Uitgave van de Protestantse Gemeente Enschede-Zuid
Advent- Kerst 2014
kerst is geloven in dat ene straaltje licht dat het dikste ijs kan smelten in de kracht die harten verwarmt en dromen tot leven wekt
2
Van de redactie Advent…….de tijd dat we het Licht tegemoet gaan. Elk jaar opnieuw verwachtingsvol uitzien naar………? Veel kunnen we hier invullen, voor ieder van ons misschien wat anders. Advent is voor ons allen uitzien naar de komst van Jezus. Naar “vrede op aarde”, misschien met kerst 2014 wel in het bijzonder; op zoveel plaatsen in de wereld viert oorlog en geweld hoogtij. Misschien daardoor krijgt de uitdrukking “de donkere dagen voor kerstmis” wel een andere betekenis.
De Duitse predikant Dietrich Bonhoeffer viert kerstfeest in gevangenschap en schrijft daar:…. als we maar net zo zouden kunnen horen en geloven als de herders. De Redder is er! Gods hand rust weer op de wereld en laat de wereld niet meer los! Het heil is ophanden! …’ Advent en Kerstfeest nodigen ons elk jaar opnieuw uit om samen met de herders naar Bethlehem te gaan en daar het Kind te zoeken. Wij wensen u een goede Adventstijd toe, een fijne kerst en Gods zegen voor het komende jaar. En volgend jaar kunt u opnieuw rekenen op Schalm Nieuws. De kerkenraad heeft besloten deze door zo velen gewaardeerde wijkactiviteit ook in 2015 voort te zetten. Wij zullen ons uiterste best doen om weer een 4 tal mooie exemplaren voor u te maken. Heeft u zelf ideeen of suggesties, laat het ons dan weten. Een hartelijke groet Willemien Korpershoek en Ans Purmer
.
3
Advent Een groene krans, vier kaarsen, want Kerstmis komt in zicht. Het wordt steeds minder donker dus zie je steeds meer licht. De eerste kaars mag branden, veel licht geeft dat nog niet. Maar donker is het niet meer, er is hoop in het verschiet. De tweede kaars mag branden: twee vlammetjes, kijk aan. Ze zeggen: hoop gerust op nog meer licht in je bestaan. De derde kaars mag branden: weer wint het licht terrein. Je ziet: straks zal de duisternis voorgoed verdwenen zijn. De vierde kaars mag branden; dat is een blij bericht. Want God die ons nabij is laat ons leven in zijn licht.
4
Het Kind…….
(uit de kerstnachtdienst 2013, voorganger ds. J. Zuurmond)
Zal jij het zijn, kind ons geboren, waarop de wereld wacht? Zal jij het zijn die verrassend anders zult zijn. En tegelijk verrassend herkenbaar, ongekend dichtbij. Zal jij het zijn die óns laat zien wie wij kunnen zijn? Wie wij mogen zijn? Zal jij het zijn die de mensen aankijkt – met een eindeloos open blik. Je zult niet doodslaan, vertellen je ogen aan ieder die jou aankijkt. In volkomen weerloosheid. Je zult niet doodslaan. Het hoeft niet. Het is beter van niet. Het is altijd beter van niet. En als jij ons zó aankijkt… dan wordt het waar! Zal jij het zijn, kind ons geboren, die de mensen aankijkt en ze vertelt dat ze niet meer zullen stelen van elkaar. Het hoeft niet dat mensen leven ten koste van elkaar. Het hoeft niet, die jaloezie, al dat egoïsme, dat eindeloze graaien. Het kan echt anders. Je kunt als medemensen leven vóór elkaar – En als jij ons dat vertelt… dan wordt het waar! Zal jij het zijn, kind ons geboren, die het zelf doen zal – anders leven – heel concreet: als we jou op de rechter wang zullen slaan dan draai jij ons ook je linker wang toe: “Hier, deze kant heb je nog niet gehad”. En als we jou ik weet niet wat aandoen… als we je beroven, als we je slaan, als we je martelen, doden misschien wel… zal jij het zijn die dan, tot onze eindeloze verrassing, alleen maar blijft spreken van vergeving? Jij houdt niet op te vergeven, al is het zeventig maal zeven maal. Kind ons geboren, zal jij het zijn, die zo de liefde vol houdt. Weerloze liefde. Liefde die nooit ophoudt liefde te zijn. Liefde die zich nooit neerlegt bij het kwaad dat gebeurt. Maar ook liefde die levenslang weigert te haten. Liefde die weigert egoïstisch te zijn omdat dat een mens zo eenzaam maakt. Liefde die weigert toe te geven aan de wrok, omdat het geen uitzicht kent. Liefde die levenslang weigert naar machtsmiddelen te grijpen.
5
Liefde die levenslang weerloos is, omdat liefde alleen maar ongewapend kan zijn – anders is ze geen liefde. Maar zal jij het zijn, kind, wiens liefde zó eerlijk is dat ze ook ons ontwapent. Ons pantser, onze angst doorbreekt? Zal jij het zijn, kind ons geboren, die ons, net als Mozes ooit, aanspreekt met hemels gezag. Zal jij ons laten zien dat er verschil is tussen goed en kwaad, tussen leven en dood? Zal jij het zijn, kind ons geboren, die niet ophoudt ons toe te roepen: Doe goed mens, en leef! Zal jij het zijn die zó de kern weet te raken van ons leven en samenleven, dat allen zullen luisteren. En weten: hier gaat het om. Dit is de essentie van ons mensenleven. Zal jij het zijn die óns laat zien wie wij kunnen zijn? Wie wij mogen zijn. En zullen wij het zijn… die zullen horen… en zullen doen?
Kribbe Het was geen toeval: deze houten kribbe; God zelf had voor Zijn Zoon die plaats bepaald; de engel jubelde de blijde boodschap dat in een kribbe God was neergedaald; in simpel hout, misschien wel vuil en stoffig, misschien wel weggeschoven in een stal; maar God plaatst voor het voetlicht van de wereld een voerbak voor de Redder van ’t heelal…… opeens gevuld met Godd’lijk, hemels manna, met levend Brood voor ieder mensenkind; ja, Bethlehem werd ’t broodhuis voor de volken: verzadiging voor wie Hem zoekt en vindt…..
6
Een ster zijn…..
God We dromen ervan een ster te zijn naar wie iedereen opkijkt. We proberen ons van elkaar te onderscheiden met sterren: hoe meer, hoe beter, hoe mooier, hoe belangrijker. We zoeken de schijnwerpers op want daar stralen de sterren. Doe ons beseffen dat echte sterren anders zijn. Dat we die pas kunnen zien wanneer het donker is om ons heen. Donker van verdriet Zwart van ellende Geef ons dan mensen die licht uitstralen warmte en hoop Mensen die naar ons omzien. Geef dat we ervan dromen zelf zo’n ster te zijn. Een lichtpuntje voor anderen die het moeilijk hebben. Help ons om niet weg te lopen als mensen in het donker zitten. Geef dat we warmte uitstralen….. Iets van Uw Licht. (uit: “Zeg het maar gewoon”, gebeden voor iedereen)
7
Wij gaan met haast naar Betlehem Wij gaan met haast naar Betlehem: een kind is ons geboren! Daar zien wij in een kribbe Hem die zoekt wat is verloren; een herder als een lam zo klein, een koning die een knecht wil zijn: Hij roept – maar wie zal horen? Wij staan verbaasd in Betlehem: is dit de goede herder, de koning die met luider stem zou spreken: Volk, trek verder, trek uit de angst van slavernij, de Eeuwig Trouwe maakt u vrij! – Is dít kind onze herder? O God, laat ons in Betlehem geen grote woorden spreken en zeggen: Wij behoren Hem tenzij eerst is gebleken dat wij bereid zijn om zo klein, zo lijdzaam als dit lam te zijn dat weigert zich te wreken? Wij staan beschaamd. In Betlehem blijkt meer dan ooit tevoren: de vrede is alleen aan Hem die weerloos werd geboren. Dit lam heeft ons geopenbaard Gods rijk: een koning zonder zwaard. Wie horen wil, die hore!
8
Even puzzelen Streep onderstaande woorden weg in de kerstboom.
9
Het kerstgevoel De feestdagen komen eraan! Langzaam maar zeker veranderd het straatbeeld in een gezellige kerststemming, winkels en bedrijven, op het werk en thuis decoreren we onze omgeving met talrijke sfeermakers die onze kerstgedachte van licht en vreugde, samenzijn en spiritualiteit uitdragen. We zijn eens na gaan kijken met welke tradities we ons in de decembermaand allemaal bezig houden. Adventskrans Voor gelovigen is de adventskrans, met zijn vier adventskaarsen erbovenop, de belangrijkste krans tijdens kerstmis. De adventskrans stamt uit het gebruik van ronde lichtbogen met kaarsen, die versierd met groene takken tijdens de advent voor extra licht zorgden in donkere kloosters. Kaarsen Kaarsen waren natuurlijk altijd al een veelgebruikte lichtbron in oude tijden, en het warme, levendige licht dat ze geven maakt kaarsen tot een echte sfeermaker tijdens kerstmis. Hulst Hulst is niet voor niets dè kerstplant bij uitstek: het is de enige eeuwiggroene loofboom in Nederland en België. Hulsttakken zijn populair als kerstdecoratie vanwege de mooie, glanzend groene bladeren met heldere rode besjes. Kerstklokken Voor christenen luiden kerstklokken de geboorte van Christus in, en zijn daarmee een symbool van kerstmis. Overigens was het luiden van bellen om boze geesten af te weren al tijdens het oude heidense zonnewendefeest in gebruik. Als papieren silhouet, als glazen kerstboomversiering of als rinkelende koperen bellen en kerkklokken: kerstklokken brengen kerst tot leven!
10
Porceleinen kerstklokken worden al eeuwenlang in vele landen gemaakt, en zijn behalve als kerstdecoratie ook een verzamelobject geworden. Kerstkrans Met als voorloper het zonnerad uit het oude heidense zonnewendefeest, is de kerstkrans een geliefde raam- en deurversiering geworden tijdens kerstmis. Kerstboom De traditie van een feestboom ter opluistering van midwinterfeesten als het zonnewendefeest is al eeuwenoud. Pas in de 17e eeuw begonnen rijkere mensen in Duitsland met het binnenshuis plaatsen van kerstbomen. In Nederland zorgde de plaatsing van kerstbomen op zondagsscholen tot een doorbraak bij het gewone volk. Deze kerstboom (een spar, géén denneboom overigens) was veelal op oorspronkelijke wijze versierd met appels, noten en kaarsen. Kerstavond Op de 24e december is het begin van het eigenlijke kerstfeest, het begin van de kerstnacht. We herdenken op kerstavond het feit dat Jezus in de kerstnacht werd geboren, meer dan tweeduizend jaar geleden. Het is ook een nacht van bezinning, en met een huis gehuld in gedempt licht en kaarsen, de stilte van de nacht, kijken we naar de sterren en ervaren het kerstgevoel. Bijna alle kerken openen hun deuren op kerstavond en het staat iedereen vrij om avonddienst- of nachtmis bij te wonen. Kerststal onder de boom De kerststal als kerstversiering in huis heeft eveneens een zeer lange traditie, vooral bij katholieken. Zij gaven de kerststal met zijn vaak prachtige beeldengroepen een ereplaats in huis. Bij protestanten was de kerststal minder populair, met name daar zij beelden van Jezus uit principe afwijzen, en dus ook de beeldengroepen in een kerststal. Bij hen was de kerstboom weer populairder oorspronkelijk. Dit is de laatste jaren wel iets veranderd. Kerststallen hebben nu ook bij mensen van protestantse huize een mooi plekje gevonden.
11
God, Doe ons een ster zien zoals de wijzen uit het oosten, opdat we weten waar we U zoeken moeten in de wereld van vandaag Laat ons een licht opgaan in deze dagen, opdat we ontdekken wat het kind in de kribbe ons laat zien: Uw liefde en Uw warmte, zomaar onverwacht tussen heel gewone mensen. Doe ons een ster zien die verder reikt dan de Kerstdagen. Geef ons licht, opdat we kunnen zien of we op de goede weg zijn
12
De kerstroos in mijn hart bloeit een kerstroos voorzichtig schuw kijkend argwanend om zich heen haar bladeren proberen het zonlicht te grijpen in een poging een antwoord te vinden begrijpen op vragen om zich heen handen die helpend proberen te reiken naar vrede op aarde naar iemand die slechts goedheid vergaarde om zich heen in mijn hart bloeit een kerstroos tevreden gelukkig dankbaar glimlachend naar mensen vol goede wil om zich heen
13
Een kerstavond om niet te vergeten Tring, tring!! In een oud boerderijtje midden in de bossen gaat de telefoon. Vier kinderen die in de kamer zitten kijken elkaar verschrikt aan. Fons van elf, die in een rolstoel zit, neemt het eerst het woord. 'Telefoon, Martin.' zegt hij tegen zijn broertje van negen. Vooruit, neem nou op!' Martin rent naar de telefoon. 'Met Martin...' aarzelt hij; het is hun moeder. 'Martin,' zegt ze opgewonden, 'Wij hebben pech met de auto. Het kan wel even duren... Pas goed op, hè? 'Mam,... hebt u wel alle boodschappen wel gekocht?' 'Tuurlijk, joh! We hebben alles voor een fijn Kerstfeest. Het gezin van Meekeren is op de dag voor Kerst aangekomen in het boerderijtje in het bos om er de kerstvakantie door te brengen. Omdat de wagen helemaal afgeladen was geweest met al hun spullen en de rolstoel van Fons, hadden moeder en vader besloten de boodschappen in het nabijgelegen stadje te gaan kopen. 'Blijven jullie maar lekker hier,' zeiden ze. 'Er zijn hier spelletjes en stripboeken genoeg.' De kinderen vermaakten zich prima, totdat... 't Was maar een gewone kleine veldmuis, die door honger gedreven zich een weg had gebaand naar de woonkamer. Even zitten de kinderen verbijsterd, maar dan begìnnen ze toch te gillen! 'Een beest,... een eng beest!' Weg zijn ze, de gang op. Fons, in z'n rolstoel het laatst. De deur wordt goed dichtgetrokken en het ganglicht moet aan. O, wat een ellende. Angstig kijken ze rond. Fons, die eigenlijk een pleegzoon van de familie is en nog maar een paar maanden bij hen in huis, voelt zijn verantwoordelijkheid als oudste sterk drukken. 'Geen paniek!' sust hij. In z'n hart zendt hij meteen een schietgebedje op tot God. Ooit heeft hij een paar luttele weken op een christelijke club gezeten en 'z'n hartje aan Jezus gegeven', zoals ze dat daar noemden. Sindsdien is de gewoonte om in moeilijkheden meteen tot God te bidden nooit meer weggegaan.
14
'O, God, help ons...' Ineens schiet het hem te binnen dat hij vanmiddag toen ze kwamen, bij het begin van de bosweg een woning had gezien. 'Weet je wat, Martin...' 'Ga jij naar dat huis aan het begin van deze weg. Misschien dat die mensen daar ons willen helpen.' In hun warme winterjacks, hun sjaals dicht om hun hals geknoopt, vertrekken ze... in de verkeerde richting. Is dit nou het begin van zijn fijne Kerstavond? Fons had zich er nog wel zo op verheugd. Eindelijk in een gezin Kerstfeest vieren. Tot nu toe was Fons z'n leven niet erg gemakkelijk geweest. Geboren met een handicap aan zijn benen, een moeder die ernstig ziek werd en stierf, een vader die hem in de steek had gelaten en dan van het ene kindertehuis naar het andere zwerven... Gelukkig heeft Fons nu eindelijk een goed pleeggezin gevonden, bij de familie Van Meekeren. Zou die muis er nog zitten? Als hij nou eens een sjaal omdeed en even buiten voor het raam ging kijken? Met veel moeite wurmt Fons zijn rolstoel over de drempel van de buitendeur. Pang! Met een klap valt de deur achter hem dicht. In het slot. En Fons heeft geen sleutel... 'Zou dit het huis zijn dat Fons bedoelde?' fluistert Martin tegen Bruce. 'We hebben al zo lang gelopen.' 'Welnee, joh! Dit is een woonwagen, geen huis!' antwoordt z'n broer angstig. 'Misschien wonen er wel zigeuners in...' 'Ahoehiiiii...' Een ijselijke kreet klinkt uit de wagen juist als Martin zijn voet op het trapje wil zetten. De kinderen verstijven van schrik. Plotseling gaat de deur een heel klein kiertje open en twee koolzwarte ogen kijken hen aan. Ogen.... van een jongen iets ouder dan zij. 'Woef, woef, woef!!' blaft een grote herdershond in de woonwagen. 'Wat mot je?' vraagt hij, niet erg vriendelijk. Martin stoot Melinda aan. Dat kleine bijdehandje weet altijd iedereen voor zich in te nemen. Ze snapt meteen wat hij bedoelt. 'Eh..., dag!' zegt ze met haar liefste stemmetje, 'Wwwe hebben een muis in huis... Kunnen jullie ons helpen?'
15
'Bibberdebibber... brrr!' Klappertandend van de kou zit Fons voor de deur van het vakantiehuis. Wat stom van hem zeg, om de deur dicht te laten vallen.. Zou er niet een andere deur zijn om binnen te komen? Ah, de deur van de bijkeuken, daar zitten raampjes in. Nu nog kijken of hij een raampje kan inslaan om de deur van binnenuit te openen. Maar waarmee? Wacht... zijn voetsteun. Maar eerst z'n hand met de sjaal omwikkelen tegen de glasscherven. Rinkeldekinkel! Wat een lawaai. Fons voelt zich net een inbreker. Voorzichtig tast zijn hand naar het slot. Geen sleutel!! Wat nou? 'Wacht eens,' schiet het door hem heen. Er zit natuurlijk een grendel op de deur. Fons zet de rolstoel op de rem, drukt zich met zijn armen wat omhoog... Ja, daar is de grendel. Voorzichtig trekken nu; Ja! de deur kan open. Opgelucht manoeuvreert Fons zijn rolstoel om over de drempel te komen maar dan krijgt hij een duw van de duur en de rolstoel kantelt en Fons valt precies in het glas. 'Ik kan jullie ook niet helpen,' zegt de zigeunerjongen, vriendelijker geworden door het lieve stemmetje van Melinda. 'Ik zit zelf ook alleen thuis; maar misschien heb ik toch wel iets voor jullie.' De kinderen horen hem wat rommelen en even later toont hij hen een... muizenval en een grote houten hamer. 'Hier moet je kaas indoen.' wijst hij. 'En als tie dan vastzit sla je hem hiermee dood! Martin pakt de enge muizenval voorzichtig vast en Bruce neemt de hamer. Ze bedanken de jongen en gaan weer terug naar de boerderij. Met zijn hoofd op de armen, half onder zijn eigen rolstoel, ligt Fons te huilen. Door en door koud is hij. 'O, Heere Jezus,' snikt hij, 'Help me alstublieft.' Fons probeert zich voor te stellen wie Jezus nou eigenlijk is.
'Weet je... dat de Vader je kent?'
Waar komen die woorden van dat christelijke liedje nou ineens vandaan? Het was zijn lievelingsliedje van de club. Een echte vader zou me nu optillen en me weer in de rolstoel zetten...' Hij heeft zo hard een vader nodig. Twee sterke armen om zich heen...
16
'Wat is het vreemd stil in huis!' denken vader en moeder Van Meekeren als ze veel later dan ze hadden gehoopt op die Kerstavond thuiskomen. 'Fons, Martin!!... ' roept vader. Plotseling horen ze gekreun in de bijkeuken. Verdrietig gehuil. Snikken! Het licht flitst aan in de bijkeuken. Wat een ravage! Fons op de grond, glas en bloed en nergens een spoor van de andere kinderen. 'Fons, m'n kind!' zegt vader, terwijl hij hem met zijn sterke armen optilt. Troostend drukt hij hem tegen zich aan. 'Vader!' snikt Fons, 'Ik was zo alleen...' Hij verbergt zijn gezicht in zijn pleegvaders jas. Eindelijk hulp. Terwijl vader de steenkoude jongen naar binnen draagt zien ze in de verte drie sneeuwmannetjes aankomen. O, en dan wordt het toch nog een gezellige kerstavond in dat boerderijtje in het bos. Fons, weer in zijn rolstoel met een pleister hier en daar, glimlacht ontspannen. Hij is weer bijgekomen van de kou. Hopelijk wordt hij niet ziek. Maar het fijnste is, dat hij vanavond heeft ervaren, dat hij twee vaders heeft, een pleegvader en een Hemelse Vader en beiden heeft Fons nodig.
De winterjasmijn Als de zomer voorbij is, als het koud wordt en guur, dan zijn al mijn takken zo kaal aan de muur. Maar dat wordt wel anders, dan blijft echt niet zo, Jij krijgt in de winter mijn bloemen cadeau. Als de zon in december de kou wat verzacht, dan bloeit aan de muur deze teergele bloemenpracht. En het meesje, als altijd heel druk in de weer, geniet van zijn leventje nu des te meer.
17
Kerstmis in andere landen Met Kerstmis staat natuurlijk het kerstverhaal van Jozef, Maria en het kindje Jezus centraal. Maar daarnaast hebben veel landen eigen gewoonten en tradities rond de kerstdagen. Dat maakt kerst in ieder land bijzonder! Mistletoe In Engeland en Amerika hangen mensen met kerst een mistletoe op in huis. Deze tak wordt in Nederland Maretak genoemd en staat symbool voor vriendschap. Als iemand per ongeluk onder de mistletoe staat (iedereen gaat er natuurlijk expres onder staan!) mag diegene gekust worden! Geitjes van stro In Scandinavië speelt de geit een grote rol in de kerstviering. Volgens een oude legende komen rond de jaarwisseling boze geesten te voorschijn. Geiten zouden deze de boze geesten kunnen verdrijven. Kinderen verkleden zich daarom rond de kerstdagen als geitje en mensen geven elkaar kleine geitjes van stro als cadeautje. Stro op de vloer In Polen tenslotte wordt stro op de vloer en op de tafel gelegd als herinnering aan de stal van Bethlehem. Ook wordt er oplatek gegeten. Dat is een plat brood waarin kerstfiguren zijn gedrukt. Het brood gaat rond zodat iedereen een stukje af kan breken. Als je niet thuis bent, krijg je een stukje opgestuurd! Vasten In Oost-Europa vasten de mensen voor Kerstmis. Vasten houdt in dat je voor een bepaalde tijd zo weinig mogelijk eet en drinkt, en nadenkt over je geloof. Pas als de eerste ster op kerstavond aan de hemel verschijnt gaan de mensen aan tafel. Tijdens het eten wordt altijd een stoel vrijgelaten: voor het kerstkindje. Drie Koningen Voor kinderen in Spanje en Italië is vooral Drie Koningen een feest. Op deze dag mogen de kinderen met lampionnen langs de deuren om snoep op te halen (een soort Sint Maarten dus) en krijgen ze cadeautjes in hun schoen. Deze traditie verwijst naar de cadeautjes die de drie koningen voor Jezus meenamen.
18
Ontwikkelingen rondom de kerstboom In de volgende tijdlijn zijn de diverse ontwikkelingen van de kerstboom door de jaren heen te vinden:
De eerste kunstkerstboom is in 1883 geproduceerd In 1910 is de elektrische verlichting voor kerstbomen uitgevonden, met glazen lampjes. Elektrische kerstverlichting wordt vanaf 1940 steeds vaker verkocht omdat de productie en consumentenprijs van deze kerstverlichting nu een stuk goedkoper is. Toch is electische kerstverlichting dan nog steeds een vrij luxe product. Rond 1920 worden er grootschalige kwekerijen voor kerstbomen opgericht in Amerika en Canada. De kerstboom is zo populair in NoordAmerika dat alleen op deze wijze steeds meer voldaan kan worden aan de grote vraag naar kerstbomen. Kerstbomen gemaakt van borstels of veren komen eind jaren ’20 en 1930 steeds vaker voor. Het is een zeer goedkoop en herbruikbaar alternatief voor echte naaldbomen. In Nederland zijn de veren bomen nooit heel populair geweest. Kerstbomen kunnen vanaf circa 1940 voorzien worden van een wit laagje nepsneeuw, dat gemakkelijk met een stofzuiger op te zuigen is. In 1958 komen er ook aluminium kerstbomen op de markt. Redelijk populair in Amerika, minder populair in Europa. Vanaf de jaren 70 wordt de kunstkerstboom steeds populairder. Doordat kunstkerstbomen van plastic gemaakt zijn is de aanschaf ervan behoorlijk goedkoop en de consument vindt het hergebruik vooral handig. De grootste kerstboom staat in Gubbio. Italië. Deze werd voor het eerst in 1980 “opgezet” (de kerstboom ligt als het ware tegen een helling aan in Monte Ingino) en was toen 650 meter hoog. Tegenwoordig is de kerstboom bijna 750 meter hoog en kent bijna 800 lampen (waarvoor 8km snoer voor nodig is). Wereldwijd ligt de verhouding echte bomen – kunstbomen nu op circa 40% natuurlijke bomen tegenover 60% kunstbomen. De grootste kerstboom in Nederland staat in IJsselstein; daar wordt jaarlijks de Gerbrandytoren omgetoverd tot een van de Grootste Kerstboom ter Wereld. De zendmast in 367 meter hoog en met lichtjes wordt de vorm van een kerstboom gemaakt.
19
De droom van Glenn Op een nacht, niet lang voor Kerst, droomt Glenn iets bijzonders: hij ligt ergens op een weideveld te kijken naar de sterren. “Zou God achter de sterren wonen?” vraagt hij zich af, “of woont hij misschien hier, bij de mensen?” Terwijl hij naar de hemel ligt te kijken, nadert er een karavaan met twee kooplieden. “Zo, jij durft!” zegt de koopman, “alleen op dit weideveld, zonder zelfs een vuur om je bij te warmen of de wilde dieren op afstand te houden. Ik moet er niet aan denken”. “Wie zijn jullie?” vraagt Glenn. “Wij zijn kooplieden uit Bethlehem en we zijn op weg naar huis”. “Waarom zo laat nog?” “ We hebben haast. Er is groot nieuws dat we in de stad moeten vertellen. De vredeskoning is geboren”. “De vredeskoning?” Ik weet niet waar jullie het over hebben”. De kooplieden kijken hem verbaasd aan. “Hoe kan het dat je dat niet weet?” zegt de koopman. “Ik kom uit een land hier ver vandaan” zegt Glenn, “hoe kan ik het weten?” ”Loop met ons mee, dan vertellen we je onderweg waar we het over hebben”. Glenn staat op en loopt met ze mee. De kooplieden vertellen het verhaal: “De Heilige – gezegend is Hij – keek op een dag vanuit zijn hemel naar de aarde”. “De hemel: waar is dat precies? Achter de sterren?” vraagt Glenn. De kooplieden kijken hem opnieuw verbaasd aan. “Ik kom uit een land hier ver vandaan” zegt Glenn verontschuldigend, “hoe kan ik het weten?” “Je hoeft het ook niet precies te weten”, zegt de koopman “als je maar weet dat het de woonplaats is van God. De aarde is niet meer de tuin, die Hij er in het begin van had gemaakt. Mensenkinderen hadden de aarde verziekt en van die prachtige tuin weinig overgelaten. Ook waren de meesten vergeten wie hun die tuin had gegeven. En dus, besloot Hij zijn Raad van Wijze Engelen bij elkaar te roepen om met hen te overleggen. “Geachte engelen”, zei de Heilige – gezegend is Hij – tegen de Raad, “we zitten met een ernstig probleem: op aarde leven de meesten er maar op los. De tuin is vernield en de mensen zijn Mij vergeten. Wat moeten we doen?”
20
De engelen keken elkaar aan “Machtige God” zei de engel van de vrede, “misschien moeten we duiven sturen. Veel duiven, zodat de mensen gaan nadenken, de duif is toch de vredevogel? Toen kwam de engel van de liefde: “” nee, machtige God, we laten rozen groeien in de woestijn, velden met rozen, dat moet de mensen toch aan het denken zetten”. “Ben je mal” zei de engel van de waarheid. “We moeten het ze gaan zeggen. Stuur een engelenkoor”. “Een engelenkoor” mompelt de zorgenengel die er altijd wat zorgelijk uitziet, “een engelenkoor gebruiken we alleen als iets heel ernstig of belangrijks is”. “Wat wil je dan?” “ Een kind”, zegt de zorgenengel, “een baby”. “wat moeten we met een kind?” “ Iets kleins dat voor een onmogelijke opdracht staat: daarover blijven mensen op aarde duizenden jaren praten”. De engelen bleven ruzie maken, totdat de Heilige de knoop doorhakte. Het engelenkoor en het kind: allebei mochten ze naar de aarde. Maar het kind moest het belangrijkst zijn. “En naar dat kind zijn wij op weg” zegt de koopman “het is een vredeskind, een kind dat de mensen gelukkig zal maken”. “Ga weg!” zegt Glenn verbaasd, “en hoe weten jullie dat het kind nu in Bethlehem te vinden is?” “Er is nog een verhaal, waarin wordt verteld dat dit kind geboren wordt, als de sterren in een bijzondere stand staan en dat is vannacht”. “Maar dat zal toch wel vaker zijn?” vraagt Glenn. De kooplieden knikken. Ze aarzelen even en zeggen dan: “misschien wel maar…er is nog wat. We hebben gehoord dat herders engelen hebben horen zingen of, nou ja, we denken dat het engelen waren. Maar zij zijn voor ons uitgerend, heb je ze niet gezien? “En toen we hoorden wat de herders hadden gezien, dachten we weer aan het verhaal dat we je net vertelden”. “Dat is toch maar een verhaal?” zegt Glenn. “Dat dachten wij ook, maar stel je eens voor dat het echt gebeurt” Glenn begint te lachen, “hadden de herders teveel wijn op?” “Zoiets gebeurt toch niet?” zegt hij . Ineens rinkelt er een bel. Glenn kijkt naar boven, naar de sterren en hij kijkt om zich heen. Waar hoort hij die bel?
21
Dan is hij terug in zijn kamer. Hij kijkt om zich heen: de karavaan is verdwenen, de nacht is voorbij. Hij is vlakbij het kind geweest, vlakbij! Alleen de nacht was te kort. Glenn stapt uit zijn bed. “Zal de karavaan vannacht terug komen en zullen de kooplieden hem dan vertellen waar hij het kind kan zien? Het is maar raar dat God een kind naar de aarde stuurde. Was alleen een groot engelenkoor niet genoeg geweest?” denkt Glenn terwijl hij uit zijn pyjama stapt en zijn kleren aantrekt.
Nog niet Het is nog lang niet afgelopen: Kerstfeest is niet Gods laatste woord. Een lange weg moest Christus lopen op Golgotha werd Hij vermoord. De engelenzang was geen finale, Gods zegelied was nog niet af. Hij zou het thema wel herhalen toen Christus opstond uit het graf. De wijzen, die Hem schatten brachten, stonden nog maar aan het begin. Na jaren vol van strijdend wachten trad Hij als vorst de hemel in. En nog is het niet afgelopen het beste is nog niet geweest. Hij komt terug! Blijf wachten, hopen, dan wordt het eeuwig Christus -feest! door Nel Benschop
22
Stichting Open Doors
23
Op weg naar vrede
(toekomstvisioen bij Jesaja 2: 2-5) Eens komt er een tijd dat de volken op weg zullen gaan en vrede en gerechtigheid zullen zoeken. Dat ze het tranendal van een verscheurde aarde achter zich laten en zich laten leiden door wat de Eeuwige werkelijk wil. Dan zullen ze ontdekken dat het niet uitmaakt of je de Eeuwige God, Heer of Allah noemt of zijn naam niet uitspreekt. als je maar handelt in zijn Geest en zijn wegen gaat. Dan zullen ze hun bommen ombouwen tot kinderspeelgoed en hun raketten omsmelten tot landbouwmachines. Aanslagen en vergeldingsacties zijn voorgoed verleden tijd. Kom, laten we op weg gaan Volken van de aarde Laten we vooruitlopen Op de toekomst. (Uit: Jaarringen)
24
Redactie Schalmnieuws Willemien Korpershoek en Ans Purmer Email:
[email protected] Telefoon: 053-4770081 of 053-4319765
.