Programmabegroting 2012 - 2015
Colofon Dit is een uitgave van de gemeente Gouda. Oktober 2011
Inhoudsopgave 1. Inleiding en leeswijzer
5
1.1 Inleiding
5
1.2 Leeswijzer
5
2. Beleidsbegroting: algemeen
7
2.1 Inleiding
7
2.2 Historische context financiële situatie Gouda
7
2.3 Invulling bezuinigingen en monitoring op realisatie
8
2.4 Taskforce Versterking Weerstandsvermogen
9
2.5 Decentralisaties
9
2.6 Vervolg ARHI-procedure
9
2.7 Verhuizing naar Huis van de Stad
9
2.8 Lange termijn onderhoud
10
2.9 Kaders programmabegroting 2012-2015
10
2.10 Financiële kengetallen
11
2.11 Tot slot: alertheid en voorzichtigheid geboden
11
3. Beleidsbegroting: programma's
13
3.1 Jeugd, onderwijs en veiligheid
13
3.2 Werken en meedoen
23
3.3 Gouda goed op de kaart
36
3.4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren
43
3.5 Duurzaamheid en stedelijk beheer
50
3.6 Cultuur en sport
60
3.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
65
4. Beleidsbegroting: paragrafen
69
4.1 Lokale heffingen
69
4.2 Weerstandsvermogen
72
4.3 Onderhoud kapitaalgoederen
77
4.4 Financiering
81
4.5 Bedrijfsvoering
85
4.6 Verbonden partijen
89
4.7 Grondbeleid
97
5. Financiële begroting
99
5.1 Inleiding
99
3
5.2 Uiteenzetting van de financiële positie en toelichting
99
5.3 Grondslagen
105
5.4 Overzicht baten en lasten
105
5.5 Incidentele baten en lasten
107
5.6 Concerninvesteringsplan
107
5.7 Financiering
108
5.8 Stand en verloop reserves
108
5.9 Stand en verloop voorzieningen
109
5.10 Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
110
6. Besluit bij Programmabegroting 2012-2015
111
7. Bijlagen
113
7.1 Emu-saldo
113
7.2 Nog te openen kredieten
114
7.3 Concerninvesteringsplan 2011-2015
115
7.4 Vastgestelde beleidskaders
118
4
1. Inleiding en leeswijzer 1.1 Inleiding Voor u ligt de programmabegroting 2012-2015 van de gemeente Gouda. Deze begroting bevat de uitwerking van de inhoudelijke en de financiële kaders die de raad heeft vastgesteld bij de behandeling van de voorjaarsnota op 22 juni jl. De voorjaarsnota werd gedomineerd door de tweede fase van het ombuigingsproces waarmee een bedrag is gemoeid van € 9,4 miljoen per jaar structureel. De eerste bezuinigingsfase van € 5,6 miljoen heeft eerder al zijn beslag gekregen in de programmabegroting 2011-2014. De ombuigingen uit de tweede fase zijn nu uitgewerkt in deze programmabegroting 2012-2015. Daarnaast zijn zowel de mei- als de septembercirculaire 2011 verwerkt. Wij zijn verheugd in deze economisch onzekere tijd een sluitende begroting te kunnen presenteren.
1.2 Leeswijzer De programmabegroting is opgebouwd uit een beleidsbegroting en een financiële begroting conform de wettelijke bepalingen in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). De beleidsbegroting is onderverdeeld in een programmaplan met een algemeen deel en programma's en in paragrafen. In de financiële begroting is een uiteenzetting van de financiële positie opgenomen en een overzicht van de baten en lasten. De verschillende onderdelen worden hierna verder toegelicht. Deel 1 Beleidsbegroting beleidsbegroting: algemeen In het algemene deel van de beleidsbegroting wordt op hoofdlijnen een beeld geschetst van de opdracht waar Gouda in 2012 voor staat. Wat gaan we doen? Met welke ontwikkelingen hebben we te maken? Waar moeten we op anticiperen? Daarbij komen zowel de beleidsmatige als de financiële aspecten aan de orde. beleidsbegroting: programma's De activiteiten van de gemeente zijn verdeeld over zes programma's. De programma's zijn: 1. Jeugd, onderwijs en veiligheid 2. Werken en meedoen (inclusief welzijn en zorg) 3. Gouda goed op de kaart 4. Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren 5. Duurzaamheid en stedelijk beheer 6. Cultuur en sport In elk programma wordt antwoord gegeven op de "3W-vragen". Dit zijn de volgende vragen: ■ Wat willen we bereiken? (maatschappelijke effecten) ■ Wat gaan we daarvoor doen? (maatregelen en beleid) ■ Wat gaat dat kosten? In het eerste deel wordt per programma aangegeven welke onderdelen in het programma vallen en op welke wijze ze samenhangen (doelenboom). Per onderdeel wordt daarna toegelicht wat de verwachtingen voor het komende jaar zijn. Vervolgens worden in de tabel de speerpunten uit het bestuursakkoord verbonden met meetbare doelstellingen en de activiteiten die nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken. Na de tabel zijn waar mogelijk grafieken opgenomen die in één oogopslag aangeven welke ontwikkelingen en trends er spelen in het betreffende programma. Als laatste is per programma opgenomen met welke wettelijke kaders de gemeente te maken heeft. In dit onderdeel wordt ook aangegeven of er relaties zijn met andere maatregelen en beleid die in andere programma's zijn opgenomen. De kosten van een programma worden weergegeven door middel van een tabel. In die tabel is een aantal wettelijke voorgeschreven elementen verwerkt: ■ per programma en productgroep de raming van de baten en lasten en het saldo; ■ het geraamde resultaat voor bestemming; ■ de mutaties in de reserves per programma (+ betekent storting, - betekent onttrekking); ■ het geraamde resultaat na bestemming volgend uit de onderdelen b. en c.
5
De tabel is opgebouwd uit 6 jaarschijven: 1. het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar; 2. het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging; 3. het geraamde bedrag van het begrotingsjaar; 4. de meerjarenraming voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar. Aanmerkelijke verschillen tussen de verschillende jaarschijven worden toegelicht. In voorkomende gevallen is een meerjarenoverzicht met toelichting opgenomen van de investeringen die drukken op het programma. beleidsbegroting: paragrafen De paragrafen gaan in op een aantal financiële en bedrijfsmatige onderwerpen, die dwars door het beleid uit de programma's heen lopen. De gemeenteraad bepaalt immers in zijn opdracht aan het college niet alleen wat de raad aan resultaten in de stad wil bereiken maar ook hoe het college de middelen daarvoor moet inzetten. Middelen zijn bijvoorbeeld onderhoudsprogramma's, geld, personeel en organisatie. Wij besteden in de paragrafen aandacht aan de onderwerpen die het Rijk vanaf 2004 in de programmabegroting verplicht stelt: de bedrijfsvoering, het onderhoud van kapitaalgoederen (bijvoorbeeld wegen en gebouwen), het grondbeleid (aanen verkoop van grond), het weerstandsvermogen (de mate waarin wij tegenvallers financieel kunnen opvangen), de financiering (lenen en uitzetten van geld), de verbonden partijen (de samenwerkingsverbanden waarin de gemeente een inhoudelijk en financieel belang heeft) en de lokale heffingen (belastingen die de gemeente oplegt aan de burgers). Deel 2 Financiële begroting In dit deel treft u een toelichting aan op de financiële positie van de gemeente Gouda en een meerjarig overzicht van inkomsten (baten) en uitgaven (lasten). Ook de investeringsplanning en een overzicht van de reserves en voorzieningen hebben een plek in dit deel.
6
2. Beleidsbegroting: algemeen 2.1 Inleiding Complexe keuzevraagstukken Het college van BenW van de gemeente Gouda werkt op grond van het Coalitieakkoord "Samen werken aan Gouda" aan een financieel solide beleid en aan een versterking van de stad Gouda. Dat laatste gebeurt via de speerpunten jeugd en veiligheid, werken en meedoen, Gouda goed op de kaart, bereikbaarheid en parkeren en duurzaamheid. Dat is geen eenvoudige opgave, zeker niet in een tijd van economische crisis die zich onder andere kenmerkt door achterblijvende inkomsten -vanwege zowel een lagere uitkering vanuit het Rijk als lagere lokale opbrengsten uit leges-, door meer kosten vanwege bijvoorbeeld een hoger aantal bijstandsuitkeringen en door veel onzekerheden. Alle gemeenten staan hierdoor voor complexe keuzevraagstukken, ook de gemeente Gouda. Sluitende begroting 2012 Toch lukt het de gemeente Gouda om in 2012 met een materieel sluitende begroting te komen. Ook meerjarig is er sprake van evenwicht. Daar liggen een aantal lastige, maar overtuigde keuzes aan ten grondslag, o.a. om de rol van de lokale overheid op een aantal beleidsterreinen te verkleinen en financiële bijdragen, bijvoorbeeld aan maatschappelijke instellingen, te reduceren of zelfs te stoppen. Deze besluiten zijn verwoord in de voorjaarsnota 2012. Het college realiseert zich terdege -zoals ook verwoord in deze voorjaarsnota- dat de bezuinigingen organisaties en instellingen in een aantal gevallen hard raken. Deze maatregelen zijn echter noodzakelijk om de gewenste balans tussen inkomsten en uitgaven te kunnen handhaven. Ambities In het voorliggende stuk schetst het college de opgave en de ambities die voorliggen, waarbij onder andere het vervolg van de ARHI-procedure, de voorbereiding op de aanstaande decentralisaties van het Rijk en de provincie naar gemeenten (AWBZ, jeugdzorg en de Wet Werken naar Vermogen), de realisatie van het omvangrijke bezuinigingstraject en de verhuizing naar het Huis van de Stad als speerpunten voor 2012 zijn te benoemen. Een ander deel van de ambities van het college wordt gerealiseerd via een 6-tal afzonderlijke programma's. Onder andere staat 2012 in het teken van de bouw van een nieuw hotel in Gouda, de afronding van de werkzaamheden vanwege het verleggen van de Burgemeester Jamessingel, het continueren van de werkwijze met de wijkjaarprogramma's met het accent op sociale veiligheid, het starten met de agendavorming van een nieuw Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs, de aanscherping van de WWB (Wet werk en bijstand) en de samenvoeging daarvan met de WIJ (Wet investeren in jongeren), de verdere versterking van het vrijwilligerswerk, het actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen, de uitbreiding van parkeerplaatsen in de schil rond de binnenstad, de uitreiking van de eerste `Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen "award" onder Goudse bedrijven en de ontwikkeling van een cultuurhuis in de Garenspinnerij. De ambities uit de programma's worden in hoofdstuk 3 van de beleidsbegroting nader toegelicht. Aan de beschrijving van de ambities gaat een korte weergave van de historische context ten aanzien van de financiële situatie van de gemeente Gouda vooraf.
2.2 Historische context financiële situatie Gouda Artikel 12 en afkoopsom De gemeente Gouda heeft in het verleden opeenvolgende jaren gekend, waarin de financiële ruimte zeer beperkt was. Gedurende een lange periode had Gouda de zogenaamde artikel 12-status, waarbij de gemeente een aanvullende uitkering ontving om de begroting sluitend te kunnen maken. Daaraan lag de bodemgesteldheid ten grondslag. Door de zwakke veengrond heeft Gouda namelijk structureel veel last van verzakkingen; daardoor zijn de kosten van het onderhoud van de openbare ruimte veel hoger dan bij andere gemeenten. In december 2001 is het artikel 12-traject beëindigd met een afkoopsom van € 79 miljoen; daarvan was € 39 miljoen bedoeld voor het oplossen van opgelopen achterstanden in het onderhoud van de openbare ruimte. De overige € 40 miljoen was bestemd voor het op eigen kracht sluitend maken van de begroting in de periode tot en met 2007; om dit te realiseren is in 2003 gestart met een omvangrijke heroriëntatie op de rol van de gemeente met een bezuinigingsopdracht oplopend tot € 13 miljoen structureel vanaf 2007, onder de noemer Optima Forma. De ambtelijke organisatie moest krimpen en diverse taken en onderdelen werden verzelfstandigd of uitbesteed. De formatie van de gemeente Gouda is inmiddels gedaald van 822 FTE in 2002 naar 485 FTE in 2011.
7
Ontwikkeling algemene reserve In de periode 2007-2010 kent de gemeente Gouda evenmin gemakkelijke jaren op financieel gebied: de jaren sluiten bijna allemaal af met forse tekorten. De exploitatie raakte uit evenwicht met name door tegenvallende resultaten op de grondexploitaties. In totaal zag de gemeente Gouda zich genoodzaakt in deze periode voor ongeveer € 26 miljoen af te boeken. De opeenvolgende tekorten maken dat er fors moest worden ingeteerd op de reserves. De ontwikkeling van de algemene reserve in de periode vanaf 2007 bevestigt dat: van ruim € 25 miljoen in 2007 naar minder dan € 10 miljoen per eind 2010. Dat maakt dat de omvang van de weerstandscapaciteit eveneens is gedaald en in 2010 is gekwalificeerd als ruim onvoldoende. Vanuit het sociale domein waren er in deze periode overigens nog toevoegingen aan de reserves, o.a. door minder uitgaven op de WWB. WWB-problematiek Een meer recente ontwikkeling is de groei van het cliëntenbestand voor de WWB / WIJ, hetgeen leidt tot een hoger beroep op de zogenaamde openeindregelingen. De VNG heeft becijferd dat op macroniveau gemeenten € 669 miljoen tekort komen, onder andere doordat zij per uitkering € 570 te weinig ontvangen van het Rijk omdat zij alleen worden gecompenseerd voor de loonontwikkeling en niet voor de prijsontwikkeling, maar ook vanwege niet realistische aannames bij het Rijk over het aantal mensen dat een uitkering aanvraagt. Zie hiervoor de brief van de VNG aan de staatssecretaris van SZW d.d. 13 september 2011, kenmerk BAWI/U201101586. Gouda volgt daarin de landelijke trend. In 2010 steeg het aantal cliënten van 1.163 naar 1.296. In de eerste helft van 2011 heeft deze stijging zich voortgezet naar 1.372 cliënten. Dit leidt tot forse tekorten, waarvan naar verwachting een deel gecompenseerd wordt via een aanvullende uitkering vanuit het Rijk. Voor het overige deel zal voorgesteld worden een beroep te doen op de reserve sociaal domein, waarvan de bodem overigens binnen twee jaar in zicht is. Hiervoor moeten de criteria worden aangepast. In de tweede helft van 2011 treedt overigens een daling op in het aantal cliënten, maar het niveau van het aantal cliënten ligt nog steeds hoger dan dat waar de vergoeding van het Rijk op is gebaseerd. Een en ander maakt dat de gemeente Gouda ook de komende jaren voor grote uitdagingen blijft staan om een financieel gezond beleid te kunnen voeren.
2.3 Invulling bezuinigingen en monitoring op realisatie Structurele bezuinigingen: € 15 miljoen Niet voor niets heeft het College een fors bezuinigingstraject ingezet, oplopend tot € 15 miljoen structureel. Daarmee heeft het College bij haar aantreden reeds geanticipeerd op de teruglopende inkomsten. De bezuinigingsopgave is gesplitst in twee fasen: de eerste fase betreft een bedrag van € 5,6 miljoen en heeft al invulling gekregen in de begroting 2011. In de voorjaarsnota 2012 is beschreven hoe de tweede fase, voor het resterende bedrag van € 9,4 miljoen, ingevuld zal worden. Invulling stelpost € 1,5 miljoen vanaf 2014 Binnen deze tweede fase was -bij besluitvorming over de voorjaarsnota 2012- aanvankelijk nog een stelpost opgenomen voor een bedrag van € 1,5 miljoen, te realiseren vanaf 2014. Om te komen tot een adequate onderbouwing van een besluit over de invulling van deze stelpost zijn twee onderzoekstrajecten gestart, die ieder in 2011 zijn afgerond met een rapport: ■ Lysias, De weerbarstige kern van de bezuinigingsopgave van Gouda in beeld d.d. 8 maart 2011; ■ Berenschot, Efficiency en effectiviteit van dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer d.d. 30 augustus 2011. Op basis daarvan is het college in oktober 2011 tot een aantal (voorgenomen) besluiten gekomen. Deze vormen een combinatie van besparingen op het ambtelijke apparaat (bijv. minder managementondersteuning, een reductie in de uitvoeringskosten bij WIZ, minder stadstoezicht en het anders financieren van of stoppen met het taakveld MIMP) en van andere maatregelen, zoals meer kosten doorbelasten aan heffingen. Monitoring De bezuiniging van € 15 miljoen komt bovenop reeds eerder ingezette bezuinigings- en ombuigingstrajecten, waarvan de effecten deels nog worden verwerkt. Vanwege afnemende mobiliteit op de arbeidsmarkt is dat geen eenvoudige opgave. De gemeente Gouda zal ook in 2012 zorgvuldig blijven monitoren op de realisatie van de bezuinigingen, met het accent op de invulling van de ambtelijke bezuinigingen en die bij verbonden partijen. Op ambtelijk niveau zal maandelijks in kaart worden gebracht welke mee- en tegenvallers zich voordoen; op bestuurlijk niveau zal drie keer per jaar de voortgang geagendeerd worden, namelijk bij de bespreking van de jaarrekening en tijdens de reguliere ijkmomenten, en tussentijds als daartoe aanleiding is.
8
2.4 Taskforce Versterking Weerstandsvermogen De weerstandscapaciteit van de gemeente Gouda is in 2010 gekwalificeerd als ruim onvoldoende. Het niveau en de ontwikkeling van het weerstandsvermogen is al enige tijd reden van zorg. Daarom heeft het college van de gemeente Gouda in april 2011 besloten tot het instellen van een Taskforce Versterking Weerstandsvermogen. Deze Taskforce heeft als opdracht om structurele voorstellen te ontwikkelen om het weerstandsvermogen van de gemeente te versterken op zowel middellange als lange termijn. De opdracht valt uiteen in twee delen. In 2011 wordt een aantal oplossingsrichtingen verkend en in 2012 moet daaraan invulling worden gegeven. Deze opdracht is ook aan de orde gekomen bij de besluitvorming over de voorjaarsnota 2012, in juni 2011. De Taskforce ziet mogelijkheden om het weerstandsvermogen binnen een periode van 5 jaar op peil te krijgen, onder bepaalde randvoorwaarden. Het activeren van twee provinciale projecten in combinatie met een meerjarige afspraak om te gaan "sparen" ter versterking van de algemene reserve zijn daarin belangrijke elementen. Deze zijn verwerkt in de gegevens uit de paragraaf weerstandsvermogen van deze programmabegroting. Maar ook het verder professionaliseren van het risicomanagement is noodzakelijk om te waarborgen dat de reserves structureel op peil blijven. Dit zal een van de trajecten zijn die in 2012 verder invulling zullen gaan krijgen.
2.5 Decentralisaties Gemeenten krijgen te maken met een nieuwe opgave: de decentralisaties van de jeugdzorg, de gevolgen dat de functie extramurale begeleiding niet meer onder de AWBZ valt en de nieuwe regeling Werken naar Vermogen (hervorming WWB/WIJ, WSW en Wajong). Hoewel het effect van deze decentralisaties nog moet blijken, staat nu al vast dat de impact op de ambtelijke organisatie groot zal zijn. De gemeente Gouda anticipeert hierop, o.a. door actief de samenwerking op te zoeken met andere, omliggende gemeenten die voor eenzelfde vraagstuk staan. De verwachting is dat de formatie door deze extra taken zal toenemen; in de eerste plaats in beleidsmatig en uitvoerend opzicht, maar ook in de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld als het gaat om de juridische ondersteuning of de financiële verantwoording, zal extra capaciteit nodig zijn. De voorbereidingen op de decentralisaties starten reeds in 2011; in 2012 moet duidelijker worden welke consequenties er zijn voor de interne, ambtelijke organisatie en zal een projectstructuur opgezet worden ten behoeve van de transitie. Ook zullen de doelgroepen nader in kaart worden gebracht. Het college ziet zowel kansen als risico's als het gaat om de aanstaande decentralisaties. Kansen zijn er onder andere in termen van lokaal maatwerk en een meer integrale benadering van dezelfde doelgroepen. De risico's hebben onder andere betrekking op het beschikbare budget: onduidelijk is nog of de middelen die beschikbaar worden gesteld door het Rijk toereikend zijn voor de gemeenten.
2.6 Vervolg ARHI-procedure Om de lokale en regionale bestuurskracht te versterken hebben de gemeenten Waddinxveen en Gouda mogelijkheden verkend om te komen tot een herindeling. Op basis van de gevoerde open ARHI-overleggen en de opvattingen van de betrokken gemeenten heeft de provincie Zuid-Holland in haar brief van 19 september 2011 een standpunt verwoord over het vervolg. De provincie constateert dat er bij de betrokken gemeenten nog geen gezamenlijke toekomstvisie is en biedt de ruimte om daar voor 1 mei 2012 mee te komen. De gemeente Gouda is voorstander van een herindeling; dat is inmiddels duidelijk. De gemeente Gouda zal in nauw overleg met Waddinxveen en Zuidplas de komende maanden bekijken hoe in de toekomst goed kan worden samengewerkt.
2.7 Verhuizing naar Huis van de Stad Medio 2012 is de verhuizing naar het Huis van de Stad gepland, waarbij het concept van het Nieuwe Werken wordt omarmd. Deze ontwikkeling stelt hoge eisen aan onder andere de beveiliging, automatisering en digitalisering, maar ook aan het personeel. Het traject richting de verhuizing gaat gepaard met een strakke planning en stevige sturing op complexe aanbestedingstrajecten. Van belang is tevens dat tijdens de verhuizing de continuïteit van de dienstverlening blijft gewaarborgd.
9
2.8 Lange termijn onderhoud Op middellange termijn heeft de gemeente Gouda nog voldoende dekking voor het onderhoud van de openbare ruimte, maar op langere termijn (na 2017-2022) zijn de verwachte uitgaven en de toekomstige geplande dotaties niet toereikend om het geplande onderhoud volgens de beheerplannen te kunnen financieren. Het College werkt daarom de nota Lange termijn investeringen (LTI) verder uit voor de periode na 2015. Uitgangspunt is een doorkijk naar 2020. Aan de hand van objectieve criteria zal per beheeronderdeel in kaart worden gebracht welke achterstanden acceptabel zijn en welke niet, welke kosten gemoeid zijn met het inlopen van achterstanden en met welk tempo dat haalbaar is. Voor de financiering daarvan zullen de komende jaren keuzes moeten worden gemaakt.
2.9 Kaders programmabegroting 2012-2015 Coalitieakkoord 2010-2014 en voorjaarsnota 2012 Het coalitieakkoord 2010-2014 en de voorjaarsnota 2012 zijn leidend geweest bij het vervaardigen van de programmabegroting 2012-2015. De nadruk in de programmabegroting ligt overigens op de jaarschijf 2012. De programmatische aanpak van maatschappelijke doelen en ruimtelijke doelen blijft de komende jaren speerpunt van beleid. Op 22 juni 2011 is de voorjaarsnota 2012 vastgesteld in de gemeenteraad. Bij de bezuinigingsvoorstellen die daarin zijn opgenomen, zijn de volgende uitgangspunten uit het Coalitieakkoord gehanteerd: ■ het voorzieningenniveau op sociaal, cultureel en sportief gebied moet op een voldoende niveau blijven; ■ uitgegaan wordt van het beginsel dat verschillende gevallen verschillend worden behandeld; ■ de zwakkeren in de samenleving worden ontzien; ■ Gouda mag niet in de top 25 van duurste gemeenten in Nederland komen; ■ er wordt niet bezuinigd op armoedebeleid en sociale veiligheid; ■ voor zover mogelijk worden de lokale lasten voor de burger niet verder verhoogd dan al gepland was. De komende jaren zou de rioleringsheffing fors omhoog gaan als gevolg van grote investeringen in het rioleringsstelsel. Onderzocht wordt of het herstel van de riolering getemporiseerd kan worden. Op het moment dat het noodzakelijk is voor de benodigde extra inkomsten zou deels afgezien kunnen worden van de geplande verhoging van de rioleringsheffingen en tegelijkertijd de OZB verhoogd kunnen worden. Daarmee stijgen de lokale lasten niet meer dan dat ze al zouden doen. Miljoenennota 2012 en septembercirculaire 2011 Ook de effecten van de Miljoenennota 2012 cq. de septembercirculaire 2011 zijn verwerkt in voorliggende begroting. De Miljoenennota 2012, met als titel "Koersvast in onzekere tijden" gaat onder andere in op de eurocrisis en de vergrijzingsproblematiek. Het kabinet houdt vast aan de prioriteiten: financiële stabiliteit, gezonde overheidsfinanciën, een sterke economie en een compacte, krachtige overheid. In de septembercirculaire 2011 zijn de effecten van de Miljoenennota 2012 vertaald voor de gemeenten. De accresraming is in de septembercirculaire 2011 neerwaarts bijgesteld voor de jaren 2012 en 2015; voor de jaren 2013, 2014 en 2016 daarentegen geldt een positieve bijstelling. Specifiek voor 2012 neemt macro gezien het accres af met € 179 miljoen ten opzichte van de meicirculaire 2011. Dit is het saldo van een aantal plussen en minnen. Belangrijke mutaties ten opzichte van de meicirculaire betreffen o.a. het verschuiven van uitgaven door het Rijk van 2012 naar 2011 met een effect van € 100 miljoen en een generieke korting vanwege het opzetten van regionale omgevingsdiensten van € 50 miljoen in 2012 (oplopend tot € 100 miljoen in 2014). Dit laatste vloeit voort uit het regeerakkoord. Ook bevat de septembercirculaire een structurele intensivering van € 90 miljoen voor de bijzondere bijstand voor kwetsbare groepen en een toevoeging van € 10 miljoen om bij de kwijtschelding van lokale belastingen rekening te houden met de kosten van kinderopvang met als doel de armoedeval te verminderen. Verder stelt het kabinet in 2012 € 48 miljoen beschikbaar voor de transitiekosten die gemoeid zijn met de decentralisatie van de AWBZ. In 2013 volgt nog € 32 miljoen hiervoor. Voor de decentralisatie van de jeugdzorg is in 2012 € 16 miljoen beschikbaar; hiervan wordt een deel gebruikt voor onderzoek, experimenten en het transitiebureau en het andere deel komt ten goede aan provincies en gemeenten. Over de wijze waarop deze middelen verdeeld worden, vindt in het najaar van 2011 bestuurlijk overleg plaats.
10
2.10 Financiële kengetallen Vertaling septembercirculaire 2011 Specifiek voor de gemeente Gouda betekent de septembercirculaire 2011 een substantiële bijstelling voor 2012 ten opzichte van de meicirculaire 2011. Per saldo krijgt de gemeente Gouda € 0,95 miljoen minder uit de algemene uitkering in 2012, een tegenvaller die in die omvang niet was voorzien. In dit saldo zijn ook plussen verdisconteerd. Onder andere komt er € 0,33 miljoen extra beschikbaar voor de bijzondere bijstand en € 0,18 miljoen voor de uitvoeringskosten ter voorbereiding op de decentralisatie AWBZ. Resultaat Per saldo laat de gemeente Gouda in 2012 een positief resultaat zien van € 190.000. Ook in meerjarig opzicht worden positieve cijfers begroot van respectievelijk € 585.000 in 2013, € 467.000 in 2014 en € 164.000 in 2015. Daarbij is al rekening gehouden met de toevoegingen die nodig zijn om het weerstandsvermogen te versterken. Ook is voorzien in middelen voor flankerend beleid vanaf 2014 ten behoeve van de ambtelijke organisatie, omdat een aantal van de nog in te zetten bezuinigingsmaatregelen personele consequenties zal hebben. Risico's Deze cijfers kennen onzekerheidsmarges; daar is het College zich terdege van bewust. Verschillende openeindregelingen kunnen het evenwicht beïnvloeden; denk daarbij aan de benodigde middelen voor bijstandsuitkeringen of schuldhulpverlening. Ook de (meerjarige) effecten van de decentralisaties zijn nog niet bekend en daarom nog niet verwerkt in de voorliggende cijfers. En daarnaast staan de resultaten van de grexen landelijk onder druk; ook in Gouda blijft het risico van negatieve resultaten aanwezig. Het risicomanagement zal daarom in 2012 onverminderd van belang blijven en prominent aandacht krijgen tijdens de reguliere ijkmomenten. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen zal per eind 2011 naar verwachting toenemen naar € 23,6 miljoen (versus € 11 miljoen per eind 2010). In 2012 zullen hierop nog mutaties plaatsvinden, onder andere vanwege het jaarresultaat 2011. De verhouding tussen het beschikbare en het benodigde weerstandsvermogen wijzigt hierdoor naar 0,93. Op grond van een waarderingstabel van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de Universiteit Twente betekent dit dat de classificatie van het weerstandsvermogen verandert van ruim onvoldoende in 2010 (categorie F) naar matig per eind 2011 (categorie D). De toename van het weerstandsvermogen is het gevolg van de uitwerking van een van de maatregelen van de door het college ingestelde Taskforce Versterking Weerstandsvermogen; het betreft het activeren van twee (lopende) provinciale projecten, hetgeen is toegestaan op grond van de regelgeving.
2.11 Tot slot: alertheid en voorzichtigheid geboden Om te komen tot een materieel sluitende begroting 2012 is een lange weg afgelegd. Maar het eind is nog niet in zicht. Er is weliswaar evenwicht, maar diverse risico's en onzekerheden kunnen dat verstoren. Het College is zich ervan bewust dat daarom alertheid en voorzichtigheid blijft geboden. Alleen dan zal het mogelijk zijn om invulling te geven aan de ambities voor de stad Gouda in combinatie met een financieel solide beleid.
11
12
3. Beleidsbegroting: programma's 3.1 Jeugd, onderwijs en veiligheid 3.1.1 Onderwerp van het programma Met veel kinderen gaat het goed in Gouda. Gelukkig maar. We hechten veel belang aan een goede, gezonde en speelse ontwikkeling van onze jeugd. Talent ontwikkelen, investeren in de toekomst en geen jongeren tussen wal en schip staan hierin centraal. Ook de komende periode moet er worden gewerkt aan een samenhangend en minder versnipperd aanbod dat effectief en efficiënt is. Dit doen we samen met onderwijs, brede school, partners op het gebied van zorg, jeugd- en jongerenwerk. Gouda moet veiliger. We willen dalen op de ranglijsten van onveilige gemeenten. De oververtegenwoordiging van jonge Marokkaanse Gouwenaars in overlast en criminaliteit moet verminderen. Ook het veiligheidsgevoel van de inwoners moet verbeteren. Dus voeren we het integraal veiligheidsbeleid onverkort uit. We zetten gerichte maatregelen in om jongeren die overlast veroorzaken aan te pakken. Aan hen stellen we duidelijke grenzen. Maar belangrijk blijft dat we jongeren ook perspectief bieden. We willen de talenten van de jongeren aanboren. Talenten ontwikkelen is belangrijk voor elk kind. Het hebben van een mooi perspectief vermindert de aanwas van overlastgevende jongeren. 3.1.2 Wat willen we bereiken?
Jeugd De gemeentelijke rol in het jeugdbeleid kan samengevat worden in twee kernelementen: het uitvoeren van wettelijke taken en het voeren van regie. De wettelijke taken concentreren zich met name rond de verplichtingen in de WMO Prestatieveld 2, om ouders en jongeren bij het opvoeden en opgroeien te ondersteunen. Ook in de Wet op de Jeugdzorg en Wet Publieke Gezondheidszorg is de gemeente verplicht om preventief jeugdbeleid vorm te geven. Verder is het de rol van de gemeente om samenhang in het lokale jeugdbeleid te creëren en partners aan te spreken op hun rol en verantwoordelijkheid. Dit is een complex geheel aangezien bevoegdheden en verantwoordelijkheden in verschillende wetgeving is vastgelegd en door verschillende overheden wordt aangestuurd.
13
Jeugdbeleid is namelijk niet enkel de verantwoordelijkheid van de gemeente. De vraagstukken zijn te groot en te complex om als gemeente alleen aan te kunnen pakken. We hebben dan ook de inzet en het commitment van onze partners nodig. Daarom wordt de samenwerking met partners geïntensiveerd. Samen met hen is aan een nieuwe kadernota jeugdbeleid gewerkt die in september 2011 ter besluitvorming aan de raad is voorgelegd. We willen niet langer een nota van de gemeente Gouda, maar we willen een nota van de stád Gouda. Een gemeenschappelijke visie, gemeenschappelijke doelen en commitment zijn kernelementen van deze vernieuwde opzet. Dit is vertaald naar een "gezamenlijke jeugdagenda 2011-2014". In dit traject wordt het platform jeugd nauw betrokken. In deze jeugdagenda zijn de volgende drie speerpunten meegenomen: - talenten ontwikkelen, ieder kind heeft voldoende kansen op een brede ontwikkeling; - geen jongere tussen wal en schip; vroegtijdig signaleren waar zorg nodig is en op tijd en op maat aanbieden; - investeren in de toekomst; ondersteunen in de schoolloopbaan en bij het vinden van werk. In het uitvoeringsplan 2011-2012 van de jeugdagenda worden doelstellingen en resultaten benoemd en gemonitord. Speerpunt 1: talentontwikkeling Kinderen en jongeren moeten de ruimte en de kans krijgen om te ontdekken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Om de talentontwikkeling van een ieder te stimuleren zijn er tal van brede school activiteiten. De brede school moet bijdragen aan de bevordering tot deelname aan (sport)verenigingen. Het lid zijn van een (sport)vereniging draagt bij aan het ontwikkelen van vaardigheden om te kunnen participeren in de (Goudse) samenleving. Om de deelname aan (sport)verenigingen te bevorderen, moeten (sport)verenigingen bereikbaar zijn voor alle jongens en meiden. Bovendien wordt de komende periode ingezet om het begeleid spelen in een aantal wijken te bevorderen (zie ook programma 6). Speerpunt 2: geen jongere tussen wal en schip Met de meeste Goudse jongeren gaat het goed. Voor de groep jongeren die een steuntje in de rug kan gebruiken wordt, met de betrokken partners, gewerkt aan een samenhangend en minder versnipperd aanbod dat effectief en efficiënt is. Op het terrein van hulp- en zorgaanbod spelen de Centra voor Jeugd en Gezin een belangrijke rol. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren). Speerpunt 3: investeren in de toekomst De gemeente streeft naar een adequaat onderwijsaanbod in de stad. Dat betekent een breed palet aan onderwijsvormen, aansluitend bij de behoefte van de burgers, waarbij de scholen passend (sober en doelmatig) gehuisvest zijn. Wat betreft deze passende huisvesting van scholen is de uitvoering van nieuwbouw en renovatie opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan (onderwijs), wat in 2009 is herijkt en wat loopt tot 2013. De nieuwe afdeling onderwijshuisvesting rondt de uitvoering van het IHP af en start vanaf 2012 met de agendavorming van het nieuwe Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs. Het onderwijs draagt in belangrijke mate bij aan het faciliteren van de Goudse jongeren om zich te ontwikkelen tot zelfredzame burgers, die hun talenten optimaal benutten. Dit begint al in de vroegste jaren. Om mogelijke problemen in een later stadium te voorkomen, willen we investeren in jonge kinderen. We vinden het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk zonder taalachterstand in het basisonderwijs instromen. Dit betekent dat we blijven investeren in de voorschoolse educatie. Om schooluitval te voorkomen blijven we de strakke lijn van schoolverzuim handhaven. De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving van de leerplichtwet. Naast het uitvoeren van de wettelijke taken richten de leerplichtambtenaren zich ook op het voorkomen van het voortijdig schoolverlaten via preventieve trajecten en participeren zij in het brede veiligheidsoverleg. In regionaal verband participeren wij in het convenant voortijdig schoolverlaten waarbij we samen met het onderwijs en zorginstellingen trajecten uitzetten om jongeren op te sporen, (onderwijs)trajecten aan te bieden en ervoor te zorgen dat ze weer naar school gaan. We werken aan de realisering van de doelstelling om in het schooljaar 2010/2011, 40% minder schoolverlaters in de RMC regio Zuid Holland Oost te hebben ten opzichte van het schooljaar 2005/2006. Actiepunten voor de komende periode worden meegenomen in het actieplan aanpak jeugdwerkloosheid (zie programma 2). In de LEA (Lokaal Educatieve Agenda) werken we samen met het onderwijs om dit speerpunt vorm te geven.
14
Veiligheid en leefbaarheid In 2010 is een nieuw integraal beleidskader opgesteld voor het Veiligheidsbeleid. Op 26 januari 2010 is in de raad de Kadernota 2010-2014 vastgesteld en op 3 juni 2010 het actieplan 2010-2011. Eind 2011 wordt het actieplan 2012-2013 opgesteld. Voor de gehele periode van 2010-2014 zijn de volgende prioriteiten gesteld: 1. Focus op aanpak van jeugdoverlast en jongerenproblematiek, met name gericht op Marokkaans-Nederlandse jongens (in het bijzonder 8 tot 16 jarigen); 2. Meer nadruk op preventie, leefbaarheid en sociale cohesie; focus op terugdringen gevoelens van onveiligheid; 3. Versterking regierol gemeente. Het hardnekkige en weerbarstige probleem van overlast en criminaliteit van jongeren is reden tot zorg. De bestrijding ervan kost bovenmatig veel tijd, energie, inzet, geld en bovenal een lange adem. Gouda heeft ruime ervaring met dit zorgwekkende deel van de Marokkaans-Nederlandse bevolkingsgroep. Gouda neemt samen met het Rijk, VNG en 21 andere gemeenten, deel aan een samenwerkingsverband aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren. De centrale doelstelling van het samenwerkingsverband is het realiseren van een trendbreuk inzake de oververtegenwoordiging van Marokkaanse Nederlanders op de terreinen schooluitval, werkloosheid, overlast en criminaliteit in 2012. Eind 2012 eindigt dit speciale samenwerkingsverband. De groep Marokkaans-Nederlandse jongeren krijgt daarom specifieke aandacht in de analyse en de aanpak van de problemen. We willen bereiken dat minder Marokkaans-Nederlandse Gouwenaars overlast en criminaliteit veroorzaken, dat iedereen in beeld is, en dat meer jongeren hun school afmaken en een diploma halen, deelnemen aan verenigingen, sporten en werk hebben. In het Veiligheidshuis is de werkwijze 1-persoon-1-plan standaard voor de geprioriteerde cases. De focus ligt daarmee op de persoonsgerichte aanpak. Dit betreft geprioriteerde jongeren binnen de Beke-groepsaanpak. Alle betrokken partijen werken op die manier hard aan de reductie van overlast op straat en aan perspectief voor de jongeren zelf. De politie werkt bovendien met het Stappenplan: overtredingen door geprioriteerde jongeren worden opgestapeld en na iedere stap volgt een maatregel, met als uiterste maatregel een (tijdelijk) gebiedsverbod. In samenspraak met partners, wijkteams en burgers zijn wijkjaarprogramma's opgesteld met een reeks van concrete maatregelen. Deze maatregelen bevinden zich met name op het gebied van "verloedering woonomgeving", "jongerenoverlast" en "sociale samenhang". In 2012 wordt opnieuw gewerkt met wijkjaarprogramma's. Deze werkwijze is door alle partners positief geëvalueerd. In de komende periode zal het accent binnen wijkaanpak vanuit de gemeente worden gelegd op wijkgebonden aspecten van de sociale veiligheid, zoals het omgaan met hinderlijke jeugdgroepen en het behouden of versterken van de sociale samenhang in wijken en buurten (versterken van het zelforganiserend vermogen). Rondom de bezuinigingen zijn goede gesprekken gevoerd met de wijkteams en partners over de invulling daarvan in 2012 en over de doorontwikkeling van wijkaanpak in 2013 en verder. De gemeente is de regisseur op het gebied van lokale veiligheid. Zo geeft zij met de Kadernota IVB 2010-2014 aan welke doelen zij wil bereiken en hoe zij dat samen met haar partners wil bewerkstelligen. Door ontwikkelingen in de samenleving, de politiek en de bestuursstructuur ziet het er naar uit dat de regisseursrol van de gemeente inzake veiligheid en jeugdbeleid de komende jaren sterker en krachtiger zal worden: meer bevoegdheden, meer stroomlijning en meer slagkracht. Dat lijkt ook nodig gezien het belang van "veiligheid voor ons allen", de complexiteit van het werkveld en de hoeveelheid partners met elk veelal hun eigen bestuurslagen, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, taken, functies, registratiesystemen en werkmethodieken.
15
3.1.3 Wat gaan we ervoor doen? Speerpunten uit het coalitieakkoord Jeugdbeleid wordt samen met partners vormgegeven en uitgevoerd
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten ? Wat gaan we daarvoor doen? (indicatoren) De samenwerking met Aantal bijeenkomsten platform Zorgdragen dat het bestuurlijk jeugd platform jeugd minimaal twee partnerorganisaties wordt geïntensiveerd keer per jaar bij elkaar komt om op strategisch niveau de voortgang van de nieuwe jeugdagenda te bewaken Aantal bijeenkomsten m.b.t. Via de 4 bijeenkomsten de Lokaal Educatieve Agenda van de Lokaal Educatieve Agenda worden afspraken met het onderwijs gemaakt en gemonitord Prioriteiten zijn gezamenlijk Voortgang vastgestelde Uitvoeren van een nieuwe jeugdagenda bepaald en worden uitgevoerd doelstellingen jeugdagenda 2011-2014 2011-2014 met het platform jeugd. Hierin worden prioriteiten, doelstellingen, verantwoordelijkheden en indicatoren benoemd Voortgang vastgestelde Uitvoeren van de vastgestelde prioriteiten onderwijsvisie prioriteiten in de onderwijsvisie 2011-2012 2011-2012
Talentontwikkelen Elk kind/jongere kan meedoen De zelfontplooiing van in de Goudse samenleving en kinderen en jongeren wordt is actief in zijn vrije tijd gestimuleerd
Bevorderen van participatie van kinderen en jongeren
Deelname cijfers van kinderen Elk kind in het primair aan brede schoolactiviteiten onderwijs maakt (via de brede school) kennis met het Gouds (activiteiten) aanbod op het terrein van sport, cultuur en welzijn Percentage 12-jarigen dat lid Steekproefsgewijs zal één is van een vereniging/ cursist keer in de twee jaar via de bij een instelling of regelmatig brede school een onderzoek geregistreerd bij buurtactiviteit. worden uitgevoerd naar het aantal 12 jarigen dat lid is van een vereniging/cursist is bij een instelling of regelmatig geregistreerd staat bij een buurtactiviteit. Aantal kinderen of jongeren Geld-terugregeling (GTR) dat gebruikt maakt van de handhaven voor kinderen en GTR om deel te nemen jongeren met een kleine beurs aan een (sport)vereniging / curusaanbod(rapportage GTR) Aantal wijken met begeleid Begeleid spelen/buurtsport spelen/buurtsport inzetten Aantal wijken met een Buurtkasten installeren, hierbij buurtkast vrijwilligers betrekken Tenminste 3 (nieuwe) Middels de subsidieregeling initiatieven zijn financieel "jongeren doen mee door gehonoreerd. sport en spel" worden nieuwe initiatieven ondersteund Het aantal verenigingen Het professioneel dat door het professioneel jongerenwerk gaat (sport) jongerenwerk is ondersteund verenigingen ondersteunen Het aantal uitgereikte Jaarlijks worden kinderen en jeugdlintjes jongeren voorgedragen voor een jeugdlintje voor hun inzet in de Goudse samenleving
16
Speerpunten uit het coalitieakkoord Bevorderen dat MarokkaansNederlandse jongeren hun talenten in positieve zin aan wenden
Investeren in de toekomst Voorkomen schooluitval
Bouwen van scholen
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten ? (indicatoren)
■
Realiseren van een trendbreuk op het terrein van: ■ Criminaliteit; ■ Overlast; ■ Voortijdig schoolverlaten; ■ Jeugdwerkloosheid.
Taal en rekenachterstanden worden zoveel mogelijk teruggedrongen
Wat gaan we daarvoor doen?
■
■
Zie activiteiten uitvoering IVB; Zie activiteiten uitvoeren actieplan jeugdwerkloosheid (programma 2); Op basis van de uitkomsten met betrekking tot landelijke monitor Marokkaanse risicojongeren 2010 zal worden bezien in hoeverre aanvullende maatregelen en indicatoren nodig zijn.
Aantal VVE-geindiceerde kinderen dat op een VVE-plek zit
■
Het aantal deelnemers per training/cursus
Een goed preventief groepsaanbod opvoedondersteuning realiseren voor ouders, zodat grotere problemen kunnen worden voorkomen.
In beeld brengen van het aantal kinderen met een taalachterstand (VVE geïndiceerd); ■ Zorgdragen voor voldoende plekken voorschoolse educatie; ■ Versterking van de toeleiding naar plekken van voorschoolse educatie; ■ Vraag en aanbod beter mbt voorschoolse educatie op elkaar afstemmen. Aantal kinderen dat deelneemt Er zijn minimaal 13 aan de schakelklassen schakelklassen in het primair onderwijs Aantal kinderen dat deelneemt Kinderen van nieuwkomers aan de opvang anderstaligen krijgen één jaar intensief taalonderwijs via de opvang anderstaligen Per 2014 is het aantal Goudse ■ Aantal verzuimmeldingen De strakke aanpak van voortijdig schoolverlaters per schooljaar van schoolverzuim handhaven (VSV-ers) teruggedrongen jongeren tot 18 jaar conform landelijke indicatoren (jaarverslag leerplicht en kwalificatieplicht); ■ VSV-monitor: Aantal leerlingen dat zonder de startkwalificatie de school verlaat. Bevorderen Per 2014 kent elke school In de LEA is dit als prioriteit ouderbetrokkenheid bij het een ouderparticipatietraject benoemd. Samen met de onderwijs, met specifieke met specifieke aandacht voor scholen zullen we hier een aandacht voor Marokkaanse Marokkaanse ouders actieplan voor opstellen. ouders Kwaliteitslag van In het kader van passend In het kader van passend zorgstructuren op scholen is onderwijs is in samenwerking onderwijs zal dit overleg verbeterd met het onderwijs en de opgestart worden. In zorginstellingen gewerkt relatie ook tot de verdere aan een verbetering van de ontwikkeling van de CJG's. zorgstructuren. Passende Nieuwbouw en gerenoveerde Uitvoering IHP en uitwerken onderwijshuisvesting scholen aanbevelingen rapport rekenkamer.
Geen jongere tussen wal en schip Opvoeden versterken Het zelfoplossend vermogen van ouders versterken.
17
Speerpunten uit het coalitieakkoord
Doelstellingen Zorg wordt eerder en dichtbij het gezin georganiseerd.
Hoe gaan we het meten ? (indicatoren) Het aantal toegepaste Sociale Netwerk Strategieen (SNS) of Eigen Kracht conferenties
Wat gaan we daarvoor doen?
Stadsmonitor en regionale veiligheidsmonitor
Uitvoeren IVB-actieplan 2012-2013
De sociale netwerken worden ingeschakeld/ aangesproken bij het oplossen van problemen via SNS of Eigen Kracht conferenties. De samenwerking tussen Aantal gezinnen waarbij "één Via het CJG wordt door alle professionals is versterkt. gezin, één plan" is toegepast. partners op dezelfde wijze en conform dezelfde methodiek gewerkt. Het preventieve veld is Vastgesteld (regionaal) plan In 2012 zullen de voorbereid op de overheveling van aanpak, invoering is 2014 voorbereidingen starten om de van taken van jeugdzorg decentralisatie van jeugdzorg voor te bereiden. Dit gebeurt ism de zorginstellingen en de regiogemeenten. Alles disciplines/partners Het aantal doorverwijzingen Per 2014 zijn er heldere zijn gecommiteerd aan naar het CJG vanuit het afspraken gemaakt over rol/ de gemeenschappelijke veiligheidshuis, onderwijs, verantwoordelijkheden van opvoedvisie welzijn en viceversa het onderwijs, welzijn, zorg en veiligheid om de opvoedvisie zoals geformuleerd in het kader van de CJG's tot recht te laten komen Waar nodig worden specifieke Het aantal Via het CJG wordt ouderparticipatietrajecten waar nodig een gericht acties ondernomen om Marokkaanse gezinnen te dat via het CJG wordt aanbod op het gebied aangeboden van opvoedondersteuning ondersteunen geboden voor Marokkaanse ouders Aantal deelenemers per Er vinden gericht activiteiten activiteit plaats om ouderbetrokkenheid van Marokkaanse ouders te stimuleren Het aantal ondersteunde Jaarlijks worden Marokkaanse Marokkaanse multiprobleemgezinnen multiprobleemgezinnen vanuit ondersteund het CJG per jaar Veiligheid Veiliger stad door inzet instrumenten
Via wijkaanpak sociale samenhang en zelforganiserend vermogen vergroten en leefbaarheid in wijken en buurten bevorderen
■
Focus op aanpak van jeugdoverlast en jongerenproblematiek, met name gericht op Marokkaans-Nederlandse jongens (in het bijzonder 8 tot 16 jarigen); ■ Meer nadruk op preventie, leefbaarheid en sociale cohesie; focus op terugdringen gevoelens van onveiligheid; ■ Versterking regierol gemeente. Zelforganiserend vermogen van wijkbewoners vergroten en inzetten op versterking sociale samenhang
Resultaten conform Wijkjaarprogramma's wijkjaarprogramma's, inclusief uitvoeren. Bijvoorbeeld: uitgave 3 euro budget ■ Bewoners en hun kinderen betrekken bij beheer van goede sfeer op speelplekken; ■ Training conflictoplossing voor jongeren en bewoners.
18
Speerpunten uit het coalitieakkoord
Doelstellingen De leefbaarheid in de wijken Oost, Korte Akkeren, Achterwillens en Sportbuurt gaat van matig positief naar positief in 2014
De algemene leefbaarheidsscore (van 7.1 naar 7.5 in 2014)
Hoe gaan we het meten ? (indicatoren) Stadsmonitor en Leefbaarometer
Stadsmonitor en Regionale Veiligheidsmonitor
Wat gaan we daarvoor doen? Wijkjaarprogramma's uitvoeren. Bijvoorbeeld: ■ Project brede aanpak zorgtoeleiding in herstructurering oost; ■ Jantje Beton, 4-jarig project voor kindvriendelijke wijk. Wijkjaarprogramma's uitvoeren. Bijvoorbeeld: ■ Verfraaien wooncomplexen samen met de bewoners
3.1.4 Geschiedenis, trends en doelstellingen Grafiek Aantal overlastincidenten met jongeren
IVB Doelstelling 2010-2011: het aantal incidenten van/door jeugd is verminderd van 1.166 in 2006 en 1.072 in 2008 naar 800 in 2014 Kaart Leefbarometer 2010
19
Legenda bij bovenstaande kaart Leefbarometer 2010
Figuur veiligheidsbeleving
IVB Doelstelling 2010-2011: eind 2011 voelt 75% van de Goudse burgers zich veilig in de eigen buurt. Externe invloeden ■ Politie-inzet is een grote externe factor bij veel van de doelstellingen; ■ Media-aandacht en financiële middelen van het Rijk (die eindig zijn). Externe kaders ■ Wet op de jeugdzorg ■ Wet Primair Onderwijs (WPO) ■ Wet Expertise Centra (WEC) ■ Wet Voortgezet Onderwijs (WVO) ■ Leerplichtwet ■ Wet OKE (Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) ■ Besluit 23 augustus 2010, houdende regels met betrekking tot specifieke uitkeringen en ten behoeve van gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 ■ Wet maatschappelijke ondersteuning ■ Wet Publieke Gezondheid (WPG)
20
Relevant beleid/maatregelen uit andere programma's Programma 2: Werken en Meedoen: jeugdwerkloosheid, aanpak schooluitval en behalen startkwalificatie Programma 5: Duurzaamheid en stedelijk beheer: rommel op straat aanpakken, zelf zwerfvuil opruimen, elkaar aanspreken op gedrag en campagnes Programma 5: Link met duurzaam bouwen bij nieuwe bouwprojecten waarin de gemeente een grote rol speelt Programma 6: Sport en Cultuur: link tussen jongeren en (sport)verenigingen 3.1.5 Wat mag het kosten? exploitatie (bedragen x € 1.000)
Lasten PG Jeugd PG Onderwijs en educatie PG Veiligheid Sub-totaal lasten Baten PG Jeugd PG Onderwijs en educatie PG Veiligheid Sub-totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Rekening Begroting MJB 2012 MJB 2013 MJB 2014 2010 incl. wijziging 2011
MJB 2015
5.288 13.230 13.639 32.157
4.951 14.177 15.461 34.590
2.939 14.631 14.805 32.374
2.766 14.804 9.564 27.133
2.571 14.409 9.400 26.380
2.547 12.020 9.332 23.899
-1.710 -2.725 -1.234 -5.669 26.488 2.952 29.440
-1.679 -3.457 -111 -5.247 29.343 -1.800 27.543
-3.334 -114 -3.448 28.927 -5.198 23.729
-3.333 -114 -3.447 23.687 -65 23.622
-3.199 -114 -3.312 23.068 23.068
-949 -114 -1.063 22.836 22.836
Toelichting op de exploitatie Uit de voorjaarsnota 2012-2015 en uit de structurele afwijkingen bij het 2e ijkmoment 2011 zijn in dit programma de volgende mutaties opgenomen (+ = nadeel, - = voordeel): productgroep Onderwijs en educatie Veiligheid Veiligheid Jeugd Jeugd Jeugd Jeugd Jeugd Jeugd Onderwijs en educatie Onderwijs en educatie Veiligheid
maatregel Onderwijshuisvesting Cameratoezicht Goverwelle Regionale brandweer Totaal mutaties 2e ijkmoment Subsidiestaat / brede school Subsidiestaat / jeugd- en jongerenwerk Subsidiestaat / kinderboerderij Subsidiestaat / peuterspeelzalen Nul-lijn subsidiestaat Subsidiestaat / breed welzijnswerk Scholenbouw Leerlingenbegeleiding Wijkaanpak Totaal mutaties voorjaarsnota
2012 -180.100 400.000 219.900 -117.000 -120.000
2013 200.000 6.900 300.000 506.900 -184.000 -160.000
-50.000 -3.800
-20.000 -100.000 -3.800
-113.000 -150.000 -553.800
-56.000 -113.000 -150.000 -786.800
2014 200.000 6.900 200.000 406.900 -250.000 -160.000
2015 200.000 6.900 200.000 406.900 -250.000 -160.000
-30.000 -50.000 -140.000 -140.000 -3.800 -3.800 -50.000 -50.000 -185.388 -194.508 -113.000 -113.000 -150.000 -150.000 -1.082.188 -1.111.308
Jeugd De brede doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin loopt t/m 2011. Vanaf 2012 worden hierdoor zowel de baten als de lasten met € 1,6 miljoen lager. Onderwijs en educatie De specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid loopt t/m 2014. Hierdoor zijn vanaf 2015 zowel de baten als de lasten € 2,2 miljoen lager. Veiligheid De laatste uitgaven in het kader van de Niet Gesprongen Explosieven worden vooralsnog in 2012 verwacht.
21
Investeringen Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Niet commerciële voorzieningen Westergouwe Onderwijshuisvesting Uitbreiding cameratoezicht Vervanging cameratoezicht Totaal
2012 0 2.399 135 0 2.534
2013 0 10.167 0 150 10.317
2014 0 0 0 150 150
2015 18.439 0 0 0 18.439
22
3.2 Werken en meedoen 3.2.1 Onderwerp van het programma Iedereen moet kunnen meedoen. Dat is de ambitie van de gemeente Gouda. Door mee te doen op de arbeidsmarkt kunnen mensen in hun eigen inkomen voorzien. Het hebben van betaalde arbeid geeft mensen een gevoel van eigenwaarde en zorgt voor betrokkenheid bij de samenleving. Die betrokkenheid is nodig voor de krachtige sociale samenleving die we in Gouda willen hebben. Een gunstig ondernemersklimaat zorgt voor voldoende werkgelegenheid. Het op eigen kracht vinden van betaalde arbeid is niet voor iedereen haalbaar. De gemeente Gouda ondersteunt degenen die dat nodig hebben bij het vinden van betaalde arbeid. Voor mensen die niet op eigen kracht mee kunnen doen, vanwege bijvoorbeeld een beperking, is er ondersteuning. De voorwaarden voor ondersteuning in de vorm van door de gemeente verstrekte inkomensvoorzieningen en de rechten en plichten van de personen die daar aanspraak op kunnen maken zijn onder meer vastgelegd in de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). In de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet Werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) zijn vergelijkbare regels vastgelegd. De verschillende regelingen (voor de onderkant van de arbeidsmarkt) zullen in 2013 worden samengevoegd tot één wet; de Wet werken naar vermogen (Wwnv). Vooruitlopend op deze decentralisatie van de Wsw en de Wet Wajong is de regering voornemens per 1 januari 2012 de WWB en de WIJ samen te voegen en diverse aanscherpingen door te voeren. Het belangrijkste doel van deze aanscherping is mensen nog meer te stimuleren om zoveel mogelijk te participeren op de reguliere arbeidsmarkt. Genoemde beleidswijzigingen hebben grote gevolgen voor de uitvoering door gemeenten. De gemeente Gouda is reeds gestart met de voorbereidingen voor alle wijzigingen en zal daar de komende periode nog veel op moeten blijven investeren. De functie Awbz-begeleiding zal in 2013 (nieuwe gevallen) en 2014 (bestaande gevallen) vervallen. De gemeente zal binnen het kader van de Wmo middelen ontvangen om (alternatieve) vormen van begeleiding te realiseren. Deze overheveling van middelen gaat gepaard met een generieke korting van 5 procent. Het gaat bij de huidige begeleiding om vormen van dagbesteding en dagopvang, maar ook om individuele begeleiding, huiswerkbegeleiding, logeerhuizen, zorgboerderijen en zo verder. Behalve de begeleiding zal ook de verstrekking van een gedeelte van de individuele hulpmiddelen vanuit de Awbz richting gemeentes komen. In 2012 bereiden we ons voor op een zorgvuldige en kwalitatief adequate uitvoering van de nieuwe taken. Daarbij zullen we waar nodig de regionale samenwerking zoeken en de voordelen van een aanbod in samenhang met de andere decentralisaties onderzoeken en waar mogelijk benutten. Duidelijk is dat de decentralisatie een forse investering is in capaciteit en financiën. Ons streven is het voordeel van het in één hand brengen van de diverse participatiemogelijkheden te vertalen naar een efficiënt maar ook kwalitatief beter aanbod voor onze inwoners. Voor de ondersteuning op het terrein van zorg en participatie wordt vrijwel alleen gebruik gemaakt van openeinde regelingen. Om ervoor te zorgen dat de daarbij behorende financiële kaders niet worden overschreden besteden we veel aandacht aan de ontwikkelingen van de bestanden en houden de regie op de uitvoering zoveel als mogelijk in eigen hand. Als gevolg van de hierboven genoemde decentralisaties neemt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de participatie van inwoners de komende jaren sterk toe. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden de initiatieven op de verschillende beleidsterreinen beter op elkaar af te stemmen en te komen tot een integraal samenhangend beleid waarmee goed kan worden ingespeeld op de lokale wensen en behoeften.
23
3.2.2 Wat willen we bereiken?
Economie Versterken economische structuur Een goed vestigingsklimaat is van belang voor de komst naar en de binding van bedrijven en instellingen aan de gemeente. Met haar kaderstellend en ondersteunend economisch beleid wil de gemeente Gouda het vestigingsklimaat voor bedrijven en instellingen verbeteren. We zetten ons daarom in voor een versterking van de concurrentiepositie van de (binnen)stad, een beter ondernemersklimaat en het versterken van de functie als regionale centrumstad. Versterken concurrentiepositie (binnen)stad De gemeente stelt (ruimtelijk) beleid vast waarbinnen de ondernemers kunnen functioneren. Het is positief dat ondernemers investeren in de stad. Met betrekking tot de detailhandel onderzoekt Multi Vastgoed in samenwerking met de gemeente de mogelijkheden om in het Zuidelijk Stationsgebied een winkelcluster te realiseren waardoor met name detaillisten die behoefte hebben aan grote winkelvloeroppervlakten zich in de toekomst in Gouda kunnen vestigen. Hierdoor ontstaat ruimte om het winkelaanbod in Gouda te versterken en vernieuwen. Op bedrijventerrein Goudse Poort is ruimte geboden voor een PDV cluster: een gebied voor perifere detailhandel. De gemeente treedt zelf op als partner in de Ontwikkelingmaatschappij Binnenstad om het opknappen van andere delen van de binnenstad mogelijk te maken. De Spoorzone en de Goudse Poort zijn aangewezen als ontwikkellocaties voor kantoren. Voor de verblijfseconomie en leisure zijn het Bolwerk, Hamstergat en de Spoorzone aangewezen. Door de economische crisis zijn de plannen voor ontwikkeling en realisatie helaas getemporiseerd. We zetten daarom op dit moment stevig in om partijen te vinden die op de geboden kansen willen en kunnen inspringen.
24
De uitgifte van bedrijventerreinen binnen Gouda heeft zijn grens bereikt. Op sommige bedrijventerreinen is leegstand. Door de krapte op de markt heft deze leegstand zich meestal binnen een redelijke termijn op. Voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat moeten bedrijventerreinen schoon, heel en veilig zijn. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ondernemers en gemeente. Cyclus voert het onderhoud op de bedrijventerreinen uit waarbij een kwaliteitsniveau van B- is afgesproken. Naast fysieke ruimte zijn bereikbaarheid en parkeren belangrijke vestigingsfactoren. Ook in de TNS NIPO benchmark ondernemersklimaat 2011 scoorde de gemeente hier beneden gemiddeld. Inmiddels zijn allerlei maatregelen in gang gezet om deze situatie te verbeteren (zie programma 4). We vinden het belangrijk de ontwikkeling van de werkgelegenheid goed te volgen. Vanwege de stagnatie van de bevolking profiteert Gouda niet van de "natuurlijke" groei in werkgelegenheid. We streven ernaar om de werkgelegenheid minimaal te consolideren (peildatum 2009). Gouda heeft een gunstige centrale ligging, beschikt over een intercitystation, heeft een hoog opgeleide beroepsbevolking en een goed woonklimaat. Dit zijn factoren die het voor bedrijven aantrekkelijk kunnen maken zich in Gouda te vestigen. We zijn alert op signalen van bedrijven die zich mogelijk in Gouda willen vestigen. We zullen die vestiging ook actief faciliteren. We willen nog meer werken aan de houding "ja mits", in plaats van "nee, maar". Zie ook hierna. Het binden van bestaande bedrijven is met het oog op de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de stad minstens zo belangrijk als het acquireren van nieuwe bedrijvigheid. De binding van bestaande bedrijvigheid komt ook terug in programma 3 bij het onderdeel stadsmarketing. Bedrijven die Gouda hebben verlaten enquêteren we om de motieven voor het vertrek te achterhalen. Versterken ondernemersklimaat Een servicegerichte houding is belangrijk om ondernemers voor de stad te behouden. Daarom streven we ook naar een beter ondernemersklimaat. In 2011 was de score in de benchmark ondernemersklimaat op dit punt, net als in 2009, 6,5. Ons doel is om het niveau minimaal terug te brengen naar de score in 2007 (6,7). De gerichte acties die in gang zijn gezet om het ondernemersklimaat in gunstige zin te beïnvloeden (doorlichting vergunningenstelsel, werkgroep Flankerend Beleid) ondersteunen deze doelstelling. De samenwerking met ondernemers/werkgevers is belangrijk voor een goed ondernemersklimaat. De bestaande contacten met de ondernemers zetten we voort: de jaarlijkse bedrijvendag, bedrijfsbezoeken door het college, het reguliere overleg met ondernemersverenigingen en de Kamer van Koophandel. Een aantal grote bedrijven en instellingen heeft zich verenigd in het Hoofdkwartier Gouda (voorheen: Genootschap Graaf Floris). Voor dit overleg wil de gemeente een inspirerende en betrouwbare gesprekspartner zijn zodat gezamenlijke belangen in de sfeer van arbeidsmarktbeleid en economische versterking van de stad in overleg kunnen worden opgepakt. Met de binnenstadondernemers, horecaondernemers, vastgoedeigenaren, KvK (Kamer van Koophandel), HBD (Hoofd Bedrijfschap Detailhandel) en Multi Vastgoed werken we samen in een werkgroep Flankerend Beleid. Deze werkgroep richt zich op het bevorderen van het vestigingsklimaat voor ondernemers en het vergroten van de aantrekkelijkheid van de Goudse binnenstad voor het publiek. De aandachtspunten die in de werkgroep Flankerend Beleid aan de orde komen zijn de verbinding tussen de bestaande stad en het nieuwe winkelgebied, het toekomstig functioneren van winkelgebieden, samenwerking tussen ondernemers, leegstand, uitstallingenbeleid, verbinding met evenementen, etc. Het in 2009 met steun van de gemeente Gouda opgerichte Ondernemersfonds Gouda (OFG) blijkt een succes. Steeds meer ondernemersverenigingen dienen projectplannen in bij het bestuur van het OFG. Na evaluatie heeft de gemeenteraad dan ook besloten het OFG voort te zetten. Bedrijven en instellingen hebben met name te maken met de gemeente op het moment van vestigen, wanneer zij een vergunning nodig hebben, een uitbreiding willen realiseren of binnen de gemeente willen verplaatsen. Op die momenten moeten we als gemeente alert en flexibel inspringen op de ondernemersvragen. Onze accountmanager Economische Zaken maakt ondernemers wegwijs in de gemeentelijke organisatie en de gemeentelijke diensten denken actief mee over verzoeken van ondernemers. In het kader van het project Antwoord© (een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging Nederlandse Gemeenten) verbeteren wij de transparantie van procedures en regelgeving en ontsluiten de informatie hierover ook zoveel mogelijk digitaal. In de afgelopen jaren is de administratieve lastendruk al met ruim 25% gereduceerd, maar we blijven alert op het vermijden en tegengaan van overbodige regeldruk. Dit jaar lichten we de vergunningenstelsels kritisch door.
25
We willen klantgericht en duidelijk communiceren en transparant zijn over de afwegingen die aan een beslissing ten grondslag hebben gelegen. Dit zijn aspecten van dienstverlening die in eerdere metingen in de Benchmark Ondernemingsklimaat minder goed scoorden. In een volgende ondernemersenquête willen we hierin progressie laten zien. De overall tevredenheidscore op de tweejaarlijkse enquête willen we brengen boven het niveau van 2007 (6,3). In 2011 was de score op de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening terug op het niveau van 2007 (6,3). Dit is hoger dan de benchmark 2011 (6,1). Versterken regionale centrumfunctie De Goudse economie houdt niet op bij de stadsgrenzen. De functie van Gouda als regionale stad komt tot uitdrukking in de rol die de gemeente speelt in de regionale samenwerking. Deze samenwerking heeft betrekking op een aantal onderwerpen: bestuurlijk, ruimtelijk, economisch en sociaal. Een uitwerking van de regionale functie van de stad staat in programma 3. In economisch en sociaal opzicht participeert Gouda in de bestuurlijke "taskforce" (wethouders van Economische Zaken) die vervolg geeft aan het Blaauwberg rapport 'Region Building in Midden-Holland'. In het verlengde van deze activiteiten werken we mee aan het opstellen van een economische visie voor de regio Midden-Holland waarin vastgesteld zal worden welke economische clusters in het economische en sociale beleid gestimuleerd zullen worden. Wij willen hiermee de regio, waaronder ook Gouda en het Goudse bedrijfsleven, sterker profileren en een nadrukkelijke koppeling leggen met de regionale arbeidsmarkt. De aantrekkelijkheid van de regio als vestigingsgebied kan beter gecommuniceerd worden. Tegelijkertijd wordt hiermee een signaal gegeven in de richting van de arbeidsmarkt omtrent de banenmogelijkheden die de regio biedt. De regionale benadering van het arbeidsmarktbeleid zoals vorm gegeven binnen het Actieplan Jeugdwerkloosheid, waarbij ingespeeld wordt op (toekomstige) personeelstekorten binnen specifieke branches verdient een bredere uitrol. De inzet op een regionale aanpak van de dienstverlening aan zowel werkgevers als werkzoekenden heeft een nieuwe impuls gekregen als gevolg van het kabinetsvoornemen om alle regelingen voor de onderkant van de arbeidsmarkt samen te voegen in één wet (Wet werken naar vermogen). Met een regionale en daardoor eenduidigere werkgeversbenadering willen we in de toekomst gerichter in zetten op de matching van de werkzoekende en de beschikbare vacatures en een effectief gebruik van instrumenten zoals loonsubsidies, werkgeverspremies en (in de toekomst) loondispensatie. Integraal arbeidsmarktbeleid omvat niet alleen het sociale en economische beleid maar ook de aansluiting met het onderwijs. In dit kader is de regionale stuurgroep voor Ondernemers, Overheid en Onderwijs (3-O's) actief (voorzitter is de wethouder van Sociale Zaken gemeente Gouda). Hier wordt de samenwerking tussen onderwijs, overheid en het bedrijfsleven onder meer vorm gegeven en actuele problemen met betrekking tot de arbeidsmarkt geagendeerd. Werk en scholing Werk In december 2010 heeft de raad ingestemd met de nota "Samenwerken aan werk in Gouda". Het in deze nota vastgelegde participatiebeleid gaat uit van een realiteit waarin extra inspanningen nodig zijn om het cliëntenbestand niet te sterk te laten stijgen en waarin rekening gehouden moet worden met kortingen op de door het Rijk verstrekte budgetten. Zoveel mogelijk mensen aan het werk is nog steeds het belangrijkste uitgangspunt van het Goudse participatiebeleid. Met de op basis van het nieuwe participatiebeleid ingekochte re-integratie-instrumenten en de diverse mogelijkheden voor individuele trajecten proberen we zoveel mogelijk cliënten te helpen bij hun zoektocht naar betaalde arbeid. In 2012 verwachten we de eerste resultaten van deze nieuwe trajecten te kunnen inventariseren. Het in 2011 opgestarte project waarbij we opdrachtnemers van de gemeente Gouda verplichten tot het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden (Social Return on Investment) is goed opgestart. De eerste resultaten rechtvaardigen de continuering van onze inzet in 2012. Gestreefd wordt naar een regionale integrale benadering van de arbeidsmarkt waarbij binnen de economische belangen het werkgelegenheidsaspect in acht wordt genomen en het in de toekomst steeds makkelijker moet worden cliënten terug naar werk toe te leiden. Vanuit het Rijk zijn grote veranderingen aangekondigd. In januari al hebben we te maken met de aanscherping van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de samenvoeging daarvan met de Wet investeren in jongeren (WIJ). Deze veranderingen hebben niet alleen gevolgen voor de inkomenspositie van bijvoorbeeld huishoudens waarin meerdere personen een inkomen hebben maar ook voor de uitvoering van de gemeente Gouda. Vooruitlopend op de nieuwe Wet werken naar vermogen (per 2013) waarmee de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet Werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) worden samengevoegd met de WWB (inclusief de WIJ) gaan we na hoe de samenwerking met (regio)partners kan bijdragen aan het goed doorvoeren van deze veranderingen.
26
Onderdeel van deze nieuwe wetgeving is de mogelijkheid om cliënten die op grond van hun arbeidsproductiviteit niet in aanmerking komen voor het wettelijk minimumloon (wml) een aanvulling (loondispensatie) te geven tot maximaal het wml. De met de in 2009 opgestarte pilot loondispensatie opgedane ervaringen zullen daarbij gebruikt worden. Inkomen De instroom in de WWB is al enige tijd hoger dan de uitstroom. Ondanks alle inspanningen is het aantal cliënten in één jaar tijd met bijna vier procent opgelopen tot 1346 (stand september 2011). Het rijksbudget waaruit de uitkeringen betaald worden vertoont echter een dalende trend. Bij het eerste ijkmoment is een tekort van 4 miljoen op het budget I-deel gerapporteerd. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre de gemeente Gouda in aanmerking kan komen voor een incidentele aanvullende uitkering waardoor het tekort voor de Goudse begroting met ruim 2 miljoen zou kunnen worden teruggebracht. Als gevolg van de aanscherping van de WWB en de daarin opgenomen toets op het huishoudinkomen en de aanscherping van gezinsbijstand zullen de bijstandslasten voor de gemeente Gouda vanaf 2012 waarschijnlijk dalen. Naar verwachting zal deze daling overigens niet ten gunste komen van de gemeente Gouda maar direct in mindering worden gebracht op de uitkering die Gouda van het Rijk hiervoor ontvangt. Scholing Onderdeel van de aanscherping van de WWB is het intrekken van de WIJ. In de voorgestelde wetgeving wordt de eigen verantwoordelijkheid voor het vinden van een baan of opleiding stevig verankerd. Jongeren die hun mogelijkheden binnen het regulier onderwijs nog niet voldoende hebben benut, dient ondersteuning of een uitkering geweigerd te worden. De verplichting om jongeren een werkleeraanbod aan te bieden vervalt, het college dient een plan van aanpak op te stellen dat onderdeel uitmaakt van de beschikking. Jongeren komen pas na zich vier weken zelf ingezet te hebben bij het vinden van werk, in aanmerking voor een uitkering. Het Actieplan Jeugdwerkloosheid (Programma 1) loopt af in 2012, de binnen het actieplan opgedane ervaringen zullen zoveel als mogelijk worden gebruikt om het reguliere aanbod uit te breiden. Maatschappelijke ondersteuning Wet maatschappelijke ondersteuning "Meedoen" is het kerndoel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat meedoen geldt voor iedereen: jong en oud, ongeacht zijn of haar maatschappelijke of economische positie, ongeacht of iemand beperkingen heeft of niet. Voor de meeste mensen is dat geen probleem. Voor anderen gaat meedoen niet vanzelf. Voor wie dit niet vanzelf gaat, is voor de gemeente een taak weggelegd, maar ook voor de inwoners van Gouda zelf. We werken aan het vergroten van de sociale samenhang in buurten en wijken.Tegelijkertijd blijven we mensen stimuleren zich in te zetten voor de mensen in hun omgeving, hun eigen verantwoordelijkheden op te pakken en creatief op zoek te gaan naar oplossingen voor problemen in plaats van deze af te wentelen op de overheid. Mensen met een beperking kunnen problemen hebben die hen belemmeren in hun participatie en zelfredzaamheid. Ook hier kunnen met creativiteit en hulp uit de omgeving veel oplossingen gevonden worden. Maar niet alles is zo op te lossen. De gemeente zet dan middelen en ondersteuning in ter compensatie. Daarbij zullen we de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen bevorderen en verder onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor algemene en collectieve voorzieningen. Ook kijken we naar efficiënte inzet van (hulp)middelen. Uitgangspunt blijft dat we in Gouda blijven zorgen voor de mensen die het echt nodig hebben. Wmo-beleid De Goudse Visie op maatschappelijke ondersteuning is na 4 jaar toe aan bijstelling. In de afgelopen periode zijn de 9 prestatievelden van de Wmo beleidsmatig uitgewerkt. In het eerste kwartaal 2012 zal een nieuw integraal kader voor de Wmo waarin de belangrijkste uitgangspunten en thema's voor de komende vier jaar zijn benoemd aan de raad worden voorgelegd. Bezuinigingen Wmo-verstrekkingen De beschikbare financiële middelen voor Wmo-verstrekkingen nemen af vanwege rijksbezuinigingen en lokale bezuinigingen. Dit vangen we in eerste instantie op door nog scherper te begroten en de financiële voordelen uit aanbestedingen in het verleden nu te gebruiken. Vanaf 2012 zijn de bezuinigingen op de individuele verstrekkingen van kracht. Belangrijkste maatregelen zijn: het invoeren van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage; de uitbreiding van de lijst "algemeen gebruikelijke voorzieningen"; de aanscherping van de toegang tot het collectief vervoer door middel van het afschaffen van de 65+ pas.
27
Maatschappelijke opvang Gouda is door het Rijk aangewezen als centrumgemeente voor Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang, OGGZ en Verslavingsbeleid. Dat betekent dat de gemeente Gouda voor de gehele regio Midden Holland de middelen ontvangt en verantwoordelijk is voor de besteding daarvan. We dragen de zorg voor een groep van zeer kwetsbare burgers met een complexe problematiek die niet in staat is tot het zelfstandig opbouwen van een menswaardig bestaan. Het beleid ligt vast in het Regionaal Kompas, de Regionale visie (O)GGZ en het Goudse Beleidsplan Wmo prestatievelden 7, 8 en 9. Onderdeel daarvan is ook de collectieve preventie en de zorgvernieuwingsprojecten GGZ. De komende jaren moet fors bezuinigd worden op opvang en ondersteuning. Vanwege het nieuwe door het Rijk opgestelde verdeelmodel voor Maatschappelijke opvang is een bezuiniging van € 600.000 aan de orde. De wijze waarop deze bezuiniging wordt gerealiseerd, is vastgelegd in de nota Aanscherping budgettair kader Maatschappelijke opvang, OGGZ en Verslavingsbeleid. Deze nota is leidend bij de subsidieverlening voor 2012 en 2013. In het najaar van 2011 wordt gestart met het formuleren van het nieuwe beleidskader dat naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 voor besluitvorming aan de raad zal worden aangeboden. Beleidsvorming op dit onderdeel zal in nauw overleg met de regio en betrokken partners tot stand komen. In 2012 zal de toegang tot de opvang aangescherpt worden door de regiobinding als leidend principe te hanteren. Dit in navolging van landelijke ontwikkelingen en strikte toepassing van de regels voor regiobinding door de regio's Rotterdam en Utrecht. Ondersteuning van ouderen Het project ouderenvoorlichting loopt sinds 2009. In 2012 loopt dit project formeel af. Uit de evaluatie in 2011 blijkt dat ouderenvoorlichting en -advisering door ouderen hoog wordt gewaardeerd. In 2012 zullen we deze functie dan ook als standaard-dienst opnemen als een vorm van verlengde frontoffice van het Wmo-loket. Kwetsbare burgers In het voorjaar verschijnt de beleidsnota voor kwetsbare burgers. In deze nota beschrijven we hoe we in Gouda ervoor willen zorgen dat ook zij kunnen (blijven) participeren en zo lang mogelijk zelfstandig een eigen huishouding kunnen runnen (prestatieveld 5). Organisaties op het gebied van Wonen, Welzijn en Zorg werken al sinds 2003 samen en hebben daarvoor met elkaar het Convenant Levensloopbestendig Gouda gesloten. Eind 2012 zal dit Convenant opnieuw verlengd worden voor een volgende periode van 4 jaar. Ondersteuning mantelzorgers Prestatieveld 4 van de Wmo legt de gemeentelijke verantwoordelijkheid bij de ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwilligerswerk vast. In april 2011 is de beleidsnota mantelzorg 2011-2014 vastgesteld door de gemeenteraad. Het hoofddoel van het beleid is een voor alle burgers toegankelijke infrastructuur van mantelzorgondersteuning in stand te houden en te versterken. In 2012 zal hieraan uitvoering worden gegeven. Belangrijke nieuwe elementen zijn de ontwikkeling van een e-learning aanbod en ondersteuning van mantelzorgers in de GGZ. Integraal armoedebeleid Zwakkeren in de samenleving worden ontzien dat is één van de uitgangspunten in het Coalitieakkoord 'Samen werken aan Gouda'. Met een goede schuldhulpverlening, de Geld Terugregeling voor prioritaire groepen en overige acties zoals vastgelegd in het uitvoeringsprogramma van de kadernota Integraal Armoedebeleid 2009-2012 geven we uitvoering aan het armoedebeleid. In de komende jaren gaat er van rijkswege veel veranderen. Met de aanscherping van de WWB zal de inkomensgrens voor het gemeentelijke armoedebeleid worden teruggebracht naar 110% ook veranderingen op het terrein van bijvoorbeeld de ziektekostenverzekering en de kindafhankelijke bijdragen zullen gevolgen hebben voor de financiële positie van onze minima. Deze ontwikkelingen rechtvaardigen nieuwe keuzes binnen het armoedebeleid. Het wordt een uitdaging de in Gouda beschikbare middelen zo goed mogelijk in te zetten zodat alle Goudse minima kunnen blijven participeren in de samenleving. Oplopende wachtlijsten voor schuldhulpverlening zijn aanleiding geweest meer regie (aanmelding, intake, monitoring) te gaan voeren op de schuldhulpverleningstrajecten. Sinds januari 2011 wordt de schuldhulpverlening uitgevoerd door een andere partner. Met deze nieuwe werkwijze hebben we de wachttijden voor schuldhulpverlening teruggebracht naar 4 à 5 weken (zie raadsmemo van september 2011). Naar aanleiding van het wetsvoorstel over gemeentelijke schuldhulpverlening dat bij de Tweede Kamer in behandeling is zal een gemeentelijk beleidsplan worden opgesteld.
28
Inburgering Sinds 2007 is het Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen (BPI) teruggebracht van 1.600 personen naar zo'n 40 personen medio 2011. De gemeente Gouda heeft daarmee een mooie prestatie geleverd. Het eind van het BPI raakt in zicht. We gaan ons de komende jaren richten op de nieuwe instroom van verplichte inburgeraars (met name asiel- en gezinsmigranten) en in het kader van de handhaving op de inburgeringsplichtigen die nog niet geslaagd zijn voor het examen. De van rijkswege beschikbaar gestelde budgetten voor inburgeringstrajecten worden de komende jaren afgebouwd. De eigen verantwoordelijkheid bij nieuwe inburgeringsplichtigen is van rijkswege uitgangspunt. Vanuit gemeentewege zullen we bekijken wat mogelijk is aan flankerend beleid. Gezondheidsbeleid De Wet Publieke Gezondheid (WPG) geeft gemeenten de taak preventief beleid op volksgezondheid te voeren. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van collectieve preventietaken en zorgt ook voor continuïteit, samenhang en afstemming binnen de collectieve preventie en de curatieve zorg. In 2011 is de rijksnota gezondheidsbeleid verschenen. Gemeenten zijn verplicht binnen twee jaar na het verschijnen van deze nota een lokaal gezondheidsbeleid vast te stellen. Eind 2012 komt de regionale gezondheidsnota uit waarin plannen op regionaal niveau worden weergegeven. Vervolgens verschijnt de lokale gezondheidsnota aansluitend in de winter van 2013. Organisatie(s), vrijwilligers en meedoen Vrijwilligersbeleid Ons doel is het zelforganiserend vermogen van de Goudse samenleving te versterken. Op basis van de beleidsnota Vrijwilligersbeleid 2009-2011 werken we aan een florerend netwerk van verenigingen en instellingen van vrijwilligers. We willen minimaal het huidige aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet behouden en ervoor zorgen dat meer mensen gebruik maken van vrijwilligerswerk, waardoor het professioneel welzijnswerk aanvullend ingezet kan worden voor ondersteuning van vrijwilligersactiviteiten of activiteiten die niet door vrijwilligers kunnen worden verricht. Speerpunten zijn: het versterken van de samenwerking tussen bestaande vrijwilligersinitiatieven; het faciliteren van vrijwilligersorganisaties; vermindering van de regeldruk; meer erkenning en waardering van de vrijwilligers en vergroting van de participatie in het vrijwilligerswerk van jongeren en uitkeringsgerechtigden. In 2012 staat de verdere versterking van het vrijwilligerswerk op de agenda. Accommodatiebeleid We willen dat het (maatschappelijk) vastgoed op een efficiënte wijze aansluit bij de behoefte aan maatschappelijke voorzieningen op wijk- en stadsniveau. In 2011 hebben we het voorzieningenniveau binnen de stad en haar wijken geïnventariseerd. Uitgaande van deze inventarisatie en de toekomstige behoefte aan maatschappelijke voorzieningen gaan we in de toekomst werken aan de ontwikkeling van het accommodatiebeleid voor de komende jaren.
3.2.3 Wat gaan we ervoor doen? Speerpunten uit het Doelstellingen coalitieakkoord Economie: versterken economische structuur Versterken concurrentiepositie Minimaal op peil houden van (binnen)stad werkgelegenheid (peildatum 2009)
Hoe gaan we het meten ? (indicatoren)
Wat gaan we daarvoor doen?
Ontwikkeling werkgelegenheid in Gouda (Meting bedrijvenregister ZuidHolland)
■
Versterken ondernemersklimaat
Ontwikkeling tevredenheid ondernemers (ondernemersenquête)
Score op algemene tevredenheidsindex ondernemers boven 6,5
Ondersteunen van nieuwe ondernemersinitiatieven (Zuidelijk stationsgebied, Spoorzone, Goudse Poort); ■ Faciliteren groei van bestaande bedrijven en vestiging nieuwe bedrijven en instellingen; o.a. vergroten klantgerichtheid, verbeteren dienstverlening, geen overbodige regeldruk; ■ Informeren naar motieven vertrekkende bedrijven. 2-jaarlijks onderzoek naar tevredenheid ondernemers
29
Speerpunten uit het coalitieakkoord Versterken regionale centrumfunctie
Werk en scholing Meer mensen aan het werk
Minder uitkeringen
Alle jongeren participeren
Maatschappelijke ondersteuning Zorgen voor mensen die het nodig hebben
Doelstellingen Versterken regionale economie en daarin de centrumfunctie Gouda
De ontwikkeling van het cliëntenbestand volgt (met enige vertraging) de landelijke ontwikkelingen Uitkomen met het van rijkswege beschikbaar gestelde budget Jongeren worden binnen de daarvoor geldende kaders ondersteund bij het behalen van een startkwalificatie of het vinden van passende arbeid
Bevorderen dat mensen in eerste instantie verantwoordelijkheid nemen bij het voorkomen van of vinden van een oplossing voor hun beperking of probleem Op grond van het compensatiebeginsel Wmo aan mensen die een beperking of probleem ondervinden en waarvan de beperking is vastgesteld en die niet met een algemene of collectieve voorziening geholpen kunnen worden een compensatie bieden in de vorm van een individuele voorziening Mantelzorgers ervaren dat zij gewaardeerd worden en ontvangen waar nodig ondersteuning
Hoe gaan we het meten ? (indicatoren) Regionale economische speerpunten (clusters) benoemd in 2011
Wat gaan we daarvoor doen?
Omvang WWB-bestand
Cliënten op basis van hun indivuele mogelijkheden ondersteunen bij het vinden van werk Bevorderen uitstroom cliënten, inzet op rechtmatigheid en fraudepreventie aan de poort ■ Voortzetting Actieplan Jeugdwerkloosheid; ■ Meten van tevredenheid van jongeren met het aanbod; ■ Realiseren van een integrale aanpak.
Geen overschrijding van het voor bijstandslasten beschikbare budget Alle werkzoekende jongeren zijn bekend bij het Jongerenloket en volgen een passend en kwalitatief goed aanbod.
■ ■
Bijdragen aan economische visie Midden-Holland; Uitvoeren netwerkanalyse clusterbedrijven met als doel het bevorderen van de onderlinge samenwerking en versterken van de samenwerking met onderwijs.
De eigen verantwoordelijkheid van mensen werken is nader vormgegeven door vanaf 2012 o.a. een eigen bijdrage in te voeren op de voorzieningen ■
■
Het aantal mensen met een beperking of probleem dat met een individuele voorziening deelneemt aan de samenleving De tevredenheid van cliënten over de mate waarin ondersteuning bijdraagt aan zelfstandig meedoen aan de samenleving
Het percentage mantelzorgers dat bekend is met het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers is toegenomen van 22% in 2010 naar 44% in 2014 Het aantal mantelzorgers dat gebruik maakt van de mantelzorg-ondersteuning is jaarlijks met 10% gegroeid Het tevredenheids-percentage onder mantelzorgers die gebruik maken van het ondersteunings-aanbod is gestegen van 72% (2010) naar 80% in 2014. Het percentage van de mantelzorgers dat overbelasting ervaart, neemt af ten opzichte van het niveau 2011
Uitvoering conform kader individuele verstrekkingen en verordening. Daarbij oog voor scherpe inkoop van de individuele hulpmiddelen; slim organiseren van voorzieningen
Jaarlijkse meting in de bewonersenquête
Prestatieafspraak met gesubsidieerde instelling
Jaarlijkse meting in de bewonersenquête
Jaarlijkse meting in de bewonersenquête (nulmeting in 2011)
30
Speerpunten uit het coalitieakkoord
Doelstellingen Ouderen zijn goed geïnformeerd over wonen, zorg, welzijn Mensen met een beperking kunnen optimaal participeren en voeren zo lang en zo zelfstandig mogelijk een eigen huishouding Schuldhulpverlening moet snel en adequaat zijn. Wachttijd niet langer dan 4 weken en drie werkdagen in bedreigende situaties
Participatie van inburgeraars verbeteren
Organisatie(s) vrijwilligers en meedoen Slimmere organisatie van voorzieningen: werk van vrijwilligers en professionals vult elkaar aan
Hoe gaan we het meten ? Wat gaan we daarvoor doen? (indicatoren) Aantal ouderen dat bereikt Ouderenvoorlichting wordt wordt met ouderenvoorlichting voortgezet.
Convenant Levensloopbestendig Gouda verlengen; Welzijnsaanbod voor kwetsbare burgers ontwikkelen ■ Uitvoering conform beleid dat door de raad is vastgesteld in 2010; ■ Nieuw beleidsplan schuldhulpverlening n.a.v. nieuwe wet schuldhulpverlening. Zorgdragen voor een In het najaar van 2011 wordt adequate opvang en gestart met het opstellen begeleiding van mensen van een nieuw beleidskader die zich niet op eigen kracht waarin concrete doelstellingen in de samenleving kunnen en indicatoren voor 2013 e.v. handhaven worden meegenomen Verbetering van de Regionaal gezondheidsbeleid volksgezondheid in Gouda via eind 2012 en lokaal preventie gezondheidsbeleid begin 2013 Minimaal 80 % van de Aantal geslaagden tov het Informeren, faciliteren (van inburgeraars slaagt voor het aantal deelnemers zoveel mogelijk trajecten met inburgeringsexamen het beschikbare budget) en handhaven Minimaal 80 % van de Aantal duale ten opzichte van Inburgeringstrajecten worden inburgerings-trajecten is duaal het totaal aantal trajecten in samenhang met andere participatietrajecten en werk ingezet. Afbouw conform gewijzigd rijksbeleid
Een sterke organisatie voor vrijwilligers en hun organisaties
Ondertekening nieuw convenant LBG aantal kwetsbare burgers dat deel neemt aan welzijnsactiviteiten LBG Wachttijden schuldhulpverlening
■
■
Professioneel welzijnswerk is aanvullend op en ondersteunend aan vrijwilligersactiviteiten
75% van de vrijwilligers en Voortzetting en versterking 80% van de verenigingen is van het VIP bekend met het VIP 80 % van degenen die het VIP kennen is tevreden over het ondersteuningsaanbod In subsidieregels is meetinstrument: vrijwillig wat kan: professioneel wat moet
Maatschappelijk vastgoed sluit aan op behoefte aan maatschappelijke voorzieningen
Ontwikkeling accommodatiebeleid. Hierin worden concrete doelstellingen en indicatoren opgenomen Meedoen mogelijk maken voor Optimaal gebruik van de GTR- Aantal mensen dat gebruik GTR handhaven voor mensen met een kleine beurs regeling maakt van de GTR uitgesplitst kinderen, chronisch zieken, per groep gehandicapten en ouderen met een kleine beurs Vrijwilligersinzet op peil Percentage vrijwilligers blijft Percentage actieve Voortzetting en versterking houden minimaal gelijk aan het aantal vrijwilligers van het VIP. gemeten vrijwilligers in 2009 (37 procent is vrijwilliger)
31
3.2.4 Geschiedenis, trends en doelstellingen Figuur 1. Ontwikkeling werkgelegenheid per 1 januari 2000-2010
De ontwikkeling van de werkgelegenheid laat zien dat de werkgelegenheid na de daling in 2009 in 2010 weer licht is toegenomen. Figuur 2. Ontwikkeling cliëntenbestand sinds juni 2010
Na een sterke stijging van het aantal cliënten tot begin 2011, is nu een lichte daling van het aantal cliënten waar te nemen. Figuur 3. In en uitstroom van cliënten per maand
32
Figuur 3 laat zien dat we sinds vorig jaar te maken hadden met meer instroom dan uitstroom, resulterend in een sterke stijging van het aantal cliënten. Vanaf het tweede kwartaal van dit jaar is dat veranderd waardoor het cliëntenbestand licht daalt. N.b. Instroom en uitstroom kan met terugwerkende kracht plaatsvinden waardoor het absolute aantal cliënten kan variëren. Figuur 4. Beleidsveld WMO in beeld
Figuur 5. Percentage vrijwilligers en mantelzorgers
Figuur 5 laat zien dat het percentage burgers in Gouda dat vrijwilligerswerk werk verricht redelijk constant blijft. De inzet op mantelzorg laat een licht stijgende trend zien.
33
Externe kaders De volgende externe kaders (wet- en regelgeving) zijn essentieel voor toepassing van dit programma. Werk en scholing ■ Wet Werk en Bijstand (Inkomendeel en Werkdeel) inclusief Bijzondere Bijstand en Langdurigheidstoeslag (WWB) ■ Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW) ■ Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) ■ Wet Inburgering (WI) ■ Wet investeren in jongeren (WIJ) ■ Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ) ■ Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) ■ Vreemdelingenwet 2000 Economie ■ ISMH (2006): "Actualisatie Regionale Structuurvisie Detailhandel Midden-Holland" ■ ISMH (2009): "Bedrijventerreinenstrategie Midden-Holland 2008-2030" ■ ISMH (2008): "Regionale kantorenstrategie Midden-Holland 2008-2020" ■ ISMH (2008): "Midden-Holland in beweging" ■ ISMH (2009): "Ruimtelijke agenda Midden-Holland - geslaagde kwaliteit in een vitale regio" ■ ISMH (2010): "Region Building in Midden-Holland" ■ Provincie Zuid-Holland (2008): "Internationaal Concurrerend, Innovatief en Duurzaam - Economische Visie" ■ Provincie Zuid-Holland (2007): "Actieprogramma Ruimte voor Economie 2007-2011" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Tussenrapportage Uitvoeringsprogramma Ruimte voor Economie" ■ Provincie Zuid-Holland (2005): "Koopstromenonderzoek Randstad 2004" ■ Provincie Zuid-Holland (2007): "Structuurvisie detailhandel Zuid-Holland 2007" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Economische Monitor Zuid-Holland 2009" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Regionale kansen voor kwaliteit - Handreiking voor uitvoeringsstrategieën in provinciaal en (inter)gemeentelijk bedrijventerreinenbeleid" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Provinciale Structuurvisie"-concept ■ Ministerie van Economische Zaken (2004): "Pieken in de Delta -Gebiedsgerichte economische perspectieven" ■ Ministerie van Economische Zaken (2009): "Pieken in Zuidvleugel 2009" ■ Intentieverklaring "(Samen)Werken in de regio Midden-Holland' (24 april 2008)" ■ Actieplan Jeugdwerkloosheid 2009-2011 Regio Midden-Holland (28 augustus 2009) Maatschappelijke ondersteuning ■ de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ■ de Wet Publieke Gezondheid (WPG) ■ de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) ■ de Wet ziektekostenverzekering (Wzv) Diverse externe kaders zijn indirect van belang, zoals wet- en regelgeving op het terrein van ruimtelijke ordening, woningbouw en de Wwb. Organisaties, vrijwilligers en meedoen ■ de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Relevant beleid/maatregelen uit andere programma's Economie Programma 3: dienstverlening aan ondernemers en regionale samenwerking Programma 4: ruimtelijke ordening van de stad, bereikbaarheid en parkeren Werk en scholing Programma 1: Jeugdwerkloosheid en behalen startkwalificatie
34
3.2.5 Wat mag het kosten? exploitatie (bedragen x € 1.000)
Lasten PG Inkomen PG Minimabeleid PG Welzijn en zorg PG Werk (en activering) Sub-totaal lasten Baten PG Inkomen PG Minimabeleid PG Welzijn en zorg PG Werk (en activering) Sub-totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Rekening Begroting MJB 2012 MJB 2013 MJB 2014 2010 incl. wijziging 2011
MJB 2015
19.179 3.456 19.954 27.107 69.696
16.427 3.300 21.465 23.587 64.779
16.540 3.346 20.838 21.389 62.113
16.533 3.346 20.574 21.368 61.821
16.533 3.305 20.365 21.351 61.555
16.533 3.302 20.281 21.347 61.463
-16.274 -103 -2.893 -22.007 -41.278 28.418 28.418
-15.445 -110 -1.078 -18.937 -35.570 29.209 29.209
-15.445 -110 -1.049 -17.666 -34.270 27.842 -88 27.754
-15.445 -110 -988 -17.666 -34.209 27.612 -75 27.537
-15.445 -110 -988 -17.666 -34.209 27.346 27.346
-15.445 -110 -988 -17.666 -34.209 27.253 27.253
Toelichting op de exploitatie Uit de voorjaarsnota 2012-2015 en uit de structurele afwijkingen bij het 2e ijkmoment 2011 zijn in dit programma de volgende mutaties opgenomen (+ = nadeel, - = voordeel): productgroep Werk en activering
Welzijn en zorg Welzijn en zorg Welzijn en zorg Welzijn en zorg Welzijn en zorg Welzijn en zorg
maatregel Promen tlv reserve sociaal domein (Wmo) Totaal mutaties 2e ijkmoment Wmo adviesraad Buurt- en clubhuiswerk Individuele verstrekkingen Wmo Kleine subsidies Subsidiestaat / ouderenwerk Subsidiestaat / breed welzijnswerk Totaal mutaties voorjaarsnota
2012 492.000
2013
2014
2015
-375.000
-58.000 -50.000 -465.000
-50.000 -33.000 -516.000
-50.000 -66.000 -689.000
-58.000 -50.000 -542.000 -5.000 -50.000 -100.000 -805.000
-58.000 -50.000 -542.000 -5.000 -50.000 -100.000 -805.000
492.000 -58.000
Werk (en activering) In 2011 waren de lasten hoger door extra middelen voor jeugdwerkloosheid. Daarnaast worden vanaf 2012 zowel de lasten als de baten lager als gevolg van een verlaging van het participatiefonds.
35
3.3 Gouda goed op de kaart 3.3.1 Onderwerp van het programma Gouda is een unieke historische stad, centraal gelegen in het Groene Hart en de Randstad, waar water vanuit het verleden een belangrijke functie vervult. Een stad waar het goed wonen, werken en recreëren is. Een stad van de menselijke maat. De beeldvorming over Gouda is de afgelopen tijd bepaald door een aantal negatieve gebeurtenissen. Deze beeldvorming speelt ons parten. We zorgen dat Gouda weer positief op de kaart komt te staan. Het programma "Gouda goed op de kaart" heeft dus tot doel het beeld van de stad - zowel bij onze eigen burgers als bij derden buiten de stad - in positieve zin te beïnvloeden. Daartoe staan verschillende instrumenten ten dienste. Dit programma omvat dan ook - naast de interne en externe dienstverlening van de gemeentelijke organisatie - de marketing van de stad alsmede de vormgeving en ondersteuning van lokaal bestuur en de samenwerking in de regio. Ook het "goed op de kaart krijgen" van Gouda bij de complementaire overheidslagen en de daarbij behorende politieke gremia behoort tot de doelen van dit programma. 3.3.2 Wat willen we bereiken?
Stadsmarketing Eén van de instrumenten die worden ingezet om Gouda weer de positieve naamsbekendheid te geven die het verdient betreft de marketing van de stad. Stadsmarketing Gouda heeft als hoofddoelstelling: het versterken van de vitaliteit van Gouda. Hierbij staat het economisch perspectief voorop. De focus ligt hierbij op het aantrekkelijk en levendig maken van de historische binnenstad. Als de economie van de binnenstad goed draait, functioneert dit als vliegwiel voor de rest van de stad. De binnenstad wordt levendiger, zal meer bezoekers en bewoners trekken. Dat trekt weer bedrijven, etc. Om deze hoofddoelstelling te bereiken is het van belang om: 1. Bedrijven in de binnenstad te behouden en nieuwe aan te trekken; 2. Meer bezoekers aan te trekken, die langer blijven en meer besteden; 3. Bewoners zo trots laten zijn op hun stad, dat zij als "ambassadeur voor de stad" optreden. Bedrijven behouden en nieuwe bedrijven aantrekken In 2010 is het aantal bedrijven in Gouda ten opzichte van 2009 gegroeid met 77 tot 2797. Dat is een mooi resultaat, maar het kan natuurlijk altijd beter. Omdat het relatief eenvoudiger is om bedrijven te behouden dan om nieuwe bedrijven te acquireren (weinig bedrijven verhuizen en als ze dit al doen is dit meestal binnen de regio), wordt de nadruk gelegd op het behoud van ondernemingen in de binnenstad.
36
We willen deze bedrijven behouden door nadrukkelijk te inventariseren wat bedrijven nodig hebben om beter te kunnen ondernemen om vervolgens gezamenlijk hierop actie te "ondernemen". In ieder geval hebben ondernemers in de binnenstad een koperspubliek nodig om succesvol te opereren. Veel acties die via Stadsmarketing worden geïnitieerd hebben betrekking op het aantrekken van bezoekers uit de regio, bij uitstek het winkelend publiek. Zie het volgend punt. Voor het overige valt dit onder het economisch beleid dat is opgenomen in programma 2. Meer bezoekers aan te trekken, die langer blijven en meer besteden Meer bezoekers willen we trekken door: ■ het via de VVV ontwikkelen van Gouda als één "toeristisch programma" bestaande uit diverse deelproducten; ■ op basis van de gekozen positionering beoordelen van bestaande evenementen op hun toegevoegde waarde voor de stad en daarnaast het initiëren van één nieuw wervend evenement. (Evenementen organiseren we overigens niet zelf: organisatoren buiten de gemeentelijke organisatie zijn daarvoor aan zet); ■ (het laten) promoten van het toeristisch programma en de deelproducten. Om een langer verblijf in de stad aantrekkelijk te maken vergroten we de overnachtingcapaciteit: Gouda heeft behoefte aan minimaal 1 nieuw hotel. Nieuwe en bestaande accommodaties bieden we aan op de toeristische en zakelijke markt. De stad aantrekkelijk laten zijn voor inwoners zodat zij hun vrije tijd in de stad besteden en anderen daarbij betrekken De resultaten van bovengenoemde acties zijn in een aantal gevallen ook relevant voor de Gouwenaar en zullen als positief worden ervaren. Op deze wijze worden de inwoners van Gouda ambassadeurs van de stad. Actieplan Om de bovengenoemde doelen te realiseren wordt door de stadsmarketeer - samen met de betrokken partners verenigd in het Platform Stadsmarketing- een actieplan 2012 opgesteld. In dit actieplan staat hoe de doelstellingen kunnen worden gerealiseerd, wie het gaat doen, het benodigde budget en een tijdsplanning. Betrokkenheid van burgers Het college heeft in haar coalitieakkoord aangegeven burgers meer te willen betrekken bij de ontwikkeling van de stad en daartoe verschillende instrumenten in te zetten: het college wil vaker naar de burger toe. In de afgelopen periode heeft het college er bijvoorbeeld in het kader van de noodzakelijke bezuinigingsoperatie voor gekozen om bij de inwoners van Gouda - via een aantal bijeenkomsten verspreid over de stad - te inventariseren hoe zij denken over de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen en of zij alternatieven konden aandragen. Het college ziet echter nog meer mogelijkheden om de betrokkenheid van burgers te verbeteren. Open houding / luisterend oor richting burger, organisaties en bedrijfsleven Webcare De verhouding burger, bestuur en media is sterk aan het veranderen. In toenemende mate wordt nieuws gecreëerd, verspreid en becommentarieerd via de zogenoemde social media. Social media maken het mogelijk om via het internet zeer snel en eenvoudig informatie met elkaar te delen. Als gemeente kunnen we (en willen we) niet anders dan meebewegen in deze nieuwe ontwikkelingen. Als we proactief willen communiceren zullen we ons actief op moeten stellen op het internet. Dat betekent dat we de informatiestroom over onze organisatie en dienstverlening moeten monitoren op het internet en waar mogelijk ook snel reageren. Dat vergt een nieuwe aanpak die ook wel "webcare" wordt genoemd. We zullen in de organisatie capaciteit vrij maken om deze taak op te pakken. Samenhang KCC en communicatie Door de toenemende snelheid van informatie en de toegenomen transparantie via het internet vervaagt het onderscheid tussen burgervragen, persvragen en politieke vragen. Dat betekent dat we voor een goede taakvervulling van webcare de samenwerking moeten zoeken tussen communicatie (persvragen en politieke vragen) en KCC (burgervragen).
37
Politieke sensitiviteit Ook ambtenaren begeven zich steeds meer in het online politieke debat. Dat is goed omdat men dan de gelegenheid heeft om onjuistheden recht te zetten, of om juist ideëen en inspiratie op te doen (crowdsourcing), maar het draagt anderzijds ook het risico in zich dat ambtenaren zich in politieke discussies begeven die gevoelig kunnen liggen. Om de Goudse ambtenaren meer politiek sensitief te maken zijn richtlijnen opgesteld voor gebruik van social media. Bestuursstijl bestuurders Wekelijks persgesprek Sinds september 2010 voert een collegelid bij toerbeurt een gesprek met vertegenwoordigers van de media naar aanleiding van de besluiten in BenW. Naar aanleiding van de BenW-agenda worden collegeberichten gemaakt waarin de belangrijkste besluiten voor de pers worden samengevat. Gebleken is dat de persgesprekken bijdragen aan de collegedoelstelling om beter in contact met de stad te komen. De persgesprekken dragen bij aan een genuanceerder berichtgeving in de media over de bestuursbesluitvorming. Wij zetten deze (pers-)gesprekken in 2012 dan ook door. Collegespreekuur Vanaf september 2011 houden twee leden van het college (in wisselende samenstelling) een open collegespreekuur waar burgers in direct contact met collegeleden van gedachte kunnen wisselen over zaken die hen bezig houden. Openbare activiteitenagenda BenW Vanaf september 2011 wordt op de gemeentelijke website een agenda bijgehouden van openbare activiteiten waar leden van het college bij aanwezig zijn. Dit draagt bij aan een opener bestuursstijl doordat burgers meer inzicht hebben in wat collegeleden zoal doen. Gebruik persoonlijke pagina's internet Voor elk collegelid is bij aantreden een persoonlijke pagina op het internet aangemaakt met allerlei mogelijkheden voor interactie en berichtgeving. Voorbeelden daarvan zijn: openbare agenda, overzicht speeches en persberichten, twitterberichten, overzicht van relevante webpagina's. Vanaf september 2011 wordt intensiever gebruik gemaakt van deze pagina's. Communicatie Persvoorlichting Gouda beschikt over een drietal senior communicatieadviseurs, die als woordvoerder richting pers optreden. Zij zijn tevens communicatieadviseur voor individuele collegeleden. Belangrijk bij persvoorlichting is niet alleen om snel en adequaat op persvragen te reageren, maar ook om proactief op issues in de samenleving in te spelen. Daarom worden (online) media dagelijks gescand op berichtgeving over de gemeente Gouda. Communicatiemiddelen (gemeentepagina's, stadsgids, website) De gemeente Gouda publiceert wekelijks een overzicht van verplichte bekendmakingen in een huis-aan-huisblad. Daarnaast verzorgt de gemeente wekelijks berichtgeving over ontwikkelingen in de stad. Jaarlijks zorgt de gemeente voor een gemeentegids waarin allerlei nuttige informatie over de gemeente wordt verschaft. Ook onderhoudt de gemeente een website met alle informatie over de gemeentelijke organisatie en de besluitvorming door de gemeente. Voor nieuwe inwoners worden bijeenkomsten georganiseerd en voor verschillende andere doelgroepen (ondernemers, vrijwilligers) regelt de gemeente ook platforms voor ontmoeting. Daarnaast voert de gemeente ook in 2012 en volgende jaren een actief beleid om de gemeentelijke organisatie en dienstverlening onder de aandacht van verschillende doelgroepen te brengen. Belangenbehartiging Het college heeft - in de vorige programmabegroting - aangegeven vaker de boer op te gaan om de Goudse belangen (ook) buiten de stadsgrenzen uit te dragen: in de regio, bij de provincie maar ook bij het Rijk (bewindslieden en ambtenaren) en de Tweede Kamer. Het gemeentebestuur van Gouda richt zich daarbij op het realiseren van haar beleidsdoelen, of het nu gaat om het jeugdbeleid of over het verbeteren van de bereikbaarheid van de stad. Uiteraard gaat de gemeente bij haar beleid zoveel mogelijk uit van haar eigen middelen. Die volstaan echter niet altijd om de gewenste maatregelen uit te voeren. Op dergelijke momenten is de (financiële) hulp van andere overheidsinstanties noodzakelijk.
38
Het college maakt zich reeds geruime tijd sterk voor het verwerven van budgetten die ons in staat stellen de positie van centrumstad te versterken. Een succesvol voorbeeld hiervan is het zogenoemde bereikbaarheidsoffensief dat is gestart om onze stad -uniek gelegen aan rijks- en spoorwegen- te vrijwaren van de fileproblematiek op het hoofdwegennet (A12 en A20) en gelijktijdig de spoorbereikbaarheid te optimaliseren (Stedenbaan). Mede door de Goudse inzet wordt momenteel gewerkt aan het realiseren van de Parallelstructuur A12-A20 en heeft de minister van Infrastructuur en Milieu de verbreding van de A20 tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda hoog op de (MIRT-)agenda geplaatst. Ook de frequentieverhoging van het treinverkeer op de Goudse lijnen staat prominent op de prioriteitenlijst. Het college heeft er behoefte aan om in de komende periode te komen tot een gestructureerde netwerkontwikkeling en benaderingsstrategie. Om dit te bereiken wordt een zogenoemde lobby-agenda opgesteld die ons in 2012 en volgende jaren in staat moet stellen ons toekomstbeeld te realiseren. De kenmerken van deze lobbyagenda zijn: ■ Concentratie op een beperkt aantal beleidsonderwerpen; ■ Analyse van het krachtenveld (wie zijn de partijen, wat zijn de onderscheiden belangen); ■ Aansluiten bij de inhoudelijke (en feitelijke) agenda van de voornaamste partijen (Europa, Rijk, provincie, Tweede Kamer); ■ Ambtelijk en bestuurlijk "inspelen" op de agenda van deze partijen. Goed geïnformeerde burger In de periode van 2012 en verder zal de afdeling Services zich verder doorontwikkelen als het gemeentelijk Contact Center. Door de realisatie van het Huis van de Stad wordt het straks mogelijk om vanuit één locatie antwoord te geven op nagenoeg alle vragen van burgers en ondernemers. Verder vindt er binnen dit programma, gerelateerd aan de organisatieontwikkeling, een verdere concentratie en integratie plaats van en het managen op de verschillende kanalen (telefonie, digitaal/e-mail, post en fysiek bezoek). Daarnaast zal de organisatie het zaakgericht werken invoeren waarbij processen worden gestroomlijnd en er voor de burger en de ondernemers meer inzicht komt in de afdoening van vragen en verzoeken. Tevredenheid over de dienstverlening van de gemeente De burger heeft de mogelijkheid zijn eigen "ingang" naar de gemeente te kiezen. Hiervoor zijn fysieke loketten in het Huis van de Stad en het digitale loket goed bereikbaar en ontsluitbaar. Voor eenvoudige producten en informatie wordt de burger gevraagd om zoveel mogelijk gebruik te maken van onze digitale dienstverlening en zonodig een afspraak te maken. Ondanks het feit dat voor de jaren 2012 en later een verdere krimp van beschikbare middelen wordt voorzien, ligt de focus op het consolideren van het huidige niveau van dienstverlening. Waar mogelijk wordt door slimmer organiseren en oog voor innovatie blijven houden meer bereikt met de bestaande middelen. Tot en met 2011 is door het Rijk het programma de '5 beloften aan de burger' gevoerd. Hoewel aan een groot aantal onderdelen is voldaan blijft het aantrekkelijker maken van het digitale kanaal, minder administratieve regels, benutten van basisregistraties en het op elkaar afstemmen van processen en dossiers een belangrijk aandachtspunt voor 2012 en verder. Verkiezingen In de komende programmaperiode vind de verkiezing van de gemeenteraad plaats. Deze verkiezing wordt in maart 2014 gehouden. Vooralsnog is het de verwachting dat ook deze verkiezing nog zullen worden uitgevoerd door middel van stemmen met het rode potlood. Dit vergt voor de organisatie extra aandacht en inzet. Door middel van een projectorganisatie binnen de directie Dienstverlening is een effectieve organisatie en uitvoering van de verkiezing gewaarborgd.
39
Tarieven leges In de komende begrotingsperiode komen de tarieven van de leges verder onder druk te staan. Naast invoering van een maximum tarief voor de kosten van het rijbewijs, voorzien wij dat steeds vaker meer producten en informatie digitaal af te nemen en te raadplegen zijn. Hierdoor komt het traditionele fysieke kanaal verder onder druk te staan. Daarnaast heeft ook verdere deregulering zijn effect op het aantal producten waarvoor de leges kunnen worden geheven. Indieningvereisten worden waar mogelijk bijgesteld en regelingen worden afgeschaft of vereenvoudigd. Conform de vijf beloften aan de burger zal in de komende jaren de nadruk komen te liggen op het eenmalig aanleveren van gegevens en het meervoudig gebruik hiervan. Hierbij zal er zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de bestaande (basis)registraties. Deze voorspelbare verschuiving in het gebruik van de kanalen, vermindering van het aantal producten en vereenvoudiging van de indieningvereisten zullen ook gevolgen hebben voor de kostentoerekening en de tarieven. Aandachtspunten hierbij zijn de mate van kostendekkendheid, benodigde basisbezetting, tariefsdifferentiatie in relatie met de digitale balie en waar mogelijk lastenverlichting voor de burger en het bedrijfsleven. Verder kan de tariefsbepaling niet los worden gezien van komende taakstellingen. Regionale samenwerking Algemeen Gouda oriënteert zich momenteel - op grond van bestuurlijke (schaalvergroting/herindeling) en inhoudelijke (decentralisatie van overheidsbeleid) ontwikkelingen - op het meest gewenste (boven-)regionale samenwerkingsniveau. Het college is zich er goed van bewust dat de meest adequate samenwerkingsniveau per beleidsterrein kan verschillen. Mede in relatie tot de ontwikkelingen rondom het ISMH en de ontwikkelingen ten aanzien van de bestuurlijke toekomst (herindeling/grenscorrecties) wordt naar verwachting in 2012 helder op welk samenwerkingsverband c.q. -verbanden Gouda zich zal richten. Waddinxveen Op 21 december 2010 is het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) gestart met een zogenoemde ARHI-procedure. Doel van deze procedure is het vergroten van de bestuurskracht aan de oostzijde van de zuidvleugel van de Randstad. Een samengaan van Waddinxveen en Gouda werd door GS gezien als een middel om die bestuurskracht te vergroten én de bestuurlijke drukte in de provincie (verder) terug te dringen. Op 19 september 2011 heeft het college van GS - na een periode van open overleg met alle betrokken partijen - besloten in deze procedure een tussenpauze in te lassen. De gemeenten Waddinxveen, Gouda en Zuidplas is gevraagd vóór 1 februari 2012 een bestuurlijke visie op de versterking van de bestuurskracht. Het college van GS zal - op grond van deze door de gemeenten geleverde nadere verkenning - komen tot een nader besluit over de voortgang van het lopende ARHI-traject. Midden Hollland Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) heeft medio 2011 besloten tot een herbezinning op de toekomst van de samenwerking in de regio in het algemeen en van het ISMH in het bijzonder. Aanleiding voor de bestuuropdracht - die door het bestuur is uitgezet - vormen de ontwikkelingen op het terrein van de regionale samenwerking (herindeling gemeenten, schaalvergroting omliggende regio's), de decentralisatie van overheidstaken van rijk en provincie naar gemeenten en het financieel meerjarenperspectief van het samenwerkingsorgaan. Besluitvorming over de toekomst van de regionale samenwerking binnen de regio Midden-Holland en daarbuiten vindt plaats in 2012.
40
3.3.3 Wat gaan we ervoor doen? Speerpunten uit het coalitieakkoord Stadsmarketing
Bestuursstijl
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten ? (indicatoren) Bedrijven behouden en ■ Aantal bedrijven in Gouda nieuwe aantrekken (bedrijvenregister ZuidHolland en Locatus) ■ Tevredenheid ondernemers (benchmark ondernemersklimaat) Meer bezoekers aantrekken, ■ Aantal bezoekers die langer blijven en die meer (Stadsmonitor) besteden Bewoners zo trots laten ■ Stadsmonitor zijn op hun stad, dat zij als "ambassadeur" voor de stad optreden Betere communicatie tussen ■ Tevredenheid burgers bestuur en burgers (Stadsmonitor en Waarstaat je gemeente)
Dienstverlening
Een nog meer klantgerichte dienstverlening
Regionale samenwerking
Realiseren bestuurlijke samenwerking
■
Statistische meetgegevens tevredenheid, burgerpanel Stadsmonitor
Wat gaan we daarvoor doen? uitvoering marketingplan en inzet marketeer
idem
idem
intensiveren bestuurlijke contacten, gebruik nieuwe media en uitvoeren lobbyagenda doorontwikkelen GCC, verbeteren website Oriëntatie op adequaat niveau regionale samenwerking
3.3.4 Geschiedenis, trends en doelstellingen Externe invloeden Zowel voor de bestuurlijke samenwerking in de regio als de uitvoering van de ARHI-procedure geldt dat de resultaten mede afhangen van de inzet van de partners bij deze projecten en activiteiten. Externe kaders ■ Antwoord © ■ Ruimtelijke Agenda (ISMH) ■ Bestuursopdracht Toekomst ISMH Relevant beleid/maatregelen uit andere programma's Programma 2 Ondernemersklimaat [concurrentie] en samenwerking Programma 4 Bereikbaarheid Programma 6 Financieel beleid met name ten aanzien van regionale samenwerkingprojecten
3.3.5 Wat mag het kosten? exploitatie (bedragen x € 1.000)
Lasten PG Bestuur PG Publiekszaken PG Regionaal beleid PG Toerisme en recreatie Sub-totaal lasten Baten PG Bestuur PG Publiekszaken PG Regionaal beleid PG Toerisme en recreatie Sub-totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Rekening Begroting MJB 2012 MJB 2013 MJB 2014 2010 incl. wijziging 2011
MJB 2015
6.416 4.393 839 1.353 13.000
6.287 4.068 800 1.330 12.485
6.332 4.389 652 1.367 12.740
6.306 4.388 616 1.342 12.652
6.307 4.407 581 1.315 12.610
6.305 4.371 581 1.303 12.560
-15 -1.421 -42 -114 -1.592 11.409 11.409
-1.341 -97 -1.438 11.047
-1.341 -99 -1.440 11.300
-1.341 -99 -1.440 11.212
-1.341 -99 -1.440 11.170
-1.341 -99 -1.440 11.120
11.047
11.300
11.212
11.170
11.120
41
Toelichting op de exploitatie Uit de voorjaarsnota 2012-2015 en uit de structurele afwijkingen bij het 2e ijkmoment 2011 zijn in dit programma de volgende mutaties opgenomen (+ = nadeel, - = voordeel): productgroep Regionaal beleid Regionaal beleid Bestuur Toerisme en recreatie
maatregel Mondiaal beleid Totaal mutaties 2e ijkmoment Gouda in de regio Rekenkamer VVV Totaal mutaties voorjaarsnota
2012 -10.000 -10.000 -50.000 -40.500 -10.000 -100.500
2013 -10.000 -10.000 -50.000 -40.500 -20.000 -100.500
2014 -10.000 -10.000 -50.000 -40.500 -20.000 -100.500
2015 -10.000 -10.000 -50.000 -40.500 -20.000 -100.500
42
3.4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren 3.4.1 Onderwerp van het programma Gouda ligt centraal in de Randstad, in de oostflank van de Zuidvleugel aan de rand van het Groene Hart. Gouda is een aantrekkelijke woon- en werkgemeente. Ons historisch stadshart en de aanwezige voorzieningen en werkgelegenheid bieden de basis voor een goed woon- en leefklimaat. De doelstellingen voor ruimtelijke ontwikkelingen zijn vastgelegd in een lokale ruimtelijke structuurvisie. Gouda kiest daarin positie als onderdeel van een 'netwerk van steden' in de Zuidvleugel, gelegen in het overgangsgebied tussen de stedelijke concentratie Rotterdam-Den Haag en het Groene Hart. Doel is een centrumgemeente in de Randstad te zijn die tegelijkertijd haar groene en cultuurhistorische kwaliteiten optimaal benut. De doelstellingen voor wonen zijn vastgelegd in een lokale en een subregionale woonvisie. Hoofdopgave is het zo adequaat mogelijk benutten en uitbreiden van de woningvoorraad. Daarvoor willen we vooral woningbouw en herstructurering van de woningvoorraad stimuleren om zo de gewenste woningen te bieden aan onze huidige en toekomstige inwoners. Gouda ligt goed gesitueerd aan een knooppunt van wegen. Ook per spoor en water zijn we uitstekend bereikbaar. Diverse ontwikkelingen in onze compacte stad en omgeving zetten de bereikbaarheid echter onder druk. De interne en externe bereikbaarheid heeft grote invloed op de leefbaarheid en (ruimtelijk-economische) ontwikkelingsmogelijkheden van Gouda. De lange termijndoelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer zijn vastgelegd in het mobiliteitsplan. Dat betekent onder andere een autoluwe binnenstad, die zich bij uitstek leent voor verplaatsingen per fiets en te voet en waar de auto te gast is. 3.4.2 Wat willen we bereiken?
43
Ruimtelijke ontwikkeling De eerste hoofddoelstelling van het programma Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren is de ruimtelijke ontwikkeling. De ideeën die de gemeente Gouda heeft met de ruimtelijke ontwikkeling zijn vastgelegd in de Ruimtelijke Structuurvisie 2005-2030. Gouda wil haar positie als centrumgemeente versterken en een goed woonklimaat bieden. Daarom wil zij goede vestigingslocaties voor bedrijven en kantoren, uitbreiding van de perifere en grootschalige detailhandel en een vitale binnenstad. Ook zoekt Gouda aansluiting bij de gebiedsontwikkeling aan de westzijde van de stad in het Integrale Ruimtelijk Project Zuidplaspolder en de groene randen benutten. De in de Ruimtelijkse structuurvisie neergelegde uitgangspunten en ambities voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad Gouda en haar randen staan nog steeds overeind. Daarbij is ook van belang dat de woningproductie bijdraagt aan het zo adequaat mogelijk benutten en uitbreiden van de woningvoorraad. Naast het toevoegen van woningen gaat het vooral om het bevorderen van doorstroming op de woningmarkt door de juiste woningen te laten bouwen. De Woonvisie Gouda, Centrum in de Deltametropool bevat daartoe een woningbouwscenario. De in 2008 gestarte kredietcrisis en de daarop volgende recessie hebben mede tot een stagnatie van de nieuwbouw geleid door tegenvallende verkoop en dalende huizenprijzen. Op dit moment is de verwachting dat de woningproductie ondanks een licht herstel in 2011 en mogelijk 2012 de eerste jaren achterblijft bij het niveau van 2008 en 2009. Hoe het daarna zal verlopen is nog onduidelijk en hangt van vele factoren af. Ten aanzien van de overige vastgoedontwikkelingen staan voor de komende periode ook diverse projecten op de agenda waarvan de realisatie van het project Spoorzone, het Huis van de Stad, diverse projecten binnen de wijkontwikkeling in Korte Akkeren en Gouda Oost en de voorbereiding van Westergouwe het meest in het oog springen. Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen worden duurzaamheidsaspecten vanaf een zo vroeg mogelijk stadium meegenomen. Gedurende het proces van planontwikkeling kan er aanleiding zijn om de ambities bij te stellen. Het uitgangspunt is dat bij bouwprojecten waarbij de gemeente een rol speelt, binnen de financiële mogelijkheden duurzaam wordt gebouwd. Het gaat dan om eigen gemeentelijke projecten, zoals de bouw van het Huis van de Stad, en om in ieder geval projecten waarbij de gemeente een grondpositie heeft. In de Overeenkomst prestatieafspraken wonen 2010-2014 hebben we afspraken over toekomstbestendig wonen waaronder duurzaam bouwen vastgelegd met de woningcorporaties. Ook met particuliere ontwikkelaars maken we afspraken over duurzaam bouwen. Verbeteren van de bereikbaarheid binnen Gouda en de regio We zetten in op uitvoering van het Mobiliteitsplan Gouda 2007-2020. De centrale doelstelling van het mobiliteitsbeleid is: het zoveel mogelijk bevorderen van de gelijkmatige doorstroming van alle verkeer in de ruimste zin en voldoende variatie bieden in verkeer en vervoerswijzen, waardoor mensen een bewuste keuze kunnen maken hoe en wanneer ze zich verplaatsen. De binnenstad wordt een autoluw gebied, dat zich bij uitstek leent voor verplaatsingen per fiets en te voet en waar de auto "te gast" is. De dynamiek van de stad wordt versterkt door een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer, maar ook per auto. De doorstroming van het autoverkeer wordt verbeterd door een betere afstelling van verkeerslichten en waar mogelijk een onderlinge koppeling. Daarnaast wordt de Stadsring gecompleteerd door de realisatie van de zuidwesterlijke randweg en een beperkte uitbreiding van infrastructuur. We hebben voor de aanpak van de knelpunten rondom het spoor een uitkering van € 8,7 miljoen (Spoorse Doorsnijdingen) van het Rijk ontvangen. Op regionaal niveau werken we samen met onze partners aan de verbetering van de bereikbaarheid per auto (extra Gouwekruising en Moordrechtboog en de verbreding van de A20 tussen Nieuwerkerk en Gouda) en het openbaar vervoer (RijnGouweLijn en Stedenbaan). Parkeren Met de toenemende mobiliteit en autobezit neemt de druk op de parkeerplaatsen toe. We zetten in op een goede verdeling van de bestaande parkeerruimte en waar mogelijk breiden we de capaciteit uit. Aan de rand van de binnenstad worden extra parkeerplaatsen gerealiseerd door uitbreiding van Klein Amerika. Daarnaast is het gebruik van de bestaande parkeerruimte beter benut door flexibel gebruik van parkeerplaatsen in de binnenstad. Naast uitbreiding van de parkeerplaatsen in de schil rond de binnenstad wordt het vergunningensysteem aangepast.
44
Bewoners van de binnenstad hebben dan recht op één vergunning per huishouden voor een parkeerplek nabij de woning. Een tweede vergunning is duurder en hiermee kan men parkeren op een parkeerplek op één van de parkeervoorzieningen in de schil. De tweede vergunning is dus een abonnement op de parkeerterreinen. Bij bewoners in de schil wordt het aantal vergunningen dat men kan aanvragen beperkt tot twee per adres en is de tweede vergunning duurder. Indien er op eigen terrein parkeermogelijkheden zijn zal het recht op een parkeervergunning vervallen. 3.4.3 Wat gaan we ervoor doen? Speerpunten uit het coalitieakkoord Ruimtelijke ontwikkeling
Doelstellingen In 2012 zijn alle bestemmingsplannen in Gouda actueel en gedigitaliseerd
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Voortgangsrapportage bestemmingsplannen
Laten bouwen van gewenste woningen
Monitor woonvisie
(Laten) bouwen van overig vastgoed
P&C-cyclus
Wat gaan we ervoor doen? In 2012 worden de volgende bestemmingsplannen afgerond: ■ Binnenstad-oost; ■ Goudse Poort; ■ Oostpolder; ■ Korte Akkeren; ■ Nieuwe Park Bedrijven; ■ Zuidelijk IJsselfront; ■ Stolwijkersluis. In 2012 zijn de volgende bestemmingsplannen in procedure: ■ Schielands Hogezeedijk Faciliteren van sloop en/of nieuwbouw op de locaties: ■ Westergouwe; ■ Bolwerk; ■ Achterwillenseweg; ■ Koningshof; ■ Margrietplein; ■ Middenwillens; ■ Riddervelden; ■ Rode Dorp; ■ Ronsseveld; ■ WesterkadeSnoystraat; ■ Wiardi Beckmanstraat. De multifunctionele accommodatie in Gouda Oost is in 2011 opgeleverd De volgende projecten zijn in 2012 in uitvoering: ■ Zwembad; ■ Huis van de Stad; ■ Oostpolder ■ GSG. Aan onder andere de volgende projecten wordt in 2012 gewerkt: ■ Spoorzone; ■ Hamstergat; ■ Zuidelijk Stationsgebied; ■ Multifunctionele accomodatie in Korte Akkeren; ■ Springerslocatie.
45
Speerpunten uit het coalitieakkoord
Doelstellingen Bij bouwprojecten waarbij de gemeente een rol speelt, wordt binnen de financiële mogelijkheden duurzaam gebouwd
Verbeteren bereikbaarheid
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) P&C-cyclus
Verbeteren doorstroming auto en openbaar vervoer
Fietsgebruik wordt P&C documenten gestimuleerd en Gouda wordt aantrekkelijker gemaakt als fietsstad
Parkeren
Uitbreiding realiseren van parkeerplaatsen in de schil rond de binnenstad Optimaal gebruik bestaande parkeerplaatsen
Wat gaan we ervoor doen? ■
Duurzame bouw en exploitatie Huis van de Stad; ■ Westergouwe wordt een groen-blauwe, duurzame wijk; ■ Afspraken maken met corporaties en projectontwikkelaars over duurzaam bouwen. Completeren stadsring: ■ Zuidwestelijke randweg (2011-2012); ■ Aanpassen kruisingen Goudse Poort/ Burgemeester Jamessingel (2013); ■ Aanpassen Burgemeester Reenensingel (2012). Betere afwikkeling op de binnenring door aanpassing Albert Plesmanplein (2012) Koppeling van verkeerslichten waar mogelijk: verkeerslichten zullen in een aantal gevallen worden vervangen In samenwerking met onze regionale en Zuidvleugelpartners: ■ Extra Gouwekruising; ■ Moordrechtboog; ■ Verbreding A20; ■ Stedenbaan; ■ RGL. ■ Verbetering verkeersveiligheid Gr. van Prinstersingel: verduidelijking van de hoofdfietsroute; ■ Verbetering verkeersveiligheid Karnemelksloot: vermindering doorgaand verkeer, door omdraaiing rijrichting en aanpassing inrichting; ■ uitvoering project "bromfiets op de rijbaan"; ■ Bij het herinrichten van de openbare ruimte ook verbeteringen voor fietsers en fietspaden meenemen ("werk met werk maken"). Uitbreiden parkeergelegenheid in schil rond binnenstad Invoeren nieuw vergunningenbeleid na uitbreiding parkeerplaatsen (2012)
46
3.4.4 Geschiedenis, trends en doelstellingen Laten bouwen van gewenste woningen Na de voltooiing van de laatste nieuwbouwwijk Goverwelle zijn in Gouda jarenlang weinig nieuwe woningen gebouwd. In 2005 en 2006 nam de woningvoorraad zelf iets af. Sinds 2007 was er sprake van een (licht) herstel. Het was de bedoeling om de woningvoorraad tot 2015 met tenminste 300 woningen per jaar te doen toenemen. Met de aanhoudende crisis op de woningmarkt is het sinds 2010 moeilijk deze ambitie te bewerkstelligen. De verkoopprijzen dalen en de nieuwbouw stagneert omdat de verkoop van woningen hapert. Potentiële kopers stellen hun beslissing uit in verband met de onzekere toekomstige prijsontwikkeling, financiering etc. Toch wordt er nog wel gebouwd in Gouda maar wel in lagere aantallen en ook meer in het huursegment dan in voorgaande jaren. Dankzij de Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouwprojecten is de bouw van een aantal projecten namelijk toch in 2009 gestart en ook in 2010 is voor een aantal projecten subsidie ontvangen onder de voorwaarde dat de bouw van deze projecten in 2010 zou starten. Hierdoor zal de woningproductie in 2011 en 2012 weer licht gaan stijgen. Figuur Woningen in Gouda
Het nieuwbouw-, sloop- en verkoopprogramma is er op gericht de samenstelling van de woningvoorraad ook in kwalitatieve zin te veranderen. In 2003 zijn in de Woonvisie streefcijfers voor een andere samenstelling van de woningvoorraad eind 2014 vastgelegd. De samenstelling van de woningvoorraad in de jaren 2003-2010 (op basis van SysWov van ABF Resaerch) is als volgt veranderd: ■
■
■
Het aandeel huurwoningen nam af van 52% naar 46%; het aandeel daalde bijna net zo sterk als in Zuid-Holland en Nederland en ligt daarmee iets onder het gemiddelde in Zuid-Holland (47%) maar behoorlijk boven het landelijke gemiddelde (40%); Het aandeel meergezinswoningen in Gouda steeg met ongeveer 1 procentpunt (36%); dit aandeel ligt aanzienlijk onder het provinciale gemiddelde (47%) en behoorlijk boven het landelijke gemiddelde (29%), dat daarmee een stabiel patroon vertoont; Er zijn nog steeds relatief veel tussenwoningen en weinig twee-onder-een-kapwoningen en vooral vrijstaande woningen.
Op basis van de uitkomsten van het woningbehoefteonderzoek uit 2009 en de woningmarktverkenning uit 2010 heeft het college voorgesteld de huidige woningbouwplannen (het realistisch bouwprogramma) voort te zetten en waar mogelijk kansen te grijpen om plannen kwantitatief en kwalitatief beter aan te laten sluiten op de vraag (het consumentengerichte bouwprogramma). De raad neemt eind 2011 hierover een beslissing. De vraag wordt in 2011/2012 en 2014/2015 gemeten via het WoonOnderzoek Nederland.
47
Figuur Samenstelling woningvoorraad
3.4.5 Wat mag het kosten? exploitatie (bedragen x € 1.000)
Lasten PG Cultuurhistorie PG Grondexploitaties PG Ruimtelijke ordening PG Verkeer PG Wonen Sub-totaal lasten Baten PG Cultuurhistorie PG Grondexploitaties PG Ruimtelijke ordening PG Verkeer PG Wonen Sub-totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Rekening Begroting MJB 2012 MJB 2013 MJB 2014 2010 incl. wijziging 2011
MJB 2015
799 21.894 4.100 6.586 13.012 46.390
527 28.019 2.537 4.684 9.039 44.805
500 1.931 2.640 6.078 10.476 21.624
500 1.933 2.457 7.094 7.857 19.841
500 1.933 2.455 4.982 7.770 17.640
500 1.933 2.454 4.956 7.608 17.450
-1 -17.571 -2.855 -2.622 -10.372 -33.421 12.969 637 13.607
-1 -28.019 -1.625 -3.071 -6.103 -38.819 5.986 -1.599 4.387
-1 -1.931 -603 -2.535 -5.553 -10.623 11.001 -2.944 8.057
-1 -1.933 -605 -2.769 -6.055 -11.363 8.478 -847 7.631
-1 -1.933 -608 -2.969 -6.360 -11.871 5.769 11 5.779
-1 -1.933 -609 -2.971 -6.317 -11.833 5.618 11 5.628
48
Toelichting op de exploitatie productgroep Ruimtelijke Ordening
Verkeer
Verkeer
Verkeer
Verkeer
maatregel Op basis van de legesprognose heeft een bijstelling van de legesinkomsten 2012 plaatsgevonden. Meerjarig zijn de parkeerinkomsten uit straat- en terreinparkeren en de inkomsten uit naheffingsaanslagen naar beneden toe bijgesteld. Een deel van de kapitaallasten uitbreiding / herinrichting Klein Amerika wordt gedekt door inzet van een bestaand exploitatiebudget Totaal mutaties 2e ijkmoment De effecten van de tariefsaanpassingen vergunningparkeren zijn verwerkt in de meerjarenbegroting De exploitatiebijdrage aan de fietsenstalling Kazernestraat komt te vervallen bij de ingebruikname van het Huis van de Stad Totaal mutaties voorjaarsnota
2012 500.000
2013
2014
2015
600.000
500.000
400.000
400.000
-40.000
-50.000
-50.000
-50.000
1.060.000 -100.000
450.000 -200.000
350.000 -300.000
350.000 -300.000
-35.000
-59.072
-59.084
-59.085
-135.000
-259.072
-359.084
-359.085
2012 0 1.950 3.230 350 175 2.338 8.043
2013 7.000 0 0 0 300 800 8.100
2014 0 0 0 0 300 0 300
2015 0 0 0 0 0 250 250
Investeringen Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Investeringen wegen grijs Mobiliteitsvisie Parkeervoorzieningen Selectieve toegangverlening binnenstad Verkeersplannen Vervanging VRI Totaal
49
3.5 Duurzaamheid en stedelijk beheer 3.5.1 Onderwerp van het programma We hebben een opdracht voor onze toekomst. Er moet een goede balans komen tussen "People, Planet, Profit", oftewel: maatschappelijk welzijn, het milieu en sociaal-economische ontwikkeling. Op deze terreinen liggen er allerlei kansen die we de komende jaren gaan benutten. We hebben gemerkt dat velen in de stad dit met ons belangrijk vinden. Daarom gaan we samen met anderen in de stad deze plannen bundelen en onze ambities vorm geven. We willen graag dat onze inspanningen op dit vlak zichtbaar zijn, waardoor we als gemeente ook een inspiratiebron kunnen zijn voor anderen. Door de economische crisis dreigt een ander probleem wat op de achtergrond te raken: de uitputting en opwarming van de aarde Maar ook in financieel moeilijke tijden kan duurzaamheid niet worden gezien als een luxe-artikel dat we ons niet kunnen permitteren. Duurzame ontwikkeling definiëren we als ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden en die er bovendien in voorziet dat toekomstige generaties in hun eigen behoeften kunnen blijven voorzien (naar commissie Brundtland, 1987). 3.5.2 Wat willen we bereiken?
Duurzaamheid en stedelijk beheer Duurzaamheid is het zoeken van de balans tussen maatschappelijk welzijn, milieu en sociaal-economische ontwikkeling. We hanteren daarbij de "Triple P-benadering" als afwegingskader. De Triple-P-benadering houdt in dat we bij het uitvoeren van gemeentelijk beleid evenredig recht doen aan de aspecten "people, planet, profit". Op gebied van milieu (planet) voeren we al langere tijd beleid uit. Kansen liggen vooral op de gebieden: - maatschappelijk verantwoord ondernemen/duurzaam inkopen; - voortzetten van klimaatbeleid, energiebeleid en duurzaam bouwen beleid. Duurzaamheid is een kwaliteitsaspect dat een rol speelt bij bijna alle processen en projecten in de gemeente. Denk aan economisch beleid, de interne bedrijfsvoering van de gemeente maar ook aan de inrichting van de
50
gebouwde omgeving en de openbare ruimte. Bij de inrichting van het beheer van de openbare ruimte ligt het initiatief en de uitvoering op het gebied van duurzaamheid bij de gemeente zelf. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Fairtrade gemeente Gouda is Millenniumgemeente. Gouda wil ook Fairtrade gemeente worden. Dit houdt in dat Goudse burgers, bedrijven en instellingen meer eerlijke producten consumeren. Eerlijke producten zijn producten uit ontwikkelingslanden, ingekocht met waardering voor de producent als mens en met respect voor het milieu. Hiermee wordt meteen ook invulling gegeven aan millenniumdoelen 1 en 8: "de armoede halveren"en "er is meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp". Met "Fairtrade gemeente" wordt de stad als geheel bedoeld; de gemeente is één van de partijen in dit traject. Om Fairtrade gemeente te kunnen worden moet worden voldaan aan 6 criteria: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Er is een lokale werkgroep Fairtrade Gemeente; De gemeente spreekt zich uit vóór Fairtrade en vertaalt Fairtrade in gemeentelijk beleid en uitvoering; In plaatselijke winkels worden Fairtrade producten zichtbaar aangeboden; Lokale organisaties (scholen, kerken, verenigingen en bedrijven) gebruiken Fairtrade producten; De werkgroep Fairtrade Gemeente zorgt voor media-aandacht (campagne Fairtrade Gemeente); In de stad wordt een nieuw initiatief gelanceerd op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Hiervoor wordt jaarlijks aandacht gevraagd en het wordt bij het plaatselijk bedrijfsleven aangemoedigd.
Wij ondersteunen de lokale werkgroep Fairtrade Gemeente door werkbudget en personele ondersteuning beschikbaar te stellen. Naar verwachting kan de titel Fairtrade Gemeente in 2011 worden behaald. Om te voldoen aan criterium 2, wordt bij de eerstvolgende aanbesteding van kantineprodukten en warme drankenautomaten Fairtrade als eis in het bestek vertaald. Als nieuw initiatief zal een MVO-award voor Goudse bedrijven ingesteld worden. De lokale werkgroep speelt hierin een belangrijke rol. De eerste MVO-award willen we uitreiken tijdens de bedrijvendag van 2012. Wanneer we de titel Fairtrade Gemeente hebben behaald, willen we die ook graag behouden. Daarom gaan we de komende jaren in overleg met de werkgroep bepalen op welke manier de gemeente de werkgroep verder kan ondersteunen. Een van de eerste stappen is de oprichting van een stichting door de werkgroep. Er zijn dan meer mogelijkheden om bijvoorbeeld financiële ondersteuning vanuit het bedrijfsleven aan te vragen. Duurzaam Inkopen In het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011 is afgesproken dat partijen zich inspannen om duurzaam in te kopen. Voor 2010 is de doelstelling 75% en voor 2015 100%. Dit houdt in dat de gemeente in 2015 in alle publicaties van aanbestedingen en offerteaanvragen duurzaamheideisen opneemt. VROM heeft per productgroep criteria gedefinieerd die voor onze gemeente als minimumuitgangspunt dienen. De gemeente Gouda is convenantpartner van FSC Nederland. Ons papier en het hout dat wij toepassen voldoen daarom aan de FSC-standaarden. Projecten in de openbare ruimte worden aanbesteed aan gecertificeerde aannemers. We kopen 100% duurzame elektriciteit in. In 2011 heeft Gouda deelgenomen aan een regionaal aanbestedingstraject voor energie, waardoor geheel groen en goedkoper (gezamenlijk) energie wordt ingekocht voor 2012 en volgende jaren. Duurzame inkoop richt zich niet alleen op het milieu, maar ook op maatschappelijk welzijn en sociaaleconomische ontwikkeling. In de Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2010-2012 is bijvoorbeeld vastgelegd dat bij aanbestedingen de opdrachtnemer wordt gevraagd om een deel van de aanbestedingssom (5% van de loonsom) in te zetten voor het creëren van werkgelegenheid. Voorwaarde wordt dat een percentage van het personeel moet bestaan uit (langdurig) werkzoekenden uit Gouda, waaronder arbeidsgehandicapten (zie ook programma 2 Werken en meedoen). Duurzame inrichting en beheer gebouwde omgeving Duurzaam bouwen Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen worden duurzaamheidaspecten vanaf een zo vroeg mogelijk stadium meegenomen. Duurzaam bouwen is onlosmakelijk verbonden met ruimtelijke ontwikkelingen en maakt dus onderdeel uit van programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren.
51
In 2011 is de EPC-eis voor woningen in het landelijke Bouwbesluit opgeschroefd van 0,8 tot 0,6. Dit betekent dat nieuwbouw-woningen 25% energiezuiniger moeten worden ontworpen. Dit betekent een extra uitdaging voor zowel de markt als de gemeente. Op grond van ons Klimaatbeleid wordt bij nieuwe ontwikkelingen een scherpere EPC-eis gesteld dan de eis uit het Bouwbesluit (10% lagere EPC dan de geldende EPC-norm volgens Bouwbesluit). De EPC-norm is nu zodanig ambitieus gesteld dat we onze aanvullende eis loslaten. Duurzaam bouwen richt zich niet alleen op nieuwbouw. Er is grote milieuwinst te halen wanneer eigenaren van bestaande woningen hun woningen verbeteren. Om die reden zijn met de woningcorporaties afspraken gemaakt over de uitvoering van renovatieprojecten, en stimuleren we burgers om energiebesparende maatregelen te nemen. Onder de naam "Energiezuinig Gouda" is een energiecampagne uitgevoerd, gericht op kopers van bestaande woningen. Na een eerste scan kon een maatwerkadvies met betrekking tot energiebesparende maatregelen worden aangevraagd. Voor de uitvoering van maatregelen werd samengewerkt met lokale bouwpartijen. In totaal zijn ca. 100 scans aangevraagd. In 2011 worden de mogelijkheden onderzocht voor het instellen van duurzaamheidsleningen voor particulieren. Duurzaam is ook het hergebruiken van panden in plaats van nieuwbouw. We stimuleren het gebruik van panden die (tijdelijk) leegstaan en de herinrichting van plekken die tijdelijk braak liggen. Zo is het braakliggende terrein aan de Vest tijdelijk ingericht als parkeerterrein. Voor de Goudse Poort wordt gewerkt aan een vlekkenplan dat meer functies voor de gebouwen mogelijk moet maken. Klimaatbeleid: CO2 -neutrale stad Het gemeentelijk klimaatbeleid is beschreven in het Klimaatprogramma 2009-2012 (inclusief uitvoeringsprogramma). Het klimaatbeleid sluit aan bij de rijksdoelstellingen: - In 2020 is de uitstoot van CO2 met 30% verminderd (gemeten ten opzichte van 1990). Deze doelstelling is verwerkt in het beleid op het gebied van duurzaam bouwen; - In 2020 wordt 20% van de gebruikte energie duurzaam opgewekt. De doelstelling wordt gehaald, o.a. door uitvoering van het regionale Windconvenant en door initiatieven vanuit bedrijven. Zo wordt in de nieuwe kantoorgebouwen van Ericis en Centric duurzaam opgewekte energie toegepast, net als straks in het Huis van de Stad; - Streven naar inkoop van minimaal 75% duurzame energie in 2010 en 100% in 2015. Vanaf 2012 kopen we groene stroom en groen gas in. Op dit moment is in Nederland een aantal steden bezig met een transitie naar CO2 -neutrale stad. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de gemeentelijke organisatie en de stad zelf. Aan de orde zijn thema's als compensatie, vergaande energiebesparing en investeren in duurzame energie. In 2011 is samen met bewoners en deskundigen van buiten de stad onderzocht wat er voor nodig is om een CO2-neutrale stad te kunnen worden. De inspanning is daarbij gericht op het maximaal terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen. Het is niet mogelijk om de CO2-uitstoot terug te brengen naar nul; wat wel kan is om de resterende uitstoot aan broeikasgassen te compenseren door financieel bij te dragen aan projecten die elders resulteren in een meetbare afname van de hoeveelheid CO2. Voor het neutraliseren van de CO2-uitstoot van de gemeentelijke organisatie is voorlopig gekozen voor compensatie in de vorm van een financiële bijdrage aan een windmolenpark ten westen van Taiwan. De compensatieovereenkomst wordt eind 2011 herzien. Hierbij wordt bekeken in hoeverre het mogelijk is om tegemoet te komen aan de wens van de raad om te kiezen voor compensatieprojecten die "dichter bij huis" liggen. Het is echter niet toegestaan om CO2-uitstoot te compenseren in een land dat is aangesloten bij het verdrag van Kyoto. Hiermee wordt overigens meteen ook invulling gegeven aan het zevende millenniumdoel "er leven meer mensen in een duurzame leefomgeving". In het coalitieakkoord staat dat in we in het kader van het onderzoek naar de CO2-neutrale stad bekijken wat de mogelijkheden zijn van het "vergroenen" van de belastingen, waarbij de administratieve lasten niet moeten toenemen. Met het invoeren ervan wordt beoogd dat de wijze van heffen van een belasting een bijdrage levert aan het bereiken van milieudoelstellingen onder het motto "de vervuiler betaalt". In de komende begrotingsperiode zal verdere invulling worden gegeven aan het vergroenen van de belastingen. Duurzame inrichting en beheer van de openbare ruimte Bij inrichting en beheer van de openbare ruimte speelt duurzaamheid in diverse opzichten een rol. Bij het dagelijks beheer wordt rekening gehouden met het FSC-convenant en de inkoop van beplanting wordt gedaan bij kwekers met een duurzaamheidscertificaat. Bij de vervanging van openbare verlichting wordt, bij een gunstige terugverdientijd, energiebesparend en duurzaam materiaal aangeschaft. Ook zijn (en worden de komende jaren) grote delen van Gouda opgehoogd met het doel de zettingssnelheid te verminderen. Door in de openbare ruimte gebieden op te hogen ontstaat een langere levensduur voor de hele boven- en ondergrondse 52
infrastructuur. Bomen blijven langer leven en straten en riolen gaan langer mee. Op deze manier wordt de technische levensduur van bomen, wegen, riolen en verlichting maatgevend voor vervanging, hetgeen duurzamer is en op termijn kostenbesparing oplevert. Voor het dagelijks beheer van de stad is besloten om vanaf 2012 te gaan werken met een landelijke crow beeldsystematiek op basis van het CROW. De nieuwe beheerkwaliteit voor de stad is B , met uitzondering crow van de elementenverharding deze wordt op niveau C onderhouden. Voor het Kernwinkelgebied zal het crow onderhoudsniveau van de verharding op niveau B blijven. Ook zal daar op een hoger niveau het zwerfvuil worden verwijderd. Het merendeel van uitvoering van de specialistische milieutaken met betrekking tot de openbare ruimte (bodem, geluid, luchtkwalitieit, externe veiligheid) is ondergebracht bij de Milieudienst, die hierover rapporteert in het Jaarprogramma Milieu en de Jaarrapportage. Voor een volledig overzicht van de uit te voeren activiteiten wordt hiernaar verwezen. Zorgvuldig omgaan met groen in de stad Gouda is een compacte stad. Dit betekent dat er weinig ruimte binnen de gemeentegrenzen is voor groen of water. Desondanks is Gouda een groene stad en wil zij deze uitstraling ook houden. Daarom wordt goed gekeken naar de gevolgen voor het groen bij de ontwikkelingen in de stad. Het groenoppervlak wordt jaarlijks gemonitoord. Het aantal gekapte bomen en de opgelegde herplant wordt eveneens jaarlijks gemonitoord in de bomenbalans. Ambitie is om het aantal bomen op het peil van 2006 te houden. Hierdoor wordt er bij vergunningen in principe altijd een herplantplicht opgelegd. Bij uitzondering is ook een kwalitatieve afweging mogelijk, waardoor soms bewust voor minder bomen wordt gekozen. Die bomen krijgen daarentegen wel een betere leefruimte voor groeiontwikkeling. Verminderen gemiddelde zakking van de bodem Gouda heeft een sterk zakkende bodem. Dit komt doordat Gouda op een dikke veenlaag ligt die continu zakt. Deze situatie zorgt voor een kortere levensduur en hoge kosten voor het in stand houden van de infrastructuur en veel overlast voor bewoners. Daarnaast heeft een laag liggende openbare ruimte een lagere waterbergende capaciteit waardoor er sneller (en langer) water op straat kan blijven staan. Op basis van een Rijksuitkering zijn medio 2004 ophooggebieden bepaald omdat in deze gebieden extreme zettingen optreden (> 1-3 cm/jaar) en de ligging van deze gebieden erg laag is (0-20 cm drooglegging). Elk op te hogen deelgebied is vooraf onderzocht op veenlaagdikte en grondgesteldheid. Daarna is bepaald wat de beste wijze is om het gebied op te hogen zodat dit in 30 jaar maximaal 30 cm zakt. Vervolgens wordt met behulp van hoogtemetingen het gebied gemonitoord. Doordat zetting niet lineair is, is pas na een aantal jaren te bepalen hoe de aangepakte gebieden zich qua zetting gedragen. Eind 2012 zullen de laatste projecten van het programma zakkende bodem in uitvoering zijn. Met het afronden van het programma zakkende bodem medio 2013 is het zettingsprobleem in Gouda niet opgelost. Gouda blijft zakken en er zijn afgelopen periode nieuwe gebieden ontstaan die lager liggen dan de Goudse norm van 20 cm drooglegging. Nieuwe ophogingen ten laste komen van het budget voor groot onderhoud van de openbare ruimte. Middels de in 2011 vastgestelde nota Lange termijn investeringen is hier voor de komende jaren in voorzien. Aanleg gescheiden rioolstelsel Door de slechte bodem is het ook slecht gesteld met de ondergrondse infrastructuur, waaronder het rioolstelsel. Door de zakkende bodem is het rioolstelsel op verschillende plaatsen lek. Het rioolstelsel is op veel plaatsen ook nog een gemengd stelsel. Dit betekent dat op die plaatsen ook het (schone) regenwater van straat via de rioolkolken wordt afgevoerd naar de zuivering. Schoon water zuiveren is uiteraard niet duurzaam en kost geld.Met het vervangen van het huidige oude rioolstelsel wordt tevens het rioolstelsel gescheiden. Schoon hemelwater wordt naar het oppervlaktewater afgevoerd. Dit zorgt tevens voor een betere oppervlaktewaterkwaliteit. De uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is een grote vervangingsoperatie. De grootschalige aanpak, die vaak gepaard gaat met een herinrichting of groot onderhoud, vraagt om een gedegen planvoorbereiding en uitgebreide communicatie met de buurt. De complexheid van de projecten heeft geleid tot vertraging in de uitvoering van het GRP. Het GRP wordt momenteel geactualiseerd.
53
3.5.3 Wat gaan we ervoor doen? Speerpunten uit het coalitieakkoord Duurzaamheid
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Fairtrade
Duurzaam inkopen
Doelstellingen Streven naar een totaalscore op de Duurzaamheidsmeter van minimaal 80% in 2014 en minimaal een plaats in de top 25 binnen de ranking van gemeenten
Bijdrage leveren aan het verkrijgen en behouden van de titel Fairtrade gemeente
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Lokale duurzaamheidsmeter
Wat gaan we ervoor doen?
Voldoen aan de eisen voor het verkrijgen en behouden van de titel
■
In 2015 wordt in alle fasen van Inkoopcontracten het inkoopproces rekening gehouden met milieu- en sociale aspecten.
Duurzame inrichting en beheer gebouwde omgeving Duurzaam bouwen
■ ■
Klimaatbeleid
Realisatie ambitie CO2neutrale stad (nog vast te stellen in 2011)
Duurzame inrichting en beheer van de openbare ruimte Kwaliteit openbare ruimte op Realisatie van gestelde niveau B en straatreiniging op kwaliteitsdoelen A voor (Kern)winkelgebied, de NS-stations en toeristische locaties en voor elementenverharding op niveau C. Tegengaan van zwerfval
Corporaties: monitor prestatieafspraken; Particulieren: aantal uitgebrachte energiescans en aantal verstrekte duurzaamheidsleningen (als besloten wordt om duurzaamheidsleningen in te voeren).
Uitvoeren programma 5
Faciliteren van de lokale werkgroep Fairtrade Gemeente; ■ Opnemen van Fairtrade doelstellingen bij inkoop en aanbesteding; ■ Instellen MVO-award. Investeren in kennis op het gebied van duurzaam inkopen op alle bedrijfsonderdelen
■
■
Nieuwbouw: zie programma 4: ruimtelijke ordening, bereikbaarheid en parkeren; Bestaande bouw: stimuleren duurzaam renoveren door particulieren.
Monitoring CO2-uitstoot (1x per 4 jaar)
■
■
Periodieke kwaliteitsmetingen t.b.v. uitvoering DVO Cyclus
■
Maandelijkse schouw op willekeurige plaatsen; Malusregeling bij onvoldoende kwaliteit.
Kwaliteitsscore beeldmeetlat straatreiniging op B-
Zorgvuldig omgaan met het groen in de stad
Behoud oppervlakte stedelijk groen
Monitoren oppervlakte stedelijk groen
Verminderen zakking van de bodem
Behoud aantal bomen Verminderen gemiddelde zakking van de bodem
Bijhouden bomenbalans Voortgang programma zakkende bodem/MUP
Uitvoeren uitvoeringsplan CO2-neutrale stad
■
Extra inzamelen plastic afval; ■ Meer ondergrondse afvalcontainers plaatsen; ■ Aanpassen van de afvalbakken in de binnenstad; ■ Ondersteunen bewonersinitiatieven op het gebied van groen moet je doen. Ervoor zorgen dat stedelijk groen en gekapte bomen zoveel mogelijk gecompenseerd worden Ophogen van de bodem conform programmering MUP
54
Speerpunten uit het coalitieakkoord Vervanging van riolen
Doelstellingen Vervanging van riolen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Voortgang programma Gemeentelijk Rioleringsplan
Wat gaan we ervoor doen? Vervanging riolen conform geactualiseerde programmering GRP
3.5.4 Geschiedenis, trends en doelstellingen Duurzaamheidsmeter Sinds 2002 doet Gouda mee aan de lokale duurzaamheidsmeter. De duurzaamheidsmeter is ontwikkeld door het COS. Het COS is een kennis- en expertisecentrum op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken en internationale samenwerking. De duurzaamheidsmeter biedt inzicht in de ambities en initiatieven van de gemeente op het gebied van burgerparticipatie, sociaal beleid, internationale samenwerking, klimaat&energie, natuur&milieu, duurzaam waterbeheer, duurzame bedrijfsvoering, duurzame mobiliteit en duurzaam bedrijfsleven, geënt op de drie dimensies People, Planet en Profit. Scores worden uitgedrukt in een puntenlijst van 0 tot 100%. In 2010 stond Gouda binnen de ranking van deelnemende gemeenten op plaats 11, met een gemiddelde score van 85%. Figuur: Lokale duurzaamheidsmeter
e
Ten opzichte van 2009 (gedeelde 19 plaats) is een behoorlijke vooruitgang geboekt. Dit heeft te maken met het toenemen van participatie bij projecten en plannen, en de voortgang op het gebied van duurzaam inkopen. Het streven van een totaalscore van minimaal 80% in 2014 wordt gehaald als het huidige beleid wordt voortgezet. Goede kwaliteit van de openbare ruimte In 2005 is het Kwaliteitsplan Openbare Ruimte (KOR) opgesteld. Dit is door de ingezette bezuinigingen geactualiseerd. Vanaf 2012 wordt gewerkt met de beeldkwaliteit volgens de CROW systematiek. Hierin zijn voor de belangrijkste onderdelen van de openbare ruimte vijf kwaliteitsniveaus gedefinieerd, A+ t/m D. Niveau B is gekozen als basis voor de Goudse kwaliteit. In verband met een bezuiniging op dagelijks onderhoud is het niet mogelijk alle beeldkwaliteit op dit niveau te houden. Voor verhardingen/bestrating wordt niveau C gehanteerd. Daar staat tegenover dat in diverse wijken nog grootschalige ophogingen en rioolvervangingen gepland staan waarbij tevens de verharding nieuw wordt aangelegd. Sinds 2009 wordt maandelijks op 75 punten -ad randomde kwaliteit van de stad gemeten. Dit meetsysteem is bij de overstap naar de CROW systematiek aangepast. Vanaf 2012 zal op basis van de nieuwe beeldsystematiek en beeldafspraken gemeten en gerapporteerd worden. Door de actualisatie van het KOR kan geen vergelijking meer worden gemaakt met de KOR (rapportage) van voorgaande jaren. Er wordt immers met een andere beeldsystematiek, andere schouwgids en andere schouwmethode gewerkt.
55
Zorgvuldig omgaan met het groen in de stad Het aantal bomen wordt door middel van de boombalans gemonitoord en vertoont geen afwijkingen. Daarnaast is de lijst "Monumentale bomen" geactualiseerd. De oppervlakte stedelijk groen is gelijk gebleven t.o.v. 2009. Behoud van de oppervlakte stedelijk groen en het aantal bomen Grafiek Oppervlakte stedelijk groen
Grafiek Overzicht boombalans
Verminderen van de gemiddelde zakking van de Goudse bodem Het oorspronkelijk vastgestelde MeerjarenUitvoeringsProgramma is geheel in voorbereiding, in uitvoering of uitgevoerd. De projectgebieden zijn medio 2004 bepaald en eind 2013 zijn de projecten binnen dit programma gereed. In het afgelopen jaar is het project Heesterbuurt afgerond en zijn de projecten Baden Powellplantsoen, Oosterwei Noord en Vreewijk Noord gestart. Buiten het ophoogprogramma hebben in Goudse Poort, Goverwelle en diverse andere plekken ophogingen plaatsgevonden. Bij de uitvoering van de rioolprojecten in Korte Akkeren wordt ook de openbare ruimte weer op het oorspronkelijke niveau gebracht.
56
Figuur Uitvoering programma ophoging zakkende bodem 2004-2011, MUP
Vervangen van riolen In 2009 en 2010 is respectievelijk ca. € 6,2 en € 8,7 miljoen besteed aan het vervangen van oude riolen en het aanleggen van een gescheiden stelsel. In 2011 wordt circa € 8,5 miljoen besteed aan onder andere vervanging en verbetering van het rioolstelsel, naast het reguliere onderhoud. Nu de uitvoering in Korte Akkeren is gestart zal de komende jaren jaarlijks ca. € 10 miljoen aan rioolvervanging worden uitgevoerd. Met het hoogheemraadschap Rijnland is een intensieve samenwerking gestart die ertoe moet leiden dat de investeringen van Gouda in het rioolstelsel en watersysteem goed aansluiten op de investeringen van het HHR in de gemalen en zuiveringsinstallaties. Hiermee wordt een efficiencyslag beoogd met als doel: beperken van de kosten voor de inwoners. Het zwaartepunt van het werk ligt de komende jaren in Korte Akkeren en Nieuwe Park. Hier is de uitvoering van de eerste deelprojecten en voorbereiding van de volgende deelprojecten nu in volle gang. Figuur Voortgang uitvoering GRP programma
57
3.5.5 Wat mag het kosten? exploitatie (bedragen x € 1.000)
Lasten PG Afwatering (blauw) PG Bruggen en tunnels PG Milieu PG Openbaar groen PG Riolering (bruin) PG Wegen, straten pleinen Sub-totaal lasten Baten PG Afwatering (blauw) PG Bruggen en tunnels PG Milieu PG Openbaar groen PG Riolering (bruin) PG Wegen, straten pleinen Sub-totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Rekening Begroting MJB 2012 MJB 2013 MJB 2014 2010 incl. wijziging 2011
MJB 2015
1.687 1.348 9.848 4.369 7.335 19.225 43.812
1.737 1.402 9.212 4.779 8.095 16.353 41.578
1.562 2.113 10.351 3.458 7.170 12.219 36.872
1.658 2.185 10.208 3.437 7.771 13.306 38.565
1.631 2.162 10.093 3.419 8.409 14.898 40.613
1.618 2.142 10.077 3.410 9.083 14.986 41.317
-75 -86 -9.168 -343 -8.070 -1.531 -19.272 24.540 -4.371 20.169
-28 -93 -8.479 -876 -8.609 -507 -18.592 22.986 -2.375 20.611
-29 -95 -10.122 -8.219 -512 -18.977 17.895 500 18.395
-29 -95 -10.106 -8.842 -522 -19.594 18.970 18.970
-29 -95 -9.834 -9.484 -510 -19.953 20.661 20.661
-29 -95 -9.818 -10.158 -510 -20.610 20.707 20.707
Toelichting op de exploitatie productgroep Wegen, Straten, Pleinen
Riolering (Bruin)
Productgroepoverstijgend
Productgroepoverstijgend
Wegen, Straten, Pleinen Wegen, Straten, Pleinen
Bruggen en tunnels
Openbaar Groen
maatregel 2012 Meerjarig zijn middelen opgenomen 150.000 ter dekking van de indexverschillen Cyclus. Voordelen eindcalculatie BTW BCF -200.000 Rioolheffing zijn meerjarig in de begroting opgenomen Op basis van het Integraal -900.000 Uitvoeringsplan is een wijziging doorgevoerd in de voorgenomen dotatie aan de voorziening groot onderhoud openbare ruimte Aan de hand van de eindrapportage -771.428 over de efficiency en de effectiviteit van de dienst Ruimtelijke Ordening en Beheer zijn toerekeningen van kosten Straatreiniging aan Afval en Riool verwekt in de meerjarenbegroting Kostendekkendheid wijk- en -2.000 warenmarkten De voordelen van de verlegregeling 30.147 kabels en leidingen leveren voordelen op voor de grote projecten. Contractueel kunnen deze voordelen niet ten gunste komen van de exploitatie Totaal mutaties 2e ijkmoment -1.693.281 De meerjaren -59.000 bezuinigingstaakstelling op het onderhoud openbare ruimte is in de begroting opgenomen De meerjaren -73.000 bezuinigingstaakstelling op het onderhoud openbare ruimte is in de begroting opgenomen
2013 150.000
2014 150.000
2015 150.000
-200.000
-200.000
-200.000
300.000
300.000
300.000
30.149
30.156
30.159
-503.279 -59.000
280.156 -70.000
280.159 -70.000
-73.000
-84.000
-84.000
-771.428
-12.000
58
productgroep Wegen, Straten, Pleinen
Openbaar Groen
maatregel De meerjaren bezuinigingstaakstelling op het onderhoud openbare ruimte is in de begroting opgenomen Meerjaren bezuinigingstaakstelling Speelplekken Totaal mutaties voorjaarsnota
2012 -588.000
2013 -588.000
2014 -596.000
2015 -596.000
-45.000
-61.000
-60.000
-60.000
-765.000
-781.000
-810.000
-810.000
2012 3.963 150 10.404 25 767 15.309
2013 16.356 0 10.612 0 767 27.735
2014 2.493 0 10.824 0 0 13.317
2015 2.253 0 11.041 0 0 13.294
Investeringen Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Investeringen wegen grijs Nota speelplaatsen Riolering Speelvoorzieningen Verbetering openbare ruimte Goudse Poort Totaal
59
3.6 Cultuur en sport 3.6.1 Onderwerp van het programma Cultuur en sport dragen bij aan een attractief Gouda en zorgen ervoor dat onze inwoners zich thuis voelen in hun stad. Cultuur en sport bieden mogelijkheden voor ontplooiing en ontmoeting en dragen daarmee bij aan een actieve participatie van burgers in de maatschappij. Het programma Cultuur en Sport omvat de beleidsvelden kunst en cultuur, inclusief informatievoorziening en media, cultuurhistorie en sport. Binnen dit programma zijn als belangrijkste beleidskaders vastgesteld: de Cultuurnota met het bijbehorende Uitvoeringsplan cultuurbeleid en de Sportnota met bijbehorende Nota Sportaccommodaties. In de tweede helft van 2011 is gestart met een beknopte evaluatie en bijstelling van de Cultuurnota met uitvoeringsplan ten behoeve van de periode na 2011. Het sportbeleid is in 2011 geëvalueerd. Het stimuleren van het culturele en sportklimaat is een belangrijke bijdrage om Gouda goed op de kaart te zetten. Uitgangspunt bij de besluitvorming over de bezuinigingen was dat het voorzieningenniveau op cultureel en sportief gebied op een voldoende niveau moet blijven. De implementatie van de bezuinigingen gaat voor het grootste gedeelte in per 2012. De komende jaren zullen we volgen wat de daadwerkelijke gevolgen zijn van de bezuinigingen in de sport- en cultuursector. 3.6.2 Wat willen we bereiken?
Cultuur In het komende jaar zullen de (gevolgen van de) bezuinigingen op cultureel gebied een grote rol spelen. Een aantal instellingen is genoodzaakt om zijn huisvesting op een andere (goedkopere) manier te organiseren, Zo is de bibliotheek voornemens om alle drie de filialen in de stad te sluiten en te vervangen door één grote centrale vestiging en kleinere servicepunten in de stad. Ook het prijsbeleid van instellingen zal aangepast worden, waardoor tarieven voor bepaalde producten hoger worden (bijv. voor een aantal cursussen van Kunstpuntgouda). Binnen de krapper wordende financiële kaders vinden we het belangrijk dat culturele voorzieningen een belangrijke rol blijven spelen in Gouda. Ook in de toekomst moeten zij kunnen blijven bijdragen aan het op de kaart zetten van Gouda en het stimuleren van een actieve deelname aan kunst en cultuur.
60
Inhoudelijk zijn de volgende onderwerpen van belang: - De ontwikkeling van cultuurhuis de Garenspinnerij. Kunstpuntgouda willen we in de Garenspinnerij huisvesten waardoor de Garenspinnerij kan uitgroeien tot een cultureel centrum waarin diverse vormen van cultuurbeoefening een plaats krijgen. De Garenspinnerij kan daarmee ook bijdragen aan de wijkontwikkeling in Korte Akkeren; - Ontwikkelen en uitvoeren van beleid op het gebied van kunst in de openbare ruimte. Naast een nieuwe inventarisatie van de Goudse kunstobjecten, wordt beleid vastgelegd hoe in de toekomst met het openbaar kunstbezit van de gemeente wordt omgegaan qua bezit en onderhoud (regelen van budget en verantwoordelijkheid). Cultuurhistorie Het beleidsveld cultuurhistorie valt in hoofdlijnen uiteen in archeologie, monumentenzorg en landschapsbehoud. Het Goudse beleid is vastgelegd in de Nota Cultuurhistorie uit 2004. Het beleid richt zich op: - ontwikkelen waar het kan, beschermen als het moet; - optimaal gebruik van de bestaande kwaliteiten van het erfgoed; - benoemen, beschrijven, waarderen en waar nodig bescherming van waardevolle objecten, complexen en structuren; - (her)gebruik van en omgang met beschermde zaken (behoud en beheer). Monumenten worden niet beschermd voor leegstand. Historische gebouwen moeten bruikbaar zijn en een functie hebben in de moderne samenleving. Eind 2011 is een memo aan de raad gezonden met de uitgangspunten voor de omgang met cultuurhistorisch waardevolle panden die in gemeentelijk bezit zijn. Herbestemming is maatwerk. De uitdaging is om cultuurhistorische waarden te behouden en tegelijkertijd gebouwen exploitabel te maken voor de toekomst. Dat dit kan, is ook in Gouda inmiddels al meerdere keren bewezen. Denk hierbij aan de Sacramentskerk, de Kadeschool en het Badhuis. In 2011 is ook gestart met het traject rond de herbestemming van het stadhuis. Sport Bij sport zetten we ons in op het faciliteren van actieve, sportieve burgers via sportstimulering en het aanbod van voorzieningen. Het sportvoorzieningenbeleid "Ruimte voor sport 2009-2015" is in 2009 vastgesteld door de raad. In 2012 zal verder uitvoering worden gegeven aan de voorstellen in deze nota. De besluitvorming rondom de heroriëntatie op het Groenhovenpark heeft in het najaar van 2011 plaatsgevonden. In 2011 is gestart met de bouw van het zwembad. Op basis van de huidige planning zal het nieuwe zwembad in 2013 in gebruik worden genomen. In 2009 is de Impulsregeling Brede scholen, Sport en cultuur aangevraagd. De regeling zal in 2012 verder worden uitgerold. Met deze impuls worden de volgende doelen beoogd: - de uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs, zodat een rijke leeromgeving kan worden gecreëerd waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen; - de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sport voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; - het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond de scholen voor alle leerlingen; - het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening. Naast de Impulsregeling is in 2010 ook een nieuwe subsidieregeling van kracht geworden "Jongeren doen mee door sport en spel". Deze is voortgekomen uit de flexibilisering van het bestaande jeugdbudget. Doel van deze regeling is om jongeren tussen de 12 en 18 in Gouda te stimuleren om mee te doen door middel van een gevarieerd aanbod van sport- en spelactiviteiten, die zijn gericht op: ontmoeting, talentontwikkeling, sportiviteit, respect en/of het bevorderen van sociale samenhang.
61
3.6.3 Wat gaan we ervoor doen? Speerpunten uit het coalitieakkoord Zo groot en breed mogelijk cultuurbereik Stimuleren actieve deelname aan kunst en cultuur
Doelstellingen
Herijking van de doelstellingen Herijking van de indicatoren wordt gerealiseerd in de wordt gerealiseerd in de aangepaste cultuurnota aangepaste cultuurnota
Realiseren van een Cultuurhuis in de Garenspinnerij
Stimuleren cultureel ondernemerschap Actief, sportief en (gezond) Gouda Het bereiken van een sportieve samenleving
Verwachte realisatie cultuurhuis 2014
Er worden meer eigen inkomsten gegenereerd door de culturele instellingen
Eigen inkomsten gesubsidieerde culturele instellingen
Gouda scoort hoger dan het landelijk gemiddelde
Aantal inwoners dat voldoet aan de landelijke norm bewegen: minstens 30 minuten per dag Aantal kinderen dat minimaal 5 uur per dag beweegt
Gouda haalt het landelijk gemiddelde
Het realiseren van vitale sportverenigingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren)
Het aantal leden stijgt ten opzichte van 2007
Wat gaan we ervoor doen?
De actiepunten van het geevalueerde Uitvoeringsprogramma Cultuurbeleid 2008 t/m 2011 voeren we verder uit De Garenspinnerij wordt ontwikkeld tot een cultureel centrum. Met het cultureel centrum wordt ook de herhuisvesting voor Kunstpuntgouda gerealiseerd.
Door middel van de nieuwe subsidieregeling "Jongeren doen mee door sport en spel" deze activiteiten ondersteunen Begeleid spelen draagt bij aan de toestroom naar sportverenigingen Geld-terug-regeling (GTR) handhaven voor kinderen en jongeren met een kleine beurs
Het aantal leden van sportverenigingen (of aantal verenigingen dat aangeeft een ledenstijging te hebben bereikt)
3.6.4 Geschiedenis, trends en doelstellingen Onderstaande tabellen geven inzicht in het bereik van enkele Goudse culturele voorzieningen. Grafiek deelnemers Kunstpuntgouda
Toelichting: Voor de jaren 2004-2008 zijn de bezoekersaantallen van Muziekschool en Werkschuit samengevoegd. Het gaat daarbij zowel om cursisten, deelnemers onderwijsprojecten en bezoekers aan externe voorstellingen.
62
Figuur bezoekers culturele instellingen
Toelichting: Bibliotheek: betreft het aantal bezoekers van alle vestigingen in Gouda Schouwburg: betreft het totaal aantal bezoekers van de theatervoorstellingen (is dus exclusief de bezoekers via de zalenverhuur) Musea: betreft het aantal bezoekers Externe kaders ■ Mediawet; ■ Beleidsbrief Minister OC en W over de Modernisering Monumentenzorg (november 2009); ■ Vanaf 2009 vraagt de gemeente Gouda in ISMH-verband middelen aan van het Fonds Cultuurparticipatie bedoeld voor activiteiten op het gebied van cultuureducatie, amateurkunst en volkscultuur. De activiteiten moeten een regionaal aspect hebben en de deelnemende gemeenten moeten een derde in de projectkosten bijdragen. Het jaar 2012 is voorlopig het laatste jaar van deze regeling en het is onduidelijk wat er vanaf 2013 gebeurt. De provincie Zuid-Holland gaat behoorlijk bezuinigen op haar cultuurtaken en zelfs de toekomst van het Fonds Cultuurparticipatie is niet zeker. Het programma eigen beleid Product/maatregel Sportnota 2011 ev Cultuurnota 2012 - 2015 Uitvoeringsplan Cultuur Nota sportaccommodaties Nota cultuurhistorie
Ontwikkelingsfase Uitvoering Vast te stellen in 4e kwartaal 2011 of 1e kwartaal 2012 Uitvoering en Evaluatie, bijstelling per 2012 in 4e kwartaal 2011 of 1e kwartaal 2012 Uitvoering Uitvoering
Relevant beleid andere programma's ■ Sport en jeugd: pagina 6 van het coalitieakkoord; ■ Stimulering cultuur- en sportklimaat: pagina 13 van het coalitieakkoord; ■ Meer (culturele) activiteiten op zondag: pagina 13 coalitieakkoord.
63
3.6.5 Wat mag het kosten? exploitatie (bedragen x € 1.000)
Lasten PG Cultuur PG Sport Subtotaal Baten PG Cultuur PG Sport Subtotaal Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Rekening Begroting MJB 2012 MJB 2013 MJB 2014 2010 incl. wijziging 2011
MJB 2015
7.392 7.337 14.729
7.346 6.805 14.151
7.020 7.131 14.151
6.829 6.905 13.734
7.204 7.953 15.158
6.896 7.942 14.838
-3 -2.102 -2.106 12.623 12.623
-2 -1.336 -1.338 12.814
-1.366 -1.366 12.785
-1.366 -1.366 12.369
-2.446 -2.446 12.712
-2.445 -2.445 12.393
12.814
12.785
12.369
12.712
12.393
Toelichting op de exploitatie Uit de voorjaarsnota 2012-2015 en uit de structurele afwijkingen bij het 2e ijkmoment 2011 zijn in dit programma de volgende mutaties opgenomen (+ = nadeel, - = voordeel): productgroep Cultuur Cultuur Cultuur Cultuur Sport
maatregel Subsidiestaat / bibliotheek Subsidiestaat / MuseumgoudA Subsidiestaat / Jeugdtheaterhuis Subsidiestaat / kunstpuntGouda Sport Totaal mutaties voorjaarsnota
2012
2013
-120.000
-305.000
-100.000 -15.000 -235.000
-125.000 -50.000 -480.000
2014 2015 -195.000 -300.000 -415.000 -500.000 -20.000 -20.000 -175.000 -300.000 -50.000 -50.000 -855.000 -1.170.000
Cultuur Door de ombuigingen uit de voorjaarsnota worden de lasten oplopend in 2015 met € 1.100.000 verlaagd. De werkelijke afloop van de begroting is lager door de stijging van de kapitaallasten van diverse projecten binnen het cultureel kwartier. Sport Vanaf 2014 worden zowel de baten als de lasten hoger als gevolg van de opening van het nieuwe zwembad. Het nieuwe zwembad zorgt voor hogere kapitaallasten alsmede voor hogere huurinkomsten. Investeringen Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Cultureel en havenkwartier Nieuwbouw zwemaccomodatie Renovatie sportvelden Totaal
2012 551 0 335 886
2013 11.170 19.445 225 30.840
2014 0 0 305 305
2015 0 0 525 525
64
3.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 3.7.1 Inleiding Alle lasten en baten die samenhangen met de programma's 1 t/m 6 worden rechtstreeks op het desbetreffende programma verantwoord. De baten bestaan uit doeluitkeringen, specifieke rijksvergoedingen, huuropbrengsten en dergelijke. Daarnaast kent de gemeente diverse inkomsten waarvan de besteding niet gebonden is, de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen. Deze baten zijn niet aan een concreet programma toe te rekenen. Artikel 8 van het BBV schrijft voor dat in het programmaplan van de begroting, naast de raming van lasten en baten per programma, ook een overzicht algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien opgenomen moet worden. Dit overzicht is dan ook aan het eind van het programmaplan opgenomen. 3.7.2 Wat levert het op? exploitatie (bedragen x € 1.000)
Lasten PG Algemene baten en lasten PG Algemene uitkering PG Dividenden en gemeentegaranties PG Lokale heffingen PG Saldo financieringsfunctie Sub-totaal lasten Baten PG Algemene baten en lasten PG Algemene uitkering PG Dividenden en gemeentegaranties PG Lokale heffingen PG Saldo financieringsfunctie Sub-totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Rekening Begroting MJB 2012 MJB 2013 MJB 2014 2010 incl. wijziging 2011
MJB 2015
1.545 54 1.793 2.399 5.790
-660 47 1.334 2.600 3.321
4.478 47 1.359 2.660 8.545
6.034 47 1.324 340 7.745
5.419 47 1.263 554 7.284
5.996 47 1.263 652 7.959
-97.697 -400 -12.120 -6.975 -117.192 -111.402 -1.969 -113.371
-89.104 -262 -12.378 -4.815 -106.559 -103.238 203 -103.035
-89.157 -247 -14.746 -6.384 -110.535 -101.989 -221 -102.211
-116 -89.543 -247 -15.076 -4.688 -109.671 -101.926 -101.926
-89.573 -247 -15.352 -5.614 -110.786 -103.502 2.300 -101.202
-88.851 -247 -15.616 -4.847 -109.561 -101.602 1.500 -100.102
Toelichting op de exploitatie: de lasten Heffing en invordering gemeentelijke belastingen Het betreft hier alle kosten die de gemeente moet maken ter verwerving van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging, inning, afhandeling bezwaarschriften etc. van de gemeentelijke belastingen. Tevens is rekening gehouden met de kosten ingevolge de uitvoering van de wet WOZ. Deze wet draagt de gemeente op om periodiek de waarderingsgrondslagen van alle onroerende zaken in de gemeente vast te stellen en om taxaties van nieuwe objecten of hertaxaties te plegen. Dividenden en gemeentegaranties Dit zijn de kapitaallasten (rentelasten) voor deelnemingen in onder andere Grootboek Nationale Schuld en de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Het Rijk draagt mede risico bij het verstrekken van gemeentegaranties. 50% van de kosten van verhaalverliezen kan naar het Rijk doorgeschoven worden. Geldleningen en uitzettingen Dit betreffen de kapitaallasten over in het verleden betaalde boeterenten veroorzaakt door vervroegde aflossingen van opgenomen langlopende geldleningen (die vervolgens weer tegen profijtelijker voorwaarden werden hergefinancierd) alsmede de kapitaallasten over een in 2005 gepleegde investering in een renteverzekering (cappremie). Overige algemene lasten De overige algemene lasten kunnen onderverdeeld worden in vier blokken te weten: 1. het bedrag voor onvoorzien; 2. stelposten; 3. saldo bedrijfsvoering; 4. organisatieontwikkelingen
65
ad 1: het bedrag voor onvoorzien Het BBV schrijft de vermelding van het bedrag voor onvoorzien expliciet voor. De keus wordt gelaten om dit bedrag per programma of voor de begroting in zijn geheel te ramen. Om praktische reden hanteren we de laatstgenoemde mogelijkheid. De aanwending van het bedrag onvoorzien is alleen onder voorwaarden toelaatbaar. ad 2: stelposten In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de belangrijkste stelposten die in het meerjaren perspectief zijn opgenomen. bedragen * 1.000 stelpost prijscompensatie stelpost looncompensatie stelpost onderuitputting kapitaallaste stelpost taakmutaties algemene uitkering taakstelling proces redesign taakstelling personeel (voorjaarsnota 2012) Totaal
2012 63 0 0 2.366 -50 0 2.379
2013 1.063 576 0 2.205 -450 0 3.394
2014 1.910 1.067 -204 1.968 -450 -1.250 3.040
2015 2.749 1.560 0 1.340 -450 -1.250 3.949
- stelposten loon- en prijscompensatie De inkomsten uit het gemeentefonds zijn weergegeven in lopende prijzen (inclusief cumulatieve loon- en prijsstijgingen). Overeenkomstig de bestaande gedragslijn worden de loon- en prijsgevoelige budgetten in de begroting verhoogd met de inflatie van de algemene uitkering (pBBP) conform de cijfers uit de meicirculaire. Voor 2012 bedraagt het percentage 2,25. De hiermee gemoeide bedragen zijn reeds verwerkt in de ramingen per programma. Voor de jaren na 2012 zijn de beschikbare bedragen voor loon- en prijscompensatie geraamd op deze stelpost. Voor 2012 is nog een bedrag beschikbaar als gevolg van het besluit (programmabegroting 2011-2015) om in principe alle subsidies te bevriezen tenzij er al bezuinigingen op drukken. - stelpost onderuitputting kapitaallasten Door het achterlopen van investeringen vallen kapitaallasten in het algemeen lager uit. In de programmabegroting 2011-2015 is daartoe een bedrag van € 200.000 structureel ingeboekt. Daarvan resteert alleen nog in 2014 een saldo. - stelpost taakmutaties algemene uitkering De taakmutaties die blijken uit de circulaires gemeentefonds worden in afwachting van een nadere inhoudelijke en financiële onderbouwing voor maximaal 6 maanden geplaatst op een stelpost. - taakstelling proces redesign Deze post betreft het restant van de taakstelling uit de voorjaarsnota 2010 waarbij in totaal € 1,5 miljoen efficiencywinst behaald wordt door middel van procesverbeteringen. Het restant wordt concreet ingevuld na de definitieve besluitvorming (najaar 2011) over de doorontwikkeling van de organisatie (directiemodel) van de gemeente Gouda. Dit besluit zal in de eerstvolgende begrotingswijziging administratief worden verwerkt. - taakstelling personeel (voorjaarsnota 2012) In oktober 2011 hebben BenW een besluit genomen over de concrete invulling van de resterende ombuiging van € 1,25 miljoen op personeel (uit de voorjaarsnota 2012). Ook dit besluit zal in de eerstvolgende begrotingswijziging administratief worden verwerkt. ad 3: saldo bedrijfsvoering Onder dit bestanddeel valt het saldo van de gemeentelijke bedrijfsvoering c.q. van de kostenplaatsen. De lasten en baten die samenhangen met de bedrijfsvoering (apparaatskosten) van de afzonderlijke organisatieonderdelen worden op specifieke kostenplaatsen tot uitdrukking gebracht. Beide kostensoorten, lasten en baten, dienen via een bepaalde toerekeningsmethode uiteindelijk aan de kostendragers (programma's, producten) te worden toegerekend. Soms is nog niet altijd direct helder aan welke producten en subproducten toerekening dient plaats te vinden. Dit vindt dan plaats bij de uitwerking van de begroting in afdelingsplannen. ad 4: organisatieontwikkelingen Dit betreft de kosten van bovenformatief personeel die worden gedekt uit de reserve organisatieontwikkelingen.
66
Toelichting op de exploitatie: de baten Lokale heffingen Dit zijn gemeentelijke belastingen die geen directe relatie hebben met een bepaalde gemeentelijke taak. De besteding is dus niet geoormerkt aan kosten voor die producten. Hier vallen onder de onroerende zaak-, de honden- en precariobelasting. Dit geldt niet voor de riool- en reinigingsheffing. Deze worden wel op de desbetreffende programma's verantwoord. Algemene uitkering In de raming is rekening gehouden met de effecten van de septembercirculaire 2011. Dividenden en gemeentegaranties Dit onderdeel betreft de dividenduitkeringen op aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Voorts zijn hier opgenomen de renten ontvangen op obligaties c.q. op de inschrijvingen in het Grootboek Nationale Schuld (GNS). Dit betreft een eeuwigdurende schuld van de Staat der Nederlanden. Behalve dividenden en renten komen hier ook eventuele beleggingsresultaten tot uiting. Geldleningen en uitzettingen De baten op de geldleningen en uitzettingen worden gevormd door het interne financieringsresultaat. Dit laatste is het voordelige verschil tussen enerzijds de te betalen rentelasten gesaldeerd met de ontvangen rentebaten en anderzijds de rente welke wordt doorberekend aan de producten, de investeringen en de grondexploitaties. De rentelasten vinden hun oorsprong in de opgenomen kort- en langlopende geldleningen, de rentebaten in de uitgezette middelen. De werkelijke omvang van de investeringen in de jaren 2012 en verder is moeilijk in te schatten. Temporisering van voorgenomen investeringen leidt tot een lagere doorberekening van rentelasten aan die investeringen en kan derhalve het meerjarig resultaat op de financieringsfunctie onder druk zetten. Tot slot Het saldo van de lasten en baten van alle programma's (1 t/m 6) is nadelig. Dit tekort wordt dan in belangrijke mate gedekt door bovenstaande algemene dekkingsmiddelen. Samen vormen ze het begrotingsresultaat voor bestemming. Aangevuld met de mutaties in de reservesfeer (de algemene reserve niet meegenomen) levert dit dan het begrotingsresultaat na bestemming op.
67
68
4. Beleidsbegroting: paragrafen 4.1 Lokale heffingen 4.1.1 Inleiding Doelstelling van lokale heffingen is het als gemeente verwerven van eigen middelen uit belastingen en retributies ter dekking van algemene en specifieke uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. Het staat de gemeente vrij om al of niet belastingen te heffen. In artikel 219 van de Gemeentewet staat aangegeven op basis waarvan de gemeentelijke belastingen en retributies kunnen worden geheven. Een deel van deze lokale heffingen staat opgesomd in de Gemeentewet zelf, daarnaast bieden ook bijzondere wetten de mogelijkheid om te heffen, bijvoorbeeld de Wet milieubeheer (afvalstoffenheffing). Invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen geschiedt door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Zowel bij de jaarlijkse begroting als bij de betreffende jaarrekening wordt in de paragraaf lokale heffingen gerapporteerd over de wijze waarop wij voor het komende begrotingsjaar resp. over het afgelopen jaar nadere invulling willen resp. hebben gegeven aan het lokale belastingbeleid. De consequenties van de paragraaf lokale heffingen van deze begroting worden nader uitgewerkt in het belastingvoorstel dat in de raadsvergadering van december wordt behandeld. Daarbij wordt ook zoveel mogelijk getracht om actuele ontwikkelingen in het voorstel mee te nemen. 4.1.2 Beleid De uitgangspunten waarop de tarieven van de lokale heffingen in principe aangepast worden, zijn in het Coalitieakkoord 2010-2014 neergelegd. Kwijtschelding algemeen Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen geldt als uitgangspunt (raadsbesluit dd. 12 december 2007) dat bij de berekening van het bedrag van de kwijtschelding de kosten van het bestaan worden gesteld op 100% van de genormeerde bijstandsuitkering. De kwijtschelding wordt verleend voor de onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolrechten. Kwijtschelding ondernemers voor privé-belastingen Tot 1 april 2011 konden natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen uitsluitend in aanmerking komen voor kwijtschelding in het kader van het zogenoemde (algemene) crediteurenakkoord. In 2008 heeft de landelijke Werkgroep Inkomens- en Kwijtscheldingsbeleid gesteld dat verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheden van decentrale belastingen voor ondernemers wenselijk is. Met ingang van 1 april 2011 is aan artikel 28, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 een passage toegevoegd dat provinciale staten, de gemeenteraad, of het algemeen bestuur van het waterschap kan besluiten dat ook aan een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent kwijtschelding van privébelastingen kan worden verleend. Aangegeven wordt dat de betalingscapaciteit wordt berekend aan de hand van het gemiddeld per maand te verwachten netto besteedbaar inkomen voor de volgende twaalf maanden. Omdat dit bij ondernemers op het moment van het verzoek vaak nog niet in te schatten is, wordt aangegeven dat in de praktijk gewerkt kan worden door achteraf een inkomensverklaring van de Rijksbelastingdienst te overleggen op grond waarvan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tussenliggende tijd kan uitstel van betaling gegeven worden. Het gaat hier dus alleen om de privé-belastingen en dus niet om belastingen die geheel of gedeeltelijk verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep. Wij zijn voornemens u bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2012 voor te stellen deze verruiming van de kwijtschelding in te voeren. De verwachting is dat het aantal te honoreren aanvragen beperkt zal zijn. 4.1.3 Opbrengst gemeentelijke heffingen in 2012 Onroerende zaakbelastingen (OZB) en rioolheffingen In de vorige raadsperiode is besloten om de lokale lasten te verhogen vanwege de noodzakelijke verbetering van de riolering. De verhoging van de lokale lasten werd derhalve vooral ingegeven door een noodzakelijke verhoging van de rioolheffing. Door een temporisering van de rioolvervanging is het niet mogelijk om de in het Verbreed Rioleringsplan Gouda 2009-2013 (vastgesteld door de gemeenteraad op 22 april 2009) voorziene verhoging van de rioolheffingen met 9% in 2012 te realiseren. In de Voorjaarsnota is aangegeven dat de in het Verbreed Rioleringsplan voorziene opbrengst rioolheffingen 2012 zal worden verlaagd met € 2.000.000 onder gelijktijdige verhoging van de OZB-opbrengst met eveneens € 2.000.000. Op deze wijze kan worden voldaan aan hetgeen in 69
het Coalitieakkoord is vermeld, namelijk dat de lokale lasten niet verder zullen worden verhoogd dan door de raad al in een eerder stadium is besloten. De verhoging van de OZB-raming met € 2.000.000 en een inflatiepercentage van 2,25% (CPB-percentage, zoals opgenomen in de mei-circulaire) betekent ten opzichte van de OZB-tarieven 2011 een verhoging met 19,6% in 2012. De werkelijke OZB-tarieven 2012 zullen echter nog gecorrigeerd moeten worden in relatie tot de uitkomsten van de hertaxatie met als peildatum 1 januari 2011. Deze laatste correctie houdt verband met het feit dat alle onroerende zaken jaarlijks dienen te worden gewaardeerd. Uitgangspunt is daarbij het waardepeil op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het betreffende belastingjaar: dus voor het belastingjaar 2012 dienen de onroerende zaken te worden gewaardeerd naar het waardepeil van 1 januari 2011. Voor de rioolheffingen 2012 betekent het vorenstaande dat de tarieven ten opzichte van 2011 niet met 9% zullen stijgen maar met 14% zullen dalen. Binnenkort zal het GRP 2009-2013 worden geactualiseerd. In deze actualisatie zal ook de tariefsontwikkeling 2013 e.v. worden meegenomen. Reinigingsheffingen en marktgelden De tariefstijging voor de reinigingsheffingen zal op basis van actuele calculaties in relatie tot kostendekkende tarieven naar verwachting uitkomen op 3,7%. De marktgelden zullen substantieel dienen te worden verhoogd om zoveel mogelijk aan het vereiste van de 100% dekkingsgraad te kunnen voldoen. Voor de vaste standplaatsen (betreft circa 85% van de opbrengst) zal worden voorgesteld de tarieven (afhankelijk van de marktdag) tussen de 10% en 15% te verhogen. Voor meelopers en standwerkers is een tariefsverhoging tussen 12% en 34% noodzakelijk. Hondenbelasting, haven-en bruggelden, leges en staangelden Zoals reeds in de Voorjaarsnota is aangegeven, wordt voorgesteld de hondenbelasting met € 10,-- per hond te verhogen. Daarnaast zullen de tarieven worden verhoogd met het inflatiepercentage van 2,25. De haven- en bruggelden en leges zullen, naast eventuele specifieke verhogingen (leges), worden verhoogd met het inflatiepercentage van 2,25. Bij de berekening van de legestarieven zal de door het ministerie van Binnenlandse Zaken gepubliceerde Handreiking Kostentoerekening leges en tarieven zoveel mogelijk als richtlijn worden gebruikt om te bezien in hoeverre de juiste kostencomponenten aan de diverse legesproducten worden toegerekend. De staangelden worden verhoogd met het percentage van de jaarlijkse huurverhogingen: 1,3%. Parkeren In de raadsvergadering van 22 juni 2011 is reeds de Verordening Parkeerbelastingen 2012 met tarieventabel vastgesteld. Nadien is bekend geworden dat met ingang van 1 januari 2012 het kostenelement van de naheffingsaanslag met € 2,- mag worden verhoogd. Zoals te doen gebruikelijk zal deze verhoging in Gouda worden doorberekend; de kosten van de naheffingsaanslag komen daarmee op € 54,-. Een en ander zal nog in een wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2012 worden voorgesteld. Tevens zal dan worden voorgesteld om de tarieven voor de parkeerterreinen wederom op te nemen in de tarieventabel. Gebleken is dat de met slagbomen afgesloten parkeerterreinen niet aan de openbaarheid zijn onttrokken zodat opname van deze tarieven in de tarieventabel behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen tot de mogelijkheden blijft behoren. 4.1.4 Overzichten In deze paragraaf staan de volgende overzichten: 1. Overzicht lokale heffingen; 2. Overzicht lokale lastendruk eigenaar/gebruiker; 3. Overzicht woonlasten Gouda in relatie tot andere gemeenten. ad 1 Overzicht lokale heffingen In het onderstaande overzicht zijn voor het jaar 2012 van de woonlastenbepalende belastingen en de hondenbelasting de geraamde opbrengst, het geraamde bedrag aan kwijtschelding en de tarieven opgenomen, een en ander met inachtneming van hetgeen hiervoor is vermeld. Belasting Onroerende-zaakbelastingen
Geraamde Kwijtschelding opbrengst 14.190.467
Tarieven eigenaar woning eigenaar niet-woning gebruiker niet woning
0,1289% 0,2259% 0,1801%
70
Belasting Reinigingsheffingen Rioolrechten Hondenbelasting
Geraamde Kwijtschelding opbrengst 9.333.109 680.000 7.470.000
323.000
314.500
Tarieven eenpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden eigenaren gebruikers eerste hond tweede en iedere volgende hond
268,80 336,00 88,60 145,20 97,20 120,60
Opmerkingen bij de tabel: De geraamde OZB opbrengst ad € 14.190.467 bestaat uit een raming voor gebruik ad € 2.536.840 en een raming voor eigendom ad € 11.653.627. De tarieven OZB zijn nog gebaseerd op de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2010 en moeten dus nog worden gecorrigeerd in relatie tot de uitkomsten van de hertaxatie met peildatum 1 januari 2011. ad 2 Overzicht lokale lastendruk eigenaar/gebruiker Onderstaand treft u een tabel aan waarin opgenomen de lastendruk in Gouda in het jaar 2012 voor zowel een eigenaar-gebruiker als een huurder. Zoals gebruikelijk in het woonlastenoverzicht worden hierbij de OZB, de reinigingsheffingen en de rioolrechten betrokken. Verder is als uitgangspunt genomen een meerpersoonshuishouden. Voor de berekening van de OZB wordt uitgegaan van een woning met een WOZ-waarde van € 225.000.
OZB eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolrechten eigenaar Rioolrechten gebruiker Totaal
2011 2012 Verschil in % eigenaar/ huurder eigenaar/ huurder eigenaar/ huurder gebruiker gebruiker gebruiker 242,55 290,00 19,6% 324,00 324,00 336,00 336,00 3,7% 3,7% 103,00 88,60 - 14% 168,60 168,60 145,20 145,20 - 14% - 14% 838,15 492,60 859,80 481,20 2,6% - 2,3%
ad 3 Overzicht woonlasten Gouda in relatie tot andere gemeenten Bij de reinigingsheffing en de riooheffing hanteert Gouda 100% kostendekking. Aangezien het hierbij is toegestaan om een lager dekkingspercentage te hanteren, dan wel de betreffende belastingen in het geheel niet te heffen, is het voor een goede vergelijking van de woonlasten tussen gemeenten noodzakelijk om de OZB, de reinigingsheffing en de rioolheffing als geheel te bezien. Gemeenten waar geen danwel geen kostendekkende reinigingsheffing en/of rioolheffing wordt geheven, betrekken de kosten hiervoor veelal bij de vaststelling van de tarieven OZB. Om een beeld te krijgen hoe de woonlasten in Gouda zich verhouden ten opzichte van enkele andere gemeenten in Zuid-Holland, treft u hierna de gegevens aan van een aantal gemeenten uit het overzicht van de provincie ZuidHolland (2011) versus Gouda (2011). In de onderstaande vergelijking is, voor de bepaling van de OZB, uitgegaan van een WOZ-waarde van € 225.000. Het tarief van de reinigingsheffing is gebaseerd op een meerpersoonshuishouden. Gemeente Alphen aan den Rijn Schiedam Zoetermeer Leiden Vlaardingen Delft Waddinxveen Bodegraven-Reeuwijk Gouda
OZB-tarief (eigendom) 0,0834% 0,1035% 0,1573% 0,1599% 0,1128% 0,1182% 0,1204% 0,1018% 0,1078%
OZB Reinigingsheffing 187,65 305,52 232,87 299,04 353,92 280,31 359,77 231,84 253,80 312,00 265,95 323,00 270,90 322,32 229,05 296,63 242,55 324,00
Rioolrechten 202,00 171,20 69,61 115,98 157,80 164,85 197,64 308,22 271,60
Totaal 695,17 703,11 703,84 707,59 723,60 753,80 790,86 833,90 838,15
In de Atlas van de lokale lasten 2011 van het COELO, zoals gepubliceerd op de website, neemt Gouda in het overzicht met betrekking tot de hoogte van de lokale lasten de 413e plaats in. Nb. de 454e (deel)gemeente is de duurste.
71
4.2 Weerstandsvermogen 4.2.1 Inleiding In deze paragraaf wordt gerapporteerd over het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de weerstandscapaciteit en risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiele betekenis kunnen zijn. De paragraaf weerstandsvermogen maakt onderdeel uit van het risicomanagementproces en geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is tegenvallers op te vangen. De paragraaf verwoordt in het kort waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid) en uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat. Verder wordt inzicht gegeven in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico's), de opbouw van de weerstandscapaciteit (vrije middelen om de gesignaleerde risico's in financiële zin op te kunnen vangen) en het weerstandsvermogen (koppeling risico's en de weerstandscapaciteit). 4.2.2 Beleid Het beleid dat de gemeente voert ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen. In deze nota is de werkwijze vastgelegd en zijn de uitgangspunten bepaald ten aanzien van risicomanagement. Het belang van risicomanagement wordt onderkend door de raad, het college en het management en wordt steeds verder ingebed binnen de planning- en controlcyclus. Dit betekent dat het inventariseren van risico's, het inschatten ervan en het treffen van maatregelen voortdurend in de praktijk wordt uitgevoerd. Voor de raad betekent dit dat bij zowel de begroting als bij de jaarrekening gerapporteerd wordt hoe de risico's zich ontwikkelen en hoe deze zich verhouden tot de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de "verwachte" ongedekte financiële risico's en de financiële weerstandscapaciteit om deze risico's op te kunnen vangen. Hoe hoger het weerstandsvermogen des te beter kunnen risico's worden afgedekt en opgevangen. Afhankelijk van de verhouding tussen risico's en weerstandscapaciteit kan worden besloten de beschikbare middelen voor het opvangen van risico's te verhogen of te verlagen. Ook kunnen op basis van dit inzicht maatregelen worden genomen om risico's te beperken. Het weerstandsvermogen geeft dus aan hoe robuust de begroting is. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken om niet voorziene uitgaven (tegenvallers) te dekken. In Gouda betreft dit een optelsom van de algemene reserve, de reserve sociaal domein en het saldo van een aantal mutaties in de exploitatiesfeer. Naast de (algemene) reserve kan op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), de onbenutte belastingcapaciteit - dit is de ruimte tussen de maximale heffings- en belastingtarieven en de vastgestelde tarieven, vermenigvuldigd met het volume [bijvoorbeeld het aantal aanslagen van de betreffende heffing/ belasting] - en stille reserve - stille reserves zijn reserves waarvan de omvang en/of het bestaan niet uit de balans blijkt, voortkomend uit de onderwaardering van activa of overwaardering van schulden - onderdeel uitmaken van de weerstandscapaciteit. De gemeente Gouda heeft besloten onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves niet mee te nemen bij het bepalen van de weerstandscapaciteit. 4.2.3 Risico inventarisatie Om te bepalen of de gemeente voldoende weerstandscapaciteit heeft, zijn alleen de financiële risico's van belang die niet worden afgedekt door verzekeringen, voorzieningen of andere maatregelen. Om het risicoprofiel te structureren wordt gebruik gemaakt van risicocategorieën. Hierdoor kunnen risico's naar soort worden gerangschikt. In de tabel hieronder zijn de risicocategorieën aangegeven, voorzien van een korte toelichting. Voor de hieronder gepresenteerde risico's zijn maatregelen genomen om te zorgen dat de kans dat het risico daadwerkelijk optreedt en de impact op de gemeente zo klein mogelijk is. In de volgende tabel staan de actuele materiële risico's verdeeld over de risicocategorieën:
72
Risico categorie Milieu
Subcategorie
Openeind/sociaal Cliëntele
WMO
Bouwplannen/ bouwprojecten
Westergouwe
Spoorzone
Middenwillens
Hamstergat Huis van de Stad
Wijkontwikkeling
Toelichting De verwachtingen rond milieurisico's zijn niet aangepast en zijn gelijk gebleven ten opzichte van 2011. In 2008 en 2009 was er sprake van een overschot op het WWB Inkomendeel (nu budget BUIG) vanwege een relatief laag aantal bijstandscliënten in Gouda. In 2010 is het BUIG-budget verlaagd met € 1,5 miljoen en is het aantal cliënten gestegen van 1095 begin 2010 tot 1296 eind 2010. Dit heeft voor het jaar 2010 geresulteerd in een tekort van € 1,7 miljoen. In 2011 is het cliëntenaantal verder toegenomen en wordt een tekort verwacht van € 5 miljoen. Als wordt voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een rijksvergoeding uit de IAU-regeling is het verwachte tekort € 2,1 miljoen. Het financiële risico is dermate groot dat voor 2012 met een redelijke mate van zekerheid een tekort wordt verwacht van (10% van het laatst bekende BUIG-budget is) € 1,4 miljoen. De WMO die vanaf 2007 door de gemeente wordt uitgevoerd is een open einde regeling. Het risico bestaat dat er een groter beroep op deze regeling wordt gedaan dan waar bij het berekenen van het budget van is uitgegaan. Ondanks het voordeel op deze regeling in 2010 en het verwachte voordeel in 2011 blijft het risico op overschrijding bestaan. Het risicoprofiel voor de open einde regeling wordt gehandhaafd ten opzichte van 2011. Voor Westergouwe geldt, net als voor de andere projecten, dat er actief wordt gestuurd op de risico's om zowel de kans als de impact van de risico's zoveel mogelijk te beperken. De marktontwikkelingen kunnen sterk doorwerken in de grondwaarde. Door de lange looptijd van het project kunnen de uitkomsten variëren. In 2011 is het plan geoptimaliseerd en ingespeeld op de marktontwikkelingen. Voorlopig is de gehanteerde risicoreservering afdoende. In 2011 is voor het project Spoorzone een geactualiseerde grondexploitatie opgesteld. Daarin is de benodigde voorziening verhoogd om de slechte ontwikkelingen op de kantorenmarkt op te vangen. Het aanhouden van de financiële crisis en de grote leegstand kan ertoe leiden dat de grondwaarde van de kantoren verder daalt. Bij de uitvoerende werkzaamheden aan de Burgemeester Jamessingel doen zich meerdere tegenvallers voor (o.a. grote asbestsanering). Vooralsnog kan dit nog gedekt worden uit de post onvoorzien. De planvorming van het Zuidelijk Stationsgebied kent risico's in verband met de aanleg van de Van Hofwegensingel en een overschrijding van het planbegeleidingsbudget. Op beiden wordt strak gestuurd om deze risico's niet op te laten treden. Daarnaast moeten nog definitieve afspraken worden gemaakt met Multi Vastgoed inzake de verplaatsing van het busstation naar het noordelijk stationsgebied. De verplaatsing heeft gevolgen voor de grondexploitatie Spoorzone. In 2011 is voor het project Middenwillens een forse afboeking gedaan van de historische plankosten. Hierdoor is het mogelijk geworden om tot nieuwe realistische contractafspraken te komen met de betrokken ontwikkelaar. Het marktrisico ten aanzien van de woningmarkt blijft aanwezig. Het risicoprofiel als geheel is ten opzichte van 2011 gedaald. De verplaatsing van McDonalds is een risico. Op het moment dat hier geen overeenstemming over wordt bereikt heeft dit gevolgen voor de grondexploitatie. Het project Huis van de Stad is inmiddels de afbouwfase ingegaan. Een belangrijk aandachtspunt in deze fase is de coördinatie tussen de verschillende partijen. De uitvoerende verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij NSP en Züblin. Een risico dat meer binnen de invloedsfeer van de gemeente ligt, is de wederzijdse afstemming tussen het project Spoorzone (C1) en het project Huis van de Stad. De logistieke stromen rondom het Huis van de Stad (Burgemeester Jamessingel) zullen gekanaliseerd moeten worden. Het belangrijkste risico in 2012 is het later opleveren van het Huis van de Stad en de fietsenstalling door NSP. Op dit moment zijn hiervoor geen aanwijzingen. Door goede wederzijdse informatieoverdracht en inzet van de bouwkundig adviseur wordt dit risico waar mogelijk beheerst. Tot slot zij genoemd dat voor realisatie van de exploitatiedoelstelling door verhuur van ruimte in het Huis van de Stad, het Nieuwe Werken en meer in het bijzonder de toepassing van een passende delingsgraad hierop een belangrijke invloed heeft, evenals het vinden van een goede huurder. Voor dit project speelt een aantal risico's, zo moet nog een scenariokeuze voor het centrum Korte Akkeren worden gemaakt en is voor het doorgaan van het Olympiadeplein gerekend met een grondopbrengst waarvan het risico bestaat dat deze niet volledig wordt gerealiseerd.
73
Risico categorie
Subcategorie RZG Zuidplas Grondbank
Gouwe Park Bouwleges
Verbonden partijen Going concern (bedrijfsvoering)
Bezuinigingen
Financiering
Juridisch
Algemeen
Wet dwangsom en beroep
Algemeen
Toelichting De RZG Zuidplas Grondbank is opgericht om strategische aankopen te doen in de Zuidplaspolder. Voor de ontwikkeling van deelgebieden moeten afspraken worden gemaakt over de te hanteren uithaalprijs van de gronden. De uithaalprijs is van sterke invloed op de exploitatie van de grondbank. Het risico bestaat dat de verwervingsprijs te hoog is en dat gronden moeten worden afgewaardeerd. De gemeente Gouda neemt voor 6% deel in de grondbank. Het risicoprofiel is door de economische crisis verhoogd. Het risico op lagere grondprijzen is toegenomen. Er zijn zettingsproblemen, nog niet duidelijk is wie opdraait voor de extra kosten om dit te herstellen (het bedrijvenschap of de aannemer). Voor het totaal aan bouwleges is voortgang in de realisatie van de projecten een belangrijk risico. Door de huidige economische situatie lopen bouwprojecten vertraging op. Het risico is aanwezig dat projecten ook in 2012 nog last hebben van de economische situatie. Het te ontvangen bedrag aan bouwleges is daarmee niet zeker voor 2012. Geconcludeerd kan worden dat de risico's bij projecten nog steeds groot zijn. Voor de gemeente als totaal blijft het risicoprofiel op hetzelfde maximale niveau gehandhaafd als in 2011. De impact van economische recessie voor de verbonden partijen lijkt op dit moment niet bovengemiddeld. Het risicoprofiel blijft gehandhaafd. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de gemeente Gouda 15 miljoen € gaat bezuinigen in twee tranches. De huidige economische situatie en de ontwikkeling van de Algemene Uitkering gemeentefonds leggen een zekere druk op de realisatie van de bezuinigingen. Daarnaast is de verhuizing naar Huis van de Stad (o.a. algehele coördinatie en aanbesteding van de ict) een proces dat als risicovol kan worden aangemerkt. In het meerjarenperspectief bestaat er een risico dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om het gecumuleerde effect van deze ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden. Er bestaat binnen de gemeente een betrouwbaar inzicht in de totale omvang van de investeringen in relatie tot de benodigde financieringsmiddelen. De financieringskosten voor de langere termijn zijn afhankelijk van de renteontwikkelingen en derhalve lastig in te schatten. De verwachting is wel dat als gevolg van de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt de kansen dat de rente gaat oplopen groter zijn dan dat deze nog verder zal dalen. Het is een permanent (treasury-) beheersingsproces om de toekomstige benodigde financieringsmiddelen zowel qua volume als qua looptijd te matchen met de risico's van stijgende rente. Niet of onvoldoende nakomen van contractuele of andere afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig contractbeheer of faillissementen van contractpartners, het onrechtmatig uitvoeren van (Europese) aanbestedingen of verstrekken van geldleningen. Bij aanbestedingen en faillissementen nemen de risico's toe, o.a. door de Wet implementatie rechtsbeschermingrichtlijnen aanbesteden (de Wira) en de toenemende juridisering van het (Europese) aanbestedingsrecht, respectievelijk de toename van faillissementen met name in de bouw en civiele sector. De gemeente kan aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, gederfde winst, verzakking bij (bouw) werkzaamheden, achterstallig onderhoud). Te denken valt ook aan aansprakelijkstelling voor schade ontstaan bij evenementen, planschade, onzorgvuldige besluitvorming en verkeerde toepassing van regelgeving. Volgens de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moet de gemeente, indien zij niet tijdig op een aanvraag voor bijvoorbeeld een vergunning of uitkering beslist, een dwangsom betalen. Dit betekent een risico voor de gemeente. Het op orde hebben van de processen beperkt dit risico. Het risico van het niet toekennen van aanvullende middelen voor de zakkende bodem en de bijbehorende aansprakelijkheid door onvoldoende onderhoud is dubbel opgenomen in het risicoprofiel. Bij het onderdeel juridisch is ook met dit risico rekening gehouden. Het risicoprofiel is daarop aangepast en verlaagd.
74
Risico categorie
Subcategorie Sisa
Toelichting De gemeente ontvangt allerlei specifieke uitkeringen - in 2010 ongeveer € 48 miljoen - welke verantwoord dienen te worden via de systematiek van Single Information Single Audit. Indien de verantwoording niet of onvoldoende invulling krijgt, loopt de gemeente het risico dat de uitkering niet als een rechtmatige besteding wordt aangemerkt en terugbetaald moet worden. Naast het risico van terugbetaling, bestaat er een financieel risico als gevolg van extra werkzaamheden door de accountant en/of ambtelijke inzet.
4.2.4 Relatie risico's en weerstandscapaciteit In de nota over risicomanagement en weerstandsvermogen is aangegeven dat het risicoprofiel wordt berekend door aan elke risicocategorie een score toe te kennen. Risico categorie Milieu Openeind/sociaal Bouwplannen/bouwprojecten Verbonden partijen Bedrijfsvoering Financiering Juridisch Algemeen Totaal = toegekende score * weging
Toegekende score 1 3 4 1 3 2 2 1
Weging risicocategorie 1 2 2 2 2 1 1 1
Toegekende score weging 1 6 8 2 6 2 2 1 28
Op basis van de totale toegekende score behaalt Gouda 28 punten. Dit betekent dat het risicoprofiel van Gouda midden is. Indeling in de categorie midden heeft tot gevolg dat voor een berekening van de benodigde weerstandscapaciteit conform de nota risicomanagement en weerstandsvermogen wordt uitgegaan van 30% van de algemene uitkering en de belastingcapaciteit. De algemene uitkering wordt ingeschat op ruim € 76 miljoen en de belastingcapaciteit op ruim € 11 miljoen. De benodigde weerstandcapaciteit bedraagt derhalve 30% van (76+11) = € 26,1 miljoen. De benodigde weerstandcapaciteit van € 26,1 miljoen is hoger dan de beschikbare weerstandscapaciteit van € 21,0 miljoen in 2012. Onderstaande tabel geeft de berekening van de weerstandscapaciteit weer: Omschrijving (bedragen * € 1.000) 1. Vermogenssfeer (schatting op basis van meest recente inzichten) Vrij besteedbaar deel van de algemene reserves Reserve sociaal domein Stille reserves in materiële vaste activa Stille reserves in de financiële vaste activa 2. Exploitatiesfeer Jaarrekeningresultaten t.l.v. AR Reserve sociaal domein toevoeging Reserve sociaal domein onttrekking Verwachte positieve grondexploitaties Overige dotaties/onttrekkingen AR 1e ijkmoment 2011 Versterking weerstandsvermogen (sparen) Versterking weerstandsvermogen: activeren ZWR/RGL Financieringsfunctie 3. Stelposten Onvoorzien Onderhoud 4. Onbenutte belastingcapaciteit Onroerende zaakbelastingen Niet kostendekkende tarieven 4. Weerstandscapaciteit per 31-12 (1 + 2 + 3 + 4) 5. Benodigde weerstandscapaciteit op basis van de risico's
1-1-2012 23.603 20.540 3.063 nihil nihil
1-1-2013 20.989 20.689 300 nihil nihil
1-1-2014 20.549 20.549
1-1-2015 24.049 24.049
nihil nihil
nihil nihil
pm -2.014
-300 2.000
-1.100
-140 1.500
1.500
500 pm
nihil
nihil
nihil
nihil
0 nihil 20.989 26.100
0 nihil 20.549 21.250
0 nihil 24.049 21.250
0 nihil 25.549 21.250
75
Deze tabel is opgesteld op basis van gegevens die op dit moment bekend zijn; daarbij is aansluiting gezocht met voorstellen die gedaan zijn door de Taskforce Versterking Weerstandsvermogen. Onzekere factoren op dit moment zijn: -Het jaarrekeningresultaat; dit is op dit moment niet bepaald, vandaar een p.m. post; -Hetzelfde geldt voor de hoogte van de vergoeding van het Rijk aangaande de WWB; -Het resultaat op de Financieringsfunctie is afhankelijk van een veelheid aan factoren (o.a. marktontwikkeling en rente-ontwikkeling). Deze ontwikkelingen kunnen de hoogte van de weerstandscapaciteit beinvloeden. Beoordeling weerstandsvermogen In het voorgaande is zowel de beschikbare als de benodigde weerstandscapaciteit bepaald. In deze paragraaf kan een relatie worden gelegd tussen deze twee componenten om de ratio (de ratio wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit) van het weerstandsvermogen van de gemeente Gouda te bepalen. Hierbij maken wij gebruik van onderstaande waarderingstabel die in samenwerking tussen het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) en de Universiteit Twente is opgesteld. Waardering A B C D E F
Ratio >2,0 1,4-2,0 1,0-1,4 0,8-1,0 0,6-0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Gegeven de ratio van 0,8-1,0 betekent dit voor Gouda dat het weerstandsvermogen matig is. Goed risicomanagement zorgt ervoor dat zowel de kans als de impact van risico's lager worden, zodat mogelijke tegenvallers die ten laste komen van het weerstandsvermogen worden voorkomen en/ of worden beperkt. Tegen deze achtergrond is besloten tot het instellen van een Taskforce met als opdracht te adviseren over mogelijkheden tot verbetering van de vermogenspositie van de gemeente. De Taskforce onderkent het belang van goed risicomanagement en zet in op het verder professionaliseren van risicomanagement binnen de gemeente Gouda. Dit kan onder andere worden bereikt door de verschillende activiteiten op het gebied van risicomanagement beter te ontsluiten en het proces van risico-afweging beter in te richten, bijvoorbeeld door gebruik te maken van tools om risico's integraal af te wegen. Deze maatregelen zouden ertoe moeten bijdragen dat er een stevige verbinding gelegd kan worden naar de omvang van het benodigde weerstandsvermogen. Ook zou er meer zicht ontstaan of de genomen beheersmaatregelen effect sorteren, zowel apart als in samenhang beschouwd.
76
4.3 Onderhoud kapitaalgoederen 4.3.1 Inleiding Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. De lasten van onderhoud van kapitaalgoederen komen op diverse programma's voor. In deze paragraaf is per groep kapitaalgoederen aangegeven waarop het onderhoudsbeleid is gebaseerd en welke middelen hiervoor beschikbaar zijn. Het onderhoudsbeleid is gebaseerd op de volgende door de raad vastgestelde nota's: nota nota onderhoud schoolgebouwen nota onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten nota onderhoud kwaliteitsplan openbare ruimte nota lange termijn investeringen groot onderhoud nota Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan nota onderhoud sporthallen en zwembaden
datum vaststelling vastgesteld op 12-12-2005 vastgesteld op 13-12-2006 vastgesteld op 03-10-2005 vastgesteld op 25-05-2011 vastgesteld op 22-04-2009 vastgesteld op 27-06-2005
In totaal geeft Gouda jaarlijks rond de € 32 miljoen uit aan onderhoud van kapitaalgoederen. Omdat de uitgaven jaarlijks verschillen wordt gewerkt met egalisatievoorzieningen. Hieraan wordt jaarlijks een bedrag gedoteerd. In een jaar dat er minder wordt uitgegeven dan begroot groeit de voorziening en die middelen uit de voorziening worden ingezet in een jaar waarin er meer wordt uitgegeven dan begroot. In deze paragraaf wordt dit per soort kapitaalgoederen nader toegelicht. 4.3.2 Onderwijsgebouwen Beleid De gemeente is verantwoordelijk voor het groot planmatig onderhoud van het primair en speciaal onderwijs. Hiervoor is in 2005 de staat van de gebouwen in beeld gebracht. Op basis daarvan heeft de raad het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld (technische conditie 4, zeer matige kwaliteit) en is destijds een meerjaren onderhoudsplan opgesteld voor de jaren 2006 tot en met 2015. Via de uitvoering van dat plan wordt het onderhoudsniveau van de onderwijsgebouwen de komende jaren gestabiliseerd op het gewenste onderhoudsniveau. De huidige meerjaren onderhoudsplanning dateert van 2010 voor de periode 2011-2020. In het najaar van 2012 zal deze worden geactualiseerd. Vanaf 2006 worden de jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden vooral bepaald op basis van de jaarschijven uit het meerjaren onderhoudsplan. Voor die tijd werden ze bepaald op basis van ad-hoc aanvragen door schoolbesturen. Financiële middelen groot onderhoud Jaarlijks is met ingang van 2009 € 898.000 beschikbaar voor het groot planmatig onderhoud. Dit wordt gedoteerd vanuit programma 1 in de voorziening groot onderhoud onderwijsgebouwen en de kosten van de betreffende jaarschijf worden uit die voorziening betaald. Conform het meerjaren onderhoudsplan is het bestedingsritme in de jaren 2012 t/m 2015 als volgt: bedragen * € 1.000 Stand 1 januari dotatie uitputting
rekening 2010 885 913 1.645
begroting 2011 153 898 802
begroting 2012 249 898 711
begroting 2013 436 898 1.169
begroting 2014 165 898 632
begroting 2015 431 898 968
dagelijks onderhoud De gemeente is verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud van de bruikleenscholen (tot 2009 ook voor de gemeentelijke gymnastieklokalen, het beheer van de gymzalen is inmiddels overgedragen aan Sportpuntgouda). Voor de overige schoolgebouwen is het schoolbestuur zelf verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud. Voor het dagelijks onderhoud van de bruikleenscholen is in programma 1 in de begroting voor 2012 een budget van € 80.459 beschikbaar. 4.3.3 Gemeentelijke gebouwen en objecten Beleid In december 2006 heeft in de raad besluitvorming plaatsgevonden over het meerjaren onderhoudsplan voor gemeentelijke panden en objecten, rekening houdend met af te stoten panden (nota strategisch vastgoedbezit). Ter uitwerking van deze nota is een meerjarig onderhoudsplanning 2009-2014 opgesteld, welke in februari 2009 door het college van b en w is goedgekeurd. De MOP 2009-2013 geeft inzicht in de jaarlijkse onderhoudsbehoefte per object, waarbij de richtlijnen voor onderhoudsniveaus uit de nota 77
planmatig onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten maatgevend zijn. In de afgelopen jaren heeft een behoorlijke inhaalslag van het achterstallig onderhoud plaatsgevonden. Door te herprioriteren wordt de onderhoudsbehoefte afgestemd op de beschikbare middelen. Eén en ander afhankelijk van de conditie van het pand en de daarmee samenhangende risico's. Aan het eind van de onderhoudscyclus (2014) zou de geprognosticeerde onderhoudsbehoefte gelijk moeten zijn aan de beschikbare middelen. De Schouwburg kent een eigen onderhoudsvoorziening en dient afzonderlijk te worden beschouwd. De onderhoudsbehoefte van de Schouwburg is over de hele onderhoudscyclus tot 2014 veel groter dan de jaarlijkse dotatie in de voorziening Schouwburg. Het college heeft daarom besloten om bij de nieuwe inspecties van de totale vastgoedvoorraad in 2013 te bezien in hoeverre extra dekking kan worden gevonden binnen de onderhoudsvoorziening. Ondertussen wordt met de Schouwburg onderzoek gedaan naar alternatieve dekkingsmogelijkheden. Voor restauraties van monumentale panden wordt eerst naar subsidiemogelijkheden gezocht en wordt vooraf de wijze van kostentoerekening/financiering bepaald. Financiële middelen planmatig / groot onderhoud Het planmatig en groot onderhoud wordt in de begroting afgewikkeld via een viertal onderhoudvoorzieningen (groot onderhoud brandweerkazerne, schouwburg, gemeentelijke objecten en woonwagenstandplaatsen) waarvan de dotaties plaatsvinden vanuit de progamma's 1 en 4. In de begroting wordt rekening gehouden met het volgende verloop van deze voorzieningen: bedragen * € 1.000 Stand 1 januari dotatie uitputting
rekening 2010 939 1.449 1.573
begroting 2011 815 1.150 1.175
begroting 2012 790 1.101 1.070
begroting 2013 821 1.090 1.059
begroting 2014 852 1.088 1.058
begroting 2015 882 1.090 1.059
dagelijks onderhoud Voor dagelijks onderhoud (contractonderhoud en klachtenonderhoud) is in programma's 1 en 4 voor de periode 2012 - 2015 rond de € 188.000 begroot. Investeringen van voldoende omvang die levensduurverlengend zijn worden aangemeld voor het ConcernInvesteringsPlan. 4.3.4 Openbare ruimte (wegen en kunstwerken, water en groen) Beleid Voor het dagelijks beheer van de stad is besloten om vanaf 2012 te gaan werken met een landelijke crow beeldsystematiek op basis van het CROW. De nieuwe beheerkwaliteit voor de stad is B , met uitzondering crow van de elementenverharding deze wordt op niveau C onderhouden. Voor het Kernwinkelgebied zal het crow onderhoudsniveau van de verharding op niveau B blijven. Ook zal daar op een hoger niveau het zwerfvuil worden verwijderd. Het kwaliteitsplan zal hierop worden aangepast. In april 2011 is de nieuwe nota "lange termijninvesteringen" door de raad vastgesteld. Op basis van de financiële doorkijk tot 2017 is besloten, naast de investeringen in diverse vervangingselementen ook de investeringen in bruggen, tunnels en beschoeiingen te activeren. De kapitaallasten worden in mindering gebracht op de dotatie groot- en vervanging onderhoud openbare ruimte. Financiële middelen groot en vervangingsonderhoud openbaar gebied (projectprogrammering, PP) Het groot en vervangingsonderhoud wordt in de begroting afgewikkeld via de voorziening groot- en vervangingsonderhoud openbaar gebied; de dotatie aan de voorziening en de kapitaallasten als gevolg van investeringen CIP is opgenomen in programma 4. In de begroting wordt rekening gehouden met het volgende verloop van deze voorziening: bedragen * € 1.000 Stand 1 januari dotatie uitputting kapitaalsprojecten LTI
rekening 2010 3.852 7.203 5.877 0
begroting 2011 5.178 6.264 5.701 2.923
begroting 2012 5.741 5.155 5.514 2.683
begroting 2013 5.382 6.173 7.885 2.576
begroting 2014 3.670 5.999 8.552 1.213
begroting 2015 1.117 5.924 6.526 973
In de voorjaarsnota 2008 is besloten om een deel van het vervangingsonderhoud te activeren. Hiervoor is structureel jaarlijks op het CIP een krediet opgenomen van € 1,28 miljoen, de jaarlijkse dotatie aan de voorziening is met een zelfde bedrag verlaagd. De raad heeft in 2011 besloten tot het kapitaliseren van een
78
aantal vervangingsinvesteringen. De kapitaallasten van deze investeringen worden gecorrigeerd op de dotatie aan de voorziening groot onderhoud. herstel zakkende bodem (meerjaren uitvoeringsprogramma, MUP) Aan de hand van de realisatie in 2010 is een nieuwe meerjarenraming vastgesteld voor het uitgeven van de middelen voor achterstallig onderhoud. In deze meerjarenraming is het bestedingsritme voor de jaren 2011 t/m 2015 opgenomen. In deze planning zijn de middelen voor achterstallig onderhoud (zakkende bodem) medio 2013 uitgeput. De aangepaste planning is als volgt: bedragen * € 1.000 Stand 1 januari dotatie uitputting
rekening 2010 13.810 352 2.499
begroting 2011 11.663 0 2.580
begroting 2012 9.083 0 5.323
begroting 2013 3.760 0 3.760
begroting 2014 0 0 0
begroting 2015 0 0 0
dagelijks onderhoud Voor het uitvoeren van het dagelijkse onderhoud zijn de volgende middelen in programma 5 beschikbaar: bedragen * € 1.000 wegen water groen Totaal
rekening 2010 6.472 584 2.952 10.008
begroting 2011 6.422 605 2.954 9.981
begroting 2012 5.934 558 2.972 9.464
begroting 2013 5.934 558 2.972 9.464
begroting 2014 5.917 547 2.968 9.432
begroting 2015 5.916 547 2.968 9.431
Het dagelijks onderhoud wordt grotendeels uitgevoerd door Cyclus. De gemeente controleert de kwaliteit van het door Cyclus uitgevoerde onderhoud maandelijks op 75 willekeurige punten 4.3.5 Riolering Beleid In april 2009 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) 2009-2013 (incl. een uitkijk en planning over de lange termijn) door de gemeenteraad vastgesteld. Het VGRP sluit aan bij het waterbeleid van de Europese Unie, de rijksoverheid, de provincie Zuid-Holland, de waterschappen en van Gouda zelf. De hoofddoelen zijn duurzame bescherming van de volksgezondheid, handhaving van een goede kwaliteit van de leefomgeving en duurzame bescherming van natuur en milieu. Het VGRP richt zich daarbinnen op het in 2015 voldoen aan:de Europese Kaderrichtlijn Water (beperking emissies naar het oppervlaktewater en een gezonde ecologische toestand), wet bodembescherming (dichten lekkages naar grondwater), CUWVO en Uitvoeringscontract Hollandsche IJssel (nagenoeg geen overstortingen meer op de Hollandsche IJssel), 4e Nota water (afkoppelen regenwater van afvalwater, nu komen ze in het riool bij elkaar) en Leidraad riolering Gouda (goed functionerend rioolstelsel). Financiële middelen In het gemeentelijke rioleringsplan zijn jaarlijkse bedragen opgenomen per onderhouds- of vervangingscategorie, die nodig zijn voor de uitvoering van het plan. Middelen benodigd voor zowel achterstallig, groot onderhoud, kapitaallasten van vervangingsinvesteringen en klein onderhoud zijn hierin allemaal bij elkaar genomen. Het totaal van deze bedragen t/m 2015 is gelijk aan het totaal dat t/m 2015 aan gemeentelijke rioolheffing zal worden ontvangen. Doordat inkomsten (uit rioolheffing) en uitgaven over de jaren heen niet synchroon lopen kent Gouda een Voorziening Riolering. De kosten zijn in Gouda de komende jaren hoog, omdat er gescheiden rioleringssystemen worden aangelegd. Nu komen regenwater en afvalwater nog bij elkaar in het riool en dit moet gescheiden worden. Omdat de kosten van het onderhoud worden gedekt door de rioolheffing (zie ook paragraaf lokale heffingen), zijn de heffingen in Gouda ook hoog. Gebleken is dat het in het GRP 2009-2013 geplande uitvoeringstempo niet gehaald wordt. Het uitvoeringstempo zal de komende jaren gemiddeld ca. € 10 miljoen per jaar bedragen. Dit heeft consequenties voor de rioolheffing. Deze zal op het bijgestelde uitvoeringstempo aangepast worden. Dit heeft tot gevolg dat de rioolheffing minder snel stijgt dan gepland of mogelijk zelfs eenmalig daalt.
79
Jaarlijks worden aanscherpingen in de planning verwerkt in het meerjarige bestedingsritme. De jaarlijkse fluctuaties tussen de kosten en opbrengsten worden via een voorziening met elkaar verrekend. De planning voor de jaaruitgaven en de inkomsten voor de komende jaren is als volgt: bedragen * € 1.000 stand voorziening per 01 januari totaal onderhoud incl. saldo BTW en kostentoerekening en kwijtscheldingen opbrengst rioolheffing inclusief verfijningsuitkering verrekening voorziening
rekening 2010 10.440 5.299
begroting 2011 12.140 7.470
begroting 2012 14.421 8.185
begroting 2013 13.627 8.836
begroting 2014 12.816 9.479
begroting 2015 11.844 10.152
8.282 2.983
9.571 2.101
7.571 -614
8.025 -811
8.507 -972
9.017 -1.135
4.3.6 Sportgebouwen Beleid De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de sporthallen, gymnastieklokalen en de zwembaden in Gouda. In juni 2005 heeft de gemeenteraad de nota onderhoud sporthallen en zwembaden vastgesteld. Daarin is voor de sporthallen gekozen voor een goed onderhoudsniveau (preventief planmatig onderhoud, waarbij het onderhoud specifiek gericht is op de veiligheid, het instandhouden van het bedrijfsproces en het voldoen aan weten regelgeving) en een minimaal onderhoudsniveau voor de zwembaden.In februari 2008 is het onderzoek naar de bouw van een nieuw zwembad afgesloten. De raad heeft besloten tot de bouw van een nieuw zwembad ter vervanging van de huidige baden. Tot het moment van ingebruikname zal minimaal geïnvesteerd worden in de huidige zwembaden. Met de verzelfstandiging van de afdeling sport is ook de uitvoering van het groot en dagelijks onderhoud overgegaan naar Sport.Gouda BV. Financiële middelen Het onderhoud is onderdeel van de dienstverlening overeenkomst met Sport.Gouda BV. groot onderhoud Het meerjaren onderhoudsplan is voor 15 jaar opgesteld. dagelijks onderhoud Het contractonderhoud (jaarlijkse onderhoudsbeurten van installaties, schilderwerk, servicecontracten voor de lift) en het klachtenonderhoud maakt deel uit van de meerjaren onderhoudsplannen.
80
4.4 Financiering 4.4.1 Inleiding De financieringsparagraaf geeft jaarlijks inzicht in de ontwikkelingen rond gemeentelijke meerjarige financiering, het te voeren beleid op dit gebied, in de risico's die daarbij worden gelopen en de wijze waarop deze risico's worden beheerst. Zoals voorgeschreven heeft de gemeente Gouda een treasurystatuut waarvan de meest recente versie in januari 2010 door de gemeenteraad is vastgesteld. Ten dienste van de administratieve organisatie en interne controle is het treasurystatuut nader uitgewerkt in een handboek treasury. 4.4.2 Beleid Doelstelling De financiering van de gemeente Gouda is alleen gericht op de ondersteuning van haar publieke taak. Het beheer heeft uitsluitend een voorzichtig, risicomijdend karakter. De uitvoering vindt plaats binnen de kaders van de wet Financiering decentrale overheden (Fido), het gemeentelijke treasurystatuut en het gemeentelijk handboek treasury. Wat doet de gemeente als eerste? Prioriteiten Beheersing financieringsbehoefte
Kwalitatieve doelstelling Kwantitatieve doelstelling ■ Buffer (werkkapitaal) vereist ■ Kasgeldlimiet: 8,5%; afstemmen beschikbare ■ Werkkapitaal € 10 miljoen; middelen op benodigde ■ Renterisiconorm op vaste middelen ten aanzien van schuld: 20%. zowel volume als looptijd; ■ Financieringsbehoefte dekken door aantrekken vreemd vermogen tegen zo profijtelijk mogelijke voorwaarden.
Activiteiten 2012 Onderhouden van het permanent inzicht in de cashflows van met name: ■ de grote projecten; ■ de aanwendingen van reserves/voorzieningen; ■ investeringen uit het CIP.
Optimaliseren leningenportefeuille o/g
Rentekosten van opgenomen Rentevoet vreemd vermogen geldleningen zo laag mogelijk lang verminderen als gevolg houden van de lage rente op de kapitaalmarkt Op grond van betrouwbare Binnen de door het cashflowplanningen treasurycomité gestelde van investeringen en grenzen (acceptabele grondexploitaties fixeren van renteniveaus) opereren het renteniveau Het "in control" houden van de treasuryfunctie
Herfinancieren van reeds aangetrokken langlopende geldleningen indien dit voordelen oplevert Renteontwikkelingen nauwgezet volgen; eventueel gebruik maken van financiële derivaten
Beheersing renterisico's
Administratieve organisatie van de treasuryfunctie
Onderhouden cashflowprognose
Cashflowprognoses zijn dermate betrouwbaar dat deze kunnen dienen als stuurinstrument
Horizon van 2 jaar
Treasury-activiteiten worden uitgevoerd conform de procesbeschrijvingen in het handboek treasury Permanent proces
Wat doet de gemeente in 2012? Uit de verder in deze paragraaf toegelichte onderdelen blijkt dat in 2012 wordt voldaan aan zowel de renterisiconorm alsmede aan de kasgeldlimiet. Momenteel loopt een aantal grote projecten die een aanzienlijke financieringsbehoefte tot gevolg heeft. Denk hierbij aan de bouw van het Huis van de Stad, de bouw van een zwembad, de verlegging van de Burgemeester Jamessingel, de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Westergouwe, de bouwactiviteiten op Bolwerk, de planmatige aanpak van het rioleringsstelsel en de aanleg van de Zuidwestelijke Randweg. Daarnaast staat een aantal projecten aan de vooravond van aanvang. Het is een taak van de treasury om de als gevolg van deze projecten benodigde financieringsmiddelen zo profijtelijk mogelijk te verkrijgen en de renterisico's zoveel mogelijk te beheersen. Essentieel in dat proces is het genereren en onderhouden van betrouwbare cashflowprognoses. Ander punt van aandacht is de huidige leningenportefeuille in relatie tot de huidige lage rente op de kapitaalmarkt. Indien dit profijtelijk is zal herfinanciering van (een deel van de) lopende opgenomen geldleningen plaatsvinden.
81
De in hierna volgende tabellen vermelde bedragen aan op te nemen korte schuld en vaste schuld vinden hun oorsprong in de berekening van de meerjarige financieringsbehoefte. Deze berekening leidt weer tot het bepalen van de invloed daarvan op het financieel perspectief en het risicoprofiel van de gemeente Gouda. Voor de programmabegroting 2012-2015 worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: ■ omslagrente 4,5%; ■ rekenrente aan te trekken kort geld van 2,0%; ■ rekenrente aan te trekken lang geld van 3,5% in 2012 tot 4,25% in 2016; ■ rendement op te plegen uitzettingen 2,5%; ■ beperkte grondexploitaties en grondexploitaties in voorbereiding financieren met kasgeld of uit de beschikbare liquide middelen; ■ omvangrijke (vastgestelde) grondexploitaties financieren afhankelijk van de mogelijkheid/wenselijkheid tot het fixeren van het renterisico in de respectievelijke projecten en/of afhankelijk van het specifieke cashflowverloop; ■ kapitaalbeslag als gevolg van aanwending van reserves en voorzieningen en investeringen uit het CIP financieren door middel van langlopende geldleningen. 4.4.3 Risicoprofiel Het risicoprofiel wordt bepaald door renterisico's op de bestaande vlottende en vaste schuld, kredietrisico's op uitgezette middelen, koersrisico's, liquiditeitsrisico's, debiteurenrisico en valutarisico. Deze risico's worden hierna verder beschreven. renterisico In de onderstaande tabellen worden de risico's met betrekking tot de vlottende schuld aan de hand van de kasgeldlimiet en de risico's op de vaste schuld aan de hand van de renterisiconorm aangegeven. bedragen * € 1.000
rekening 2010 ultimo
Grondslag = omvang begroting per 1 januari 2012 Toegestane kasgeldlimiet in % van de grondslag in bedrag Toets kasgeldlimiet totaal netto vlottende schuld toegestane kasgeldlimiet Ruimte (+)/ Overschrijding (-)
begroting 2011 gemiddeld 220.000 198.000
begroting 2012 1e kwartaal 198.000
begroting 2012 2e kwartaal 198.000
begroting 2012 3e kwartaal 198.000
begroting 2012 4e kwartaal 198.000
8,50% 18.700
8,50% 16.830
8,50% 16.830
8,50% 16.830
8,50% 16.830
8,50% 16.830
-25.530 18.700 +44.230
8.000 16.830 +8.830
5.000 16.830 +11.830
8.000 16.830 +8.830
11.000 16.830 +5.830
14.000 16.830 +2.830
De kasgeldlimiet is bedoeld om het renterisico op opgenomen kortlopende geldleningen tot een acceptabel maximum te beperken. Verder is de kasgeldlimiet één van de voornaamste kaders op basis waarvan de treasury haar afwegingen met betrekking tot het tijdelijk opnemen van gelden maakt. Bij een "normale" rentesituatie, kortlopende middelen zijn dan goedkoper dan langlopende middelen, zal de kasgeldlimiet zoveel mogelijk worden benut om de lopende financieringsbehoefte te dekken. renterisiconorm Uit de tabel blijkt dat het renterisico op de vaste schuld in de periode 2012 tot en met 2015 binnen de wettelijk gestelde normen blijft. Voor de treasury is de 20%-renterisico norm een belangrijk kader op basis waarvan afwegingen worden gemaakt op het gebied van volume, looptijd en renteherzieningstermijnen van aan te trekken langlopende geldleningen. bedragen * € 1.000 Grondslag = omvang begroting per 1 januari 2012 Renteherzieningen Verplichte aflossingen Renterisico op vaste schuld Rente risiconorm Begrotingsomvang Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Renterisiconorm Toetsing renterisiconorm Rente risiconorm Renterisico op vaste schuld Ruimte (+)/ Overschrijding (-)
2012
2013
2014
2015
1.361 36.341 37.702
1.434 18.381 19.815
7.000 15.317 22.317
13.333 16.355 29.688
198.000 20% 39.600
198.000 20% 39.600
198.000 20% 39.600
198.000 20% 39.600
39.600 37.702 +1.898
39.600 19.815 +19.785
39.600 22.317 +17.283
39.600 29.688 +9.912
82
Het doel van de renterisiconorm kan als volgt worden omschreven: "hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting is voor rentefluctuaties bij herfinanciering van de aflossingen". kredietrisico De hierna volgende tabel geeft inzicht in de kredietrisico's van de naar verwachting in de jaren 2012 tot en met 2015 uitstaande gelden. bedragen * € 1.000 Publieke taak Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen Leningen aan woningbouwverenigingen Prudent beheer Financiële instellingen (A-rating en hoger) Semi-overheidsinstellingen Overige toegestane instellingen Niet toegestane instellingen Totaal
rekening 2010
begroting 2011
1 januari 2012
1 januari 2013
1 januari 2014
1 januari 2015
205
178
229
222
213
206
8.065
8.064
7.646
7.197
6.716
6.200
52.827 0 5.815 0 66.912
52.811 189 6.977 0 68.219
52.827 0 8.924 0 69.626
2.827 0 5.712 0 15.958
2.827 0 10.543 0 20.299
2.827 0 12.790 0 22.023
Het verloop van de uitzettingen bij financiële instellingen wordt veroorzaakt door het in 2009 tijdelijk uitzetten van € 50 miljoen overliquiditeit en de aanwending daarvan in 2012. Die vrijval wordt aangewend voor het financieren van € 25 miljoen contractuele aflossing op een opgenomen geldlening bij de Nederlandse Waterschapsbank; de overige € 25 miljoen wordt aangewend ter financiering van de lopende financieringsbehoefte 2012 en verdere jaren. Het in 2012 naar ruim € 9 miljoen oplopend tegoed op overige toegestane instellingen betreffen met name de verwachte ontwikkeling van de verstrekte geldlening ten dienste van de ontwikkeling Bolwerk en de verwachte ontwikkeling van het financieringsarrangement Westergouwe. Onder beide vorderingen liggen adequate zekerheidsstellingen. De geldlening Bolwerk zal naar verwachting in de loop van 2012 geheel worden afgelost. koersrisico Naast kredietrisico is een gedeelte van onze uitgezette middelen onderhevig aan koersrisico. Dit betreft met name de in obligaties belegde overliquiditeit. Hiermee is een bedrag gemoeid van nominaal € 2.811.100. Om rendementstechnische redenen zijn deze obligaties tot op heden niet afgestoten. liquiditeitsrisico Basis voor een verantwoord kasmanagement en verder treasurybeleid is de beschikbaarheid van betrouwbare liquiditeitsplanningen. Met name de inzichten in de huidige en toekomstige geldstromen binnen de grote gemeentelijke projecten spelen voor de treasury een grote rol. Deze geldstromen kunnen alleen door middel van een intensieve samenwerking tussen de treasury en de diverse projectleiders inzichtelijk worden en blijven. debiteurenrisico In het treasurystatuut zijn kaders vastgelegd die een prudent beheer van onze uitgezette gelden en vorderingen garanderen. Zo worden onder andere eisen gesteld aan de kredietwaardigheid van onze debiteuren of worden aanvullende zekerheden geëist. Daarnaast wordt in geval van beleggingen het kredietrisico zo veel mogelijk beperkt door dit bij verschillende partijen, die aan de wettelijk bepaalde kredietwaardigheidseisen voldoen, te doen. valutarisico Overeenkomstig het treasurystatuut sluiten wij geen transacties in andere valuta dan de euro of aan de euro gekoppelde valuta af. Valutarisico wordt dan ook niet gelopen. 4.4.4 Gemeentefinanciering financiering (o/g) Onderstaande tabel maakt de mutaties in de leningenportefeuille o/g en de invloed daarvan op de gemiddelde rente zichtbaar. De onder renterisico op vaste schuld vermelde mutaties zijn in deze tabel verwerkt.
83
Bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari 2012 Nieuwe leningen in 2012 Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december 2012
Bedrag 317.521 24.000 36.341 0 1.361 1.361 305.180
Gemiddelde rente 3,98% 3,50% 2,61% 0 5,23% 3,00% 4,13%
De aan te trekken nieuwe leningen voor een bedrag groot € 24,0 miljoen dienen geheel ter dekking van de verwachte financieringsbehoefte in 2012. Uitzetting (u/g) De onderstaande tabel maakt de mutaties in de leningen- en beleggingsportefeuille uitgezette gelden (u/g) zichtbaar en de invloed daarvan op de verwachte gemiddelde rente. Het te realiseren percentage aan gemiddelde rente wordt in 2012 positef beïnvloed door de vrijval van een bedrag van € 50 miljoen laagrentende uitzettingen bij Rabo en BNG. Verder wordt ervan uitgegaan dat de verstrekte geldlening Bolwerk in 2012 zal worden afgelost. De nieuwe leningen 2012 hebben vrijwel in zijn geheel betrekking op het financieringsarrangement Westergouwe. Bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari 2012 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december 2012
Bedrag 69.626 3.348 57.016 0 0 0 15.958
Gemiddelde rente 3,53% 4,31% 2,94%
5,53%
84
4.5 Bedrijfsvoering 4.5.1 Inleiding Maatschappelijke effecten en productie worden gemeten om te bewaken of producten en doelstellingen binnen de gestelde kaders gerealiseerd worden en om indien nodig bij te sturen. De paragraaf bedrijfsvoering heeft als doel het zo optimaal mogelijk ondersteunen en uitvoeren van de programma's. In de praktijk moet dit tot uiting komen in het goed bedienen van de klanten van onze gemeente, interne en externe processen efficiënt te laten verlopen en zorgvuldige besluitvorming te garanderen. 4.5.2 Organisatieontwikkeling De gemeente Gouda is voortdurend in beweging. Veranderen en vernieuwen zijn de afgelopen jaren bijna een constante geworden, met als doel de juiste voorwaarden te scheppen om invulling te kunnen geven aan de missie van de gemeente Gouda en de goede dingen voor de stad te doen. Daarbij is het van belang om ook kritisch naar de eigen, interne organisatie te (blijven) kijken. Diverse trajecten die in elkaar grijpen, zijn vanuit dat perspectief ingezet: ■ ■ ■ ■
Een structuurverandering waarbij de ambtelijke organisatie anders wordt ingericht; Budgettaire veranderingen door opeenvolgende bezuinigingstrajecten; Fysieke veranderingen door een aanstaande verhuizing naar het Huis van de Stad; Een cultuurverandering door de introductie van Het Nieuwe Werken.
Onderwerpen die veelvuldig op de agenda staan bij bestuurders, directie en medezeggenschap en waar menig discussiestuk, visiedocument of nota aan is gewijd. Nieuwe organisatiestructuur Per 1 januari 2012 verandert de organisatiestructuur bij de gemeente Gouda. We gaan van een directiedienstenmodel naar een directiemodel. Dat betekent een compactere organisatie die bestaat uit drie directies. Deze nieuwe organisatiestructuur maakt het makkelijker om: ■ ■ ■ ■ ■
de samenhang en afstemming tussen de verschillende organisatieonderdelen te waarborgen; het concernbelang meer aandacht te geven; slagvaardiger te kunnen besluiten; strategie en uitvoering beter op elkaar te laten aansluiten; verantwoordelijkheden dichtbij de medewerkers te beleggen.
De organisatiewijziging moet bijdragen aan een besparing op het ambtelijke apparaat als onderdeel van proces redesign. Bezuinigingen op het ambtelijke apparaat De doorontwikkeling is mede ingegeven vanwege een bezuinigingstraject van € 1,5 miljoen op het ambtelijke apparaat, afkomstig uit het traject proces redesign. Dit is overigens onderdeel van een veel groter bezuinigingstraject: in totaal moet de gemeente Gouda € 15 miljoen per jaar gaan bezuinigen. In de begroting 2011 is daarvoor de eerste aanzet gedaan, in totaal voor een bedrag van € 5,6 miljoen, waarvan dus € 1,5 miljoen op de ambtelijke organisatie. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de taakstelling op het personeel naar aanleiding van het traject proces redesign is verdeeld over de per 1 januari 2012 te vormen directies. Haalbaarheidsstudie PenC-cyclus Financieel administraitef proces Samenvoeging Bedrijfsvoering en Publiekszaken Efficiency HvdS Secretariaten Juridische Zaken Wijkaanpak Jeugd en Veiligheid Samenvoeging RenV / Beleid Afbakening Beleid / WIZ
Totaal
Dienstverlening
200.000 150.000 150.000 200.000 0 100.000 150.000 50.000 150.000 50.000
200.000 100.000 150.000 200.000 0 100.000 0 0 0 0
Ruimtelijke Maatschappelijke Ontwikkeling ontwikkeling 0 0 20.000 30.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 150.000 0 50.000 0 150.000 0 50.000
85
Haalbaarheidsstudie Efficiency afdelingen Fysieke Leefomgeving / Gebiedsontwikkeling TOTAAL NOG IN TE VULLEN
Totaal
Dienstverlening
200.000
0
1.400.000 100.000
750.000
Ruimtelijke Maatschappelijke Ontwikkeling ontwikkeling 200.000 0 220.000
430.000
Het blijkt dat het vinden van een nieuwe werkkring binnen of buiten de gemeentelijke organisatie geen sinecure is. Er is een restrictief beleid ten aanzien van het openstellen van vacatures waardoor ook herplaatsing in de organisatie lastig is. De externe arbeidsmarkt zit nagenoeg 'op slot' waardoor ook de externe mobiliteit laag is. Het vinden van een nieuwe arbeidsplaats buiten de gemeente vergt dan ook veel inspanningen van de organisatie en de medewerker zelf. Additionele besparingen op het personeel naar aanleiding van 2e fase bezuinigingen In het kader van de bezuinigingen 2e fase zal ook bezuinigd worden op de personele lasten. Verwacht wordt dat er een personele reductie noodzakelijk is van 13 fte's. Voor een beperkt deel kan dit worden opgevangen door natuurlijk verloop. Voor ca 8 fte's zijn flankerende middelen nodig ter hoogte van € 800.000 (in de 'best case' € 100.000 per fte). In de meerjarenbegroting is voor 2014 dit bedrag toegevoegd aan de reserve organisatieontwikkeling. Besparingen op het personeel hebben thans belangrijke aandacht. Van de andere kant komen er vanaf 2013 - vanwege de decentralisatie-operatie- diverse taken richting de gemeente. Voor de uitvoering van deze taken is extra personeel nodig. Dit brengt de gemeente in een 'spagaat'. Enerzijds werken aan personeelsreductie en anderzijds het over niet al te lange termijn moeten kunnen beschikken over gekwalificeerd personeel. Beide trends - krimp en groei - betekenen dat strategsiche personeelsplanning belangrijk wordt. Ook de vergrijzing, ontgroening en (toenemende) schaarste op de arbeidsmarkt en inzetten op de ontwikkeling van ons eigen personeel, nopen tot het maken van een start met strategische personeelsplanning. Met de personeelsanalyse die vanaf eind 2008 is uitgevoerd ligt er een goeie basis om tot strategische personeelsplanning over te gaan. Vanaf het najaar van 2011 wordt dan ook actief aan de slag gegaan met de leidinggevenden om eerst inzichtelijk te maken wat het spanningsveld is tussen het huidige en gewenste personeelsbestand om vervolgens door middel van een HR-actieplan over te gaan tot het overbruggen van deze verschillen. Verhuizing naar het Huis van de Stad en Het Nieuwe Werken Met de bouw van het Huis van de Stad wordt onder meer beoogd het verhogen van de effectiviteit en efficiëntie van de primaire en ondersteunende processen. Het Huis van de Stad speelt daarmee een belangrijke rol bij het realisereren van de besparingen in het kader van het project proces redesign. De bouw van het Huis van de Stad is ondanks de sneeuwrijke winter van 2010-2011 volgens planning verlopen. 4 Juni 2012 is de beoogde datum van de eerste werkdag op de nieuwe locatie. Dit brengt een ontwikkeling mee die eisen stelt aan beveiliging, informatisering, digitaliseren en werkhouding. Het op orde brengen van het archief is daarbij een van de eerste klussen die van een groot deel van de medewerkers een inspanning vraagt. Aan de verhuizing naar het Huis van de Stad is de introductie van Het Nieuwe Werken gekoppeld. Een flexibele werkplek (plaats- en tijdsonafhankelijk werken), optimaal inzetten van beschikbare technologie en resultaatgericht werken, dat is Het Nieuwe Werken in een notendop. Met als doel om zowel sneller, slimmer maar ook leuker en plezieriger te werken. Dit past bij de missie van de gemeente Gouda. Rond de jaarwisseling zijn alle noodzakelijke aanbestedingstrajecten afgerond. Bij de selecties is onder meer rekening gehouden met de inzet van organisaties op het gebied van duurzaamheid, de ervaring met grote projecten, de mogelijkheden flexibel en snel te kunnen leveren en natuurlijk de prijs. In het voorlopig indelingsplan wordt aan alle organisatie-onderdelen een vlek in het gebouw toegekend. Bij de indeling is aangesloten bij de nieuwe organisatiestructuur en procesrelaties die onderkend worden. Daarbij is onderzocht in hoeverre bijstelling van de delingsgraad van 80% naar 70% mogelijk is. Een uitgebreide steekproef naar de huidige bezettingsgraad heeft aangetoond dat een verlaging van de delingsgraad mogelijk is. De verwachting is dat het project Huis van de Stad binnen de begroting wordt gerealiseerd. Op dit moment zijn er geen afwijkingen geconstateerd. Voor een goede financiële bewaking zijn heldere afspraken met NSPoort gemaakt over onder meer het meer- en minderwerk. Op de aanbestedingen vindt een strakke sturing
86
plaats waardoor tot op dit moment de verwachting uitgesproken kan worden dat de taakstelling van € 100.000 gerealiseerd wordt. Daarnaast wordt er van veel medewerkers een directe bijdrage en inzet gevraagd voor en in het project. Het beslag dat dit in financieel opzicht legt, wordt opgelost binnen de begroting van de betreffende afdelingen. Een aantal risico's is nog wel te onderkennen. Om het project Huis van de Stad budgettair neutraal te kunnen realiseren, is onder meer de opbrengst van de verkoop van het Buytenerf voorzien. Daarom zal er in 2012 een andere bestemming voor het Buytenerf gezocht moeten worden waardoor voldoende financiële middelen vrijvallen. Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over de uiteindelijke invulling daarvan. Om invulling te geven aan de taakstelling naar aanleiding van het Lysias-rapport zal kritisch bezien moeten worden in hoeverre externe partijen hun intrek kunnen en willen nemen in het Huis van de Stad. Tot slot zal het Werkbedrijf Midden Holland in ieder geval tot medio 2013 operationeel aanwezig blijven in het Huis van de Stad. Deze positie is in die zin onzeker daar er nog geen landelijke toezeggingen zijn over het in stand houden van het Werkbedrijf Midden Holland vanaf juni 2013. In de periode juni 2013 tot 2015 zal nog een dertigtal Werkpleinen de dienstverlening beëindigen. Arbeidsomstandigheden Met het oog op de verhuizing naar het Huis van de Stad worden er in de hoofdpanden geen grote investeringen gepleegd. In het Huis van de Stad zijn arbo-eisen zoals bijvoorbeeld met betrekking tot het meubilair meegenomen. Net als voor 2011 wordt voor 2012 uitgegaan van een gezondheidspercentage van minimaal 95,5. Dit komt overeen met een verzuimpercentage van maximaal 4,5. Dit verzuimpercentage staat onder druk als gevolg van de bezuinigingen (aanwezige werkdruk) en organisatieveranderingen. Het voorkomen en aanpakken van het ziekteverzuim blijft ook in 2012 een belangrijk speerpunt. Formatie en inhuur derden De formatie van de ambtelijke organisatie bedraagt in 2012 460 fte's. De afname ten opzichte van 2011 heeft te maken met de bezuinigingen. Vacatures worden kritisch bezien op noodzakelijkheid van invulling en besluitvorming over openstelling vindt plaats na het overleg van de gemeentesecretaris en de wethouder PenO. Ook in 2012 wordt kritisch gekeken naar externe inhuur. Uitgangspunt blijft dat inhuur alleen wordt toegestaan bij eenmalige projecten of wanneer de continuïteit van reguliere werkzaamheden in het gedrang is. Als de pilots succesvol blijken te zijn, wordt in 2012 voor de gehele organisatie het zogenoemde marktplaatsconcept voor externe inhuur ingevoerd. Dit concept kan bijdragen aan verlaging van de kosten voor inhuur. De salarissen en toelagen van de organisatie: bedragen * € 1.000
Ambtelijke organisatie College van B en W Gemeenteraad Griffie Rekenkamer Totaal
rekening begroting 2010 2011 na wijziging 33.119 28.873 633 711 677 697 327 325 33 37 34.789 30.643
2012
2013
2014
2015
29.181 727 713 332 38 30.991
27.826 727 713 332 38 29.636
27.691 727 713 332 38 29.501
27.616 727 713 332 38 29.426
4.5.3 Financiën Interne controle Het college draagt zorg voor een jaarlijkse interne toetsing van de bestuurlijke informatievoorziening en de rechtmatigheid van de beheersbehandelingen. Het gaat hierbij om de rechtmatigheid en de beoordeling van de doelmatigheid/doeltreffendheid van de processen. Hiervoor wordt door de afdeling Concerncontrol een Intern Controleplan opgezet. In dit plan zijn de relevante processen beschreven waarop verbijzonderde interne controle moet plaatsvinden. Er is sprake van een cyclische controle aanpak, gebaseerd op het materieel belang van de processen en capaciteit van de afdeling. In 2010 en 2011 zijn alle interne controles ondergebracht in de processen in de lijn. De afdelingen zijn dan zelf verantwoordelijk voor de mate waarin het proces "in control" is. De methode van lean thinking is daarvoor als hulpmiddel gebruikt. Vanaf 2012 zal de controle door de afdeling Concerncontrol dan ook anders worden vormgegeven. De controle richt zich vooral op de opzet en werking van het proces en minder op het houden van steekproeven. Er zullen reviews worden gehouden in plaats van de steekproeven. Elk jaar worden een aantal processen (2 á 3) uitgebreider gecontroleerd.
87
Doelmatigheid- en doeltreffenheidsonderzoeken (verordening artikel 213a) Ook de uitvoering van deze zogenaamde 213a onderzoeken worden vanaf 2012 op een andere manier vormgegeven. Met behulp van lean thinking zullen jaarlijkse meerdere processen worden doorgelicht op rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. In het interne controleplan dat voorafgaand aan 2012 zal worden gemaakt zal worden aangegeven welke processen worden doorgelicht in 2012. De criteria om processen te kiezen betreffen risico's van het proces, actualiteit, belang in het Coalitieakkoord en spreiding over de organisatie. 4.5.4 Informatisering Meerjaren innovatie-, vervangings- en onderhoudsplan (MIVOP) Het MIVOP realiseert de gemeentelijke informatievoorziening ter ondersteuning van de doelstellingen van de raadsprogramma's, het coalitieakkoord 2010-2014 en het Huis van de Stad. In het kader van de bezuinigingen is aan het MIVOP een taakstelling gekoppeld. De bijdrage van het MIVOP aan dienstverlening staat nader uitgewerkt in programma 3 Gouda goed op de kaart. Voor focus, samenhang en beheersing worden projecten verdeeld over een aantal organisatiebrede thema's: ■ DIVA: documentaire informatievoorziening en papieronafhankelijk werken; ■ Gouda geeft Antwoord: administratieve lastenverlichting, dienstverlening en e-participatie; ■ Basisregistraties: gegevensmanagement en aansluiting op landelijke voorzieningen; ■ Gouda 2.0: Het Nieuwe Werken, tijd- en plaatsonafhankelijke samenwerking en communicatie, meer doen met minder, binnen en buiten het Huis van de Stad; ■ Automatisering: betrouwbare technische infrastructuur; ■ Bedrijfsvoering: efficiëntere bedrijfsvoering in aansluiting op de overige thema's. Overeenkomstig de aanbevelingen van de Rekenkamer Gouda zijn het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP) en het actieplan 'Nederland Open In Verbinding' (NOiV) in het MIVOP verwerkt. Alle projecten worden geprioriteerd op basis van wet- en regelgeving, maatschappelijk effect, terugverdieneffect en het effect op de bedrijfsvoering. Andere zwaarwegende afwegingen bij aanbestedingen zijn open standaarden, open source en duurzaamheid. Het gaan van een delingsgraad in het Huis van de Stad van 80% naar 70% legt een extra druk op de ict voorzieningen. Het beschikbare budget is afgestemd op de oude situatie. Door een goede aanbesteding wordt verwacht dat toch binnen de beschikbare budgetten gebleven kan worden. Documentaire informatievoorziening Documentaire informatievoorziening draagt volop bij aan de doelstelling om meer met minder te doen. Met name door de integratie van het beleid op de gemeentelijke informatievoorziening en de integratie van de postverwerking met de afhandeling van de andere klantcontacten via telefoon, digitale balie, fysieke balie en email. Daardoor kunnen meer processen vanaf het eerste klantcontact tot aan de levering van een product sneller en eenduidig digitaal georganiseerd en afgehandeld worden binnen de daarvoor geldende wet- en regelgeving met betere dienstverlening en efficiëntere bedrijfsvoering als resultaat.
88
4.6 Verbonden partijen 4.6.1 Inleiding De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de relaties van de gemeente in derde rechtspersonen waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en financiële belangen gemoeid zijn. Verbonden partijen is een manier om een bepaald beleidsvoornemen uit te voeren; het aangaan van verbonden partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Gezien het belang van de verbonden partijen in de realisatie van de doelstellingen van de gemeente is het noodzakelijk inzicht te geven in deze partijen. Daarbij zal worden aangegeven wat de doelstellingen van elke partij is en hoe zij bijdraagt aan de programma's uit deze begroting. Voorzover van toepassing worden per verbonden partij ook ontwikkelingen, belangrijke risico's en de financiële bijdrage vermeld. Gelet op de bezuinigingen, die individuele gemeenten hebben ingeboekt in hun meerjarenraming, is het reëel dat ook gemeenschappelijke regelingen een bezuiniging realiseren. Binnen Hollands Midden zijn er verkennende besprekingen geweest met de diverse colleges van BenW. Deze besprekingen hebben ertoe geleid dat er een bestuurlijk kader is opgesteld dat is vastgelegd in de nota "financieel kader 2012-2015 voor gemeenschappelijke regelingen". De belangrijkste uitgangspunten van dit financieel kader zijn een taakstelling voor 2012 van 5% ten opzichte van 2010 en vanaf 2013 10% structureel ten opzichte van 2010. Tenzij er specifieke afspraken gelden, zal dit financieel kader worden gehanteerd voor zowel de gemeenschappelijke regelingen binnen Hollands Midden als daarbuiten. 4.6.2 ISMH Openbaar belang en visie Het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) voert taken uit ten aanzien van milieu en leerplicht. Daarnaast ondersteunt het ISMH gemeentebesturen bij regionale beleidsterreinen als volkshuisvesting, zorg, educatie, ruimtelijke ordening en groene hart. Zij behartigt de belangen van de regio, bijvoorbeeld bij de ontwikkelingen van de Zuidplaspolder en de Zuidvleugel. Het ISMH voert taken uit ter ondersteuning van de volgende doelen uit de programmabegroting: ■ het zorgen voor een aantrekkelijke en schone, hele stad om in te verblijven en het versterken van het woon-en leefklimaat (programma 5: Duurzaamheid en stedelijk beheer); ■ het versterken van de intergemeentelijke samenwerking en de regiofunctie (programma 3: Gouda op de Kaart). Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's Het Algemeen Bestuur van het ISMH heeft - halverwege 2011 - ten behoeve van het kalenderjaar 2012 een bestuursopdracht uitgezet die bestaat uit drie elementen: 1. Kom tot een sluitende programmabegroting 2012; 2. Realiseer een (meerjaren)begroting 2013 e.v.waarin wordt verwerkt de opdracht van de deelnemende gemeenten om de inwonerbijdrage te verminderen met 10% ten opzichte van de inwonerbijdrage 2012; 3. Formuleer op basis van actuele inhoudelijke, financiële bestuurlijke ontwikkelingen (decentralisatie, regiovorming, herindeling etc.) - ten dienste van besluitvorming in het Algemeen Bestuur - voorstellen voor een toekomstbestendige regionale samenwerking. Aan de eerste opdracht is inmiddels voldaan. Het opstellen van de (meerjaren-)begroting 2013 e.v. is mede afhankelijk van de besluitvorming (door de betrokken partners) rondom de toekomst van het samenwerkingsorgaan. De laatste opdracht: 'het formuleren van een toekomstvisie voor regionale bestuurlijke samenwerking' doorloopt in de tweede helft van 2011 het bestuurlijk traject richting besluitvorming. In 2012 wordt uitvoering gegeven aan die besluitvorming. 4.6.3 Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse plassen e.o. Openbaar belang en visie Het natuur- en recreatieschap Reeuwijkse plassen en omgeving heeft tot doel om de bovengemeentelijke belangen te behartigen van de openluchtrecreatie, het behartigen van de belangen van natuurbescherming in het gebied en het bewaren en bevorderen van natuur en landschapsschoon binnen het gebied. Daarnaast draagt het schap bij aan een effectieve en efficiënte uitvoering van het recreatiebeleid. Ook beheert het schap terreinen voor regionale dagrecreatie in Gouda (Goudse Hout), Boskoop, Reeuwijk en Waddinxveen.
89
Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's Het schap wil het Terrein Beheer Model (TBM) invoeren. Onderhoud moet hierdoor planmatig en doelgerelateerd gaan plaatsvinden. Over de invoering daarvan is binnen het recreatieschap nog geen besluit genomen. Duidelijk is wel dat voor het planmatig onderhoud meer middelen nodig zijn. De extra benodigde middelen van in totaal € 600.000 kunnen slechts heel beperkt door ombuigingen worden opgevangen. Het schap bereidt een wijziging van het financieel beleid voor langs vier wegen: 1. investeringen verlagen; 2. deelnemersbijdragen verhogen; 3. ambities bijstellen; 4. baten verhogen (zoals inkomsten uit exploitatie / erfpacht). Een voorstel hiertoe is door het recreatieschap nog in voorbereiding. Voor de invoering van het TBM zal een visie ontwikkeld moeten worden met betrekking tot het onderhoudsniveau van de recreatiegebieden. Het nieuwe beleid zal in de begroting van 2013 worden verwerkt. De vier gemeenten die participeren in het recreatieschap voeren op dit moment een quick scan uit naar de meerwaarde van het recreatieschap. De gemeente Gouda beraadt zich op de vraag of het beheer van de Oostpolder ook bij het recreatieschap moet worden ondergebracht danwel bij een andere beheerorganisatie. 4.6.4 Sport.Gouda B.V. Openbaar belang en visie Sport.Gouda B.V. is op 18 januari 2007 opgericht en is voortgekomen vanuit de verzelfstandiging van de sector Sport en Recreatie van de gemeente Gouda. De activiteiten bestaan uit het realiseren, beheren en exploiteren van voorzieningen en accommodaties op het gebied van sport, ontspanning en recreatie. De gemeente Gouda is de grootste opdrachtgever. De opdracht van de gemeente is vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. De aandelen van Sport.Gouda zijn volledig in handen van de gemeente. Gelet op het maatschappelijke belang heeft onze gemeente de volledige zeggenschap in het bedrijf. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's 4.6.5 Streekarchief Midden-Holland (SAMH) Openbaar belang en visie Het SAMH is het regionaal historisch netwerk voor de gemeente Gouda, de Krimpenerwaard en de Zuidplaspolder. Daarnaast speelt het een belangrijke rol in de stadspromotie van Gouda. Cultuurhistorie is daarbij een sturende factor. Het SAMH is werkzaam als historisch documentatiecentrum voor de deelnemende gemeenten en het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH). Het bewaart de archieven van de gemeentebesturen en de ambtelijke instellingen van de deelnemende gemeenten volgens de wettelijke bepalingen in de archiefwet. Maar ook de archieven van talloze particuliere instellingen en bedrijven worden door het SAMH bewaard. De taken van het streekarchief richten zich vooral op de doelstellingen uit programma 6 (Cultuur en sport) van de gemeentelijke begroting. Ontwikkelingen en risico's 2012 Er is een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar een nieuw te bouwen depot in Gouwepark. SAMH wordt één van de gebruikers van het nieuwe depot. De samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemende partijen is op 6 juli 2011 getekend. Naast het SAMH nemen deel: gemeente Gouda, Streekarchief Rijnlands Midden en archeologie gemeente Gouda. Het SAMH heeft in 2011 een bezuiniging van 5% gerealiseerd. In 2013 volgt een nieuwe bezuinigingsronde van 5%. Gouda verhuurt vanaf eind 2010 de gerestaureerde Jeruzalemkapel aan het SAMH met de intentie om aan dit monument zowel een cultureel als maatschappelijk karakter te geven. Enkele andere ruimtes van het SAMH worden met toestemming van de gemeente verhuurd aan de Casimirschool, die dringend extra lokalen nodig had.
90
4.6.6 Promen Openbaar belang en visie Voor Promen is een Gemeenschappelijke Regeling van kracht op basis waarvan voor de gemeente Gouda de Wet Sociale Werkvoorziening wordt uitgevoerd. Promen is voortgekomen uit een fusie begin 2005 tussen de regeling Sterrenborgh en de regeling werkvoorzieningschap IJssel en Lek. Promen wil zinvol en plezierig werk bieden met maximale ontplooiingsmogelijkheden aan mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Promen richt zich hierbij niet uitsluitend op de traditionele doelgroep (WSW), maar ook op mensen die anderszins een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Om hier vorm en inhoud aan te geven is Promen op dit moment georganiseerd in twee bedrijfsonderdelen: het Leerwerkbedrijf en het Personeelsbedrijf. Het Leerwerkbedrijf biedt zo gevarieerd mogelijke werkgelegenheid in de vorm van leerwerkplaatsen, werkervaringsplaatsen en aangepast(e) werk (plekken) zowel binnen als buiten de locaties van Promen te Gouda en Capelle aan den IJssel. Het Personeelsbedrijf is toegesneden op de personele taken: intake en diagnose, het ontwikkelen en begeleiden van werktrajecten en het verwerven en begeleiden van trajectplaatsen Promen voert voor Gouda de volgende doelstelling uit die in de programmabegroting staat, namelijk: "Evenredige actieve participatie van Goudse burgers in het algemeen en van kwetsbare groepen in het bijzonder aan de Goudse samenleving" (programma 2). Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's Promen verkeert sinds eind 2010 in zwaar weer. De belangrijkste redenen zijn: gewijzigd overheidsbeleid (minder inkomsten vanuit de rijksoverheid bij gelijkblijvende kosten), daling omzet als gevolg van de economische recessie en dalende inkomsten als gevolg van lagere re-integratiebudgetten van gemeenten. Het gevolg is dat Promen in 2011 forse bezuinigingen in de bedrijfsvoering doorvoert en hard werkt om de bedrijfsvoering te verbeteren. Daarnaast heeft Promen (net als alle SW-bedrijven) met de invoering van de WWnV (1 januari 2013) in de toekomst te maken met een instroom van uitsluitend WSW-ers met een beperkte verdiencapaciteit (van 0% tot 30%). De huidige WSW-ers blijven conform de huidige regeling in dienst bij Promen en de afbouw duurt tot ± 2050. Al deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de bedrijfsvoering. In dit kader zijn er diverse verkenningen geweest. De belangrijkste conclusie is dat de lange termijn strategie van Promen onlosmakelijk verbonden is met de strategische keuzes van alle betrokken gemeenten in de GR met betrekking tot de WWnV. De voorbereidingen voor de invoering van de WWnV en het inzichtelijk maken van de gevolgen voor Promen zijn in volle grang. In elk geval zullen de financiële en organisatorische consequenties groot zijn. Deze consequenties worden in 2011 en 2012 geconcretiseerd en moeten leiden tot een breed gedragen lange termijn strategische koers. Om de financiële gevolgen voor Promen te beperken, is Gouda voornemens (in samenwerking met alle GRgemeenten) een aanvraag in te dienen bij het "Herstructureringsfonds" van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hiervoor heeft het Rijk € 400 miljoen beschikbaar gesteld (de voorwaarden zijn echter nog niet gepubliceerd). Voor het jaar 2012 wordt er op basis van het Ondernemingsplan een tekort verwacht. Er wordt gewerkt aan een nieuwe versie van het Ondernemingsplan waarin dit tekort mogelijk kan worden teruggedrongen. 4.6.7 Bedrijvenschap Regio Gouda Openbaar belang en visie Het Bedrijvenschap Regio Gouda is een zelfstandige organisatie waarin de gemeenten Gouda, Waddinxveen en Zuidplas op gelijkwaardige basis samenwerken. Het bedrijvenschap richt zich op het creëren van vestigingsmogelijkheden, primair voor bedrijven uit de regio Midden-Holland. Dit geschiedt door middel van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Gouwe Park. Voor Gouwe Park is een dekkende grondexploitatie uitgangspunt. De gemeenten nemen elk voor 1/3 deel in het bij het afsluiten van het plan resterende voor- of nadelig resultaat. Het afsluiten van het plan wordt voorzien eind 2013. Deze ontwikkeling past in de doelstellingen van de programma's 2 (Werken en meedoen) en 3 (Gouda goed op de kaart).
91
Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's In verband met de gebleken voortgaande zakkingen van de wegen / infrastructuur van zowel fase 1 als fase 2 van Gouwe Park zijn de desbetreffende aannemers door het bedrijvenschap aansprakelijk gesteld voor de door het bedrijvenschap vastgestelde uitvoeringsfout. Het bedrijvenschap heeft zich over deze zaak door een externe expert laten adviseren. De aansprakelijkstelling wordt door de aannemers betwist. Dit heeft tot gevolg dat de financiële consequenties (hoge kosten voor herstel) voor een groot deel afhankelijk zijn van de uitkomsten van het minnelijk overleg, dan wel de te voeren juridische procedures. In de begroting van het bedrijvenschap wordt voorts rekening gehouden met enkele risico's. Van de meeste risico's wordt verwacht dat de kans dat het risico zich voordoet gering is. Uitgangspunt in de begroting 2012-2015 blijft een positief sluitende grondexploitatie aan het einde van de looptijd. 4.6.8 Cyclus N.V. Openbaar belang en visie Cyclus geeft aan haar opdrachtgevers advies over het beheer van openbare ruimten en afvalbeheer. Daarnaast is zij ook uitvoerder van deze beheerstaak. Cyclus opereert op het snijvlak van overheid en markt en geeft ook informatie en advies over regionaal en lokaal afvalbeleid. Als zodanig levert zij een bijdrage aan een schoon, heel en veilig leefmilieu. Naast het afvalbeheer heeft Gouda vanaf 2006 ook het beheer van de openbare ruimte ondergebracht bij Cyclus. Draagt bij aan de doelstellingen in programma 5: kwaliteit van de openbare ruimte. De aandelen van Cyclus zijn in handen van 17 gemeenten in de regio. De gemeente Gouda bezit 23,5% van deze aandelen. Gelet op de omvang van het contract met Cyclus heeft onze gemeente belang bij zeggenschap in het bedrijf. Per 1 januari 2009 is een nieuw contract afgesloten voor het afvalbeheer met een looptijd van 10 jaar. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's Cyclus is reeds geruime tijd bezig met het kantelen van haar organisatie naar een meer klantgerichte organisatie. Per 1 april 2010 is dit formeel van kracht geworden en tevens is een kwaliteitssysteem ingevoerd. De effecten zijn nog niet genoeg zichtbaar en momenteel wordt aangedrongen op een audit van het kwaliteitssysteem door een geaccrediteerde organisatie. Op het gebied van beeldkwaliteit hebben de in 2009 opgestarte maandelijkse metingen gekoppeld aan een malusregeling effect. Er is inzicht in de beeldkwaliteit die Cyclus levert en deze is grotendeels op orde. Met name op het gebied van niet-beeldgebonden afspraken (adviezen, beantwoording brieven, rapportage en inspecties, ed.) heeft Cyclus een achterstand in te lopen. Vanaf 2012 dient door Cyclus een volledig dekkende rapportage geleverd te worden over de niet beeldgebonden producten. Het doel van de verzelfstandiging medio 2005 was onder andere het realiseren van een efficiëntere bedrijfsvoering op het gebied van beheer. De kosten van Cyclus stijgen door een bij de verzelfstandiging afgesproken indexering jaarlijks harder dan de gemeentelijke index. Dit vormt een risico gezien de resterende looptijd van het contract. Daarom is besloten een onderzoek in te stellen naar de efficiency van Cyclus over de afgelopen jaren, gericht op kostenvermindering door efficiency maatregelen. Dit onderzoek is in juni 2010 gestart en wordt eind 2011 afgerond. Daarnaast is ook gebleken dat de afgelopen winters aanzienlijk meer inzet vragen met hoger dan voorziene kosten tot gevolg. 4.6.9 Oasen N.V. Openbaar belang en visie Oasen is een drinkwaterbedrijf in het oosten van Zuid-Holland. Gemeenten zijn aandeelhouder van het waterbedrijf vanwege het belang van een goede drinkwatervoorziening voor de burgers. Oasen is een drinkwaterbedrijf met een maatschappelijke taak: het duurzaam verhogen van de drinkwatervoorziening binnen het voorzieningsgebied. Kernactiviteiten zijn het winnen, zuiveren, distribueren en verkopen van drinkwater. Oasen N.V. is een structuurvennootschap. Er zijn 748 aandelen geplaatst bij de gemeenten in het ruim 751.000 inwoners tellende voorzieningsgebied. Per 1.000 inwoners heeft een gemeente recht op één aandeel.
92
De uitvoering van de taken van Oasen heeft geen directe link met de doelstellingen van de gemeente in de programmabegroting. Er is uiteraard wel sprake van een algemeen belang dat er in de gemeente op een efficiënte, effectieve en duurzame wijze wordt voorzien in drinkwater. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's 4.6.10 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Openbaar belang en visie De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van de kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. Gevolg is dat de BNG financieringsmiddelen aan decentrale overheden kan aanbieden tegen zeer scherpe prijzen. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor de voorzieningen van de gemeente. De gemeente Gouda heeft 82.446 aandelen in de BNG à € 2,50 nominaal van de in totaal 55.690.720 uitgegeven aandelen. De zeggenschap in de BNG is afgeleid van het aantal aandelen dat in bezit is. Gelet op de wijze waarop de BNG mede het openbaar belang behartigt, ligt het voor de hand dat het aandelenbezit als een duurzame belegging wordt aangehouden. Door de BNG wordt, afhankelijk van de gerealiseerde winst, jaarlijks dividend uitgekeerd aan de gemeente. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's In het kader van Basel-III zal de BNG haar reserves in de periode 2013 tot en met 2019 moeten verhogen. Over de hoogte daarvan wordt overleg gevoerd met de Europese Centrale Bank. Mogelijk gevolg is dat de BNG zal moeten overgaan tot aanpassing van het dividendbeleid. Vooralsnog continueren we de meerjarige dividendraming op € 175.000. 4.6.11 Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad Gouda B.V. (OMB) Openbaar belang en visie In februari 2008 is de Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad Gouda (OMB) opgericht. De OMB is een besloten vennootschap met twee deelnemende partijen, te weten: de gemeente Gouda en Mozaïek Wonen. Beide partijen nemen voor 50% deel in het aandelenkapitaal van de OMB B.V. Door beide partijen is € 1.000.000 als aandelenkapitaal ingebracht. Met een gezamenlijk maatschappelijk belang werken de deelnemende partijen door middel van het instrument OMB gebiedsgericht samen aan: "Terugdringing van (dreigende) achteruitgang en verloedering in delen van de Goudse binnenstad door toevoeging van combinaties van economische en woonfuncties gericht op verbetering van de veiligheid, vermindering van overlast, vermindering van leegstand, verbetering van de bouwkundige staat van panden en vergroting van de levendigheid (aantal passanten)". De OMB zal panden verwerven, vervolgens beheren en, na herontwikkeling, in principe weer verkopen. Verkoop vindt plaats naar gelang het gewenste doel voor een specifieke verwerving en de bijdrage aan de lange termijn strategie voor het gebied is gerealiseerd. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's In 2010 heeft de OMB meerdere panden aangekocht en is gestart met de uitvoering van de herontwikkeling van deze panden. Daarbij wordt geïnvesteerd in de verschijningsvorm van de panden en in een goede functionele invulling ervan, zodanig dat het plangebied een economische impuls krijgt. Deze inspanningen zullen in 2012 doorgaan, waarbij ook de verkoop en verhuur van de opgeknapte panden van belang wordt om opnieuw investeringskapitaal vrij te spelen. Met deze financiële middelen kunnen dan weer andere panden (in andere straten) worden aangekocht. Door samen met de winkeliersverenigingen op te trekken worden acties ondernomen om dit gebied weer een economische impuls te geven. Deze aankopen en investeringen in de herontwikkelingen brengen financiële risico's met zich mee. Op basis van de opgestelde haalbaarheidsberekeningen zijn deze beperkt bij een tijdige verkoop of verhuur. De mogelijkheden om de gemaakte plankosten terug te verdienen zijn beperkt.
93
4.6.12 RZG Zuidplas Grondbank en Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas (ROZ) Openbaar belang en visie Vanaf de start van de Grondbank (opgericht in 2004) is de doelstelling geweest het op selectieve wijze innemen van strategische grondposities in de Zuidplaspolder. Door middel van het ontwikkelen, vaststellen en uitvoeren van een strategisch grondverwervingsbeleid kunnen de ruimtelijke en sectorale doelstellingen als opgenomen in het Intergemeentelijk Structuurplan worden gerealiseerd. In 2011 is het doel gewijzigd naar het ontwikkelen, vaststellen en uitvoeren van een strategisch beheer- en uitnamebeleid voor de verworven gronden. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's De komende jaren gaat de Grondbank functioneren als Stallingsbedrijf waarbij de gefaseerde uitname van de verworven gronden centraal staat. Daartoe wordt jaarlijks een Uitnamestrategiekader (USK) opgesteld waarin jaarlijks het uitnamebeleid met fasering en prijs (tegen boekwaarde, boekwaarde met opslag, marktwaarde) wordt opgenomen. Tot en met 2015 worden de verworven gronden die vóór 2020 in exploitatie worden gebracht, uitgenomen. De overige verworven gronden die vóór 2030 in exploitatie worden gebracht, worden in de periode 2016-2020 uitgenomen. De deelnemers aan de Grondbank en de Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas (ROZ) nemen zodanige maatregelen dat de waardeontwikkeling van de gronden in positieve zin wordt beïnvloed. In het USK wordt globaal aangegeven hoe de Grondbank vanaf 1 januari 2020 een "risicoloze" onderneming zal zijn. De ROZ zal het mogelijk maken om een voorziening te treffen ter beheersing van het potentieel boekhoudkundige probleem van de Grondbank wanneer in enig jaar de marktwaarde van de gronden lager is dan de boekwaarde. Dit is mogelijk door aan de Grondbank op basis van deze voorziening een onderhandse garantstelling te verlenen. Door de sterk gewijzigde marktomstandigheden bestaat er een reële kans dat in de komende jaren op grond van de financiële regelgeving de marktwaarde van de gronden in de Grondbank onder de boekwaarde komt te liggen. De oorzaak hiervan is ondermeer gelegen in de huidige marktwaarde van de nog niet voor woningbouw bestemde gronden in de 2e fase (na 2020) en de risicovolle opstallen. Wanneer een ontwikkelingsperspectief ontbreekt, zal de getaxeerde marktwaarde lager zijn dan de boekwaarde. Als dit ertoe leidt dat voor het gehele grondbezit de boekwaarde de getaxeerde marktwaarde overstijgt, dan dient deze situatie gekoppeld aan een goede risicoanalyse in de risicoparagraaf beschreven te worden. Op 10 augustus 2011 heeft de Raad van State een groot deel van de bestemmingsplannen vernietigd waardoor de planologisch-juridische grondslag voor de beoogde ontwikkelingen, en daarmee van de in bezit zijnde gronden van de Grondbank, is weggevallen. In het najaar van 2011 zullen de bij de ontwikkeling van de Zuidplaspolder betrokken partijen zich beraden over de ontstane situatie en tot een gezamenlijke aanpak komen van zowel de planologische als financiële uitgangspunten en gevolgen. Op basis van de uitkomsten hiervan, een nieuwe taxatieronde en de beoordeling door de accountant, zal duidelijk worden in hoeverre in 2012 het treffen van een voorziening noodzakelijk is. 4.6.13 Regionale dienst openbare gezondheidszorg (RDOG) Openbaar belang en visie De RDOG verzorgt drie diensten, namelijk de GGD Hollands Midden (Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst), de GHOR Hollands Midden (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) en de RAD Hollands Midden (de Regionale Ambulance Dienst). Het werkgebied van deze dienst komt overeen met de veiligheidsregio van de politie Hollands Midden en de brandweer. Binnen de RDOG wordt gewerkt met twee subregio's: Midden Holland en Zuid-Holland Noord. Vanwege de bezuinigingsopdracht wordt toegewerkt naar een regionale werkwijze. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's In 2011 heeft de RDOG een bezuinigingsopdracht gekregen (5% bezuinigen in 2012 ten opzichte van 2010), welke verwerkt is in de begroting 2012. De RDOG voldoet hiermee aan de taakstellingsopdracht voor 2012. Doordat door efficiencymaatregelen de afgelopen jaren al een bezuiniging is gerealiseerd van € 1,3 miljoen, zal de taakstelling vooral consequenties hebben voor het aanbod Openbare Gezondheidszorg. Gevolg van deze bezuiniging is dat er met name op het gebied van voorlichting en advisering op infectieziekte- en TBC-bestrijding veel taken verminderen, waardoor er meer gezondheidsrisico's ontstaan. Doordat er een eigen bijdrage wordt ingevoerd voor de laagrisicogroepen 94
binnen de SOA-bestrijding en het aantal spreekuren afneemt wordt de drempel voor onderzoek en behandeling voor deze doelgroep verhoogd. Door de bezuinigingen zoals voorgesteld zal behalve verschraling van het aanbod geen acuut gevaar voor de volksgezondheid ontstaan. Daarnaast is een bezuiniging toegepast op het onderdeel beleidsmatige ondersteuning van gemeenten. 4.6.14 Veiligheidsregio Hollands-Midden Openbaar belang en visie De Veiligheidsregio Hollands Midden heeft ten doel de belangen te behartigen van de aan de regeling deelnemende gemeenten op het terrein van brandweer, geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen, rampen en rampenbestrijding alsmede het realiseren van een gecoördineerde inzet van de bij zware ongevallen en rampen betrokken organisaties, instellingen en diensten. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's In 2011 is in de eerste plaats de regionale brandweer een feit geworden. Momenteel wordt gewerkt aan de laatste afrondende zaken. Daarnaast wordt er door de gemeenten gewerkt aan de invoering van het nieuwe regionale crisisplan. In dit crisisplan zijn een aantal van de oude deelprocessen rampenbestrijding samengevoegd. Bovendien zal de aansturing van de verschillende deelprocessen nu regionaal geschieden tijdens een crisis. Het gemeentelijk beleidsteam richt zich dan op de hoofdlijnen en de lange termijn. De oefeningen en trainingen worden hierop ingesteld. Daarnaast gaat er meer samengewerkt worden tussen de diverse gemeenten. Er is nu al een intergemeentelijk piket tussen Boskoop, Reeuwijk-Bodegraven, Waddinxveen, Zuidplas en Gouda. De bedoeling is dat de verschillende deelprocessen door middel van poolvorming ingevuld gaan worden. Ambtenaren van de verschillende gemeenten kunnen bij elkaar worden ingezet gedurende een crisis. De uitwerking van deze intergemeentelijke samenwerking in verband met een crisis wordt nu voorbereid en zal in 2012 zijn beslag krijgen. 4.6.15 Toezichthoudend orgaan Stichting Klasse Openbaar belang en visie Het gemeenschappelijk orgaan houdt toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs in BodegravenReeuwijk, Gouda, Waddinxveen en Woerden. Het oefent de bevoegdheden van de gemeenteraad uit als bedoeld in artikel 48 Wet primair onderwijs en artikel 51 van de Wet op de Expertisecentra en in de statuten van Stichting Klasse. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's Er worden goede vorderingen gemaakt met het oplossen van de geconstateerde tekortkomingen in het financiële beheer van de stichting waar het Toezichthoudend orgaan toezicht op houdt. Het financiële beheer van de stichting zal ook in 2012 een belangrijk aandachtspunt zijn. Risico: De jaarrekening van de Stichting Klasse wordt gecontroleerd door een bevoegde accountant en de accountantsverklaring moet voldoen aan het protocol financiële richtlijnen en controle van het Rijk. De meerjarige financiële raming van de Stichting Klasse vertoont exploitatietekorten. Het weerstandsvermogen van de Stichting Klasse daalt en is qua omvang te gering om toekomstige financiële risico's te kunnen opvangen. Het is aan de Stichting Klasse om het weerstandsvermogen binnen de aangegeven kaders van het Rijk te houden. 4.6.16 Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland Openbaar belang en visie Medio 2009 is door de dagelijks besturen van het Hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) opgericht. Het betreft hier een uitvoeringsorganisatie op het terrein van gemeentelijke en waterschapsbelastingen die op 1 januari 2011 van start is gegaan. De BSGR bepaalt ook de hoogte van de WOZ-waarden voor alle onroerende zaken in de zes gemeenten. De belastingverordeningen, alsmede het beleid ten aanzien van heffing en invordering van belastingen, blijven vastgesteld worden door de deelnemende waterschaps- en gemeentebesturen zelf. Ontwikkelingen 2012 en eventuele risico's In 2011 zijn in de geplande maand februari de gecombineerde belastingaanslagen met gemeentelijke en waterschapsbelastingen opgelegd. De registratie alsmede de afhandeling van verzoeken, reacties en bezwaren heeft vanwege automatiseringsproblemen in de beginperiode vertraging opgelopen. Ook de aanslagoplegging van de kleinere belastingen gaf in het opstartjaar vertraging te zien. In de tweede helft van 2011 zijn zaken 95
versneld afgehandeld en is de achterstand in belangrijke mate weggewerkt. In 2012 wordt er naar gestreefd om zowel de aanslagoplegging als de afhandeling van verzoeken, reacties en bezwaren binnen een strakke planning af te doen. De BSGR heeft kans gezien om voor 2012 een begroting te presenteren die een deelnemersbijdrage aangeeft die 5% lager is dan het jaar ervoor. 4.6.17 Financiële bijdragen De bijdrage voor 2012 per verbonden partij staat in onderstaande tabel: Verbonden partij Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan "Midden Holland" Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving Sport.Gouda B.V. Streekarchiefdienst Midden Holland Promen Regionale dienst openbare gezondheidszorg RZG Zuidplas Grondbank / Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas Veiligheidsregio Midden-Holland Toezicht houdend orgaan Stichting Klasse Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland
Bijdrage 2012 2.059.960 398.561 4.491.065 440.314 404.548 2.544.770 30.000 4.758.176 1.764 1.807.780
Voor het bedrijvenschap Regio Gouda, Cyclus N.V., Oasen N.V., N.V. Bank Nederlandse Gemeente en O.M.B. B.V. wordt geen jaarlijkse bijdrage betaald. Voor het bedrijvenschap en de grondbank geldt dat de gemeente mogelijk een bijdrage moet leveren of kan ontvangen bij het afsluiten van de grondexploitatie. Voorlopig is het uitgangspunt bij beide verbonden partijen dat de grondexploitatie minimaal budgettair neutraal zal worden afgesloten.
96
4.7 Grondbeleid 4.7.1 Inleiding Deze paragraaf geeft, conform artikel 16 van het BBV, een overzicht van de uitgangspunten van het gemeentelijk grondbeleid, de wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven en de stand van zaken van de gemeentelijke grondexploitaties. 4.7.2 Beleid Nota Grondbeleid 2011 In de Nota Strategisch Grondbeleid 2004 is gekozen voor een actief grondbeleid. September 2011 heeft de raad de Nota Grondbeleid 2011 vastgesteld. In de Nota Grondbeleid 2011 wordt gekozen voor een actief grondbeleid waar dat nodig is en een faciliterend grondbeleid waar dat kan. Een belangrijke reden voor deze verschuiving ten opzichte van 2004 is dat met actief grondbeleid de gemeente meer kan sturen, maar ook meer financiële risico's loopt. De afgelopen jaren is gebleken dat de gemeente aanvullende voorzieningen in de grondexploitaties moest treffen, terwijl het weerstandsvermogen van de gemeente reeds laag is. Daarnaast is de regierol van de gemeente bij projecten met een faciliterend grondbeleid beter geworden met de komst van de Wet ruimtelijke ordening in 2008. De gemeente kan veel vastleggen via een exploitatieplan of -overeenkomst en het bestemmingsplan. De gemeente heeft bij faciliterend grondbeleid minder sturing op de projecten, maar de gemeente loopt ook veel minder financiële risico's. Hierdoor vindt er een verschuiving plaats naar een keuze voor actief grondbeleid waar dat moet en faciliterend waar dat kan. Grondprijzenbrief Tegelijkertijd met de Nota Grondbeleid 2011 is een Grondprijzenbrief opgesteld, waarin gedetailleerd wordt weergegeven op welke wijze grondprijzen in de gemeente Gouda tot stand komen. Grondprijsbeleid gaat over de wijze waarop de gemeente de waarde van haar gronden, die voor uitgifte in aanmerking komen, bepaalt en de wijze waarop zij de kaders, uitgangspunten en randvoorwaarden vaststelt die daaraan ten grondslag liggen. De Grondprijzenbrief heeft als doel om extern gebruikt te worden als uitgangspunt bij het opstellen van een exploitatieplan (bij een bestemmingsplan). Daarnaast heeft deze brief ook een interne werking en kan derhalve worden gebruikt als spoorboekje voor interne projectgroepen of toetsingskader voor het college over het behaalde onderhandelingsresultaat. De brief is van toepassing op de eigen gemeentelijke gronduitgiftes en vormt het uitgangspunt voor de bepaling van grondprijzen in Publiek-Private Samenwerkingsovereenkomsten en de invulling van exploitatieplannen. 4.7.3 Financiële positie Voor een aantal projecten zijn door de gemeenteraad grondexploitaties geopend. Juni 2011 heeft de meest recente actualisatie van de lopende grondexploitatieberekeningen plaatsgevonden door de vaststelling van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) in de raad. Gezien de vertrouwelijkheid van de plannen is ervoor gekozen om alleen de totaal bedragen te noemen en niet de bedragen per afzonderlijk project. Het financiële effect van de mutaties en afboekingen binnen de grondexploitaties is € 4,3 miljoen nadelig. De totale voorziening op alle grondexploitaties bedraagt € 11,6 miljoen. In het eerste kwartaal van 2012 vindt actualisatie van alle lopende grondexploitatieberekeningen plaats. Naast de hiervoor genoemde projecten is het grondbedrijf bij het volgende project betrokken: Project Vlek D Spoorzone
Boekwaarde per 01-01-2011 € 854.969
Programma Detailhandel
Kosten die zijn/worden gemaakt voor gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen, worden volledig op de balans onder de post "voorraden" meegenomen. Indien in de loop van tijd dan een grondexploitatie wordt geopend dan worden deze waarden in de exploitatie ingebracht als reeds gemaakte kosten. Voor het zuidelijk stationsgebied zal evenwel geen grondexploitatie worden geopend, aangezien Multi Vastgoed voor het bouwrijpmaken en de ontwikkeling zorgdraagt. De gemeentelijke plankosten en betalingen van Multi Vastgoed aan de gemeente worden op de balans opgenomen. De afspraken die hierover met Multi Vastgoed zijn gemaakt worden in een ontwikkel- en realisatieovereenkomst vastgelegd. Het college is bevoegd voor het doen van privaatrechtelijke aan- en verkopen van grond en bijvoorbeeld ook panden. Dit moet echter wel binnen door de raad vastgestelde kaders gebeuren. Deze kaders worden door de raad gesteld bij het vaststellen van grondexploitaties of bij het vaststellen van een begroting waarin 97
een voornemen tot aan- of verkoop is opgenomen. Indien om strategische redenen al aan- of verkopen gedaan moeten worden, voor er kaders zijn vastgesteld, zal de raad hierover conform de gemeentewet vooraf geïnformeerd worden en zal een begrotingswijziging worden voorgelegd. 4.7.4 Wat doet de gemeente in 2012 Hieronder wordt voor de strategische projecten aangegeven welke activiteiten in 2012 gepland staan. Tevens wordt voor de overige projecten kort de belangrijkste mijlpalen in 2012 geschetst. Spoorzone In 2012 zijn meerdere onderdelen in uitvoering. Het Huis van de Stad en de nieuwe fietsenstalling wordt opgeleverd. Tevens wordt de uitvoering van de aanleg van de nieuwe Burgemeester Jamessingel en het Albert Plesmanplein vervolgd. Voor deelgebied A1 en C1 wordt gezocht naar afnemers van beoogde kantoren. De planvoorbereidingen voor het Zuidelijk Stationsgebied moeten uitmonden in een te volgen RO-procedure. Westergouwe In 2012 wordt begonnen met de grondophoging ter voorbereiding van het bouwrijp maken. Dit kan enige jaren duren. De in 2011 doorgevoerde optimalisaties zullen leiden tot een aangepast ontwerp van de wijk. Middenwillens In 2011 zijn de afspraken met de betrokken ontwikkelaar vernieuwd. De gronden in de 1e fase worden in 2011 afgenomen. Bij een gunstige verkoop zal de bouw in 2012 starten. Overige binnenstedelijke projecten In voorgaande jaren zijn voor een aantal binnenstedelijke bouwprojecten overeenkomsten afgesloten zodat in 2012 woningen worden gebouwd en worden opgeleverd. De wereldwijde economische ontwikkelingen raken ook de bouwprojecten in Gouda. Bij meerdere bouwprojecten is niet gestart met de bouw vanwege tegenvallende verkopen. De gemeente heeft met betrokken ontwikkelaars regelmatig overleg over de ontstane situatie en probeert samen met het Rijk de bouw van woningen te stimuleren. De bouwproductie en groei van de woningvoorraad in Gouda zet daarmee in een lager tempo door.
98
5. Financiële begroting 5.1 Inleiding De financiële begroting heeft de volgende doelen: - autorisatie; na vaststelling door de gemeenteraad goedkeuring geven aan het doen van uitgaven; - allocatie; keuzes maken voor welke taken de middelen worden ingezet; - inzicht; verschaffen van inzicht in de financiële positie, ook op lange termijn. Hoewel in het programmaplan eveneens meerjarige cijfers per programma zijn opgenomen, heeft dit deel tot doel daar een nadere toelichting op te geven. In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn eisen gesteld aan specifieke informatie die moet zijn opgenomen in de financiële begroting. De bedoeling is om de transparantie van de gemeentelijke begroting te verhogen. Deze verplichte onderwerpen zijn uitgangspunt voor de structuur van dit gedeelte van de programmabegroting. Daarnaast worden aanvullende punten weergegeven.
5.2 Uiteenzetting van de financiële positie en toelichting In deze paragraaf wordt ingegaan op het verschil tussen het perspectief zoals is weergegeven in de voorjaarsnota 2012-2015 en het perspectief in de voorliggende programmabegroting 2012-2015. In de navolgende tabel wordt het totaaloverzicht van het meerjarenperspectief weergegeven, waarna vervolgens (per letter) een toelichting wordt gegeven op de verschillende onderdelen. bedragen * € 1.000 Meerjarenperspectief na voorjaarsnota 2012-2015(voordelig) . Mutaties van het meerjarenperspectief: A. Uitwerking voorjaarsnota 2012-2015 B. Meicirculaire 2011 C. Septembercirculaire 2011 D. College- of raadsbesluiten e E. Effecten 2 ijkpunt 2011 F. Versterken weerstandsvermogen . Bijgesteld meerjarenperspectief 2012-2015 (voordelig)
2012 2.660
2013 4.991
2014 7.801
2015 7.873
-775 -1.700 -952 -18 974 0
-948 -2.742 -409 -18 -289 0
-1.022 -2.232 143 -18 -2.706 -1.500
-1.490 -2.820 187 -19 -2.068 -1.500
190
585
467
164
A. Uitwerking voorjaarsnota 2012-2015 Het financiële kader voor de jaren 2012-2015 dat is gesteld met de besluitvorming over de voorjaarsnota 2012-2015 is volledig verwerkt in deze programmabegroting. In de voorjaarsnota 2012 is echter een aantal ombuigingen opgenomen waarvan de indruk zou kunnen ontstaan dat het resultaat ten gunste komt van het financieel perspectief. Een bedrag van € 250.000 wegens het niet toekennen van compensatie voor de in 2010 afgesloten CAO en € 15.500 voor lagere fractievergoedingen zijn al verwerkt in de programmabegroting 2011. Daarnaast zal de ombuiging van € 600.000 op maatschappelijke opvang feitelijk worden gedekt door een lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds. Hierover bent u met het memo over de meicirculaire 2011 van wethouder Van den Akker van 16 juni 2011 al geïnformeerd. Andere uitwerkingsverschillen betreffen ouderenwerk waarbij € 50.000 wordt gedekt ten laste van een nog uit te werken taakmutatie (algemene uitkering) voor compensatie gevolgen AWBZ-maatregel, sport (€ 75.000 voordeel op kapitaallasten is al verwerkt in de programmabegroting 2011) en € 11.000 voor de fietsenstalling (het om te buigen bedrag is hoger dan beschikbare budget). Ten slotte bevat de meicirculaire 2011 twee negatieve taakmutaties die door Gouda al eerder zijn gerealiseerd (€ 71.000 uitvoeringskosten inburgering) respectievelijk onderdeel uitmaken van de totale ombuiging van € 15 miljoen in 2014 (vermindering van het aantal politieke ambtsdragers c.a. (€ 461.000 vanaf 2015). De beschreven afwijkingen werken allemaal negatief uit op het perspectief voor een totaalbedrag dat oploopt van € 0,8 miljoen in 2012 naar € 1,5 miljoen in 2015.
99
B. Meicirculaire 2011 Bij het bovenaangehaalde memo van 16 juni 2011 is de gemeenteraad geïnformeerd over de financiële gevolgen van de meicirculaire 2011. De meicirculaire pakt negatief uit voor Gouda. Per saldo gaat het om bedragen die variëren tussen € 1,7 miljoen in 2012 en € 2,8 miljoen in 2015. C. Septembercirculaire 2011 De septembercirculaire 2011 is reeds verwerkt in deze programmabegroting. Voor 2012 en 2013 levert dit nog een aflopend nadeel op voor Gouda. Voor de jaren 2014 en 2015 is sprake van een voordeel van beperkte omvang. bedragen * € 1.000 Extra inkomsten septembercirculaire 2011 . Taakmutaties/oormerken waarvan: Bijzondere bijstand CJG (DU) MO en OGGZ Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) Normering lokaal inkomensbeleid Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's) Toezicht en handhaving kinderopvang Transitiekosten AWBZ begeleiding naar Wmo Vrouwenopvang (DU) Wmo (IU) . Saldo septembercirculaire 2011
2012 1.081
2013 1.377
2014 1.692
2015 1.766
-2.033 -333 -1.727 -2 30 -37 217 4 -183 -16 15
-1.786 -312 -1.727 -2 30 -35 382 3 -124 -16 15
-1.549 -312 -1.727 -2 30 -35 495 3 0 -16 15
-1.579 -312 -1.727 -2 0 -35 495 3 0 -16 15
-952
-409
143
187
De meeste taakmutaties betreffen wijzigingen van bedragen voor bestaande decentralisatie- en integratieuitkeringen. Om de cumulatie van inkomenseffecten te verzachten voor kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld chronisch zieken, gehandicapten en ouderen wordt de bijzondere bijstand geïntensiveerd met € 90 miljoen structureel. Voor Gouda betekent dit een bedrag van ruim € 0,3 miljoen. De middelen voor de centra jeugd en gezin werden tot 2011 via een specifieke uitkering ontvangen. De verlaging van de algemene uitkering in verband met het opzetten van regionale uitvoeringsdiensten leidt voor Gouda tot een negatieve taakmutatie (taakstelling) van € 0,2 miljoen in het uitkeringsjaar 2012, € 0,4 miljoen voor 2013 en € 0,5 miljoen voor 2014 en verder. D. College- of raadsbesluiten In het volgende overzicht zijn de bestuurlijke besluiten opgenomen die gevolgen hebben voor het financieel perspectief 2012 en verder. bedragen * € 1.000 Verkoop Markt 27 Verkoop erfpachtsgrond Peperstraat 84 LTI (lange termijn investeringen) Invulling taakmutaties algemene uitkering gemeentefonds ten laste van betreffende stelpost: - versterking peuterspeelzaalwerk (€ 124) Invulling ombuigingen verbonden partijen Saldo college- of raadsbesluiten
2012 -18 0 0 0
2013 -18 0 0 0
2014 -18 0 0 0
2015 -19 0 0 0
0 -18
0 -18
0 -18
0 -19
Verkoop Markt 27 In juni 2011 is besloten tot verkoop van het pand Markt 27. De incidentele boekwinst is verantwoord in het boekjaar 2011. De structurele financiële gevolgen vanaf 2012 zoals gederfde huurinkomsten en vervallen kapitaallasten worden hierbij verwerkt. Verkoop erfpachtsgrond Peperstraat 8 De verkoop van erfpachtsgrond leidt tot een structurele daling van de erfpachtsopbrengst. Lange Termijn Investeringen (LTI) De raad is in het voorjaar 2011 akkoord gegaan met de Nota Lange Termijn Investeringen (LTI). De kapitaallasten van deze lange termijn investeringen worden in de exploitatie gedekt uit een correctie op de dotatie aan de voorziening groot onderhoud. Budgetneutraal voor de exploitatie.
100
Invulling taakmutaties algemene uitkering Het college heeft op 31 mei 2011 besloten de middelen voor de versterking van het peuterspeelwerk structureel beschikbaar te stellen voor het aangegeven doel. Invulling ombuigingen verbonden partijen In de voorjaarsnota's 2011 en 2012 zijn ombuigingen opgenomen op de gemeenschappelijke regelingen oplopend tot een totaal van € 450.000. BenW hebben op 4 oktober 2011 besloten deze ombuigingen in te vullen en te verdelen over de functionele programma's. E. Effecten 2e ijkpunt 2011 e Bij het 2 ijkpunt 2011 zijn de financiële afwijkingen in beeld gebracht die voortvloeien uit de eerste acht maanden e van dit jaar. De afwijkingen die betrekking hebben op 2011 zijn verwerkt in de 2 begrotingswijziging 2011. Een aantal financiële effecten werkt door in de programmabegroting 2012-2015. In het navolgende overzicht zijn deze afwijkingen weergegeven. bedragen * € 1.000 Actualisatie CIP Actualisatie CIP - invulling stelpost onderuitputting Actualisatie CIP - omzetten reserves ZWR en RGL Actualisatie beheerplannen openbare ruimte Bestemmingsplannen, uitvoeringsbudget BTW-BCF resultaat op PG Riolering Cameratoezicht Goverwelle Dekking deel kapitaallasten uitbreiding Klein Amerika Donk Flankerend beleid Kabels en Leidingen taakstelling verlegregeling Legesprognose bouwleges 2012 Marktgelden Milieu / afval Mondiaal beleid NEA-index (Cyclus) Onderwijshuisvesting Parkeerinkomsten P-budget BWT Renteopbrengsten leningen u/g Regionale brandweer Taakmutatie Wmo (meicirculaire 2011) Toerekening straatreiniging aan afval en riool Depotgebouw - huurinkomsten Saldo effecten 2e ijkpunt2011
2012 655 -69 0 900 0 200 180 40 68 0 -30 -500 2 260 10 -150 0 -600 -254 -0 -400 150 511 0 974
2013 654 -94 0 -300 -35 200 -7 50 65 0 -30 0 12 260 10 -150 -200 -500 -254 -1 -300 0 511 -180 -289
2014 -166 0 -488 -300 -35 200 -7 50 62 -800 -30 0 0 0 10 -150 -200 -400 -254 -2 -200 0 0 4 -2.706
2015 -324 0 -488 -300 -35 200 -7 50 59 0 -30 0 0 0 10 -150 -200 -400 -254 -2 -200 0 0 4 -2.068
Actualisatie CIP Het Concerninvesteringsplan is geactualiseerd. Een enkel krediet is vervallen (vervanging Planon 2011), verscheidene kredieten schuiven een jaar door (VRI, Hofwegensingel, depotgebouw, investering pc's en servers) en enkele aanmeldingen voor vervanging of uitbreiding (LTI, parkeren Klein Amerika, Mivop 2015) zijn verwerkt. Ook de gevolgen van het besluit tot verhoging van het bestaande krediet Goudkade zijn meegenomen. Per saldo leidt dit in de jaren 2012 en 2013 tot een voordeel voor het perspectief. In de jaren 2014 en 2015 slaat dit om in een nadeel. De kredieten worden per programma weergegeven. Daarnaast zijn in de bijlagen van deze programmabegroting uitgebreide overzichten opgenomen van nieuw te openen kredieten in 2012 en de investeringsplanning 2012-2015. Actualisatie CIP - invulling stelpost onderuitputting kapitaallasten Het financiële voordeel uit de actualisatie van het CIP wordt ingezet om de stelpost onderuitputting kapitaallasten (taakstelling) - die is ingebracht in de programmabegroting 2011-2014 - in 2012 en 2013 in te vullen en op te lossen.
101
Actualisatie CIP - omzetten reserves ZWR en RGL naar kredieten Het omzetten van de reserves ZWR en RGL (zie ook hierna bij het onderdeel versterken weerstandsvermogen) heeft gevolgen voor de financieringsfunctie en de kapitaallasten. Per saldo leidt dit vanaf 2014 tot een jaarlijkse last van € 487.500. Actualisatie beheerplannen openbare ruimte Op basis van de geactualiseerde beheerplannen en na verwerking van de nota LTI heeft een actualisatie plaatsgevonden van de dotaties en de onttrekkingen aan de relevante voorzieningen. Bestemmingsplannen, uitvoeringsbudget Uiterlijk iedere tien jaar dienen bestemmingsplannen geactualiseerd te worden. Tot en met 2012 zijn hiervoor middelen uit de reserve actualisering en digitalisering bestemmingsplannen beschikbaar gesteld. Vanaf 2013 is het reguliere uitvoeringsbudget ontoereikend om de actualisering van en onderhoud aan de bestemmingsplannen uit te voeren. BTW-BCF resultaat op PG Riolering Bij de introductie van het BTW-Compensatiefonds zijn gemeenten gekort op de Algemene Uitkering. Doordat de BTW als kostencomponent kan worden opgevoerd in de bepaling van de hoogte van de rioolheffing heeft de eindafrekening kosten-baten riolering jaarlijks een voordeel voor de begroting laten zien van rond de € 0,2 miljoen. Deze post wordt nu ingeboekt. Cameratoezicht Goverwelle De uitbreiding van cameratoezicht Goverwelle wordt gefinancierd uit rijksveiligheidsgelden. Meerjarig gezien is deze wijziging budgetneutraal voor de begroting. Het voordeel voor de algemene middelen in 2012 valt voor € 32.810 weg tegen de kapitaallasten 2012. De nadelen in 2013 tot en met 2016 betreft de kapitaallasten van het krediet en de onderhoudslasten van de camera's. Dekking deel kapitaallasten uitbreiding Klein Amerika Uitbreiding van parkeerterrein Klein Amerika verhoogt de kapitaallasten voor de begroting. Een deel van de lasten wordt gedekt door verhoging inkomsten parkeervergunningen / parkeerabonnementen. Een ander deel wordt gedekt door reductie van het uitvoeringsbudget van de parkeermanager. Voorkomende kosten zullen meer ten laste komen van de projecten. Donk Het krediet dat voor de verhuizing van Donk beschikbaar was wordt afgesloten. In overleg met de belastinginspecteur zijn definitieve afspraken gemaakt over de af te dragen BTW. Na aanpassing van de afschrijvingstermijn conform de regeling waardering en afschrijving vaste activa en opnemen van lasten voor onderhoud van kleedkamers resteert een positief saldo dat vrij valt. Flankerend beleid In het kader van de bezuinigingen 2e fase zal ook bezuinigd worden op de personele lasten. Verwacht wordt dat er een personele reductie noodzakelijk is van 13 fte's. Voor een beperkt deel kan dit worden opgevangen door natuurlijk verloop. Voor ongeveer 8 fte's zijn flankerende middelen nodig ter hoogte van € 800.000 (in de 'best case' € 100.000 per fte). Het benodigde bedrag wordt in 2014 gestort in de reserve organisatieontwikkeling. Kabels en leidingen taakstelling verlegregeling De aangepaste regelgeving (vermindering van afkoopkosten) kabels en leidingen zorgt voor voordelen binnen grote bouwprojecten. Verrekening van (een deel van) deze voordelen met de exploitatie blijkt contractueel niet mogelijk te zijn, terwijl dit voordeel wel in de meerjarenbegroting was meegenomen. Legesprognose bouwleges 2012 Op basis van de actuele prognose bouwleges 2012 en de te realiseren legesinkomsten begroting 2012 wordt een nadeel voorzien op inkomsten bouwleges van € 500.000. Mondiaal beleid Het budget voor mondiaal beleid wordt met € 10.000 verlaagd. Voor de zomer is de raad geïnformeerd over de werkzaamheden vallende binnen mondiaal beleid die de gemeente Gouda uitvoert. Voor de jaren vanaf 2012 wordt er een kleine subsidie verstrekt aan de SOG en zijn er middelen beschikbaar voor Jumelage. De resterende ruimte (€ 10.000) valt vrij.
102
Marktgelden Berenschot heeft aangegeven dat de tarieven voor marktgelden naar een kostendekkend niveau dienen te groeien. Milieu / afval De toerekening van 19% BTW (van kosten met betrekking tot afvalinzameling of -verwerking) in het tarief levert € 260.000 op ten gunste van het financieel perspectief. NEA-index (Cyclus) Na verrekening van diverse voordelen en een extra toerekening vanuit straatreiniging aan riool/afval resteert nog een structureel nadeel op de NEA-index (Cyclus) van € 150.000. Onderwijshuisvesting Het tekort op onderwijshuisvesting bestaat al jaren en kon meestal met eenmalige meevallers worden opgevangen. Vanaf 2013 is er geen zicht meer op deze eenmalige meevallers. Daarom is een structurele begrotingswijziging nodig. Parkeerinkomsten Parkeerinkomsten blijven structureel achter bij de begroting. Er zijn hiervoor een aantal oorzaken: ■ inkomsten uit naheffingsaanslagen zijn lager door meer duidelijkheid over parkeren na invoering mixedparkeren; ■ inkomsten straat- en terreinparkeren blijven achter, met name door economische crisis; ■ inkomstenbegroting is in het verleden een aantal malen aangepast zonder directe inkomstenverhogende maatregelen. P-budget BWT Op basis van het productenboek Bouw- en Woningtoezicht zou deze afdeling met 23,2 fte de reguliere werkzaamheden moeten kunnen uitvoeren. Het beschikbare personeelsbudget is ter dekking van deze reguliere lasten is niet toereikend. Een aanvullend budget is benodigd van € 254.105. Renteopbrengsten leningen u/g Betreft aanpassingen van de raming renteopbrengsten leningen uitgeleend geld voor funderingsherstel en voor Woningbouwcorporaties (SVN) aan de actuele calculatie. Regionale brandweer De bijdrage aan de regionale brandweer moet worden verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door een te realiseren kwaliteitsimpuls die los van de regionalisering moet worden ingezet. Het gaat om € 200.000 per jaar structureel voor rekening van de gemeente Gouda. Bij de regionalisering is afgesproken dat het budget van de brandweer moet worden afgebouwd naar het gemeentefondsniveau. Dit wordt pas in 2014 volledig gerealiseerd. In 2012 en 2013 bedraagt de aanvullende incidentele bijdrage van Gouda € 200.000 resp. € 100.000. Taakmutatie Wmo (meicirculaire 2011) De meicirculaire 2011 leidt vanaf 2012 tot een structurele verhoging van de middelen voor de Wmo met € 150.000. De bestaande gedragslijn is om deze middelen beschikbaar te houden binnen het sociaal domein. In afwijking hiervan wordt voorgesteld om dit bedrag eenmalig in 2012 ten gunste te brengen van het financieel perspectief. Toerekening straatreiniging aan afval en riool Een deel van kosten van straatreiniging kan aanvullend worden toegerekend aan afval en riool. Hierdoor kan € 511.000 uit het budget straatreiniging vrijvallen ten gunste van het perspectief. Depotgebouw - huurinkomsten Als gevolg van de wijziging van het jaar gereed van 2012 in 2013 voor het krediet van het depotgebouw (dit maakt onderdeel uit van de actualisatie CIP) moeten de begrote huurinkomsten eveneens worden aangepast.
103
F. Versterken weerstandsvermogen Omzetten reserves ZWR en RGL naar kredieten Op 19 april 2011 hebben BenW de jaarrekening 2010 behandeld. In die vergadering heeft het college besloten om een interne taskforce in te stellen met als opdracht te adviseren over mogelijkheden tot verbetering van de vermogenspositie. In het verleden zijn voor de aanleg van de ZWR en de RGL reserves gevormd. Het voorstel van de taskforce is om de bijdragen aan de provincie te activeren en de bijbehorende, vastgestelde afschrijvingstermijn van 40 jaar te hanteren. De wijziging voldoet aan de BBV-regelgeving en is voorgelegd aan de accountant. Het weerstandsvermogen wordt hiermee in 2011 met ongeveer € 18,9 miljoen en in 2012 met € 0,5 miljoen versterkt. Aanvulling weerstandsvermogen Het financieel perspectief biedt vanaf 2014 ruimte voor aanvulling en verbetering van het weerstandsvermogen. Een dotatie aan de algemene reserve van € 1,5 miljoen per jaar in zowel 2014 als 2015 wordt daartoe voorgesteld. In onderstaand overzicht zijn per programma de financiële gevolgen opgenomen van bestaand beleid, de voorjaarsnota, het 2e ijkpunt en overige begrotingsmutaties op de programmasaldi. bedragen * € 1.000 01 Jeugd, onderwijs en veiligheid Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 02 Werken en meedoen Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 03 Gouda goed op de kaart Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 04 RO, bereikbaarheid en parkeren Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 05 Duurzaamheid en stedelijk beheer Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 06 Sport en Cultuur Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 21 Financiering en alg. dekkingsmiddelen Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 22b Mutaties reserves i.v.m. programma's
2012
2013
2014
2015
25.747 -554 190 3.544 28.927
23.738 -787 477 259 23.687
23.534 -1.082 377 239 23.068
23.335 -1.111 377 236 22.836
26.475 -516 -18 1.902 27.842
26.464 -689 -18 1.855 27.612
26.333 -805 -18 1.836 27.346
26.295 -805 -18 1.782 27.253
11.223 -100 28 150 11.300
11.196 -110 28 99 11.212
11.217 -110 28 36 11.170
11.167 -110 28 36 11.120
13.846 -135 1.060 -3.770 11.001
10.341 -259 -308 -1.296 8.478
4.711 -359 873 544 5.769
4.571 -359 866 540 5.618
23.832 -765 -5.177 5 17.895
21.913 -781 -2.099 -62 18.970
20.411 -810 1.183 -124 20.661
20.474 -810 1.168 -126 20.707
12.813 -235 11 197 12.785
13.076 -480 11 -238 12.369
13.416 -855 11 140 12.712
13.359 -1.170 11 193 12.393
-102.157 420 173 -425 -101.989
-101.349 -937 348 12 -101.926
-99.633 -2.758 -623 -489 -103.502
-99.206 -2.023 -601 229 -101.602
104
bedragen * € 1.000 Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma 22c Saldo rekening na bestemming Bestaand beleid Voorjaarsnota Tweede ijkmoment Overige mutaties begroting Saldo programma
2012 -11.779 3.500 328 -7.951
2013 -5.378 2.599 1.793 -987
2014 11 2.300 2.311
2015 11 1.500 1.511
190 190
585 585
467 467
164 164
5.3 Grondslagen In dit hoofdstuk staan de financiële uitgangspunten die zijn gebruikt bij de totstandkoming van de ramingen in de financiële begroting. Waar ramingen worden verhoogd wegens inflatie gebeurt dit met 2,25% (2012), 1,96% (2013), 1,83% (2014) en 1,72% (2015) conform de circulaire gemeentefonds mei 2011. Voor de berekening van de financieringslasten in 2012 wordt uitgegaan van: - de door de budgethouders aangegeven uitputtingsritmes voor kredieten, reserves en voorzieningen; - de vastgestelde cashflows van de lopende grondexploitaties; - een gelijkmatige verdeling van de uitgaven over het jaar; - een rentepercentage voor kort geld van 2,0% in 2012; - een rentepercentage voor lang geld oplopend van 3,5% in 2012 tot 4,25% in 2016; - een omslagrente van 4,5% voor de investeringen; - het ten laste brengen van de rente "tijdens de bouw" aan het krediet; - concerninvesteringsplan 2011-2015 dat is opgenomen als bijlage bij deze programmabegroting; - geraamde dotaties en onttrekkingen aan de reserves en voorzieningen die met deze programmabegroting worden vastgesteld. De ramingen uit de financiële begroting zijn gebaseerd op ramingen voor 2012 en verder op de 2e begrotingswijziging 2011, aangevuld met de nieuwe zaken uit deze programmabegroting (zie hoofdstuk 5.2 Uiteenzetting van de financiële positie en toelichting).
5.4 Overzicht baten en lasten Conform het BBV dient inzichtelijk te worden gemaakt wat het resultaat is voordat mutaties in reserves plaatsvinden en het resultaat nadat mutaties in reserves hebben plaatsgevonden. Hierbij spreekt men over resultaat voor bestemming en resultaat na bestemming. Het resultaat na bestemming wordt verevend met de algemene reserve. Bij een positief resultaat vindt toevoeging plaats en bij negatief resultaat een onttrekking. Resultaat voor bestemming Verevening met bestemmingsreserves Resultaat na bestemming Verevening met algemene reserve Sluitende begroting
X Y Z=X+Y Z (+/-) 0 (nul)
Resultaat vóór bestemming In onderstaande tabel wordt in een totaaloverzicht alle lasten en baten per programma vermeld. Niet opgenomen zijn de mutaties die in de reserves hebben plaatsgevonden. Op deze wijze wordt het resultaat vóór bestemming gepresenteerd. Een korte toelichting: - De kolom 2010 rekening betreft het resultaat dat is opgenomen in de jaarrekening 2010; - De kolom begroting 2011 na wijziging betreft ramingen na de 2e begrotingswijziging 2011; - De overige kolommen bevatten de begrote ramingen voor de betreffende jaren.
105
bedragen * € 1.000
2010 rekening
01 Jeugd, onderwijs en veiligheid Lasten Baten Saldo 02 Werken en meedoen Lasten Baten Saldo 03 Gouda goed op de kaart Lasten Baten Saldo 04 RO, bereikbaarheid en Lasten parkeren Baten Saldo 05 Duurzaamheid en stedelijk Lasten beheer Baten Saldo 06 Sport en Cultuur Lasten Baten Saldo 21 Financiering en alg. Lasten dekkingsmiddelen Baten Saldo Totaal programma's voor Lasten bestemming Baten Saldo
32.157 -5.669 26.488 69.696 -41.278 28.418 13.000 -1.592 11.409 46.390 -33.421 12.969 43.812 -19.272 24.540 14.729 -2.106 12.623 5.790 -117.192 -111.402 225.577 -220.531 5.046
2011 begroting na wijziging 34.590 -5.247 29.343 64.779 -35.570 29.209 12.485 -1.438 11.047 44.805 -38.819 5.986 41.578 -18.592 22.986 14.151 -1.338 12.814 3.321 -106.559 -103.238 215.709 -207.563 8.146
2012
2013
2014
32.374 -3.448 28.927 62.113 -34.270 27.842 12.740 -1.440 11.300 21.624 -10.623 11.001 36.872 -18.977 17.895 14.151 -1.366 12.785 8.545 -110.535 -101.989 188.420 -180.659 7.761
27.133 -3.447 23.687 61.821 -34.209 27.612 12.652 -1.440 11.212 19.841 -11.363 8.478 38.565 -19.594 18.970 13.734 -1.366 12.369 7.745 -109.671 -101.926 181.491 -181.090 401
26.380 -3.312 23.068 61.555 -34.209 27.346 12.610 -1.440 11.170 17.640 -11.871 5.769 40.613 -19.953 20.661 15.158 -2.446 12.712 7.284 -110.786 -103.502 181.240 -184.017 -2.777
2015
23.899 -1.063 22.836 61.463 -34.209 27.253 12.560 -1.440 11.120 17.450 -11.833 5.618 41.317 -20.610 20.707 14.838 -2.445 12.393 7.959 -109.561 -101.602 179.486 -181.161 -1.675
Resultaat na bestemming Het resultaat voor bestemming leidt na aanwending van de beoogde mutaties in reserves tot het resultaat na bestemming. Het resultaat na bestemming wordt verevend met de algemene reserve. Resultaat voor en na bestemming (bedragen * € 1.000) Resultaat voor bestemming (- is voordelig) Mutaties reserves i.v.m. programma's - Lasten (dotaties) - Baten (onttrekkingen) Saldo Resultaat na bestemming (- is voordelig) Te verrekenen met reserves Verevening met algemene reserve Saldo begroting
rekening 2010
2012
2013
2014
2015
5.046
begroting 2011 na wijziging 8.146
7.761
401
-2.777
-1.675
9.064 -11.815 -2.751 2.295 1.164 -3.459 0
3.881 -9.452 -5.571 2.576 0 -2.576 0
3.593 -11.545 -7.951 -190 0 190 0
1.803 -2.790 -987 -585 0 585 0
2.311 0 2.311 -467 0 467 0
1.511 0 1.511 -164 0 164 0
Algemene reserve De omvang van de algemene reserve wordt bepaald door de afwikkeling van de jaarlijkse begrotingsresultaten. Het resultaat kan positief of negatief zijn en kan van jaar tot jaar verschillen. In onderstaande tabel zijn de mutaties in de algemene reserve weergegeven. Het doel van een gemeentelijke financiële huishouding is niet het creëren van grote reserves maar het aanhouden van een minimaal benodigde omvang om eventuele tegenvallers op te vangen (zie ook de paragraaf weerstandsvermogen). De algemene reserve omvat de algemene reserve zelf en de reserve sociaal domein. Bij de jaarrekening 2008 is de reserve sociaal domein gevormd. De reserve kent een brede doelstelling en is bedoeld om de gevolgen van onvoorziene situaties op te kunnen vangen binnen het sociaal domein. Het college zal uitgaven ten laste van deze reserve door middel van de PenC-cyclus aan de raad ter goedkeuring aanbieden.
106
bedragen * € 1.000
rekening 2010
Stand reserve per 1 januari Overige mutaties algemene reserve Verevening resultaat Stand reserve per 31 december
18.711 -1.469 -4.367 12.874
begroting 2011 na wijziging 12.874 16.362 -2.199 27.037
2012
2013
2014
2015
27.037 -410 0 26.627
26.627 445 0 27.072
27.072 1.966 0 29.038
29.038 1.664 0 30.702
5.5 Incidentele baten en lasten In de onderstaande tabel is aangegeven wat de incidentele baten in het meerjaren perspectief zijn. Incidentale baten (bedragen * € 1.000) Onderwijsachterstandenbeleid (specifieke uitkering) Reserve niet gesprongen explosieven Reserve spoorse doorsnijdingen Reserve wijkontwikkeling Reserve digitaliseren en actualiseren bestemmingsplannen TOTAAL
2012 -2.250 -4.407 -2.250 -2.524 -213 -11.643
2013 -2.250 0 -2.650 0 0 -4.900
2014 -2.250 0 0 0 0 -2.250
2015 0 0 0 0 0 0
In de onderstaande tabel is aangegeven wat de incidentele lasten in het meerjaren perspectief zijn. Incidentale lasten (bedragen * € 1.000) Onderwijsachterstandenbeleid (specifieke uitkering) Niet gesprongen explosieven Spoorse doorsnijdingen Wijkontwikkeling Digitaliseren en actualiseren bestemmingsplannen Zuidwestelijke randweg Rijksveiligheidsgelden TOTAAL Saldo incidentale baten en lasten (bedragen * € 1.000) Totaal incidentele baten Totaal incidentele lasten TOTAAL
2012 2.250 4.407 2.250 2.524 213 500 810 12.953
2013 2.250 0 2.650 0 0 0 97 4.997
2014 2.250 0 0 0 0 0 0 2.250
2015 0 0 0 0 0 0 0 0
2012 -11.643 12.953 1.310
2013 -4.900 4.997 97
2014 -2.250 2.250 0
2015 0 0 0
In het overzicht is niet opgenomen het begrotingsresultaat. Geconcludeerd kan worden dat meerjarig geen structurele lasten worden gedekt door incidentele baten.
5.6 Concerninvesteringsplan Investeringen hebben als kenmerk dat zij duurzaam zijn. Een investering gaat meerdere jaren mee. Op het moment dat een investering plaatsvindt (aanschaf c.q. bouw van een object) worden de uitgaven gedaan. Deze uitgaven leiden echter niet direct tot lasten in de exploitatiebegroting. Toerekening van de kapitaallasten (afschrijving en rentekosten) vindt voor de eerste maal plaats in het jaar nadat een investering is opgeleverd. Het aantal jaren waaraan de kapitaallasten worden toegerekend is afhankelijk van het soort investering (sommige investeringen worden in 5 jaar afgeschreven en andere investeringen b.v. in 30 jaar). Met het vaststellen van deze programmabegroting autoriseert de raad de investeringen uit de jaarschijf 2012, zie hiervoor de bijlage Concerninvesteringsplan 2011-2015. Alle investeringen tezamen zoals die nu in het CIP zijn opgenomen zouden bij gehele realisatie de volgende kapitaallasten opleveren: bedragen * € 1.000 Staat van Activa Investeringen met jaar gereed 2011 Investeringen met jaar gereed 2012 Investeringen met jaar gereed 2013 Investeringen met jaar gereed 2014 Totaal
2012 21.253 3.668 0 0 0 24.921
2013 18.568 3.578 4.481 0 0 26.627
2014 18.016 3.488 4.412 6.082 0 31.998
2015 16.928 3.398 4.345 5.988 1.385 32.044
107
Op de bovenste regel staan de kapitaallasten van de huidige staat van activa, dus de investeringen die in het verleden gedaan zijn. Daaronder staan de kapitaallasten die voortvloeien uit de jaarschijven (jaar gereed) 2011 tot en met 2014.
5.7 Financiering De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de toekomstige ontwikkeling van de omvang van de leningenportefeuille (het lange vreemd vermogen). Uit de hierna volgende investerings- en financieringsstaat blijken de verwachte financieringstekorten voor de jaren 2012 tot en met 2015. Deze tekorten worden afgedekt door middel van het aantrekken van kasgeldleningen (kort vreemd vermogen). bedragen * € 1.000 (Im)materiele vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Onderhanden werk (grondexploitaties) TOTAAL VASTE ACTIVA- EN ONDERHANDEN WERK Eigen vermogen: Algemene reserve (inclusief reserve sociaal domein) Bestemmingsreserves Vreemd vermogen: Voorzieningen (inclusief voorzieningen grondexploitaties) Opgenomen langlopende geldleningen TOTAAL FINANCIERINGSMIDDELEN FINANCIERINGSTEKORT / OVERSCHOT
ultimo 2012 ultimo 2013 ultimo 2014 ultimo 2015 278.674 289.032 297.042 292.644 38.918 42.732 43.928 42.716 317.592 331.763 340.970 335.360 64.579 63.733 56.394 39.003 382.171 395.496 397.364 374.362 26.627 3.081
27.073 2.234
29.039 3.045
30.704 3.055
35.579 305.180 370.468 11.703
28.936 324.799 383.042 12.454
24.933 329.482 386.500 10.864
22.499 313.128 369.386 4.976
5.8 Stand en verloop reserves Hieronder volgt een overzicht van het geprognosticeerde verloop van alle reserves (exclusief algemene reserve) per programma gespecificeerd. Dit overzicht geeft inzicht in de beginstanden, de mutaties en de eindstanden voor de periode 2012-2015. Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december
2012 6.024 2.093 5.037 3.080
2013 3.080 1.803 2.650 2.233
2014 2.233 10 0 2.243
2015 2.243 11 0 2.245
Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december
2012 4.406 0 4.406 0
2013 0 0 0 0
2014 0 0 0 0
2015 0 0 0 0
Programma 21 Financieringsmiddelen en algemene dekkingsmiddelen bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december
2012 0 500 500 0
2013 0 0 0 0
2014 0 800 0 800
2015 800 0 0 800
2012 10.430 2.593 9.943 3.080
2013 3.080 1.803 2.650 2.233
2014 2.233 810 0 3.043
2015 3.043 11 0 3.054
Totaal programma's bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december
108
Programma 4 - RO, bereikbaarheid en parkeren Onder dit programma vallen de reserve deelname Stimuleringsfonds volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten, reserve verplichtingen achtervangfonds, reserve wijkontwikkeling, reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen, reserve parkeren en de reserve verbetering doorstroming verkeer rondom het spoor. Programma 5 - Duurzaamheid en stedelijk beheer Onder dit programma valt de reserve niet gesprongen explosieven WO2. Deze reserve is in 2010 en 2011 gevormd uit de van het Rijk ontvangen bijdragen bommenregeling. De uitgaven uit deze reserve zullen in 2012 plaatsvinden. Programma 21 - Financiering en algemene dekkingsmiddelen De reserve organisatieontwikkeling valt onder dit programma. In 2012 wordt in deze reserve € 500.000 gestort. Ook in 2014 wordt € 800.000 aan de reserve toegevoegd.
5.9 Stand en verloop voorzieningen Hieronder volgt een overzicht van het geprognosticeerde verloop van alle voorzieningen per programma. Dit overzicht geeft inzicht in de beginstanden, de mutaties en de eindstanden voor de periode 2012-2015. Programma 1 Jeugd, onderwijs en veiligheid bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december
2012 721 963 836 848
2013 848 963 1.234 577
2014 577 963 697 843
2015 843 963 1.033 773
Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december
2012 453 1.070 1.105 418
2013 418 1.059 1.105 372
2014 372 1.057 1.103 326
2015 326 1.059 1.104 281
2012 28.984 5.767 2.664 22.087
2013 22.087 6.739 12.794 16.032
2014 16.032 5.982 10.061 11.953
2015 11.953 5.628 7.905 9.676
2012 859 0 252 607
2013 607 0 272 335
2014 335 0 144 191
2015 191 0 42 149
2012 31.0170 7.800 14.857 23.960
2013 23.960 8.761 15.405 17.316
2014 17.316 8.002 12.005 13.313
2015 13.313 7.650 10.084 10.879
Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december Programma 21 Financiering en algemene dekkingsmiddelen bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december Totaal programma's bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31 december
Toelichting ontwikkeling voorzieningen per programma Programma 1 Jeugd, onderwijs en veiligheid De onder programma 1 opgenomen voorzieningen betreffen twee onderhoudsvoorzieningen. Het gaat hierbij om planmatig onderhoud van gemeentelijke onderwijsgebouwen en groot onderhoud van de brandweerkazerne. De jaarlijkse dotaties aan deze voorzieningen worden elk jaar aangewend voor de onderhoudskosten van deze panden, die gebaseerd zijn op de meerjarige technische onderhoudsplanningen. De in de periode 2012-2015 opgenomen vermeerderingen hebben betrekking op de dotaties aan deze onderhoudsvorzieningen. De geraamde 109
verminderingen hebben betrekking op de geraamde uitgaven meerjarig onderhoud aan de gemeentelijke onderwijsgebouwen en het onderhoud van de brandweerkazerne. Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren De onder dit progamma vallende voorzieningen zijn de voorziening verhuurdersonderhoud schouwburg, de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten, de voorziening bouw- en woningtoezicht en de voorziening bijdragen Goudse Poort BPG. De in de periode 2012-2015 geraamde vermeerderingen en verminderingen hebben betrekking op de jaarlijkse dotaties aan de voorziening verhuurdersonderhoud schouwburg en de voorziening onderhoud gemeenteijke gebouwen en objecten, waarvan de dotaties elk jaar worden besteed aan uitgaven wegens kosten van aan deze panden uit te voeren onderhoud. Deze onderhoudsuitgaven zijn gebaseerd op de meerjarige technische onderhoudsplanningen. Programma 5 - Duurzaamheid en stedelijk beheer Onder dit programma vallen de voorziening achterstallig onderhoud openbaar gebied, de voorziening groot onderhoud openbare ruimte, de voorziening verwerking afvalstoffen en de voorziening riolering. De verwachting is dat de in de voorziening achterstallig onderhoud openbaar gebied aanwezig middelen volledig zullen worden aangewend in de periode tot en met 2013. De in de periode 2012-2015 geraamde vermeerderingen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op de jaarlijkse dotaties aan de voorziening groot onderhoud openbare ruimte. De voorzieningen riolering en verwerking afvalstoffen zijn egalisatievoorzieningen. Programma 21- Financiering en algemene dekkingsmiddelen Onder dit programma vallen de voorzieningen verlofsparen, de voorziening flankerend beleid OptimaForma en de voorziening pijporgel aula begraafplaats. Aan de voorziening flankerend beleid OptimaForma wordt in de periode 2012 tot en met 2015 ruim € 0,7 miljoen onttrokken met betrekking tot de aangegane verplichtingen inzake de vertrekregeling.
5.10 Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Overeenkomstig de artikelen 20 en 22 van het BBV dient afzonderlijke aandacht te worden besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. In principe zijn alle arbeidskosten gerelateerde verplichtingen in de exploitatiebegroting verwerkt. Een uitzondering wordt gevormd door de voorziening voor de garantieafspraken voor verlofsparen. Door invoering van de levensloopregeling is de verlofspaarregeling met ingang van 1 april 2006 vervallen. De voorziening dient om bij opname van de gespaarde uren een compensatie te hebben voor de kosten van dan waarschijnlijk benodigde inzet van anderen om de afgesproken productie te kunnen realiseren.
110
6. Besluit bij Programmabegroting 2012-2015
111
112
7. Bijlagen 7.1 Emu-saldo Met ingang van de begroting 2006 en in overeenstemming met het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van april 2005 tussen het kabinet, de VNG en IPO wordt aan de begroting de berekening van het EMU saldo toegevoegd. Omschrijving
1.
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3. Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4. Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5. Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6. Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7. Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8. Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9. Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10. Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11. Verkoop van effecten: a. Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b. Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
2011 x € 1000,Volgens realisatie tot en met sept. 2011, aangevuld met raming resterende periode 6.746
2012 x € 1000,Volgens begroting 2012
2013 x € 1000,Volgens meerjarenraming in begroting 2012
-7.761
-401
10.630 0
12.181 0
13.537 0
75.763
46.653
68.947
0
0
0
2.805
3.000
0
16.588
9.358
6.769
8.851
3.603
10.078
14.385
13.028
13.463
0
0
0
nee 0
nee 0
nee 0
-77.704
-58.016
-65.965
113
7.2 Nog te openen kredieten In deze bijlage is de jaarschijf 2012 van het Concerninvesteringsplan opgenomen. Het betreft kredieten die, na vaststelling van deze begroting door de raad, door het college, portefeuillehouder of de gemandateerde budgethouders "geopend" kunnen worden. Programma 1. Jeugd, onderwijs en veiligheid
Omschrijving Westergouwe: Peuterspeelzaal 1 bijkomende kosten Westergouwe: Pleininrichting bijkomende kosten Westergouwe: School 1 bijkomende kosten Westergouwe: School 3 bijkomende kosten Westergouwe: Sporthal bijkomende kosten Westergouwe: Voorbereidings krediet fase 2 TOTAAL 4. Ruimtelijke ontwikkeling, Herinrichting Sportlaan 2012 (voorheen "Verkeersplan Oost (CIP 2005)") bereikbaarheid en parkeren Vervanging VRI - Beheerinstallatie Vervanging VRI Bodegraafsestraatweg - Watergraspad, nr 36 (2012) Vervanging VRI Plaswijckweg - Boegpad, nr 37 (2012) TOTAAL 5. Duurzaamheid en stedelijk beheer Investeringen wegen grijs (voorheen PP) 2012 Nota speelplaatsen 2012 PP Lange Termijn Investeringen (LTI) jaarschijf 2012 Rioleringskrediet 2012 - 15 jaar Rioleringskrediet 2012 - 40 jaar TOTAAL 6. Cultuur en Sport Renovatie sportvelden 2012 - 15 jaar TOTAAL Geen programma Automatisering: vervanging mobiele telefoon (2011) Automatisering: vervanging SAN Archivering & uitwijk 2012 Automatisering: vervanging switches Investering pc's en servers (2012) MIVOP 2012: concernbrede informatiesystemen Vervangingsinvestering koffieautomaten TOTAAL TOTAAL
2012 88.706 36.961 580.738 617.945 877.366 713.281 2.914.997 175.000 60.000 100.000 100.000 435.000 1.280.000 150.000 2.683.113 208.080 10.195.920 14.517.113 335.000 335.000 105.000 880.000 160.000 551.000 800.000 62.000 2.558.000 20.760.110
Op het CIP staan overigens ook nog investeringen die in de voorgaande jaren door de raad (via de begroting) zijn vastgesteld, maar die nog niet "geopend" zijn.
114
7.3 Concerninvesteringsplan 2011-2015 1. Jeugd, onderwijs en veiligheid Categorie Omschrijving Economisch
Niet commerciële voorzieningen
Ondwerwijshuisvesting
Uitbreiding cameratoezicht Vervanging cameratoezicht TOTAAL TOTAAL PROGRAMMA 1 2. Werken en meedoen Categorie Omschrijving EconoMultifunctioneel centrum Gouda Oost misch TOTAAL TOTAAL PROGRAMMA 2 3. Gouda goed op de kaart Categorie Omschrijving EconoPilot interactie raad-burgers via website misch TOTAAL TOTAAL PROGRAMMA 3
Jaar Netto KapitaalKapitaalKapitaalKapitaalgereed krediet lasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 2011 334.405 23.410 23.033 22.657 22.281 2015 18.438.828 0 0 0 0 2018 17.713.476 0 0 0 0 2022 2.998.494 0 0 0 0 2011 8.172.816 647.093 634.524 621.955 609.385 2012 2.398.949 0 197.616 193.582 189.547 2013 10.167.354 0 0 716.715 705.051 2011 190.731 46.729 45.012 43.296 41.579 2012 135.000 0 33.075 31.860 30.645 2013 150.000 0 0 36.750 35.400 2014 150.000 0 0 0 36.750 60.850.053 717.232 933.260 1.666.815 1.670.638 60.850.053 717.232 933.260 1.666.815 1.670.638
Jaar gereed 2011
Netto KapitaalKapitaalKapitaalKapitaalkrediet lasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 789.010 55.230 54.343 53.455 52.568 789.010 55.230 54.343 53.455 52.568 789.010 55.230 54.343 53.455 52.568
Jaar gereed 2011
Netto KapitaalKapitaalKapitaalKapitaalkrediet lasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 15.050 3.687 3.552 3.416 3.281 15.050 3.687 3.552 3.416 3.281 15.050 3.687 3.552 3.416 3.281
4. Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren Categorie Omschrijving Jaar gereed EconoAutomatisering 2011 misch Diverse investeringen 2011 Diverse investeringen stadstoezicht 2011 Herinichting woonwagenlokatie 2011 Onderwijshuisvesting 2011 Parkeervoorzieningen 2012 Restauratie Roode Leeuw 2011 Revitalisering Mallemolen 2011 TOTAAL MaatMobiliteitsvisie 2011 schappelijk 2012 Selectieve toegangverl.binnenstd. 2012 Uitvoeringsmaatregelen Gouda fietst door 2011 Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid 2011 Uitvoeringsmaatregelen verkeer- en 2011 vervoersplan Verkeersplannen 2011 2012 2013 2014 Vervanging VRI 2011 2012 2013 2015 2017 2018 TOTAAL
Netto krediet 0 42.553 321.364 132.992 161.840 3.230.000 14.971 0 3.903.720 34.222 1.950.000 350.000 288.793 200.000 100.000 611.542 175.000 300.000 300.000 346.926 2.338.414 800.000 250.000 300.000 400.000 8.744.897
KapitaalKapitaalKapitaalKapitaallasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 0 0 0 0 10.426 10.043 9.660 9.277 65.613 63.312 61.009 58.708 14.851 14.452 14.053 13.654 11.329 11.147 10.965 10.783 0 194.550 192.336 190.122 1.273 1.246 1.219 1.192 0 0 0 0 103.492 294.750 289.242 283.736 3.251 3.174 3.097 3.020 0 185.250 180.863 176.475 0 50.750 49.175 47.600 27.436 26.786 26.136 25.486 17.000 16.640 16.280 15.920 9.500 9.275 9.050 8.825 58.096 0 0 0 50.303 0 0 0 0 0 165.586
56.720 16.625 0 0 48.742 339.070 0 0 0 0 753.032
55.344 16.231 28.500 0 47.181 328.547 116.000 0 0 0 876.404
53.968 15.838 27.826 28.500 45.620 318.024 112.400 0 0 0 879.502
115
Categorie
Omschrijving
Financiële Investeringen wegen grijs vaste TOTAAL activa TOTAAL PROGRAMMA 4 5. Duurzaamheid en stedelijk beheer Categorie Omschrijving Economisch
Implementatie verbeterplan gescheiden inzameling Ondergrondse containers afvalinzameling Riolering
TOTAAL MaatInvesteringen wegen grijs schappelijk
Nota speelplaatsen Speelvoorzieningen
Jaar Netto KapitaalKapitaalKapitaalKapitaalgereed krediet lasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 2013 7.000.000 0 0 490.000 482.125 7.000.000 0 0 490.000 482.125 19.648.617
Jaar gereed 2011 2011 2011 2012 2013 2014 2015 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2011 2012 2011 2012 2011
6. Cultuur en sport Categorie Omschrijving Economisch
Cultureel en havenkwartier Nieuwbouw zwembadaccomodatie Renovatie sportvelden
Sportpark Donk TOTAAL MaatCultureel en havenkwartier schappelijk TOTAAL TOTAAL PROGRAMMA 6
1.047.782
1.655.646
1.645.363
Netto KapitaalKapitaalKapitaalKapitaalkrediet lasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 141.248 34.606 33.335 32.064 30.792 3.274.072 10.200.000 10.404.000 10.612.080 10.824.321 11.040.808 56.496.529 4.654.326 3.963.113 3.856.214 2.493.100 2.253.100 1.847.016 2.250.000 2.250.000 2.250.000 655.564 150.000 10.316 25.000 85.055
Uitvoering beheersplan Bloemendaalseweg Uitvoeringsmaatregelen Waterplan 2011 400.206 Verbetering openbare ruimte Goudse Poort 2011 766.666 2012 766.666 2013 766.666 Vervanging VRI 2011 1.059.695 Vervanging VRI door rotondes 2011 893.511 TOTAAL 31.396.214 Investeringen wegen grijs 2013 12.500.000 TOTAAL 12.500.000
Financiële vaste activa TOTAAL PROGRAMMA 5
269.078
100.392.743
365.605 722.500 0 0 0 0 1.122.711 455.665 0 0 0 0 0 0 0 0 73.206 0 1.496 0 7.230
355.783 710.643 736.950 0 0 0 1.836.711 444.586 373.418 0 0 0 0 0 0 0 71.238 16.750 1.450 3.625 7.077
345.961 698.785 724.855 751.689 0 0 2.553.354 433.506 364.640 365.935 0 0 0 0 0 0 69.272 16.300 1.403 3.513 6.923
336.139 686.928 712.761 739.352 766.723 0 3.272.695 422.426 355.861 357.276 270.518 0 0 0 0 0 67.305 15.850 1.357 3.400 6.770
34.017 72.833 0 0 153.656 84.883 882.986 0 0
33.297 71.108 72.833 0 148.888 82.872 1.327.142 0 0
32.577 69.383 71.108 72.833 144.119 80.862 1.732.374 875.000 875.000
31.856 67.658 69.383 71.108 139.350 78.852 1.958.970 860.938 860.938
2.005.697
3.163.853
5.160.728
6.092.603
Jaar Netto KapitaalKapitaalKapitaalKapitaalgereed krediet lasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 2012 550.558 0 38.539 37.920 37.300 2013 11.170.000 0 0 895.017 877.361 2013 19.444.529 0 0 1.334.466 1.334.465 2011 340.000 37.967 36.947 35.927 34.907 2012 335.000 0 37.408 36.403 35.398 2013 225.000 0 0 33.875 32.806 2014 305.000 0 0 0 47.183 2015 525.000 0 0 0 0 2016 450.000 0 0 0 0 2019 400.000 2011 61.428 4.381 4.309 4.236 4.163 33.806.515 42.348 117.203 2.377.844 2.403.583 2011 557.843 62.293 60.619 58.946 57.272 557.843 62.293 60.619 58.946 57.272 34.364.358 104.641 177.822 2.436.790 2.460.855
116
Geen programma Categorie Omschrijving Economisch
Automatisering
Digitalisering publiekszaken Diverse investeringen Huis van de Stad Meubilair TOTAAL TOTAAL GEEN PROGRAMMA EINDTOTAAL
Jaar Netto KapitaalKapitaalKapitaalKapitaalgereed krediet lasten 2012 lasten 2013 lasten 2014 lasten 2015 2011 2.006.510 491.594 473.536 455.477 437.420 2012 1.945.000 0 481.382 463.658 445.935 2013 1.490.496 0 0 365.171 351.757 2014 905.000 0 0 0 235.725 2015 1.656.500 0 0 0 0 2011 45.000 11.025 10.620 10.215 9.810 2012 150.235 0 23.573 22.816 22.060 2012 26.782.451 0 1.663.310 1.663.312 1.663.311 2011 90.334 10.087 9.816 9.545 9.274 2012 110.924 0 16.084 15.584 15.085 35.182.450 512.706 2.678.321 3.005.778 3.190.377 35.182.450 512.706 2.678.321 3.005.778 3.190.377 251.242.281 3.668.271 8.058.933 13.982.628 15.115.685
117
7.4 Vastgestelde beleidskaders Programma 1 Jeugd, onderwijs en veiligheid Onderwijs GOA meerjarenplan 2002-2006 (vastgesteld door de raad: 2002) Integraal Huisvestingsplan onderwijs (vastgesteld door de raad: 22/4/2009) Verordening peuterspeelzalen Gouda 2008 (vastgesteld door de raad 30-06-2010) Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Gouda (vastgesteld door de raad 23-03-2011) Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 2008 (vastgesteld door de raad 17-12-2008) Verordening leerlingenvervoer gemeenteGouda (vastgesteld door de raad 10-02-2010) Procedure overleg onderwijshuisvesting gemeente Gouda (vastgesteld door de raad 27-01-2010) Veiligheidsbeleid Kadernota Gouda Veilig "Dat doen we samen" IVB 2010-2014 (vastgesteld door de raad: 27/1/2010) Gemeenschappelijke regeling regionale brandweer (vastgesteld door de raad: 10/2/2010) Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2009 (vastgesteld door de raad 27-05-2009) Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Gouda (vastgesteld door de raad 02-06-2010) Brandbeveiligingsverordening Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 22-09-2010) Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009 (vastgesteld door de raad 30-06-2010) Programma 2 Werken en meedoen Bevordering Afstemmingsverordening wet werk en bijstand Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 09-12-2009) arbeidsparticipatie Afstemmingsverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 09-12-2009) Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ Gouda 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 09-12-2009) Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ Gouda 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Toeslagenverordening (vastgesteld door de raad: 8/3/2004) Langdurigheidstoeslag 2010 (vastgesteld door de raad 1/7/2009) Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers (vastgesteld door de raad: 8/3/2004) Verordening inburgering gemeente Gouda 2011 (vastgesteld door de raad 25-05-2011) Nota visie op participatie (vastgesteld door de raad: 9/12/2010) Minimabeleid Kader integraal armoedebeleid 2009-2012 (vastgesteld door de raad 16/7/2008) Uitvoeringsprogramma integraal armoedebeleid 2009-2012 (vastgesteld door de raad 1/7/2009) Verordening langdurigheidstoeslag 2010 (vastgesteld door de raad 1/7/2009) Economisch beleid Economische structuurvisie (vastgesteld door de raad: 7/3/2005) Detailhandelsvisie "Meer keuze in winkelen 2009-2020" (vastgesteld door de raad: 27/1/2010) Supermarktbeleid (vastgesteld door de raad: 27/9/2006) Legesverordening 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Verordening marktgelden 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Structuur dagelijkse detailhandelvoorzieningen Gouda (vastgesteld door de raad: 18/4/2005) Actualisatie Regionale Structuurvisie Detailhandel Midden-Holland (vastgesteld door de raad: 28/02/2007) Horecanota 2008-2017 (vastgesteld door de raad: 2/4/2008) Marktverordening (vastgesteld door de raad: 27/9/2004) Ondernemersfonds (vastgesteld door de raad 17/12/2008) Verordening speelautomaten (vastgesteld door de raad 30-06-2010) Verordening staangeld 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Verordening reinigingsheffingen 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Verordening rioolheffing 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Winkeltijdenverordening Gouda 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Verordening precariobelasting 2010 (vastgesteld door de raad 09-12-2009) Verordening onroerende-zaakbelastingen 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Welzijn Besluit OF-project Beleid Welzijn (vastgesteld door de raad: 28/6/2004) Kadernota Jeugdbeleid (vastgesteld door de raad: 27/9/2006) Vrijwilligerswerk 2009-2012 (vastgesteld door de raad: 27/1/2010) Nota Multifunctionele centra (vastgesteld door de raad 23/5/2005)
118
Zorg
Verordening werkleeraanbod Wet investering jongeren gemeente Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 09-12-2009) Lokaal gezondheidsbeleid (Gouda gezond) (behandeld in commissie: oktober 2003) Convenant Levensloopbestendig Gouda (en Pact van Savelberg) (vastgesteld door de raad: 19/4/2004) Beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2007-2011 (vastgesteld door de raad: 8/11/2006) Uitgangspunten en visie maatschappelijke ondersteuning Gouda (vastgesteld door de raad: 11/7/2007) Kaders individuele verstrekkingen WMO (vastgesteld door de raad: 11/7/2007) Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 10-02-2010) Verordening cliëntenparticipatie Gouda 2011 (vastgesteld door de raad 23-03-2011) Verordening Wet kinderopvang Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 02-06-2010) Toeslagenverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010 (vastgesteld door de raad 09-12-2009)
Programma 3 Gouda goed op de kaart Algemene kaders Woonvisie Gouda, centrum in de Deltametropool (vastgesteld door de raad: 20/10/2003) Beleidsplan 2003-2006 natuur en recreatieschap Reeuwijkse plassen en omgeving (vastgesteld door de raad: 8/9/2003) Bestuurskrachtonderzoek BMC (5e rapport vastgesteld door de raad: 31/1/2005 en 6 rapport vastgesteld door de raad: 18/4/2005) Evaluatie bestuurskrachtonderzoek (vastgesteld door raad: 30/8/2006) Bestuurlijke samenwerking met Waddinxveen (vastgesteld door de raad: 14/10/2009) Inspraak en participatieverordening (vastgesteld door de raad: 31/1/2007) Verordening bezwaarschriftcommisie (vastgesteld door de raad 11/7/2007) Kinder- en jongerenlintje (vastgesteld door de raad 11/3/2009) Privacyverordening 2002 (vastgesteld door de raad 30-06-2003) Archiefverordening 2003 (vastgesteld door de raad 28-06-2004) Besluit informatiebeheer 2003 (vastgesteld door de raad 28-06-2004) Ontwikkeling Zuidplaspolder Convenant Gouda-Moordrecht-Waddinxveen (vastgesteld door de raad: 1993) Houtskoolschets Zuidplaspolder (vastgesteld door de raad: 12/9/2001) Gemeenschappelijke regeling grondbank (vastgesteld door de raad: 8/3/ 2004) Gemeenschappelijke regeling bedrijventerrein Gouwepark (vastgesteld door de raad: 18/9/1995) Gemeenschappelijke regeling Regionale Ontwikkeling Zuidplaspolder (vastgesteld door de raad: 26/9/2007) Interregionale Structuurvisie (vastgesteld door de raad 31/1/2005) Intergemeentelijk structuurplan Zuidplaspolder (vastgesteld door de raad: 6/2/2006) Startnotitie bestemmingsplan Gouweknoop (vastgesteld door Stuurgroep driehoek RZG Zuidplas 15/11/2007) Ontwerp ontwikkelingsstrategie Zuidplas 2010-2020 (vastgesteld door de raad: 30/9/2009) Verlening regeling grondbank Zuidplan (vastgesteld door de raad: 14/10/2009) Dualisme Verordeningen ex artikel 212, 213 en 213a van de gemeente wet (vastgesteld door de raad: 17/12/2008) Verordeningen voor vergadering gemeenteraad en presidium (vastgesteld door de raad: 17/12/2008) Gedragscode voor bestuurders (vastgesteld door de raad: oktober 2003) Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers (vastgesteld door de raad 10-02-2010) Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden (vastgesteld door de raad 30-05-2007) Verordening begeleiding van niet terugkerende wethouders (vastgesteld door de raad 29-01-2001) Verordening op de commissie van onderzoek en rapportage inzake functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester (vastgesteld door de raad 01-11-2001) Verordening op de rekenkamer gemeente Gouda 2007 (vastgesteld door de raad 28-02-2007) Interactieve beleidsvorming Gedragsregels interactieve beleidsvorming (vastgesteld door de raad: 13/12/2004) Verordening burgerinitiatief (vastgesteld door de raad 01-12-2003) Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren Algemene kaders Woonvisie Gouda, centrum in de Deltametropool (vastgesteld door de raad: 20/10/2003) (overkoepelend) Wonen en Zorg op Maat: Ouderenhuisvesting en zorg in Gouda (vastgesteld door de raad: 18/11/1996) Visie op Levensloopbestendig Gouda (vastgesteld door B en W 31/8/2004)
119
Algemene kaders (overig)
Regionaal afsprakenkader
Randvoorwaarden
Wijkontwikkeling
Westergouwe
Goudse Poort
Spoorzone
Verkeer
Convenant Levensloopbestendig Gouda (ondertekend door B en W: 2/9/2004 en herzien op 29/1/2008 ) Ruimtelijke Structuurvisie Gouda 2005-2030 (vastgesteld door de raad 12/12/2005) Stedenbouwkundige visie voor de binnenstad en haar randen deel 1 en 2 (vastgesteld door de raad: 28/6/2004 en juni 2005) Nota hoogbouw inclusief erratum (vastgesteld door de raad: 13/12/2004, erratum d.d. 29/3/2005) Bestemmingsplannen Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing (vastgesteld door de raad: 30/6/2010) Subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2005 (vastgesteld door de raad 22-06-2011) Huisvestingsverordening Gouda 2009 (vastgesteld door de raad 13-01-2010) Waterplan Gouda (vastgesteld door de raad: 9/12/2002) Ruimtelijke Kwaliteitsbeleid/Welstandsnota, deel A (vastgesteld door de raad: 28/6/2004, update 25/3/2008) Welstandsvrij bouwen (vastgesteld door de raad: 31/1/2007) Economische structuurvisie (vastgesteld door de raad: 7/3/2005) e MER aanmeldingsnotitie 2 sluiskolk Julianasluis (vastgesteld door de raad 30/6/2010) Integrale regiovisie Midden Holland: Van gelaagde naar geslaagde kwaliteit (vastgesteld door de raad: 4/3/2002) Stadsplan (november 1995) en actualisatie Stadsplan (1999) Gebiedsprofiel Rijn-Gouwestreek (vastgesteld door B en W: 16/11/2004) Beleidsnota kruisingen (vastgesteld door de raad: 27/6/2005) Inrichtingsvisie Oostpolder (vastgesteld door de raad: 28/2/2007) Visie externe veiligheid (vastgesteld door de raad: 11/11/2009) Verordening straatnaamgeving en huisnummering (vastgesteld door de raad 25-09-2000) Bouwverordening (vastgesteld door de raad 29-03-1993) Wegsleepverordening gemeente Gouda (vastgesteld door de raad 27-09-2006) Verordening ontheffingen autovrijgebied binnenstad Gouda (vastgesteld door de raad 08-12-1997) Convenant Gouda-Moordrecht-Waddinxveen (vastgesteld door de raad: 1993) Regionaal Volkshuisvestingsplan Midden-Holland 1997-2005 (vastgesteld door de raad: 1999) Hart voor zorg: Regiovisie Midden Holland (vastgesteld door de raad: 2001) Integrale regiovisie Midden Holland: Van gelaagde naar geslaagde kwaliteit (vastgesteld door de raad: 4/3/2002 Pact van Savelberg (vastgesteld door de raad: 19/4/2004) Interregionale structuurvisie Zuidplas (vastgesteld door de raad 31 januari 2005) Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (vastgesteld door de raad 6 februari 2006) Gemeenschappelijke regeling Regionale Ontwikkeling Zuidplaspolder (vastgesteld door de raad: 26/9/2007) Startnotitie bestemmingsplan Gouweknoop (vastgesteld door Stuurgroep driehoek RZG Zuidplas 15/11/2007) Woonvisie Zuidplas (vastgesteld door de raad 17/12/2008) Nota strategisch grondbeleid (vastgesteld door de raad: 28/6/2004) Exploitatieverordening gemeente Gouda 2003 (vastgesteld door de raad 20-10-2003) Kaders voor de grondexploitatie (vastgesteld door de raad: 18/4/2005) Wijkontwikkelingsplannen Korte Akkeren Karaktervol en Gastvrij Gouda Oost (vastgesteld door de raad: 2000) Structuurvisies Korte Akkeren Karaktervol en Gastvrij Gouda Oost (vastgesteld door de raad: 19/4/2004) MER Westergouwe (vastgesteld door de raad: 23/5/2005) Nota van uitgangspunten en Masterplan Westergouwe (vastgesteld door de raad: 23/5/2005) Bestemmingsplan Westergouwe (vastgesteld door de raad 8/10/2008) Voorzieningen Westergouwe (vastgesteld door de raad 11/3/2009) Bodemkwaliteitskaart en bodembeheer plan Westergouwe (vastgesteld door de raad 14/10/2009) Masterplan Goudse Poort (vastgesteld door raad: 19/4/2004) Openen grondexploitatie Business Park Gouda (vastgesteld door de raad 12/12/2005) MER beoordelingsplicht (vastgesteld door de raad 31/1/2006) Structuurplan Goudse Poort (vastgesteld door de raad: 28/02/2007) Basisdocument Spoorzone (vastgesteld door de raad: 10/3/2003) Openen grondexploitatie Spoorzone (vastgesteld door de raad: 27/6/2005) Planaanpassingen en grondexploitatie Spoorzone (vastgesteld door de raad: 23/9/2009) Verbetering verkeerssituatie Spoorzone (vastgesteld door raad de 30/6/2010) Nota Duurzaam Veilig (vastgesteld door de raad: 27/9/2004) Mobiliteitsvisie 2007-2020 (vastgesteld door de raad: 11/4/2007)
120
Langzaam verkeer Parkeren
Nota grote voertuigen (vastgestel door de raad 1/7/2009) "Gouda fietst beter door!" (vastgesteld door de raad: 11/4/2007) Parkeernota (vastgesteld door de raad: 13/12/2004) Notitie parkeren (vastgesteld door de raad: 9/12/2009) Verordening parkeerbelastingen 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010)
Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer Duurzame inrichting en Startnotitie Zakkende Bodem (vastgesteld door de raad: 26/5/2003) onderhoud openbaar gebied Notitie hondenpoepbeleid (vastgesteld door de raad: 7/3/2005) Verordening hondenbelasting 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Verordening haven - en bruggeld 2011 (vastgesteld door de raad 15-12-2010) Verbeterplan Afvalscheiding, (vastgesteld door het college 13/4/2004 Waterplan (vastgesteld door de raad: 9/12/2002) Gemeentelijk Rioleringsplan (vastgesteld door de raad: 22/4/2009) Lange termijn investeringen (vastgesteld door de raad: 27/9/2006) Groenstructuurplan (vastgesteld door de raad: 30/5/2007) Evaluatie speelvoorzieningen Gouda 2005 (vastgesteld door de raad: 5/7/2006) Leidingen-, verleg- en telecomverordening (vastgesteld door de raad 17/9/2008) Leidingenverordening Gouda 2008 (vastgesteld door de raad 17-09-2008) Bomenverordening 2010 (vastgesteld door de raad 13-10-2010) Verordening op de heffing en de invoering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 (vastgesteld door de raad 09-12-2009) Aansluitverordening riolering Gouda (vastgesteld door de raad 12-12-2005) Verlegverordening kabels en leidingen Gouda 2008 (vastgesteld door de raad 17-09-2008) Telecommunicatieverordening Gouda 2008 gemeente Gouda (vastgesteld door de raad 30-06-2010) Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Gouda 2009 (vastgesteld door de raad 28-01-2009) Verordening woninggebonden subsidies 1992 (vastgesteld door de raad 30-06-2010) Programma 6 Cultuur en Sport Cultuurbehoud Nota Cultuurhistorie (vastgesteld door B&W: 30/11/2004) Cultuurbeleid De schatkamer van Gouda (beleidsprogramma Stedelijke Musea 2002-2006) (vastgesteld door de raad: 17/12/2001) (`n) Betrouwbare Kennis in de buurt (beleidsprogramma Openbare Bibliotheek Gouda 2002-2006) (vastgesteld door de raad: 4/3/2002) Evenementenbeleid (vastgesteld door de raad 8/10/2008) Cultuurnota "Cultuur in Gouda" (vastgesteld door de raad 16/7/2008) Uitwerkingsprogramma cultuurnota (vastgesteld door de raad 17/12/2008) Verordening inzake monumenten en archeologie (vastgesteld door de raad 30-06-2010) Integraal, gebiedsgericht Stedenbouwkundige Visie voor de binnenstad en haar randen (vastgesteld door de raad: 28/6/2004) beleid Projectprogramma Cultureel en Haven Kwartier (vastgesteld door de raad: 24/5/2004) Kaders Cultureel en Havenkwartier (vastgesteld door de raad: 24/5/ 2004) Stadsmarketing Nota stadsmarketingstrategie Gouda (vastgesteld door de raad: 6/4/ 2001) Businessplan Stichting Marketing Gouda (vastgesteld door de raad: eind 2002) Sport Nota sportaccommodaties (vastgesteld door de raad: 11/11/2009) Recreatie Veenweide convenant Gouwe Wiericke (vastgesteld door de raad: 27/1/2010) Vaartuigenverordening Gouda 2009 (vastgesteld door de raad 27-01-2010)
121
122