken;
• • inzet ICT; • bundeling en concentratie.
De overige vier ontwikkelingslijnen hebben meer het karakter van verbeterlijnen en dragen op inhoud en opbrengsten bij aan de bovengenoemde hoofdthema’s, de noodzakelijk ondersteunende thema’s: Minder beleid en regelgeving, Samenwerking en partnerschap, Op afstand zetten en Resultaat gericht management. Daarnaast wordt een aantal concrete flankerende ontwikkelingen op bedrijfsvoering in het kader van deze hoofdthema’s beschreven. Uitvoering in 2006 Om een beeld te geven van de realisatie van de voornemens voor de jaarsnede 2006 uit het organisatieontwikkelingsprogramma 2010 zijn in het onderstaande per hoofdthema een aantal uitgangspunten uit 2004 overgenomen en een korte indicatie van het resultaat in 2006.
Programmatisch Werken Hoofdthema: Programmatisch werken
Uitgangspunten: Programmasturing is het leidende principe in de nieuwe organisatie.
• • Zorg bij programma’s voor integrale verantwoordelijkheid voor resultaat en benodigde tijd, geld en kwaliteit. • Definieer vooraf goed de doelen en waarop gestuurd wordt, waardoor minder afstemming/coördinatie nodig is. • Een zekere mate van sectorale afstemmingsrelaties blijft noodzakelijk. Resultaat 2006: • In het collegeprogramma zijn nieuwe programma’s benoemd zoals Diversiteit en integratie, Jeugd en Utrecht vernieuwt. Voor • elk programma is de verantwoordelijkheid eenduidig belegd, zowel bestuurlijk bij een portefeuillehouder als ambtelijk bij een directeur. • Twee programmadirecteuren zijn benoemd in 2006. 193
Noodzakelijk ondersteunend thema: Minder beleid en regelgeving Uitgangspunten:
• We maken minder beleid en regels dan in het verleden. • Ambtelijke ‘beleidscapaciteit’ wordt efficiënter benut. Resultaat 2006: • De beleidscapaciteit is geïnventariseerd per gemeentelijke dienst. • Voorstellen voor vermindering van de beleidscapaciteit zijn in voorbereiding genomen. Noodzakelijk ondersteunend thema: Resultaatgericht management Uitgangspunten: Resultaatgericht management is voorwaardenscheppend.
• • Indien er in het college van b. en w. een probleem wordt geconstateerd, daarbij ook vanuit de bestuursdienst of
vanuit de concerndirectie iemand benoemen die de bevoegdheden en taak krijgt om het probleem in korte tijd op
te lossen.
• Dienstoverstijgende vraagstukken gezamenlijk oppakken. •
Resultaat 2006: Vanuit het nieuw opgerichte concern subsidiebureau worden per beleidsveld indicaties gegeven over mogelijk te verwerven nationale en EU subsidies en worden diensten daarbij ondersteund.
Inzet ICT Hoofdthema: Inzet ICT Uitgangspunten: Verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening naar burgers.
• • Aansluiten bij de logica van de burger. • Aansluiten op landelijke ontwikkelingen, zoals ‘Programma Andere Overheid’ en ‘Elektronische Overheid’, en wetgeving. • Meer verantwoordelijkheid aan de burger geven (zelfbeheer en selfservice). • Elektronische toegangverlening voor burgers. • Effectievere en efficiëntere fraudebestrijding. • Efficiënte handhaving. • Efficiëntere en effectievere bedrijfsvoering door vergroten van samenhang. • Inzet ICT is een randvoorwaarde om de beoogde baten van Organisatie 2010, met name Programmatisch werken, Bundeling en Concentratie en Resultaat gericht management, te realiseren. • Echte winst in efficiency en kwaliteit zit in ketenbenadering. Resultaat 2006: • Voorbereidingen voor de invoering van basisregistraties (personen, adressen, gebouwen en kaarten) om de basisbedrijfsvoering te verbeteren. • Burgerservicenummer voor identificatie en DigiD voor elektronische authenticatie van burgers is voor een aantal gemeentelijke producten ingevoegd. • Start van een aantal projecten samen met het programma Publieksdienstverlening om via E-dienstverlening de burger te bedienen (WWplus-(webintake+workflow) = samenwerking tussen Bouwbeheer en burgerzaken met elektronische formulieren).
Bundeling en concentratie Hoofdthema: Bundeling en concentratie Uitgangspunten: Ontschotten, samenwerken en bundelen.
• • Flexibele organisatie. 194
Resultaten 2006: Bundeling ondersteunende functies krijgt gestalte door de inrichting van de toekomstige Dienst Ondersteuning.
•
Voor documentaire informatievoorziening, facilitair management, financiële dienstverlening en personeels- en salarisadministratie worden shared servicecentra voorbereid die hun plaats zullen vinden in de Dienst
Ondersteuning per 2008. De verschillende centra zijn in verschillende fasen van het reorganisatieproces. De innovatie krijgt gestalte door het herontwerpen van de werkprocessen in de ondersteunende sfeer en ICT vernieuwingen. Start gepland in 2008.
• Bundeling van diensten DSO en OGU. De reorganisatie is opgestart en zal in 2007 gereed komen. Het programma Organisatie 2010 gaat vergezeld van een aantal cultuurinterventies. Zes cultuurpioniers helpen om het motto ‘Vernieuwend ondernemen met hart voor de stad’ gestalte te geven. In 2006 is aandacht besteed aan mobiliteit onder het personeel, is voorbereid dat in 2007 mystery guests de gemeentelijke dienstverlening onderzoeken en zijn spreekuren gehouden over Vernieuwend Ondernemen. De veranderingen die gepaard gaan met het project Organisatie 2010 krijgen hun beslag binnen een zorgvuldig en toegesneden personeelsbeleid. Bovendien worden vanaf het moment dat er beginselbesluiten genomen worden over de plannen van aanpak de Centrale Ondernemingsraad en de Ondernemingsraden van de diensten in staat gesteld hun rol voortvloeiend uit de Wet op de Ondernemingsraden te vervullen.
Overig vigerend beleid en/of beleidsontwikkelingen Nota Bedrijfsvoering Elke vier jaar wordt voor de verschillende paragrafen in Programmabegroting en Verantwoording een meerjarige nota geschreven waarin de visie op langere termijn over het betreffende onderwerp uitgewerkt wordt. In 2006 is de nota Bedrijfsvoering verschenen met daarin twee ontwikkelingslijnen:
• Een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen gemeenteraad, college van B&W en ambtelijke organisatie. • Prioriteitsstelling ten aanzien van beoogde ontwikkelingen in de bedrijfsvoering, waarbij voorrang gegeven wordt aan drie onderwerpen: daadkrachtiger sturing en control, betere dienstverlening en grotere efficiency.
De nota Bedrijfsvoering sluit nauw aan bij het organisatieontwikkelingsprogramma 2010. Naast de nota Bedrijfsvoering is in 2006 ook aan andere meerjarige nota’s, die horen bij de verplichte paragrafen,
gewerkt. In navolgende tabel is weergegeven wat de stand van zaken is betreffende de bij deze paragrafen behorende nota’s. Nota
Stand van zaken omtrent nota
Lokale heffingen
De nota Lokale Heffingen is vastgesteld door de raad in 2006 De nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement is vastgesteld door de raad
Weerstandsvermogen
in 2006
Grondbeleid
De nota Grondbeleid is vastgesteld door de raad in 2006
Bedrijfsvoering
De nota Bedrijfsvoering is door de raad in 2007 vastgesteld De nota onderhoud Kapitaalgoederen wordt voorgelegd bij de Voorjaarsnota
Onderhoud Kapitaalgoederen
2007/Programmabegroting 2008
Verbonden Partijen
De nota Verbonden Partijen wordt in 2007 voorgelegd aan de raad
Treasury
4-jaarlijkse nota is niet van toepassing op de paragraaf Treasury
Communicatie Sinds de bundeling van vrijwel alle communicatieprofessionals in het gemeentebrede Communicatiebureau is de samenhang en de herkenbaarheid van de Utrechtse communicatie versterkt. In 2006 heeft dit een extra impuls gekregen met de invoering van de nieuwe versoberde huisstijl. Via een digitaal platform is het veel eenvoudiger geworden om zelf basisontwerpen te gebruiken, zodat deze operatie een aanzienlijke besparing heeft opgeleverd.
195
Doelmatigheid en doeltreffendheid In het jaar 2006 is het onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid (conform artikel 213a gemeentewet) gericht op de zogenoemde nulmeting voor shared servicecentra. Het onderzoek heeft de huidige kosten in kaart gebracht die samenhangen met de ondersteunende activiteiten, die straks door de Dienst Ondersteuning uitgevoerd zullen gaan
worden. In 2010 of 2011 kan het onderzoek herhaald worden met de bedoeling om vast te stellen of de bundeling van de ondersteunende functies in het kader van het organisatieontwikkelingstraject 2010 ook de beoogde besparing heeft opgeleverd. Juridische functie De Juridische functie krijgt inhoud in hoofdzakelijk de navolgende activiteiten: kwaliteitszorg en control, advies, bezwaar en beroep. Juridische kwaliteitszorg en control zijn erop gericht dat het gemeentebestuur en de organisatie voldoet aan een vijftal kwaliteitskenmerken, zoals hieronder kort omschreven: Juridische kwaliteit wordt belangrijk gevonden en heeft de aandacht.
• • De basiscondities voor het goed juridisch functioneren (de juridische infrastructuur) zijn aanwezig. • Er is een systeem van risicobeheersing en proactieve kwaliteitsbewaking. • Juridisering wordt zoveel mogelijk beperkt. • De juridische kwaliteit maakt integraal onderdeel uit van het managementsysteem.
In 2006 is er inzet gepleegd om de bereikte verbeteringen vast te houden en de in de organisatie nog bestaande verschillen ten opzichte van het bereiken kwaliteitsniveau verder te (doen) verkleinen. Het programma was in 2006 gericht op: het op peil brengen en houden van het juridisch instrumentarium;
• • het borgen van de juridische functie in de organisatie; • het in beeld brengen en beheersbaar maken van juridische risico’s.
Daartoe is in 2006 een pakket activiteiten uitgevoerd onder meer bestaande uit: A. Kaderstellende activiteiten: In 2006 zijn kaders en handreikingen tot stand gebracht voor overheidssteun, voor dienstverleningsovereenkomsten
en voor de toepassing van de referendumverordening. Gestart is met het Europaproof maken van de gemeentelijke bedrijfsprocessen. B. Ondersteunende activiteiten: Er hebben juridisch expertiseplatforms en samenwerkingsverbanden gefunctioneerd – concernbreed - voor
deskundigheidsbevordering, afstemming en overleg. Daarnaast ook voor specifieke items bijvoorbeeld ten behoeve van de contractvorming project Stationsgebied, de ondergrondse infrastructuur. Aandacht is besteed aan het in beeld krijgen van juridische risico’s - met name in relatie tot de wisselwerking tussen de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke aspecten - en het treffen van beheersingsmaatregelen. Hierbij is gebruik gemaakt van een
inventarisatie van te doorlopen publiekrechtelijke procedures. Verder zijn nieuwe ontwikkelingen op juridisch gebied geïmplementeerd zoals toepassing van de Interim-wet stad en milieu, de Verordening op de Ombudsman en de komende Grondexploitatiewet. Het contractbeheer, met toepassing van geautomatiseerde contractregistratie is verder uitgebouwd. C. Toezichthoudende activiteiten: Er heeft kwaliteitscontrole plaats gevonden op concrete dossiers. Met het oog op het optimaliseren van juridische advisering is met name van belang het organisatieontwikkelingsproces gericht op positionering en niveau van de
juridische functie in relatie tot 2010. Separaat - in het burgerjaarverslag - wordt gerapporteerd over de resultaten van bezwaar -en beroepsprocedures. Om onnodige bezwaar- en beroepschriften te voorkomen zijn leerpunten uit procedures teruggeploegd naar het primaire proces.
196
Personeel, Organisatie en Informatie. Arbeidsvoorwaarden
Op het terrein van de arbeidsvoorwaarden voor ons personeel hebben de uitkomsten van de onderhandelingen over de CAO voor de sector gemeenten onze activiteiten bepaald. De CAO 2005-2007 is vastgesteld en gevolgen van deze CAO zijn uitgewerkt in de verschillende personeelsregelingen binnen onze organisatie: Belangrijke items daarbij vormden het functioneel leeftijdsontslag, de bovenwettelijke WW regeling, de verlof- en levensloopregeling, herziening loondoorbetaling tijdens ziekte en werkloosheidsuitkering, regelingen rondom arbeidsongeschiktheid, in- en doorstroombanen/vangnetbanen en stages. Ziekteverzuim In het jaar 2006 is het beleid, dat de afgelopen jaren heeft geleid tot een daling van het verzuim, voortgezet. Per 2008 zal de Arbo-dienstverlening in eigen beheer genomen worden door een unit binnen het shared servicecentrum voor
salaris- en personeelsadministratie, waarvoor voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd zijn in 2006. Per 1 januari 2006 is het nieuwe ziektekostenstelsel geïmplementeerd. Interculturalisatie Met de ‘Integratiewijzer’ hebben de medewerkers van de gemeente Utrecht sinds het afgelopen jaar een instrument in handen dat wijst op de mogelijkheden tot interculturele integratie in de werkwijze, dienstverlening en in de samenwerking. De ‘Integratiewijzer’ maakt een dialoog mogelijk op de werkvloer die kan leiden tot een groter intercultureel bewustzijn van de medewerkers van de gemeente Utrecht. Het creëren van deze dialoog draagt bij aan een werkklimaat waarin medewerkers ongeacht hun culturele achtergrond een bij hun competenties passende loopbaan kunnen ontwikkelen.
Nieuwe directeuren en directeuren wisselen van dienst De afgelopen tijd is hard gewerkt aan vernieuwing en ontwikkeling van onze gemeentelijke organisatie met ‘Organisatie 2010’. Door de introductie van programmadirecteuren en het stimuleren van mobiliteit heeft dat in 2006 in de top van de ambtelijke organisatie geleid tot ontwikkelingen. Het college van B&W heeft op een aantal plaatsen andere directeuren benoemd, in 2007 zullen zij met hun nieuwe werkzaamheden starten. Tegelijkertijd hebben een aantal directeuren in 2006 afscheid genomen van de gemeente Utrecht. Wijkgericht Werken Met het collegeprogramma heeft het wijkgericht werken een nieuwe impuls gekregen. De suggesties voor
efficiëntieverbeteringen uit de gemeentebrede bedrijfsdiagnose van Cebeon (2004) en het ‘Programmeringskader Wijkgericht Werken’ (2005) zijn daarbij intact gelaten. Dat kader voorziet in mogelijkheden gemeentebreed de coördinatiecapaciteit wijkgericht werken met 20% te reduceren en daarmee een bezuinigingstaakstelling van 1,5 miljoen euro te realiseren. Het laatste (tweejarige) meer uitgebreide wijkprogramma 2005-2006 liep in 2006 af. Bij de inrichting van de (stedelijke) programma’s voor de programmabegroting 2007 werd de situatie in en de vraag uit de wijken door diensten vroegtijdig, serieus en herkenbaar betrokken. Die wijkprioriteiten kwamen voort uit een gedegen wijkanalyse voor de periode 2007-2010 (meerjarig, afgesproken in het Programmeringskader). In een apart hoofdstuk Wijken in de programmabegroting 2007 is het antwoord op de wijkvraag zichtbaar gemaakt; tevens is daar te zien aan welke wijkprioriteiten voor 2007 wij niet tegemoet konden komen. In onze functie als wijkwethouder zijn wij betrokken bij een aantal niet gehonoreerde wijkprioriteiten, die wijken alsnog in het belang van de wijk ingewilligd wilden zien. Wij hebben kans gezien bij het overleg over de begroting 2007 en de bestuursrapportage medio 2006 (in verband met het verwachte overschot 2006) enkele prioriteiten van wijken alsnog te honoreren. We hebben Dienst Wijken verzocht in de beheer- en beleidcyclus in 2007 zoveel ruimte in te bouwen dat wij als wijkwethouders voldoende tijd krijgen om over voorgelegde wijkprioriteiten ook vakinhoudelijk met onze collega’s te overleggen. In het Programmeringskader is eveneens voorgesteld voor een beperkt aantal integrale wijkvraagstukken -als focusper wijk een zogenoemd ‘wijkdossier’ operationeel te maken. Hardnekkige vraagstukken, maar ook onbenutte kansen 197
in urgentie- en aandachtsgebieden krijgen hierin extra bestuurlijke en ambtelijke aandacht waardoor de agenda van het bestuur en de burgers in de uitvoering dichter bij elkaar wordt gebracht. In 2006 hebben wij de volgende wijkdossiers benoemd:
• West; • Lombok-Oost en Halve Maan-Noord; • Sociale wijkontwikkeling: sociaal-economische achterstand, werkloosheid, onderwijs; • Noordwest; • Geuzenwijk; • Aanpak multiproblem-gezinnen (herovering van deze buurt door de gemeente); • Levenslustig Ondiep; • Opgroeien en Jeugd& Veiligheid (speciale aandacht voor meisjes) Overvecht; • Opgroeien in Wolgadreef en omgeving; • Optimale ontwikkelingskansen, voorkomen onderwijsachterstanden/schooluitval; • Sociale samenhang; • Ontmoeting op buurtniveau tussen verschillende groepen; • Noordoost; • Staatsliedenbuurt; • Terugdringen overlast, leefomgeving schoon en veilig, herstructurering woningen, bevordering cohesie, hulpverlening kwetsbare groepen;
• Oost; • Opgroeien en opvoeden in Abstede en Sterrenwijk;
• Interventie gezinsniveau, opvoedingsondersteuning, preventie en repressie; • Binnenstad; • Veilig uitgaan; • Alcohol- en drugspreventie en uitgaansetiquette; • Zuid; • Rotsoord; • Creatieve industrie binnenhalen, sociale cohesie en voorzieningen verbeteren; • Rietveldbuurt; • Zuidwest; • Opvoeden en opgroeien in Kanaleneiland Noord; • Verbeteren van perspectief voor de jeugd van 0-14 jaar; • Sociale samenhang in Kanaleneiland, Transwijk en Dichterswijk; • Meer sociale samenhang in Kanaleneiland en Transwijk (allochtonen) en Dichterswijk West; • Vleuten-De Meern in combinatie met Leidsche Rijn; • Wonen in verscheidenheid; • Versterken sociale samenhang, opbouw netwerken in de wijk, benutten diversiteit aan
bewonersgroepen, ontmoetingsplekken creëren;
Vanaf het najaar van 2006 bepalen diensten en externe partners welke maatregelen/activiteiten nodig zijn en hoe de uitvoering daarvan zal verlopen. Bij het indienen van de jaarplannen 2007 was deze actie nog niet voltooid, in het voorjaar van 2007 liggen de concrete plannen er wel en wordt gestart met de uitvoering van de maatregelen en activiteiten, die de wijkdossiers beogen. Nu de wijken de afspraken omtrent wijkprioriteiten via de geldende begrotingscyclus dienen te maken is het wijkprogramma met zijn eigen beheercyclus afgeschaft. Volgens het Programmeringskader wordt een bondig wijkprogramma opgesteld. Dit ‘wijkprogramma nieuwe stijl’ noemt de belangrijkste, strategische, bovensectorale
projecten/activiteiten (waaronder wijkdossiers) voor het volgend jaar en schetst daarnaast een beeld van wat diensten nog verder doen in de wijk. Een dergelijke bondige notitie dient enerzijds als communicatiemiddel naar de wijken, maar geeft anderzijds aan dienstdirecteuren en ons als bestuur de gelegenheid de afgesproken inzet in de wijken zichtbaar, afrekenbaar en afdwingbaar te verankeren. Het wijkprogramma 2007 zal in februari 2007 gereed zijn. In de functie van wijkwethouder nemen wij hierbij een speciale positie in. Als bestuurlijk boegbeeld in de wijk hebben wij niet alleen een toetsende en signalerende rol bij het tot stand komen van de programma’s van de programmabegroting (komt de wijk aan zijn trekken, zie hierboven), maar zijn wij ook gemachtigd om een
stagnerende uitvoering van onderdelen van het wijkprogramma (kwaliteit en tijdigheid) in ons college aan de orde te stellen. De wijkraden hebben zich gebogen over hun samenstelling. Voor de bedrijfsvoering heeft dat geen gevolgen gehad. De beschikbaarheid van flexibele budgetten voor de wijken is in 2006 sterk ontwikkeld. De gemeente werkt al langere tijd aan mogelijkheden om snel in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de wijk, zonder daarvoor op een nieuwe begroting, en dus op een nieuw kalenderjaar te hoeven wachten. Rond de jaarwisseling van 2005 op 2006 is onderzocht welke flexibele budgetten er zijn en hoe de werking daarvan verbeterd kan worden. Als gevolg daarvan zijn enkele flexibele budgetten samengevoegd in het leefbaarheidsbudget. Het college heeft daartoe in zijn programma
een grote stimulans gegeven door als eerste punt op te nemen dat de leefbaarheidsbudgetten vergroot worden tot 1 miljoen euro per wijk.
198
Specifiek: Samenvoeging wijkbureaus In de aanloop naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), die op 1 januari 2007 van kracht werd, is hard
gewerkt om de balies van de wijkbureaus in stelling te brengen voor de uitvoering van de WMO. Om de efficiëntie te vergroten zijn de balies van een aantal wijkbureaus verplaatst en samengevoegd met die van andere organisaties. De balies van wijkbureau Binnenstad en het ICU zijn samengevoegd en ondergebracht op de begane grond van de
• Neudeflat. • De balie van wijkbureau West is omgevormd tot een gemeenschappelijke balie van Mitros, Portes, Aveant,
AxionContinugroep, Gezondheidscentrum Lombok en Wijkbureau West. De balie van al deze organisaties is ondergebracht in het Gezondheidscentrum Lombok aan de J.P. Coenhof in Lombok.
• Per 1 september 2006 werken het Informatiepunt van welzijnsorganisatie Cumulus in buurthuis De Boog en de
balie van het gemeentelijk Wijkbureau Overvecht samen in het Wijkinformatiepunt Overvecht in de bibliotheek aan de Gloriantdreef.
• De voor 2006 aangekondigde samenvoeging van de (backoffices van) van de wijkbureaus Noordoost en Oost met
de bibliotheekvestiging in Noordoost, de achterblijvende depotfunctie van het archief en een welzijnsorganisatie in het gebouw van het archief aan de Alexander Numankade is nu voorzien voor 2007. De betrokken organisaties zullen hun loketfuncties daar in belangrijke mate kunnen combineren. In Oost kan in dat geval een
wijkinformatiepunt worden ingericht in het zorginformatiepunt dat tengevolge van de WMO ook in die wijk tot stand moet worden gebracht.
199
3.5 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Dit zijn onder andere gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen die een publiek belang behartigen en waarvan de aandelen geheel of gedeeltelijk in het bezit van de gemeente zijn. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een of meer zetels in het bestuur van de participatie en/of het hebben van stemrecht. Financieel belang is er wanneer de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. De belangrijkste verbonden partijen van de gemeente in 2006 komen hierna aan de orde. Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Doel: Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel een doelmatige en uit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen. Betrokkenen: Alle gemeenten binnen de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De bestuursorganen van het openbaar lichaam zijn het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden door en uit de provinciale staten, twee leden door en uit de gemeenteraad van Utrecht (daaronder begrepen de voorzitter van de gemeenteraad), één vertegenwoordiger per
deelnemende gemeente (met uitzondering van de stad Utrecht) door en uit de gemeenteraden, de voorzitter van de gemeenteraad daaronder begrepen. Financieel belang: De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de verwerking van diverse afvalstromen. De kosten worden op basis van de werkelijke aangeboden gewichten bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht samen met een opslag voor de apparaatskosten. Voor 2006 is op basis van de begroting 15.379.604 euro bij de gemeente Utrecht in rekening gebracht. Doordat de AVU geen weerstandsvermogen heeft is de aansprakelijkheid van de gemeente Utrecht echter in theorie niet gelimiteerd. Ontwikkeling: De AVU ontwikkelt voortdurend initiatieven om aan haar doelstellingen te voldoen. Daarnaast worden steeds meer kleine deelstromen door de AVU in raamcontracten ondergebracht. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Doel: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Betrokkenen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). Doelstelling: BNG keert dividend uit en levert daarmee een bijdrage aan de Algemene middelen.
Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang: De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente Utrecht bezit 763.074 aandelen van 2,50 euro per aandeel (1,38% van het totaal). Ieder jaar wordt door de bank een dividend uitgekeerd dat gefixeerd is op 43% van de netto winst. Gegevens over het vermogen en winst van de bank Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Netto winst
1 januari 2005
2.680
85.901
299 (2004)
31 december 2005
3.145
88.526
311 (2005)
Bedragen zijn in miljoenen euro’s.
201
Ontwikkeling: Het werkelijke resultaat voor 2006 is pas in mei 2007 bekend. In 2006 is een extra dividenduitkering van 6,9 miljoen ontvangen. Bestuur Regio Utrecht (BRU)
Doel: Het BRU vervult een sleutelrol bij de niet-vrijblijvende aanpak van de grootstedelijke problematiek. De taakuitoefening in het fysieke verstedelijkingsproces heeft vooral plaats op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, milieu en de ruimtelijke integratie daarvan. Betrokkenen: Bunnik, De Bilt, Houten, Maarssen, Nieuwegein, Utrecht, Vianen, IJsselstein, Zeist. Bestuur: Alle BRU-gemeenten zijn vertegenwoordigd in het dagelijks en algemeen bestuur. Het algemeen bestuur telt 36 zetels, waarvan tien voor de gemeente Utrecht. Het dagelijks bestuur telt elf zetels, waarvan twee voor Utrecht. De burgemeester van Utrecht is voorzitter van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur. Financieel belang: De Utrechtse bijdrage per inwoner over 2006 bedroeg 2,62 euro. Daarnaast werd per wooneenheid 1,83 euro betaald. Voorts beschikt het stadsgewest over rijksbudgetten voor de uitoefening van bepaalde zogenoemde Kaderwet-/Wgr-taken. Het BRU brengt voor de doorsluizing ervan de leden een procentuele bijdrage voor technische
assistentie in rekening. De BRU begroting telt een ‘totaal generaal’ van ruim 109 miljoen euro. Ontwikkeling: De samenwerking in BRU-verband is per 1 januari 2006 gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Het BRU is één van de zeven zogenoemde Wgr-plus regio’s. Het Utrechts Archief (HUA) Doel: Het in goede en geordende staat acquireren, bewaren, beheren en ter beschikking stellen van archieven voor de provincie en de gemeente Utrecht. HUA fungeert als historisch informatiecentrum voor de geschiedenis van de stad en provincie Utrecht.
Betrokkenen: De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en het gemeentebestuur van Utrecht. Bestuurlijk belang: Het bestuur van HUA bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. De gemeente wijst drie leden van het algemeen bestuur aan, waaronder in ieder geval het lid van ons College belast met de portefeuille archiefzaken. Dit is in het huidige College de burgemeester. Drie leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OC&W). De voorzitter van het algemeen bestuur is het lid van ons College dat belast is met de portefeuille archiefzaken, thans de burgemeester. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van het algemeen bestuur en drie andere leden uit en door het algemeen bestuur aan te wijzen, en wel zodanig dat het Rijk en de gemeente in het dagelijks bestuur gelijkelijk zijn vertegenwoordigd.
Financieel belang: Alle uit deze gemeenschappelijke regeling voortvloeiende kosten worden onder aftrek van inkomsten paritair door het bestuur van de gemeente en de minister gedragen. De gemeentelijke bijdrage 2006 was 3.041.465 euro. Ontwikkeling: In het nieuwe archiefbeleid, dat zowel door het Rijk als door de gemeente onderschreven wordt, wordt veel aandacht besteed aan de publieksactiviteiten, niet alleen voor de bestaande publieksgroepen maar ook voor nieuw nog aan te trekken publiek. Dat zal zijn weg via de elektronische snelweg naar de informatie moeten vinden. HUA vervult een voortrekkersrol in het tot stand brengen van strategische samenwerking tussen verwante instellingen en realiseert in samenwerking daarmee een gevarieerd en doelgroep gericht aanbod voor cultuurhistorische beleving.
Daarnaast wordt meer dan in het verleden aandacht besteed aan exposities, ontvangsten, lezingen, rondleidingen, etcetara en moet het archief beter ingebed worden in het culturele leven van de stad en van de provincie. Daarom gaan de (nieuwe) publieksactiviteiten van HUA naar de binnenstad verhuizen (in de loop van 2007). In het gebouw van de oude rechtbank zal in de komende maanden ongeveer 1.700 m2 ontwikkeld worden voor HUA. Het gebouw aan de Alexander Numankade zal ook in gebruik blijven (vooral voor de beheersactiviteiten en voor raadpleging originelen) en zal in de loop van 2007 gerenoveerd worden. Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (IZA) Nederland heeft met ingang van 1 januari 2006 een nieuw ziektekostenstelsel. Als gevolg daarvan is de IZA regeling met ingang van deze datum opgeheven en is een periode ingegaan, waarin de lopende rechten en plichten moeten
worden afgehandeld. Deze periode zal naar schatting drie jaar duren. In deze periode wil het algemeen bestuur van IZA Nederland als ‘goed fondsbeheerder’ er voor zorgen dat de reserves van IZA Nederland risicoloos worden ingezet voor het doel waarvoor deze zijn opgebracht, namelijk de ziektekostenvoorziening van de betrokken ambtenaren. In dat kader stelt IZA deze middelen via VGZ-IZA aan IZA Zorgverzekeraar nv ter beschikking, waardoor deze laatste net als andere zorgverzekeraars kan voldoen aan de solvabiliteitseisen van De Nederlandsche Bank.
202
Recreatieschap Stichtse Groenlanden Doel: De gemeente concentreert vanaf 2004 de bestuurlijke aandacht voor het buitengebied op het werkgebied van het recreatieschap Stichtse Groenlanden. Hierbinnen ligt het grootste en directe recreatieve belang voor de inwoners van
de stad. Ook vindt de groei van de stad (Leidsche Rijn) met name plaats grenzend aan en deels in het werkgebied van dit schap. Met de groei van dit nieuwe stadsdeel hangt een toenemende behoefde aan recreatie voorzieningen samen. Betrokkenen: Gemeentebesturen van Utrecht, Nieuwegein, Maarssen, Woerden, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt en Provinciale Utrecht. Bestuurlijk belang: De gemeenten wijzen elk twee leden van het algemeen bestuur aan. Ten minste één van deze leden dienst lid te zijn van het college van burgemeester en wethouders. Ook de provincie wijst twee leden van het algemeen bestuur aan, waarvan er één lid dient te zijn van het college van gedeputeerde staten. Elk lid heeft een stem. Het algemeen bestuur benoemt uit haar midden de leden van het dagelijks bestuur. Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Utrecht bedraagt 31,52% van het exploitatietekort, zijnde 714.904 euro in 2006.
Veiligheidsregio Utrecht Doel: De Veiligheidsregio Utrecht heeft ten doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen ter bevordering en waarborging van de voorbereiding op rampen en crises, op een gelijkwaardig kwaliteitsniveau. De Veiligheidsregio voert de regionale taken uit als bedoeld in artikel 4 van de Brandweerwet 1985, artikel 4 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en artikel 5 van de Wet rampen en zware ongevallen. De Veiligheidsregio Utrecht zorgt voor samenhangend beleid, bevordert de voorbereiding van gemeenten op
grootschalige ongevallen, bevordert de afstemming van crisisbeheersingsplannen en adviseert de gemeenten over objecten waarvoor een specifiek rampenbestrijdingsplan zou moeten worden gemaakt. De Veiligheidsregio ondersteunt gemeenten bij de daadwerkelijke uitvoering, ook ten tijde van een calamiteit. Verder houdt de Veiligheidsregio de gemeenschappelijke meldkamervoorziening in stand, bestaande uit de regionale brandweeralarmcentrale, de centrale post ambulancevervoer en de meldkamer van de Politie Utrecht. Betrokkenen: Naast Utrecht 28 omliggende gemeenten. De Politie Utrecht is aan de Veiligheidsregio verbonden door een convenant. Bestuurlijk belang: De Veiligheidsregio is tot stand gebracht door middel van een gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Het algemeen bestuur neemt
besluiten met een gewone meerderheid van stemmen. Utrecht heeft in het algemeen bestuur negen stemmen, dat is 13% van het totaal aantal. De regeling bepaalt dat de burgemeester van Utrecht voorzitter is van het algemeen bestuur. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur. Financieel belang: Het bedrag per inwoner bedraagt over 2006 6,02 euro exclusief BTW, dat is in totaal circa 1,7
miljoen euro exclusief BTW. Het deel van deze bijdrage dat bestemd is voor de regionale brandweer en voor het Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing loopt via het programma openbare orde en (wijk)veiligheid. De bijdrage aan de GHOR loopt via het programma Volksgezondheid. Samenwerkingsverband Randstad
Doel: Komen tot een evenwichtige en gezamenlijke ontwikkeling van de Randstad tot een concurrerende metropool in Europa, waar de leefomgeving voldoende kwaliteit biedt voor de inwoners en bedrijven. Uitgangspunt hierbij is de realisatie van één samenhangend stedelijk netwerk met een blauw/groen hart. Het bestuur, ondersteund door een bureau, behartigt de gezamenlijke belangen van de randstadoverheden en de Randstad als geheel, coördineert de afstemming van toekomstplannen en is, via de Bestuurlijke Commissie Randstad, gesprekspartner van het Kabinet. Betrokkenen: Regio Randstad is een gemeenschappelijke regeling (gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen) van twaalf overheden: de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, de provincies Noorden Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland en vier Wgr-plus regio’s, waaronder het Bestuur Regio Utrecht. Het bestuur van Regio Randstad voert geregeld overleg met het kabinet in de Bestuurlijke Commissie Randstad (BCR).
Bestuurlijk Belang: Het bestuur telt twaalf leden, waarvan één uit de gemeente Utrecht. Financieel belang: De Utrechtse bijdrage in 2006 was 43.109 euro en is gerelateerd aan de uitkering uit het Gemeentefonds. Ontwikkeling: De toekomst van Regio Randstad is onzeker. Naar aanleiding van een kritische evaluatie van het functioneren van Regio Randstad is per 2006 een bezuiniging van 30% doorgevoerd op de begroting. De toekomstige positie en taak van Regio Randstad is mede afhankelijk van ontwikkelingen in het middenbestuur. Deze zijn in een stroomversnelling geraakt door het initiatief van de zogenoemde Holland 8 (de burgemeesters van de vier grote steden 203
en de Commissarissen der Koningin van de Randstadprovincies) om een ‘Randstadautoriteit’ te vormen, een soort Randstadprovincie. NV GVU
De gemeente heeft per ultimo 2006 haar aandelenbelang van 100% in de vennootschap voor een bedrag van 29 miljoen euro verkocht. Bij die gelegenheid zijn tevens alle voorheen tussen de gemeente en de vennootschap bestaande financiële en bestuurlijke relaties beëindigd. Het eerder gestorte nominale aandelen kapitaal van ruim 5 miljoen euro is met de verkoopopbrengst verrekend. Na aftrek van de kosten zal het overschot via de normale begrotingscyclus worden verantwoord. Over het jaar 2006 is nog een dividend ontvangen ter hoogte van 300.000 euro. Muziekcentrum Vredenburg bv Doel: Het beheer en de exploitatie van onroerende goederen, in de meest uitgebreide zin des woords, omvattende het complex muziekcentrum, gelegen aan het Vredenburg te Utrecht (Statutenwijziging Muziekcentrum Vredenburg bv van 23 augustus 1978).
Betrokkenen: Gemeente Utrecht is enig eigenaar van de bv Bestuurlijk belang: De gemeenteraad is houder van alle aandelen (100%). De gemeenteraad laat zich in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigen door de wethouder Financiën. Het college van b. en w. fungeert als directie van de bv Wethouder Grondzaken is door de directie aangewezen als eerstverantwoordelijk directeur van de bv Financieel belang: Volledig eigenaar van Muziekcentrum Vredenburg bv Dit omvat een 87% belang in de Vereniging van eigenaren Muziekcentrum Vredenburg met medeparticipant - voor 13% - ABP thans Cório Nederland bv Muziekcentrum Vredenburg bv beschikt over een bedrijfsreserve.
Ontwikkeling: Het complex Muziekcentrum zal ter versterking van de culturele functie ingrijpend worden verbouwd en vergroot tot een stedelijk Muziekpaleis, op ongeveer de huidige locatie aan het Vredenburg (onderdeel
referendumkeuze 2002). De projectorganisatie POS werkt het plan uit in een masterplan. Thans is het DO afgerond en vastgesteld door de betrokken partijen. Daarnaast is de kredietaanvraag goedgekeurd door de Raad. De huurovereenkomst met de Dienst Muziekcentrum Vredenburg wordt per 1 juli 2007 ontbonden. In vervolg op de huurontbinding wordt medio 2007 met de sloop van een gedeelte van het Muziekcentrum begonnen. Naar verwachting zal begin 2008 met de bouw van het nieuwe Muziekpaleis begonnen kunnen worden. Medio 2007 wordt Appartementrecht II van Corio door de gemeente aangekocht. Aangezien de gemeente na aankoop van Appartementsrecht II volledig eigenaar van het complex is, heeft Muziekcentrum Vredenburg bv hierin geen rol meer. Onderzocht moet worden of een voortbestaan van de bv alsdan wenselijk is.
NV Pegus NV Pegus is ultimo 2006 geliquideerd. Het liquidatiesaldo van circa 1,5 miljoen euro is aan beide aandeelhouders, de provincie en de gemeente Utrecht, op basis van 50%-50% uitgekeerd en zal via de normale begrotingscyclus worden verantwoord. NV REMU-houdster Doel: Het houden van aandelen in REMU nv (inmiddels verkocht aan Eneco). Betrokkenen: De gemeenten Utrecht en Amersfoort, alsmede de provincie Utrecht.
Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De gemeente Utrecht heeft voor 47,5% een belang in de vennootschap. Ontwikkeling: De vennootschap heeft met de verkoop van de aandelen in REMU nv geen bestaansrecht meer en zal
naar verwachting worden geliquideerd. Een aantal garanties moet evenwel nog worden afgewikkeld. Afhankelijk van de ontwikkelingen rondom deze garanties kan de gemeente in de toekomst nog een liquidatie-uitkering ontvangen van maximaal circa 80 miljoen euro. Ten slotte kan aan de gemeente Utrecht nog een nabetaling plaatsvinden van naar verwachting circa 60 miljoen euro, als Eneco zich vóór 1 januari 2010 verder privatiseert. In het jaar 2006 is geen vooruitgang geboekt in het afwikkelen van de nog lopende garanties. Enerzijds, omdat partijen het over een aantal claims niet met elkaar eens zijn. Anderzijds, omdat een binnen Eneco lopend fiscaal onderzoek nog niet is afgerond. NV GCN-houdster Doel: Het houden van aandelen in REMU nv (inmiddels verkocht aan Eneco). Betrokkenen: Een 25-tal Utrechtse gemeenten. 204
Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De gemeente Utrecht heeft voor circa 3% een belang in de vennootschap. Ontwikkeling: De vennootschap heeft met de verkoop van de aandelen in REMU nv geen bestaansrecht meer en zal
naar verwachting worden geliquideerd. Een aantal garanties moet evenwel nog worden afgewikkeld. Afhankelijk van de ontwikkelingen rondom deze garanties kan de gemeente in de toekomst nog een liquidatie-uitkering ontvangen van maximaal circa 2,3 miljoen euro. Ten slotte kan aan de gemeente Utrecht nog een nabetaling plaatsvinden van naar verwachting circa 1,8 miljoen euro, als Eneco zich vóór 1 januari 2010 verder privatiseert. In het jaar 2006 is geen vooruitgang geboekt in het afwikkelen van de nog lopende garanties. Enerzijds, omdat partijen het over een aantal claims niet met elkaar eens zijn. Anderzijds, omdat een binnen Eneco lopend fiscaal onderzoek nog niet is afgerond. NV Stadsschouwburg (in liquidatie) De nv is in 2006 geliquideerd en vereffend. Er waren geen liquidatie overschotten. NV Vitens (voorheen nv Hydron Midden Nederland) Doel: Het maken en verkopen van drinkwater. Betrokkenen: Alle Utrechtse gemeenten, alsmede de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De aandeelhouders van nv Hydron Midden Nederland, waaronder de gemeente Utrecht, hebben in 2006 besloten een aandelenfusie aan te gaan met nv Vitens. De gemeente Utrecht heeft ter gelegenheid daarvan haar bestaande 18% belang in nv Hydron Midden Nederland omgezet in een huidig 4% belang in nv Vitens. Ter gelegenheid van deze aandelenfusie heeft de gemeente Utrecht een vergoeding voor de meerwaarde van haar aandelen ontvangen ter grootte van 3,7 miljoen euro door middel van een achtergestelde lening. Er is inmiddels voor gekozen om het
bedrag in een keer te laten uitkeren (2007). Dit bedrag zal via de normale begrotingscyclus worden verantwoord. Ter gelegenheid van de fusie is afgesproken, dat de aandeelhouders van nv Vitens met ingang van 1 januari 2010 een jaarlijkse dividenduitkering zullen ontvangen, gebaseerd op een redelijk rendement over het in de vennootschap werkzame eigen vermogen. Ontwikkeling: Nu er opschaling heeft plaatsgevonden is er discussie ontstaan over de hoogte van het dividend. Over de hoogte van het dividend zal een aandeelhoudersvergadering plaatsvinden op 4 juni 2007. UW-Holding bv Doel: De uitvoering van taken op het gebied van gesubsidieerde arbeid (voorheen sociale werkvoorziening) Betrokkenen: Gemeente Utrecht
Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht is voor 100% aandeelhouder van de vennootschap en benoemt één lid van de Raad van Commissarissen. Financieel belang: De gemeente Utrecht heeft voor een bedrag van in totaal circa 8 miljoen euro diverse geldleningen en/of garanties verstrekt. Voorts staat de gemeente garant voor alle kosten van in dienst genomen personeel uit de betreffende doelgroep. Ontwikkeling: De resultaatverwachting voor 2007 en verder is negatief. UW Holding en de gemeente Utrecht werken aan maatregelen die moeten leiden tot een sluitende exploitatie. GEM Vleuterweide Beheer bv Doel: Het ontwikkelen van de VINEX-locatie Vleuterweide ten behoeve van de realisatie van 6000 woningen, voorzieningen, kantoren en bedrijfsbestemmingen als Beherend Vennoot van de GEM Vleuterweide C.V. Betrokkenen: De gemeente Utrecht, AMVEST Woningen A-BV, Fortis Investments Vastgoed Ontwikkeling nv, Amstelland Ontwikkeling Wonen bv en Ballast Ontwikkelingsmaatschappij bv Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht is voor 50% aandeelhouder van de GEM Vleuterweide Beheer bv Financieel belang: Het financiële belang in de GEM Vleuterweide Beheer bv is bijna 10.000 euro. Ontwikkeling: Eind 2002 is gestart met de bouw van de eerste woningen. In de periode tussen 2003 en 2010 zullen circa 6.200 woningen worden opgeleverd, 5.000 m² bedrijfsvloeroppervlak (bvo) kantoren, een winkelcentrum van
13.500 m² bvo, een bedrijventerrein van 58.300 m² en circa 67.000 m² bvo niet-commerciële voorzieningen (scholen, zorgvoorzieningen, kinderdagverblijven). GEM Vleuterweide cv 205
Doel: Het verkrijgen van de voor de ontwikkeling van de VINEX-locatie Vleuterweide benodigde gronden, het bouw- en woonrijpmaken van de gronden en het vervreemden van de bouwrijp gemaakte kavels ten behoeve van de realisatie van 6.000 woningen en voorzieningen.
Betrokkenen: De Vleuten-De Meern Zelfstandig bv als Commandiet Gemeente, Terra Landelijke Eigendommen bv als Commandiet Amvest, Woodpecker Investments bv als Commandiet Fortis/Amev, Amstelland deelnemingen Grondbedrijf bv als Commandiet Amstelland, Ballast Nedam Vleuterweide bv als Commandiet Ballast Nedam, GEM Vleuterweide Beheer bv Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht is voor 48% eigenaar van het kapitaal in de GEM Vleuterweide C.V. Financieel belang: Het financieel belang van de gemeente in de GEM Vleuterweide C.V. is 1.743.000 euro. Ontwikkeling: Eind 2002 is gestart met de bouw van de eerste woningen. In de periode tussen 2003 en 2010 zullen circa 6.200 woningen worden opgeleverd, 5.000 m² bedrijfsvloeroppervlak (bvo) kantoren, een winkelcentrum van 13.500 m² bvo, een bedrijventerrein van 58.300 m² en circa 67.000 m² bvo niet-commerciële voorzieningen (scholen, zorgvoorzieningen, kinderdagverblijven).
206
3.6 Grondbeleid Doel van het grondbeleid Eind 2006 heeft de Raad de Nota Grondbeleid vastgesteld. De hoofddoelstelling van het Utrechtse grondbeleid is “direct en indirect met inzet van financiële en juridische grondbeleidsinstrumenten bijdragen aan een evenwichtige en duurzame kwalitatieve en kwantitatieve ruimtelijke functionele ontwikkeling van Utrecht”. Daarbij kan het grondbeleid zowel sturend (direct) als volgend (indirect) zijn. Sturend omdat het grondbeleid kaders stelt aan de wijze waarop
grondbeleidsinstrumenten worden ingezet. Volgend omdat via het grondbeleid instrumenten op samenhangende wijze worden ingezet alsmede wordt bepaald welke kostensoorten onderdeel uitmaken van een grondexploitatie, teneinde beleid van ruimtelijke ordening, wonen, economie en werk, milieu, maatschappelijke ontwikkeling, verkeer en vervoer, enzovoorts, te kunnen realiseren. Grondbeleid heeft een volgend, dienend karakter voor het realiseren van doelstellingen van andere beleidsvelden. Het grondbeleid richt zich op de grondmarkt, waar de grond, die nodig is om de inhoudelijke doelstellingen te realiseren en die ruimtelijk is bestemd, wordt gekocht, geëxploiteerd, ontwikkeld en verkocht.
De inzet van de vormen van grondbeleid en grondbeleidsinstrumenten is gericht op het binnen de gestelde doelen van ruimtelijke ordening en beleidssectoren realiseren van de gewenste verandering van het grondgebruik voor verschillende functies: met de gewenste (ruimtelijke) kwaliteit en kwantiteit van het grondgebruik (stedenbouwkundig programma)
• • tegen een verantwoorde kosten-kwaliteitverhouding van het grondgebruik • op de gewenste tijd en plaats • op een efficiënte wijze • met een financieel-economisch rendement Aanpak
De gemeente Utrecht kiest waar mogelijk voor een actief grondbeleid. Bij actief grondbeleid verwerft de gemeente de
grond, ontwikkelt deze en geeft deze vervolgens uit in erfpacht. De gemeente voert actief grondbeleid als een of meerdere van de hierna genoemde criteria op een locatie van toepassing zijn: een sterke gemeentelijke regie is noodzakelijk en mogelijk voor het bereiken van publieke doelen.
• • de gemeente heeft een dominante grondpositie of kan dit bereiken • de locatie is van bijzondere strategische betekenis voor het realiseren van gemeentelijke beleidsdoelstellingen • de locatie beschikt over winstpotentie
Het criterium winstpotentie is belangrijk omdat het kunnen continueren van een actieve grondpolitiek alleen mogelijk is als ook de financiële continuïteit gewaarborgd blijft. Locaties die vanwege maatschappelijke doelen of strategisch belang gerealiseerd worden, maar in de grondexploitatie een tekort vertonen, moeten gecompenseerd kunnen worden door winstgevende ontwikkelingen elders dan wel door de inzet van andere financiële middelen, bijvoorbeeld subsidies. Verevening met winst uit andere grondexploitaties kan alleen als deze tegelijk worden vastgesteld. Dit gebeurt tegen de achtergrond van het vigerende Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) en de daarin opgenomen stand van de reserve grondexploitaties.
Utrecht heeft te maken met vier grootschalige gebiedsontwikkelingen, zijnde: de bouw van het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn (circa 30.000 woningen, 720.000 m2 kantoor, 133 hectare
• bedrijventerrein, compleet pakket voorzieningen en infrastructuur); • reconstructie, uitbreiding en vernieuwing van het Stationsgebied; • herstructurering van naoorlogse wijken (sloop/nieuwbouw van circa 9.500 woningen, verdichting en
functiewijziging van circa 5.000 woningen, voorzieningen zoals forumscholen, welzijn- en sportaccommodaties,
opknappen winkelcentra etc);
207
• het optimaliseren van de ruimtelijke mogelijkheden van het bestaand stedelijk gebied vanuit het oogpunt van optimaal ruimtegebruik (functiewijzigingslocaties zoals Cereol, Parkhaven etc).
Nauw aan deze gebiedsontwikkelingen gerelateerd is de aanpassing van de hoofdinfrastructuur. Dit alles moet uiteindelijk leiden tot een sterke(re) stad. Het betreft hier een tijdshorizon van circa vijftien jaar. De ontwikkelingen
binnen Leidsche Rijn, Stationsgebied en het optimaliseren van bestaand stedelijk gebied worden hieronder separaat toegelicht. A. Leidsche Rijn Het Projectbureau stuurt op de leveringen van bouwrijpe kavels. Eind 2006 waren er 2.538 woningen in aanbouw. Het aantal woningen past binnen de meerjarige productie van 2.000 á 2.500 per jaar. Voor kantoren zijn 6.500 m2 bvo uitgegeven en voor bedrijven zijn 59.063 m2 bvo uitgegeven. In de programmabegroting 2006 zijn productiekengetallen benoemd op het gebied van woningbouw, kantoren en bedrijventerreinen.
Prestatiegebied Woningbouw
Begroting
Werkelijk
2006
2006
Verschil
2.302
2.310
8
Kantoren (in m2 BVO)
24.000
6.500
-17.500
Bedrijventerreinen (in m2)
72.627
59.063
-13.564
De woningbouw is nagenoeg conform verwachting verlopen. Het achterblijven van de productie ten aanzien van kantoren en bedrijven wordt verklaard door het verschuiven van een deel van de productie naar 2007. Financiële resultaten Leidsche Rijn 2006 De totale investeringen 2006 vanuit de grondexploitatie Leidsche Rijn bedroegen werkelijk 157,4 miljoen euro, ten opzichte van 181,3 miljoen euro. begroot. De opbrengsten over 2006 bedroegen werkelijk 182,2 miljoen euro, ten opzichte van 181,3 miljoen euro begroot. Het saldo van de grondexploitatie bedraagt per 31 december 2006 48,6 miljoen euro negatief, tegenover 53,7 miljoen euro negatief per 31 december 2005. De verbetering van het saldo is het gevolg van faseringsvoordelen binnen de infrastructurele projecten en beter uitgiftevoorwaarden in het project Papendorp. Daarnaast is de bijdrage van 5,685 miljoen euro voor Leidsche Rijn park uit de programmabegroting 2007 in het saldo verwerkt Verder zijn er nadelige faseringseffecten op de te ontvangen BLS bedragen.
Voornaamste risico´s binnen het plangebied bevinden zich op het gebied van markteffecten binnen commercieel programma en woningbouwprogramma, invloed van rente en inflatieontwikkelingen en afspraken met derden. Voor een gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar de Bestuursrapportage Leidsche Rijn per 1 juli 2006. B. Stationsgebied Visie op grondbeleid Voor het Stationsgebied is een aparte grondexploitatie opgesteld, het onderdeel OV-Terminal is niet in de
grondexploitatie opgenomen. Hiervoor is een bijdrage opgenomen in de gemeentelijke begroting. Het grondgebied is grotendeels in handen van de drie belangrijkste private partners, Corio (erfpacht), Jaarbeurs (erfpacht en eigendom) en NS-Vastgoed (eigendom). Daarnaast is de Gemeente Utrecht eigenaar van het openbaar gebied. De in het Masterplan voorgenomen veranderingen zullen voor een groot deel plaatsvinden op eigendommen van genoemde partijen. Een deel van het nieuwe vastgoedprogramma is gepland op gemeentegrond (onder andere Jaarbeursplein) De samenwerking tussen de afzonderlijke partners en de gemeente ligt verankerd in de in maart 2006 ondertekende Bilaterale Ontwikkel Overeenkomsten (BOO’s). Daarnaast is in 2006 de projectovereenkomst tussen Prorail en de Gemeente opgesteld. Ondertekening volgt in 2007. Wijze van uitvoering grondbeleid
208
De complexe opgave voor het Stationsgebied kan niet worden gerealiseerd zonder medewerking van de private partners en het Rijk. Dit geldt ook andersom. Partijen zijn tot elkaar veroordeeld. Afgesproken is dat de gemeente de regie heeft . De gemeente heeft dus een actieve (eigen ontwikkelingen), een faciliterende en een regisserende rol. De
gemeente stuurt door middel van zogenoemde Bilaterale Overeenkomsten (BOO’s) en publiekrechtelijke instrumenten, zoals structuurplan, artikel 19 procedures, bouwplanvergunningen en andere vergunningen. In maart 2006 zijn BOO’s ondertekend met de Jaarbeurs, Corio en NSV. In 2007 zullen projectovereenkomsten en erfpachtcontracten volgen. Dit is later dan aanvankelijk in het jaarplan was voorzien. De onderhandelingen en de besluitvorming daarover vergden meer tijd dan was voorzien. In 2006 is vervolgens wel een projectrealisatieovereenkomst gesloten met Prorail over de samenwerking bij de realisatie van de OV-Terminal. In de overeenkomsten zijn afdwingbare afspraken gemaakt over risicoverdeling, rollen, programma, geldafdrachten, fasering, etcetera. Er zijn afspraken gemaakt met het Ontwikkelingsbedrijf over het herzien van ruim tien erfpachtcontracten. Deze herziening op onderdelen is noodzakelijk om de herontwikkeling mogelijk te maken en om de complexiteit te reduceren. Actuele grondexploitatie De actuele grondexploitatie van fase 1 is opgenomen in de Berap 2006 van het stationsgebied. Bij behandeling van de begroting in de Raad van november 2006 is de geactualiseerde grondexploitatie van het Stationsgebied vastgesteld. Het actuele beeld voor fase 1 ziet er als volgt uit: Totale kosten
309,5
Totale opbrengsten
227,3
Optimalisatie taakstelling
12,2
Saldo te dekken
70,0
Bijdrage gemeente
70,0
Saldo grex (nominaal)
0
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
Bron: Bestuursrapportage Stationsgebied september 2006, pag. 11 In het bovenstaande saldo zijn geen rente- en inflatie-invloeden meegenomen. Een doorrekening van het plan in de tijd laat een marginaal effect zien. Door met de cashflow te sturen op de nullijn worden de effecten geminimaliseerd. In de financiële analyse is een optimalisatie taakstelling opgenomen van 12,2 miljoen euro om uit te komen op een budgettair neutrale ontwikkeling, en/of een grondexploitatiesaldo van 0,00 euro. Voor het oplossen van het tekort is in de bestuursrapportage de nadruk gelegd op aanvullende financiering van de Rijksoverheid voor de herinrichting van de Graadt van Roggenweg. Bij de voorjaarsnota 2007 rapporteren wij hierover.
De vastgestelde grondexploitatie geldt in het verdere proces als toetskader zowel bij de onderhandelingen over de resterende BOO en BPO’s (Bilaterale Projectovereenkomsten) als wel bij het uitwerken van het ontwerp van het openbaar gebied. De complexiteit van het gebied en de veranderopgave is groot. Dit geldt voor de bovengrondse ontwikkelingen met sterke verwevenheid van (particuliere) eigendommen en infrastructuur. Ook de ondergrondse infrastructuur (kabels en leidingen, archeologie, ondertunneling, etcetara.) staat voor een zeer complexe opgave. Voor de opbrengsten is gebruik gemaakt van de actuele onderhandelingsinzichten met de BOO’s. De financiële onderhandelingen gaan uit van de residuele methode voor het bepalen van de grondafdrachten. In de opbrengsten is de NSP subsidie van het Rijk verwerkt op basis van de recent ontvangen subsidiebeschikking (30 november 2006). C. Optimaliseren van bestaand stedelijk gebied Onder het optimaliseren van bestaand stedelijk gebied vallen alle grondexploitatieprojecten van de gemeente Utrecht, exclusief die voor Leidsche Rijn en Stationsgebied. In de onderstaande tabel is de productie 2006 per wijk weergegeven (alleen de wijken waar productie is gerealiseerd zijn hierbij genoemd). Voor de grondexploitatieprojecten is het gebruikelijk de productie te rapporteren op het moment van start bouw. Dit hangt samen met de uitgifte van bouwrijpe grond. 209
VleutenRealisatie 2006
West
Noordwest
Overvecht
Zuid
Zuidwest
De Meern
Totaal 224
Woningen (aantal)
81
37
12
0
92
2
Winkels/bedrijven (m²)
0
0
0
0
0
0
0
Kantoren (m²)
0
700
0
0
19.528
0
20.228
Bedrijventerreinen (m²)
0
0
4.922
2.311
0
39.303
46.536
Overig (m²)
0
116
0
0
0
0
116
Ten opzichte van de begroting laat de gerealiseerde productie het volgende beeld zien: Begroting
MPG
Realisatie
2006
2006
2006
868
204
224
540
240
0
71.513
61.218
46.536
27.000
45.785
20.228
2.400
1.116
116
Uitgifte van gronden en terreinen voor de bouw van:
• woningen (aantal) • winkels en horeca (m²) • bedrijven (m²) • kantoren (m²) • overig (m²)
De begrote uitgiftes 2006 zijn geactualiseerd in het MPG 2006. Ten opzichte van de verwachte productie uit het MPG 2006 is met name de uitgifte van bouwrijpe grond voor kantoren en bedrijven achtergebleven in de projecten Oudenrijn West en Floridadreef. Voor een nadere toelichting op de grondexploitaties per wijk wordt verwezen naar het MPG 2006. Financiële resultaten MPG-projecten 2006 Bij de jaarverantwoording over 2006 zijn de projecten Smaragdplein, Schaakwijk en Rijnsweerd Noord 2 afgesloten met een eindresultaat van respectievelijk 0,6 miljoen euro positief; 2,1 miljoen euro negatief en 6,5 miljoen euro positief. Voor het project Uitbreiding bedrijventerrein Overvecht is een tussentijdse resultaatneming gedaan (3,9 miljoen euro positief). De investeringen in de grondexploitatieprojecten bedroegen in 2006 circa 18,6 miljoen euro en de opbrengsten circa 36,7 miljoen euro. Instrumenten grondbeleid Instrumenten van dit actief grondbeleid zijn, naast vrijwillige verwerving, onder meer voorkeursrecht, onteigening, kostenverhaal en erfpacht. Verwerven (strategisch en anticiperend) Een onderdeel van het actief grondbeleid is het strategisch aankopen van vastgoed. De gemeente gaat dan in een
vroegtijdig stadium en anticiperend op nog formeel vast te stellen doelen, vastgoed aankopen. Hiermee wordt het mogelijk vastgoed in eigendom te krijgen op basis van de huidige bestemming en zonder waardestijging als gevolg van het bekend zijn van gemeentelijke ontwikkelingsplannen voor een bepaald gebied. Het doel van strategisch aankopen is om de uitvoering van gemeentelijke plannen op ruimtelijk gebied tijdig en financieel verantwoord mogelijk te maken. De strategische aankopen mogen plaatsvinden onder de volgende randvoorwaarden:
• iedere aankoop moet aantoonbaar bedrijfseconomisch verantwoord zijn; • het vastgoed moet nodig zijn voor de uitvoering van nog door de gemeenteraad vast te stellen beleid of er moet sprake zijn van een unieke aankoopkans.
Indien blijkt dat een strategisch verworven onroerend goed toch niet ingezet kan worden, wordt het teruggeplaatst in
de markt. Eventuele negatieve saldi worden afgedekt door een binnen de reserve grondexploitatie opgenomen reservering voor strategische verwervingen van 3 miljoen euro.
210
In 2006 zijn geen locaties met dit doel aangekocht. De boekwaarde van de strategische verwervingen bedraagt per 31 december 2006 ruim 24,9 miljoen euro. Wet voorkeursrechten gemeenten De Wet voorkeursrechten gemeenten verplicht grondeigenaren in stadsvernieuwingsgebied en op uitbreidingslocaties die hun grond willen verkopen, deze eerst aan de gemeente te koop aan te bieden, althans wanneer de gemeente een voorkeursrecht heeft gevestigd. De gemeente Utrecht heeft dit instrument in 2006 ingezet in Kern de Meern, Zijdebalen, As Kanaleneiland en Leidsche Rijn. Onteigeningswet Deze wet biedt de gemeente de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden eigenaren van grond (met opstal) te onteigenen, onder betaling van een schadeloosstelling. Voordat tot onteigening kan worden overgegaan moet eerst langs minnelijke weg getracht worden de grond (met opstal) te verwerven. De onteigeningsprocedure kent een administratieve fase, leidend tot een Koninklijk Besluit op de onteigening, en een gerechtelijke fase. Pas in de gerechtelijke fase wordt na het vonnis van de rechtbank (en met overige stappen) door inschrijving in het Kadaster de eigendom van de grond door de gemeente verkregen. Onteigeningsprocedures worden door de gemeente Utrecht gestart op basis van een bestemmingsplan of een bouwplan ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling en de volkshuisvesting. Tevens vindt onteigening ook plaats uitsluitend voor de aanleg van wegen en bruggen, etcetera. Als voorwaarden voor een onteigening geldt dat er steeds aantoonbaar sprake zijn moet zijn van een publiek belang, en van een noodzaak en urgentie tot onteigening. In 2006 is onteigening ingezet voor aanleg van de hoofdinfrastructuur Leidsche Rijn en voor de planontwikkeling van Het Zand en Vleuterweide in Leidsche Rijn. Daarnaast is dit instrument ook ingezet bij de laatste fase van Dichterswijk West. Kostenverhaal De gemeente Utrecht sluit in voorkomende gevallen overeenkomsten tot verhaal van kosten op basis van de Exploitatieverordening 1997 af. Als de gemeente in een aangewezen gebied voorzieningen van openbaar nut aanlegt, zoals wegen, bruggen, tunnels, stations, riolering, verlichting en plantsoenen, kunnen de kosten daarvan op de grondeigenaren verhaald worden. De kosten worden dan per m2 uitgeefbare grond doorberekend. Met de grondeigenaar wordt hiertoe een kostenverhaal overeenkomst afgesloten. Dergelijke overeenkomsten zijn in 2006 onder meer afgesloten voor de ontwikkelingen aan de Croeselaan en de Onyxweg. Erfpacht De gemeente geeft in principe haar gronden uit in erfpacht, dat wil zeggen dat het volledig gebruik (vol genot) van een onroerend goed, tegen een vergoeding aan de erfpachter ten goede komt. Dit kan betreffen een jaarlijks te betalen vergoeding (de canon), of een eenmalige vergoeding (de afkoopsom). De gemeente Utrecht geeft als vast beleid grond in erfpacht uit, zowel voor sociale woningbouw als voor andere bestemmingen. Dit gebeurt al decennia door middel van Algemene Voorwaarden. In 1989 zijn de Algemene Voorwaarden voor het laatst gewijzigd. De belangrijkste wijziging die toen is doorgevoerd, is dat de vergoeding voor het gebruik van de grond niet meer in de vorm van jaarlijkse betalingen geschiedt, maar in de vorm van een eenmalige afkoopsom, die gelijk is aan de marktwaarde van
de grond met de daarbij behorende bestemming.
Door een wijziging van het gebruik of de bestemming van de grond, bijvoorbeeld door sloop, of uitbreiding van gebouwen en nieuwbouw, kan een waardestijging van de grond ontstaan. Deze waardestijging, de zogenoemde meerwaarde, dient op basis van de erfpachtovereenkomst aan de gemeente (de erfverpachter) afgedragen te worden. Deze wijze van benadering van het erfpacht, namelijk het in rekening brengen van de meerwaarde bij herontwikkeling en/of bestemmingswijziging, maakt dat de erfpacht onderdeel is van het actieve grondbeleid van de gemeente. Er zijn in 2006 119 transacties verricht waarvan 103 in het kader van ‘De Utrechtse Opgave’. 211
Grondprijzenbrief De Grondprijzenbrief wordt jaarlijks opgesteld. Deze grondprijzenbrief moet worden gezien als een intern te hanteren
richtlijn voor ontwikkelingen op het gebied van vastgoed. In de grondprijzenbrief zijn de te hanteren (bandbreedtes) in grondprijzen voor de te onderscheiden marktsegmenten voor het jaar 2006 vastgesteld. De grondprijzen en normen zijn gebaseerd op trends, ervaringen en ontwikkelingen in de betreffende vastgoedmarkten. Reserve grondexploitaties Ten behoeve van de grondexploitaties binnen de gemeente Utrecht is een reserve gevormd. De totale omvang van de reserve grondexploitatie per 31 december 2006 bedraagt 73,5 miljoen euro. Deze is voor 22,1 miljoen euro opgenomen bij het OGU . Tevens is er op concernniveau nog een algemene reserve grondexploitatie van 51,4 miljoen euro beschikbaar. Binnen deze reserve zijn de volgende claims voor het opvangen van risico’s opgenomen: ontwikkeling Leidsche Rijn, 42,3 miljoen euro, gereserveerd voor risico’s binnen de grondexploitatie Leidsche Rijn;
• • ontwikkeling Stationsgebied, 9,1 miljoen euro, gereserveerd voor risico’s binnen de grondexploitatie Stationsgebied;
Uit de reserve grondexploitatie van het OGU, is in 2006 9,1 miljoen euro onttrokken voor het Centrumplan De Meern. Het restant blijft verder voor een substantieel deel beschikbaar voor de dekking van het mobiliteitsscenario, de strategische verwervingen en diverse overige claims. Een gedetailleerde opstelling is opgenomen in het MPG 2006. Voorziening grondexploitaties Als gevolg van de invoering BBV is er bij de totstandkoming van het Jaarverslag 2004 een voorziening grondexploitaties gevormd voor alle complexen met een negatieve verwachtingswaarde (grondexploitatiesaldo). Voor
de projecten Bestaande Stad is er per 31 december 2006 een voorziening van 22,1 miljoen euro opgenomen. Deze
voorziening is gebaseerd op een negatieve verwachtingswaarde voor 23 grondexploitatieprojecten binnen het MPG per 31 december 2006. Voor het complex Leidsche Rijn is een voorziening van 48,6 miljoen euro opgenomen (ter hoogte van het negatieve grondexploitatiesaldo per 31 december 2006). Deze voorziening is ten laste van de dienstreserve Leidsche Rijn gevormd. Voor het Stationsgebied is een voorziening van 51,3 miljoen euro beschikbaar. Deze voorziening is gevormd uit de gemeentelijke bijdrage aan het project van 70 miljoen euro. Het verschil tussen de 70 miljoen euro en de 51,3 miljoen euro betreft de gemaakte plankosten tot en met 2004 van 18,7 miljoen euro.
212
3.7 Lokale heffingen Deze paragraaf bevat onze verantwoording over de lokale heffingen in 2006. Uitgangspunt voor onze voornemens was de ‘nota lokale heffingen’, welke op 1 juni 2006 door de gemeenteraad is vastgesteld. In deze nota wordt uitgebreid ingegaan op de wettelijke kaders rond de verschillende heffingen en de beleidslijnen waarvoor in Utrecht gekozen is. Lokale heffingen bestaan uit belastingen (zie paragraaf 3.7.1) en retributies (zie paragraaf 3.7.2). De ontwikkelingen ten aanzien van lokale heffingen zijn onderwerp van paragraaf 3.7.3. In paragraaf 3.7.4 is de ‘lokale lastendruk’ weergegeven. Het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente Utrecht staat in paragraaf 3.7.5. Meer detailinformatie over de hoogte van de tarieven en de gerealiseerde inkomsten in 2006 is opgenomen in de bijlage ‘lokale heffingen en belastingen 2006’.
3.7.1 Belastingen De gemeente Utrecht heeft op dit moment vijf belastingen: de onroerendezaakbelasting;
• • de hondenbelasting; • de toeristenbelasting; • de precariobelasting; en • de parkeerbelastingen.
Kenmerkend aan belastingen is dat er geen direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Met andere woorden: de burger draagt bij aan de algemene kas van de gemeente, waaruit een gedeelte van de uitgaven worden betaald. Hieronder geven wij per belasting aan wat de tarieven waren in 2006 en welke belastingopbrengst wij daarmee hebben gerealiseerd. Onroerendezaakbelastingen (OZB) De onroerendezaakbelastingen zijn belastingen die worden geheven over binnen de gemeentegrenzen gelegen onroerende zaken (op basis van de WOZ-waarde). De tarieven en opbrengsten voor 2006 zijn opgenomen in onderstaande tabel. Onroerendezaakbelastingen
2006
Tarieven (per 2.500 euro waarde) Eigendom woningen
2,78
Gebruik niet-woningen
3,98
Eigendom niet-woningen
4,95
Opbrengst (exclusief kwijtschelding)
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
57.473 57.473 57.735
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. De meeropbrengst van 0,262 miljoen euro is met name terug te voeren op een grotere volumeontwikkeling en een hogere gemiddelde taxatiewaarde dan waar bij de begrotingsopstelling werd uitgegaan. 213
Hondenbelasting De hondenbelasting is een belasting die wordt geheven van de houder van één of meer honden. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2006 weergegeven. Hondenbelasting
2006
Tarieven Per hond Per kennel
56,40 169,80
Opbrengst (exclusief kwijtschelding)
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
437 437 438
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. De afwijking bij de opbrengst is dusdanig dat hierop geen toelichting wordt gegeven. Toeristenbelasting Voor het houden van verblijf door personen in Utrecht die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie staan ingeschreven wordt de toeristenbelasting geheven. De helft van de opbrengsten wordt jaarlijks ingezet voor toeristische stadspromotie. In Utrecht wordt de toeristenbelasting geheven naar een vast percentage van de overnachtingsprijs (5%). In onderstaande tabel is de opbrengst van de toeristenbelasting opgenomen. Toeristenbelasting
2006
Tarieven Percentage overnachtingsprijs
5%
Opbrengst
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
1.085 1.085 1.315
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. Door meer overnachtingen dan begroot, vooral de eerste twee kwartalen van 2006, is een voordeel van 0,23 miljoen euro op de opbrengst Toeristenbelasting over belastingjaar 2006 tot stand gekomen. Precariobelasting De precariobelasting is een heffing voor het hebben van voorwerpen op in of boven gemeentegrond die voor de openbare dienst bestemd is. Ook terrassen vallen onder de precariobelasting.
214
In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2006 weergegeven. Precariobelasting
2006
Tarieven Voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond per m² per jaar (laagste en meest voorkomende tarief)
Pomp voor meerdere soorten motorbrandstof per stuk per jaar
34,86 881,88
Opbrengst
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
299 324 324
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. Voor de precariobelasting is de in 2006 aangestelde buitendienst controleur begonnen met de inventarisatieronde. De ontbrekende voorwerpen worden in het bestand ingevoerd voor het (belasting) jaar 2006 en uiteindelijk op aanslag
gebracht. De loonsom van genoemde controleur is gedekt door een gerealiseerde meeropbrengst. Naar verwachting zal de controleur het volledige jaar 2007 nog bezig zijn met de inventarisatie. De verwachting is dat door deze inventarisatie er een meeropbrengst te realiseren is. Deze meeropbrengst zal dienen ter gedeeltelijke dekking van de taakstellingen op reclametorens (totaal 0,36 miljoen euro). Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen vormen een regulerende belasting. Ze kunnen worden geheven om het parkeergedrag van burgers te beïnvloeden. Wij werken aan een bereikbare en schone stad en willen daarom het gebruik van de auto in de stad minder aantrekkelijk te maken en het gebruik van andere vervoermiddelen stimuleren. In onderstaande tabel zijn enkele belangrijke parkeertarieven en de opbrengst voor 2006 weergegeven.
Parkeerbelasting
2006
Tarieven Kort parkeren
• uurtarief gebied 1 • uurtarief gebied 2 • uurtarief gebied 3 Bewonersvergunning per kwartaal • gebied 1 • gebied 2 • gebied 3
2,67 1,07 1,07 48,00 14,40 14,40
Opbrengst
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
19.575 16.774 16.901
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. De vermelde opbrengsten straatparkeren betreffen: kort parkeren, parkeervergunningen en opgelegde naheffingen.
De afwijking bij de opbrengst is dusdanig dat hierop geen toelichting wordt gegeven.
215
3.7.2 Retributies De gemeente Utrecht kent op dit moment acht soorten retributies: de afvalstoffenheffing;
• • de rioolrechten; • de leges; • de marktgelden; • de brandweerrechten; • de brug-, schut- en havengelden; • de begraafplaatsrechten; en • de woonwagenrechten.
Kenmerkend aan retributies is dat er een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Met andere woorden retributies zijn vergoedingen die de gemeente vraagt voor verleende diensten of het gebruik van voorzieningen. Retributies mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Hieronder geven wij voor de drie belangrijkste retributies (afvalstoffenheffing, rioolrecht en leges) per retributie aan wat de tarieven waren voor 2006 en welke opbrengst wij daarmee in 2006 hebben gerealiseerd. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing wordt in rekening gebracht voor de verwijdering van huishoudelijk afval. De kosten van verwijdering van bedrijfsafval wordt niet via de afvalstoffenheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten in rekening gebracht.
In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2006 weergegeven. Afvalstoffenheffing
2006
Tarieven Per huishouden
225,36
Opbrengst (exclusief kwijtschelding)
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
22.716 22.716 22.729
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. Rioolrechten De rioolrechten worden geheven voor het gebruik van of een aansluiting op de gemeentelijke riolering. Eigenaren van panden die op het gemeentelijke rioleringsstelsel zijn aangesloten, ontvangen elk jaar een aanslag rioolaansluitrecht naar een vast bedrag. Gebruikers van panden die op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten en meer dan 250 kubieke meter water per jaar lozen op het stelsel, ontvangen een aanslag rioolafvoerrecht.
216
In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2006 weergegeven. Rioolrecht
2006
Tarieven Eigenaar
169,91
Grootverbruik: 251 tot 50.000 m3
1,22
50.001 tot 100.000 m3
1,17
100.001 tot 150.000 m3
1,08
meer dan 150.000 m3
0,99
Opbrengst (exclusief kwijtschelding)
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
25.066 25.066 25.356
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. Door verlaging van het percentage oninbaarheid ten opzichte van de begroting is een voordeel van 0,29 miljoen euro
op de opbrengst Rioolrechten over het belastingjaar 2006 tot stand gebracht. Leges
De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt (gedeeltelijk) verhaald op de burger die de dienst afneemt. Hieronder vindt u de tarieven van (enkele veelgevraagde) diensten van burgerzaken: Leges burgerzaken
2006
Tarieven Afschrift GBA (laagste en meest voorkomende tarief)
9,85
Paspoort
• periode 1 januari – 25 augustus • periode 26 augustus – 31 december Rijbewijs • periode 1 januari – 30 september • periode 1 oktober – 31 december
39,40 47,45 42,10 45,25
Opbrengst
• nominale begroting • actuele begroting • realisatie
4.293 4.435 5.336
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst is in duizenden euro’s. Het tarief van het paspoort is per 26 augustus gewijzigd naar aanleiding van de introductie van het biometrisch paspoort. Het tarief van het rijbewijs is per 1 oktober gewijzigd naar aanleiding van de introductie van het nieuwe rijbewijs op creditcardformaat. Een voordeel van 0,901 miljoen euro is ontstaan op de opbrengst. De verklaring hiervoor is dat over de hele linie meer producten zijn afgezet.
217
3.7.3 Ontwikkelingen De OZB voor gebruikers van woningen is met ingang van 2006 afgeschaft. De uitwerking van de adviezen van de Commissie Eenhoorn is door het demissionaire kabinet naar het nieuwe kabinet doorgeschoven. Op dit moment is nog niet duidelijk of het oppakken van zaken uit het rapport van de commissie Eenhoorn prioriteit heeft bij een nieuw
kabinet. Wel is de heffing van precariobelasting op ondergrondse en bovengrondse infrastructuur van nutsbedrijven afgeschaft. Gemeenten worden voor de financiële gevolgen van die afschaffing volledig gecompenseerd. Voor de gemeente Utrecht was dit niet relevant omdat deze infrastructuur van de nutsbedrijven niet in de precariobelasting was opgenomen. Voor wat betreft het wetsvoorstel verruiming van de gemeentelijke verantwoordelijkheden voor watertaken is er nog geen duidelijkheid over de effectuering van het een en ander. Mogelijk dat in de volgende kabinetsperiode hierover duidelijkheid komt.
3.7.4 Lokale lastendruk Het belastingoverzicht grote gemeenten van de COELO vermeldt de rangorde van 35 grote gemeenten in Nederland
voor wat betreft de lokale lastendruk. In het overzicht dat over 2006 is gepubliceerd, komt Utrecht met een bedrag van 598,77 euro aan woonlasten op de 13e plaats. De gemiddelde woonlasten 2006 waren volgens het rapport 557 euro. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de lokale lastendruk voor burgers in de gemeente Utrecht. Hierbij is alleen rekening gehouden met de woonlasten. Eventuele overige lasten zijn immers afhankelijk van de vraag hoeveel een individuele burger gebruik maakt van de diensten van de gemeente (zoals een bouwvergunning of een paspoort). Waarde woning
Belasting/retributie
2006
Afvalstoffenheffing
225,36
Totaal
225,36
Huurder Alle
Eigenaar/gebruiker woning 100.000
150.000
300.000
218
Onroerendezaakbelasting
111,20
Afvalstoffenheffing
225,36
Rioolrecht
169,91
Totaal
506,47
Onroerendezaakbelasting
166,80
Afvalstoffenheffing
225,36
Rioolrecht
169,91
Totaal
562,07
Onroerendezaakbelasting
333,60
Afvalstoffenheffing
225,36
Rioolrecht
169,91
Totaal
728,87
Waarde woning
Belasting/retributie
2006
Eigenaar/gebruiker woning 500.000
Onroerendezaakbelasting
556,00
Afvalstoffenheffing
225,36
Rioolrecht
169,91
Totaal
951,27
Bedragen zijn in euro’s. De lokale lasten voor bedrijven bestaan uit de onroerendezaakbelasting voor gebruikers en/of eigenaren van nietwoningen, het rioolaansluitrecht en het rioolafvoerrecht. Aangezien verwijdering van bedrijfsafval plaatsvindt via privaatrechtelijke overeenkomsten, behoort de afvalstoffenheffing niet tot de lokale lasten van bedrijven. Zowel de aanslag onroerendezaakbelasting als het rioolafvoerrecht kan sterk verschillen tussen bedrijven onderling en is afhankelijk van de WOZ-waarde van de onroerende goederen en de hoeveelheid afvalwater die op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de lokale lasten van bedrijven en bijbehorende tarieven. Lokale lasten bedrijven
2006
Onroerendezaakbelasting Eigendom niet-woningen (per 2.500 euro waarde)
4,95
Gebruik niet-woningen (per 2.500 euro waarde)
3,98
Rioolrecht Eigenaar
169,91
Grootverbruik (gebruiker): 251 tot 50.000 m3
• • 50.001 tot 100.000 m • 100.001 tot 150.000 m • meer dan 150.000 m
1,22 1,17
3
3
3
1,08 0,99
Bedragen zijn in euro’s.
3.7.5 Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding van belastingen is in Utrecht mogelijk voor de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en de hondenbelasting. Voorwaarde is dat de aanslag betrekking heeft op een woonlast voor een ‘natuurlijke persoon’. Voor kwijtschelding van aanslagen in de zakelijke sfeer is geen ruimte. Gemeenten mogen in principe wel een strenger beleid voeren dan de rijksregeling toestaat, maar geen soepeler beleid.
De gemeente Utrecht hanteert voor de kwijtschelding de maximale norm die door het Rijk gegeven wordt aan gemeenten, te weten 100% van de norm voor de bijstand. Vrijwel alle burgers die een aanslag gemeentelijke belastingen ontvangen en moeten rondkomen van een bijstandsuitkering of alleen een AOW-uitkering en geen vermogen hebben, komen op basis van deze norm voor kwijtschelding in aanmerking. De regelgeving voor de kwijtschelding is neergelegd in de Leidraad Invorderingswet 1990. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de bedragen die met kwijtschelding zijn gemoeid.
219
Kwijtschelding 2006
Nominaal
Actueel
Realisatie
Onroerendezaakbelasting (eigendom)
5
5
10
Rioolrecht (aansluitrecht)
6
6
3
2.704
2.704
2.753
45
45
45
2.760
2.760
2.811
Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Bovenstaande cijfers geven aan dat de grotere realisatie vooral samenhangt met een lichte afwijking van de groep natuurlijke personen die in aanmerking komt voor kwijtschelding voor de Afvalstoffenheffing.
220
Hoofdstuk 4 – Investeringen
221
222
Investeringen In de programmabegroting 2006 hebben wij ons voorgenomen in 2006 een aantal investeringsprojecten uit te voeren waarvoor 205,19 miljoen euro beschikbaar was. Tussentijds zijn hiernaast nog voor 167,91 miljoen euro aan aanpassingen en kredietaanvragen voorgelegd, waaronder het Muziekpaleis (94,7 miljoen euro) en de Voorfinanciering Randstadspoor (33,3 miljoen euro). Hierdoor is het totaalbedrag voor investeringsprojecten toegenomen tot 373,10 miljoen euro. Begroting Programma Bereikbaarheid Openbare Ruimte Milieu duurzaamheid Stedelijke ontwikkeling Onderwijs Sport
Actueel
Waarvan
Waarvan niet
2006
Aanpassingen
2006
aangevraagd
aangevraagd
121.783
42.526
164.309
103.688
60.621
14.574
2.705
17.279
17.279
0
1.613
0
1.613
1.613
0
874
3.859
4.733
4.733
0
11.066
5.935
17.001
12.572
4.429
827
826
1.653
1.580
73
Welzijn
3.726
-2.317
1.409
1.252
157
Cultuur
8.014
91.510
99.524
98.948
576
16.889
5.419
22.308
19.628
2.680
3.565
0
3.565
0
3.565
22.254
17.450
39.704
681
39.023
205.185
167.913
373.098
261.974
111.124
Sociale infrastructuur Stationsgebied Leidsche Rijn Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Wij hebben in 2006 projecten in uitvoering genomen waarmee een bedrag van 262 miljoen euro gemoeid is. Dit is 70% van het totaal in 2006. Dit percentage is lager dan vorig jaar, echter het investeringsvolume van 262 miljoen euro is ruim twee keer zoveel als in 2005, toen dit 111,5 miljoen euro bedroeg. Overigens gaan wij er vanuit dat met ingang van 2007 - als de nieuwe spelregels met betrekking tot investeringen van kracht zijn - de uitvoering zal gaan toenemen.
223
Percentage in uitvoering genomen projecten
100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001
2002
2003
2004
2005
2006
Uit bovenstaande resultaten blijkt dat 111,1 miljoen euro, oftewel 30% van de investeringsprojecten 2006 nog niet in uitvoering is genomen. In onderstaande grafiek is dit zichtbaar gemaakt per programma. Daaronder worden in het kort de belangrijkste investeringsprojecten vermeld die nog niet zijn aangevraagd en wat daarvan de reden is.
Per c en tag e in u itv o er in g g en o m en pr o jec ten per pr o g r am m a ( 2006)
100%
80%
60%
40%
20%
in uitvoering genomen
224
niet in uitvoering genomen
Sociale infrastructuur
Cultuur
Welzijn
Sport
Onderwijs
Leidsche Rijn
Stationsgebied
Stedelijke ontwikkeling
Milieu en duurzaamheid
Beheer Openbare Ruimte
Bereikbaarheid
0%
Bereikbaarheid De in 2006 nog niet aangevraagde investeringsruimte bereikbaarheid (ruim 60 miljoen euro) is met name bestemd voor de HOV-projecten Combibrug en de Zuidradiaal. De uitvoering van deze projecten is vertraagd ten opzichte van de oorspronkelijke planning door de samenhang met andere projecten. Voor de Zuidradiaal is dit met name de
samenhang met de ontwikkelingen Jaarbeurs en voor de aanrijdroutes Combibrug hangt dit samen met voortgang van het project Majellaknoop. Stationsgebied De op de investeringsplanning 2006 opgenomen 3,5 miljoen euro voor de OV-Terminal is nog niet aangevraagd. Wij vragen deze gemeentelijke investeringsruimte pas vrij als het Definitief Ontwerp van de OV-Terminal is goedgekeurd. De dekking van de OV-Terminal bestaat overigens grotendeels uit rijksbijdragen (MIT-subsidie van 249 miljoen euro). Voorzieningen Leidsche Rijn De nog niet aangevraagde investeringsruimte betreft voornamelijk een aantal grote projecten (het zwembad,
kindercluster Zuid, gezondheidscentrum en NME tuinen Het Zand, de SBO en VMBO scholen in Vleuterweide) die in de loop van 2007 zullen worden aangevraagd. Inmiddels hebben wij ingestemd met de investering voor het zwembad, die ook nog aan uw Raad wordt voorgelegd (8,1 miljoen euro) en zijn de kredietaanvragen voor de SBO school en kindercluster Zuid in voorbereiding. Onderwijs Het project De Schakel/Bangkokdreef is vertraagd in verband met een wijziging van het bestemmingsplan. Daarnaast is gespaard voor een aantal grotere projecten (Masterplan voortgezet Onderwijs) waarvan de uitvoering gepland staat voor 2007. Sport Het resterende bedrag betreft middelen voor volkstuinen die binnenkort zullen worden aangevraagd. Welzijn Voor het project Noordzeestraat werd 157.000 euro minder aangevraagd dan gepland. Wij zullen bij de begroting 2008 voorstellen doen voor de inzet van deze middelen. Cultuur Het betreft de werkruimten aan de Van Solmsstraat waarmee wij naar verwachting begin 2007 aan de slag kunnen. Sociale Infrastructuur Op deze planning staat nog 0,8 miljoen euro voor wijkvoorzieningenplannen en 1,8 miljoen euro voor achterstallig onderhoud opgenomen waarvoor de projecten begin 2007 ten uitvoer zullen worden gebracht.
Investeringsachterstand Naast de projecten voor 2006 waren er ook nog projecten uit 2005 en eerder die nog in uitvoering genomen dienden te worden. Hiervan hebben wij in 2006 voor in totaal 17,5 miljoen euro aan projecten in uitvoering genomen, waardoor uit deze jaren nog projecten openstaan voor 16,3 miljoen euro. Deze openstaande projecten betreffen vooral: Bereikbaarheid Voor bereikbaarheid is nog 8,7 miljoen euro investeringsruimte voor de jaren 2005 en eerder niet aangevraagd. Deze
ruimte is bestemd voor de HOV-projecten: noordradiaal, zuidradiaal en randstadspoor. Deze projecten zijn vertraagd door diverse oorzaken (met name door samenhang met andere ontwikkelingen), maar deze ruimte zal naar verwachting in 2007 en 2008 worden aangevraagd. Stationsgebied De op de investeringsplanning 2005 opgenomen 3,5 miljoen euro voor de OV-Terminal is nog niet aangevraagd. Wij vragen deze gemeentelijke investeringsruimte pas vrij als het Definitief Ontwerp van de OV-Terminal is goedgekeurd. De dekking van de OV-Terminal bestaat overigens grotendeels uit rijksbijdragen (MIT-subsidie van 249 miljoen euro). 225
Voorzieningen Leidsche Rijn Er is nog een bedrag van 2,4 miljoen euro beschikbaar voor prijsindex op reeds aangevraagde projecten. Dit bedrag wordt verrekend op het moment dat de betreffende projecten worden afgesloten. Onderwijs Het project aan de Jan Muschlaan van 0,9 miljoen euro zal in 2007 worden voorbereid (o.a. aanvangen procedures). Welzijn Er is nog een bedrag van 0,4 miljoen euro beschikbaar voor de subsidieregeling kinderopvang en sport. Eind 2006 zijn hiervoor plannen ingediend die momenteel onderzocht worden. Accommodatiebeleid Er is nog 0,4 miljoen euro beschikbaar voor Azotod/Cultuurhuis Leidsche Rijn. Deze middelen zullen worden gereserveerd totdat meer duidelijk is over de plannen. De totale investeringsachterstand is ultimo 2006 opgelopen tot 127,4 miljoen euro (16,3 miljoen euro uit 2005 en eerder en 111,1 miljoen euro uit 2006). Ultimo 2005 bedroeg deze achterstand nog 43,9 miljoen euro. Wij verwachten in 2007 als gevolg van de nieuwe spelregels deze achterstand te kunnen inlopen.
226
Deel 2 - jaarrekening
227
228
Accountantsverklaring Utrecht, 11 april 2007
07.021084 Acc.
Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2006 van de Gemeente Utrecht gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening over 2006 en de toelichting (blz. 231 tot en met 248), de balans per 31 december 2006 en de toelichting (blz. 249 tot en met 268) en de bijlagen “Reserves” (blz. 277 en 278), “Voorzieningen” (blz. 279 en 280), “Afschrijvingstabel” (blz. 281), “Borgstellingen” (blz. 282 tot en met 284), de SISA-bijlage (blz. 312 tot en met 321) en de Nota Reserves en Voorzieningen. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Utrecht, in overeenstemming met het Nederlandse Besluit Begroting en Verantwoording. Het College is tevens verantwoordelijk voor de naleving van de wet- en regelgeving. Het is onze verantwoordelijkheid de controle als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet uit te voeren en een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. De gemeenteraad van Utrecht heeft voor het onderzoek naar de jaarrekening over 2006 bij besluitnummer 131 van 13 oktober 2005 de invulling van het begrip rechtmatigheid bevestigd. Hiermee ligt vast wat wordt bedoeld met de in de oordeelsparagraaf opgenomen zinsnede “de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen”. Werkzaamheden Bij onze controle hebben wij nagegaan dat: de jaarrekening getrouw weergeeft zowel de baten en de lasten over 2006 als de activa en passiva per 31
• december 2006. • de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede de balansmutaties tot stand zijn gekomen in
overeenstemming met de begroting, van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen.
• het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is. • de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en in overeenstemming met het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. Volgens de in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat.
Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het College van de Gemeente Utrecht daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door de gemeenteraad bij raadsbesluit 13 oktober 2005 met nummer 131 vastgesteld. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
229
Bevindingen rechtmatigheidsonderzoek a. Inzake het programma Sociale Zaken en Arbeidsmarkt is een werkgelegenheidsproject voor een bedrag van bijna 7,9 miljoen euro ten onrechte niet Europees aanbesteed.
b. In de SISA-bijlage zijn de in 2005 en 2006 bestede middelen ten laste van het overschot uit de ISV-I periode van 15,3 miljoen euro niet opgenomen. Wij hebben geen zekerheid verkregen over de juistheid hiervan. Bovenstaande bevinding onder a. leidt in samenhang met overige rechtmatigheidsbevindingen van meer geringe omvang tot een overschrijding van de goedkeuringstolerantie inzake de rechtmatigheid van 1% van de lasten. De bevinding onder b. leidt in samenhang met overige rechtmatigheidsbevindingen tot een overschrijding van de onzekerheidstoleranties inzake de rechtmatigheid van 3% van de lasten. Oordeel
Getrouwheidsonderzoek Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening van de Gemeente Utrecht, zowel de baten en de lasten over 2006 als de activa en passiva per 31 december 2006 getrouw weergeeft in overeenstemming met het Nederlandse Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Rechtmatigheidsonderzoek Wij zijn van oordeel dat de in deze jaarrekening opgenomen baten en lasten alsmede de balansmutaties, met uitzondering van hetgeen hiervoor is vermeld onder punt a van de bevindingen en onder voorbehoud van hetgeen
hiervoor is vermeld onder punt b van de bevindingen, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen.
Accountantsdienst Gemeente Utrecht
C.J. de Vries RA
230
Hoofdstuk 5 – Programmarekening met toelichting Voor u ligt het financiële deel van de verantwoording 2006. In dit hoofdstuk geven wij een toelichting op hoofdlijnen van het resultaat 2006. Met ingang van het verantwoordingsjaar 2006 wordt voor specifieke uitkeringen het principe ‘single information single audit’ (SISA) geïntroduceerd. SISA heeft als doel om de verantwoordings- en controlelasten te verminderen. Dit gebeurt doordat het rijk minder verantwoordingsinformatie eist en doordat voor de controle uitgegaan wordt van de reguliere jaarrekening. SISA geldt voor het verantwoordingsjaar 2006 voor 29 specifieke uitkeringen. Voor deze uitkeringen is dus geen aparte accountantsverklaring meer vereist. In de bijlage SISA is per uitkering een aantal gegevens opgenomen.
231
5.1 Overzicht baten en lasten Op de volgende pagina’s vindt u de overzichten van baten en lasten. In deze overzichten kunt u veel informatie vinden over de financiën van de gemeente in 2006. De tabel nominale begroting 2006 geeft aan welke lasten (=kosten) en baten (= opbrengsten) uw raad op 10 november 2005 geautoriseerd heeft voor 2006. De programmabegroting 2006 was, conform de wettelijke bepalingen, sluitend. Dit komt tot uiting in het totaal van de kolom ‘Begrote bijdrage algemene middelen’. Deze is nul, dat wil zeggen dat alle middelen van de gemeente volledig zijn ingezet in de diverse programma’s, maar ook niet meer dan dat. Per programma is aangegeven: de lasten: de binnen het programma begrote kosten.
• • de baten: de binnen het programma begrote opbrengsten. • het saldo: de lasten min de baten. • de begrote bijdrage uit de algemene middelen: de hoeveelheid geld die vanuit de algemene middelen aan het programma is toegevoegd. • het resultaat voor bestemming: het saldo min de begrote bijdrage uit de algemene middelen. • de stortingen in de reserves: de hoeveelheid geld die in reserves wordt gedaan. • de onttrekkingen aan de reserves: de hoeveelheid geld die uit reserves wordt gehaald. • het resultaat na bestemming: het resultaat voor bestemming min de stortingen in de reserves plus de onttrekkingen uit de reserves.
De tabel actuele begroting 2006 is gelijk aan de nominale begroting plus alle daarna door uw raad vastgestelde begrotingswijzigingen. De actuele begroting is daarmee de meest recente door uw raad goedgekeurde begroting van 2006. De tabel uitkomst 2006 geeft aan welke lasten en baten gerealiseerd zijn in 2006. Het resultaat na bestemming, dat wil zeggen nadat de onttrekkingen aan en stortingen in reserves hebben plaatsgevonden, bedraagt 117,2 miljoen euro voordelig. Dit betekent dat dit resultaat 117,2 miljoen euro hoger is dan in de actuele begroting. Een uitgebreide toelichting per programma op het behaalde resultaat is opgenomen in hoofdstuk 1, hiervan is een samenvatting opgenomen in hoofdstuk 5.2. Wij streven naar meer transparantie bij de resultaatsbepaling en onze verantwoording daarover. In de toelichting op het resultaat maken wij daarom niet langer onderscheid tussen beleidsarm/techniek, beleidsrelevant en buiten uitgavenplafonds. Hierdoor staat de toelichting nu op één plek, in plaats van verspreid door het boekwerk. In deze verantwoording doen wij ook voorstellen voor de bestemming van het in 2006 behaalde resultaat. Ook bij de resultaatsbestemming vinden wij meer transparantie belangrijk. Daarom hanteren wij met ingang van deze verantwoording het uitgangspunt dat in de verantwoording alléén technische verrekeningen worden opgenomen (zoals verrekeningen met vaste activa reserves of overheveling van resterende investeringsbudgetten naar het volgende jaar). De uitwerking hiervan is opgenomen in de spelregel reserves en voorzieningen die u tegelijkertijd met deze verantwoording ontvangt. Wij stellen voor het resultaat dat resteert na de technische verrekeningen als ‘gemeentebreed nog te bestemmen
resultaat’ te betrekken bij de voorjaarsnota 2007. Het resultaat wordt daarmee onderdeel van de bestuurlijke integrale afweging richting de begroting 2008. Uw raad ontvangt de voorjaarsnota tegelijkertijd met de verantwoording. Overigens is bij de bestuursrapportage per 1 juli 2006 een bedrag van 3,2 miljoen euro toegevoegd aan de algemene reserve, conform de besluitvorming bij de verantwoording 2005 om het nadelig resultaat (na besteding) ten laste te brengen van de financiële bestedingsruimte 2006.
233
Nominale begroting 2006 Programma Algemene Middelen
Bijdrage
Resultaat
algemene
voor
Storting
Onttrekking
na
Resultaat
Lasten
Baten
Saldo
middelen
bestemming
reserves
reserves
bestemming
53.484
424.459
370.975
382.575
-11.600
25.697
37.297
0
112.684
81.886
-30.798
-30.517
-281
241
523
0
Bereikbaarheid
21.123
24.413
3.289
-3.626
6.916
6.916
0
0
Wonen en monumenten
23.594
13.759
-9.835
-10.237
402
402
0
0
Stedelijke ontwikkeling
136.098
133.527
-2.571
1.901
-4.472
573
5.045
0
Leidsche Rijn
147.020
148.929
1.909
1.909
0
0
0
0
23.128
29.202
6.074
-496
6.570
6.570
0
0
Beheer openbare ruimte
110.051
48.991
-61.059
-60.544
-515
825
1.340
0
Milieu en duurzaamheid
45.320
35.583
-9.737
-8.872
-865
225
1.090
0
4.177
1.059
-3.119
-3.119
0
0
0
0
Cultuur
46.624
14.613
-32.011
-29.574
-2.437
511
2.949
0
Sport
24.109
6.901
-17.208
-17.448
240
240
0
0
Openbare orde en (wijk)veiligheid
37.375
9.106
-28.269
-28.299
30
30
0
0
Onderwijs, educatie en bibliotheek
65.545
14.298
-51.247
-50.519
-728
1.197
1.925
0
Welzijn
53.509
10.347
-43.162
-41.915
-1.247
0
1.247
0
Algemene Ondersteuning
Stationsgebied
Economische zaken
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid
268.086
216.186
-51.900
-53.746
1.846
7.094
5.248
0
Volksgezondheid
26.023
10.847
-15.176
-15.176
0
0
0
0
Sociale infrastructuur
10.554
7.565
-2.989
-3.419
430
1.139
709
0
Lokale democratie
21.100
3.728
-17.372
-17.413
41
50
9
0
Publieksdienstverlening
16.711
5.731
-10.980
-11.464
484
484
0
0
1.246.316
1.241.130
-5.186
0
-5.186
52.195
57.381
0
Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
235
Actuele begroting 2006 Programma
Bijdrage
Resultaat
algemene
voor
Storting
Onttrekking
na
Resultaat
Lasten
Baten
Saldo
middelen
bestemming
reserves
reserves
bestemming
Algemene Middelen
50.312
446.003
395.691
417.028
-21.337
45.506
66.843
0
Algemene Ondersteuning
85.903
50.623
-35.280
-35.041
-239
4.127
4.366
0
Bereikbaarheid
25.900
17.965
-7.935
-8.894
960
1.844
884
0
Wonen en monumenten
32.827
24.076
-8.751
-11.591
2.840
4.500
1.660
0
Stedelijke ontwikkeling
141.035
136.514
-4.521
1.653
-6.174
8.235
14.409
0
Leidsche Rijn
181.268
182.221
952
952
0
0
0
0
44.416
40.403
-4.013
-4.013
0
0
0
0
Beheer openbare ruimte
148.528
88.975
-59.553
-59.595
42
1.990
1.948
0
Milieu en duurzaamheid
46.094
35.883
-10.211
-10.279
68
655
587
0
4.864
1.252
-3.612
-3.037
-575
0
575
0
Cultuur
48.570
15.559
-33.011
-30.711
-2.300
1.536
3.836
0
Sport
31.909
9.626
-22.283
-22.865
582
10.474
9.891
0
Openbare orde en (wijk)veiligheid
34.039
3.537
-30.502
-30.579
77
530
453
0
Onderwijs, educatie en bibliotheek
73.707
14.256
-59.451
-57.589
-1.862
11.595
13.457
0
Welzijn
47.517
2.504
-45.013
-42.608
-2.406
2.804
5.210
0
Stationsgebied
Economische zaken
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid
257.514
198.275
-59.239
-53.854
-5.386
2.187
7.573
0
Volksgezondheid
33.248
15.923
-17.325
-15.256
-2.070
0
2.070
0
Sociale infrastructuur
52.829
47.680
-5.149
-2.559
-2.590
6.397
8.987
0
Lokale democratie
22.456
3.780
-18.676
-18.581
-95
504
599
0
Publieksdienstverlening
19.509
5.280
-14.229
-12.583
-1.646
0
1.646
0
1.382.448
1.340.336
-42.111
-2
-42.110
102.884
144.994
0
Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
236
Realisatie 2006 Programma Algemene Middelen
Lasten
Bijdrage
Resultaat
algemene
voor
Storting
Onttrekking
na
Resultaat
Baten
Saldo
middelen
bestemming
reserves
reserves
bestemming
34.153
475.548
441.396
417.028
24.368
45.506
66.843
45.705
180.021
146.308
-33.713
-35.041
1.328
4.127
4.366
1.567
Bereikbaarheid
44.905
38.664
-6.241
-8.894
2.654
1.844
884
1.693
Wonen en monumenten
32.289
31.136
-1.152
-11.591
10.439
4.500
1.660
7.599
Stedelijke ontwikkeling
166.127
192.962
26.836
1.653
25.183
8.235
14.409
31.356
Leidsche Rijn
157.428
163.051
5.622
952
4.670
0
0
4.670
5.207
4.698
-509
-4.013
3.504
0
0
3.504
Beheer openbare ruimte
145.375
80.942
-64.433
-59.595
-4.838
1.990
1.948
-4.880
Milieu en duurzaamheid
47.150
37.922
-9.228
-10.279
1.051
655
587
983
6.449
3.565
-2.884
-3.037
153
0
575
728
Cultuur
48.115
15.704
-32.411
-30.711
-1.700
1.536
3.853
617
Sport
31.482
9.922
-21.559
-22.865
1.306
10.474
10.121
953
Algemene Ondersteuning
Stationsgebied
Economische zaken
Openbare orde en (wijk)veiligheid
33.391
5.378
-28.012
-30.579
2.566
530
453
2.490
Onderwijs, educatie en bibliotheek
72.987
20.902
-52.085
-57.589
5.504
11.595
13.537
7.446
Welzijn
48.502
3.756
-44.746
-42.608
-2.139
2.804
5.289
346
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid
257.667
203.317
-54.350
-53.854
-496
2.187
7.573
4.890
Volksgezondheid
31.776
17.754
-14.022
-15.256
1.233
0
2.073
3.306
Sociale infrastructuur
44.152
41.535
-2.617
-2.559
-58
6.397
9.049
2.594
Lokale democratie
22.421
3.546
-18.875
-18.581
-294
504
599
-199
Publieksdienstverlening
20.154
7.791
-12.362
-12.583
221
1.646
1.866
1.429.748
1.504.402
74.654
-2
74.655
102.884
145.465
117.236
325.654
325.654
0
0
0
0
0
0
1.104.094
1.178.748
74.654
-2
74.655
102.884
145.465
117.236
Subtotaal Correctie dubbeltellingen * Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
237
* In verband met doorbelasting kostenplaatsen naar programma’s en door het factureren tussen diensten ontstaat in de gemeenterekening een dubbeltelling in de baten en lasten. Door middel van deze correctie wordt deze dubbeltelling geëlimineerd.
238
5.2 Toelichting op de programmarekening Resultaat Een groot deel van het resultaat na bestemming van 117,2 miljoen euro voordelig is ontstaan in de programma’s Algemene middelen en Stedelijke Ontwikkeling: Resultaat na bestemming
Bedrag
Algemene middelen
45.705
Stedelijke Ontwikkeling
31.356
Overige achttien programma’s
40.175
Totaal
117.236
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Algemene middelen Het programma Algemene middelen omvat de vrij besteedbare middelen waarover de gemeente beschikt. Hieronder vallen bijvoorbeeld het gemeentefonds en de belastingen (met uitzondering van de parkeerbelasting). Ruim 1/3 van de baten (namelijk 476 miljoen euro in 2006) van de gemeente valt binnen dit programma. Het resultaat van 45,7 miljoen euro is als volgt opgebouwd: Resultaat na bestemming Algemene middelen
Bedrag
Gemeentefonds
482
Belastingen
1.199
Dividenden
22.861
Financieringsfunctie
3.099
Stelposten
18.064
Totaal
45.705
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De uitkering uit het gemeentefonds laat ten opzichte van de bestuursrapportage een voordeel zien van circa 0,5 miljoen euro (zie ook paragraaf 5.3 gebeurtenissen na balansdatum met een nadeel van 1 à 1,5 miljoen euro voor 2007). Dit is opgebouwd uit: een nadeel van 1 miljoen euro voornamelijk veroorzaakt door tegenvallend accres.
• • een nadeel van 0,4 miljoen euro op de uitkering voor 2005 en eerder, voornamelijk veroorzaakt door een herziening van de WOZ-waarden en een daling van de uitkeringsfactor. • een voordeel van 1,9 miljoen euro doordat het Rijk in verband met taakmutaties geld aan het fonds heeft
toegevoegd. Deze taakmutaties, ook wel corresponderende posten genoemd, moeten in overeenstemming met de spelregels rond de uitgavenplafonds nog verrekend worden met de betreffende programma’s (zie de bijlage corresponderende posten).
Het voordeel bij belastingen betreft voornamelijk de opbrengst (OZB). Een groter toename van het aantal woningen dan geraamd, een hogere gemiddelde taxatiewaarde en meevallende waardeverminderingen naar aanleiding van bezwaarschriften leiden tot hogere inkomsten (0,6 miljoen euro). Daarnaast is op de toeristenbelasting een voordeel 239
gerealiseerd van circa 0,3 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door meer overnachtingen dan begroot en de afwikkeling van balansposten over voorgaande jaren. Het resultaat op het onderdeel dividenden heeft te maken met het GVU. Het GVU is in 2006 verkocht. Dit levert de
gemeente 23,6 miljoen euro op (opbrengst minus gemaakte kosten). Daarnaast hebben wij van het GVU het dividend over 2006 vervroegd uitgekeerd gekregen. Dit leidt tot een voordeel van 0,3 miljoen euro in 2006. Hiertegenover staat een storting van 1 miljoen euro in een voorziening ter dekking van kosten die mogelijk uit de verdere afwikkeling voortvloeien. Het voordeel op de financieringsfunctie van 3,1 miljoen euro is vooral gerealiseerd doordat minder rente is toegevoegd aan de belegde reserves dan begroot. Momenteel wordt slechts aan enkele reserves rente toegevoegd. Wij hadden een reservering opgenomen om aan meer reserves rente te kunnen toevoegen, maar in 2006 is dit nog niet gerealiseerd. Het resultaat op de stelposten betreft voornamelijk het bij de Bestuursrapportage 2006 verwachte voordeel van 15,5 miljoen euro, waarvan besloten is om de definitieve bestemming daarvan te betrekken bij de resultaatbestemming 2006. Daarnaast is op de stelpost investering een voordeel van 2,1 miljoen euro gerealiseerd. Dit komt doordat minder middelen nodig waren voor de aanpassing van de waarde van de vaste activa op de vastgestelde afschrijvingstabel dan wij verwachtten. Verder heeft een nog met de reserve BTW-Compensatiefonds te verrekenen afwikkeling van BTW tot een voordeel geleid van 0,8 miljoen euro. Op de stelposten is ook de rente voor het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) van 0,6 miljoen euro verantwoord.
Deze rente was niet begroot en zal bij de resultaatsbestemming worden verrekend met de daarvoor bestemde reserve.
Stedelijke ontwikkeling Op het programma Stedelijke ontwikkeling is een voordeel gerealiseerd van 31,4 miljoen euro. Dit resultaat is als volgt opgebouwd: Resultaat na bestemming Stedelijke ontwikkeling
Bedrag
Grondexploitaties
3.779
Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV)
2.606
Accommodaties en erfpacht
26.051
Overig resultaat
-1.080
Totaal
31.356
Het voordeel op de grondexploitaties van 3,8 miljoen euro bestaat met name uit: voordelen op afgesloten grondexploitaties (4 miljoen euro), nagekomen opbrengsten van reeds afgesloten
• exploitaties (1,8 miljoen euro) en minder aanspraak op holle kiezen aankoop (0,4 miljoen euro). • een nadeel door een storting in de voorziening negatieve grondexploitaties (2,7 miljoen euro). Deze storting was niet begroot.
Met betrekking tot ISV heeft uw raad besloten om ten behoeve van ondersteuning en restauraties van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden over te gaan van subsidiering naar financiering. Hiertoe worden leningen uit een revolverend fonds beschikbaar gesteld. De middelen worden beheerd door het ‘Utrechts Restauratiefonds’. In 2006 is een bedrag van 2,1 miljoen euro toegevoegd aan het ISV budget. Er zijn echter nog geen uitgaven gedaan. Ter uitvoering van het besluit stellen wij voor om een bestemmingsreserve in te stellen en de beschikbare middelen daarin te storten. Het resterende resultaat ISV van 0,5 miljoen euro is bestemd voor de afwikkeling van diverse ISV-projecten. Het positieve resultaat op accommodaties en erfpacht van ruim 26 miljoen euro bestaat met name uit de volgende onderdelen: bijdragen van 16,9 miljoen euro voor investeringsprojecten waarvan wij voorstellen deze met de betreffende
•
bestemmingsreserves te verrekenen.
240
• het restant op het krediet Het Utrechts Archief (HUA) van 3,3 miljoen euro. De plannen rond de verbouwing van het HUA zijn inmiddels gewijzigd. Het nieuwe voorstel zal in 2007 onderwerp van bespreking zijn in de commissie Bestuur en Veiligheid.
• meeropbrengsten uit erfpachten (3 miljoen euro), hogere opbrengst van verkoop gemeentelijk eigendommen (3,6 miljoen euro) en de vrijval van het restant van de voorziening huurharmonisatie (2,5 miljoen euro). • hogere lasten als gevolg van het afsluiten van het voorbereidingskrediet voor het Stadskantoor (3,2 miljoen euro).
Deze kosten lopen vooruit op de baten. Bij de ingebruikname van het Stadskantoor zullen de huurlasten afnemen. Het voordeel dat dan ontstaat, zal onder meer worden gebruikt om incidentele kosten, zoals de
voorbereidingskosten, te dekken. Een en ander is vastgelegd in het ‘aangescherpt budgettair kader Stadskantoor’. Het overige resultaat op dit programma van 1,1 miljoen euro nadelig is met name veroorzaakt door het inlopen van de achterstand in 2006 van de geprogrammeerde projecten integrale strategie (0,6 miljoen euro) en resultaten op het begeleiden van particuliere initiatieven en voortrajecten (0,4 miljoen).
Overige programma’s Het resultaat op de overige achttien programma’s is 40,2 miljoen euro voordelig. Dit is als volgt opgebouwd: Resultaat na bestemming overige programma’s
Bedrag
Algemene ondersteuning
1.567
Bereikbaarheid
1.693
Wonen en monumenten
7.599
Leidsche Rijn
4.670
Stationsgebied
3.504
Beheer openbare ruimte
-4.880
Milieu en duurzaamheid
983
Economische zaken
728
Cultuur
617
Sport
953
Openbare orde en (wijk)veiligheid
2.490
Onderwijs, educatie en bibliotheek
7.446
Welzijn
346
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid
4.890
Volksgezondheid
3.306
Sociale infrastructuur
2.594
Lokale democratie Publieksdienstverlening Totaal
-199 1.866 40.175
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Hieronder is het resultaat op de overige programma’s van 40,2 miljoen euro op hoofdlijnen toegelicht. Voor de
programma’s met een resultaat groter dan 1 miljoen euro is een korte toelichting met de belangrijkste oorzaken van het verschil opgenomen. Het gaat dus om een toelichting op hoofdlijnen, niet om een uitputtende opsomming van oorzaken. Voor een meer gedetailleerdere toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 1 van deze verantwoording. Op het programma Algemene ondersteuning is een voordelig resultaat van 1,6 miljoen euro gerealiseerd. Dit heeft met name betrekking op het Automatiseringsbedrijf Utrecht (ABU). Hier is een voordeel van circa 1 miljoen euro ontstaan door een niet bestede vergoeding voor het wegwerken van verlofstuwmeren en diverse voor- en nadelen, vooral als gevolg van de overdracht van hard- en software aan het ABU. Voorts is er op de afkoop van een oude GSB-annuïteit een nabetaling van het rijk ontvangen van ruim 0,3 miljoen euro en was de instroom in de WAO/WIA lager dan verwacht (0,3 miljoen euro).
241
Op het programma Bereikbaarheid is een voordeel gerealiseerd van 1,7 miljoen euro. In dit programma zijn in 2006 budgetten opgenomen voor het realiseren van het hoofdfietsnetwerk en verkeersveiligheid. Hiervan is 4,6 miljoen euro nog niet uitgegeven in 2006 en zal, gezien het meerjarige karakter, worden toegevoegd aan de exploitatie van 2007 om de verdere uitvoering van deze projecten te waarborgen. Verder wordt het positieve resultaat verklaard door een voordeel van 1 miljoen euro op de parkeerexploitatie en een voordeel van 1 miljoen euro met betrekking tot rente en de exploitatiegevolgen ICT door de overname van het ABU. Hiertegenover staat een bedrag van 2,2 miljoen euro aan nog met de stelpost kapitaallasten te verrekenen investeringsprojecten. Verder is er een tegenvaller aan de batenkant van 2,6 miljoen euro in verband met nog niet ontvangen inkomsten Randstadspoor/HOV. Dit zal worden gecorrigeerd bij de bestuursrapportage 2007. Op het programma Wonen en monumenten is een voordeel gerealiseerd van 7,6 miljoen euro. Dit heeft met name
betrekking op de bouwleges (4,2 miljoen euro) en wordt veroorzaakt door de grote aantallen bouwaanvragen en de toename van grote bouwplannen. Daarnaast is een investeringsbudget van 1,8 miljoen euro voor ongerioleerde panden nog niet tot besteding gekomen en is er voor 0,3 miljoen euro minder uitgegeven aan archeologisch onderzoek. Van het Rijk is een afkoopsom van ruim 1 miljoen euro ontvangen voor een in het woonfonds opgenomen regeling waarop de komende jaren nog verplichtingen rusten. Het programma Leidsche Rijn realiseert in 2006 een voordelig resultaat van 4,7 miljoen euro. Zoals aangekondigd in de Bestuursrapportage 2006 valt door de verbetering van het verwachte saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn
een bedrag van 5,1 miljoen euro vrij uit de voorziening. Het resterende resultaat van per saldo 0,43 miljoen euro betreft onderhanden werk grondexploitaties.
Op het programma Stationsgebied is een voordelig resultaat gerealiseerd van 3,5 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt doordat de uitvoering van het OV-Terminal project dit jaar niet van start is gegaan. Hierdoor is de in 2006 begrote gemeentelijke bijdrage van 3,5 miljoen euro niet tot besteding gekomen. Er zijn hiervoor wel verplichtingen aangegaan op basis van de afspraken met het rijk in de Uitvoerings Overeenkomst Rijk en Gemeente (UOK). Het programma Beheer openbare ruimte sluit 2006 af met een nadelig resultaat van 4,9 miljoen euro. Dit wordt met name veroorzaakt door:
• een nadeel als gevolg van uitgaven in verband met de impuls achterstallig onderhoud van 10 miljoen euro in 2006 waarvan wij voorstellen deze te verrekenen met de betreffende bestemmingsreserve; • een voordeel bij de aanleg van bergbezinkbassins met betrekking tot riolering. Als gevolg van bezwaarprocedures van belanghebbenden kon een bedrag van 3,9 miljoen euro aan voorgenomen investeringen nog niet in 2006
gerealiseerd worden;
• een voordeel bij het onderdeel straatreiniging, vooral veroorzaakt door lagere personele lasten in verband met het later dan verwacht vervullen van vacatures (0,7 miljoen euro) en een voordeel bij de groep Havens door lagere
personeelskosten voor seizoensgebonden medewerkers en uitgestelde vervangingsinvesteringen van onder meer de zogenaamde bierboot (0,7 miljoen euro).
Op het programma Openbare orde en (wijk)veiligheid is een voordelig resultaat gerealiseerd van 2,5 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door: Stadstoezicht heeft in 2006 circa 1,4 miljoen euro ontvangen voor het regulier maken van de banen voor de
•
Toezichthouders. Hierdoor kon de subsidie lager vastgesteld worden dan het geraamde bedrag (voordeel 1,2 miljoen euro).
• Op het onderdeel bestrijden van incidenten is een voordeel gerealiseerd van ruim 0,9 miljoen euro. Van het geld
dat beschikbaar is voor meerkosten voortvloeiend uit de CAO 2005-2007 (afschaffing Functioneel Leeftijdsontslag) is 0,5 miljoen euro nog niet besteed. In het eerste jaar van de nieuwe regeling is deze nog niet in volle omvang ten uitvoer gekomen. Het restantbedrag 2006 zal in 2007 nodig zijn voor de verdere implementatie. Verder moet nog
een afdracht aan het gemeentebrede BTW-Compensatiefonds plaatsvinden van 0,4 miljoen euro. Dit bedrag is in 2006 over op de exploitatie.
• Van de middelen School en Veiligheid schooljaar 2006-2007 is een bedrag van 0,3 miljoen euro nog niet besteed. Het programma Onderwijs, educatie en bibliotheek realiseert in 2006 een voordelig resultaat van 7,4 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door:
242
• Het positieve resultaat op het onderdeel Fysieke Infrastructuur (6,7 miljoen euro). Aan de lastenkant is een
voordeel van 3 miljoen euro ontstaan door nog niet uitgevoerde huisvestingsprojecten en een nadeel van 0,7
miljoen euro op projecten Leidsche Rijn. De voordelen aan de batenkant bestaan uit een bijdrage van 1,5 miljoen euro voor Leidsche Rijnprojecten (O&O cluster en Sportcampus), een bedrag van 1,7 miljoen euro dat nog
verrekend dient te worden met een vaste activareserve (aanpassing voorscholen en Leidsche Rijn College) en
meevallers op diverse posten van in totaal 1,2 miljoen euro.
• Een voordeel op de baten bij het onderdeel openbaar onderwijs van 0,6 miljoen euro door de definitieve afrekening overschrijdingsregeling met het bijzonder onderwijs over de jaren 1996 tot en met 2000.
Het programma Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid sluit 2006 af met een voordelig resultaat van 4,9 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door: Op het onderdeel werk is een voordeel ontstaan van circa 3,4 miljoen euro, met name door een voordelige
•
afwikkeling van oude subsidies van 1,8 miljoen euro en een lager nadelig resultaat van de Utrechtse Werkbedrijven (UW) van 1,4 miljoen euro.
• Op het verstrekken van de bijstand is een voordeel ontstaan van 1,1 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door
lagere premies ziektekosten en loonheffing op de uitkeringen (3,6 miljoen euro). Hiertegenover staat een lagere
rijksbijdrage uit het Inkomensdeel van de Wet Werk en Bijstand (0,8 miljoen euro), lagere ontvangsten als gevolg van afwikkeling van posten uit 2005 (0,6 miljoen euro) en hoger dan begrote overhead- en apparaatskosten (1 miljoen euro).
• De uitvoering van de armoedebestrijding levert per saldo een voordeel op van 1,8 miljoen euro, met name door
lagere kosten bijzondere bijstand (0,7 miljoen euro), een extra rijksbijdrage van 0,6 miljoen euro en een hogere
bijdrage uit het Werkdeel van de Wet Werk en Bijstand voor schuldhulpverleningstrajecten (0,4 miljoen euro).
• Op het onderdeel zorg is door hogere afschrijvingen op WVG-voorzieningen een nadeel van 1,4 miljoen euro ontstaan.
Het programma Volksgezondheid heeft een positief resultaat gerealiseerd van 3,3 miljoen euro. Dit komt met name door voordelen op de exploitatie van hostels (BinnenPlaats) (0,6 miljoen euro) en op de verslavingszorg (1,3 miljoen euro). Daarnaast dient de geraamde bijdrage aan de investering Hogelanden (1,2 miljoen euro) nog in de daarvoor bestemde reserve te worden gestort. Het programma Sociale infrastructuur sluit op een voordeel van 2,6 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door: Op het realiseren van accommodaties is een voordeel van 0,7 miljoen euro gerealiseerd door lagere kapitaallasten.
• •
Daarnaast is er een nadeel op de lasten van 1,5 miljoen euro door een extra bijdrage aan het Hart van Noord en
een voordeel op de baten van 1,5 miljoen euro door een bijdrage uit de reserve frictiekosten accommodatiebeleid.
Op het onderdeel inburgering is een voordeel ontstaan van 1,4 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt doordat een afrekening van 2 miljoen euro pas in 2007 wordt geregeld en doordat diverse rijksbijdragen rechtstreeks met voorzieningen (per saldo 0,6 miljoen nadeel) zijn verrekend.
• Het jeugdbeleid levert per saldo een voordeel op van 0,5 miljoen euro door positieve resultaten op de regeling Dagarrangementen en Combinatiefuncties, de opzet nieuwe zorgstructuur en de organisatie van Stadsdebatten. • Het programma Volksgezondheid heeft een positief resultaat gerealiseerd van 2,1 miljoen euro. Dit komt met name door voordelen op de exploitatie van hostels (BinnenPlaats) (0,6 miljoen euro) en op de verslavingszorg (1,3 miljoen euro).
Het programma Publieksdienstverlening sluit 2006 af met een positief resultaat van 1,9 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat: Burgerzaken heeft in 2006 meer producten verstrekt, met name paspoorten en rijbewijzen. Dit leidt tot een
•
voordeel van per saldo 0,5 miljoen euro. Over de jaren 2004-2006 zijn nabetalingen ontvangen voor
werkzaamheden aan het Vreemdelingenloket en voor de overdracht van taken van verklaringen omtrent het gedrag. Deze baten van ruim 0,1 miljoen euro waren niet begroot. Verder zijn er diverse (kleine) voordelen op de bedrijfsvoering (circa 0,2 miljoen euro).
• De budgetten voor e-dienstverlening (Top 10) en Call Centre zijn niet volledig besteed. In 2006 is slechts een pilot gehouden in plaats van de volledige uitrol en nog niet alle benodigde systemen zijn aangeschaft (0,6 miljoen euro voordeel). De technische verrekening in verband met de overname van hard- en software door het ABU levert een voordeel op van 0,3 miljoen euro.
243
Hogere lasten in verband met hogere baten Op verschillende programma’s zijn de gerealiseerde lasten en baten hoger dan in de actuele begroting, zonder dat dit gevolgen heeft voor het resultaat. Dit is bijvoorbeeld het geval als een niet begrote rijksbijdrage ontvangen is, die vervolgens ook al uitgegeven is. Het saldo van de lasten en baten is dan nul, maar de kosten en opbrengsten waren
wel hoger dan geraamd. In deze paragraaf besteden we extra aandacht aan dergelijke verschillen. Naast rijksuitgaven kunnen deze ook hun oorzaak hebben in afrekeningen oude jaren dan wel omzetverhogende of -verlagende posten. In het programma Algemene ondersteuning zijn de lasten en baten ruim 90 miljoen euro hoger dan begroot als gevolg van hogere volumes op de kostenplaatsen. Daarnaast zijn de lasten en baten ruim 1,1 miljoen euro hoger doordat er meer D2-subsidie is ontvangen dan begroot. Deze subsidie is gestort in de betreffende voorziening. Tot slot zijn de baten en lasten 0,6 miljoen euro hoger door doorberekende extra werkzaamheden van het ABU op het gebied van telefonie. In het programma Bereikbaarheid zijn de lasten en baten circa 20 miljoen euro hoger door de financieel technische verwerking van de lopende investeringenprojecten HOV en Auto. In het programma Stedelijke ontwikkeling zijn de lasten en baten bij het onderdeel vastgoedadvies ruim 10 miljoen euro hoger wegens de aankopen voor HOV (7,4 miljoen euro) en door meer opdrachten dan begroot (2,7 miljoen euro). Bovendien zijn bij verkoop gemeentelijk eigendommen de lasten en baten 7,2 miljoen hoger in verband met interne overboekingen. Daarnaast zijn bij vastgoedbeheer de lasten en baten 6,6 miljoen euro hoger door de afboeking en opbrengst boekwaarde GVU-gebouw (2,5 miljoen euro) en in verband met kapitaallasten door herziening van
activaklassen en in exploitatie genomen multifunctionele panden (4,1 miljoen euro). Tevens zijn op de facilitaire taak gebouwen de lasten en baten 2 miljoen euro lager als gevolg van een lagere omzet op het eigenaarsonderhoud en de overdracht van de telefonie naar het ABU. De lasten en baten in het programma Beheer openbare ruimte zijn op het onderdeel onderhoud en herstel circa 8 miljoen euro lager dan begroot als gevolg van een lagere omzet van het Ingenieursbureau IBU. Binnen het programma Milieu en duurzaamheid zijn in 2006 beschikkingen van het Rijk ontvangen voor bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit voor een bedrag van 2,5 miljoen euro. Deze bijdrage was niet opgenomen in de begroting, waarmee de lasten en baten hoger uitvallen. In het programma Economische zaken zijn de lasten en baten 0,6 miljoen euro hoger dan begroot door het financieel technisch verwerken van kredieten en door meer opdrachten en bijdragen van derden (onder andere project Utrecht Investment Agency). De lasten en baten van het programma Openbare orde en (wijk)veiligheid zijn 2,5 miljoen euro hoger uitgekomen door niet geraamde opdrachten en bijdragen van derden voor Veilig ondernemen en 2,4 miljoen euro lager doordat de uitgaven voor gebiedsgerichte en doelgroepgerichte aanpak rechtstreeks ten laste van de voorziening brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid van het grotestedenbeleid zijn gebracht. Bij het programma Onderwijs, educatie en bibliotheek zijn de hogere lasten en baten van 1,1 miljoen euro op het onderdeel sociale infrastructuur met name te verklaren uit bijdragen van schoolbesturen voor schoolgericht maatschappelijk werk en voor de uitvoering van het Convenant voortijdig schoolverlaten (VSV). Binnen het programma Welzijn zijn hogere lasten en baten ontstaan van ruim 0,2 miljoen euro in verband met ISV gelden voor Sociale wijkontwikkeling Overvecht.
De lasten en baten van het programma Sociale infrastructuur zijn per saldo 5,1 miljoen euro lager dan begroot doordat er minder rijksbijdragen zijn ontvangen voor de doelstelling ‘Geen leerling zonder diploma van school’ (4,4 miljoen euro), de doelstelling ‘Van de straat en veilig’ (0,3 miljoen euro) en Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheden (PaVEM) (1,4 miljoen euro). Daarnaast is voor de doelstellingen ‘Gezond en Wel in de stad’, ‘Gedeeld burgerschap’ en ‘naar een veiliger samenleving’ 1 miljoen euro meer ontvangen dan begroot.
244
In het programma Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid zijn de lasten en baten ruim 1 miljoen euro lager bij het verstrekken van de bijstand op de overige uitkeringen. Hogere lasten en baten in het programma Volksgezondheid van circa 0,5 miljoen euro houden verband met de tuberculosebestrijding en -behandeling en met de in de betreffende voorziening gestorte vergoeding van de VRU in verband met de overheveling van de GHOR-organisatie naar de VRU.
Incidentele baten en lasten Hieronder volgt een – wettelijk verplicht – overzicht van de incidentele baten en lasten in 2006: Algemene ondersteuning: de bijdrage aan de slachtoffers van de natuurrampen in Java en Suriname van 0,1 miljoen
• euro. • Openbare orde en (wijk)veiligheid: de kosten van het trapincident aan de Oude Gracht (circa 0,2 miljoen euro). Topinkomens
Met ingang van 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) van kracht. Deze wet bepaalt dat inkomens die hoger zijn dan het inkomen van een minister, in de jaarrekening opgenomen moeten worden. Binnen de gemeente Utrecht waren in 2006 geen medewerkers die dergelijke topinkomens hebben ontvangen.
245
5.3 Gebeurtenissen na de balansdatum Bij de raming van de uitkering uit het gemeentefonds was op balansdatum nog niet bekend in hoeverre de behoedzaamheidsreserve tot uitkering zou komen. Het Rijk heeft op 5 maart 2007 de eerste gegevens gepubliceerd uit de maartcirculaire waaruit blijkt dat de behoedzaamheidsreserve voor slechts circa 26 miljoen euro landelijk tot uitkering komt (in de raming was rekening gehouden met circa 83 miljoen euro landelijk). Op basis hiervan rekenen we op een nadeel (na balansdatum) van 1 à 1,5 miljoen euro over 2006. Op 7 maart 2007 is een landelijk onderhandelingsakkoord gesloten over de arbeidstijden bij de brandweer. Partijen zijn overeengekomen om de roosters te baseren op een aanwezigheid van 48 uur per week met behoud van de huidige bezoldiging. Medewerkers die in de periode van 1 juni 2006 tot en met 31 december 2006 gemiddeld 54 uur per week waren ingeroosterd, ontvangen een nabetaling van zes keer het uurloon per week. De hiermee gemoeide kosten leiden tot een nadeel (na balansdatum) van ongeveer 0,6 miljoen euro. Bovengenoemde nadelen zullen we betrekken bij de voorjaarsnota 2007.
247
248
Hoofdstuk 6 – Balans met toelichting
249
6.1 Balans
Activa Vaste activa Immateriële vaste activa
• Kosten onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa
•
Investeringen met economisch nut
Financiële vaste activa
• • Leningen aan woningcorporaties • Leningen aan overige verbonden partijen • Overige langlopende leningen • Uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar • Bijdrage aan activa van derden Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
Vlottende activa Voorraden
• Grond- en hulpstoffen • Onderhanden werk • Gereed product en handelsgoederen Kortlopende vorderingen
• • Verstrekte kasgeldleningen • Overige vorderingen • Overige uitzettingen
Vorderingen op openbare lichamen
Liquide middelen
• Bank en giro • Kas
Overlopende activa Totaal activa
Stand per
Stand per
31-12-2005
31-12-2006
1.096.162
1.182.129
2.041
0
2.041
0
617.578
673.180
617.578
673.180
476.543
508.949
93.233
88.233
17.252
19.111
82.732
69.968
106.817
102.777
175.094
225.087
1.415
3.774
363.190
391.674
82.997
36.065
437
770
82.086
34.738
474
557
181.787
270.609
0
30.698
139.148
181.170
42.629
58.730
10
10
1.622
326
1.304
0
318
326
96.785
84.674
1.459.352
1.573.803
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
250
Passiva Vaste passiva Eigen vermogen
Stand per
Stand per
31-12-2005
31-12-2006
1.301.832
1.408.233
575.638
642.725
• Algemene reserve • Overige bestemmingsreserves • Saldo van de rekening van baten en lasten
1.856
80.167
537.062
445.324
36.720
117.235
Voorzieningen
294.294
319.675
Langlopende schulden
431.900
445.832
• Obligaties • Onderhandse leningen van binnenlandse banken • Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven • Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren • Door derden belegde gelden • Waarborgsommen Vlottende passiva Vlottende Schulden
• Bank en giro • Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva Totaal passiva
19
19
277.304
293.973
1.040
1.026
2.723
2.977
145.955
142.513
4.859
5.325
157.520
165.569
15.902
48.193
0
12.613
15.902
35.580
141.618
117.376
1.459.352
1.573.803
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: gegarandeerde geldleningen van 1.202 miljoen euro. Zie voor een specificatie de bijlage borgstellingen.
251
252
6.2 Toelichting op de balans
Waarderingsgrondslagen Immateriële vaste activa Dit zijn kapitaaluitgaven waar geen bezittingen tegenover staan. De waarderingsgrondslag omvat de uitgavenprijs verminderd met de afschrijvingen, ontvangsten en beschikkingen over de reserves. De maximale afschrijvingsduur is vijf jaar, afgestemd op de te verwachten gebruiksduur. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de vastgestelde tabellen. Materiële vaste activa De materiele vaste activa met economisch nut worden gewaardeerd op grond van de aanschafwaarde, verminderd met ontvangsten van derden en afschrijvingen. De materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden gewaardeerd op grond van de aanschafwaarde, verminderd met ontvangsten van derden, afschrijvingen en indien van toepassing onttrekkingen aan de daartoe bestemde reserves. De afschrijvingen vinden plaats volgens de annuïtaire of lineaire
methode. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de economische levensduur volgens de vastgestelde tabellen. Indien deze zaken duurzaam in waarde verminderen, wordt de waarde navenant aangepast (zie de bijlage afschrijvingstabel). Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen leningen, verstrekt aan derden (vooral woningbouwcorporaties), worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Indien deze zaken duurzaam in waarde verminderen, wordt de waarde navenant aangepast. Voorraden De voorraden overige grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktprijs. De voorraad gereed product en handsgoederen is gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktprijs. De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen kostprijs en verminderd met de reeds ontvangen voorschotten. De kostprijs bestaat uit directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en interest. Voor winstneming op projecten wordt de complete contractmethode toegepast, waarbij de winsten pas genomen worden op het moment dat het werk gereed is. Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zonodig een voorziening gevormd. Tevens zijn alle in exploitatie genomen bouwgronden hieronder verantwoord. Kortlopende vorderingen Vorderingen worden tegen de nominale waarde gewaardeerd, onder vermindering van de voorziening dubieuze debiteuren. Uitzettingen Hieronder worden de beleggingen verantwoord, die anders dan langlopende effecten, op korte termijn (rentetypische looptijd korter dan een jaar) zijn om te zetten in liquide middelen. Liquide middelen De liquide middelen staan ter vrije beschikking en worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende activa De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op 2007, maar al in 2006 zijn voldaan, nog te ontvangen bedragen voor 2006 en overige overlopende activa.
253
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene en bestemmingsreserves, alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten. Voorzieningen Onder de voorzieningen zijn opgenomen de, op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en of risico’s, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Hier zijn tevens de van derden ontvangen (verplicht te besteden) bijdragen opgenomen. Langlopende schulden Onder de langlopende schulden worden verstaan de schulden met een oorspronkelijke looptijd van twee jaar of langer. Opgenomen is het oorspronkelijk geleende bedrag minus de aflossingen. Vlottende passiva De vlottende passiva worden tegen de nominale waarde gewaardeerd. Overlopende passiva De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op 2007, maar al in 2006 zijn ontvangen, nog te betalen bedragen voor 2006 en overige overlopende passiva.
Materiële vaste activa Materiële vaste activa met
Bijdragen van
(Des)
Boekwaarde
31-12-2005
Afschrijvingen
derden
Investeringen
31-12-2006
131.544
-1.394
0
25.335
158.273
19
9
0
-10
0
279.072
14.406
1.013
68.445
332.098
8.699
2.332
0
1.330
7.697
26.182
13.225
0
29.616
42.573
waterbouwkundige werken
48.418
4.412
0
14.642
58.648
Overige
19.079
3.750
0
173
15.502
Lopende investeringen
104.566
0
0
-46.176
58.390
Totaal
617.578
36.741
1.013
93.356
673.180
economisch nut Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen
Boekwaarde
Machines, apparaten en installaties Grond, weg- en
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
254
Herschikking activa klassen In 2006 heeft de afronding van de indeling van de vaste activa klassen plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot onderlinge herschikking binnen de vaste activa: Omschrijving
Des-/Investeringen
Kosten onderzoek
-33
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen
3.700 -2.106
Vervoermiddelen
-207
Machines, apparaten en installaties
648
Grond, weg- en waterbouwkundige werken Overige
469 -2.471
Totaal
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Gronden en terreinen In 2006 is 14,1 miljoen euro geactiveerd voor onder meer de sportcomplexen UVV en VV De Meern en het Amaliapark. In het kader van vastgoedbeheer is verder 8,6 miljoen euro geactiveerd voor Hart van Noord, kindercluster ‘t Zand en de sportcampus. Bedrijfsgebouwen In 2006 is voor 73,3 miljoen euro aan afgeronde investeringsprojecten geactiveerd. Dit betrof bijvoorbeeld de sportcampus, Hart van Noord, kindercluster ‘t Zand, transferium Westraven, uitbreiding en aanpassing van de Mytylschool, sportpark UVV en het Dick Brunahuis. Vervoermiddelen
Voor 1,5 miljoen euro is in 2006 geïnvesteerd in voertuigen bestemd voor afval inzameling en onderhoud van de openbare ruimte. Machines, apparaten en installaties De vermeerdering van 36,4 miljoen euro is het gevolg van de ingebruikname van de activa zoals genoemd onder ‘gronden en terreinen’ en ‘bedrijfsgebouwen’, waarvan zij onderdeel uitmaken. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
De vermeerdering van 14,2 miljoen euro betreft de activering van afgeronde investeringsprojecten voor sportaccommodaties (zoals UVV sportpark, voetbal VV De Meern, atletiekbaan Amaliapark, MHC Fletiomare en herinrichting Liesbospark). Overige materiële vaste activa De vermeerdering van 2,6 miljoen euro betreft onder andere kantoormeubilair en meubilair buitenruimte.
255
Lopende investeringsprojecten. Hieronder worden alle lopende investeringsprojecten verantwoord. Na afronding wordt een investeringsproject overgeheveld naar de betreffende activa klasse. Enkele lopende projecten zijn: Omschrijving
Bedrag
Kindercluster Noord
10.624
Cultuur Campus Vleuterweide
5.243
Muziekpaleis
5.074
Zorgcluster Spoor 2
3.588
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking aan deelnemingen De vermindering van de boekwaarde met 5,0 miljoen euro is het gevolg van de verkoop van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf Utrecht aan Connexxion. De kapitaalverstrekking van 83,1 miljoen euro aan de REMU
Houdstermaatschappij betreft het maximale (indirecte) deel van de gemeente Utrecht in de garanties die de door de Houdstermaatschappijen REMU en GCN zijn overeengekomen bij de verkoop van REMU aan Eneco. Aangezien er geen zekerheid bestaat of wij deze vordering zullen ontvangen is onder de passiva een risicovoorziening opgenomen. Door de fusie van nv Hydron Midden-Nederland, nv Hydron Flevoland en Vitens bv zijn de aandelen nv Hydron Midden Nederland omgezet in aandelen Vitens bv Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
NV Bank Nederlandse Gemeenten
77
77
BV Muziekcentrum
16
16
Vitens bv
36
36
Uw Holding GEM Vleuterweide cv GEM Vleuterweide Beheer bv Gemeente Vleuten-De Meern zelfstandig bv REMU Houdstermaatschappij GVU deelname aandelenkapitaal Houdstermaatschappij REMU Houdstermaatschappij GCN Wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok Utrechtse Maatschappij voor Stadsherstel nv Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
256
0
0
1.725
1.725
9
9
18
18
83.125
83.125
5.000
0
47
47
6
6
2.269
2.269
905
905
93.233
88.233
Leningen woningbouwcorporaties De aan de erfpachten gerelateerde leningen aan woningcorporaties zijn hier ondergebracht. Onderstaand treft u een overzicht aan van deze leningen.
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
Amnis
6.711
6.636
Bo-Ex
2.670
2.625
Mitros
4.898
4.845
Omschrijving
KABU Juliana Utrechts Restauratiefonds Totaal
330
310
2.643
2.586
0
2.109
17.252
19.111
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Leningen aan overige verbonden partijen In 2006 zijn geen nieuwe leningen aangegaan voor wat betreft de verbonden partijen. De vermindering van 12,765 miljoen euro betreft de aflossing. Overige langlopende leningen Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
Aan erfpacht gerelateerde leningen Hoog Catharijne
17.726
17.702
Bestuursregio Utrecht
75.372
68.979
2.504
2.108
Omschrijving
Leningen verstrekt door Krediet Bank Utrecht Garantielening Magreb Garantielening Faja Lobi Garantielening Yasamspor
7
0
19
12
24
0
Lening UW Holding
3.176
2.723
Leningen verstrekt door Stimuleringsfonds Utrecht
6.322
9.544
Stichting Wittevrouwen Bolwerk
319
290
Leasecontracten
720
735
Claim Aannemer
691
730
Voorziening garantiedebiteuren
-63
-46
106.817
102.777
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Ultimo 2006 is er totaal 225 miljoen euro langjarig belegd bij een tweetal banken. Van de opbrengst REMU is in 2003 175 miljoen belegd ter dekking van het wegvallen van het jaarlijkse dividend. In verband met de over liquide positie
van de gemeente is in 2006 een nieuwe langlopende belegging uitgezet van 50 miljoen euro. Daarnaast is er nog een belegging van 0,07 miljoen euro bij het Grootboek Nationale Schuld en worden op deze post ook de waarborgsommen voor bijvoorbeeld depots TNT verantwoord. Het laatste betreft een bedrag van 0,015 miljoen euro.
257
Bijdrage aan activa van derden De gemeente kan bijdragen aan activa van derden activeren als:
• Er sprake is van een investering door een derde; • De investering bijdraagt aan de publieke taak; • De derde zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op de overeengekomen wijze en; • Bij in gebreke blijven de bijdrage kan worden teruggevorderd of recht kan doen gelden op het betreffende activa. De gemeente heeft aan derden de onderstaande investeringsbijdragen verstrekt: Stand
Vermeer-
Vermin-
31-12-2005
deringen
deringen
Afschrijving
31-12-2006
20
0
0
10
10
Museum Speelklok
254
690
0
78
866
Theater St. Zimihic
203
0
0
14
189
Werkruimten Draaiweg
521
191
521
13
178
Mil. Barak Fort Blauwkapel
316
0
0
23
293
Klein Geertekerkhof 6
101
0
0
7
94
Omschrijvingen Theater aan de Werf
Stand
Volkstuin Gageldijk
0
52
0
3
49
Peuteropvang/voorscholen
0
1.760
0
117
1.643
Kinderopvang
0
323
0
21
302
Werkruimten Mariëndaalstraat
0
150
0
0
150
1.415
3.166
521
286
3.774
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
De bijdrage aan Museum Speelklok van 0,9 miljoen euro betreft een investeringssubsidie voor de verbouwingen van Museum Speelklok tot Pierement in 2004 en 2006. De bijdrage van 1,6 miljoen euro aan de peuteropvang/voorscholen is voor het verbeteren van de huisvesting van peuterspeelzaallocaties en voorschoollocaties.
Voorraden Onderhanden werk
Het saldo onderhanden werk betreft de saldi van de lopende grondexploitaties, de gronden en panden die op korte termijn worden opgenomen in een grondexploitatie en de door derden gefinancierde investeringsprojecten. Jaarlijks wordt het verschil tussen de lasten en baten aan deze post toegevoegd en/of onttrokken. Bij de afsluiting van de grondexploitatie of het project wordt het saldo als resultaat genomen. Omschrijving Grondexploitatie Leidsche Rijn Grondexploitatie Stationsgebied Grondexploitaties binnenstedelijk
31-12-2005
31-12-2006
62.487
18.297
9.828
14.526
-7.345
-27.063
Strategische verwerving/voorraadfunctie
9.468
5.935
Projecten overig
7.649
23.043
82.087
34.738
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
258
Kortlopende vorderingen Vorderingen op openbare lichamen
Dit betreft de verrekening met de fiscus inzake het BTW-compensatiefonds. Verstrekte kasgeldleningen Ter regulering van de liquiditeitspositie is ultimo 2006 181,2 miljoen euro in deposito geplaatst. Overige kortlopende vorderingen Dit betreft het openstaande debiteurensaldo per 31 december 2006 van 58,7 miljoen euro.
Overlopende activa
Omschrijving
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
Geldstromen onderweg
2.621
1.572
Vooruitbetaalde bedragen
8.054
9.535
83.696
71.200
2.414
2.366
96.785
84.674
Nog te ontvangen bedragen Tussenrekeningen Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Vooruitbetaalde bedragen
Dit bedrag moet in de toekomstige jaren nog ten laste van de exploitatie worden gebracht. Enkele grote posten zijn: De vergoeding van 3,7 miljoen euro die ter beschikking is gesteld aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs en
• de Stichting Openbaar Voorgezet Onderwijs; • Voorschotbetalingen onderhanden werk Leidsche Rijn van 2,4 miljoen euro; • Bevoorschotting aan de AVU van 1,6 miljoen euro inzake vuilverwerking.
Daarnaast is er nog een veelvoud aan kleinere posten. Nog te ontvangen bedragen
Dit betreffen posten die na balansdatum nog worden afgerekend, gefactureerd of verrekend. Ook hier geldt dat naast een aantal grote posten een veelvoud aan kleinere is verantwoord. Omschrijving
Bedrag
Overdracht GVU
29.000
Overlopende rente en aflossingen leningen
15.946
Vitens
3.500
Gemeentefonds
1.415
Subsidies sociale zaken en werkgelegenheid, rijksbijdragen, etcetera
1.801
Concessievergoeding Haarrijnseplas
7.692
Erfpachten
6.137
Overige posten
5.709
Totaal
71.200
Bedragen zijn in duizenden euro’s. 259
Eigen Vermogen Reserves Omschrijving
Stand per 31-12-2005
Toevoeging
Algemene reserve
103.199
39.949
Dienstbedrijfsreserves
-46.674
9.291
Resultaat
Stand per
verd. 2005
31-12-2006
7.472
-9.022
126.654
6.600
42.862
-1.121
Onttrekking
Dienstbedrijfsreserves grondexploitaties
-65.028
0
0
7.731
-57.297
10.359
0
1.994
3.566
11.931
1.856
49.240
16.066
45.137
80.167
Bestemmingsreserves
537.062
125.379
201.133
-15.983
445.324
Totaal reserves
538.919
174.619
217.199
29.154
525.492
Algemene dekkingsreserve Totaal Algemene reserve
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Algemene reserve In 2006 is 36,7 miljoen euro reservering toegevoegd aan de algemene reserves in het kader van de afwikkeling van de voorfinanciering van het Bereikbaarheidsoffensief Utrecht. Daarnaast heeft de raad bij de bestuursrapportage besloten om 3,2 miljoen euro toe te voegen. Bij de verantwoording 2005 was dit bedrag onttrokken ter dekking van het nadelig gemeentebrede resultaat. Ten behoeve van de financiële bestedingsruimte 2006 is 7,5 miljoen euro onttrokken. Bij de resultaatbestemming bij de verantwoording 2004 was hiertoe besloten. Dienstbedrijfsreserves Deze reserves vervullen binnen de budgetregels de eerste beperkte achtervang voor risico’s die de diensten lopen over de apparaatskosten en vormen daarmee het weerstandsvermogen van de afzonderlijke diensten. De stortingen en onttrekkingen zijn conform de door de gemeenteraad genomen besluiten. Dienstbedrijfsreserve grondexploitatie De vorming van de voorziening voor de te verwachten negatieve grondexploitaties Leidsche Rijn is ten laste gebracht van dit onderdeel van de algemene reserve. Algemene dekkingsreserve De renteopbrengst over deze reserve wordt aangewend als algemeen dekkingsmiddel. Aanwending van deze reserve leidt daarom direct tot een dekkingsprobleem voor de Utrechtse begroting. De onttrekking betreft de dekking van de financiële gevolgen van de afwikkeling van de aanpassing vaste activa waartoe de raad in december 2006 heeft besloten.
260
Bestemmingsreserves Programmareserve Openbare Orde en Veiligheid Economische Zaken Onderwijs/Educatie/Bibliotheek
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
4.593
5.899
63
94
30.436
19.581
Cultuur
4.602
2.676
Welzijn
1.882
11.387
Sport
26.394
4.325
Sociale Zaken en Arbeidsmarkt
22.949
24.688
1.191
814
24.934
31.763
Volksgezondheid Wonen en monumenten Beheer Openbare Ruimte
5.761
28.618
36.267
33.488
Leidsche Rijn
5.500
7.838
Milieu en Duurzaamheid
4.027
2.025
Stedelijke Ontwikkeling
Bereikbaarheid
4.993
6.928
15.140
28.721
Democratie
2.788
3.215
Publieksdienstverlening
1.008
785
332.889
196.971
Sociale Infrastructuur
Algemene Middelen Algemene Ondersteuning
8.647
8.591
Reserves ten bate van vaste activa
2.998
26.918
537.062
445.325
Totaal reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Voor een specificatie van de mutaties in de bestemmingsreserves verwijzen wij u naar de financiële bijlagen (staat van reserves). Bestemmingsreserve Onderwijs, educatie en bibliotheek In het kader van het masterplan voortgezet onderwijs is per saldo 7,1 miljoen onttrokken en voor het onderwijsachterstandenbeleid is 1,7 miljoen euro onttrokken. Daarnaast is 1,9 miljoen euro onttrokken en toegevoegd aan de vaste activa reserves. Bestemmingsreserves Cultuur De grootste onttrekking betreft de Vrede van Utrecht (1,7 miljoen euro). Bestemmingsreserves Welzijn Voor kinderopvang is 1,9 miljoen euro in deze reserve gestort. Bij de resultaatbestemming 2005 is 11,7 miljoen euro toegevoegd waarvan in 2006 ook weer 3,9 miljoen euro is onttrokken. Bestemmingsreserves Sport Aan deze reserve zijn voor de dekking van de investeringslasten onder andere onttrekkingen gedaan voor: Alendorp (10,0 miljoen euro), VV de Meern (5,4 miljoen euro), Rijnsche Park (5,8 miljoen euro), Kunstgrasvelden (1,1 miljoen euro) en VV de Meern (1,3 miljoen euro). Bestemmingsreserves Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid In 2006 is voor werk en inkomen 2,6 miljoen euro, voor de ID-banen 4,1 miljoen euro en voor werk en inkomen 2,6 miljoen euro onttrokken. Daarnaast is ten behoeve van de WVG 1,6 miljoen euro gestort. Bij de resultaatbestemming 2005 is 7,1 miljoen euro toegevoegd. 261
Bestemmingsreserves Wonen en monumenten Bij de bestuursrapportage 2006 is besloten om de verwachte hogere opbrengst bouwleges (3,2 miljoen euro) te reserveren. De overige toename van deze reserve is het gevolg van de toevoeging bij de resultaatbestemming 2005. Bestemmingsreserves Beheer openbare ruimte Bij de resultaatbestemming 2005 is 20 miljoen euro overgeheveld van het programma algemene middelen. Dit betreffen de gelden voor achterstallig onderhoud. Daarnaast is toen ook 2,5 miljoen gestort ten behoeve van de rioleringen. Bestemmingsreserves Stedelijke ontwikkeling In 2006 is per saldo 10,8 miljoen euro ten behoeve van de binnenstedelijke grondexploitaties onttrokken, waaronder 9,0 miljoen euro voor de kern de Meern. Bij de resultaatbestemming 2005 is 7,1 miljoen euro gestort. Bestemmingsreserves Leidsche Rijn De vermeerdering is onder ander het gevolg van de storting bij de resultaatbestemming 2005 van 2,3 miljoen euro ten behoeve van het Leidsche Rijn park. Bestemmingsreserves Stationsgebied In 2006 is 70 miljoen euro overgeheveld vanuit het programma algemene middelen. Dit bedrag is bij de resultaatbestemming 2005 ingezet ter dekking van de gevormde voorziening grondexploitatie stationsgebied. Bestemmingsreserves Bereikbaarheid Voor onder andere de voorfinanciering van het Randstadspoor is een bedrag gereserveerd van 1,5 miljoen euro. Bestemmingsreserves Sociale infrastructuur In 2006 is voor de uitvoering van accommodatiebeleid 7,2 miljoen euro onttrokken. Verder is voor de dekking van toekomstige investeringslasten van accommodaties 20,2 miljoen euro toegevoegd. Bestemmingsreserves Algemene middelen
In 2006 zijn de gereserveerde gelden voor het stationsgebied van 90 miljoen euro onttrokken en overgeheveld naar het programma stationsgebied voor 70 miljoen euro en is conform de besluitvorming 20 miljoen euro toegevoegd aan de algemene reserve in het kader van de voorfinanciering bereikbaarheid. Naast dit laatste bedrag is ook 26,0 miljoen euro onttrokken van de gereserveerde middelen voor bereikbaarheid. Andere onttrekkingen binnen de reserve zijn gedaan in het kader van het BTW-compensatiefonds (1,7 miljoen euro), taakstelling verdienend vermogen (4,0 miljoen euro), Leidsche Rijn (1,9 miljoen euro) en projecten sociale infrastructuur (1,7 miljoen euro). De toevoegingen binnen dit programma hebben betrekking op het BOR fonds (1,7 miljoen euro), egalisatie meerjarenraming (1,7 miljoen euro) en Leidsche Rijn (1,0 miljoen euro). Bestemmingsreserves Algemene ondersteuning Voor het innovatieve ontwikkelingsprogramma organisatie 2010 is 2,7 miljoen euro gereserveerd. In 2006 is besloten om de gereserveerde middelen van 1,2 miljoen voor juridische kosten vrij te laten vallen. Geactiveerde reservering voor investeringen met economisch nut Als gevolg van het BBV mogen de gemeentelijke à fonds perdu bijdragen niet meer ineens ten gunste worden gebracht van de investeringen met economisch nut. Deze bijdragen worden nu gereserveerd ten behoeve van de financiering van de kapitaallasten van de geactiveerde investeringen. Nota reserves en voorzieningen De toelichting op de aard en de reden van elke reserve is opgenomen in een aparte bijlage bij deze jaarrekening (nota reserves en voorzieningen).
262
Voorzieningen Boekwaarde
Omschrijving
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
Risicovoorzieningen
192.876
190.895
Egalisatievoorzieningen
43.404
45.035
Van derden ontvangen bestemmingsbedragen
58.014
83.745
294.294
319.675
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Voor een specificatie van de mutaties in de bestemmingsreserves verwijzen wij u naar de financiële bijlagen (staat van voorzieningen). Risicovoorzieningen Risicovoorzieningen hebben betrekking op gekwantificeerde risico’s, niet zijnde de risico’s over de apparaatskosten. De grootste voorzieningen per 31 december 2006 zijn: Afwikkeling REMU: 83,1 miljoen euro;
• • Grondexploitatie Leidsche Rijn: 48,6 miljoen euro; • Stationsgebied: 51,2 miljoen euro; • Brandschade: 4,1 miljoen euro; • Afwikkeling GVU: 1,0 miljoen euro. Egalisatievoorzieningen
Onder deze noemer worden de voorzieningen verantwoord die zijn ingesteld om in een aantal opeenvolgende jaren uitgaven te kunnen doen. Enkele grote egalisatievoorzieningen zijn: Binnenstedelijke grondexploitaties: 22,1 miljoen euro;
• • Nieuwbouw exploitaties: 2,0 miljoen euro; • Liquidatie voorzieningen: 7,3 miljoen euro; • Wethouderspensioenen: 5,2 miljoen euro.
De voorziening huurharmonisatie van 3,5 miljoen euro is in 2006 vrijgevallen. Van derden ontvangen bestemmingsbedragen. Dit zijn gelden die nog niet zijn besteed maar die onder strikte voorwaarden zijn verkregen van bijvoorbeeld de rijksof provinciale overheid. Enkele grote bestemmingsbedragen per 31 december 2006 zijn: ISV II: 17,4 miljoen euro;
• • Inkoop scholing en activering: 33,5 miljoen euro; • Brede doeluitkering SIV 2007-2009: 6,9 miljoen euro.
Nota reserves en voorzieningen De toelichting op de aard en de reden van elke voorziening is opgenomen in een aparte bijlage bij deze jaarrekening (nota reserves en voorzieningen).
263
Langlopende schulden Onderhandse leningen van binnenlandse banken
De onderhandse leningen zijn opgenomen bij diverse banken. Omschrijving Diverse leningen bij banken
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
277.304
293.972
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De toename betreft de storting van een in 2003 afgesloten lening. Er is in 2006 13,2 miljoen euro aan rente betaald. Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven Onder deze post zijn de leasecontracten voor 0,7 miljoen euro en de latente betalingsverplichting voor zekerheidsstelling voor een lening aan de Stichting Wittevrouwen Bolwerk van 0,3 miljoen euro verantwoord. Onder de financiële vaste activa is hiervoor eenzelfde bedrag opgenomen. Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren Een specificatie van deze leningen is onderstaand weergegeven.
Omschrijving Wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok KF Hein
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
2.269
2.269
454
408
Beyers Totaal
300 2.723
2.977
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Door derden belegde gelden De beleggingen door derden betreffen gelden van het BRU voor 137,9 miljoen euro (BOR fonds), de bv Muziekcentrum voor 4 miljoen euro en het Personeelsfonds voor 0,6 miljoen euro. De betaalde rente over deze beleggingen bedroeg in 2006 3,8 miljoen euro. Waarborgsommen
De waarborgsommen per 31 december 2005 betreffen: Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
intentieovereenkomsten in Leidsche Rijn
2.716
3.001
zekerstelling bij verhuur van panden
1.896
2.071
247
253
4.859
5.325
Omschrijving
Overige waarborgen Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
264
Vlottende schulden Overige kortlopende schulden
Dit betreft met name het saldo van de openstaande crediteuren per ultimo 2006.
Overlopende passiva Omschrijving
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2005
31-12-2006
Vooruit ontvangen bedragen
23.071
19.940
Nog te betalen bedragen
92.414
68.190
Geldstromen onderweg Tussenrekeningen Totaal
2.659
793
23.474
28.453
141.618
117.376
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Vooruit ontvangen bedragen Dit betreft een groot aantal posten zoals investeringsbijdragen, recettes cultuurdiensten, subsidies, etcetera. Nog te betalen bedragen Dit zijn kosten, uitgaven, verrekeningen en dergelijke die in 2007 worden afgerekend, of verrekend. Enkele grote posten zijn de subsidies en uitkeringen Sociale zaken en Arbeidsmarktbeleid (20,2 miljoen euro), betalingsverplichting en arbitrage Haarrijnseplas (11,4 miljoen euro) en rente leningen (7,0 miljoen euro). Tussenrekeningen Ook deze posten worden na de balansdatum afgewikkeld. Hier zijn onder andere de afdracht premies salarissen (9,4 miljoen euro) geboekt en verplichtingen in verband met vastgelegde bestellingen (12,7 miljoen euro).
265
266
6.3 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Ultimo 2006 bedroeg het totaal van de gegarandeerde geldleningen 1.202 miljoen euro. Het overgrote deel (1.088 miljoen euro) heeft betrekking op gegarandeerde geldleningen aan woningbouwcorporaties die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
267
Bijlagen Verklarende woordenlijst Begrip
Omschrijving Schriftelijke mededeling van de accountant waarin deze een oordeel geeft over
Accountantsverklaring
de getrouwheid en de rechtmatigheid van de (financiële) verantwoording. Jaarlijkse groei van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, gekoppeld
aan de groei van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Stijgen de rijksuitgaven, Accres
dan stijgt ook het Gemeentefonds, en andersom. De laatst door de Raad vastgestelde begroting. Dit betreft de nominale
Actuele begroting
begroting plus alle door de Raad vastgestelde begrotingswijzigingen.
Jaarlijkse afboeking van een deel van de boekwaarde van een geactiveerd goed. Deze wordt geacht de waardevermindering van het actief tot uitdrukking te
brengen. De afschrijving wordt ten laste gebracht van de rekening van baten Afschrijving
en lasten. Reserves waarvan de renteopbrengst wordt aangewend als algemeen
Algemene dekkingsreserves
dekkingsmiddel. Alle reserves niet zijnde bestemmingsreserves. Tot de algemene reserves worden gerekend de algemene reserve in enge zin, de algemene
Algemene reserves
dekkingsreserves, de reserve grondexploitaties en de dienstbedrijfsreserves. Uitkering uit het Gemeentefonds door het Rijk aan alle gemeenten op basis van algemene verdeelmaatstaven, vastgelegd in de Financiële verhoudingswet, met
Algemene uitkering
het karakter van algemene middelen. Overzicht van activa en passiva (bezittingen en schulden) van een organisatie
Balans
op een bepaald moment.
De aanduiding volgens de comptabiliteitsvoorschriften voor de Baten
opbrengsten/inkomsten van de gemeente. In dit stelsel worden uitgaven en ontvangsten toegerekend aan het tijdvak waarin het verbruik van goederen en diensten plaatsvindt en de baten ontstaan. Dit maakt het mogelijk om de integrale kosten en opbrengsten af te
Baten-lastenstelsel BDU
leiden uit de administratie en leidt daarmee tot een doelmatiger beheer.
Brede doeluitkering voor sociaal, fysiek of economie in het kader van GSBIII. Een aanpassing van begrotingsramingen tijdens het begrotingsjaar; een
Begrotingswijziging
dergelijk besluit wordt door de Raad genomen. Landelijke reserve binnen het Gemeentefonds die dient om de gevolgen voor de algemene uitkering van sterke fluctuaties in de gecorrigeerde rijksuitgaven op te vangen. Hiertoe zet het Rijk op voorhand een deel van de algemene uitkering landelijk ‘apart’. Op basis van de werkelijke rijksuitgaven wordt
bezien of (een deel van) de reserve aan de gemeenten wordt uitgekeerd of dat Behoedzaamheidsreserve
er nog een bijstorting door de gemeenten nodig is. Periodieke bestuursrapportage (voorheen managementrapportage), waarin tussentijdse verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid en waarin nieuwe ontwikkelingen worden gesignaleerd. Op basis van deze informatie kan tussentijds worden bijgestuurd en vindt bijstelling plaats van de
Berap
lopende begroting.
Bestemmingsreserves
Reserves waaraan de Raad een bepaalde bestedingsrichting heeft gegeven. 269
Begrip
Omschrijving Sinds 2003 geldt voor de gemeenten een BTW-regime. Het BTWcompensatiefonds is ingesteld om de verschillen tussen de verlaging van de begroting en die van het Gemeentefonds te egaliseren, opdat de invoering van
BTW Compensatie Fonds
het BTW-regime budgettair neutraal verloopt. Een beleidswijziging die de uitkomst van de begroting per saldo niet
Budgettair neutraal
beïnvloedt.
Besluit Begroting en Verantwoording
Wettelijke voorschriften voor de inrichting van de programmabegroting en –
Provincies en Gemeenten (BBV)
verantwoording. Stijging van het inkomen per werknemer als gevolg van een afgesloten
Contractloonstijging
collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) Het overdragen van meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden naar lagere overheden. Concreet kan dit leiden tot overheveling van taken (en de daartoe
Decentralisatie
benodigde middelen) van de centrale overheid naar andere overheden. Bepaalde gemeentelijke lasten kunnen aan de burger worden doorberekend (in Utrecht bijvoorbeeld de kosten van de riolering en afvalinzameling); de mate waarin dit gebeurt wordt tot uitdrukking gebracht door het dekkingspercentage. Bij een volledige doorberekening is sprake van een
Dekkingspercentage
dekkingspercentage van 100%. Het afschaffen, vereenvoudigen of stroomlijnen van regelingen en wetten die de overheid oplegt aan bedrijven, instellingen en burgers. Doel hiervan is bevordering van dynamiek en aanpassingsvermogen aan de economie en het
vermijden van onnodige bureaucratie en onnodig hoge kosten ten gevolge van Deregulering
ondoelmatige of inefficiënte regelgeving. Vervullen binnen de budgetregels de eerste beperkte achtervang voor risico’ s die de diensten lopen over de apparaatskosten en vormen daarmee het
Dienstbedrijfsreserves
weerstandsvermogen van de afzonderlijke diensten. De mate waarin een maximale hoeveelheid producten en prestaties is
gerealiseerd met een minimale hoeveelheid middelen of een hogere kwaliteit wordt bereikt bij een gelijkblijvende hoeveelheid middelen. Onderzoek naar
Doelmatigheid (efficiency)
doelmatigheid richt zich met name op verbetering van bedrijfsvoering. De mate waarin de geleverde producten en prestaties bijdragen aan het realiseren van de gestelde (beleids)doelen. Onderzoek naar doeltreffendheid
Doeltreffendheid (effectiviteit)
richt zich op de vergelijking van het gerealiseerde en het gewenste effect. Door een ministerie aan de gemeente verstrekte gelden ter uitvoering van een specifieke taak (bijvoorbeeld onderwijs, bijstand); een doeluitkering is dus niet
Doeluitkering (specifieke uitkering)
vrij besteedbaar. Dualisering is strikt genomen de ontvlechting van de taken en bevoegdheden tussen de Raad en het College. De Raad concentreert zich op kaderstelling,
Dualisering
controle en volksvertegenwoordiging, terwijl het College bestuurt Voorzieningen die samenhangen met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn
Egalisatievoorzieningen
van bepaalde kosten. Het eigen vermogen is het verschil tussen de activa en het vreemd vermogen. Het eigen vermogen op de balans bestaat uit het saldo uit de rekening, de
Eigen vermogen
algemene reserves en de bestemmingsreserves. Het kabinet, VNG, IPO en de UvW hebben een akkoord bereikt over beheersing van het EMU-saldo van de lokale overheden. Kern van het akkoord is dat gezamenlijk opgetrokken wordt om ervoor te zorgen dat het vastgestelde maximumtekort niet wordt overschreden. Ontwikkelingen in de uitvoering van lokale begrotingen worden nauw gevolgd worden en er zal worden gezocht
EMU-saldo (Europese Monetaire Unie)
270
naar mogelijkheden om het lokale EMU-saldo verder te beperken.
Begrip
Omschrijving De wijze waarop de gemeente in de behoefte aan geld (kort) en kapitaal (lang) voorziet: het geldbeheer. Uitgaven en inkomsten gaan niet altijd gelijk op en voor investeringen wordt in principe geleend. Daardoor kunnen tijdelijk overschotten of tekorten ontstaan. Op de geld- (kort geld) en kapitaalmarkt
Financiering
(lang geld) wordt dit glad gestreken.
Onderdeel en afgeleid van een hoofdfunctie. Een functie komt overeen met een onderdeel van het gemeentelijk takenpakket en geeft dus een globale
groepering van inkomsten en uitgaven per taakveld, per onderwerp van zorg.
Functie
Bijvoorbeeld: bijstandsverlening, sport, handel en ambacht, brandweer. Zekerheidsstelling door de gemeente ten behoeve van derden die een lening aantrekken. Bij derden valt te denken aan sportverenigingen of
welzijnsinstellingen. Ingeval van wanbetaling zal de gemeente de resterende Garantie
schuld dienen af te lossen. Landelijk begrotingsfonds onder beheer van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin een deel van de opbrengst van de rijksbelastingen wordt gestort. Uit dit fonds worden jaarlijks (algemene) uitkeringen gedaan aan de gemeenten ter dekking van een deel van hun uitgaven. Deze gelden zijn, voor
Gemeentefonds
zover daar geen wettelijke verplichtingen tegenover staan, vrij besteedbaar. Het beleid en de afspraken voor het grotestedenbeleid voor de jaren 2005 tot
GSBIII
en met 2009
Incidenteel
Eenmalig, dat wil zeggen niet jaarlijks terugkerende uitgave of inkomst. Uitkering uit het Gemeentefonds van tijdelijke aard ter overbrugging voor
Integratie-uitkeringen
gefaseerde overheveling van specifieke rijksuitkeringen Eén van de twee onderdelen van de verantwoording. De jaarrekening geeft een analyse van de afwijkingen tussen de begroting en de realisatie. Tevens wordt in de jaarrekening de stand van de gemeentelijke vermogenspositie
Jaarrekening
opgemaakt. Eén van de twee onderdelen van de verantwoording. Het jaarverslag bevat de meer beleidsmatige onderdelen, zoals de programmaverantwoording en de
Jaarverslag
paragraafverantwoording. Deze bestaan uit de componenten afschrijving en rente. Het zijn exploitatiekosten van activa. Deze volgen de levensduur. De rentekosten ontstaan omdat beslag op vermogen wordt gelegd. Vanwege jaarlijkse
Kapitaallasten
afschrijving daalt de boekwaarde en nemen de rentekosten af. Lening van het Financieringsfonds aan de diensten voor de financiering van de
Kapitaalverstrekking
vaste activa. Deel van het financieringstekort dat maximaal tegen kort geld mag worden geleend. Is het financieringstekort hoger dan de kasgeldlimiet dan moet dat via
Kasgeldlimiet
lang geld worden gefinancierd. Een absoluut getal of een verhoudingsgetal dat is uitgedrukt in fysieke- of in geldeenheden en dat de toestand van of de ontwikkeling op een programma in
Kengetal
beeld brengt. Opsomming van relevante gegevens met het doel in één oogopslag een indruk
Kerngegevens
te geven waar het in het desbetreffende werkterrein om gaat. Middelen die worden aangetrokken op de geldmarkt in de vorm van
Kort geld
kortlopende leningen (looptijd korter dan een jaar). Middelen die worden aangetrokken op de kapitaalmarkt in de vorm van
Lang geld
langlopende leningen (looptijd langer dan een jaar).
Heffing voor een gemeentelijk goed of een dienst op een publiekrechtelijke grondslag (bijvoorbeeld leges paspoorten, leges bouwvergunningen). Het Leges
totaal van de gemeentelijke leges mag niet meer dan kostendekkend zijn. 271
Begrip
Omschrijving Een liquiditeitsplanning geeft inzicht in tijdstip, omvang en periode waarvoor financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Door een tijdig inzicht daarin wordt voorkomen dat dure ad-hoc maatregelen moeten worden
Liquiditeitsplanning
genomen. Bestaansrecht (boodschap) van de organisatie, bezien vanuit de
Missie
maatschappelijke functie die zij vervult. Meerjarig ontwikkelingsprogramma gebaseerd op landelijke afspraken in het
MOP
kader van het grotestedenbeleid. Deze is opgenomen in de programmabegroting. Behandeling en vaststelling
Nominale begroting
vinden plaats tijdens de begrotingsbehandeling in november.
Nominale compensatie
De compensatie van loon- en prijsontwikkelingen.
Ombuiging
Verlaging van de uitgaven ten opzichte van een eerder vastgelegd ijkpunt. De door het Financieringsfonds gebruikte rekenrente bij het ter beschikking
Omslagrente
stellen van (lang) geld aan de diensten in de vorm van kapitaalverstrekking.
Onderuitputting
Onderbesteding van budgetten in enig jaar.
Onrendabele investering
Investering die alleen mogelijk is door een bijdrage uit de algemene middelen. Regeling op grond waarvan derden buiten de overheid recht hebben op een geldelijke bijdrage van de overheid (of van een sociaal fonds). Dit ongeacht of de overheid hiervoor voldoende budget heeft. Alleen door het aanpassen van de voorwaarden die in de regeling worden gesteld, kan de overheid het beroep
Openeinderegelingen
op een openeinderegeling beheersen. Een output kengetal is een bestuurlijk kengetal dat aangeeft wat/hoeveel de
Output kengetal
gemeentelijke bijdrage is voor het te realiseren maatschappelijk effect. Het MOP kent de volgende pijlers die elk een nadere onderverdeling kennen naar (deel)programma´s: Kwaliteit van Bestuur, Sociaal, Werk en Economie,
Pijlers
Fysiek, Veiligheid. Rechten voor het gebruiken van openbare grond of water. Het recht kan worden geheven van degenen die voorwerpen onder, op of boven openbare
Precariobelasting
gemeentegrond of water hebben of van degene voor wie dit gebeurt. Vormen van verzelfstandiging, waarbij door de overheid verrichte taken hetzij onder een minder directe vorm van overheidsinvloed worden gesteld, hetzij
Privatisering
geheel aan die overheidsinvloed worden onttrokken. Het overzicht van de geraamde (verwachte) baten en lasten, opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten. De begroting wordt door de Raad vastgesteld. De programmabegroting en -
verantwoording zijn ingedeeld in programma’s. Alle te leveren producten zijn hierin opgenomen. De programmabegroting geeft - in hoofdlijnen - inzicht in het door het College voorgestane beleid en de daarmee samenhangende Programmabegroting
financiële middelen voor het komend jaar en de daarop volgende drie jaren. Overzicht van de in een bepaald jaar gerealiseerde lasten en baten. De programmaverantwoording dient ter verantwoording van het uitvoeren van de
Programmaverantwoording
programmabegroting. Vormen van samenwerking tussen markt en overheid. Hierbij wordt gezocht
Publiekprivate
naar een institutionele vormgeving waarin het bereiken van synergie-effecten
samenwerkingsconstructie (PPS)
en een efficiënte allocatie van schaarse middelen centraal staan. Samenvattend overzicht van de belangrijkste (hoofd)taken van de gemeente en
Recapitulatiestaat (geconsolideerd)
de daarmee samenhangende uitgaven en inkomsten. Worden geheven ter dekking van de kosten van gemeentelijke dienstverlening (bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing en het rioolrecht). Rechten mogen
Rechten
maximaal kostendekkend zijn. Een dergelijke investering wordt geheel gedekt door opbrengsten van derden,
Rendabele investering 272
dan wel door verlaging van kosten (bijvoorbeeld energiebesparing).
Begrip
Omschrijving Het weerstandsvermogen dat dient als buffer voor de risico’s die worden
Reserve grondexploitatie
gelopen bij grondexploitaties. Dit betreft in beginsel vrij aanwendbare middelen. Daarom behoren ze tot het eigen vermogen. De reserves worden onderscheiden in algemene reserves en
Reserves
bestemmingsreserves.
Retributies
Zie rechten.
Risicoparagraaf
meerjarenraming en de jaarrekening.
Overzicht van risico’s zoals bekend bij het aanbieden van de begroting, de Voorzieningen die betrekking hebben op gekwantificeerde risico’s, niet zijnde de risico’s over de apparaatskosten (deze laatste worden gedekt door de Risicovoorzieningen
algemene reserve en/of bedrijfsreserves). Project dat tot doel heeft de verantwoordings- en controle-informatie van de gemeente aan het rijk te stroomlijnen en te vereenvoudigen/verminderen. Per specifieke uitkering is geen aparte accountantsverklaring meer vereist. Volstaan kan worden met de jaarrekening, met daarbij gevoegd een bijlage met
Single Informatie Single Audit (SISA)
een aantal gegevens per specifieke uitkering.
Specifieke uitkering
Zie: doeluitkering. Een begrotingspost waarop bedragen worden geraamd die nog niet specifiek
Stelpost
benoemd kunnen worden of nog te verdelen zijn. Jaarlijks terugkerend. Structurele kosten dienen (in principe) door structurele
Structureel
opbrengsten te worden gedekt. Overdrachten van de gemeente aan derden, zowel particuliere instellingen als
Subsidie
natuurlijke personen.
Treasury
Dit betreft het geheel van activiteiten in verband met de financiering. De treasuryparagraaf vormt na inwerkingtreding van de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) een onderdeel van de begroting en de jaarrekening. In de begroting wordt ingegaan op de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het
eerstkomende jaar. In het jaarverslag wordt door middel van een analyse ingegaan op de verschillen tussen de plannen in de begroting en de realisatie Treasuryparagraaf
van daarvan. Hierin worden de uitgangspunten, doelstellingen, beleidsmatige en organisatorische kaders voor de treasuryfunctie vastgelegd. Tevens bevat deze regels over de inhoud, vorm en periodiciteit van de verantwoordingsinformatie
Treasurystatuut
van de ambtelijke organisatie aan het College. Middelen, die doorgaans onder stringente condities zijn verkregen van derden, veelal de rijks- of provinciale overheid. Niet bestede middelen waaraan een minder stringente bestemming is gegeven of waarin een eigen gemeentelijke bijdrage is opgenomen worden vanwege de ruimere mate van keuzevrijheid gerangschikt onder de bestemmingsreserves. Indien de gemeente een bijdrage levert aan een in hoofdzaak met behulp van rijksbijdragen bekostigd
programma, dan wordt bij de jaarrekening verondersteld dat de rijksbijdrage eerst wordt benut. Eventuele overschotten betreffen dus de gemeentelijke Van derden verkregen middelen
bijdrage en zijn vrij besteedbaar. Is opgebouwd uit het jaarverslag en de jaarrekening, en wordt opgesteld conform het BBV. De verantwoording is de tegenhanger van de
Verantwoording
programmabegroting. Contractuele overeenkomst tot het betalen van een vast bedrag aan een
Verplichting
bekende partij.
273
Begrip
Omschrijving Verplichtingen met een voorwaardelijk karakter. Deze worden op de balans gerekend tot het vreemd vermogen. Ze worden getroffen voor toekomstige uitgaven, waarvan de oorzaak zich reeds heeft voorgedaan. Voorzieningen moeten dekkend zijn voor de achterliggende voorwaardelijke verplichtingen.
De voorzieningen worden onderscheiden in risico- en Voorzieningen
274
kostenegalisatievoorzieningen.
Financiële bijlagen
275
Bijlage staat van reserves Omschrijving Algemene reserve Algemene dekkingsreserve
Saldo
Toevoeging
Onttrekking
Resultaat
2005
31-12-2006
103.199
39.949
7.472
-9.022
126.654 11.931
31-12-2005
2006
2006
Saldo
10.359
0
1.994
3.566
Dienstbedrijfsreserves
-46.674
9.291
6.600
42.862
-1.121
Dienstbedrijfsreserves grondexploitatie
-65.028
0
0
7.731
-57.297
Totaal Algemene reserve
1.856
49.240
16.066
45.137
80.167
Bestemmingsreserve Openbare Orde en Veiligheid
4.593
530
185
961
5.899
63
0
0
31
94 19.580
Bestemmingsreserve Economische Zaken Bestemmingsreserve Onderwijs/Educatie/Bibliotheek
30.436
1.478
13.118
784
Bestemmingsreserve Cultuur
4.602
976
3.618
716
2.676
Bestemmingsreserve Welzijn
1.882
2.750
4.917
11.672
11.387
Bestemmingsreserve Sport
26.394
-12.439
9.891
263
4.327
Bestemmingsreserve Sociale Zaken en Arbeidsmarkt
22.949
2.187
7.573
7.125
24.688
1.191
0
1.898
1.521
814
24.934
4.500
1.835
4.164
31.763
5.761
1.552
1.204
22.509
28.618
36.267
2.774
13.809
8.256
33.488
5.500
0
0
2.338
7.838
0
70.000
0
-70.000
0
4.027
655
1.105
-1.552
2.025
Bestemmingsreserve Volksgezondheid Bestemmingsreserve Wonen en monumenten Bestemmingsreserve Beheer Openbare Ruimte Bestemmingsreserve Stedelijke Ontwikkeling Bestemmingsreserve Leidsche Rijn Bestemmingsreserve Stationsgebied Bestemmingsreserve Milieu en Duurzaamheid Bestemmingsreserve Bereikbaarheid
4.993
1.844
1.884
1.975
6.928
15.140
16.968
8.987
5.600
28.721
Bestemmingsreserve Democratie
2.788
504
144
67
3.215
Bestemmingsreserve Publieksdienstverlening
1.008
0
654
430
784
332.889
5.474
127.227
-14.165
196.971
Bestemmingsreserve Sociale Infrastructuur
Bestemmingsreserve Algemene Middelen en Onvoorzien
277
Bestemmingsreserve Algemene Ondersteuning
8.647
3.682
2.616
-1.122
8.591
534.064
103.435
200.665
-18.427
418.407
2.998
21.944
468
2.444
26.918
538.918
174.619
217.199
29.154
525.492
Mutaties reserves volgens exploitatie
0
102.884
144.994
36.720
0
Verschil
0
71.735
72.203
-7.566
0
0
0
0
-7.566
0
Middelen(buiten exploitatie)
0
70.000
70.000
0
0
Verschuiving tussen bestemmingsreserves tussen programma’s (buiten exploitatie )
0
1.735
1.735
0
0
Onttrekking vaste activa reserves
0
0
468
0
0
Totaal Bestemmingsreserves Reserves ten bate van vaste activa Totale Reserves
Verklaring verschil: Bestedingsvoorstel verantwoording 2005 programma Algemene Middelen (buiten resultaat) Verschuiving bestemmingsreserve tussen programma Stationsgebied en Algemene
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
278
Bijlage staat van voorzieningen Saldo Omschrijving Programma Openbare orde en veiligheid
Saldo
31-12-2005
Toevoeging
Onttrekking
31-12-2006
0
240
0
240
Programma Onderwijs/educatie/bibliotheek
160
0
0
160
Programma Volksgezondheid
288
-57
-66
297
0
1.490
0
1.490
Programma Beheer Openbare Ruimte Programma Stedelijke Ontwikkeling
527
0
0
527
Programma Leidsche Rijn
53.700
0
5.100
48.600
Programma Stationsgebied
51.272
0
0
51.272
Programma Democratie Programma Algemene middelen Programma Algemene Ondersteuning Totaal risico voorzieningen Programma Openbare orde en veiligheid
102
0
0
102
83.125
1.000
0
84.125
3.703
5.529
5.150
4.082
192.876
8.202
10.184
190.895
41
289 237
330
Programma Economische zaken
0
237
0
Programma Volksgezondheid
8
0
8
0
28.203
3.776
5.426
26.553
Programma Milieu en duurzaamheid
183
100
0
283
Programma Algemene middelen
680
141
0
820
Programma Algemene Ondersteuning
14.000
7.392
4.538
16.853
Totaal egalisatie voorzieningen
43.403
11.645
10.012
45.035
Programma Economische Zaken
2.431
1.794
2.448
1.778
Programma Onderwijs/educatie/bibliotheek
1.737
9.989
10.268
1.459
Programma Stedelijke ontwikkeling
279
Programma Cultuur
396
951
817
Programma Welzijn
1.168
120
1.252
36
25.976
53.793
43.063
36.706 2.178
Programma Sociale zaken en arbeidsmarkt Programma Volksgezondheid
530
2.080
2.566
2.468
Programma Stedelijke ontwikkeling
10.287
-2.198
7.543
546
Programma Milieu en duurzaamheid
12.036
21.761
2.394
31.403
1.469
32.084
26.352
7.201
435
327
470
292
0
1.762
145
1.617
58.015
122.951
97.220
83.746
294.294
142.799
117.417
319.675
Programma Sociale infra Structuur Programma Jeugd Programma Integratie en diversiteit Totaal van derden ontvangen bestemmingsbedragen Totaal voorzieningen Bedragen zijn in duizenden euro’s.
280
Afschrijvingstabel Materiele vaste activa
Nut
Methode
Gebruiks
duur
(jaren) Gronden en Terreinen 210
Gronden en Terreinen
economisch
niet
211
Parkeerterreinen
economisch
lineair
212
25 % van de cascowaarde ondergrondse parkeergarage
economisch
niet
economisch
annuïtair
n.v.t. 10 n.v.t.
Woonruimten 220
Woonruimten
40
Bedrijfsgebouwen 230
Bedrijfsgebouwen (aankoop)
economisch
annuïtair
40
231
Parkeergarages
economisch
annuïtair
30
235
Bedrijfsgebouwen (restauratie, levensduurverlengend)
economisch
annuïtair
20
236
Bedrijfsgebouwen (onderhoudsachtig)
economisch
annuïtair
10
40
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 270
Aanleg, vervanging herstel riolen
economisch
annuïtair
271
Aanleg en Inrichting sportterreinen
economisch
annuïtair
30
272
Aanleg en Inrichting toplaag sportvelden
economisch
annuïtair
15
310
Aanleg, verbetering en aanpassing van wegen en bruggen
maatschappelijk
lineair
15
311
Busbanen
maatschappelijk
lineair
15
Vervoermiddelen 240
Vervoermiddelen
economisch
lineair
15
241
Vervoermiddelen
economisch
lineair
10
242
Vervoermiddelen (personen)
economisch
lineair
5
243
Vervoermiddelen
economisch
lineair
8
Machines en installaties 250
Machines, gereedschappen, werktuigen etc
economisch
lineair
5
251
Apparatuur Parkeren
economisch
lineair
7
252
Installaties Parkeren
economisch
lineair
255
Machines Installaties in gebouwen
economisch
annuïtair
260
ICT grootschalig, hardware
economisch
annuïtair
7
261
ICT grootschalig, software
economisch
annuïtair
7
265
ICT kleinschalig, hardware
economisch
lineair
5
266
ICT kleinschalig, software
economisch
lineair
5
10
8 10
Overige materiele vaste activa Overige materiële vaste activa met economisch nut: 290
Inventaris (bureau's, stoelen, kasten)
economisch
lineair
390
Overige materiële vaste activa met maatschappelijk nut
maatschappelijk
lineair
297
Collectie Bibliotheek
economisch
niet
n.v.t.
298
Onderhandenwerk IP
maatschappelijk
niet
n.v.t.
299
Geheel afgeschreven activa
398
Onderhandenwerk IP
economisch
15
niet
n.v.t.
niet
n.v.t.
Investeringen met Maatschappelijk nut met een aanschafwaarde van minder dan 5 miljoen worden niet geactiveerd. 281
Bijlage borgstellingen (garanties en/of gewaarborgde geldleningen) Oorspronkelijk
Percentage van de
Restant van de
Restant van de
gewaarborgde lening
borgstelling geldt
31-12-2005
31-12-2006
Totalen Bo-Ex
67.047
0
324.389
260.122
Totalen Portaal
81.195
0
303.513
281.659
Totalen Mitros
88.040
0
370.772
309.359
3.343
0
110.111
136.694
65.152
0
64.321
65.527
3.037
0
1.807
1.874
6.352
0
6.352
6.352
Borgstelling verleend voor (naam instelling )
Totalen SSHU Totalen GroenRandWonen Totalen Wbv Utrecht
bedrag
lening waarvoor
lening
lening
Totalen Bouwver. Volksbelang Vianen Totalen SGBB
8.450
0
6.333
6.156
Totalen Habion
14.942
0
13.357
13.141
Totalen Woonzorg
27.777
0
23.782
29.006
IJsselsteinse Woningbouwver.
12.000
0
0
12.000
Totalen St. Den Bouwacker
1.405
100
1.225
1.206
Totalen St. Tuindorp BANS
4.917
100
1.261
1.097
5.242
100
6.720
6.796
457
100
432
429
205.997
50
21.294
19.038
13.613
100
7.098
6.346
3.517
100
2.258
1.966
-
100
10.771
10.621
3.630
100
835
739
-
100
110
0
Bouwbeheer
-
100
4.203
3.698
Revolving Fund (Monumenten)
-
100
2.284
2.023
408
100
82
0
52
100
43
41
6.607
100
5.616
5.368
Totalen St. Bartholomeus Gasthuis Totalen Ver. De Regentes WEW garanties Werkgeversgarantie Garanties SVN NRF Totaalfinancieringen Monumenten NRF RGSVH/BWS NRF Bouwrekeningen Bouwbeheer NRF totaalfinanciering
St. Sophia St. Werkruimte Kunstenaars UW Holding bv (UW-bedrijven) Sportvereniging Kampong
233
100
8
0
St. ‘Het Utrechtse Landschap’
145
100
15
10
82
100
27
21
Ver. Utrechtse Rugbyclub Voetbalvereniging Odin
77
100
12
12
St. ‘Het Utrechtse Landschap’
45
100
2
0
151
100
30
24
St. Sportzaal Welgelegen
75
100
25
0
Sportver. Zwaluwen Vooruit
34
100
14
0
136
50
77
73
54
100
19
16
Sportver. D.S.O
St. Tafeltennis Promotie Voetbalvereniging R.U.C.
282
Tennisver. At Risk
237
100
Domstad Dodgers
18
100
6
4
V.V.U.A.
10
100
8
7
127
100
72
59
45
100
32
29
34
100
24
22
Al
45
100
27
25
Tennisver. ULTC-Iduna
79
100
71
67
Sportvereniging Kampong
75
100
16
7
St. Landlust
51
100
30
26
125
100
111
106
12
100
9
8
Ned. Bridgebond
454
100
295
277
Sportvereniging Kampong
102
100
29
9
20
100
14
12
272
100
209
181
340
100
283
255
45
100
32
27
35
100
27
23
69
100
57
50
Hockey
69
100
57
50
Voetbalvereniging ‘Sporting'70’
25
100
19
16
Sportvereniging Kampong
148
140
St. Beheer Tennispark Rhijnauwen St. Beheer Tennispark Rhijnauwen
Sticht.Landlust Vechtlust+Oog in
Tennisver. ULTC-Iduna St. Tafeltennis Promotie SVE
Velox-SVVU-Celeritudo St. Financ.Beheer Kampong Hockey St. Financ.Beheer Kampong Hockey Sportschool Anton Geesink Sportvereniging Kampong Voetbal Sportvereniging Kampong Hockey Sportvereniging Kampong
Stichting Blaashal Domstad
60
100
45
37
Stichting de Noordpunt
125
100
117
108
Voetbalvereniging ‘De Meern’
200
100
200
200
SV Kampong (hoofdbestuur)
75
100
0
75
Korfbalvereniging HKC
28
100
0
26
125
100
0
121
Stichting Kampong Hockey Chr. Omnivereniging DESTO
225
100
0
225
St. Cascade
681
100
88
45
St. Cascade
1.815
100
335
230
182
100
48
42
St. Continu
4.992
100
799
599
St. Continu
1.815
100
290
218
St. Continu
1.361
100
327
272
St. Continu
5.309
100
1.274
1.062
St. Leger des Heils
1.042
100
859
841
St. Mij Zandbergen
245
100
135
129
34
100
10
8
St. Buitenl. Werknemers Midd.Ned
St. Scouting ‘De Vliegende Pijl’
283
St. Labrehuis Utrecht St. Weerdsingel
76
100
18
12
125
100
62
58
St. Trajectum Novum Zevenster
2.269
100
1.418
1.361
St. Geref. Bouwcorp. v. Bejaarden
2.291
100
2.041
2.004
St. Aveant (St. Cascade)
1.156
100
347
242
St. Aveant (St. Cascade)
785
100
139
92
1.134
100
499
454
4.992
100
4.527
4.442
St. Continu St. HABION (Land.Herv. Bouw.Bej.) St. Portes (Voorh.St. Welzijn Lunet)
227
100
181
174
St. Innova
673
100
399
361
St. Vrouwenopvang Utrecht
150
100
97
92
4.181
100
2.412
2.251
70
100
40
39
SHBU Zorgcentra Kinderdagverblijf ‘De Poppenzolder’ St. Continu
167
100
106
96
SHBU Zorgcentra
113
100
62
57
74
100
15
7
St. Sul (Utr. Lijnbest. Banen) SHBU Zorgcentra
2.814
100
603
201
St. Vrouwenopvang Utrecht
817
100
609
568
St. Secu
137
100
93
62
1.606
100
489
419
353
100
30
0
381
100
267
260
318
100
222
216
104
100
73
71
816
100
588
572
894
100
153
79
Rijn
500
100
450
425
Stichting Voorstaete
681
100
113
45
1.311.354
1.201.712
St.Evang.Luth.Rusthuis DeWartburg St. Gezondheidscentrum Kanaalstraat St. Wijkgezondheidscentrum Lunetten St. Wijkgezondheidscentrum Lunetten St. Wijkgezondheidscentrum Lunetten St. Wijkgezondheidscentrum Lunetten St. Bedrijfsgeneeskundigedienst Utrecht St. Gezondheidscentra Leidsche
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
284
672.719
Bijlage lokale heffingen en belastingen Tarief
Tarief 2006
Openbare orde en (wijk)veiligheid Vergunning voetbalwedstrijd
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Nominaal
Actueel
Realisatie
199
322
638
470,00
10
10
9
Vergunning voor het houden van een evenement in een gebouw
2.065,00
22
22
6
Bibob leges gemeente Utrecht
2.600,00
0
0
0
500,00
0
0
0
Eventuele verhoging inwinning advies bij bureau Bibob Bijzondere wetten (geïnd door Politie) Gebruiksvergunning gebouwen
diverse
0
0
304
gerelateerd aan m²
167
290
319
12.111
15.311
19.970
250
250
368
Wonen en monumenten 0,8% bij verlening, 0,48% bij weigering en 0,32% bij intrekking van de Monumentenvergunning
aanneemsom percentage aanneemsom
11.132
14.332
18.552
Gebruikswijziging gebouwen (per woning)
Bouw- en sloopvergunningen
844,40
362
362
497
Verklaring bestemming en gebruik (per adres)
108,50
68
68
60
59,10
27
27
56
165
165
284
bedrag per m²
99
99
147
7,60
8
8
6
Vergunning inneming openbare grond (leges per object)
gedifferentieerd Vergunning inneming openbare grond (precario)
bedrag per m²
gedifferentieerd Reclamevergunning Situatietekeningen (per tekening)
285
Tarief
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Nominaal
Actueel
Realisatie
27.990
27.976
28.282
25.066
25.066
25.356
1.078
1.014
1.033
15,10 t/m 897,00
570
570
545
32,10 en 73,90
47
47
201
12,50 en 130,90
240
240
54
56,30 t/m 195,20
73
73
98
529
529
544
23
23
19
Tarief 2006
Beheer openbare ruimte Rioolrechten Aansluitrecht (eigenaar)
169,91
Afvoerrecht (grootverbruik) 251 t/m 50.000 m³
1,22
50.001 t/m 100.000 m³
1,17
100.001 t/m 150.000 m³
1,08
Meer dan 150.000 m³
0,99
Opbrengsten begraafplaatsen 557,60 t/m Uitsluitend recht
9.786,00 109,00 t/m
Begraven en dergelijke Grafdekking en onderhoud Opgraven, herbegraven enzovoort Overige heffingen
1.415,00 17,15 t/m 255,70 123,00 t/m 346,70 29,50 t/m 100,35
Legesopbrengsten: Legesopbrengsten vergunningen standplaatsen, evenementen, opbrekingen en dergelijke Legesopbrengsten rioolvergunningen Legesopbrengsten velvergunningen Legesopbrengst reclamevergunningen Opbrengsten wijk- en warenmarkten Wijk- en warenmarkt per kwartaal Wijk- en warenmarkt per dag
25,65 t/m 42,30 2,80 t/m 5,15
Brug en schutgelden Bruggeld per opening buiten diensturen Schutgeld binnen de diensturen per vaartuig 286
49,30 3,00
Tarief Schutgeld buiten de diensturen per vaartuig
Tarief 2006
1,04
Vrachtschepen per ton laadvermogen, per jaar
3,63
Containerschepen per move
0,31
Passagierschepen, per persoon capaciteit, per reis
0,15
Passagierschepen, per persoon capaciteit, per kwartaal
1,71
Passagierschepen, per persoon capaciteit, per jaar
5,76
Pleziervaartuigen en vaarboten Pleziervaartuigen met een lengte tot en met 10 meter, per vaartuig, per reis
5,95
Pleziervaartuigen met een lengte tot en met 10 meter, per vaartuig, per jaar
124,50
Pleziervaartuigen met een lengte groter dan 10 meter, per meter, per jaar
0,60
Pleziervaartuigen met een lengte groter dan 10 meter, per meter, per jaar
12,60
Verhuurboren, per vaartuig, per jaar
260
310
333
30
30
62
74
74
38
22.716
22.716
22.729
22.716
22.716
22.729
19.575
16.774
16.901
19.575
16.774
16.901
34,75
Woonschepen, per m² oppervlak, per jaar
4,25
Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per reis
0,09
Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per kwartaal
1,04
Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per jaar
3,63
Milieu en duurzaamheid 225,36
Bereikbaarheid Parkeerbelasting en -heffing
Realisatie
124,50
Woonschepen
Afvalstoffenheffing
Opbrengst 2006
Actueel
0,09
Vrachtschepen per ton laadvermogen, per kwartaal
Verhuurboten, per vaartuig, per kwartaal
Opbrengst 2006
Nominaal
49,30
Vrachtschepen, containerschepen en passagierschepen Vrachtschepen per ton laadvermogen, per reis
Opbrengst 2006
Diverse
287
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Nominaal
Actueel
Realisatie
4.293
4.435
5.336
1.732
1.881
2.224
612
716
874
9,85-12,55
363
400
436
Akten
10,40
175
187
199
Verklaring omtrent gedrag
30,05
136
165
293
Huwelijken
98,00-1215,00
306
309
320
Naturalisatie/Optie Nederlands Schaprijbewijs
133,00-446,00
98
171
215
30,00-830,00
428
205
315
Diverse
442
401
460
8
6
6
8
6
6
59.294
59.319
59.812
57.473
57.473
57.735
299
324
324
Tarief
Tarief 2006
Publieksdienstverlening Leges Burgerzaken: Reisdocumenten
• van 1-1 t/m 25-8 • van 26-8 t/m 31-12 Rijbewijzen • van 1-1 t/m 30-9 • van 1-10 t/m 31-12 Afschriften GBA
Verblijfsvergunningen Diverse tarieven
31,25-43,95 31,25-51,90 42,10 45,25
Algemene ondersteuning Afschriften van (bestuurs-)stukken-gemiddeld tarief
8,00
Algemene middelen Onroerendezaakbelastingen (per 2.500 euro waarde) eigendom woningen
2,78
gebruik niet-woningen
3,98
eigendom niet-woningen
4,95
Precariobelasting Voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond per m² per jaar (laagste en meest voorkomende tarief)
Pomp voor meerdere soorten motorbrandstof per stuk per jaar
288
34,86 881,88
Tarief
Tarief 2006
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Opbrengst 2006
Nominaal
Actueel
Realisatie
1.085
1.085
1.315
437
437
438
146.186
146.859
153.674
5% van de Toeristenbelasting
overnachtingsprijs
Hondenbelasting per hond per kennel Totaal
56,40 169,80
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengsten zijn in duizenden euro’s.
289
Bijlage corresponderende posten Zoals afgesproken in de spelregels rond de uitgavenplafonds worden specifieke toevoegingen of onttrekkingen aan het gemeentefonds (ook wel corresponderende posten genoemd) één op één overgeheveld naar respectievelijk
uitgenomen uit het betreffende dienst- en programmabudget. Dit is voor een aantal posten nog niet gebeurd. Het gaat om nog te verrekenen taakmutaties voor een bedrag van 1,852 miljoen euro. De volgende mutaties voor 2006 moeten daartoe worden opgenomen bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Programma
Mutatie
Bedrag Dienst
Voorbereidingskosten wet inburgering nieuwkomers: toevoeging Sociale infrastructuur
1,008 miljoen euro incidenteel in 2006.
Onderwijs, educatie en
Verbreed toegelaten leerlingen VSO: toevoeging 0,024 miljoen euro
bibliotheek
incidenteel in 2006.
1.008 DMO 24 DMO
Aanvullende middelen 2e kamer verkiezingen: toevoeging 0,041 miljoen euro incidenteel in 2006 in verband met extra Publieksdienstverlening
controles stemmachines
41 DB&G
WMO: opschonen cliëntenbestand: toevoeging 0,047 miljoen euro Welzijn
incidenteel in 2006 in verband met vervuilde cliëntenbestanden
47 DMO
Herziening alimentatiestelsel: ongedaan maken uitname (bestuursrapportage 2006 blz. 42 en begroting 2007 blz. 306), Sociale zaken en
de uitname was (met ingang van 2006) 0,215 miljoen euro
arbeidsmarktbeleid
structureel.
215 DMO
Archeologisch erfgoed: toevoeging (bestuursrapportage 2006 blz. 42) wordt gecorrigeerd van 0,120 naar 0,090 miljoen euro incidenteel. BZK heeft aangegeven deze toevoeging verkeerd
berekend te hebben. Verschil van 0,030 miljoen euro wordt nu Wonen en monumenten
gecorrigeerd (daling budget dienst)
-30 DSO
Opvoeden in de buurt: incidentele toevoeging in verband met
ondersteuning risicogezinnen met jonge kinderen. Incidentele Welzijn (2006)
Jeugd (2007 en 2008)
bedragen voor 3 jaar: 0,448 miljoen euro in 2006, 0,888 miljoen euro in 2007 en 0,888 miljoen euro in 2008.
448 DMO
Antidiscriminatiebureaus: incidentele toevoeging in 2006 van Sociale zaken en
0,099 miljoen euro in verband met landelijk dekkend netwerk
arbeidsmarktbeleid
antidiscriminatievoorzieningen (vooruitlopend op wetgeving).
Totaal
99 DMO 1.852
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
291
Bijlage wijken
West Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid Inzet op actuele thema’s zoals autokraak, straatroof,
• Op alle genoemde delicten is intensief inzet gepleegd.
•
woninginbraak, formeren bewonersgroepen die actief zijn qua signalering/meldingen.
• Training bewoners omgaan met jeugd (WR). • Inzet op actuele locaties van politie, GG en GD en
Zorgcoördinatieteam, gecoördineerd door wijkbureau
In Lombok, Oog in Al en Nieuw Engeland
Veel actie gericht geweest op voorkomen van delicten. Bewoners zijn actief betrokken bij het melden.
• Vanwege ontbreken van interesse bij bewoners is deze training niet uitgevoerd. • Gecoördineerde inzet op actuele locaties tegen drugsoverlast is uitgevoerd. Voor 2007 andere
West.
Economische zaken Centrum Handelstraat: herontwikkelen locatie Wim
• •
Sonneveldschool zo mogelijk inclusief supermarkt. Werkterrein Wijk Onwikkelings-maatschappij zo mogelijk uitbreiden.
Onderwijs, educatie en bibliotheek Extra aandacht voor vermindering van de
• •
leerachterstand en de ontwikkeling van risicogroepen en ouders (WR).
Overleg met scholen over mogelijke uitbreiding
voorschoolse educatie, onder meer Halve Maan.
Welzijn en Sociale infrastructuur Opstellen uitvoeringsprogramma
werkwijze voor coördinatie.
• Conceptnota van Uitgangspunten met combi van
supermarkt en woningen is aan buurt voorgelegd. Voorjaar 2007 besluit.
• Financiële mogelijkheden bekeken; WOM Lombok is voorbeeld voor NoordWest.
in Lombok en Halve Maan Er zijn extra inspanningen op terrein van
•
leerachterstand verricht; de risicogroepen zijn met de ouders in beeld gebracht.
• Afspraak met schoolbesturen in Oog in Al: inpassing voorschool in de multifunctionele accommodatie op Cereolterrein.
in Oog in Al en Halve Maan en Lombok
• • Geen afzonderlijk uitvoeringsprogramma; gekozen wijkvoorzieningenplan jeugd/ouderen. voor monitoring in wijkprogramma. • Coördinatie aanpak welzijnsactiviteiten voor • Coördinatie van welzijnsactiviteiten van Portes verbetering sociale cohesie (WR). ondergebracht bij opbouwwerkers. • Contactlegging met ouders risicokinderen en jongeren, • Voorbereidingen getroffen voor jeugdadvies, per april toeleiding naar opvoedingondersteuning.
2007 operationeel. In Halve Maan actieve contactlegging.
• Eén wijkloket zorgcentrum Hart Lombok ten bate van • Het wijkservicecentrum West is in oktober 2006 betere informatie aan ouderen.
Sport Verhoging aantal lidmaatschappen bij verenigingen,
•
vooral bij meisjes.
geopend.
Lombok, Nieuw Engeland, Halve Maan Onder de aanmeldingen (zie hieronder) bevinden zich
•
inmiddels ook meisjes.
293
Wonen en monumenten
• Particuliere woningverbetering afronden; gerichte
• Stimulerend handhavingsbeleid is gevoerd over
Beheer openbare ruimte Efficiëntere inzet flexbudget Schoon ter vermindering
• Onderhoud buurtparken is uitgevoerd conform afspraak; Kanaalstraat blijft aandachtspunt. • Plannen voor upgrading van speelplekken zijn
handhavingsprojecten in Lombok.
• meldingen vervuiling. • Opwaardering speelplekken koppelen aan projecten Halve Maan, Majellapark, Molenpad (WR).
voorgevelverbetering in diverse straten Lombok.
afgerond. Uitvoering wordt verwacht in 2007
Stedelijke ontwikkeling Nagaan realisatie extra woonkwaliteit a Kempisplein;
• • Mitros en Portaal voeren onderzoek uit naar initiatief van corporaties. ontwikkelingsmogelijkheden. (WR) wijkbureau kan spreekuren over infrastructurele • • Weinig behoefte gebleken aan spreekuur, wel zorgen projecten uitbreiden.
Milieu en duurzaamheid Toetsing verbetering luchtkwaliteit bij bouwprojecten,
•
uitvoering projecten Luchtkwaliteitsplan.
Bereikbaarheid Regisseur bereikbaarheid voor infraprojecten in onder
•
meer West, werkt aan afstemming over bereikbaarheid.
294
geuit over verkeersveiligheid.
• Uitvoeringsprogramma in de maak met daarin
milieuzonering, aanscherpen parkeerbeleid, studie naar Westpleintunnel.
Alternatieven voor verkeersafwikkeling
• Hangt mede samen met milieu; gewerkt wordt aan
verplaatsen van touringcarterminal van Jaarbeurs naar Lage Weide en realisatie van transferium.
Noordwest Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Activiteiten kwetsbare jeugd beperkt tot leeftijdsgroep • Op vijf locaties is Meedoen op Straat gestart. Het 5/6 jongeren. Er is de Thuis Op Straataanpak. kickboksproject is omgezet. • Opzetten en uitvoeren van de Utrecht Veilig! aanpak • De UV!-aanpak loopt en heeft het eerste jaar geleid tot Zuilen Noordoost. daling criminaliteit met 9%. • Continuering project School en Veiligheid. • Met Meedoen op straat is het ambulant kinder/tienerwerk uitgebreid. Het ambulant jongerenwerk is op peil gebleven.
• Ontwikkelen en uitvoeren van een aanpak voor categorie 5/6 jongeren. • Opstellen integrale aanpak voor multi-probleem gezinnen Geuzenwijk. • Regie jongerenoverlast bij Wijkbureau.
• In het kader van de aanpak 3 en 4 is een inventarisatie opgesteld. • Integrale aanpak is vorm gegeven in een wijkdossier Geuzenwijk. • Regie is door wijkbureau opgepakt.
Economische zaken Bestaande concentraties basis voorzieningen
a. Is staand beleid.
• behouden. • Continueren van de aanpak Amsterdamsestraatweg (ASW).
• Voortzetting aanpak in 2007-2008.
Onderwijs Inzet extra middelen in wijken met een grote populatie
• • Extra LOA -gelden ingezet ten bate van Voorscholen. achterstandsgezinnen. • Volwasseneneducatie op de locatie Queekhovenplein. • Deze activiteit is uitgevoerd. • Masterplan Onderwijs is in ontwikkeling. • Masterplan is vastgesteld en in uitvoering. Welzijn en Sociale infrastructuur Aanpak intensiveren om - via jongeren zelf en ouders
•
- contact te bevorderen tussen allochtone en autochtone jongeren (WR)
• Aanpak met name gericht op contactbevordering via de ouders van allochtone en autochtone jongeren.
• Via overleg met Wijkraad en Portes meer
• Wijkraad is intensief betrokken bij de besteding ‘snelle
Sport sportmogelijkheden jeugd loopt via een
• Project Buurt onderwijs en sport (BOS) is gestart in NW.
Volksgezondheid Voor spreiding basisvoorzieningen: (méér)
• Hier is aan gewerkt binnen het project Levenslustig
betrokkenheid bij wijk/buurt (WR).
• •
subsidieaanvraag ‘Buurt Onderwijs Sport’ (BOS) (WR).
gezondheidscentra in de wijk stimuleren, versterking Eerstelijnszorg, procesversneller GG en GD en loket voor zorgaanbieders (WR).
• In Noordwest komt er voor preventieve zorg een wijkgezondheidswerker.
interventie’ gelden.
Ondiep; ondersteuning is verleend aan
samenwerkingsverband ‘De Dame’; procesversneller is aanwezig en frontoffice zorgaanbieders is operationeel.
• Wijkgezondheidswerker is actief op het gebied van gezondheidsbevordering.
295
Wonen en monumenten Diverser/karakteristieker bouwen (WR).
• Dit punt wordt in de betrokken programma’s
Beheer openbare ruimte Beeldbepalend groen staat in het op te stellen
• Het groenstructuurplan is gereed.
Bereikbaarheid Het wijkverkeersplan is vrijwel gereed. Een aantal
• Het wijkverkeersplan is gereed, daarin genoemde
• • •
groenstructuurplan.
daarin geïnventariseerde verkeersknelpunten wordt aangepakt.
296
opgenomen.
verkeersknelpunten zijn aangepakt.
Overvecht Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Utrecht Veilig! is met ingang van 2006 gestart in Zambesi-Tigrisdreef; continuering in 2007. • In de vier SWO-gebieden opgenomen in de
• Utrecht Veilig! aanpak per 2006 in ZambesidreefTigrisdreef (WR). • Samenwerking voor gebieds- en doelgroepgerichte aanpak jongerenoverlast in programma Sociale wijkontwikkeling (SWO) (WR).
Economische zaken Wijk in Bedrijf Westflank en Samenwerking
•
Maatschappelijke Partners in relatie tot programma’s voor werkgelegenheid en startende bedrijven richten op met name allochtone bewoners/ondernemers.
werkplannen. Daarnaast inzet vanuit wijkveiligheidsbeleid.
• Werkzaamheden afgerond, resultaten (intake
gesprekken, doorverwijzingen, themabijeenkomsten,
versterking van de organisatiegraad) zijn ruimschoots gehaald. In 2006 34 bijeenkomsten welke door 230 deelnemers zijn bezocht.
Onderwijs, educatie en bibliotheek In 2006 gezamenlijk wijkinfopunt van wijkbureau en
• Maart 2006 is het Wijkinformatiepunt gestart in de
Cultuur (WR) cultureel ondernemerschap en zogeheten
• Voormalige Stefanuskerk is in gebruik genomen als
• •
bibliotheek.
cultuurbroedplaatsen stimuleren, naast (subsidie voor) ad hoc activiteiten ten bate van imago van de wijk.
Welzijn Er komt meer aanbod voor (risico-) jongeren en multi-
•
probleem huishoudens.
Sport Stimulering gezondheid en sport onder andere met
•
project Gezond Gewicht en multifunctioneel Sportpark de Dreef.
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid Sociaal-economische positie bewoners verbeteren via
•
projecten als ‘Utrecht/Overvecht werkt’ en ‘Gekleurd werven’ in de zorg (WR).
Volksgezondheid Aandacht voor gezondheid door project ‘Versterking
•
eerste lijnszorg’ en ‘Gezond gewicht’.
bibliotheek.
centrum voor ‘community arts’; een bijdrage is
geleverd aan de uitvoering van ‘cultuur na school’.
• Via het programma ‘Doe mee in Overvecht’ extra
trajecten mogelijk voor hulpverlening multi-probleem huishoudens.
• Activiteiten project Gezond Gewicht zijn gestart;
planontwikkeling voor het Sportpark de Dreef is in 2006 gestart.
• Naast genoemde projecten in 2006 twee extra
rijksimpulsen: ‘Doe mee in Overvecht’ en ‘Wijken voor Nieuwe Coalities’. De uitvoering loopt door in 2007.
• Adviezen uit wijkraadpleging over gezondheid meegenomen bij de opstelling van de nota Volksgezondheid.
297
• Stimuleren samenwerking en afstemming partners in • Eerstelijnszorg is bezig met oprichten van platform eerste lijn (WR).
vanuit ‘Doe mee in Overvecht’.
Beheer openbare ruimte Voor de inrichting van het openbaar gebied gebruikers
• In 2006 is breed participatieproject met betrekking tot
Stedelijke ontwikkeling Aantrekkelijkheid wijk via extra capaciteit bij DUO
• Start pilot Utrecht Vernieuwt voor plannen Overvecht
Bereikbaarheid: Het project Noordelijke Randweg Utrecht voorziet in
• De Noordelijke Randweg Utrecht maakt onderdeel uit
• • •
laten participeren.
projecten (WR).
een verbetering van de verkeersdoorstroming en daarmee van de lucht en het geluid (WR).
inrichting/beheer Cleopatradreef afgerond.
de Gagel en de Spoorzône.
van de landelijke pakketstudie Bereikbaarheid Utrecht. Heeft ook invloed op gebiedsplan Overvecht de Gagel.
• In 2006 is het wijkverkeersplan Overvecht vastgesteld, in 2007 start de uitvoering.
Sociale infrastructuur In DUO -aanpak is de rol van de DMO verstevigd ten
•
bate van jongerenvoorzieningen en ontmoetingsmogelijkheden (WR).
• Opgenomen in de gebiedsplannen en onderdeel van het convenant ‘Kracht voor Overvecht’.
• Sportpark de Dreef multifunctioneel • Start uitvoering in 2007. • Overvecht krijgt speciale aandacht van het Utrechtse • In 2006 en 2007 zijn gestart/starten in totaal 100 integratiebeleid met inburgeringstrajecten voor oudkomers.
298
extra inburgeringstrajecten in Overvecht.
Noordoost Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Het aantal geregistreerde delicten en meldingen is
• Het huidige veiligheidsniveau in Noordoost blijft behouden, daartoe is in 2006 hetzelfde bedrag beschikbaar als in 2005.
ongeveer gelijk aan het stadsgemiddelde.
• Uit het wijkveiligheidsbudget wordt voor buurtaanpak • In Staatsliedenbuurt is meer dan € 20.000,- van het Staatsliedenbuurt € 20.000,- gereserveerd.
Onderwijs, educatie en bibliotheek Welzijnsorganisatie Cumulus wordt gesubsidieerd voor
•
activiteiten op forumlocaties Tuindorp, Koekoeksschool en Staatsliedenbuurt.
Welzijn Voor visie op woonservicezone Tuindorp Oost wordt
wijkveiligheids-budget besteed.
• Onder regie van Wijkwelzijnsorganisatie Cumulus zijn activiteiten uitgevoerd in samenwerking met partners in het licht van het forumconcept.
• aangesloten bij initiatieven van derden. • Voor de buurtaanpak Staatsliedenbuurt wordt
• Indien er zich mogelijkheden voordoen worden deze onderzocht. • Extra bedrag is ingezet voor de aanpak van de
Wonen en monumenten De opgave voor de sociale huursector wordt verankerd
• Deze afspraken worden op stedelijk niveau met de
€ 30.000,- extra ingezet.
•
in prestatieafspraken, waarbij aandacht is voor verscheidenheid aan woonvormen en aan ouderenwoningen.
jongerenproblematiek in Staatsliedenbuurt.
corporaties gemaakt. In het collegeprogramma is wel een taakstelling opgenomen voor meer sociale woningbouw aan de oostkant van de stad.
Beheer openbare ruimte Renovatie brug Poortstraat kan in 2006 geen prioriteit
• Er is wel onderhoud aan de brug uitgevoerd.
Stedelijke ontwikkeling Er zijn middelen beschikbaar voor ambtelijke inzet als
• Ontwikkeling s gestart. Voor de zomer van 2007 is in
• •
krijgen.
ontwikkelaar Aveant initiatief neemt voor ontwikkeling van het noordelijk deel van Tuindorp Oost.
Sociale infrastructuur Uitvoeringsprogramma voor het wijkvoorzieningenplan
• wordt in 2006 voltooid. • Maatschappelijke voorzieningen bij bouwplannen worden meegenomen bij het opstellen van het
uitvoeringsprogramma wijkvoorzieningenplan.
concept een visie op het gebied gereed.
• Uitvoeringsprogramma is gerealiseerd. • In het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen: • Aanpassing ruimte op de PO schoollocatie Wevelaan voor buurtactiviteiten; • Bij het Rietveld College komt een extra ingang bij de gymzaal voor ontmoetingsruimte in de buurt.
299
Oost Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Minder jongerenoverlast en inbraken via gebieds- en • Er is extra geïnvesteerd in aanpak jongerenoverlast doelgroepgerichte aanpak.
door Cumulus en politie. Dat heeft nog niet in alle buurten tot het gewenste resultaat geleid.
• Een sterke keten van veiligheidspartners ontwikkelen. • De samenwerking met politie en het veiligheidshuis is versterkt.
Economische zaken Voor Rijnsweerd Noord: er wordt gestart met
•
parkmanagement met als pijlers: verkeer, parkeren, veiligheid en openbare ruimte.
Onderwijs, educatie en bibliotheek Aandacht voor onderwijs- en welzijnshuisvesting door
•
nieuwbouw van het Bonifatius, voor
renovatie/nieuwbouw van het Meerstroomcollege en voor een studie naar woonzorgcombinaties.
• Er is een parttime parcmanager; het keurmerk ‘veilig ondernemen’ is onlangs verleend; gesubsidieerd cameratoezicht op straat is in voorbereiding.
• Nieuwbouw Bonifatius is gereed en nieuwbouw
Meerstroom is in voorbereiding. Masterplan Primair
Onderwijs geeft groen licht aan Kohnstamschool en Daltonschool Rijnsweerd voor uitbreiding. De
discussienota ‘Rondom Rubens’ schetst de contouren van een woonservice-zone in Oost.
Welzijn Experimenteren met drang en dwang bij
• • Aanpak wordt in samenwerking met veel betrokken multiprobleemgezinnen. partijen uitgeprobeerd. Maatschappelijke betrokkenheid van FC Utrecht wordt • • Project ‘inside!’ is in 2006 voortgezet. via Inside! gecontinueerd, na evaluatie.
Sport Er is een ‘reddingsplan’ 2005 –2015 voor volkstuinen
• • In het kader van dat ‘reddingsplan’ hebben beide Oostbroekselaan en Abstede. volkstuinen een onderhoudsbeurt ondergaan. De mogelijkheden van kunstgras worden onderzocht • • De uitwerking daarvan is pas goed mogelijk nu de om meer gebruik te kunnen maken van de sportvelden van Maarschalkerweerd.
Wonen en monumenten De conceptdiscussienota Uithof doet uitspraken over
•
het voorzieningenniveau bij de campusontwikkeling van de Uithof.
Beheer openbare ruimte Beheerplannen Wilhelminapark en Krommerijnoevers
• gaan in uitvoering. • Ondersteuning van zelfbeheergroepen blijft op hetzelfde niveau gehandhaafd.
300
route van HOV om de zuid door dit gebied voor alle partijen vast staat.
• Voor de De visie UIthof, die ook hierover gaat, is een inspraakprocedure doorlopen
• De beheerplannen zijn in uitvoering. • Dat niveau is in 2006 gehandhaafd.
• Handhaving kwaliteitsniveau in Abstede, Sterrenwijk en in de winkelstraten loopt via beeldbestek, omdat dan bij snelle vervuiling vaker wordt geveegd.
Stedelijke ontwikkeling Optimalisering van de inpassing van het HOV maakt
•
deel uit van de betrokken projecten (WR).
• Het beeldbestek is in 2006 leidend geweest voor het onderhoud.
• In 2006 is een zogeheten ‘twee kolommenstuk ‘ over dit item vastgesteld door het college.
301
Binnenstad Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Aanpak coffeeshops en veelplegers worden • Aanpak is voortgezet in 2006. Sluiting coffeeshop the voortgezet. Break voorjaar 2007. • Aanpak Veilig Uitgaan (onder andere cameratoezicht, • Alle afspraken uit het convenant Veilig Uitgaan 2002 UIT-team) wordt gecontinueerd, stationsgebied is urgentiegebied.
2006 zijn uitgevoerd. Er wordt een nieuw convenant
opgesteld voor 2007 - 2010 met nieuwe speerpunten, waaronder geweld.
• JOS-aanpak Binnenstad wordt voortgezet; voortzetting • Aanpak JOS HC is voortgezet. Inzet is positief JOS HC in 2006 is afhankelijk van evaluatie 2005. geëvalueerd. • Samenwerking met andere wijken ten bate van • Samenwerking met andere wijken is opgenomen in het verspreiding overlastjongeren wordt voortgezet.
JOS-handboek, maar inzet jongerenwerk uit andere wijken is minimaal en zal doorontwikkeld worden.
Economische zaken Versterken stadspromotie gebeurt onder andere in
• Activiteiten in dit verband hebben plaatsgevonden.
Onderwijs, educatie en bibliotheek; Welzijn; Gezondheid Voorzieningenniveau onderwijs blijft op peil; school
• Niveau op peil gebleven; besluit over huisvesting
• Start met uitvoering minimale fysieke
• DMO werkt één en ander uit vanuit het
• •
kader van 2000 jaar Domplein.
Puntenburg blijft in de wijk.
welzijnsinfrastructuur is gemaakt; looptijd van het besluit is 4 jaar (2006-2009).
• Voortzetting opvang dak- en thuislozen gebeurt via jongerenopvang, schuldhulpverlening, Release,
basisschool de Twijn op de Puntenburglocatie is in 2006 genomen..
wijkvoorzieningenplan.
• Voortzetting gebeurd volgens afspraak.
Wegwijs en GG&GD.
Wonen en monumenten Behoud en versterken woonfunctie,
•
ouderenhuisvesting, monumenten en historisch stadsbeeld vindt plaats via reguliere inbreng in projectteams.
• Sinds 2006 is er meer aandacht voor ouderenhuisvesting.
• Project Wonen Boven Winkels wordt in 2006
• Dit project is voortgezet in 2006; loopt door in 2007.
Openbare ruimte Controle op uitstallingen vindt plaats
• Controle is voortgezet. • Conform de afspraken in voorgaande jaren is het Klientteam door Stadswerken ingezet. • Een rijkssubsidie is niet mogelijk. Door andere
voortgezet.
• • Er is een toezegging vanuit Schoon voor 2006 voor inzet capaciteit van klientteam. • Voor deel van de herinrichting Zocherplantsoen is
rijkssubsidie aangevraagd, het beheer kan binnen het
•
bestaand budget.
Herplanting bomen in Voorstraat is besluit college (WR).
302
materiaalkeuze voor de paden moet er een nieuwe toets plaatsvinden op de beheerskosten.
• Herplanting van bomen is in uitvoering.
Stationsgebied Er is doorlopende aandacht voor leefbaarheid en
• Voor de leefbaarheid en veiligheid in dit gebied is
Bereikbaarheid Er zijn plannen voor ondergronds parkeren bij onder
• Dit is onderdeel van bouwplannen. Vrijstellingen in
• • •
veiligheid in stationsgebied, ook tijdens de bouw.
andere Groenestraat en ABC-straat.
Verminderen zoekverkeer de stad uit is onderdeel van het bevoorradingsplan.
continue aandacht.
kader art. 19.1. voor beide garages (onderling
verbonden) zijn verleend. Start bouw vanaf 2007.
• De bewegwijzering voor het bevoorradingsverkeer is verbeterd. Dit vermindert het zoekverkeer.
303
Zuid Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Thema’s woninginbraak, geweld en jongerenoverlast • De criminaliteit in Zuid is met 20% afgenomen ten vormen speerpunten in het wijkveiligheidsprogramma 2006.
Economische zaken Voor verbetering van het vestigingsklimaat
•
ondernemers Rotsoord wordt de vestiging van creatieve bedrijvigheid gestimuleerd.
Onderwijs Intern gemeentelijk overleg moet duidelijkheid geven
•
over de financiële constructie (woningbouw) voor ontwikkeling Forum Hoograven Noord.
Welzijn en Sociale infrastructuur Versterking sociale samenhang en integratie loopt via
•
een aangepast vitaliseringsaanbod: moedercentrum, buurtvaders, maatjesproject
opzichte van 2005. Aangiften autokraak, geweld, straatroof zijn fors gedaald, echter aangiften van woninginbraak zijn toegenomen met 9%.
• Stimuleren ontwikkeling creatieve bedrijvigheid
Rotsoord, wijkdossier Rotsoord in voorbereiding.
• Er is een inhoudelijke keuze gemaakt voor forumschool Sint Jan de Doper.
• Vitaliseringsaanbod is in uitvoering:
moedercentrum,buurtvaders en maatjesproject.
• Er is budget beschikbaar om openingstijden • Openingstijden bouwspeeltuinen zijn gelijk gebleven. bouwspeeltuinen te kunnen garanderen. • Wensen van jongeren zoveel mogelijk in het lopende • Beleidskader Speelruimte Utrecht is in bestuurlijke jaar realiseren vanuit aanbevelingen in de wijkraadpleging.
Sport Er wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd om
•
de oude steenfabriek Liesbospark om te vormen tot waterscoutingcentrum.
besluitvorming opgenomen (‘Geef jeugd de ruimte’).
• Participatie in voorbereidingtraject ontwikkeling Liesbospark is gerealiseerd.
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid Samenwerking gemeentelijke diensten bij bestrijding
• Project Integrale wijkaanpak bestrijden werkloosheid
Wonen en monumenten Bestemmingsplan Lunetten geeft juridisch-
• Gebiedsvisie Forten Lunetten is in de maak en
• •
werkloosheid.
planologisch kader voor recreatieve functie Forten van Lunetten.
• Een studie zal worden verricht naar behoud en
functieverandering van industrieel erfgoed Prozee.
304
loopt.
bestemmingsplan Lunetten is goedgekeurd.
• Onderhandelingen lopen met projectontwikkelaar Prozee over de uitgangspunten rond behoud en functie.
Beheer openbare ruimte Het zwerfvuil met name in Nieuw Hoograven is
• onderdeel van het beeldbestek. • Voor opknappen speelvelden, gazons en trapveldjes zijn middelen beschikbaar, inzet op basis van stedelijke prioritering.
Stedelijke ontwikkeling Visie zone waterlinieweg wordt ingebracht bij
• programma Integraal Stedelijk Beleid in 2006. • Voor herontwikkeling Furkaplateau worden de
randvoorwaarden vastgesteld, waarna de realisatie start.
Milieu en duurzaamheid Luchtkwaliteitsplan opstellen.
•
• Door middel van het werken met beeldbestek is in 2006 de zwerfvuilproblematiek aangepakt. • Project herstel openbare ruimte naar aanleiding van grondgebruik Lunetten is in 2006 voortgezet;
beheerplan streefbeelden integraal groen Lunetten is in uitvoering.
• Visie Waterlinieweg in voorbereiding, combinatie maken met Wijkdossier groen/openbare ruimte. • Ontwikkeling Aristo op Furkaplateau gaat niet door,
onderzoek naar mogelijkheden versterking as Furka –
Musketon en opknappen in relatie tot spoorverbreding aldaar.
• Actieplan luchtkwaliteit is vastgesteld.
305
Zuidwest Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
Kanaleneiland
• Succesvol project Utrecht Veilig voortzetten, Transwijk • Is voortgezet via Wijkveiligheidsplan, en Kanaleneiland-Zuid via Wijkveiligheidsplan.
• Via Utrecht Veilig, Jongeren Op Straat en extra investeringen jongerenaanpak aandacht voor structurele overlastbezorgers (WR).
Economische zaken Bij startende ondernemers: voortzetten Wijk in Bedrijf
•
en Veilig Ondernemen.
verdiepingsonderzoek veiligheidbeleving in subwijk Transwijk is uitgevoerd.
• Is gebeurd: onder andere is pand Galecop in gebruik genomen voor doelgroep SCW.
• Wijk in Bedrijf eind 2006 gestopt, diverse projecten Veilig Ondernemen uitgevoerd.
Onderwijs, educatie en bibliotheek Ter voorkoming leerlingenuitstroom: afspraken met
• • Invoering school maatschappelijk werk op VMBO scholen Kanaleneiland. scholen, meld- en servicepunt risicoleerlingen • Stageplaatsen Marokkaanse jongeren loopt via • Is uitgebreid en is ondergebracht bij de Centraal Meldpunt en leerbanenproject van het MKB. ondernemersvereniging stichting de Bundel. • Extra inzet op opleidingsniveau en • Is onderdeel van Utrechtse Onderwijsagenda 2006arbeidsmarkttoeleiding in wijken met grote populatie achterstandgezinnen.
Welzijn Signaleringssystemen kindermishandeling en sociaal-
•
economische problemen verbeteren, specifieke inzet GG&GD en via contractfinanciering wijkwelzijnsorganisatie (WR).
•
Activiteiten voor ouderen in Transwijk, meer samenwerking instellingen en voorziening Noordzeestraat.
Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid arbeidsintegratie via werkgelegenheidsoffensief en
•
activiteiten wijkwelzijnsorganisatie (WR).
2010.
• Protocol Vermoeden Kindermishandeling
opgesteld/ingevoerd. Op verzoek van burgers uit de wijk zijn uiteenlopende gezondheidsactiviteiten in samenwerking met burgers en zorg- en welzijnsorganisaties ontwikkeld.
• Noordzeestraat: krediet verleend en bouwaanvraag ingediend; uitvoering in 2007.
• Cursussen georganiseerd, spreekuur De Werkwijzer geopend, werkzoekenden begeleid bij sollicitatieactiviteiten en bij het vinden van vrijwilligerswerk.
Beheer openbare ruimte Aanpak boomwortelproblematiek via groot onderhoud
• Is gebeurd op wegen conform programma
Stedelijke ontwikkeling Ter uitvoering Ruimtelijke Visie Kanaleneiland komt er
• Gestart met opstellen voorlopige ontwerpen;
• •
wegen.
extra capaciteit DUO.
306
Stadswerken.
structuurplan vastgesteld.
• Nota’s van Uitgangspunten Huize Transwijk en As Kanaleneiland worden uitgewerkt ruimtelijke visie bestuurlijk voorleggen.
Bereikbaarheid Uitvoering Wijkverkeersplan vanuit het programma
• Bereikbaarheid. • Communicatie over grote infraprojecten via Regie
Uitvoering projecten Utrecht West (onder andere via watgebeurthier.nl).
Sociale infrastructuur Inspanningen en activiteiten ten bate van allochtone
•
zelforganisaties, dialoogbevordering, tegengaan isolement allochtone vrouwen lopen via
• Visie Transwijk in concept gereed en toegelicht in
buurtpanels Kanaleneiland/Transwijk: bestuurlijke vaststelling/inspraak in 2007.
• Wijkverkeersplan is eind 2006 bestuurlijk vastgesteld: uitvoering goeddeels in 2007. • Communicatie is uitgevoerd: ook extra
wijkbijeenkomst voor wijken aan westkant van de stad.
• Genoemde acties en activiteiten hebben in 2006 plaatsgevonden.
contractfinanciering van de wijkwelzijnsorganisatie.
307
Leidsche Rijn Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Buurtaanpak Terwijde is voortgezet, maar heeft veel
• Versterking sociale samenhang op buurtniveau continueren in Parkwijk en Terwijde.
last ondervonden van woonoverlastgezin. Het aanbod voor de jeugd in de buurt is uitgebreid (met huifkar, activiteiten in Waterwin en kunstgrasveld). De
Buurtaanpak Parkwijk is voor de helft van de wijk
voortgezet (tweede helft volgt in 2007). De aanpak is
uitgebreid met deelname sportcampus en extra inzet
van R&I. Er is veel geïnvesteerd op contacten tussen de
• Aanpak wijkveiligheid ongewijzigd (WR). • Aanpak Jongeren op Straat is prioriteit in wijkveiligheidsplan. • Jongerenparticipatie wordt structureel. • Eén jongerenplek in Parkwijk, twee in Terwijde. • Inzet toezichthouders blijft ongewijzigd. • Het tegengaan van concentraties van probleemjongeren is opgenomen in
wijkveiligheidsplan. (er loopt een pilot in Overvecht )
Economische zaken Beleid voor stimuleren kleine bedrijvigheid in Leidsche
•
Rijn blijft: clustering.
Welzijn Voor jongeren worden activiteiten georganiseerd en
jeugd en overige bewoners.
• Aanpak is zelfs iets uitgebreid. • Meer grenzenstellend jongerenwerk, extra capaciteit straatwerk ingekocht. • Vanuit JOS actief betrokken bij aanbod. • Kunstgras- en basketbalveld, skateplek. • Klopt voor 2006, uitbreiding in 2007. • Nog geen concrete sturingsafspraken op gemaakt. Wel is het project Woonoverlast naar Leidsche Rijn gehaald
en wordt ingezet wanneer nodig. Ook buurtaanpakken zijn ingezet.
• Er is geen beleidswijziging op dit gebied. Beleid blijft clustering; (te) complexe regelgeving met betrekking tot bedrijf aan huis is wel onder de loep genomen.
• niet alleen voor probleemjongeren. • Ontmoetingsplaatsen creëren met aandacht voor
• De welzijnsorganisatie biedt ook cursussen en sportaanbod die voor alle jongeren toegankelijk zijn. • Zoals: een koffieochtend voor vrouwen in Parkwijk, het
Beheer openbare ruimte Er is behoud van niveau 7 door hoge kwaliteit van
• In Leidsche Rijn is inderdaad nog sprake van behoud
interculturalisatie (WR).
• • •
inrichting en betrokkenheid bewoners.
Om gebruikerservaringen deel uit te laten maken van de planvorming dient het project Leren van Beheren, dit wordt uitgebouwd (WR).
Beheergelden groen en wandelpaden worden zoveel mogelijk flexibel ingezet.
Bereikbaarheid Het wijkverkeersplan wordt uitgevoerd.
•
308
project Wereldvrouwen.
van niveau 7; betrokkenheid bij beheer is niet buitengewoon groot.
• Checklist Leren van Beheren is geactualiseerd en wordt gebruikt bij toetsing van Inrichtingsplannen; meerdere witte vlekken zijn als speelplek ingericht.
• Extra parkeerplaatsen Melissekade, extra snoei op de Groenedijk, opknappen 4 hofjes, bomen planten Grietmansraklaan.
• Alleen verbeteringen aan de oversteek Langerakbaan zijn vertraagd, rest is klaar.
• Verkeersknelpunten worden via buurtaanpak opgelost • Verkeersknelpunten lopen vooral via het (WR).
wijkverkeersoverleg en werkgroep nazorg: zo zijn
onder andere de kruispunten van de Groenedijk en
verkeersborden Langerak en Parkwijk nagelopen en aangepast.
• • Continuering Fonds Overloopeffecten .
• Is gebeurd. • Met name besteed aan taskforce Rijksstraatweg.
Sociale infrastructuur Voorzieningen voor jongeren zijn opgenomen in de
• Nader onderzoek naar vraag en aanbod van
Inzet verkeersconsulenten 50% extra .
•
Voorzieningennota Leidsche Rijn en in het tijdelijk kader Voorzieningen (WR).
jongerenvoorzieningen is gestart; uitkomsten zullen
worden meegenomen bij actualisering Referentiekader voor 2008.
309
Vleuten-De Meern Wat zou er in de wijken gebeuren?
Wat is gerealiseerd?
Openbare orde en (wijk)veiligheid
• Volgend aanbod gerealiseerd: • Preventielessen op basisscholen ; • ‘Niks erin niks eruit’-acties uitgevoerd; • Extra locaties voor jongeren gerealiseerd; • Voorlichting tegen woninginbraak.
• Aanpak geweldsdelicten en jongerenoverlast via
veiligheidsprojecten voor vermindering van geweld, overlast (jongeren en drugs) en overige delicten ( auto- en woninginbraak).
Economische zaken Er wordt meegewerkt aan branchering voor
• winkelcentra in de kernen. • Bepalen van omvang bedrijfsterreinen en
• Medewerking aanwezig. • Uitgifte loopt.
Cultuur Start realisatie van het Cultuurhuis Leidsche Rijn op
• Onderzoek andere locatie cultuurhuis van start,
bedrijfskavels uitgeven.
•
plek van Azotod.
Welzijn Uitbreiden (proactieve) JOS-aanpak.
Azotod vernieuwt zelf met subsidie voor eigen accommodatie.
• • Voorzieningen voor accommodatiegebonden
• Extra jongerenwerkers ingezet onder andere door Stedelijk Ambulant Jeugdwerk. • DMO maakt inventarisatie aantal en geschiktheid
Sport Wijkwelzijnsorganisatie krijgt budget voor
• Budget is aan wijkwelzijnsorganisatie ZUWE ter
Wonen en monumenten Begeleiden ontwikkeling kasteel de Haar en
• Er is opnieuw Kanjersubsidie verkregen.
jeugdwerk goedkoop beschikbaar stellen.
• •
sportstimulering.
archeologische vondsten ter versterking van de
gebouwde voorzieningen.
beschikking gesteld.
cultuurhistorische waarden.
Stedelijke ontwikkeling Relaties ontwikkeling en beheer ten aanzien van
• • Uitvoering eerste fase landinrichtingsplan gaat groengebied Haarzuilens worden inzichtelijk gemaakt. aanvang 2007 van start. Voor centrumplan met behoud dorpse karakter plan • • Inzet is dorps karakter en hoge kwaliteit openbare Kern Vleuten uitvoeren.
Bereikbaarheid Overloopfonds verkeersmaatregelen wordt ingezet
•
voor aanvullende maatregelen ter beperking van negatieve verkeerseffecten.
310
ruimte.
• Overloopfonds is niet structureel gemaakt en
grotendeels gebruikt voor maatregelen van de taskforce.
Sociale infrastructuur Er is financiële ondersteuning beschikbaar voor
• Door gerichte projecten is de dialoog tussen
Lokale democratie en bestuurlijke Vernieuwing Er komen tijdelijke aanstellingen voor
• gebiedsmanagers. • Er is een bestuurlijk overleg ingesteld, waarbij
• Voor Vleuterweide is een gebiedsmanager aangetrokken. • Het instrument hierbij is de participatiematrix.
Publieksdienstverlening Huisvesting Bibliotheek in Wijkservicecentrum.
• Er was in 2006 vertraging door onduidelijkheden op financieel terrein. • De website is vernieuwd.
•
ontmoeting tussen bewoners.
bewoners bij plannen worden betrokken.
• • Digitale informatievoorziening ten bate van
bekendheid geven aan aanbod Wijkservicecentrum
verschillende bewoners versterkt.
wordt verbeterd.
311
Bijlage SISA Nr.
Specifieke uitkering
Indicatoren
Afspraak
Realisatie
Actieplan Cultuurbereik 2
2005-2008 (APCB)
APCB: eigen matchingsbijdrage gemeente/provincie APCB: onbestede middelen van ontvangen rijksmiddelen en matchingsbijdrage
Geldstroom Beeldende Kunsten en Vormgeving 3
2005-2008 (GBKV)
GBKV: autonome bijdragen gemeenten GBKV: autonome bijdragen provincies incl. niet-BKVgemeenten GBKV: onbestede middelen van ontvangen rijksmiddelen Gemeentelijke doelstellingen van stedelijke
7
Investering stedelijke
vernieuwing cf. ontwikkelingsprogramma stedelijke
vernieuwing (ISV)
vernieuwing Wonen, mutaties in woningvoorraad (nieuwbouw op uitleglocaties) in de vorm van 10.000 nieuwe woningen, indicatieve percentages 0% en 30% (goedkope en middeldure huur) en 1% en 69% (goedkope en middeldure koop).
3.955
Wonen, mutaties in woningvoorraad (nieuwbouw op locaties bestaand gebied u.h.v. uitbreiding) in de vorm van 4.000 nieuwe woningen, indicatieve
percentages 19% en 11% (goedkope en middeldure huur) en 0% en 70% (goedkope en middeldure koop).
2
Wonen, mutaties in woningvoorraad (nieuwbouw op locaties bestaand gebied u.h.v. vervanging) in de vorm van 1.400 nieuwe woningen, indicatieve percentages 0% en 30% (goedkope en middeldure huur) en 0% en 70% (goedkope en middeldure koop). Wonen, aantal omzettingen huurwoningen in koopwoningen, 1.000 omzettingen. Wonen, aantal vernietigde woningen, 2.600 vernietigingen. Wonen, aantal ingrijpende woningverbeteringen, 2.000 stuks.
18
Wonen, toename aantal volledig toegankelijke woningen, 1.500 woningen.
Omgevingskwaliteit, oppervlakte openbare ruimte waarbij sprake is van een kwaliteitsimpuls, 60.000 m2.
Omgevingskwaliteit, aantal grootschalige
groenprojecten met bijbehorend oppervlak, 2 nieuwe verbindingen met 4 ha. Omgevingskwaliteit, aantal wijken waar fysieke
culturele kwaliteiten aantoonbaar en integraal deel uitmaken van de gebiedsontwikkeling, 5 wijken
312
10.635
Overige
Besteed t.l.v.
Beginstand
ontvang-
Rijksmid-
Overige
verrekenen
jaar t
sten
delen
besteding
met het Rijk
252.097
Te Overige
Toelichting afwijking
273.883 693.748
1.119.883
3.130.288
1.535.555
2.254.374
313
Nr.
Specifieke uitkering
Indicatoren
Afspraak
Realisatie
Omgevingskwaliteit, aantallen bodemsaneringen, 98 bodemsaneringen (50 in eigen beheer).
47
Omgevingskwaliteit, aantallen bodemonderzoeken, 110 bodemonderzoeken (83 in eigen beheer).
386
Omgevingskwaliteit, aantal m2 oppervlak ernstig verontreinigde grond, 348.000 m2 oppervlakte verontreinigde grond (212.000 in eigen beheer). Omgevingskwaliteit, aantal m3 in de bodem aanwezige ernstig verontreinigde grond, 220.000 m3 aanwezige verontreinigde grond (134.000 in eigen beheer). Omgevingskwaliteit, aantal m3 te saneren verontreinigd grondwater, 1.000.000 m3 verontreinigd grondwater (610.000 in eigen beheer). Omgevingskwaliteit, aantallen bodemsaneringsprestatieeenheden (bpe’s), 1.400.000 bpe’s (858.000 in eigen beheer).
149.000
Omgevingskwaliteit, aantal A-woningen waar saneringssituatie is opgelost, 500 A-woningen (51% van landsdekkend beeld).
89
Omgevingskwaliteit, aantal railwoningen waar saneringssituatie is opgelost, 600 railwoningen (90% van landsdekkend beeld). Omgevingskwaliteit, aantal meters wegvak dat naar redelijke verwachting onder de normen van Besluit luchtkwaliteit valt, 17.000 meter. Omgevingskwaliteit, saldo toe te voegen woningen in bestaand gebouwd gebied 2000, 3.400 extra woningen. Omgevingskwaliteit, fysieke voorwaarden aantrekkelijke, sociale en veilige omgeving, aantal m2 sociale infrastructuur in gebouwde voorzieningen en aantal m2 sociale infrastructuur
in semi-openbare ruimte, 6.000 m2 en 33.000 m2. Verplichtingen/afspraken met VROM n.a.v. eindsaldo investeringstijdvak ISV I
Eindsaldo ISV Besteed bedrag investering stedelijke vernieuwing
8
Brede doeluitkering,
Prestaties opgenomen in meerjarige
sociaal, intergratie en
ontwikkelingsprogramma’s als bedoeld in art. 5 lid
veiligheid (SIV)
2 van het Besluit BDU SIV Doel 2006: Regiefunctie GOA. Doelgroep:4.677 peuters en kleuters. Deelnemend aan VVE: 2.450 peuters en kleuters. Doel 2006: 115 leerlingen in schakelklassen
2.608 115
Doel 2006: Totale doelgroep voortijdig schoolverlaters 1.020. Herplaatst en startkwalificatie gehaald 282. n.v.t. n.v.t.
314
342
Overige
Beginstand jaar t
898.928
ontvangsten
Besteed t.l.v.
Rijksmiddelen
Te
Overige
besteding
verrekenen
met het Rijk
Overige
Toelichting afwijking
474.132
1.575.120 291.456
962.000
315
Nr.
Specifieke uitkering
Indicatoren
Afspraak
Realisatie
n.v.t. n.v.t. Doel 2006: Nulmeting Maatschappelijke opvang is in 2006 beschikbaar
Doel 2006: Uitbreiding Vrouwenopvang met 2 voltijdplaatsen
4
Doel 2006: 4.018 cliënten die per jaar feitelijk behandeld zijn
4.389
Doel 2006: 1.275 behandelingen dat per jaar regulier wordt afgesloten
1.364
Doel 2006: 5 organisaties worden langlopend ondersteund ten bate van toeleiding en/of aanvullend sportaanbod
Doel 2006: 60% van de 0-19-jarigen worden gezien en gescreend op overgewicht
88
Doel 2006: 2 nieuwe samenwerkingsverbanden in de eerste lijn in vier achterstandswijken
2
Doel 2009 is om 100% van de meerderjarige veelplegers, die tijdens detentie een programma hebben gevolgd en ordentelijk aan de gemeente worden overgedragen krijgt nazorg aangeboden. Doel 2009: 80 tot 100% van de trajecten voor
meerderjarige veelplegers komt tot een afronding.
41
Doel 2009 is om 100% van de minderjarige veelplegers, die tijdens detentie een programma hebben gevolgd en ordentelijk aan de gemeente worden overgedragen krijgt nazorg aangeboden. Doel 2009: 80 tot 100% van de trajecten voor minderjarige veelplegers komt tot een afronding.
41
n.v.t. Doel 2006: Convenant huiselijk geweld aanwezig
1
Doel 2006: Meldpunt huiselijk geweld aanwezig
1
Doel 2006: 867 meldingen huiselijk geweld en 9,1% recidive
Doel 2006: In 2 urgentiegebieden en 4 aandachtsgebieden is de criminaliteit gedaald met 5% Doel 2006: 1536 hulptrajecten voor Marokkaanse risicojongeren, beginners, meerplegers en risicogezinnen
316
Overige
Beginstand jaar t
ontvangsten
Besteed t.l.v.
Rijksmiddelen
Te
Overige
besteding
verrekenen
met het Rijk
Overige
Toelichting afwijking
nulmeting is begin 2007 beschikbaar 5.507.345
gekomen doelstelling voor 2009
2.691.123
is 7 opgave centrum
3.396.465
maliebaan
besteding zie 12. aantal is opgave maliebaan
nog geen gegevens beschikbaar 106.000 171.600
prestaties betreffen 17 273.028
en 18 samen.
prestaties betreffen 17 2.313.307
en 18 samen.
200.000 uitgaven zie 20 uitgaven zie 20. Gegevens komen met monitor zomer 2007 in 2 urgentiegebieden is de criminaliteit met 1,6% en 14,9%
gestegen. In de 4 aandachtgebieden is de criminaliteit met 1.509.650
circa 15% gedaald. nog geen gegevens beschikbaar
317
Nr.
Specifieke uitkering
Indicatoren
Afspraak
Realisatie
Afspraken nog vastleggen. Doe mee in Overvecht Besteed bedrag Betaalde BTW (die recht geeft op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds)
Totaal uitgaven inkomensdeel Categorie 65 jr en 9
Wet werk en bijstand
ouder
Totaal uitgaven inkomensdeel categorie jonger dan 65 jaar Totaal ontvangsten (niet-Rijk) van derden inkomensdeel. Categorie 65 jr en ouder Totaal ontvangsten (niet-Rijk) inkomensdeel. Categorie jonger dan 65 jaar Meeneemregeling werkdeel Totaal uitgaven werkdeel Totaal ontvangsten (niet-Rijk) werkdeel Terug te betalen aan Rijk 10
IOAW
Uitgaven IOAW Ontvangsten IOAW (niet-Rijk)
11
IOAZ
Uitgaven IOAZ Ontvangsten IOAZ (niet-Rijk) Uitvoeringskosten IOAZ
12
WWIK
Totaal uitgaven uitkeringen WWIK Totaal ontvangsten (W)WIK (niet-Rijk) Aantal WWIK-gerechtigden ultimo jaar
Bijstandverlening 13
Zelfstandigen 2004
Totaal uitgaven uitkeringen Bbz 2004 (excl. Bob) Totaal uitgaven kapitaal-verstrekking Bbz 2004 Totaal ontvangsten uitkeringen Bbz (excl. Bob) (excl. Rijk) Totaal ontvangsten kapitaalverstrekking Bbz (excl. Rijk) Totaal uitvoeringskosten Bbz 2004 (excl. Bob) Totaal uitgaven uitkeringen Bob Totaal ontvangsten Bob (excl. Rijk) Totaal uitvoeringskosten Bob
16 17
WMO-pilots
Regeling experimenten Wmo.
Brede scholen/
Verklaring van gemeente dat project is gerealiseerd
sportaccom-modaties
cf toekenningsbesluit Verklaring van gemeente dat project is
18
Spoorse doorsnijdingen
gerealiseerd.
Tijdelijke subsidieregeling Schuldhulpverlening 22
2006
Totaal uitgaven Totaal terug te betalen aan Rijk
Subsidiekader No23
riskpolis in G34
Totaal uitgegeven polissen Terug te betalen aan rijk
318
296
Overige
Beginstand jaar t
ontvangsten
Besteed t.l.v.
Rijksmiddelen
Te
Overige
besteding
verrekenen
met het Rijk
Overige
Toelichting afwijking
4.597 14.711.230
19.001.691
3.711.536 106.025.71 6 336.648 4.883.419 37.220.012 33.309.158 2.000 7.207.695 1.063.725 37.366 212.538 3.909 2.916.886 137.798
534.279 820.361 59.301 217.620 159.549
125.000
428.596
319
Nr.
Specifieke uitkering
Indicatoren
Afspraak
Realisatie
Medische 26
heroïnebehandeling
Besteed bedrag Aantal behandelplaatsen
45 Uitvoering start in 2007, er worden verantwoordingsaf
27 28
320
Innovataie openbaar
Verklaring gemeente dat project is gerealiseerd
spraken met
bestuur
conform toekenningsbesluit
InAxis gemaakt
Lokale maatregelen
Besteed bedrag in het kader van het Nationaal
luchtkwaliteit
Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.
36
Overige
Beginstand jaar t
ontvangsten
Besteed t.l.v.
Rijksmiddelen
Te
Overige
besteding
verrekenen
met het Rijk
Overige
Toelichting afwijking
843.045
540.717
302.600
321